Studentenbundel De Korbeel Leefgroep 3
Welkom Je startte zopas je stage in één van de leefgroepen. Wij willen je daarbij hartelijk welkom heten in de Korbeel. We werken reeds jaren samen met diverse scholen en we proberen via stage een optimale opleiding te bewerkstelligen. We zullen u dan ook zo goed mogelijk begeleiden en hopen op een leerrijke en aangename samenwerking. We vinden het belangrijk dat er een goede wisselwerking is tussen mentor en student. Door overleg, vraagstelling en feedback zal het voor iedereen duidelijk zijn waar je prima scoort en ook waar nog werkpunten zijn. Indien dit een eerste contact is met een psychiatrisch ziekenhuis, hopen we dat de stage voor jou een goed beeld geeft van de toekomstige job.
We wensen je dan ook een leerrijke stage toe !
Algemene informatie
Verantwoordelijke voor de stag aanvragen is Vercruysse Sven (056/24 52 11,
[email protected]) Hij is de contactpersoon tussen de scholen en het ziekenhuis. Hij staat in voor de planning van de stag aanvragen. De jaarplanning voor het komende schooljaar wordt opgemaakt in juli. Individuele aanvragen worden in overleg met het respectievelijke diensthoofd behandeld en ingepast indien mogelijk. Bij aanvang van de stage dient u zich te melden aan de receptie om 9 uur, tenzij anders afgesproken. Indien u informatie wenst over een mogelijke vakantiejob tijdens uw stage, richt u dan naar de hoofdverpleegkundige. Die kan uw gegevens noteren en bij vacatures wordt u gecontacteerd.
In het ziekenhuis komen diverse disciplines hun opleiding verfijnen : Opleiding voor verpleegkunde Opleiding voor Logistieke hulp Opleiding voor ergotherapeut Opleiding voor maatschappelijk werker Opleiding voor psycholoog Opleiding grootkeuken Opleiding voor kleuter-/basis-/secundair onderwijs Opleiding voor Opvoeder en/of Verpleegkunde K-dienst
Bijkomend De badge wordt afgeleverd bij de aanvang van de stage via Jan Messely of Sven Vercruysse. U betaalt daarvoor een waarborg van 10 euro. Bij het beëindigen van de stage kunt u uw waarborg terugkrijgen via de administratie. Merk op dat de sleutel nooit wordt uitgeleend. Hij wordt ook onder geen enkele voorwaarde aan een patiënt gegeven. Alle deuren die gesloten waren dienen steeds opnieuw te worden gesloten. De deur van de verpleegbureaus of het toezichtlokaal wordt bij het verlaten steeds gesloten. De hoofdingang van de kliniek is gesloten van 20:30 tot 8:00. U kunt uw middagmaal in de cafetaria nuttigen. Bonnetjes voor het middagmaal zijn te verkrijgen via de administratie op het gelijkvloers en kosten 3.00 euro. U kunt natuurlijk ook uw eigen middagmaal meebrengen en in het cafetaria opeten. Drank is gratis te verkrijgen. De middagpauze gaat in om 12:00 of om 12:30. Overleg met de aanwezige verpleegkundige daaromtrent is aangewezen. U kan ook voor het avondmaal een bonnetje indienen. Dit kost 1.50 euro. Uw uurrooster wordt opgemaakt op de afdeling door uw mentor op de eerste stagedag. We proberen rekening te houden met persoonlijke wensen, maar de afdeling blijft primair. Bij meerdere studenten op de afdeling wordt gekozen om met verschillende uurroosters te werken (1 student in de voormiddag en 1 student in de namiddag).
Verwachtingen en afspraken in de Korbeel -
-
-
-
-
-
De stagebegeleiding gebeurt bij voorkeur door een teamlid die dezelfde opleiding als de student genoot, die aan dezelfde LG is verbonden en die voltijds werkt. Bij ziekte van stagebegeleider kan een vervangende stagebegeleider aangesteld worden. De stagebegeleider besteedt ongeveer 1 uur per week aan formele stag bespreking. De stagebegeleider is verantwoordelijk voor de contacten met school ifv evaluaties. De inhoud van besprekingen, verslagen, dagboeken en dergelijke behoren tot de vertrouwelijke sfeer van de stagebegeleiding. Zowel van de stagebegeleider als van de student kan hierbij de nodige loyaliteit tav individuele teamleden en de dienst verwacht worden. Alle documenten die naar school gestuurd dienen te worden (verslagen, dagboeken, gevalsstudies, opdrachten, eindwerken, proefschriften) moeten op voorhand voorgelegd worden aan de stagebegeleider. De stagebegeleider brengt rond de “kernmomenten” van de stage (bv evaluatiemomenten) verslag uit van de stand van zaken bij de betrokken teamleden. Studenten krijgen enkel toegang tot EPD van de leefgroep waar ze stage doen en dit als ze minstens voor 3 weken stage lopen. Anders hebben ze geen toegang tot EPD. De studenten kunnen geen teamvergaderingen en synthese mee volgen tenzij er een jongere besproken wordt die gevolgd wordt als deel van een stag opdracht. De student kan hiervoor de planning van de synthesevergadering raadplegen. De student kan in geen geval op eigen initiatief ouders ontvangen, dwangmaatregelen nemen en medicatie geven. Uitzonderingen ivm ontvangen van ouders worden met het respectievelijk diensthoofd besproken. De student ondertekent geen documenten en brieven. De student neemt geen vrijheid beperkende maatregelen. Ten ware dit binnen een specifieke opdracht kadert, staat de student nooit alleen met patiënten (noch individueel, noch in groep). De stagebegeleider maakt van elke tussentijdse- en eindevaluatie een verslag. Een kopie van elk verslag wordt bewaard door het respectievelijk diensthoofd. Frequentie en wijze van evaluaties worden door de stagebegeleider vooral met de student en de school afgesproken. Voor stages langer dan 4 weken dient ook steeds een tussentijdse evaluatie te worden voorzien. Elke stage dient afgesloten te worden met een eindevaluatie. De stagebegeleider informeert zich regelmatig en zeker voor een evaluatiemoment bij alle betrokken teamleden omtrent hun bevindingen. Grove nalatigheid, herhaalde fouten of manifeste ongeschiktheid kunnen tot uitsluiting leiden. Bij deze beslissing dient steeds de stagebegeleider, het respectievelijk diensthoofd en een verantwoordelijke van de school te worden betrokken. Daar waar een student een patiënten verslag maakt, dient de naam vermeld te worden, evenwel steeds met de naam van de superviserende stagebegeleider. De dects worden in geen geval aan een student toevertrouwd. Een student neemt alleen contact met derden (schriftelijk of elektronisch) na uitdrukkelijke opdracht van een teamlid. Als student kun je indien nodig ook de telefoon opnemen. De student deelt bij het begin van de stage mee welke stage opdrachten er moeten gemaakt worden.
Gedragscode als leidraad voor alle gebruikers van het electronisch patiëntdossier (EPD) Grondbeginselen Het geautomatiseerd patiëntdossier is zo opgebouwd dat medewerkers aan relevante informatie kunnen via het netwerk. De patiënten moeten echter kunnen rekenen op discretie over de toevertrouwde informatie en discretie over hun aanwezigheid in het ziekenhuis Een aantal afspraken geven een correct en verantwoord gebruik van het EPD aan o
Enkel die informatie waar men nood aan heeft vanuit de hulpverlener relatie kan nagekeken worden. Van de hulpverleners wordt verwacht dat zij het beroepsgeheim eerbiedigen en enkel die informatie opvragen die zij nodig hebben om hun werk te kunnen doen. Dit betekent dat men geen toegang probeert te krijgen tot zaken waar men niet omwille van de hulpverlener relatie nood aan heeft.
o
Verantwoordelijkheid voor het eigen paswoord. Iedere gebruiker is verantwoordelijk voor zijn eigen paswoord. Paswoorden worden niet doorgegeven aan een andere gebruiker. Mocht dit door toeval of andere reden toch bekend gemaakt worden dan is de hulpverlener verplicht om van paswoord te veranderen.
o
Zorgzaamheid Iedere gebruiker dient zorgzaam met het geautomatiseerd patiëntdossier om te gaan. Dit betekent dat het EPD niet open blijft staan in diens afwezigheid om te voorkomen dat anderen onder zijn toegangsrechten gegevens kunnen opvragen.
o
Het is niet toegestaan informatie uit het EPD te printen , mailen of kopiëren, tenzij je hiervoor de toestemming kreeg van je stagebegeleider.
Duur van deze plichten Deze verplichting is naar tijdsduur onbeperkt. Ook na het einde van de stage of arbeidscontract blijven deze verplichtingen gelden.
Controle Steekproefsgewijze zal een controle gebeuren rond het openen van het dossier. Het ongepast openen van een dossier wordt als zware fout aanzien. Het niet naleven van voormelde gedragscode kan leiden tot onmiddellijke stopzetting van de stage en eventueel tot klacht wegens inbreuk op de wet van de privacy, afhankelijk van de graad van de grensoverschrijding.
Brandprocedure Wat doe je als je een brand ontdekt? -
Brandglaasje breken Patiënt(en) in veiligheid brengen Eventueel een eerste bluspoging Verlaat het lokaal en sluit de deur Volg de instructies van de verpleegkundigen
Hoe belt u de brandweer? -
Tel 9100 van op ieder ziekenhuistoestel Tel 112 van op ieder ziekenhuistoestel of GSM U zegt: 1. Plaats van de brand (PZ H Familie) 2. Verdieping 3. Aard van de brand (rook of uitslaande brand, …) 4. Aantal slachtoffers 5. Uw naam
Evacuatieplaatsen? -
Voor de open afdelingen A-dienst: op de parking voor het therapielokaal van Boeg of vlonder, of in die therapielokalen Voor de Bolder: idem, maar eventueel ook op het binnenkoertje Voor de K-dienst: koertje van Korbeel A of serviceflats GGZ2
Blusmiddelen? -
Bekijk de blusmiddelen op de afdeling Haspel Blusapparaten
EHBO? Iedere verpleegpost is uiteraard uitgerust om de eerste zorgen te kunnen toedienen
Handhygiëne Alle medewerkers die fysiek contact hebben met de patiënt. Dit kan sociaal of verzorgend contact zijn: 1. Kort geknipte, verzorgde nagels 2. Geen nagellak, gelnagels of andere kunstnagels 3. Geen ringen 4. Geen niet verwijderbare polsbandjes Nb1: geen richtlijn naar korte mouwen, belangrijk is dat polsen mee gewassen kunnen worden Nb2: uurwerken of verwijderbare polsbanden zijn OK, mits ze verwijderd worden bij verzorgende taken (wondzorg, hygiëne, …)
Onze waarden 1
PROFESSIONALITEIT
Is met beroepsfierheid het werk deskundig, met kennis van zaken, met grote vaardigheid en op kwalitatieve wijze uitvoeren, volgens de wetenschappelijke standaarden die in het beroep gehanteerd worden. Wie professioneel handelt is vakbekwaam, is in staat tot zelfstandig handelen en hanteert protocollen en methodes die voor het beroep werden ontwikkeld. Heeft inzicht in wat hij/zij doet, beoordeelt elke situatie kritisch, begrijpt wat er moet gebeuren en komt met originele oplossingen voor problemen die zich voordoen i.v.m. de eigen functie. o o o o o
2
Kan zelfstandig werken Reageert adequaat in verschillende situaties Handelt volgens de gangbare kennis en normen van het beroep Respecteert beroepsgeheim Detecteert problemen en zoekt actief oplossingen binnen de grenzen van de eigen functie
RESPECT
Is een fundamentele ingesteldheid waarmee je in relatie tot andere personen (zowel collega’s als klanten) de intrinsieke waardigheid van de ander erkent. Respectvol omgaan betekent dat je mensen met onbevangen geest, zonder (voor)oordeel, tegemoet treedt en openheid opbrengt om het anders zijn van anderen te aanvaarden. Wie respectvol is gelooft dat verscheidenheid tussen mensen een rijkdom is, behandelt iedereen als gelijkwaardig, is verdraagzaam t.a.v. ideeën en meningen die verschillen van de eigen mening, heeft vertrouwen in de capaciteiten van anderen en toont daar waardering voor. Respect is ook het accepteren van de geldende regels en procedures in de organisatie en deze op een correcte wijze toepassen, zelfs als je er niet helemaal mee akkoord bent. o o o o o
Is hoffelijk en beleefd (bijv. niet betuttelen) Aanvaardt en benadert mensen zonder (voor) oordeel Draagt zorg voor materiaal en het werk van een ander Handelt overeenkomstig bestaande en gemaakte afspraken Erkent de eigenheid van de ander en handelt ernaar
3
ENGAGEMENT
Is inzet en betrokkenheid tonen voor het eigen werk en het geheel van de organisatie. Wie zich engageert hecht waarde aan de missie van de organisatie, de doelstellingen van het team en de eigen opdracht en zet zich toegewijd, gedreven en vastberaden in om de eigen taak naar best vermogen te vervullen. Engagement is de eigen capaciteiten ten volle willen benutten, is initiatief nemen om resultaten te halen, is 'werk zien' en ernaar handelen
o o o o o
4
Zet zich in om goede resultaten te behalen Straalt enthousiasme uit Neemt initiatief ten goede van de werking Ziet werk en handelt ernaar Spreekt zich positief uit over de organisatie
TEAMWERK
Is zich inzetten om met collega’s, zowel van het eigen team als daarbuiten, bij te dragen tot een gezamenlijk resultaat, waarbij het gezamenlijk doel boven het eigen belang wordt geplaatst. Teamwerk is anderen betrekken om mee te werken/mee te denken en zelf ook actief meedoen, is spontaan informatie met elkaar delen, is mekaar helpen wanneer dit het resultaat ten goede komt, is meewerken aan een goede sfeer in het team door open te communiceren, door feedback te geven en er zelf naar te vragen, is problemen in de samenwerking durven benoemen, maar steeds weer te kiezen voor dialoog, inspanningen doen om meningsverschillen met collega’s te harmoniseren en de eerste stap te zetten om zich verzoenen na een conflict.
o o o o o o
Is bereid de continuïteit in het team te helpen verzekeren Streeft een gezamenlijk doel na Hanteert open communicatie Geeft en staat open voor correcte en opbouwende feedback Deelt informatie en ervaringen met collega’s Ondersteunt collega’s
1. De algemene werking van de leefgroep. 1.1
Algemeen. In leefgroep 3 werken we met jongeren tussen de 12 en 18 jaar. We starten met een observatieperiode van ongeveer 6 weken. Gedurende die weken proberen we ons een zo duidelijk mogelijk beeld te vormen van de jongere, de problematiek en de omgeving. Na de observatieperiode start (indien gewenst) de behandelingsperiode.
1.2
De observatieperiode. Tijdens deze periode nemen alle disciplines uitvoerig de tijd om de jongere grondig te observeren. Elke disciplines heeft zo zijn punten waar zij dieper op gaan observeren. Voor de leefgroep zijn dit de volgende zaken: - Voorkomen. - Opnamemoment. - Oudergesprekken en huisbezoek. - Karakter en gevoelsleven. - Omgang met groepsgenoten. - Omgang met groepsleiding. - Hygiëne en zelfredzaamheid, eten en slapen. - Spel en opgelegd werk. - Bezoek en weekends. - Medicatie, thuismedicatie en geneeskundige verzorging. - Hulpvraag geformuleerd door de jongere. - Hulpvraag geformuleerd door de ouders. - contact met ouders. - Het stappenplan. - Besluit. Op het einde van de observatieperiode komen alle disciplines samen tijdens de synthesevergadering, onder leiding van Dr Degels. Hierbij worden alle observaties samen gevoegd en komt met tot een probleemdefiniëring. Daarnaast wordt er eveneens stil gestaan bij de vraag wat er verder dient te gebeuren naar zorg toe, er zijn verschillende mogelijkheden; de jongere gaat met ontslag, er is verder ambulante therapie, er volgt een doorverwijzing of hij blijft verder opgenomen en komt zo terecht in de behandelingsperiode waar de therapie wordt verder gezet.
1.3
De behandelingsperiode. Tijdens de behandelingsperiode werken we zowel ontwikkelingsgericht en probleemgericht. Dit om te kunnen werken in zijn totaliteit. Een behandeling kan immers pas starten wanneer je inzicht hebt op beide domeinen.
1.3.1 Ontwikkelingsgericht werken. Vanuit deze peiler zijn we vooral geïnteresseerd in het vinden van antwoorden op de volgende vragen; Waar is de ontwikkeling van de jongere vastgelopen en hoe kunne we die terug op gang brengen? Centraal dient een jongere zich 2 zaken af te vragen;
- Wie ben ik? (Wat is mijn geschiedenis?) - Waar ga ik naartoe? (Loskomen van de ouders). Vanuit deze 2 vragen proberen we te zoeken naar wat er, op vlak van de ontwikkeling tot nu toe goed verliep en wat minder vlot verliep. Op welke manier heeft de jongere zich de ontwikkelingsfasen van jongeren leeftijden eigen gemaakt? Daarnaast willen we de ontwikkeling van het gezin waar de jongere in opgroeide, goed in beeld brengen. Vragen als; ‘Welke belangrijke gebeurtenissen heeft het gezin meegemaakt en op welk manier ging het gezin hiermee om?’ Tenslotte willen we zicht krijgen op de manier waarop de jongere omgaat met de ontwikkelingstaken van zijn eigen leeftijd. (Loskomen van de ouders, eigen identiteit ontwikkelen en een plaats verwerven tussen leeftijdsgenoten). In deze fase leren jongeren zich als ‘samenhangend’ beleven ondanks veranderende omstandigheden. Ze leren tegengestelde gevoelens in zichzelf integreren. Als hulpverlener is het dan ook heel belangrijk om; - Kennis te hebben van de ontwikkelingstaken. - Kennis te hebben van de geschiedenis van de jongere. - Kennis te hebben van de ontwikkeling van de jongere. Deze zaken moeten geïntegreerd worden om inzicht te krijgen in de jongere. Het staat je toe om de basisfunctie van de jongere te leren kennen. Dit is wat we noemen mentaliseren; kennis nemen van de jongere, zijn intenties leren kennen en weten hoe de jongere naar de wereld kijkt. Het is je inleven in de denk- en belevingswereld van de jongere, het leren kennen van zijn angsten en motivaties.
1.3.2 Probleemgericht werken. Hierbij proberen we enerzijds inzicht te krijgen in de specifieke problematiek en anderzijds inzicht krijgen in wat de diagnose inhoudt en de betekenis hiervan voor de jongere. De probleemgerichte peiler houdt in dat we inzicht krijgen in de specifieke problematiek van een bepaalde jongere. Zo is het belangrijk dat we goed weten wat het betekent voor een jongere om bv depressief te zijn. Dit verschilt van jongere tot jongere en is ook anders voor hen als voor een volwassen persoon. Binnen het probleemgericht werken is het mentaliseren van groot belang. Hoe we werken in specifiek aan het individu, het is zorg op maat.
1.4
Positiverende werking en begrenzende werking.
1.4.1 Visie werking binnen de leefgroep en omgang met elkaar: Het is de bedoeling dat de jongeren geholpen worden om op een goede manier met elkaar om te gaan, dit is pathologie overstijgend. Er zitten jongeren samen in de leefgroep met verschillende ziektebeelden, verschillende leeftijden, enz. Toch hebben we een gemeenschappelijke aanpak nodig. We hebben een instrument nodig om de jongeren hun sociale vaardigheden te bevorderen want ook dit hebben ze nodig om vb naar school te kunnen gaan. De jongeren moeten rekening kunnen houden met elkaar, hun gevoelens kunnen verwerken enz. In de leefgroep wordt daaraan gewerkt. Het volgende wordt verwacht van de jongeren in omgang met elkaar: Iedereen gaat op een positieve en respectvolle manier om met elkaar We hebben een beleefd taalgebruik We werken mee aan een goede groepssfeer
We leggen de nadruk op spreken en niet op gedrag ( namelijk kwaadheid kunnen uiten door er over te spreken en niet door acting-out gedrag te stellen.) Om aan die zaken te werken hebben we 2 werkingen enerzijds de positiverende werking ( stappenplan) en anderzijds een begrenzende werking.
1.4.2 Positiverende werking De jongeren kunnen zich al dan niet vrij bewegen binnen en buiten de muren van de Korbeel. Wie wat mag wordt bepaald door de stap waar ze zich in bevinden. (zie bord). In synthese wordt afgesproken in welke stap de jongeren zitten en of ze al dan niet overgaan naar een volgende stap. Wanneer de jongeren in bordeaux zit wordt de kamerdeur altijd gesloten. Vanaf oranje kan de de kamerdeur open blijven, maar moeten de andere deuren gesloten zijn. Het stappenplan in een notendop. Bordeaux: 24 uur uit de leefgroep Oranje: Ik heb een programma, oranje wordt onder gedeeld in 5 stappen: oranje 1: volgens je groep de maaltijden aansluiten oranje 2: volgens je groep de maaltijden en 2 WB in de voormiddag aansluiten oranje 3: volgens je groep de maaltijden, 2 WB in de voormiddag en 2 WB in de namiddag aansluiten oranje 4: volgens je groep de maaltijden, 2 WB in de voormiddag, 2 WB in de namiddag en dagafsluiting aansluiten oranje 5: volgens je groep de maaltijden, 2 WB in de voormiddag, 2 WB in de namiddag, dagafsluiting en tv aansluiten Geel: Men sluit de ganse dag aan in de leefgroep en kan de leefgroep enkel verlaten onder begeleiding en dit binnen het ziekenhuis Blauw: afspraken in geel + alleen bewegen binnen de Korbeel Groen: afspraken in blauw + alleen bewegen op het grasplein Bruin: afspraken in groen + allen bewegen binnen het domein van het ziekenhuis Wit: afspraken in bruin + zonder begeleiding het ziekenhuis verlaten na samenspraak Vanaf geel heb je 5 dagen per stap nodig om vooruit te gaan. Indien een jongere hier in het weekend verblijft dan heeft deze 7 dagen per stap nodig. Sommige jongeren hebben een programma om het voor hen makkelijker te maken om zich te houden aan de afspraken. Dit programma werkt met stempels. Wanneer een jongere een voldoende aantal stempels volgens zijn noden krijgt per dagdeel dan kan hij overgaan naar de volgende stap. Wanneer dit te weinig is dan kan het zijn dat de jongere blijft zitten in zijn stap of zakt van stap. Bij jongeren met een programma kan het zijn dat ze voor een zelfde aandachtspunt 2 maal niet in orde zijn in het zelfde dagdeel. Indien dit zo is dan gaan ze voor het werkblok naar boven als ze de 2e maal niet in orde zijn. We verwachten ook van de jongeren dat ze hun programma (in ik map) altijd bij zich hebben, zodat we steeds een stempel kunnen afnemen als ze niet in orde zijn. Anders wordt het wel eens vergeten op het einde van een dagdeel dat ze ergens niet in orde mee waren. Programma tijdens feestdag Het programma loopt verder tijdens feestdagen voor jongeren die hier aanwezig zijn, dus hun stap wordt besproken door de aanwezige GL. Bij jongeren die ’s morgens vertrekken op bezoek of de JRBK jongeren wordt de stap niet besproken
1.4.3 Begrenzende werking 1.4.3.1
Dreigen met fysiek geweld.
Zakt 1 stap. Kan niet meer aansluiten in de leefgroep tot GGG opdracht gemaakt is. GGG opdracht en bespreking met de jongere. Noteren in obasie. Bij herhaaldelijk dreigen dan wordt dit besproken op synthese.
1.4.3.2
Agressie naar materiaal (vanuit een kwaadheid materiaal met opzet stuk maken.
Bij het stuk maken van materiaal gaat de jongere uit de leefgroep en maakt zijn GGG opdracht. We geven mee aan de jongere dat we de volgende ochtend zijn stap bespreken en kijken of het onder opzettelijke materiële agressie valt. Indien wel opzettelijke agressie zie hieronder: Zakt 2 stappen. Kan niet meer aansluiten in de leefgroep tot GGG opdracht gemaakt is. GGG opdracht en bespreking met de jongere. Incidentenverslag opmaken en eventueel procedure starten kamerschade. Noteren in obasie (+ agressieregistratie) , sociale dienst op de hoogte brengen (ouders). Bij herhaaldelijk stuk maken van materiaal bespreken op synthese.
1.4.3.3
Gerichte agressie naar een persoon met als doel iemand pijn te doen.
Start de dag nadien in stap bordeaux. Is het op een vrijdag of een zaterdag, dan blijft de jongere gedurende het weekend in bordeaux. Kan niet meer aansluiten in de leefgroep voor de rest van de dag (kamer of crisis). Komt op synthese of extra overleg, waarbij er ook wordt gekeken hoe de jongere het kan herstellen. Kan pas na herstel opklimmen naar oranje 1. Noteren in obasie (+ agressieregistratie), incidentenverslag opmaken en sociale dienst op de hoogte brengen (ouders).
1.4.3.4
Steelgedrag binnen de Korbeel.
Indien thuis of op school hangt het af van de sanctie van school of thuis. Zakt 2 stappen. Kan niet meer aansluiten in de leefgroep tot er een GGG opdracht in orde werd gemaakt. GGG opdracht. Herstel bespreken op synthese. Noteren in obasie, incidentenverslag opmaken en sociale dienst op de hoogte brengen (ouders).
1.4.3.5
Fugue (buiten het domein van het ziekenhuis):
Stap bordeaux tot aan het volgende overdrachtsmoment. Kan niet meer aansluiten in de leefgroep voor de rest van de dag. GGG opdracht. Bespreken op synthese. Fugueprocedure starten. Noteren in obasie.
1.4.3.6
GSM op de kamer.
GSM naar de kluis. Zakt 1 stap. Noteren in obasie, sociale dienst op de hoogte brengen (ouders).
1.4.3.7
Rookgerief op de kamer.
Zakt 1 stap. Rookgerief meegeven met ouders bij het eerstvolgende bezoekmoment. Noteren in obasie, sociale dienst op de hoogte brengen (ouders).
1.4.3.8
Schoolweigering.
Sluit enkel in de LG aan voor de maaltijden tijdens de schooluren. Er wordt overlegd met de SG of ze na de schooluren terug kunnen aansluiten in de SG of in de LG blijven. Een GGG-opdracht maken en bespreken.
1.4.3.9
Vriendschappen.
Koppeltjes en fysieke contacten zijn niet toegestaan in het ziekenhuis.
1.4.3.10
Uitlenen van materiaal.
De jongeren mogen niets van materiaal noch kledij uitlenen aan andere jongeren. Gebeurt dit wel, dan is dit op hun verantwoordelijkheid en komt groepsleiding niet tussen bij diefstal, stuk gemaakt materiaal of andere problemen.
1.5
De principes van de behandeling. De behandeling is gebaseerd op 3 principes; Je werkt niet met de jongere allen, maar steeds met de jongere en de ouders. (Dit wordt verder besproken bij ouderbegeleiding). We werken zowel met het individu als met de groep. (Dit wordt verder in de bundel besproken). We werken vooral met de relatie die we moeten hebben met de jongere. Dit is essentieel. Zonder relaties is er namelijk geen ontwikkeling mogelijk. Dit is vaak iets die jongeren moeten aanleren, ze zijn vaak te weinig relatievaardig. Enkele bouwstenen van een relatie; - Vertrouwen. - Geven en krijgen. - mentaliseren. - Impulsbeheersing. - Frustratietolerantie. - Betrouwbaar zijn. - Afscheid kunnen nemen. - Alleen kunnen zijn. - Omgaan met rivaliteit. - Affectregulatie. - …
1.5.1 Concretiseren van de behandelingsprincipes (de praktijk). De behandeling moet specifiek toegepast worden op de noden van de adolescent. Dit doen we onder andere aan de hand van activiteiten. De activiteiten die georganiseerd worden hebben steeds een specifiek doel binnen de behandeling. De activiteiten worden verder in deze bundel omschreven onder de afspraken binnen leefgroep .
1.6
Werken op niveau van de ouders. Graag nodigen we je uit om een afspraak te maken bij Ilse of Eline, die u met plezier een woordje uitleg zullen geven omtrent hun taak. Dit omvat ondermeer: - Begeleiding doorheen de hospitalisatie. - Oudergesprekken. - Familietherapie.
1.7
Diagnostiek.
1.7.1 Synthesevergadering. - Opstellen van het behandelplan, rekening houdende met de werkdomeinen. - Definiëren van de werkdomeinen. - Bespreken van de evolutie.
1.8
Supervisie. - Inzicht krijgen in de problemen van jongeren. - Bespreken hoe we ons voelen bij wat er in de leefgroep (in relatie met de jongeren) gebeurt. - Bespreken van eigen remmingen om het werk uit te voeren en hoe voel ik me hierbij.
2. Concreet maken van de leefgroepswerking. 2.1
Probleemgericht werken in leefgroep 3.
2.1.1 Voorwaarden. - Kennis en inzicht hebben in de specifieke problematiek van de adolescent (wat houdt diagnose in, hoe manifesteert de problematiek zich). - Kennis in verschillende behandelingsmethodes en benaderingswijzen (inzichtgevend, gedragstherapeutisch, directief, structurerend, ondersteunend, …). - Aangepaste therapeutische attitude (nabijheid tov distantie, voorspelbaar en betrouwbaar zijn…).
2.1.2 Doel. - Verminderen van belemmeringen in het functioneren. - Aansluiten bij de mogelijkheden van de adolescent en zijn omgeving.
2.1.3 Hoe. -
Opstellen van doelstellingen in samenspraak met adolescent. Uitbreiden van mogelijkheden. Toekomstperspectief bieden (school, ontspanning, wonen). Exploreren, uitbreiden en wijzigen van gedachten – gevoelens – gedrag.
2.1.4 Werkgebieden. -
Separatie-individuatie. Identiteit. Zelfbeeld – lichaamsbeleving. Veranderende verhouding binnen het gezin.
2.2
Individueel werk tegenover groepswerk in leefgroep 3.
2.2.1 Groepswerk. De leefgroep bestaat uit drie delen: - Een keuken. - Een ‘werk-, eet- en speelgedeelte’. - Een ‘living-gedeelte’. We proberen de leefgroep zo gezellig mogelijk te maken omdat het de plaats is van waaruit alles georganiseerd wordt. We proberen er zoveel mogelijk voor te zorgen dat iedere jongere er zich zoveel mogelijk op zijn gemak kan voelen en zijn eigen ‘stekje’ heeft. Dit proberen we door middel vaneen eigen zetelen tafelplaats, Daarnaast vinden we het ook belangrijk dat het een plaats is waar jongeren samen leuke dingen kunnen doen. De leefgroep wordt als het ware gezien als de plaats van waaruit de jongeren vertrekken en terugkomen van therapie. Daarnaast is het ook de centrale plaats waar ze voor en na de therapie activiteiten samen doen. Het groepsgebeuren op zich wordt door de jongeren gebruikt als oefenterrein. Het is de plaats waar de jongeren, indien nodig onder constante begeleiding en bijsturing hun ‘ontwikkelingstaken’ kunnen inoefenen zonder dat ze daarop beoordeeld of veroordeeld worden. De leefgroep moet een ‘veilige plaats’ zijn waar iedereen kan werken aan wat hij of zij belangrijk vindt op het tempo dat hij of zij kiest.
2.2.2 Individuele begeleiding. Naast het groepsgebeuren wordt er dus ook heel erg veel aandacht besteedt aan het individu in de leefgroep. We proberen iedere jongere in de leefgroep individueel te zien en te benaderen, ook al kunnen we het groepsaspect hier niet in verwaarlozen. Elke jongeren die in leefgroep 3 opgenomen wordt, krijgt een wegwijzer. Een wegwijzer is iemand van de groepsleiding die tijdens de observatieperiode ( ongeveer 6 weken) de jongere wat van dichterbij opvolgt. Dit heeft vooral als doel dat de jongere zich sneller kan “thuis voelen” in de leefgroep, gerustgesteld wordt en niet overspoeld wordt door het te veel aan info van verschillende personen. Vanuit de relatie met de wegwijzer wordt er getracht vertrouwen op te bouwen in het werk met de jongere. De jongere leert op die manier een relatie op te bouwen met een volwassene. In die werkrelatie zitten verschillende aspecten namelijk “geven en krijgen”, leren omgaan met afwezigheid van wegwijzer, omgaan met afstand en nabijheid, enz. De wegwijzer geeft uitleg over het ik-boek en volgt de verkenningsopdrachten op gedurende de observatieperiode. Daarnaast voorziet de wegwijzer een heen en weer schriftje zodat de jongere zaken kan neerschrijven indien het nog te moeilijk is om zaken te verwoorden. Het schriftje kan ook gebruikt worden om om te gaan met afwezigheid van de wegwijzer. Tijdens de observatieperiode gaat de wegwijzer samen met de sociale dienst op thuisbezoek met de jongere.
Na de observatieperiode volgt er een stafvergadering. Indien de jongere verder opgenomen blijft dan gaat de wegwijzer over in Individuele Begeleider ( IB). Meestal is dit dezelfde groepsleider. Indien het aangewezen is kan er ook gekozen worden voor een andere groepsleiding om verder het IB schap op te nemen naar die jongere. Na de staf worden op de synthesevergadering werkdomeinen bepaald en wordt er gekeken binnen het team wie er samen met de IB, Co-IB zal worden. De Co-IB is iemand van de therapeuten ( therapeut, psycholoog, onderwijzer) die de IB ondersteunt in het werken met de jongere. Samen werken de IB en de Co-IB ik werkjes uit aan de hand van een gekozen werkdomein. Het werk van een IB uit zich op verschillende vlakken:
Relatie. Het werk van de IB bestaat er in verder te werken aan de relatie met de jongere en dit aan de hand van het ik-boek en de gekozen werkdomeinen. Het IB-schap is niet exclusief vandaar dat begrenzing en uitwisseling van info vanuit IB naar de rest van het team erg belangrijk is. 2 wekelijks bespreekt de IB de uitgewerkte ik-werken van de jongere samen met de jongere. Daarnaast kan het aangewezen zijn dat de IB nog een extra IB moment houdt met de jongere ( maandelijks). Dit wordt dan gezien als een “individueel werkmoment” afgestemd op de noden van de jongere. Dit IB-moment kan op verschillende manieren ingevuld worden namelijk een buitenmoment, sport, een spel spelen, een gesprek, enz. De concrete invulling van een doelbewust IBmoment kan,bij twijfel, besproken worden op een synthese.
Organisatorisch. Daarnaast heeft een IB een organisatorische taak in de behandeling van de jongere. De IB volgt de individuele programma’s, consultaties, hygiëne, zelfredzaamheid, schoolagenda ,enz. op. Indien mogelijk kan een IB ook aansluiten bij een familiegesprek ( evt. nog een thuisbezoek), extern intakegesprek of school-overleg. Voor jongeren die onder JRB staan volgt de IB ook alles op rond zakgeld, kledij, enz. Indien een jongere extern naar school gaat en aansluit bij de schoolgroep dan blijft het IB schap doorlopen van de groepsleiding. Dit onder meer omdat de schoolgroep dan een duidelijke aanspreekfiguur heeft rond die jongere. Ook eenmaal ontslag gepland is blijft de IB een rol spelen in het helpen afronden van de opnameperiode. Zoals de jongere voorbereiden op terugkeer naar huis of naar een nieuwe omgeving, helpen afscheid nemen van de Korbeel, enz. Ook de afrondingsfase binnen het IBschap is heel divers en afgestemd op de individuele nood van de jongere.
2.3
De relatie met de jongere. De relatie met de jongeren die we proberen op te bouwen op het tempo van de jongeren, bestaat uit verschillende onderdelen. Deze onderdelen zijn erg belangrijk om te kunnen werken met de jongere zowel individueel als in groep. Zonder ‘relatie of band’ met een ander persoon is het moeilijk voor de jongere om een ontwikkeling door te maken gedurende zijn opname. Deze band of relatie is een belangrijke doelstelling. Jongeren zijn zeker in staat om deze ‘ontwikkelingstaak’ op zich te nemen, daarnaast is het de taak van de groepsleiding hen hierbij te helpen. Enkele bouwstenen van ‘relatievorming’ zijn:
2.3.1 Vertrouwen geven. Vanuit onze functie als groepsleiding geven we het vertrouwen aan de jongere door hen zoveel mogelijk te aanvaarden zoals ze zijn. We proberen hen eerst te leren kennen, zonder hen te beoordelen of te veroordelen. We vinden het heel belangrijk om de jongere de ruimte te geven om zichzelf te zijn en zichzelf te leren kennen. Daarnaast proberen we open te staan voor hun mening en voor wat ze willen zeggen. Op die manier hopen we hen bij dit alles te kunnen helpen en ook hun vertrouwen te winnen.
2.3.2 Vertrouwen krijgen. We proberen de jongeren duidelijk te maken dat, wanneer ze in relatie treden met anderen, ze hun eigen mening mogen hebben en ze daar niet op beoordeeld worden. We vinden het belangrijk dat iedereen het gevoel heeft zichzelf te kunnen zijn en zijn eigen identiteit te hebben en het verder te vormen.
2.3.3 Mentaliseren. We proberen om de jongeren te begrijpen door ons zoveel mogelijk te verplaatsen in de jongeren en zijn leefwereld. Dit houdt in dat we rekening houden met alle aspecten van hun persoon (voorkeuren, achtergrond, verleden, gebeurtenissen, …) en wat hun persoonlijkheid vorm geeft. We geven de jongere de ruimte om zichzelf te zijn en zichzelf te leren kennen in relatie met de anderen. De leefgroep wordt hier ook als werkterrein gezien. Enerzijds om te zien hoe de jongere met anderen omgaat; anderzijds om nieuwe zaken die de jongere leert tijdens zijn verblijf te kunnen inoefenen waarbij fouten maken mag.
2.3.4 Frustratietolerantie. Iedere jongere heeft een bepaalde frustratiedrempel. Dit houdt in dat de jongere, door omstandigheden, zich minder goed voelt waardoor hij anders reageert dan gewoonlijk. Niet iedereen kan hier even goed mee overweg. Samen proberen we hieraan te werken, hier rekening mee te houden en te werken aan het terug beter te kunnen omgaan met zaken die op dat moment minder goed gaan. We proberen te begrijpen van waaruit het gedrag ontstaat en kijken niet enkel naar de gevolgen.
2.3.5 Betrouwbaar zijn. Dit betekent dat we er steeds zijn voor de jongere, dat wij als groepsleiding steeds ter beschikking staan. We luisteren naar de jongere en we houden rekening met wat ze vertellen. Als er iets gevraagd wordt aan de groepsleiding, moeten de jongeren erop kunnen vertrouwen dat wij ons daaraan houden, zodat hij/zij het gevoel heeft dat ze ons in vertrouwen kunnen nemen. Dit is belangrijk voor het opbouwen van een relatie.
2.3.6 Afscheid kunnen nemen. Als groepsleiding proberen we steeds rekening te houden met het feit dat de jongere, bij een opname, voor een beperkte tijd afscheid moet nemen van vrienden, familie, … Via bezoek en weekends proberen we het contact toch te bewaren. De ouders worden ook in de behandeling betrokken. In de leefgroep werken we met verschillende groepsleiders. Dit wil zeggen dat niet iedereen van de groepsleiding 24 uur op 24 aanwezig kan zijn.
Er is echter steeds nabijheid door anderen.
2.3.7 Affectregulatie. Indien nodig proberen we de jongeren bij te brengen hoe ze hun gevoelens en gedachten op een rustige, correcte manier kunnen overbrengen in de leefgroep en daarbuiten.
2.4
Ouderbegeleiding.
2.4.1 Werken met de jongere, de ouders en de omgeving. Werken met jongeren is slechts mogelijk wanneer de ouders en de omgeving achter de opname en behandeling staan. Hoewel dit in de praktijk niet steeds haalbaar is, proberen we hier toch naar te streven. Er is een wederzijdse informatie-uitwisseling nodig tussen de ouders en het ziekenhuis. Vaak merken we dat het probleem van de jongere gesitueerd kan worden in een ruimere context, zoals een bepaalde gezinssituatie, school, sociale context e.d. De ouders zijn een belangrijke vorm van informatie. Die informatie kunnen we gebruiken om zicht te krijgen op het probleem waardoor we probleemgericht kunnen werken. Daarnaast is het belangrijk dat ouders voldoende informatie krijgen vanuit de Korbeel, over hun kind. Vragen zoals: Wat doet men in de Korbeel, wat is er precies aan de hand met mijn kind, welke evoluties merkt men op, … komen uiteraard aan bod. Door de oudergesprekken blijven we in voeling met de veranderende gezinssituatie. De hospitalisatie van een kind gaat steeds gepaard met een aantal emoties. Daarom is het belangrijk de ouders de nodige ondersteuning te bieden in deze moeilijke situatie. De ouders helpen zicht te krijgen op hoe zij de beleving van hun adolescent beter kunnen begrijpen en hier leren op inspelen, is een belangrijk aspect van de ouderbegeleiding. We bieden ruimte aan om te praten over hun eigen beleving en gevoelens die gepaard gaan met de opname van hun kind. Bv. Het horen van de diagnose ‘Psychose’ is geen gemakkelijke boodschap om te verwerken. Sommige ouders hebben schuldgevoelens, zitten met kwaadheid,… Het is belangrijk niet uit het oog te verliezen dat de Korbeel een tijdelijk milieu is waarin de jongere verblijft. In die zin werken we steeds naar een terugkeer naar het gezinsmilieu toe. De ouders worden gedurende de hele opnameperiode actief betrokken en er wordt participatie verwacht. Uiteindelijk blijven de ouders de eindverantwoordelijkheid dragen en hebben zij het beslissingsrecht. De drie facetten: Informatie-uitwisseling, ondersteuning en participatie, zijn belangrijk in het begeleiden van ouders. Er is sprake van onderlinge beïnvloeding. Zo kunnen we bijvoorbeeld geen ondersteuning bieden aan ouders, wanneer we hen niet de nodige informatie verschaffen.
2.5
Schematische visie. Onze visie wordt voorgesteld aan de hand van een aantal pijlers die verticaal verder gedetailleerd worden.
2.6
Pedagogische doelstellingen. (In samenspraak met de ouders).
2.6.1 Structureren. - Stellen van grenzen. - Stappenplan. - Afsprakenbundel.
2.6.2 Feedback geven aan de jongeren. - Positieve bevestigingskaartjes. - GGG opdracht.
2.6.3 Psycho-educatie. Naar de jongere toe. -
Gesprekken bij de psychologe. Gesprekken bij Dr Degels. Gesprekken bij de groepsleiding. Gesprekken bij de sociale dienst.
Naar de ouders, begeleiders of de instelling. - Gesprekken bij Dokter Degels. - Gesprekken bij de sociale dienst. - Gesprekken met de groepsleiding.
Naar de school toe. - Overleg tussen de school en de schoolcoördinator. - Overleg tussen de school en de psychologe.
2.7
Sociale vaardigheden ontwikkelen.
2.7.1 Organiseren van activiteiten hierrond. -
2.8
Friends. Thema-activiteit. Werkdomeinen. Ik-werk.
Identiteitsontwikkeling.
2.8.1 Inspraak van de jongere in de behandeling. -
leefgroepsvergadering. Thema-activiteit. Koken. Individuele gesprekken. Familietherapie.
2.9
Werken met de context. -
Overleg met school. Overleg met de ouders. Overleg met het CLB. Overleg met de instelling.
3. Functieomschrijving voor een groepsleider Een functieomschrijving is een samenvatting rond het ‘wat’ en ‘hoe’ van een job. Het legt de verantwoordelijkheden vast, maar laat voldoende ruimte om op een eigen manier aan de verwachtingen te voldoen. De functieomschrijving geeft richting aan datgene wat van een medewerker wordt verwacht en is geen keurslijf. Een functieomschrijving verandert, evolueert en wordt vorm gegeven door de medewerker. De resultaten die verwacht worden van een medewerker zijn verwoord in de resultaatsgebieden (wat de medewerker moet doen, bereiken). De competenties (bekwaamheden) die daarvoor nodig zijn, worden eveneens aangegeven in de functieomschrijving We geloven dat heel wat competenties en resultaatsgebieden worden gehaald en we weten ook dat iedereen niet op alle vlakken kan uitblinken. Daarom worden tijd, kansen en ruimte gegeven om te groeien en is er het aanbod van coaching en vorming om bepaalde competenties te ontwikkelen via het persoonlijk ontwikkelingsplan waardoor de medewerker betere prestaties kan realiseren in zijn/haar functie.
3.1
Algemene situering.
De functie heeft betrekking op de patiëntenzorg in het gehele PZ H. Familie, inclusief de Korbeel. Groepsleiding maakt deel uit van een multidisciplinair team en is verbonden aan de verpleegeenheid “De Korbeel” en dit aan een specifieke leefgroep. De groepsleiding is aanwezig op werkvergaderingen van de afdeling.
3.2
Situering in het organigram.
De groepsleiding rapporteert rechtstreeks aan de coördinator van De Korbeel of aan de leefgroepgebonden psychologe.
3.3
Functievereisten.
Groepsleiding kan zowel een psychiatrische verpleegkundige zijn als een opvoedkundige.
3.4
Doel van de functie
De groepsleiding is in zijn/haar eenheid verantwoordelijk voor de algemene organisatie der verpleegkundige zorgen en opvoedkundige taken die worden verstrekt, de planning en de continuïteit ervan. Hij/zij werkt mee om de doelstellingen van de instelling in het geheel en specifiek op de afdeling, te bevorderen.
3.5
Resultaatsdomeinen.
Niet gerealiseerd Ten dele gerealiseerd Gerealiseerd Boven de verwachting
1 2 3 4
Resultaatsgebied 1: is verantwoordelijk voor patiëntgerichte taken met het accent op interpersoonlijke interpretatieve functie
□
Focust zich op een kind of jongere. Kan gericht luisteren, zich concentreren, observeren en belangrijke van minder belangrijke zaken onderscheiden Voorbeeld: ………………………………………………………………………………
□ □ □
Reguleert zichzelf. Namelijk: kan omgaan met eigen emoties, kan rustig blijven, is stressbestendig, kan liefdevol begrenzen en is geduldig Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Mentaliseert de zaken. Namelijk: kan zich inleven, kan intenties van anderen zien en kan er ook een betekenis aan geven, kan vertrouwen geven en opbouwen en kan reflecteren over zichzelf en de anderen Voorbeeld…………………………………………………………………………………. Bewaart een goed evenwicht tussen afstand en nabijheid Voorbeeld…………………………………………………………………………………
Resultaatsgebied 2: is verantwoordelijk voor verzorging
□ □ □
Is interactief tijdens het verzorgen van kinderen/jongeren Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Heeft een betrokken houding in de dagdagelijkse verzorging Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Biedt veiligheid tijdens de verzorging Voorbeeld: ………………………………………………………………………………
Resultaatsgebied 3: is verantwoordelijk voor het plannen, organiseren en structureren
□ □ □
Ordent taken en kan een onderscheid maken tussen belangrijke en minder belangrijke zaken Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Houdt de leefgroepagenda bij, alsook de afspraken Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Kan prioriteiten aangeven Voorbeeld: ………………………………………………………………………………
Resultaatsgebied 4: is verantwoordelijk voor tactisch gedrag.
□ □ □
Motiveert de kinderen/jongeren om naar de klas/therapie/activiteit te gaan Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Houdt rekening met de individuele problematiek van ouders en kinderen Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Bewaart evenwicht tussen de aandacht voor het individu en aandacht voor de groep Voorbeeld: ………………………………………………………………………………
Resultaatsgebied 5: is verantwoordelijk voor het geven van creatieve oplossingen voor problemen die met de functie verband houden
□ □ □ □
Durft vernieuwen en durft nieuwe zaken uit te proberen Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Bekijkt zaken met een andere bril, staat open voor andere invalshoeken Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Speelt in op de noden van het moment Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Is creatief in het spel of in het opmaken van activiteiten Voorbeeld……………………………………………………………………………….
Resultaatsgebied 6 : is verantwoordelijk voor het begeleiden van nieuwe mensen, studenten
□ □ □
Neemt peter/meterschap en volgt de portfolio van nieuwe medewerker mee op Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Evalueert nieuwe medewerkers alsook studenten Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Begeleidt studenten en geeft hen feedback en evaluaties Voorbeeld: ……………………………………………………………………………….
Resultaatsgebied 7: staat in voor een aantal ruimere opdrachten naar de organisatie toe Werkt mee aan de ontwikkeling van de instelling.
□ □ □ □
Doet suggesties voor het jaarlijkse bijscholingsplan aan de coördinator Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Zorgt dat de toegewezen processen jaarlijks worden geupdated Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Consulteert via het intranet vlot de nodige processen of relevante cijfergegevens en gebruikt de geschikte documenten Voorbeeld: ……………………………………………………………………………… Participeert actief aan vormingen, intern als extern en rapporteert aan collega’s en coördinator Voorbeeld: ………………………………………………………………………………
3.6
Competenties.
3.6.1 Algemene competenties.
Niet aanwezig Op vraag/met hulp Dagelijks/zelfstandig/zonder bijsturing/correct Voorbeeldig/afgewerkt/kan het aanleren aan derden
1 2 3 4
□ Klantgerichtheid Een hoge prioriteit geven aan de tevredenheid van klanten of interne medewerkers en aan het verlenen van service of hulp en daarnaar handelen.
Zorgt voor inspraak/participatie van het kind/jongere en de omgeving Biedt zorg op maat Kent het individueel behandelplan en kan een behandelplan opstellen Is niet veroordelend, beoordeelt niet en laat zich niet leiden door vooroordelen, is positief ingesteld Stelt het welzijn en het functioneren van het kind/jongere centraal Kan indien nodig begrenzend optreden Kan zich inleven in de belevingswereld van het kind en van de ouders □
Samenwerken
Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat door een optimale afstemming tussen de eigen kwaliteiten en belangen èn die van de groep/de ander/het ziekenhuis in zijn totaliteit.
Pleegt overleg met elkaar, kan een overdracht en overlegmomenten organiseren Organiseert samen activiteiten Stimuleert en steunt elkaar Heeft een actieve inbreng Toont een positieve attitude tov de anderen Is bereid tot multidisciplinair samenwerken Heft kennis van de zwaktes en sterktes van anderen en zichzelf en heeft hiervoor respect □
Communicatieve vaardigheid Ideeën, meningen, standpunten en besluiten in een begrijpelijke taal aan anderen duidelijk kunnen maken. Kennis hebben van de elementaire communicatieregels en deze kunnen toepassen op een respectvolle manier.
Kan empathisch luisteren Communiceert duidelijk, eerlijk, direct en rechtstreeks Checkt of men hetgeen werd gezegd goed heeft begrepen Kan onderhandelen en overleggen Reageert respectvol Is vriendelijk in de omgang met kinderen en jongeren en in de omgang met collega’s Kan kritiek op een goede manier aanbrengen en er op een goede manier mee omgaan Kan een verslag opstellen die voor iedereen begrijpend is □
Integriteit Handhaven van algemene of professionele sociale en ethische normen en waarden, ook bij druk van buitenaf om hiervan af te wijken.
Respecteert het beroepsgeheim Is in staat tot zelfreflectie Is meervoudig partijdig Neemt zijn verantwoordelijkheid Is betrouwbaar Hanteert eigen waarden en normen niet als de geldende waarden en normen
□
Flexibiliteit/ Aanpassingsvermogen Zich gemakkelijk kunnen aanpassen aan veranderende werkwijzen, werktijden, taken, verantwoordelijkheden, beleidswijzigingen, omgeving en gedragingen van anderen.
Kan zich aanpassen aan veranderde uren ( vb ziekte bij personeel) Kan omgaan met crisisopnames ( 24u, EPSI,…) en kan zich herorganiseren en herstructureren Kan omgaan met crisissituaties bij kinderen/jongeren Is bereid in te springen in andere leefgroepen Blijft rust uitstralen, ook bij verandering van dagstructuur Kan prioriteiten bepalen □
Loyaliteit Zich voegen naar het beleid, de normen, waarden, procedures en afspraken van de organisatie en de eigen functie/rol.
Accepteert de werktijden Houdt met elkaar rekening en neemt het op voor het team Verzorgt bij externe contacten de beeldvorming/imago over uw werk Bespreek problemen binnen het team en gaat hiermee niet naar andere teams Heeft vertrouwen in de deskundigheid van anderen Stelt zich op de hoogte van afspraken en procedures en volgt deze op Respecteert de loyaliteit van het kind/jongere naar de ouders toe □
Leervermogen Neemt alle kansen waar op professioneel vlak om bij te blijven. Leert uit ervaringen, samenwerking en communicatie met anderen.
Gaat op zoek naar opportuniteiten om te leren, doet voorstellen aan collega’s en diensthoofd voor persoonlijke vorming
Stelt eigen handelen in vraag, staat open voor feedback en leert uit ervaringen van anderen Leest relevante lectuur 3.6.2 Specifieke competenties
□
Coachen/mensgericht leiderschap Op een stimulerende wijze richting en begeleiding geven aan medewerkers. Situationeel leiderschap toepassen
Openstaan voor en op weg helpen van nieuwe medewerkers Feedback geven en zich aantrekkelijk opstellen om feedback ter krijgen
□
Stressbestendigheid Effectief blijven presteren onder tijdsdruk, druk van meerdere of moeilijke taken, sociale druk, of bij tegenslagen, teleurstelling, tegenspel of crises.
Kan situaties inschatten en durft preventief in te grijpen Neemt geen afwachtende houding aan bij onvoorziene gebeurtenissen Is bereid om nieuwe werkmethoden aan te leren. Blijft over het algemeen rustig, systematisch en efficiënt werken onder tijdsdruk of bij crisis Kan prioriteiten stellen onder tijdsdruk
4. Leidraad leefgroep3.
Inhoudstafel: 1 Visie, werking binnen de leefgroep en omgang met elkaar 1.1 Positiverende werking 1.2 Begrenzende werking 1.2.1 Dreigen met fysiek geweld 1.2.2 Agressie naar materiaal (vanuit kwaadheid materiaal met opzet stuk maken) 1.2.3 Gerichte agressie naar personen met als doel iemand pijn te doen 1.2.4 Steelgedrag binnen de Korbeel 1.2.5 Fugue (buiten het domein van het ziekenhuis) 1.2.6 Zelfbeschadigend gedrag 1.2.6.1 Oppervlakkige verwondingen 1.2.6.2 Verwondingen te behandelen met steristrips 1.2.6.3 Verwondingen te behandelen op spoed 1.2.6.4 Suïcidepoging 1.2.7 GSM op de kamer 1.2.8 Rookgerief op de kamer 1.2.9 Schoolweigering 1.2.10 Vriendschappen 1.2.11 Uitlenen van materiaal 1.2.12 Afspraken in de crisiskamer 2. Activiteiten binnen de leefgroep 2.1 wat als ze therapie weigeren 2.2 Leefgroepstaken 2.3 Vakantietaken 2.4 Krantenopdrachten 2.5 Klas 2.6 Ontspanningsactiviteiten 2.7 Thema-activiteiten en andere gespreksactiviteiten 2.8 Zwemmen/fitness 2.9 Sport en BWT
1 21 22 22 22 22 5 23 23 23 23 7 7 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 10
2.10 Ervaringsleren 2.11 Ik werk en Ik boek 2.12 Bibliotheek 2.13 Even stilstaan 2.14 Begeleid zelfstandig leren 2.15 Tv kijken in de schoolgroep 2.16 Koken 2.17 Dans en bewegingsexpressie 2.18 Friends 2.19 Het nieuws 2.20 PC gebruik 2.21 Buiten spelen tijdens vrije momenten 2.22 Dagopening en dagafsluiting 2.22.1 Dagopening 2.22.2 Dagafsluiting 3 Afspraken binnen leefgroep 3 3.1 Ochtendtoilet en andere hygienemomenten 3.2 Voorkomen 3.3 kamermomenten 3.4 In de leefgroep 3.5 maaltijden 4 Bezoek en weekendregeling, post en telefoon 4.1 Bezoeken en weekends 4.2. Telefoneren 4.2 Post 4.3 Bezoekregeling tijdens de vakanties 4.3.1 Afspraken betreffende het vakantie-aanbod in juli en augustus 4.3.2 Afspraken omtrent het vakantie-aanbod in de kleinere vakanties 4.4 Verjaardagen 5 Varia 5.1 Afspraken rond 24u crisisopnames 5.2 Afspraken rond medicatiebak 5.3 Afspraken bij ontslag 5.4 Afspraken bij spoedbezoek 5.5 Afspraken rond dwangs 5.6 Afspraken rond ziekte jongeren 5.7 Afspraken bij collocatie
10 10 27 11 11 11 28 12 12 12 12 12 29 29 30 13 13 30 14 16 18 18 18 19 19 19 20 20 20 20 20 20 20 20 20 21 21
1. Visie, werking binnen de leefgroep en omgang met elkaar: Het is de bedoeling dat de jongeren geholpen worden om op een goede manier met elkaar om te gaan, dit is pathologie overstijgend. Er zitten jongeren samen in de leefgroep met verschillende ziektebeelden, verschillende leeftijden, enz. Toch hebben we een gemeenschappelijke aanpak nodig. We hebben een instrument nodig om de jongeren hun sociale vaardigheden te bevorderen want ook dit hebben ze nodig om bv naar school te kunnen gaan. De jongeren moeten rekening kunnen houden met elkaar, hun gevoelens kunnen verwerken enz. In de leefgroep wordt daaraan gewerkt. Het volgende wordt verwacht van de jongeren in omgang met elkaar: Iedereen gaat op een positieve en respectvolle manier om met elkaar - We hebben een beleefd taalgebruik - We werken mee aan een goede groepssfeer - We leggen de nadruk op spreken en niet op gedrag ( namelijk kwaadheid kunnen uiten door er over te spreken en niet door acting-out gedrag te stellen.) Om aan die zaken te werken hebben we 2 werkingen enerzijds de positiverende werking ( stappenplan) en anderzijds een begrenzende werking 1.1 Positiverende werking De jongeren kunnen zich al dan niet vrij bewegen binnen en buiten de muren van De Korbeel. Wie wat mag wordt bepaald door de stap waar ze zich in bevinden. (zie bord). Tijdens het dagelijks overdrachtsmoment wordt besproken in welke stap de jongeren zitten en of ze al dan niet overgaan kunnen naar een volgende stap. Wanneer de jongeren in bordeaux zit wordt de kamerdeur altijd gesloten. Vanaf oranje kan de kamerdeur open blijven. Het stappenplan in een notendop. Bordeaux: 24 uur uit de leefgroep Oranje: Ik heb een programma, oranje wordt onderverdeeld in 5 stappen: o oranje 1: volgens je groep de maaltijden aansluiten o oranje 2: volgens je groep de maaltijden en 2 WB in de voormiddag aansluiten o oranje 3: volgens je groep de maaltijden, 2 WB in de voormiddag en 2 WB in de namiddag aansluiten o oranje 4: volgens je groep de maaltijden, 2 WB in de voormiddag, 2 WB in de namiddag en dagafsluiting aansluiten o oranje 5: volgens je groep de maaltijden, 2 WB in de voormiddag, 2 WB in de namiddag, dagafsluiting en tv aansluiten - Geel: Men sluit de ganse dag aan in de leefgroep en kan de leefgroep enkel verlaten onder begeleiding en dit binnen het ziekenhuis - Blauw: afspraken in geel + alleen bewegen binnen De Korbeel - Groen: afspraken in blauw + alleen bewegen op het grasplein - Bruin: afspraken in groen + allen bewegen binnen het domein van het ziekenhuis - Wit: afspraken in bruin + zonder begeleiding het ziekenhuis verlaten na samenspraak Vanaf geel doorlopen jongeren gedurende 5 dagen een stap. Indien ze hier blijven slapen tijdens het weekend, dan doorlopen ze de stap over 7 dagen. Sommige jongeren hebben een programma om het voor hen eenvoudiger te maken om zich aan de afspraken te houden. Dit programma werkt met stempels. Wanneer een jongere een voldoende aantal stempels krijgt per dagdeel dan kan hij overgaan naar de volgende stap. Indien niet zal de jongere blijven of zakken van stap.
Bij jongeren met een programma kan het zijn dat ze voor een zelfde aandachtspunt 2 maal niet in orde zijn in hetzelfde dagdeel. Indien dit het geval is, dan gaan ze voor het werkblok naar boven. Ofwel houden de jongeren zelf hun programma bij in de Ik-map, het kan ook zijn dat wij de programma’s bijhouden in de leefgroepsmap. Programma tijdens feestdag/weekend Het programma loopt verder tijdens feestdagen/weekend voor jongeren onder JRBK, hun stap wordt besproken door de aanwezige GL. Het programma kan ook doorlopen voor jongeren onder de residentiële werking indien het besproken is op team. Indien er tijdens feestdag/weekend een incident plaats vindt kunnen ze wel zakken van stap met onmiddellijke ingang. 1.2 Begrenzende werking 1.2.1 Dreigen met fysiek geweld Zakt 1 stap, we noteren in EPD. GGG opdracht en die opdracht bespreken met de jongere. Jongere kan niet aansluiten in de leefgroep tot GGG opdracht gemaakt is. We verwachten dat de jongere een herstel doet, eenmaal er een goed voorstel is, kan de jongere de dag nadien terug vooruit gaan van stap, we plannen een moment waarop het herstel zal plaatsvinden. Bij herhaaldelijk dreigen dan wordt dit besproken op synthese. 1.2.2 Agressie naar materiaal (vanuit kwaadheid materiaal met opzet stuk maken) Jongere krijgt de boodschap dat de stap de volgende morgen in het overdrachtsmoment zal worden besproken en of we de agressie zien als opzettelijk. Indien opzettelijke agressie: Zakt 2 stappen, we noteren in obasi en doen een agressieregistratie. GGG opdracht en die opdracht bespreken met de jongere. Jongere kan niet aansluiten in de leefgroep tot GGG opdracht gemaakt is. We verwachten dat de jongere een herstel doet, eenmaal er een goed voorstel is, kan de jongere de dag nadien terug vooruit gaan van stap, we plannen een moment waarop het herstel zal plaatsvinden. Incidentenverslag opmaken en eventueel procedure ‘kamerschade’ starten. Sociale dienst brengt de ouders op de hoogte. Bij herhaaldelijk stuk maken van materiaal wordt dit besproken op synthese. 1.2.3 Gerichte agressie naar personen met als doel iemand pijn te doen Zakt onmiddellijk naar stap bordeaux. Is het op een vrijdag of een zaterdag, dan blijft de jongere tot na het weekend in stap bordeaux. We noteren in obasi, doen een agressieregistratie en maken een incidentenverslag op.. GGG opdracht en die opdracht bespreken met de jongere. De jongere Kan niet meer aansluiten in de leefgroep voor de rest van de dag. We bespreken de situatie op synthese of tijdens een extra overleg, waarbij er ook wordt gekeken hoe de jongere kan werken aan herstel. Pas wanneer er een goed voorstel is, kan de jongere de dag nadien terug vooruit gaan van stap, we plannen een moment waarop het herstel zal plaatsvinden. Sociale dienst brengt de ouders op de hoogte. 1.2.4 Steelgedrag binnen de Korbeel Indien de situatie zich thuis of op school voordoet, dan laten we de sanctie afhangen van school of thuis. Indien de situatie zich hier voordoet: Zakt 2 stappen, we noteren in EPD en maken een incidentenverslag op. GGG opdracht en die opdracht bespreken met de jongere. Jongere kan niet aansluiten in de leefgroep tot GGG opdracht gemaakt is.
We bespreken het herstel tijdens het overdrachtsmoment of op synthese en maken die verwachtingen ook duidelijk aan de jongere. Eenmaal er een goed voorstel is, kan de jongere de dag nadien terug vooruit gaan van stap, we plannen een moment waarop het herstel zal plaatsvinden. De sociale dienst brengt de ouders op de hoogte. 1.2.5 Fugue (buiten het domein van het ziekenhuis) Jongere zakt onmiddellijk naar stap bordeaux tot aan het volgende overdrachtsmoment. Is het op een vrijdag of een zaterdag, dan blijft de jongere tot na het weekend in stap bordeaux. We noteren in EPD en maken een incidentenverslag op. De fugue-procedure wordt opgestart. GGG opdracht en die opdracht bespreken met de jongere. We bespreken de situatie op synthese of tijdens een extra overleg, waarbij er ook wordt gekeken hoe de jongere kan werken aan herstel. Pas wanneer er een goed voorstel is, kan de jongere de dag nadien terug overgaan naar stap oranje 3. we plannen een moment waarop het herstel zal plaatsvinden, pas wanneer het herstel plaatsvond, kan de jongere terug verder vooruit gaan van stap. We bespreken de situatie tijdens de synthesevergadering. Sociale dienst brengt de ouders op de hoogte. 1.2.6 zelfverwondend gedrag Recente kraswonden dienen bedekt te blijven tot ze genezen zijn. (geen wondheling meer zichtbaar) Dit om besmetting te voorkomen. 1.2.6.1 Oppervlakkige verwondingen Samenwerken tot verzorging mogelijk is. Bij volledige weigering nemen we de controle over: nabijheid bieden, naar een lege kamer/crisiskamer, controle van de kamer. Ontsmet en dek indien nodig af, evalueer of de jongere tot gesprek kan komen. We verwachten dat de jongere het krasmateriaal afgeeft. We bieden een GGG aan en plannen een gesprek om die te overlopen. We bespreken met de jongere hoe we de ouders inlichten, indien de jongere niet akkoord gaat met het inlichten, dan bespreken we dit tijdens de eerstvolgende overdracht. We stellen dat ouders het moeten weten. Noteren in EPD, doen een agressieregistratie en plannen de verzorging in de agenda. Bij terugkomend gedrag, situatie bespreken op synthese. 1.2.6.2 Verwondingen te behandelen met steristrips Samenwerken tot verzorging mogelijk is. Bij volledige weigering nemen we de controle over waarbij we zondig overgaan tot afzondering tot na de verzorging en indien nodig fixatie om ergere verwonding te voorkomen. We starten extra toezicht: - Bij kamermomenten frequent controleren naargelang de situatie. - Badkamer: aan toezicht, kloppen om de 5 min, max 20 min, we controleren het materiaal bij het binnengaan. - Checken van de bagage bij terugkomst bezoek en weekend. Ontsmet en dek indien nodig af, evalueer of de jongere tot gesprek kan komen. We verwachten dat de jongere het krasmateriaal afgeeft en er wordt gekeken of een verdere kamercontrole nodig is, bij twijfel doen we een kamercontrole. We bieden een GGG aan en plannen een gesprek om die te overlopen. We bespreken met de jongere hoe we de ouders inlichten, indien de jongere niet akkoord gaat met het inlichten, dan bespreken we dit tijdens de eerstvolgende overdracht. We stellen dat ouders het moeten weten. Noteren in EPD (+ afspraken), doen een agressieregistratie en plannen de verzorging in de agenda. Bij terugkomend gedrag, situatie bespreken op synthese. 1.2.6.3 Verwondingen te behandelen op spoed
Hieronder begrijpen we wonden die niet behandelbaar zijn met steristrips, te veel wonden of inname materiaal. Spoedafspraken: Vraag naar de triageverpleegkundige en volg de richtlijnen op van spoed. Samenwerken tot verzorging mogelijk is. Gezien de ernst heeft de jongere geen keuze. Blijf bij de jongere en duid een collega aan om ambulance te bellen. Spoel overvloedig met ontsmettingsmiddel, dek stevig af en verwijder het krasmateriaal. Duid een collega aan die spoed verwittigt, die een auto reserveert en geef opdracht aan de sociale dienst om ouders op de hoogte te brengen. Belangrijk is dat ouders op de hoogte zijn bij vertrek naar spoed. Ga mee naar spoed en neem een verwijsbrief mee uit obasi. Controle van de kamer. Bij terugkeer: hou extra toezicht. De jongere verblijft en slaapt in de crisiskamer tot na overleg met arts waar de nodige afspraken worden gemaakt. Jongere zakt naar stap geel. We starten extra toezicht: - Bij kamermomenten frequent controleren naargelang de situatie. - Badkamer: aan toezicht, kloppen om de 5 min, max 20 min, we controleren het materiaal bij het binnengaan. - Checken van de bagage bij terugkomst bezoek en weekend. We bieden een GGG aan en plannen een gesprek om die te overlopen. Noteren in EPD (+ afspraken), doen een agressieregistratie, start dwangmaatregel en plan de verzorging in de agenda. Bespreek verdere aanpak op synthese. 1.2.6.4 Suïcidepoging Hieronder begrijpen we wonden die niet behandelbaar zijn met steristrips, te veel wonden of inname materiaal. Bij inname medicatie wordt de jongere steeds gezien op spoed. Spoedafspraken: Vraag naar de triageverpleegkundige en volg de richtlijnen op van spoed. Ernstige/ bewusteloze toestand, doen we beroep op MUG/ambulance. Inname lichaamsvreemde stoffel: bel antigifcentrum. Bied dringende/noodzakelijk zorg aan. Blijf bij de jongere en duid een collega aan om ambulance te bellen. Duid een collega aan die spoed verwittigt, die een auto reserveert en geef opdracht aan de sociale dienst om ouders op de hoogte te brengen. Belangrijk is dat ouders op de hoogte zijn bij vertrek naar spoed. Ga mee naar spoed en neem een verwijsbrief mee uit obasi. Controle van de kamer. Indien jongere in AZ blijft, regel de transfert en plan bezoeken. Bij terugkeer: hou extra toezicht. De jongere verblijft en slaapt in de crisiskamer tot na overleg met arts waar de nodige afspraken worden gemaakt. Jongere zakt naar stap geel. We starten extra toezicht: - Bij kamermomenten frequent controleren naargelang de situatie. - Badkamer: aan toezicht, kloppen om de 5 min, max 20 min, we controleren het materiaal bij het binnengaan. - Checken van de bagage bij terugkomst bezoek en weekend. We bieden een GGG aan en plannen een gesprek om die te overlopen. Noteren in EPD (+ afspraken), doen een agressieregistratie, start dwangmaatregel en plan de verzorging in de agenda. Bespreek verdere aanpak op synthese.
1.2.7 GSM op de kamer GSM gaat naar de kluis. Zakt 1 stap. Noteren in EPD, sociale dienst brengt de ouders op de hoogte. 1.2.8 Rookgerief op de kamer Zakt 1 stap Rookgerief wordt tijdens het eerstvolgende contact met ouders meegegeven naar huis. Noteren in EPD, sociale dienst brengt de ouders op de hoogte. 1.2.9 Schoolweigering Jongere sluit tijdens de schoolurenenkel aan voor de maaltijden. Er wordt overlegd met de SG of ze na de schooluren terug kunnen aansluiten in de SG of in de LG blijven. 1.2.10 Vriendschappen Koppeltjes en fysieke contacten zijn niet toegestaan in het ziekenhuis. 1.2.11 Uitlenen van materiaal De jongeren mogen niets van materiaal noch kledij uitlenen aan andere jongeren. Gebeurt dit wel, dan is dit op hun verantwoordelijkheid en komt groepsleiding niet tussen bij diefstal, stuk gemaakt materiaal of andere problemen. 1.2.12 Afspraken in de crisiskamer Bij bepaalde situaties wordt beslist dat de jongere naar de crisiskamer moet. De jongere moet gecontroleerd worden vooraf op materiaal: Alle mogelijke zakken worden gecontroleerd in broeken, rokken, trui… Touwtjes mogen niet in de crisiskamer: niet in trui, broek, riem, … Bh mag overdag aan blijven, ’s nachts moet hij uitgedaan worden als ze hun pyjama aan doen. Alles van juwelen, haarrekkers en verbanden (zwachtels) wordt ook afgedaan. 2. Activiteiten binnen de leefgroep We verwachten dat iedereen deelneemt aan de activiteiten daar dit een onderdeel is van de behandeling, tenzij er andere behandelingsprioriteiten zijn (bv door ziektetoestand, gedrag, kwetsuur, stap, ...) Geen onbeleefd, rumoerig, of storend gedrag. De jongeren verlaten de activiteit niet zonder toestemming van de GL. Tijdens een vrij werkblok kunnen de jongeren ervoor kiezen om op kamer te zitten indien de veiligheid gegarandeerd kan worden. 2.1 Weigeren van therapie Indien ze therapie//school/activiteit weigeren gaat de jongere tijdens het eerste WB naar de crisis of naar de rustige. Indien langer dan een WB kijken of ze de rest op de kamer kunnen doen, tenzij situatie niet veilig genoeg is en ze dan beter in crisiskamer zitten. Indien jongeren weigeren om mee te gaan zwemmen dan gaan ze vanaf 15u op de kamer tot de zwemmers terug zijn. Jongeren die omwille van storend gedrag uit de leefgroep worden gestuurd, gaan naar de kamer, indien daar niet in orde, lege kamer of rustige. 2.2 Leefgroepstaken De leefgroepstaken gaan door op de kamer. De therapieën hebben voorrang op de leefgroepstaken. De nachtdienst zorgt voor de inhoud en de verbetering ervan en stopt ook nieuwe opdrachten klaar voor de volgende week, dit in het persoonlijke mapje van de jongere.
Per dag maakt men 1 leefgroepstaak, met uitzondering van de maandag. De jongere schrijft de vragen over en noteert de antwoorden onder de vraag op een blad apart. De jongeren zorgen zelf voor schrijfgerief en cursusbladen die ze meebrengen van thuis. Hebben ze dit niet, dan kan dit gevraagd worden aan de GL. Leefgroepstaken kunnen vervangen worden door taken uit de klas, indien dit zo werd doorgegeven. Merken we bij controle dat de jongere niet aan de opdracht werkte, dan doet hij dit tijdens een vrij WB in de leefgroep. Leefgroepstaken in de vakantie: Kleine vakanties (1 of 2 weken): Enkel op dinsdag en donderdag. Grote vakantie: Geen leefgroepstaken. 2.3 Vakantietaken In de grote vakantie maken de jongeren vakantietaken ipv leefgroepstaken. Die worden opgesteld door Marjolein en worden gegeven op dinsdag en donderdag. Deze worden net als leefgroepstaken op de kamer gemaakt. 2.4 Krantenopdrachten De krantenopdrachten worden samengesteld door de verantwoordelijke. Die worden op vrijdag gemaakt in de namiddag in de leefgroep. De jongeren zitten apart aan tafel zitten met hun gezicht naar het bureau. Tijdens de vakantie gaan de krantenopdrachten niet door. 2.5 Klas Naast het schrijfgerief moet men ook steeds zijn ik map met agendablaadje en weekschema bij zich hebben. De IB gaat na of de agendablaadjes ondertekend worden door de ouders, indien dit niet gebeurt, ondertekent IB wekelijks zelf de blaadjes. 2.6 Ontspanningsactiviteiten Gaat door op woensdagnamiddag waarbij we verwachten dat iedereen deelneemt. De jongeren weten op voorhand welke activiteit het zal zijn, dus verwachten we ook dat ze aangepaste kledij en schoenen aanhebben als dit nodig is. Ook de groepsleiding draagt aangepaste kledij tijdens sport- en spelactiviteiten. De week dat we Frank hebben (dus de pare weken) kunnen we gebruik maken van de sportzaal. (enkel de eerste woensdag van de maand kunnen we ze niet gebruiken omdat de Patio die dan gebruikt). 2.7 Thema-activiteiten en andere gespreksactiviteiten Hierbij houden we rekening met de Kalipo-afspraken k: keuze maken a: actief meewerken l: luisteren i: ik-boodschap p: privacy o: oriëntatie 2.8. Zwemmen/sport Op team beslissen we wie aansluit voor het zwemmen. We verwachten dat alle jongeren aansluiten, tenzij anders afgesproken bij Hadewych/ Dr Degels en vanaf stap geel. Indien ze dit overlegd hebben en ze moeten niet mee zwemmen of zitten in stap oranje (vanaf oranje 3), kunnen ze mee sporten met Frank en de C8 van 15u tot 16u. Indien geen geldige reden, gaan de jongeren om 15u naar boven en blijven op hun kamer tot de anderen terug zijn van het zwemmen. Ze kunnen niet aansluiten voor het sportmoment. Indien jongeren weigeren deel te nemen aan het sportmoment, gaan ze naar de RR of op een lege kamer. De jongeren gebruiken een kleerhanger.
Na het aankleden wordt er gewacht op het teken van de GL vooraleer het zwembad te betreden. Na het zwemmen wordt er een douche genomen. Na het zich aankleden wacht men aan de receptie tot de groep voltallig is. Viviane gaat tweewekelijks mee zwemmen tijdens de onpare weken, steeds vergezeld van eigen gl. Indien groepsleiding aangeeft dat Vivianne niet dient mee te gaan met leefgroep 3 dan kan Vivianne aansluiten bij leefgroep 1. Vivianne gaat niet alleen met jongeren van leefgroep 3 gaan zwemmen. Indien Viviane niet aanwezig is dan noteren we de aanwezigheden in het bureau in het zwembad. In de vakantie aan de receptie. In het openluchtzwembad mailen we op voorhand om door te geven met hoeveel jongeren we komen zwemmen. Ter plaatse vullen we een blad in met de gegevens van De Korbeel en onder de naam van Ellen, dit voor de facturatie. In het mimosa zwembad wordt dit ook via factuur betaalt. Jongeren betalen per zwembeurt 1 euro. Dit wordt doorgegeven aan de verantwoordelijke van het zakgeld, die dit in orde kan brengen. Indien men gaat zwemmen naar het zwembad van Waregem, dan dient men ook op voorhand te bellen dat we gaan. Zowel GG’n als GL moeten direct betalen aan de kassa. 2.9 Sport en BWT Sportkledij en -schoenen zijn (ook voor groepsleiding) verplicht. Jongeren blijven van alle toestellen of ander sportmateriaal tot GL of Frank toestemming geeft. Jongeren gaan enkel in het materiaalhok nadat GL of Frank dit vragen. Iedereen heeft respect voor materiaal en gebruikt het waarvoor het bestemd is. Na het sporten is er een kamermoment voorzien om zich te verfrissen en verse kledij aan te trekken. 2.10 Ervaringsleren Twee wekelijks (in de pare weken) op maandagnamiddag wordt er samen met Frank een groepsdynamische activiteit gedaan. De nodige documenten voor de jongeren zijn terug te vinden in de Ik-map. Vanaf stap geel kunnen jongeren hierbij aansluiten. 2.11 Ik- werk en Ik- boek Iedere jongere krijgt bij het begin van de opname een ik-map. De IB geeft uitleg rond de ik map en de bijgevoegde verkenningsopdrachten. Machteld heeft hierover bij de 1e ergotherapie-sessie nog bijkomende info en wordt de map gepersonaliseerd. Tijdens de observatieperiode werken de jongeren met de verkenningsopdrachten, tijdens de therapiefase worden persoonlijke werkjes aangeboden door IB en Co-IB. De ik-werkjes worden gemaakt op dinsdag tijdens WB3. Indien er therapie samenvalt met dit werkblok dan wordt gekeken voor een ander moment. Net zoals bij krantenopdrachten moeten de jongeren apart aan tafel zitten en kijken naar bureau. De ik werkjes en de rest van het ik boek worden ook regelmatig gecontroleerd en besproken door en met de IB of Co-IB. Ik werkjes tijdens de vakantie: Kleine vakanties (1 of 2 weken): Geen ik-werkjes. Grote vakantie: Ik werkjes gaan gewoon verder op dinsdag WB3. Voor de schoolgangers worden standaard Ikwerkjes voorzien. Op maandag krijgen de jongeren die niet naar school gaan en een volledig weekend naar huis gaan, een ikwerk rond het weekend. Dit krijgen ze op hun kamer en maken ze tijdens WB1. Dit wordt in de LG dan overlopen met hen, ten laatste tegen de synthese op dinsdag. 2.12 Bibliotheek Iedere jongere is verantwoordelijk voor zijn eigen (identiteits-)kaart, boeken of strips. Boetes worden dan ook aangerekend aan de jongeren. Bibliotheekboeken en strips worden niet aan elkaar uitgeleend.
Er wordt niet op internet gesurft, tenzij anders afgesproken. Niet alle (thema’s van) boeken zijn toegestaan (bv volwassenboeken, agressiethema’s, problemen), bij twijfel overlegt de jongere met de GL. We gaan naar de jeugdbibliotheek op vrijdag na de koffie. Wanneer jongeren boeken van thuis mee hebben die voor volwassenen zijn kunnen die enkel op kamer worden gelezen. 2.13 Even stilstaan Dit is de pastorale activiteit die doorgaat met Marjolein en Evelyn. Jongeren sluiten hierbij aan vanaf stap geen. Jongeren met die een ander geloof hebben, hebben de keuze of ze al dan niet aansluiten. 2.14 Begeleid zelfstandig leren Jongeren kunnen hierbij aansluiten vanaf stap geel. 2.15 Tv kijken in de schoolgroep Iedere avond kan TV gekeken worden in de SG. Dit gaat op een weekdag door van 20u-21u45. Op zaterdag duurt dit tot 22u30-23u en op zondag van 20u-20u30. De GL verwittigt de jongeren om naar TV te komen. Er zijn vaste Tv-plaatsen en een vast Tv-programma. Indien er 4 jongeren of minder zijn die TV kijken kunnen ze in de zetels van de schoolgroep zitten. Bij meer jongeren gebruiken ze de stoelen van de SG en sterruimte. Er mag 1 kussen worden meegenomen. GL kan beslissen om het programma te veranderen wanneer het niet echt gepast is. Na 15 minuten (als er een film is) en na het eerste TV-programma kan men naar de kamer. De reclame van een opgenomen film wordt niet doorgespoeld, anders is de film vroeger gedaan dan voorzien. Tijdens het TV programma moet het stil zijn, tijdens het reclameblok kan men rustig praten. Indien niet in orde, krijgt men een verwittiging, bij een tweede verwittiging wordt men naar de kamer gestuurd en heeft men geen TV de avond nadien. Tijdens het TV –moment gaat men niet naar het toilet. Niemand van de jongeren zit in hun pyjama tijdens tv. (Pantoffels worden wel toegestaan). Bij moeilijke momenten of op vraag van de jongere kunnen zij maximum één ding (geen Ipod, mp3…) meenemen naar TV voor tijdens de reclameblokken. Dit wordt niet expliciet met hun op voorhand besproken dat we die afspraak aanpasten. Gewoon op het moment zelf voor TV start kunnen we hun dit aanbieden indien ze aangeven het moeilijk te hebben. Er worden geen kersenpitkussens toegestaan. Er wordt tijdens tv geen water gedronken of medicatie gegeven (enkel bij uitzonderingen kan dit na overleg met Dr Degels toegestaan worden, maar GL kijkt hier zelf voor, jongeren gaan niet naar toezicht om medicatie te vragen). Dit alles dient te gebeuren voor of na TV. Wanneer jongeren te laat uit bezoek of weekend komen dan kunnen ze niet meer aansluiten voor TV in de schoolgroep. Hierbij is te laat komen omwille van FT een uitzondering. TV op een feestdag Indien er een feestdag op een weekdag valt, dan is er tv tot 20u30 zoals het de zondagavond is. Stel dat er op maandag een feestdag is en er de zondag hetzelfde aantal jongeren zijn zoals op zaterdagavond dan kan er wel tv gegeven worden tot 21u30. Indien je merkt dat de groep te groot of te druk is dan is er maar tv tot 20u30. 2.16 Koken Op vrijdagmiddag wordt er gekookt met en door de jongeren. De GL die op vrijdag werkt schrijft tegen de maandag drie keuzes in de agenda waaruit de jongeren tijdens de leefgroepsvergadering kunnen kiezen. Er wordt samen met de jongeren een boodschappenlijstje opgesteld (wat hebben we nog en wat niet). De andere ingrediënten worden gehaald in de Aldi of de Colruyt.
Er wordt een mail gestuurd naar de nachtdienst dat we koken en wie wel een plateau nodig heeft (bv diëten, schoolgangers.) We koken budgetvriendelijk en dragen een witte schort tijdens de activiteit. 2.17 Dans en bewegingsexpressie Er kan dans en bewegingsexpressie georganiseerd worden. 2.18 Friends 2 maal per jaar starten we met een reeks van 10 sessies friends. Wie in aanmerking komt wordt vooraf besproken in synthese en in de friendswerkgroep. De sessies gaan door op woensdag van 13U15 tot 14u45. We voorzien een tussendoortje. Op het einde van de reeks is er een oudernamiddag of -avond. 2.19 Het nieuws Iedere middag (behalve op donderdag) krijgen de jongeren de kans om naar het nieuws op VTM te kijken. Dit kan doorgaan in de schoolgroep of in de LG. Enkel jongeren vanaf stap geel kunnen aansluiten voor TV. 2.20 PC gebruik Jongeren kunnen enkel gebruik maken van het internet na toestemming van de ouders/voogd. Er mag 1 werkblok per dag ingeplant worden, met een maximum van 2 werkblokken per week. Dit tijdens de leefgroepsvergadering en op het voorziene blad. De jongeren houden hierbij rekening met elkaar en gaan indien nodig in overleg. De momenten kan men plannen tijdens de week, niet in het weekend. Er kan niet met twee op hetzelfde moment op de computer gegaan worden. Bij verkeerd gebruik van de computer, kan de jongere niet meer op de computer tot aan de volgende synthese of teamoverleg. Jongeren morgen niets kopen of bestellen, datingsites kunnen niet en er wordt niets afgeprint. Op de computer kan geen memorystick of externe harde schijf worden gebruikt. Als groepsleiding hebben we toezichtsverantwoordelijkheid, wat wil zeggen dat we steeds mogen vragen wat jongeren aan het doen zijn. Jongeren onder JRBK kunnen geen gebruik maken van de computer 2.21 Buiten spelen tijdens vrije momenten Kan enkel als de stap (groen voor grasveld of bruin voor basketveld) dit toelaat of indien er groepsleiding mee gaat naar buiten. Slechts 3 jongeren die lager zitten dan stap groen kunnen per 1 gl naar buiten.. Er wordt niet aan basketring en leuning gehangen en we dragen zorg voor de beplanting. Het materiaal wordt gebruikt zoals het hoort en met respect. Nadien wordt alles terug op zijn plaats gelegd. Als GL het gevoel heeft dat er een geheimzinnig sfeertje wordt gecreëerd buiten, kan er beslist worden dat er naar binnen gegaan wordt. De jongeren in stap wit kunnen ook activiteiten doen buiten het ziekenhuis. Er wordt wel verwacht dat de activiteit een meerwaarde heeft en dat dit op voorhand werd afgesproken. bv naar de winkel gaan, joggen, gaan kijken of ze iets hebben in een winkel, … met uitbouw van de zelfredzaamheid. Jongeren kunnen max per 2 naar buiten gaan, niet steeds met dezelfde persoon. 2.22 Dagopening en dagafsluiting 2.22.1 Dagopening Gaat door van 9.15u tot 9.30u. Hierbij wordt de stap overlopen, worden de kadertjes verhangen en brengen ze wat ze op hun programma hebben staan.
2.22.2 Dagafsluiting Gaat door van 18.30u tot 18.45u en we verwachten iedereen binnen de juiste stap en afhankelijk van bezoek. Jongeren zeggen opnieuw in welke stap ze zitten en eventueel hoe hun dag is geweest. Daarnaast kijken we wat ze hebben als taak, wat ze na de taak gaan doen en of ze al dan niet nog naar TV komen na 20u. Er zijn verschillende huishoudelijke taken: Leefgroepsorde en bord aanpassen. - Keuken opruimen en vaatwas vullen. - Microgolf en frigo. - Buiten en traphal Daarna kunnen ze dan kiezen uit de volgende zaken: Tv (heeft voorrang op PS en WII. - Douche of bad (afhankelijk van de stap). - Buiten zoal het klaar is. - Rustig spel, lezen, singstar… binnen. 3. Afspraken binnen leefgroep 3 3.1. Ochtendtoilet en andere hygiëne momenten Iedereen brengt zijn eigen wasgerief mee van thuis. Crisisopnames kunnen een crisispakket krijgen met zeep, handdoek en washandje, tandpasta en tandenborstel in, dit ligt in het bureau van Ellen. Indien je een pakket gebruikt, mail je dit naar Hilde zodat Martine dit kan aanvullen Jongeren wassen zich ’s morgens op hun kamer , tenzij een individueel wasprogramma met bad of douche. Jongeren kunnen elke avond een douche nemen in de badkamer beneden na de dagafsluiting. Iedere woensdag- en vrijdagmorgen is er een verplicht douche- of badmoment. Hierbij maken we gebruik van het lijstje in de leefgroepsmap. Daarnaast is het soms aangewezen om na een sportactiviteit of bij warm weer een verplicht douchemoment in te lassen. Er kunnen geen radio’s of boxen meegenomen worden in de badkamer. 3.2. Voorkomen Algemeen Kledij is verzorgd en net. Kledij wordt niet gewassen op de eigen kamer. In noodsituaties kan de wasmachine van de kliniek gebruikt worden tegen betaling. Geen uitdagende kledij, provocerende bedrukkingen noch gescheurde of zelf bekladde kledij of schoenen en geen naakt bovenlichaam, de buik blijft volledig bedekt. Normaal gebruik van haarlak en –gel, geen opvallende make-up en nagellak. Bij jongens wordt niet toegestaan dat ze make-up gebruiken. Jongeren kunnen ook niet in de LG komen als er zichtbaar geschreven werd op hun lichaam. Tatoeages en piercings De Korbeel geeft geen toestemming om zelf tattoos te zetten of zelf gaatjes te prikken. Tatoeages of piercings die voor de opname gezet werden mogen blijven indien er op een ‘normale’ manier mee omgegaan kan worden. Pet Enkel op de kamer of buiten het gebouw. Schoenen Onfris ruikende (sport)schoenen horen beneden in persoonlijk vakje (niet op de gang voor de kamerdeur). Pantoffels enkel op kamer of na 18 uur in de leefgroep.
Geen al te hoge hakken, in de zomer kunnen teenslippers. Sportkledij Verplicht bij alle sport- en spelactiviteiten, zowel kledij als schoenen. Geen kledij die gebruikt werd om te sporten kan als gewone kledij gebruikt worden en omgekeerd. Kousen Dagelijks verversen, in de zomer niet verplicht. Blote voeten: enkel in ‘open schoenen’ en sandalen. Zwemkledij Bikini kan enkel in ‘open zwembad’, anders is het een eigen badpak, zwembroek of zwemshort. Indien de jongere zijn zwemgerief vergeten is kan er zwemgerief gehuurd worden in het zwembad. Ondergoed Wordt dagelijks ververst, strings kunnen maar zijn niet zichtbaar. Scheermesjes We staan het gebruik van scheermesjes niet toe. 3.3 Kamermomenten Men kan de kamer persoonlijk inrichten, op de voorziene wandpanelen kan men dingen kleven. Op de buitenkant van de deur en op de vensters mag er niets gehangen worden. Er wordt in crea een collage gemaakt om in het kader op de deur te hangen. Om kamermomenten zinvoller en plezanter in te vullen mag er gerief van thuis worden meegebracht (gezelschapspelen, handwerk, boeken en strips). Breinaalden kunnen enkel na overleg. Vissen en waterschildpadden kunnen worden meegebracht (de jongere staat zelf in voor de verzorging). Wanneer zijn er kamermomenten Tussen 7u en 7u30 om zich te wassen. Tussen 8u en 9u15 voor kamerorde en leefgroepstaken. Tussen 12u15 en 13u30. Jongeren vanaf stap geel kunnen naar het nieuws kijken van 13u. Tussen 18u en 18u30. Tussen 19u30 en 20u. Voor het kamermoment vragen we om naar het toilet te gaan. ’s Morgens tussen 7u en 7u30 (in de vakantie 7u30 en 8u) mogen ze gewoon naar het toilet gaan. Daarna moeten ze bellen om naar toilet te gaan. Tussen 8u30 en 9u15 en tussen 12u30 en 13u mag niemand bellen. Indien men in de juiste stap zit om alleen naar therapie te gaan, dan vertrekt men zelfstandig vanop de kamer. Men hoeft niet te bellen, maar komt wel via het toezicht zodat GL weet dat er iemand op therapie is vertrokken. Plastiek eetgerief Jongeren die op de kamer eten, krijgen een plastiek bord en beker, terug te vinden in de kast aan het bureau. Vensters Enkel teamlid opent het venster en die zijn steeds gesloten wanneer jongeren op de kamer zijn. Verwarming Warmteregeling gebeurt centraal in de kliniek. Ventilatoren zijn niet toegestaan. Kast Kledij ligt net in de kast. Vuile kledij wordt in een persoonlijke zak of wasmand gestopt. Vanuit behandelingsdoeleinden kunnen specifieke afspraken gemaakt worden (bv kast op slot).
Radio De radio staat niet overdreven luid. Is dit wel het geval dan geven we een verwittiging. Bij een 2e verwittiging nemen we de radio af voor 1 week. Dit wordt genoteerd in de agenda. Blijft de muziek te luid staan kan dit bekeken worden op de teamvergadering. Duur en multimedia materiaal/PSP/Nintendo en DS Zaken als een PSP, laptop, muziekinstrumenten, … wordt vanuit therapeutisch oogpunt toegelaten. Ouders dienen blad bij opname te ondertekenen dat zij verantwoordelijk zijn voor het materiaal. Op het einde van de dag wordt het materiaal afgegeven en bijgehouden in hun bakje, de dag nadien kunnen jongeren die terug vragen. 16+spelletjes worden niet toegestaan. Enige risico’s zijn toch verbonden aan het toelaten van PSP Namelijk dat jongeren er teveel op spelen Of dat ze de verkeerde spelletjes spelen( agressie) of verkeerde foto’s opzetten ( vb naaktfoto’s) We zouden willen kijken dat ze op een gestructureerde manier op hun PSP kunnen spelen: Volgende kamermomenten zijn daarom uitgekozen: Over de middag van 12u15-13u30 en ’s avonds tussen 18u-18u30 De GL houdt dus de PSP en de spelletjes bij in de mandjes in de berging en kunnen dan de mandjes uitdelen bij die speelmomenten. In de opnamefolder komt dit nog eens duidelijk aan bod ( nl. afspraken) en wordt duidelijk gemaakt dat het meebrengen van dergelijke zaken op eigen risico is. In het weekend wordt PSP niet gegeven op de kamer en kunnen ze hem ook niet meenemen in de leefgroep. GSM GSM wordt niet toegestaan en dit omwille van de communicatiemogelijkheid naar elkaar. Het is zo dat de jongeren hun GSM kunnen krijgen tijdens bezoekmomenten (met bezoek) en in het weekend. We nemen dus geen GSM’s in bewaring ( tenzij uitzonderingen zoals schoolgangers, JRB-K). Indien we een GSM in bewaring hebben van jongeren die weinig bezoek hebben kunnen ze tijdens bezoekmomenten kort hun gsm bij zich hebben. (op woensdag als ze geen enkele weekdag bezoek hebben en in het weekend als niets van bezoek hebben in het weekend 1 moment). Laptops Kunnen enkel voor therapeutische noden toegestaan worden en dit enkel na overleg binnen het team. Fototoestel Een fototoestel is niet toegestaan in de Korbeel. Ook worden er geen foto’s genomen van jongere of GL. Er worden ook geen foto’s uitgehangen in de leefgroep. Enkel bij speciale activiteiten kunnen er foto’s getrokken worden na overleg op het team. Ook dan kunnen enkel individuele foto’s gebruikt worden. MP3 en MP4 Is toegestaan op de kamer, we controleren op regelmatige basis op foto’s en filmpjes. Elektrische apparaten op de kamer haardroger en stijltang kunnen hier gebruikt worden, maar jongeren kunnen die niet op de kamer bijgehouden worden, wel in de voorziene mandjes. Bij aanvang van elk kamermoment kan de jongere deze vragen om te gebruiken. We verwachten dat ze zelf de verantwoordelijkheid nemen om die na gebruik terug af te geven.
Oproepingssysteem De groene knop gebruiken bij was momenten. De rode knop dient om iemand te roepen. . Jongeren kunnen de kamer niet verlaten zonder bellen, met uitzondering om naar het toilet te gaan tss 7u en 7u30). Schoolgangers bellen 5 minuten voor ze moeten vertrekken naar school. Goeie attitude op de kamer Respect voor het meubilair en muren. Het bed blijft staan op de oorspronkelijke plaats. Werkgereedschap, blikjes, slijpers, scheermesjes zijn niet toegestaan op de kamer. Medicatie wordt bijgehouden door GL, tenzij anders afgesproken binnen het team Jongeren gaan niet op de kamer van ggs Kamerdeur blijft dicht tijdens de kamermomenten, tenzij na overleg owv veiligheid of onbetrouwbaarheid. Beschadigingen Beschadigingen en defecten worden genoteerd op de kamerchecklist (fluo). Met Dr Degels wordt bekeken of de schade valt onder het ziektebeeld en dus al dan niet wordt vergoed. Er wordt een nieuwe checklist ingevuld. Diegene met de schade wordt in het vakje van Ellen gestopt. Beide checklists moeten ondertekend worden door de O’s. Kamerorde Op woensdag worden de kamers gepoetst, al het gerief moet dan op het bed geplaatst worden voor het eerste werkblok. Vensterbank en vloer moet vrijgemaakt worden. Op donderdag worden de bedden ververst. De jongeren maken dagelijks het bed op en zorgen dat alles van de grond is en de vensterbank op orde ligt. De jongeren worden aangespoord om overtollige materiaal zo vlug mogelijk terug naar huis mee te nemen. In principe is het zo dat, wanneer de kamer niet in orde is, de jongeren niet kunnen aansluiten bij tv. Het is wel belangrijk dat wij voldoende stimuleren en indien nodig de jongeren wat helpen tussen 8u en 8u15. Bij het verlaten van de kamer Wordt de deur van de kamer dicht gedaan, het licht gaat uit. Zorgen de jongeren dat ze het nodige gerief bij zich hebben zodat ze niet meer naar boven moeten gaan. (bv: ik boek, jas, schrijfgerief, eventueel extra schoenen). De jongeren wachten aan de deur tot iedereen aanwezig is en gl zegt dat men kan doorgaan. 3.4. In de leefgroep Het bureau van de GL Jongeren hangen niet rond het bureau en is enkel voor gl. Het is dus zeker geen plaats waar jongeren hun gerief op leggen. Hal Jassen, rugzakken en schoenen om buiten te spelen liggen in de daarvoor voorziene kast. In douches en badkamer zijn radio’s of andere elektrische voorwerpen verboden. Er is een radio in de muur voorzien. Jongeren mogen in de hal na toestemming van de GL. Zetels Iedereen heeft zijn eigen plaats (zie blad), ook zetels en tafels hebben een vaste plaats. Geen voeten in de zetel of op salontafel. Niet hangen op de leuning van de zetel. Er zijn plankjes voorzien in de leefgroep voor persoonlijk gerief zodat die niet moeten rondslingeren. Het zetelmoment is een rustmoment voor en na de maaltijd en activiteiten.
Gezelschapspelen Men mag een spel spelen met maximum 3 jongeren tenzij groepsleiding kan mee doen. Playstation/WII Iedere jongere kan in het begin van de week 2 werkblokken uitkiezen om op de playstation of op de WII te spelen, dit op maandag tijdens de leefgroepsvergadering en noteren de momenten op het daarvoor voorziene blad. Er kan enkel tijdens de vrije momenten gespeeld worden. Indien de jongeren ervoor kiezen om samen te spelen (maximum per 2) dan kan dit, maar verliezen ze elk hun werkblok. Het kan dus niet dat iemand 2 x een half uur zou spelen. De groepsleiding speelt niet mee met de jongeren. De enige situatie waarin dit wel kan, is als de jongere hierom vraagt en geen enkel ander groepslid op dat ogenblik in de leefgroep aanwezig is. De jongeren brengen geen spelletjes mee van thuis. (ook GL niet) De playstation en WII verhuizen nooit van leefgroep tijdens het weekend. Al het materiaal wordt in de box onder de tv kast bewaard. De kast wordt ook altijd gesloten. Zowel GL als GG blijven attent op de orde en het gebruik van de PS en/of WII. TV – radio In de leefgroep kan er TV gekeken worden vanaf 16u45. De jongeren mogen kiezen welke TV-zender (geen muziekzender). De radio kan ook gebruikt worden, met respect voor iedereen. Niet te luid staan als er jongeren aan het studeren zijn. Wanneer iemand op de PS of WII speelt dan moet ook de radio uit. Materiaal van de leefgroep Er wordt geen materiaal meegenomen naar de kamer, tenzij anders afgesproken met gl. Roken Roken kan vanaf 15 jaar mits schriftelijke toestemming van hun ouders en dit op vaste tijdstippen (na de soep, het middagmaal en na dagafsluiting). Het rookgerief wordt bewaard door de groepsleiding in de individuele bakjes in de berging boven of in de kast in de LG. Indien we rookgerief vinden bij jongeren die geen toestemming hebben om te roken, wordt het gerief afgenomen enhet eerstvolgende bezoekmoment meegegeven met je ouders. Schoolgangers krijgen de afgesproken sigaretten mee, maar geen aansteker. Indien extra sigaretten (3 + 2 extra): Bij een bezoek buiten het ziekenhuis in de NM of in de avond: krijgen 4 sigaretten Bij een bezoek buiten het ziekenhuis in de NM én in de avond, nl Bezoek van 14 – 19u30 of Bezoek van 14 – 17.30 en 18u15 – 19.30 u: krijgen 3 sigaretten
Tandarts We werken vanuit het ziekenhuis samen met tandarts Nuytten . We maken telefonisch een afspraak, na toestemming van de o’s. Indien het niet dringend is dan vragen we best aan O’s of ze met hun zoon/dochter naar hun eigen tandarts gaan.
3.5. maaltijden Alle maaltijden gaan door in de leefgroep tenzij je omwille van je stap niet kan aansluiten in de leefgroep. Aan tafel -
Tafeldienst Jongeren zijn om de beurt verantwoordelijk voor de tafeldienst (zie bord).
-
Tijdens de maaltijden We verwachten goeie tafelmanieren en iedereen heeft een vaste plaats (zie bord). Bij de kookactiviteit zitten we samen en eventueel ook tijdens het weekend. Een stoel heeft 4 poten, die we ook alle 4 gebruiken. Indien jongeren hier 3 opmerkingen over krijgen van dezelfde gl, dan krijgen ze voor 7 dagen een kruk. Dit noteren we dan in de agenda. De toespijslijst wordt gevolgd. Ketchup, mayonaise en mosterd kunnen enkel wanneer dit vanuit de keuken werd meegegeven of tijdens de kookactiviteit wanneer de menu dit vraagt. In het WE en bij kookactiviteiten wordt ‘s middags limonade (2 glazen) voorzien. Jongeren kunnen na het middagmaal steeds een dessert eten indien hun bord leeg is. Jongeren die een dieet volgen, blijven dit ook doen, ook tijdens de kookactiviteit.
-
Fruit en tussendoortjes Na of bij soep, koffie en avondmaal mag er geen fruit of yoghurt gegeten worden. Na middagmaal mogen de jongeren wel een stuk fruit of een yoghurt indien ze hun bord volledig leeg eten. Als vieruurtje en tijdens de dagafsluiting mogen de jongeren een stuk fruit of een yoghurt eten. 4. Bezoek en weekendregeling, post en telefoon 4.1. Bezoeken en weekends: De bezoeken worden afgesproken met de ouders/begeleiding bij de sociale dienst. Bezoek kan op dinsdag en donderdag van 18u15 tot 19u30. Op woensdag van 15u tot 17u30, 15u tot 19u30 of 18u15 tot 19u30. De weekends zijn van zaterdag 14u tot maandag 8u15. Schoolgangers kunnen al op zaterdag om 9u30 vertrekken. Tijdens het eerste weekend na de opname gaat de jongere enkel op dagbezoek (van 9u30 tot 17u of 19u). Als gl beslissen we niet zelf om bezoeken te veranderen, we wijzende ouders op het overleg met sociale dienst en proberen zoveel als mogelijk de afspraken te behouden. We houden toezicht op wie de jongeren komt halen. De Gl laat de verschillende o’s tijdens een weekend of bezoekmoment in chronologische volgorde binnen. Dit betekent eerst lg 1, dan lg 2 en dan slechts lg 3. Indien er iemand anders achter de jongere komt dan op het bezoekregeling staat dan wordt er eerst nagecheckt of de jongere al dan niet kan meegeven worden. Indien bezoeken binnen het ziekenhuis doorgaan, dan proberen we het aantal te beperken tot een 3tal personen. Vriendinnen of vriendjes kunnen enkel uitzonderlijk mee als O’s dit bespreken met sociale dienst en als ze zelf geen bezoek buiten kunnen hebben. Wanneer ze toch mee zijn maar het is niet afgesproken moeten ze aan de voordeur wachten.
4.2. Telefoneren Indien de ouders niet op bezoek kunnen komen of de jongere niet op weekend kan gaan dan kan men opgebeld worden door hen (als dit vooraf afgesproken werd) op dinsdag, woensdag, donderdag, zaterdag en zondag tussen 18u30 en 19u. Tussen 19u en 19u30 kunnen de jongeren bellen naar hun ouders. Uitzonderingen worden steeds op voorhand afgesproken. 4.2. Post De jongere kan hier post ontvangen en ook versturen naar mensen buiten het ziekenhuis. Postzegels kunnen gekocht worden in de administratie van het ziekenhuis. Brieven worden niet achtergehouden of gecontroleerd tenzij het over personen gaan waarvan contact door de JRB verboden werd. 4.3. bezoekregeling tijdens de vakanties 4.3.1. Afspraken betreffende het vakantie-aanbod in juli en augustus We stellen een brief op voor de ouders in verband met de praktische afspraken voor de grote vakantie. Hierin komen volgende items aan bod: - Enerzijds is er het noodzakelijk therapeutisch werk dat moet gedaan worden. De behandeling van de jongere staat centraal. - Anderzijds houden we rekening met de realiteit van de zomervakantie en met het feit dat ouders tijd met hun jongere willen doorbrengen. We zoeken hierin een evenwicht en willen tegemoetkomen in de wens tot vakantie. Omdat het een verlofperiode is, kunnen we meer afwezigheid in de leefgroep toestaan dan in het schooljaar. - Er is de mogelijkheid om een langere periode vakantie te nemen ( om op reis of of kamp te gaan of vakantie thuis te nemen). Wie geen vakantie heeft, kan 15 dag bezoeken krijgen Wie 1 week verlof neemt, kan 10 dag bezoeken krijgen Wie 2 weken verlof neemt, kan 5 dag bezoeken krijgen Wie 3 weken verlof neemt, krijgt geen bezoekdagen extra - Een dag bezoek loopt van 9u30 tot 19u30. - De bezoekdagen worden uitgebreid naar dag bezoeken op dinsdag, woensdag en donderdag - De bezoekdagen/de vakantie dient 2 weken op voorhand aangevraagd te worden. Dit is noodzakelijk voor een goede leefgroepswerking, planning van activiteiten en therapieschema. - Er kunnen maximaal 2 bezoekdagen gepland worden in de week - Als georganiseerde activiteiten gepland zijn in de vakantie, zoals bijvoorbeeld EVL, dan kan op die dag geen dag bezoeken gepland worden. µ - De bezoekdagen kunnen niet opgespaard worden - Op maandag kan geen dag bezoek gepland worden. Dit omdat op maandag de weekplanning wordt doorgenomen en op de leefgroepsvergadering afspraken worden vastgelegd en meegedeeld. Bovendien is het praktisch moeilijk haalbaar: de jongere komt terug op zondagavond of maandagochtend en vertrekt dan meteen om 9u30. - Indien op vrijdag dag bezoek, wordt jongere eveneens terug verwacht om 19u30. Weekend start op zaterdagmiddag. - Er kunnen 2 opeenvolgende dag bezoeken gepland worden, maar overnachting wordt niet toegestaan. - De brief wordt besproken met de sociale dienst en wordt niet meegegeven met het bezoek. Naast de brief kunnen we ook een vakantiekalender voor juli en augustus voorzien. Op deze kalender kan een voorstel worden gemaakt voor de vakantieplanning, samen met de sociale dienst.. Het voorstel wordt in team voorgelegd en de ouders krijgen hierover feedback. We moeten rekening houden met de mogelijkheid dat ouders veel uitzonderingen zullen vragen. Uitzonderingen kunnen toegestaan worden indien een jongere een schema van opbouw naar huis heeft.
4.3.2. Afspraken omtrent het vakantie-aanbod in de kleinere vakanties Indien vakantie uit 1 week bestaat (krokus- en herfstvakantie), kunnen geen dag bezoeken ingepland worden. Indien vakantie uit 2 weken bestaat: - paasvakantie: er is uitbreiding van bezoek mogelijk - Kerstvakantie: dag bezoeken zijn afhankelijk van wanneer de feestdagen vallen 4.4. verjaardagen We hanteren het principe dat het schoolse leven telt. Van maandag tot en met vrijdag zijn jongeren naar school en kunnen er geen dag bezoeken gepland worden. Indien gewenst kan jongere bezoek krijgen van 17u30 – 19u30, ook al is er die dag geen bezoekmoment voorzien. 5. Varia 5.1. Afspraken rond 24u crisisopnames Tijdens de week of in het weekend (afhankelijk van wat Dr Degels zegt en of we plaats hebben) kunnen we in de leefgroep 24u crisisopnames doen, dit steeds na overleg met Dr van wacht ook al is er geen plaats. (in de week letterlijk 24u, in het weekend kan dit vanaf vrijdagavond tot maandagmorgen 8u). Je kan hen van alles aanbieden van gerief uit de kamer box, maar er kan geen gerief worden gegeven vanuit de JRBK kast (dus geen dvd’s en spelletjes). 5.2. Afspraken rond medicatiebak ’s Morgen komt de afdelingshulp de medicatiebak halen in het toezicht om naar de apotheek te brengen. De C8 gaat de medicatiebak ophalen in de apotheek bij het begin van zijn dienst (om 8u30), behalve op vrijdag. Op maandag wordt verwacht dat we die zelf brengen. 5.3. Afspraken bij ontslag Jongeren die hier langer dan 1 jaar verblijven krijgen een dekentje en een kaartje cadeau bij ontslag. Als GG iets willen geven dan doen ze dit met hun eigen geld en niet met materiaal van het ziekenhuis. Ook als de jongere die op ontslag gaat iets wil geven moet dit van zijn eigen budget zijn en niet van dat van het ziekenhuis. (vb als ze een taart willen maken dan moeten ze de ingrediënten mee brengen van thuis en niet gebruiken van het ziekenhuis). 5.4. Afspraken bij spoedbezoek Indien je beslist om met een jongere naar het spoed te gaan is het belangrijk van op voorhand eens te bellen naar spoedafdeling en vragen naar de triageverpleegkundige. Vergeet niet om via obasi het spoedformulier af te drukken. Zo weten ze op spoed dat de factuur naar het ziekenhuis gestuurd moet worden en weten ze ook direct de aanmeldingsreden en de medicatie die de jongere inneemt. Indien het dringend is kan je direct vertrekken maar je kan een collega laten bellen om de spoedafdeling te laten verwittigen dat je op komst bent. Je meldt je bij aankomst aan bij de receptie en vraagt naar de triageverpleegkundige. Zij zorgen er voor dat de wachttijd word verkort. Indien ze op voorhand zeggen dat je beter nog wat wacht om te komen naar spoed, dan kunnen zij je ook al wat tips geven om de wachttijd te overbruggen. 5.5 afspraken rond dwangs Voor wat betreft de JRB-K bedden worden geen dwangs meer standaard gemaakt. Er worden bij de aandachtspunten aangeduid dat de kamerdeur gesloten is bij nacht en overdag en bij activiteiten. Indien jongeren-kinderen omwille van hun stappenplan bepaalde werkblokken op de kamer moeten blijven dan zullen we geen dwang meer opmaken als het in orde verloopt op de kamer. Hierbij wordt er wel nog
gezocht naar alternatieven om de kamerdeur niet meer te sluiten (bijvoorbeeld: kleefband op de deur, de andere kamerdeuren sluiten, …) Bij stap bordeaux wordt de deur wel gesloten en moet er dus wel een dwang opgemaakt worden. Bij jongeren die veel in de crisiskamer zitten (er bijvoorbeeld slapen door onbetrouwbaar gedrag) dan wordt dit individueel besproken met de arts op welke manier we dwang moeten opstellen. Afzonderingen waarbij begeleiding zelf bij het kind of de jongere blijft dient niet als dwang geregistreerd te worden Dwangs worden enkel geregistreerd indien het om een agressie of time-out gaat tegen de wil in van het kind of de jongere. Indien een kind of jongere zelf vraagt om naar de time-out te gaan dan zouden we dit wel nog noteren als dwang daar in Obasi dan kan aangevinkt worden dat het op vraag van de patiënt is. Bij agressie gecombineerd met een dwangregistratie moet men er op attent zijn dat men eerst de agressieregistratie maakt en dan pas de dwang. Indien een kind of jongere agressief was of een fugue deed dan is de afspraak dat het kind of jongere een bepaalde periode niet kan aansluiten in de leefgroep en dus op kamer moet blijven. Dit zouden we wel nog registreren als dwang omdat het om een sanctie gaat op het gedrag dat het kind of de jongere stelde. Naar tijdsduur zouden we enkel een dwang opmaken die langer dan 5 minuten duurt. 5.7. afspraken rond ziekte jongeren Wanneer jongeren ziek worden tijdens bezoek, weekend, of hier en erna bezoek hebben mogen ze thuis blijven als ouders voor opvang kunnen instaan. Indien ze naar huis gaan, moeten ouders ziektebriefje bezorgen en zelf consult betalen. Als ouders moeten werken, blijven jongeren hier en ziet Dr Delanote de jongere. 5.8. afspraken bij collocatie Wanneer een jongere toekomt bij collocatie dan start de jongere sowieso in stap bordeaux met de deur op slot. Op de eerst volgende overdracht wordt besproken naar welke stap in oranje de jongere kan overgaan, afhankelijk van de problematiek van de jongere. 5.9. afspraken rond ambulance gebruik Indien we gebruik maken van een ambulance dan moeten we dit aanvinken in obasi. Indien we een ambulance bellen voor transfert dan komt dit op kosten van de patiënt. We werken met de ambulancediensten die verbonden zijn aan het ziekenfonds van de patiënt. Deze lijst kan je vinden op QPR (proces 4.13 Vervoer van patiënten)
5. Doelstelling voor studenten in leefgroep 3 (met meer dan 2 weken stage): In de eerste plaats verwachten we een transparante houding van de student. Hiermee bedoelen we: - Duidelijk verbaal en non-verbaal tonen hoe de stage beleefd wordt. - De student geeft spontaan, duidelijk en zelfstandig mee wat er verwacht wordt van de stage, welke de persoonlijke doelstellingen zijn. - De student bespreekt zelfstandig met de stagebegeleider, welke stage opdrachten zullen gemaakt worden en houdt de stagebegeleider op de hoogte van de evolutie hierin. - Student rapporteert dagelijks vanaf dag 1 zowel mondeling als schriftelijk en zowel naar inhoud als naar beleving - Student reflecteert kritisch naar eigen functioneren en functioneren van de afdeling en vraagt feedback. - De student toont inzicht te hebben in de psychiatrische ziektebeelden. Daarnaast verwachten we een sociale houding. Hiermee bedoelen we: - De student stelt zich voor aan de mensen die op de afdeling aanwezig zijn. - De student neemt zelfstandig contact op met de mensen van de afdeling om therapieën en diensten te leren kennen en gaat langs bij de verschillende disciplines. - De student begeeft zich onder de jongeren in de leefgroep en probeert zich niet te verschuilen. De student heeft een actieve houding. - Leert zo snel mogelijk de structuur en het dag verloop in de leefgroep kennen. - De student geeft aan op de hoogte te zijn van de dagstructuur door hier zelfstandig initiatief in te nemen in het op zich nemen van basistaken zoals de rolluiken, zetelmomenten organiseren, dagopening en –afsluiting leiden, …) en geeft op die manier blijk van kennis en motivatie. - De student neemt, onder begeleiding van stagebegeleiding, initiatief tot het plannen van activiteiten (kookactiviteit; ontspanning; thema).
De student heeft een geïnteresseerde houding. Hiermee bedoelen we: - De student bouwt contact op met de jongeren, begeeft zich tussen de jongeren, is geïnteresseerd in hen en toont dit ook. - De student informeert zich over de afdeling, het team én jongeren en gebruik hiervoor alle beschikbare middelen (studentenbundel, patiëntendossier, onderling overleg). - De student leert de visie kennen van de afdeling. - De student doet kennis op van medicatie, weet waarom ze gegeven wordt. - De student neemt spontaan initiatief om verpleegkundige zorgen uit te voeren en kan deze indien nodig ook steriel en zorgvuldig uitvoeren.
6. Dagverloop Leefgroep 3: 7u
7u30
8u
8u15
8u30
9u
9u15 10u
10u15
11u
Wekken van de jongeren. Iemand in de crisiskamer/opmaken en opstarten dwang. Klaarzetten en aftekenen van medicatie. Hygiëneprogramma’s. Jongeren met tafeldienst naar beneden laten gaan/vaatwas ledigen. Gsm, sigaretten (SG), medicatie,… klaarleggen in de transportbak. Op woe en vrij bad en douche starten. Ontbijt in de leefgroep. Jongeren verzamelen aan de deur. Rolluiken naar omhoog. Naar de leefgroep, jongeren nemen eerst plaats in de zetel en gaan naar toilet. Opstarten pc leefgroep. Ontbijt, uitdelen van medicatie. Smeren van boterhammen jrbk en jongeren die niet mogen aansluiten omwille van stap. Schoolgangers naar school laten vertrekken. Afruimen en terug naar de kamer. Iedereen zet eigen gerief op de kar, wie tafeldienst heeft doet zijn dienst. Naar toilet gaan. Jongeren verzamelen aan deur en gaan samen naar boven. Jongeren herinneren kamer op te ruimen. Klevers hangen . Op woe en vrij bad en douche verder laten lopen. Leefgroepstaken – weekend ik-werk. Laten invullen van weekend ik-werk op maandag, andere dagen leefgroepstaken. Programma’s verzamelen, groepsprogramma klaarzetten voor overdracht. Schoolgangers buiten laten. Overdracht –meedelen van stappen. Controle leefgroepstaken. Verzamelen van jongeren om naar beneden te gaan, herinneren aan het nodige materiaal. Dagopening. Verzamelen in de zetel (met ik-map), naar toilet laten gaan. Overlopen van stappen en aanpassen boom. Overlopen van het voormiddagblok (niet op maandag). WB 2. Zetel en toilet, vertrekken op therapie of start vrij blok. Soep. Zetel en toilet. Verantwoordelijke schept soep, neemt glazen en borden van de kar/vaatwas. Rokers laten roken. WB 3. Idem WB 2. Maandag; lg-vergadering, dinsdag; ik-werk/verkenningsopdrachten. WB 4. Idem WB 2 .
11u40
12u
12u15
13u
13u30
14u15
15u
15u45
16u
16u45
17u20 17u30
18u
18u30
Middagmaal. Afspraken; zie leidraad. Verzamelen in de zetel, toilet. Verantwoordelijke dekt de tafel en ruimt af/vaatwas . Ramen dichtdoen. Zetelmoment. Zetel, toilet. Rokers laten roken. Verzamelen aan deur en samen naar boven, nadien naar kamer. Klevers kleven. Kamermoment. Controle indien nodig. Stempelprogramma, toedienen van medicatie. Nieuws – EVL. Wie wil kan vanaf stap geel aansluiten voor het nieuws in de school. Op dinsdag gaat dit niet door, op woensdag in de leefgroep. De week van EVL gaan de jongeren die aansluiten hiervoor om 13u naar beneden voor het koffiemoment, de rest niet. Koffie. Zetel en toilet. Verantwoordelijke dekt de tafel/vaatwas. WB 6. Idem WB 2. Op woensdag de mogelijkheid om om 15u te vertrekken op bezoek. WB 7. Zetel/toilet. Activiteiten (zie therapieschema). 16-uurtje. Zetel/toilet. Iedereen drinkt zeker iets, fruit yoghurt mag. WB 8. Zetel/toilet. Activiteit (zie therapieschema). WB 9. Zetel/toilet. Vrij WB, hierbinnen mag tv kijken wel. Verantwoordelijke tafeldienst dekt de tafel. Avondmaal. Zetel/toilet. Afspraken; zie leidraad. Iedereen ruimt eigen gerief af, verantwoordelijke tafeldienst/vaatwas, kar op de gang. Verzamelen aan deur en samen naar boven. Kamermoment. Klevers kleven. Stempelprogramma’s en medicatie uitdelen/aftekenen. Op di, woe en do bezoek buitenlaten om 18u15. Dagafsluiting. Zetel/toilet.
18u30
19u30
20u
21u30
21u45
Stap en dag overlopen, vragen wie een gesprek wenst en kiezen wat ze het volgende blok zullen doen. Taken overlopen en laten uitvoeren. Snoepjes uitdelen. Tegen 19u30 afsluiten van de leefgroep (zie leidraad). Dagafsluiting . Iedereen in eigen zetel, stap overlopen, aangeven hoe de dag is verlopen en of er nog een gesprek nodig is. Jongeren geven ook aan wat ze gaan doen na de taken (tv, spel, buiten tijdens de zomer (niet als het donker is) en of ze naar tv komen na 20u. Taken worden overlopen en jongeren doen hun taken. Wat de taken inhouden, hangt aan de muur van de keuken. Jongeren doen hun taken, snoepjes uitdelen. Na blok gaat iedereen naar het toilet. Tegen 19u30 afsluiten van de leefgroep. Deuren en schuifraam sluiten, klink in de kast, kast op slot, computer en lichten uit. Kamermoment. Klevers kleven. Langsgaan indien nodig ter controle. Rolluiken naar beneden doen. Toedienen en aftekenen medicatie. TV in de schoolgroep. Afspraken; zie leidraad.. Noteren van observaties en nachtobservaties. Checklist invullen. Kamermoment. Klevers kleven. Stempelen, samen met nachtdienst Toedienen van medicatie. Overdracht nachtdienst.