Strategisch Schoolbeleidsplan 2015 - 2019
“Excellent onderwijs maken we samen”
Algemeen Gegevens stichting: Stichting Quo Vadis Bestuurder Adres Telefoon Website
: Louis van Stiphout : Koningin Wilhelminastraat 2 : 0570-638570 : www.stichtingquovadis.nl
Gegevens school: CDB Prins Maurritsschool Adres : Zwaluwenburg 10, 7423 DS te Deventer Telefoon : 0570 651270 Website : www.prmaurits.nl E-mail :
[email protected]
: Inge Fuchs-Voortman
“Excellent onderwijs maken we samen”
Directeur
2
Inhoudsopgave Algemeen___________________________________________________________________________ 2 Voorwoord __________________________________________________________________________ 4 Inleiding ____________________________________________________________________________ 5 Missie en visie _______________________________________________________________________ 7 1. Positie _________________________________________________________________________ 8 2. Missie, visie en identiteit _________________________________________________________ 9 3. Kernwaarden ___________________________________________________________________ 13 4. Kwaliteitszorg __________________________________________________________________ 13 5. VISION-web_____________________________________________________________________ 14 6. Uitslag vragenlijsten _____________________________________________________________ 15 Ambities en doelen___________________________________________________________________ 17 1. Identiteit ______________________________________________________________________ 21 2. Ouders ________________________________________________________________________ 33 3. Onderwijs, innovatie en kwaliteit __________________________________________________ 36 4. Financiën en beheer _____________________________________________________________ 44
“Excellent onderwijs maken we samen”
5. Personeel en organisatie _________________________________________________________ 48
3
Voorwoord Kinderen leren voor het leven. Onze Christelijke identiteit geeft ons de route van (kern)waarden en normen die we volgen bij de voorbereiding van onze leerlingen op de toekomst. Dit laatste beschouwen wij als een kerntaak van de school, wat hebben kinderen dan nodig als we ze kansen willen bieden in de samenleving van 2025? Kinderen moeten leren (na)denken. We richten ons onderwijs om die reden zo in dat de kinderen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Wij werken volgens de vier Daltonprincipes: zelfstandigheid, samenwerking, reflectie en vrijheid in gebondenheid. Deze worden verbonden door het principe van verantwoordelijkheid nemen en geven en vertrouwen schenken en vragen. Om onze leerlingen te leren denken bieden wij boeiend onderwijs waarin aan de basisvaardigheden van leerlingen wordt gewerkt. Het is belangrijk dat leerlingen goed leren lezen, rekenen en schrijven, om het leren denken ook daadwerkelijk vorm te geven. Volgens de nieuwste inzichten omvat boeiend onderwijs meer dan in onze Daltonvisie beschreven staat. Het is ook gebaseerd op meervoudige intelligentie en breinvriendelijkheid. Onze uitdaging voor de toekomst. Wat maakt ons onderwijs zo goed? De kwaliteit van de les is het antwoord. Hoe hoger de kwaliteit van de les, hoe meer betrokkenheid van de leerlingen, hoe minder gedragsproblemen, hoe meer het werkplezier van de leerkracht, hoe hoger de opbrengsten: de kwaliteit van een product is immers afhankelijk van de kwaliteit van het proces.
“Excellent onderwijs maken we samen” samen”
In onze school gaat het niet om individuele mensen, maar om de relaties tussen leerlingen, leerkrachten en ouders. Dat kan alleen door elkaar te ontmoeten, door aandacht te schenken aan relaties, gesprekken te voeren, veiligheid te bieden , samen te werken, oog en oor voor elkaar hebben; je mag er zijn. Ervaringen en de literatuur leert ons dat het systeem, de grotere context waarin mensen werken, het gedrag en dus ook de kwaliteit van de leerkracht bepaalt. Alle leerkrachten groeien samen met de leerlingen in een functioneel schoolsysteem die leidt tot duurzame veranderingen in een cultuur die gericht is op samen het positieve verschil te maken voor onze kinderen.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Samen maken we onderwijs dat kinderen prikkelt te leren denken. Samen maken we onderwijs dat er toe doet en effectief is voor de leerlingen van nu.
4
Inleiding Dit strategisch schoolbeleidsplan geeft de ontwikkeling vanaf de periode van 2015 tot 2019 aan. Het geeft aan waar we staan en waar we naar toe willen in de komende beleidsperiode van vier jaar. Het is een kwaliteitsinstrument, waarin onderwijsontwikkeling en onderwijsverbetering worden geformuleerd en vastgesteld. Het biedt in toenemende mate duidelijkheid aan alle betrokken geledingen. Het functioneert als planningsdocument en reflectie-instrument voor de groei, schoolontwikkeling en de schoolkeuzes met als einddoel onderwijs aan te bieden dat opbrengstgericht is en tevens rekening houdt met verschillen in ontwikkelingsmogelijkheden en interesses. Een strategische en operationele uitwerking vindt u na de uitwerking van visie en missie. Wij onderscheiden daarbij vijf thema’s: 1. Identiteit 2. Ouders 3. Onderwijs, innovatie & Kwaliteit 4. Financiën & beheer 5. Personeel & Organisatie Middels smart geformuleerde doelen zijn de kaders door de diverse expertgroepen, het managementteam en team geconcretiseerd.
• • • • • • • • • • • • • • • •
Inspectiebeoordeling; Rapportage daltonvisitatie van de landelijke daltonvereniging; ZIP: visitatie rapportage van Sine Limite; Kwaliteitssysteem Werken Met Kwaliteit van Cees Bos (WMK); Evaluatie vorig schoolplan en jaarplannen; Enquête ouders (1 keer per vier jaar); Enquête leerlingen groep 7 t/m 8 (1 keer per vier jaar); Enquête leerkrachten (1 keer per vier jaar); Jaarlijkse evaluaties team; Medezeggenschapsraad; VISION-WEB (voorheen SWOT- analyse); Zorgplan; ICTplan; Protocol organisatie en overlegstructuur; Communicatieplan en Daltonbeleidsplan.
Procesvorm: Diverse teamsessies van het schooljaar 2013-2014 en schooljaar 2014-2015 staan in het teken van de schoolontwikkeling, waarvan het strategisch schoolbeleidsplan het eindproduct zal vormen. Tijdens teamsessies zijn een aantal onderdelen aan bod gekomen: enquêtes, VISIN-web (voorheen SWOT-analyse), passend onderwijs, visie en de toekomst (het veranderverhaal) van de school.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Gegevens die we gebruiken voor de totstandkoming van het plan De strategische visie en beleidskeuzen in ons onderwijs ondernemersplan zijn gebaseerd op uitgangspunten van het beleidsplan van stichting Quo Vadis en uit de volgende informatiebronnen:
5
De interne discussies in verschillende vormen en geledingen (ook in de MR-vergaderingen) dragen bij tot de juiste balans en de inbedding van het beleid. School vormen we samen; • Leerlingen; • Ouders; • Team; • Bestuurder.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Verantwoording De school is de spil waar alles om draait. De bovenschoolse organisatie is vooral faciliterend, dienstverlenend, kader scheppend en richtinggevend. Verantwoordelijkheid ligt op alle niveaus in de organisatie; bij de individuele leerkracht, bij het team, directie en bij de bovenschoolse organisatie. Eveneens op alle niveaus geldt dat er altijd rekenschap aan elkaar, ouders, inspectie en aan de maatschappij moet worden afgelegd. Het strategisch schoolbeleidsplan een onderdeel van het strategisch bestuursbeleidsplan 2014-2019 en dient dan ook beoordeeld te worden op de behaalde resultaten. Daar past ook het afleggen van verantwoording naar elkaar bij. Binnen de eigen organisatie wordt het schoolondernemingsplan opgedeeld in jaarplannen. Deze worden jaarlijks geëvalueerd, volgens de PDCA cyclus en daar waar noodzakelijk is gebleken bijgesteld. Dit geldt zowel naar het team als ook naar de medezeggenschapsraad.
6
“Excellent onderwijs maken we samen”
Missie en Visie
7
Positie
“Excellent onderwijs maken we samen”
De Prins Mauritsschool staat in het Deventer stadsdeel Colmschate. Dit stadsdeel bestaat uit drie delen: Colmschate-Noord, Colmschate-Zuid en De Vijfhoek. De Prins Mauritsschool is gevestigd in Colmschate-Noord. De wijk Colmschate-Noord is gebouwd tussen 1970 en 1986 en bevat de wijken Het Oostrik, Groot Douwel, Klein Douwel en Blauwenoord. Midden tussen deze wijken ligt een groot scholencomplex. In dit scholencomplex bevinden zich naast de Prins Mauritsschool, de openbare basisschool De Schakel, de Rooms Katholieke basisschool Sint Bernardusschool, een 3+groep van Sine Limite, BSO en de peuterspeelgroep van de stichting Raster, BSO de Company en het jongerencentrum The Mall. De school werkt samen met de andere scholen en partners. Partners zijn peuterspelen (Company, Ikke en Sam en Iep) en BSO’s (Raster, Ikke en Company) in de Brede School Zwaluwenburg De ouders op onze school vormen een gemiddelde afspiegeling van onze maatschappij. Van hoog opgeleide ouders tot nauwelijks opgeleid. De betrokkenheid bij de school is nu over het algemeen goed te noemen. Ouders vinden het belangrijk om te weten wat en hoe hun kind(eren) het op school doen. In 2008 had ruim 60% van de ouders had een christelijke achtergrond. Hiervan was 15% actief betrokken bij een kerk. Uit de inschrijfformulieren en intakegesprekken blijkt dit nu beduidend minder en heeft 30% van de ouders een Christelijke achtergrond. Waarvan 5% actief betrokken is bij een kerk. Door de komst van de Evangelische Basisschool kiezen veel Christelijke ouders voor deze stedelijke voorziening. Ouders kiezen wel bewust voor Daltononderwijs. De wijk heeft te maken met minder kinderen. Waar de school in 2010, 215 leerlingen telde, telt zij nu in 2014 150 leerlingen. Hoe we hier mee omgaan en onze positie in de wijk kunnen blijven handhaven is het grote vraagstuk voor nu en in de toekomst.
8
“Een visie zonder actie blijft een droom, met actie zonder visie blijf je in de waan van de dag. Een visie met een gedegen plan en uitvoering verandert de wereld” ~ Nelson Mandela ~
Motto: “Groeien doen wij samen en met elkaar” Een visie en een missie zijn richtinggevend voor de uitvoering van innovatief onderwijs. Zij dienen beiden als leidraad bij het maken van keuzes en het vaststellen van doelen.
Missie We richten ons onderwijs zo in dat de kinderen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Als Christelijke school willen wij bij de vorming en begeleiding van de kinderen nadrukkelijk aandacht besteden aan de godsdienstige vorming en begeleiding. Wij werken volgens de vijf daltonprincipes zelfstandigheid, samenwerking, reflectie, vrijheid in gebondenheid en effectiviteit. Deze worden verbonden door het principe van verantwoordelijkheid nemen en geven en vertrouwen schenken en vragen. Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal-emotioneel te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs. Gelet op het eerste vinden we met name de vakken taal, lezen en rekenen van belang, en gezien het tweede besteden we veel aandacht aan het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers.
Visie
Identiteit Ieder mens is uniek; talenten en kwaliteiten – door God geschapen. Christelijk onderwijs betekent onderwijs geven vanuit een Christelijk perspectief. Het Christelijk geloof kleurt de visie op onderwijs en opvoeding. Door onze school naar Christus te noemen zeggen we dat we in alles wat aan deze school in omgang, opvoeding en onderwijs gebeurt, zijn keus willen kiezen. Vanuit onze Christelijke traditie vinden wij dat mensen uniek en gelijkwaardig zijn, maar verschillen in aanleg, belangstellingssferen, intelligentie en vaardigheid. Van hieruit trachten wij ons onderwijs zo in te richten dat kinderen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en evenwichtige mensen, in een veilige en geborgen omgeving, waarbij sociaal, emotionele en intellectuele ontwikkeling in balans dienen te zijn. Als Christelijke school voor basisonderwijs willen wij bij de vorming en begeleiding van de kinderen nadrukkelijk aandacht besteden aan de godsdienstige vorming en begeleiding.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Met ons Christelijk daltononderwijs streven wij naar waardenvol en effectief onderwijs, het vormen van een basis voor vertrouwen en het respecteren van ieder mens. Deze kwaliteit van het onderwijs (waardenvol en effectief) is belangrijk. Leerlingen moeten het onderwijs krijgen dat bij hen past en ze moeten gestimuleerd worden het beste uit zichzelf te halen. Tegelijk is ook de sfeer in de school een onderdeel van de kwaliteit: de verhouding tussen leerlingen en leerkrachten, de veiligheid, de sfeer in de klas, de verhouding tussen school en ouders.
9
We streven ernaar om meer verdieping aan te brengen in de samenwerking met de geloofsgroepen. Dit vraagt om een nadere verkenning en uitwerking. Onze school staat open voor alle kinderen en ouders/verzorgers die de grondslag van de school respecteren. Dit betekent dat alle kinderen meedoen met alle Christelijke activiteiten die in schoolverband worden georganiseerd.
Onderwijskundig concept Het geven van onderwijs aan kinderen heeft natuurlijk veel meer om het lijf dan hen alleen kennis bij te brengen. Als kinderen eenmaal de maatschappij binnenstappen, zullen ze zich te midden van alle invloeden die op hen uitgeoefend worden staande moeten houden. De visie op hoe wij als onderwijsorganisatie in de maatschappij willen staan hangt samen met de uitgangspunten van het onderwijsconcept: verantwoordelijkheid nemen, verantwoording afleggen, vertrouwen schenken en vragen. Deze drie uitgangspunten vormen de basis voor het vertrouwen dat de school vraagt aan haar maatschappelijke omgeving.
Het onderwijsconcept is gestoeld op de onderwijsideeën van Hellen Parkhurst. Wij werken volgens de vijf daltonprincipes: • zelfstandigheid; • samenwerking; • reflectie; • vrijheid in gebondenheid en • effectiviteit. Deze worden verbonden door het principe van verantwoordelijkheid nemen en geven en vertrouwen schenken en vragen. Samenwerken staat in het teken van respect en vertrouwen en rekening houden met elkaar. Er is ruimte om jezelf te zijn, passend binnen de visie en het concept van de organisatie; talenten worden benut. Vrijheid en verantwoordelijkheid Vrijheid is essentieel voor de ontplooiing van de persoonlijkheid van een mens. Vrijheid is nooit onbeperkte vrijheid. Het betekent keuzevrijheid en is altijd verbonden met verantwoordelijkheid voor de gemaakte keuze. De vrije keuze ligt onder andere in: • met welk vakgebied van de weektaak de leerling kan beginnen; • hoeveel tijd kan de leerling aan te taak besteden; • werkt de leerling het alleen of met andere kinderen en • keuzevrijheid in wat je wilt leren (bouwstof en wereldoriëntatie).
“Excellent onderwijs maken we samen”
Ons onderwijs moet de leerlingen zodanig in hun groei naar volwassenheid hebben begeleid, dat zij zich goed op die taak hebben voorbereid. Naast kennis is het belangrijk dat ze de volgende vaardigheden hebben geleerd: • een goede werkhouding en werklust zijn noodzakelijk voor persoonlijke ontwikkeling • problemen kunnen zowel alleen als in teamverband opgelost worden • luisteren naar anderen • verantwoordelijkheid kunnen dragen
1 0
De kinderen dragen wel de verantwoordelijkheid om hun taak op tijd af te hebben. De leerkracht overlegt met medeleerkrachten, ouders, verzorgers en kinderen hoe ver deze vrijheid gaat, want niet alle kinderen kunnen dezelfde vrijheid aan. Samenwerking In de maatschappij is samenwerken, het werken in teamverband, belangrijk. In een daltonschool kunnen de leerlingen met elkaar samen werken en coöperatief leren. Leerlingen werken ook groep overstijgend samen. Leerlingen helpen elkaar door: • het stellen van vragen aan andere leerlingen; • samen naar een oplossing te zoeken voor een bepaald probleem en • elkaar suggesties te geven om iets te maken, bijvoorbeeld bij expressie. Zelfstandigheid Het principe van zelfstandigheid sluit aan bij het gegeven dat kinderen actief, zelf ontdekkend bezig willen zijn. Zelfstandigheid impliceert zelfwerkzaamheid. De taak moet hiervoor ruimte geven. Een leerkracht moet goed weten wat zijn leerlingen wel of niet kunnen. Dan pas is hij of zij in staat een taak samen te stellen, die kinderen de kans geeft zelfstandig problemen op te lossen. Daardoor leren de leerlingen creatief denken en handelen en reflecteren.
Effectiviteit Binnen de school is er voortdurend aandacht voor kwaliteitsverbetering van onderwijs en opvoeding. Iedereen in de school, met de eigen taak en verantwoordelijkheid, draagt ervoor zorg dat het team: • de goede dingen doet en die dingen goed doet • inzicht heeft in sterktes en zwaktes van zichzelf en de school • concrete aanknopingspunten vindt voor verbetering van zijn onderwijs Kortom: het team richt zich gezamenlijk op verbeter- en veranderdoelen. Organisatie Deze basisprincipes, die wij op school hanteren: vrijheid, zelfstandigheid, samenwerking en reflectie menen wij gestalte te moeten geven door middel van taken. Na een groepsinstructie gaan de leerlingen individueel of per groep verder met hun opdrachten. De volgorde waarin de vormingsgebieden afgewerkt worden is evenals de tijdsduur een vrije keuze van iedere individuele leerling. Ter controle noteren ze welke opdrachten al afgewerkt zijn. Deze organisatievorm is van toepassing in alle groepen. Het zal duidelijk zijn dat deze manier van werken niet alleen van de kinderen verantwoordelijkheid voor het eigen werk en zelfstandigheid vraagt, maar ook van de leerkracht een grote mate van inzicht en overzicht. Hij of zij zal elke dag weer moeten bijhouden waar de kinderen mee bezig zijn, wat ze afhebben, wat ze nog moeten maken en steeds proberen te ontdekken waar de kinderen nog moeite mee hebben. We besteden actief aandacht aan normale, vertraagde en versnelde groei en ontwikkeling. Alle betrokkenen op school ( leerlingen en leerkrachten) leren en functioneren optimaal.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Reflectie Door de leerlingen na te laten denken over wat zij gaan doen, wat zij aan het doen zijn of hebben gedaan, leren de leerlingen over het eigen gedrag en dat van anderen. Ze leren zichzelf en anderen begrijpen en daardoor meer over eigen kunnen en over hoe zij met anderen om kunnen gaan.
1 1
Brede school
Missie Brede School Colmschate richt zich op preventie van, en inspringen op ontwikkelingswensen cq. ontwikkelingskansen in de breedste zin van het woord, van kinderen van 2 tot 12 jaar in Colmschate Noord en Zuid”. Vanuit deze missie zijn de volgende doelen geformuleerd op kind, gezin- en buurtniveau. 1. Het scheppen van een omgeving waarin zo goed mogelijk tegemoet kan worden gekomen aan de basisbehoeften van het kind: • De behoefte aan relatie; het gevoel dat mensen je waarderen en met je om willen gaan; • De behoefte aan competentie; geloof en plezier in eigen kunnen; • De behoefte aan autonomie: het gevoel dat je iets kunt ondernemen zonder dat anderen je daarbij moeten helpen. 2. Het “partner” zijn in de opvoeding voor ouder(s)/verzorger(s) van de kinderen 3. Het zoeken naar de samenwerking en afstemming met instellingen en organisaties die bijdragen aan de verbetering van het woon- en leefklimaat in de buurt.
“Excellent onderwijs maken we samen”
De Brede School is er op gericht om kinderen meer ontwikkelingskansen te bieden door middel van een gevarieerde mix van activiteiten op het gebied van cultuur, sport, opvang, educatie en zorg. Het kind staat dus centraal. Ons uitgangspunt bij alle activiteiten is de totale ontwikkeling van uw kind: zowel de cognitieve ontwikkeling als de sociaal-emotionele en de fysieke ontwikkeling zijn van belang. De wereld van uw kind wordt gevormd door het gezin, de school en de buurt. Vanuit dit uitgangspunt werken de medewerkers van de Brede Scholen en leveren een belangrijke bijdrage aan de sociale cohesie in een wijk. Daarnaast zorgt de Brede School voor een verbreding van de zorg – en buurtfunctie van de school. Onze Brede School Colmschate-Noord realiseert dit op een eigen en passende wijze vanuit de behoefte van de kinderen en mogelijkheden die in de wijk aanwezig zijn. Om dit veelomvattende doel te bereiken is in de afgelopen jaren bij de drie scholen en de aanwezige partners aan een aantal veranderingen doorgevoerd: 1. de samenwerking tussen de instellingen is toegenomen en verbeterd; 2. we werken vanuit een gezamenlijke visie en hebben committent gerealiseerd; 3. werkwijzen en houding hebben een professioneel karakter; 4. we zijn met ons allen er op gericht om een integrale aanpak neer te zetten en te optimaliseren; 5. heldere communicatie met de ouders maakt onderdeel uit van ons bestaan en 6. de mogelijkheid wordt telkenmale gezocht om ieders gebouw multifunctioneel in te zetten. Vanuit deze elementen kan onze brede school worden beschouwd als een basisinfrastructuur: een plek waar de voorzieningen die ieder kind nodig heeft aanwezig zijn om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.
1 2
Kernwaarden Kernwaarden van CDB Prins Mauritsschool Als schoolteam hebben wij een aantal waarden geformuleerd die voor ons het fundament vormen van de Prins Mauritsschool: • betrokkenheid en aandacht • elkaar positief stimuleren • gelijkwaardig en uniek • kwaliteit en meesterschap • openheid en communicatie • hoge verwachtingen van en naar elkaar • respect, veiligheid en zorg • solidariteit en samen gedeelde verantwoordelijk In het leven en werken van alle dag willen wij deze begrippen, vanuit onze Christelijke identiteit, herkenbaar maken op onze school in onze relaties met kinderen, ouders en collega’s.
Centraal in het onderwijsproces en dus ook in de kwaliteitszorg, staat de verantwoordelijkheid. De invulling hiervan is: elke deelnemer (leerlingen, ouders én medewerkers) die is betrokken bij de onderwijsorganisatie draagt verantwoordelijkheid vanuit de eigen rol. In de school is het afleggen van verantwoording over de bijdrage een normaal onderdeel van de functie, rol en taak. Verantwoording dragen betekent ook: open staan voor reflectie en kunnen reflecteren. Het geven en ontvangen van feedback is normaal en een vast onderdeel van het verantwoordelijk functioneren. Adequate instrumenten, kengetallen en een heldere plan- en controlecyclus (PDCA) zijn hierbij van belang. Het gaat bij het gebruik van de instrumenten uitdrukkelijk niet om de resultaten zelf, maar om lering uit te trekken uit de gegevens die ze opleveren. Dat leidt tot verhoging van de veranderingscapaciteit van de school. Kwaliteit is de mate waarin scholen erin slagen hun doelen te bereiken naar tevredenheid van zichzelf, de overheid, team en ouders en kinderen. Lees meer bij: thema 3 “onderwijs, innovatie en kwaliteit”.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Kwaliteitszorg
1 3
VISIONVISION-web (SWOT (SWOT – analyse) analyse) Pride (trots) 1
Helderheid waar we vanuit de visie naar toewerken:
Opportunaties (kansen)
Dreams (dromen)
1
1
Intensieve samenwerking binnen de Brede School
•
Christelijk onderwijs
Colmschate Noord en het conglomeraat:
•
Daltononderwijs
Bv. procedures bv. boventalligheid personeel &
•
Schoolondersteuningsprofiel
mobiliteit of
Doorgaande ontwikkeling van kinderen 2-12 jaar: •
Het continurooster brengt goede pedagogische afstemming met TSO en BSO in de school
•
één pedagogische aanpak voor de kinderen in de wijk
Beleid overdracht peuterspelen en 3+ groep
Toekomst: door ontwikkelen naar kind centrum
(code Z) 2
Professionele cultuur: •
3
2
Onderwijsinhoud en aanbod:
doel- en opbrengstgericht
•
Creatieve vakken
•
ICT
•
“leren van en met elkaar”
•
reflectieve vermogen team
•
opleidingsschool
Goede opbrengsten
3
Passend onderwijs: •
pop
•
protocol dyscalculie
2
Onderwijsinhoud en aanbod: •
3
Tweetalig onderwijs
Excellente school
ouderbetrokkenheid & ouderparticipatie 4
Opbrengsten: Leesplan: opbrengsten verhogen door “bibliotheek op school”
Disappointments (terleurstellingen)
Threats (Bedreigingen)
Nightmares (Nachtmerrie)
1
1
1
Zelfsturend leren van de leerling
Niet meegaan met de ontwikkeling van b.v. Brede School of andere schooltijden
Krimp in de wijk: minder instroom betekent minder geld, minder klassen wat kan leiden tot bv leegstand op school
2
3
Communicatie:
2
Uitstraling van het gebouw en de aankleding.
2
Bezuinigingen:
•
leerkracht – ouder
stoppen of verminderen subsidies die leiden tot stoppen
•
afstemming van de overdracht
combifunctionarissen en stoppen Brede School
Didaktisch vaardigheden leerkrachten: moddeling
3
Weinig mannelijke leerkrachten
Uitslag vragenlijsten 2014 In het schooljaar 2013-2014 is aan ouders, leerlingen en leerkrachten een vragenlijst voorgelegd over de verschillende beleidsterreinen van de Prins Mauritsschool. Doordat de vragenlijsten door voldoende respondenten zijn ingevuld krijgt de school een goed beeld van haar kwaliteit. De algemene score van de school is voldoende tot goed. Voor een uitwerking in detail verwijs ik u naar het onderzoeksverslag. Hieronder volgt een overzicht van de hoogste en laagste scores op de verschillende beleidsterreinen en de actiepunten die het team heeft vastgesteld naar aanleiding van de uitkomsten. Deze actiepunten worden verderop beschreven in dit strategische schoolbeleidsplan 2015-2020. Uitslag vragenlijst ouders beleidsterrein Hoogste score Laagste score Schoolscore gemiddeld
Afstemming Kwaliteitszorg
Uitslag vragenlijst leerlingen beleidsterrein Hoogste score Laagste score Schoolscore gemiddeld
Didactisch handelen Kwaliteitszorg
Uitslag vragenlijst leerkrachten beleidsterrein Hoogste score Laagste score Schoolscore gemiddeld
Tijd Didactisch handelen
Score 2011 3,39 2,65 2,99
Score 2013 3,31 2,79 3,07
Score 2011 3,23
Score 2013 3,21
2,60 2,99
2,79 3,06
Score 2011 3,28 3,05
Score 2013 3,61 3,05
-
Scorecategorieën Onvoldoende/zwak Een score tot 2,50 Voldoende Een score van 2,50 - 3,25 Goed Een score van 3,25 - 4,00
3,39
Actiepunten voor de komende periode op de verschillende beleidsterreinen
Schoolklimaat Zorg en begeleiding
Kwaliteitszorg Aanbod
Algemeen Actieve zelfstandige rol van de leerlingen
Actiepunt Materiaal gebruik (meer moddelling tijdens instructie en visualisering van materialen) Veiligheid van de leerlingen Aankleding en schoonmaak Begeleiding van de zorg (Stapsgewijs invoeren nieuw zorgplan "DOL op de Maurits" - Passend onderwijs) Verwachtingen ouders Reflectie aan leerlingen en ouders Meer aandacht voor creatieve ontwikkeling Uitdagende leeromgeving creëren Huiswerk PR Groepswerk en samenwerken
“Excellent onderwijs maken we samen”
Beleidsterrein Didactisch handelen
1 6
“Excellent onderwijs maken we samen”
Ambities en doelen
1 7
Ambities Ambities & streefdoelen Iedereen in de school blijft zich continu ontwikkelen en bekwamen binnen het (passend)onderwijs, in een functioneel schoolsysteem die leidt tot duurzame veranderingen in een cultuur die gericht is op samen het positieve verschil te maken voor onze kinderen. Kernkwaliteiten zoals autonomie, plezier in je werk, vertrouwen, kernreflectie, kwaliteit van binnenuit, communicatie en feedback, innovatie en durf, vormen de basis en hebben zichtbaar geleid tot een lerende school waar onderwijs past bij de leerling en leerkracht. ~team CDB Prins Mauritsschool~
De maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een nadere verkenning van het school zijn. De ontwikkelingen geven een kijkrichting die het volgende rechtvaardigt: • de school beperkt zich niet alleen tot kennisoverdracht; • de school krijgt de regie over meerdere activiteiten. (kindcentum); • de school wordt een plaats toebedacht in de sociale cohesie van de wijk.
Onze Christelijke daltonschool is gericht op het vergroten van de prestaties van kinderen en om kan gaan met verschillen tussen leerlingen. Dat laatste betekent dat we naast het aanleren van de basisstof kinderen helpen hun talenten te ontdekken en deze verder te ontwikkelen. Dit vraagt een goede afstemming van de onderwijsbehoeften van leerlingen en het onderwijsaanbod. Wat heeft deze leerling nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken. De positieve aspecten en mogelijkheden van de leerling zijn het richtpunt. Wat moet ik als leerkracht (anders) doen om dat te bereiken? Professionele leergemeenschap De cultuur in de school, 'leren van en met elkaar' is een onderdeel van onze kwaliteit: de verhouding tussen leerlingen en leerkrachten, leerkrachten onderling, de veiligheid, de sfeer in de klas en school, de verhouding tussen school en ouders. Om dit te stimuleren stellen wij alles in het werk om de school zo in te richten, dat de kinderen er zich thuis voelen en zichzelf kunnen zijn.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Ondernemingsdoelstellingen • de kwaliteit van de instructie, de begeleiding van de van de les en de opbrengsten nog verder verbeteren volgens de indicatoren van de excellente school • de levensbeschouwelijke identiteit meer uitdragen naar vorm en inhoud • het realiseren van een brede school waarbij de eigen identiteit herkenbaar is.
1 8
“Groeien doen wij samen en met elkaar” Samen maken we onderwijs wat kinderen prikkelt te leren denken. Samen maken we onderwijs wat er toe doet en effectief is voor de leerlingen van nu.
CDB Prins Mauritsschool kenmerkt zich door: • een modern, positief en open pedagogisch klimaat in een kleinschalige school, waar men elkaar kent en het onderwijs is afgestemd op de huidige maatschappij; • een schoolgebouw in uitstekende staat, dat staat in een unieke groene en prettige omgeving, met goede parkeergelegenheid. De vorm en ontwerp van het gebouw dragen bij aan de goede en rustgevende sfeer; • een onderwijsvorm, waarbij individuele kwaliteiten (en mogelijkheden) van ieder kind gerespecteerd worden. CDB Prins Mauritsschool haalt daarbij het maximale uit uw kind en uit de interactie tussen kinderen, ouders en leerkrachten. De kinderen hebben het gevoel in een "veilige" omgeving te zijn. De basis is dat de school uw kind leert het zelf te doen; • samen overblijven als onderdeel van de onderwijsvisie draagt bij aan de onderlinge verstandhouding tussen de kinderen; • ruime mogelijkheden voor extra aandacht aan kinderen. Door deze extra ondersteuning is er vrijwel altijd vervanging, zodat kinderen vrijwel nooit naar huis gestuurd worden; • een onderwijsvorm die de kinderen stimuleert zich te verdiepen in onderwerpen en daarover te presenteren in de vorm van diverse en veelzijdige projecten en producten als, boekenbeurt, enquête en spreekbeurt; • een goede mix tussen creatieve ontwikkeling (o.a. drama en beeldende vorming) en prestatie; • een hoge betrokkenheid en participatie van de ouders; • hoge betrokkenheid van goed gekwalificeerde en professionele leerkrachten; • de mogelijkheid tot invloed en betrokkenheid voor ouders door de combinatie van school en raden; • goede aansluiting op het voortgezet onderwijs doordat kinderen zelfstandig en sociaal vaardig zijn, goed hebben leren plannen en zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen leerproces; • mogelijkheden voor extra naschoolse activiteiten. Wij bieden goed onderwijs: • in een veilige en vertrouwde leef- en leeromgeving, • met als doel bij te dragen aan de ontwikkeling van een zelfstandig en positief kritisch denkend mens, • met gekwalificeerd en gepassioneerd personeel, dat zich continue bijschoolt, • met kwalitatief goede en boeiende lessen, • aan betrokken leerlingen, • met betrokken en participerende ouders, • resulterend opbrengsten boven de inspectienorm. Dit doen we door: • de kinderen (samen) probleemoplossend te laten denken, handelen en reflecteren;
“Excellent onderwijs maken we samen”
Streefdoelen Streefdoelen
1 9
• • •
moderne methoden, materialen en middelen te gebruiken, die rekening houden met de verschillen tussen en talenten van onze leerlingen; voor onze leerlingen zelfstandig en samenwerkend leren mogelijk maken en de kinderen de gelegenheid te geven te werken op eigen niveau, tempo, capaciteiten en interesses.
Ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid Alle leerlingen hebben het nodig goede en deskundige begeleiding te krijgen, ondersteunt door zowel de leerkracht als ook de ouders. Daarom is het van belang dat zowel de leerkracht als ook de ouders dezelfde ideeën hebben over de oorzaak en de aanpak van de leer- en / of gedragsproblemen van het kind. Thuis- en gezinsfactoren hebben voor 49% invloed op het leren lezen en rekenen van kinderen. Voor de school zijn ouders geen klanten of co-leerkrachten, maar ouders. Ouders zijn de experts van hun kind. We vinden het belangrijk om ouders te laten meedenken, meedoen en verantwoordelijkheid te geven. Veel ouders zijn op de een of andere manier bij onze school betrokken. Er zijn ouders die het onderwijs praktisch ondersteunen en ouders die beleidsmatig meedenken (medezeggenschapsraad). Regelmatig zijn er Ronde Tafel gesprekken, dan nodigen we ouders uit mee te denken over nieuwe onderwijsontwikkelingen. Ouders zijn partners van de school. Communicatie met ouders is voor de school een continu proces. Op de Prins Mauritsschool willen wij duidelijk kunnen communiceren over de volgende punten: • de wijze waarop wij op school met elkaar omgaan; • de manier waarop we ons onderwijs hebben ingericht; • de wijze waarop we ouders betrekken bij het onderwijs; • wat we verwachten van de ouders en • op welke wijze we de ontwikkeling van kinderen volgen en daarover met ouders communiceren. Om dit te kunnen realiseren is het leerkrachtgedrag: • motiverend en stimulerend; • innovatief; • gericht op levenslang (samen) leren; • inspelend op de verschillen tussen leerlingen; • reflectief op eigen handelen; • voorspelbaar en vertrouwd en • borgend en registrerend met behulp van het leerlingvolgsysteem, zodat de onderwijsbehoefte van individuele leerlingen nauwlettend gevolgd kan worden Het schoolmanagement: • inspireert; • coacht, managet en geeft leiding volgens de daltonprincipes; • is gericht op transformatie en op duurzame veranderingen;
“Excellent onderwijs maken we samen”
Leerling-participatie We vinden het belangrijk om leerlingen te laten meedenken, meedoen en verantwoordelijkheid te geven. Zo zitten er leerlingen in de leerlingenraad. De leerlingenraad wordt door een leerkracht begeleid. De leerlingen moeten zich prettig voelen op school. Wanneer er dingen veranderd of verbeterd worden, zien en betrekken we de leerlingen bij dit proces als schoolexperts.
2 0
• • • • • •
verbindt; geeft vertrouwen; is transparant; viert successen in de school; is naar buiten gericht en monitort de kwaliteit van het onderwijs en haar personeel.
Binnen het voedingsgebied worden we gekend en herkend als een brede school die vanuit haar Christelijke en daltonprincipes, gericht is op het vergroten van de prestaties van kinderen en omgaat met verschillen tussen leerlingen. Het scholingsbeleid staat in het licht van deze ontwikkeling. We werken vanuit een netwerk bestaande uit de school en andere voorzieningen (zorginstellingen, welzijn, cultuur en sport), met als doel de ontwikkelingskansen van kinderen en hun ouders te vergroten. Er is een nauw samenwerkingsverband tussen de drie huidige partners op beleidsmatig en praktisch niveau. De grootste uitdaging voor de toekomst is de krimp in de wijk: Hoe gaan de school en de stichting om met de krimp in de wijk? En welke positie neemt de school in binnen de Brede School, binnen de wijk? De school zal hier een antwoord op moeten vinden. Voor verdere uitwerking verwijs ik u naar de bijlage: Marketingplan
Thema’s:
Middels smart geformuleerde doelen zijn de kaders door de diverse expertgroepen, het managementteam en team geconcretiseerd. Kwaliteitszorg, nascholing, integraal personeelsbeleid en financieel management richt zich op en sluit aan bij de bovenstaande doelen, bij de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de leerling en leerkracht.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Een strategische en operationele uitwerking vindt u hierna. Wij onderscheiden 5 thema’s: 1. Identiteit 2. Ouders 3. Onderwijs, innovatie & Kwaliteit 4. Financiën & beheer 5. Personeel & Organisatie
2 1
Thema 1: Identiteit dentiteit Christelijk
“Excellent onderwijs maken we samen”
DaltonDaltononderwijs
2 2
Christelijke identiteit De Prins Maurits is een Christelijke school voor daltononderwijs. Dat betekent dat: • de school de levensbeschouwelijke identiteit ontleent aan de leer van Christus weer gegeven in de bijbel. • de onderwijskundige identiteit ontleent aan de daltonprincipes van Helene Parkhurst. De vijf daltonprincipes: zelfstandigheid, samenwerking, reflectie, vrijheid in gebondenheid en effectivitet. Deze worden verbonden door het principe van verantwoordelijkheid nemen en geven en vertrouwen schenken, geven en vragen. Godsdienstige vorming Expliciete godsdienstige vorming vindt in onze school plaats op verschillende momenten: • in de lessen 'godsdienst/levensbeschouwing’; • op andere momenten, zoals dagopeningen, vieringen en festiviteiten; • in het kader van het vakgebied ‘geestelijke stromingen’. Doelstellingen en inhouden De algemene doelstelling van de methode ‘Trefwoord’ is: een wederkerige ontmoeting tot stand te brengen tussen de belevingswereld van kinderen en de joods-christelijke geloofstraditie, zoals die vanuit de bijbel tot ons komt. In een doorgaande lijn komen per kalenderjaar ongeveer veertien thema’s aan bod. Deze thema’s sluiten aan bij de belevings- en ervaringswereld van de kinderen, houden in hun uitwerking rekening met actuele ontwikkelingen en vraagstukken in de samenleving en zijn steeds gebaseerd op een samenhangend aanbod aan Bijbelverhalen.
Algemeen: • één viering per jaar vindt plaats in de kerk; • visualisatie beelden; • prikborden met het thema van trefwoord (bij de ingang); • stukje in de nieuwsbrief; • Christelijke kinderboekenweek; • voor iedere viering verzamelen we werkjes en liedjes in een map en • jaarlijks een literair kadootje.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Daarmee sluit de methode aan bij de drie domeinen, zoals geformuleerd voor de kerndoelen voor het vakgebied ‘godsdienst/levensbeschouwing’ op de confessionele basisschool: 1. een bijdrage leveren aan de levensbeschouwelijk benadering en verdieping van levensvragen en levenservaringen van kinderen; 2. kennismaking met en verdieping van met name de Bijbelse verhalen en feest- en gedenkdagen in de christelijke traditie; 3. een bijdrage leveren aan de dialoog met mensen uit andere godsdienstige en levensbeschouwelijke oriëntaties;
2 3
In iedere klas: • kinderbijbel in elke groep; • dag openenen met gebed, gebed bij de lunch en sluiten met gebed; • dag openenen met 2 Christelijke liederen; • onderbouw en bovenbouw: lied van de maand; • aandacht voor biddag, dankdag en ander Christelijke feestdagen; • de dag van de viering staat geheel in het teken van die viering; • verwerking mee naar huis; • liedmap vanaf groep 4 en • linken van de Christlijke identiteit aan verschillende vakgebieden. Leefstijl is een heel goed voorbeeld hiervan. Groep 1/2: • aan het einde van groep 2 hebben de kleuters chronologisch de bijbel doorlopen. Wel doen de kleutergroepen met de kerst- en paasviering uit trefwoord mee; • leerlingen dragen bij aan het gebed; • 1 x per week een spiegelverhaal en • verwerking maandelijks mee naar huis.
Groep 5/6 Trefwoord: hierin is ook aandacht voor andere godsdiensten. Leerlingen dragen bij: • bij het gebed; gebedschrift waarin punten opgeschreven kunnen worden door de leerlingen en • weekopening Daarnaast is er: • 1 x per week een spiegelverhaal en • Verwerking 2 keer per maand mee naar huis. Groep 7/8 • Trefwoord: hierin is ook aandacht voor andere godsdiensten en geestelijke stromingen. • Leerlingen dragen bij: • bij het gebed; gebedschrift waarin punten opgeschreven kunnen worden door de leerlingen. • weekopening Daarnaast is er : • Christelijke filosofielessen (verdieping is nog nodig); • 1 x per week een spiegelverhaal en • verwerking wekelijks mee naar huis.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Groep 3/4: • dag openen met een kalenderplaat; • groep 3 begint met trefwoord; • leerlingen dragen bij aan het gebed; • 1 x per week een spiegelverhaal; • verwerking 2 keer per maand mee naar huis; • groep 3 volgt weekopening in de onderbouw. Deze groep krijgt een prominentere rol. Zij kunnen bijvoorbeelde een gedichtje of gebedje voorlezen.
2 4
Daltononderwijs
Samen werken is iets anders als samen overleggen. Onze school praat over samenwerkend leren. Tijdens het zelfstandig werken mogen de leerlingen samen overleggen, tenzij de daltonschijf op rood staat of de leerkracht aangeeft dat overleg niet mag. Bij het samen overleggen helpen de leerlingen elkaar bij het werk. Tijdens het samenwerkend leren zijn de leerlingen juist afhankelijk van elkaar en komen de volgende aspecten aan de orde: • leerlingen leren in interactie met elkaar; • leerlingen verbeteren hun leerprestaties en • leerlingen leren van en met elkaar. Het samenwerkend leren moet geleidelijk worden opgebouwd. De basis hiervoor is communicatie. De start hiervoor vindt plaats in de onderbouw. Leerlingen moeten naar elkaar luisteren (in de kring), bij hun groepje blijven en materiaal met elkaar delen. Deze basisvaardigheden zijn verder uitgewerkt in het communicatieplan.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Onze school ziet een kind als een persoon die zelf mag en kan kiezen, maar die voor de gevolgen van zijn keuzes ook zelf de verantwoordelijkheid draagt. Waar de kinderen verantwoordelijkheid voor nemen en voor zijn staat uitgebreid beschreven in het Daltonbeleidsplan: ontwikkellijn verantwoordelijkheid. Kinderen nemen/zijn verantwoordelijk(heid) voor: • de eigen planning van de dag/week; • het verloop van de dag. Dagritme wordt in de groep zichtbaar gemaakt; • de eigen gemaakte keuzes binnen de taak; • de vrijheid om wel of niet instructie te volgen; • het afkrijgen van de opdrachten; • de eigen manier van corrigeren; • het zelf om hulp vragen, als er veel fouten gemaakt zijn; • de gevolgen van zelf bedachte oplossingen bij problemen; • de sociale omgeving: rekening houden met, elkaar helpen, samenwerken, etc. • de te gebruiken materialen en de schoolomgeving; • het kiezen van een gunstige werkplek of samenwerkplek; • het naleven van de regels en afspraken en zo voor de goede sfeer in de groep; • elkaar. Zelfstandigheid is natuurlijk een van de vier pijlers van het Daltononderwijs. Binnen onze school maken we veel gebruik van het zelfstandig werken. Het is een onderdeel van ons klassenmanagement. In de kleutergroepen dragen de takenborden en dagritmekaarten bij aan het zelfstandig werken. In de hogere groepen tevens gebruiken we de dagplanning en natuurlijk de daltonschijf. De daltonschijf is tijdens het zelfstandig werken een onmisbaar hulpmiddel voor zowel de leerkracht, als de leerling. Ook de timetimer wordt ingezet om de hoeveelheid tijd zichtbaar te maken. Een extra ondersteuning tijdens het zelfstandig werken zijn de handelingswijzers. Deze kunnen heel simpel en effectief zijn om een leerling verder op weg te helpen.
2 5
De leerkracht moet er voor zorgen dat een samenwerkingsopdracht zo geformuleerd is, dat de leerlingen alleen het doel kunnen bereiken door samen te werken. Bij de verdeling van de taken en/of rollen houdt de leerkracht rekening met de individuele leerlingen. Iedere leerling moet zijn aandeel hebben in het totale groepsgebeuren. Een individuele verantwoordelijkheid geldt voor ieder lid van de groep. De leerlingen zijn verantwoordelijk voor hun eigen deel en medeverantwoordelijk voor het werk van de groep als geheel. Samenwerkingsprocessen moeten altijd kort geëvalueerd worden. Leerlingen moeten zelf een mening over het proces of het product kunnen geven. Zo kan er gesproken worden over wat goed of minder goed ging. Of hoe het een volgende keer nog beter kan gaan.
Iedere groep werkt met regels en routines die worden ingezet op onderstaande momenten. We noemen: • In de dag/weektaak; er worden bewust samenwerkingsopdrachten in de taak gezet. • In de instructielessen; taal-, reken- en andere methodes komen vaak suggesties voor samenwerkingsopdrachten. De leerkrachten zullen bewust samenwerkingsopdrachten opnemen in hun lesprogramma. • Binnen het bewegingsonderwijs; ook hier zal worden gezocht naar werkvormen waarbij samenwerking nodig is. Veel sport- en spelvormen zijn hiervoor geschikt. • Binnen de creatieve vakken; bij ons op school heeft elke groep TEHATEX (=tekenen/ handvaardigheid/ textiele werkvormen) lessen. Ook hebben we een periode een circuit. Ten eerste maken we een scheiding tussen de groepen 1-2, 3-4-5 en 6-7-8. Jonge kinderen moeten en willen eerst experimenteren met materialen en technieken. Oudere kinderen hebben meer ervaringen opgedaan en kunnen dus bewustere keuzes maken. Deze groepen zijn minder beperkt in eigengemaakte technieken en dus ook materiaal keuzes. De doelstellingen voor de oudere kinderen zijn dan ook meer productgericht. De groepen 3-4-5 en de groepen 6-7-8 worden gemixt. • Buitenspelbord: In de groepen 1-2 wordt gewerkt met het buitenspelbord. Door de kinderen te mixen komen sociale doelen en onze Daltongerichte doelen aan bod. • Topondernemers: vanaf groep 4 wordt gewerkt met de methode ‘Topondernemers’. Hierbij kunnen kinderen zelf opdrachten kiezen en deze samen uitwerken. Kinderen moeten het normaal vinden dat je elkaar helpt. Het is ook normaal dat je hulp vraagt. Niet alle kinderen kunnen dit uit zichzelf. Dan moeten we het hen leren. Tijdens het zelfstandig werken zal de leerkracht zich terughoudend opstellen t.o.v. de gebeurtenissen in de groep. Ook probleempjes in de sociale sfeer moeten de kinderen in eerste instantie proberen zelfstandig op te lossen. De taak De basisprincipes, die wij op school hanteren: vrijheid, zelfstandigheid, samenwerking en reflectie, menen wij gestalte te moeten geven middels taken. Na een groepsinstructie gaan de leerlingen individueel of per groep verder met hun opdrachten. De volgorde waarin de vormingsgebieden afgewerkt worden is evenals de tijdsduur een vrije keuze van iedere individuele leerling. Ter controle noteren ze welke opdrachten al afgewerkt zijn. Deze organisatievorm is van toepassing bij alle groepen.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Wij vinden het van grote pedagogische waarde dat kinderen sociale vaardigheden opdoen. Het samenwerken is daarom van grote betekenis.
2 6
Differentiatie Op de Prins Mauritsschool wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de verschillen tussen leerlingen. Ieder leerling is en leert nu eenmaal anders. De leerlingen zijn al vanaf de kleutergroepen gewend aan die differentiatie. Het hoort er gewoon bij. Op onze school wordt er op de volgende manieren omgegaan met verschillen: 1. leerlingen werken met een aangepaste weektaak: minimaliseren van de stof voor kinderen met een lager werktempo, compacteren van de stof voor leerlingen, die de stof sneller kunnen verwerken en extra opdrachten voor leerlingen, die meer aankunnen; 2. leerlingen krijgen instructie naar behoefte. Dit staat beschreven in de groepsplannen; 3. ondersteuningsbehoefte en onderwijsbehoefte staat beschreven in de groepsplannen en in de leerling-POP; 4. indien nodig werken leerlingen met een eigen leerlijn, waarbij het streven is om eind groep 8 minimaal de einddoelen van groep 6 te behalen; 5. bouwstofmateriaal is er voor de verschillende intelligenties, interesses, vak- en vormingsgebieden en 6. wij werken volgens het principe van de handelingsgerichte procesdiagnostiek: wij kijken naar kansen en mogelijkheden en sluiten aan bij wat de kinderen al kunnen. Er wordt hierbij ook gekeken naar de verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, het samenwerken en reflectieve vermogen van de leerlingen. Maatwerk Maatwerk is opgezet om leerlingen te laten oefenen met lesstof waarin zij extra oefening nodig hebben. ‘Lesstof op maat’ naar behoefte en ontwikkeling van het kind. Bij “het werken op maat” staat herhaling en tutoren. Er wordt gewerkt in zgn. vaklokalen. We maken een onderscheid tussen de midden- en bovenbouw. Door te kiezen voor een organisatie met heterogene groepen in vaklokalen met ‘andere’ leerkrachten, werken we niet alleen aan vakspecifieke kennisdoelen maar ook aan onze sociale doelen. De leerkrachten leren elkaars kinderen kennen wat de verantwoordelijkheid van de teamleden voor alle kinderen van de school ten goede komt. De groepsplannen vormen de basis voor de inhoud van het werken op maat. De nadruk ligt dus op het clusteren van de zorg. De basis voor het werken op maat zijn de groepsplannen voor: • Lezen • Spelling • Rekenen • Taal • Gedrag Instructie Bij het aanbieden van (nieuwe) leerstof is het geven van instructie een belangrijk aspect van het onderwijsgedrag. Het doel van de interactieve instructie is om deze zo effectief mogelijk te houden. De uitvoering van het onderwijsproces wordt in belangrijke mate gecontroleerd
“Excellent onderwijs maken we samen”
Misschien is de taak wel het bekendste element van het daltononderwijs. Er is in de school een opbouw in het omgaan met de taak. Die opbouw betreft onder andere • de tijd die aan de taak besteed wordt en de periode die hij beslaat; • de omvang van de taak en • de onderdelen van de taak.
2 7
door de leerkracht. Het belangrijkste hierbij is het aanbieden van leerstrategieën, het automatiseren van de leerstof. De belangrijkste punten uit de lessen worden besproken, er worden voorbeelden gegeven, voorkennis opgehaald, het doel en nut van de les wordt besproken en leerstof wordt ingeoefend. Per jaargroep wordt er gekeken hoe deze vorm van instructie het beste kan worden toegepast. De hoeveelheid instructie die een groep aankan, kan verschillend zijn. Dit in overleg met de intern begeleider. De instructie is er op gericht om de leerlingen zelfstandig aan het werk te kunnen laten gaan. De leerkracht geeft aan welk deel verplicht is, daarna kunnen leerlingen zelf bepalen of ze meer instructie behoeven. Vervolgens werkt een klein groepje leerlingen tijdens het werken aan de weektaak, aan de instructietafel met de leerkracht.
Uitgestelde aandacht Met uitgestelde aandacht bedoelen we een periode dat de leerkracht niet meteen beschikbaar is voor vragen en problemen van kinderen. De twee belangrijkste redenen om te werken met uitgestelde aandacht zijn: 1. het biedt de leerkracht de gelegenheid om ongestoord met individuele of met kleine groepjes kinderen te werken en 2. kinderen leren in deze periode zelfstandig probleempjes op te lossen en zijn op elkaar aangewezen voor onderlinge hulp. In de groepen 1 t/m 8 wordt de uitgestelde aandacht vormgegeven door een groot BAS-blok die de leerkracht duidelijk en zichtbaar neer zet. De rode stip geeft een sterk visueel signaal af en betekent: • de leerlingen praten op fluistertoon en • de leerkracht mag niet gestoord worden.
Vanaf groep 2 krijgen de leerlingen ook zelf een blokje. Dit zelfstandig werken-blokje kunnen we plaatsen onder de pijlers; zelfstandig werken en verantwoordelijkheid. Hieronder hebben wij een doorgaande lijn van het gebruik van het blokjes in schema verwerkt. Het grote blok wordt in de groepen 1 en 2 als hulpmiddel tijdens het zelfstandig werken gebruikt. In de groepen 3, 4 en 5 zal er vervolgens gestructureerd met de kleine blokjes en de time-timer gewerkt worden. Om zodoende een goede zelfstandige basishouding aan te leren. In de groepen 6, 7 en 8 verwachten wij dat de kinderen in afnemende maten het blokje zullen gebruiken tijdens het zelfstandig werken. De leerkracht kijkt hierbij naar de behoefte van de groep in relatie tot zijn zelfstandigheid. Symbolen van het blokje: Groen – samenwerken en open staan voor vragen Rood – stil zelfstandig werken, niet storen Vraagteken _ Neerleggen bij de leerkracht voor hulpvraag.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Op het moment dat het grote blok op rood staat, weten de leerlingen dat ze de leerkracht niet mogen storen. Bij een hulpvraag werken ze het volgende stappenplan af: • eerst moet je de opdracht nog een keer goed doorlezen; • vraag fluisterend om hulp aan je schoudermaatje; • vraag fluisterend om hulp in je eigen groepje (Dit moet wel één op één gebeuren.) en • ga verder met een volgende opdracht, totdat de meester of juf je bij zich roept.
2 8
BasBlokjes Groep1
Groep2
Groep3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep8
Wat en hoe!
Dalton ontwikkelingslijn
Implementatie van het grote blok en zijn betekenissen; rood, groen, vraagteken Zelfstandig werklessen grote blok systematisch gebruiken. Januari implementatie van kleine blokjes en werkplek. Systematisch werken met kleine en grote blok(jes) tijdens zelfstandig werklessen. Systematisch werken met kleine en grote blok(jes) tijdens zelfstandig werklessen. Systematisch werken met kleine en grote blok(jes) tijdens zelfstandig werklessen.
Leerkracht gestuurd
Leerkracht gestuurd en gecontroleerd
Leerkracht gestuurd en gecontroleerd
Leerkracht gestuurd maar meer verantwoordelijkheid bij de leerling neerleggen Leerkracht en leerling gestuurd. Leerkracht stuurt op procedure; handelt de leerling volgens afspraak, wanneer wel en niet gebruiken. Systematisch werken met kleine blokjes Overgang van verantwoordelijkheid tijdens zelfstandig werklessen. voor gebruik van leerkracht naar leerling. De leerkracht stuurt en differentieert in dit proces. Systematisch werken met kleine blokjes Leerling gestuurd. tijdens zelfstandig werklessen. Gebruik valt onder de eigen verantwoordelijkheid van de leerling. De leerkracht stuurt waar nodig bij. Systematisch werken met kleine blokjes Leerling gestuurd. tijdens zelfstandig werklessen. Gebruik valt onder de eigen verantwoordelijkheid van de leerling. De leerkracht stuurt waar nodig bij.
De instructietafel In iedere groep is een instructietafel aanwezig. De instructietafel wordt gebruikt om extra instructie te kunnen geven. Dit kan individueel of in een klein groepje plaatsvinden. Het kan zijn dat de leerkracht aangeeft met welke leerlingen aan de instructietafel gewerkt wordt. Dit kunnen leerlingen zijn met een eigen leerlijn, leerlingen die verlengde instructie behoeven, maar ook leerlingen die pre-teaching krijgen. Bovendien worden leerlingen die hun hulpkaartje inleveren hier (verder) op weg geholpen. (Zie onderdeel uitgestelde aandacht.) Tijdens het zelfstandig werken zit de leerkracht ook veel aan de instructietafel. De daltonschijf staat tijdens het werken aan de instructietafel op de oranje achterkant.
“Excellent onderwijs maken we samen”
De leerlingen krijgen te maken met de uitgestelde aandacht als de leerkracht gebruik maakt van de instructietafel. Aan deze tafel krijgen de leerlingen instructie, begeleiding en hulp. Dit kan individueel of in groepjes plaatsvinden.
2 9
Vrijheid en De leerlingen hebben hun eigen verantwoordelijkheid in het vragen om verantwoordelijkheid hulp. De vrijheid om zelf oplossingen te bedenken voor gerezen problemen. Tevens de verantwoordelijkheid voor de gevolgen daarvan. De vrijheid om hulp te zoeken en te geven. Zelfstandigheid De leerlingen moeten uit zichzelf om hulp vragen aan hun groepje of door het hulpkaartje in te leveren. De hulp van de leerkracht wordt pas gegeven als niet het kind, maar de leerkracht daartoe het initiatief neemt. Samenwerken Samenwerking vindt plaats door iemand uit je groepje te helpen als deze om hulp vraagt of door zelf om hulp te vragen. Oplossingen door middel van samenwerken worden gestimuleerd. Evaluatie en reflectie Evaluatie is belangrijk in ons lesgeven. Het kritisch kijken naar eigen handelen en houding is een voorwaarde om bewust keuzes kunnen maken, een voorwaarde voor het nemen van eigen verantwoordelijkheid. De ruimte om te evalueren op de weektaak is dan ook heel bewust tot stand gekomen. Zoals in het onderdeel ‘weektaak’ staat aangegeven, evalueren hierop de leerling, de leerkracht en de ouders. Evaluaties worden niet alleen op de weektaak aangegeven. Evaluaties vinden tevens plaats op de volgende momenten: • na het zelfstandig werken; • als afsluiting van een les of thema en • als afsluiting van een dag(deel). Tijdens zulke evaluatiemomenten wordt het leer- en werkproces van de leerlingen en de leerkracht besproken. Het proces kan dan aangestuurd of zelfs verbeterd worden.
Evaluatiemomenten kunnen in alle groepen plaatsvinden, uiteraard wel aangepast aan het niveau van de leerlingen. Aan het begin van de werkweek(donderdag) wordt er bij ons op school uitleg gegeven over de weektaak aan alle kinderen, zodat de leerlingen weten wat er de komende week van hen wordt verwacht. Onze definitie van reflectie is : nadenken over het eigen functioneren. Daarin vinden we belangrijk dat je je handelen ter discussie kunt en wilt stellen. Je denkt actief na over ervaringen, handelen, gedrag en keuzes. Het doel van reflectie is voor ons het verbeteren van zwakke punten, het versterken van sterke punten, zelfkennis vergroten, bewust worden van emoties en inzicht krijgen in eigen handelen. Hierdoor ontstaat een brede persoonlijkheidsontwikkeling. Dit past binnen de doelstellingen van ons daltononderwijs. Dit heeft nog verdere verwerking nodig. Hoe doen we dit dan in de praktijk?
“Excellent onderwijs maken we samen”
Vrijheid en De vrijheid zit in de keuze van het evaluatiemoment. verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Evalueren moet een gewoonte zijn. Iets wat iedere leerkracht (en leerling) als vanzelfsprekend doet. Samenwerken Tijdens het evalueren werken leerlingen en leerkracht samen.
3 0
Voor verdere uitwerking verwijs ik u naar: • het Daltonbeleidsplan; • het borgingsdocument “voorspelbaar leerkrachtgedrag”; • het borgingsdocument “effectieve leertijd” en • het borgingsdocument “effectieve instructie” van de school. Veranderdoelen Daltononderwijs staan beschreven bij thema 3: “Onderwijs, innovatie en kwaliteit”.
Brede school Colmschate Noord
De Brede School Colmschate Noord wordt gevormd door drie basisscholen (St. Bernardus, OBS De Schakel en CDB Prins Mauritsschool). In het complex de Polakkers zijn verschillende instellingen aanwezig. Zo zijn BSO en PSZ Sam en Iep, Leeuwenkuil, Raster kinderwerk, sportbedrijf Deventer, speelotheek Speelakker en BSO de Company er gevestigd. De brede school werkt samen met deze instellingen om de ontwikkelingskansen van kinderen van 2-12 te vergroten. Dat doen we o.a. door diverse activiteiten te organiseren. Zo kunnen alle kinderen met bijv. sport, kunst en muziek in aanraking komen. Tijdens die lessen kunnen kinderen leren waar ze goed in zijn, leren samenwerken en vooral veel plezier maken! Een paar keer per jaar word er door de brede school Colmschate een boekje aan de kinderen mee gegeven waarin alle activiteiten staan vermeld. De kinderen kunnen zich dan aanmelden voor een activiteit via het opgaveformulier. Bij enkele activiteiten worden kinderen aangemeld via de mail. Het programmaboekje komt ook op onze website.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Wij willen binnen het voedingsgebied gekend en herkend worden als een brede school voor kinderen van 2 tot 12 jaar die vanuit de Daltonprincipes, gericht is op het vergroten van de prestaties van kinderen en meer omgaat met verschillen tussen leerlingen. Het scholingsbeleid staat in het licht van deze ontwikkeling. We werken vanuit een netwerk bestaande uit de school en andere voorzieningen (zorginstellingen, welzijn, cultuur en sport), met als doel de ontwikkelingskansen van kinderen en hun ouders te vergroten. Doelstellingen van de brede school zijn: • een actieve deelname van kinderen aan de samenleving te bevorderen • kinderen een goede dagindeling te bieden • mogelijke achterstanden van kinderen weg te nemen • hun sociale competenties te vergroten • talenten weet te ontwikkelen Binnen de brede school worden we gekend door onze professionele voor- en naschoolse opvang. Samenwerking tussen de drie huidige partners vindt plaats op beleidsmatig niveau. Overkoepelende ontwikkeling op praktisch niveau is een volgende stap, die moet uitmonden in een goed werkend samenwerkingsverband.
3 1
Doelen Doelen identiteit SMART Borging Herkenbare plek in de school
Oplevering 2015-2016
Gespreksonderwerp in gesprekkencyclus. Opgenomen in het verslag en ondertekend Verwerking wekelijks mee naar huis met de kinderen Nieuwsbrief.
2015-2016
Borgingsdocument expertgroep identiteit
Oriëntatie: 2016-2017 Implementatie: 2017-2018
Gespreksonderwerp teamsessie evaluatie-dag
2016-2017
Werkplan Brede School
Jaarlijks
2015-2016
“Excellent onderwijs maken we samen”
Doel CDB Prins Mauritsschool heeft een fysieke plek voor bezinning. (QV) Iedere medewerker van de school kent de identiteit van de school en draagt die uit (QV) Ouders weten welke Christelijke thema’s behandeld worden tijdens de les Verdieping Christelijke filosofielessen midden- en bovenbouw Iedere medewerker kan een intakegesprek voeren met ouders en nieuwe leerlingen en kan daarbij de klantvoordelen helder verwoorden Brede School Colmschate Noord
3 2
“Excellent onderwijs maken we samen”
Thema 2: Ouders
3 3
Ouders Wij hechten veel waarde aan een goed relatie met ouders. Een relatie die uitgaat van elkaars kwaliteiten en verantwoordelijkheden. Onderwijs wordt verzorgd door een professioneel team dat hier ook de verantwoordelijkheid voor draagt en deze niet zal kunnen overdragen aan anderen. Dit markeert te gelijker tijd de verantwoordelijkheden van de leerkrachten en ouders. Ouders kunnen ons daarbij helpen om de activiteiten te ondersteunen die wij waardevol vinden voor ons onderwijs. Vanuit deze verschillende verantwoordelijkheden hebben we samen een gemeenschappelijk belang: het onderwijs zodanig te organiseren dat de leerlingen onderwijs krijgen dat zich laat kenmerken door: beleving - opbrengst - betrokkenheid. Om gericht te kunnen rapporteren over de vorderingen beschikt de school over een deugdelijk leerlingvolgsysteem. Hierin worden, volgens schoolafspraken, gegevens opgenomen om de ontwikkeling van elk kind goed te kunnen volgen. Het volgen van de ontwikkelingen van de leerlingen blijft niet beperkt tot de groepsleerkracht, maar behoort dit ook tot de taakinvulling van de directie en de intern begeleider. In gezamenlijkheid zijn we gefocust om de voortgang of het stagneren ervan zo snel mogelijk in beeld te hebben. De opgedane kennis wordt in onderlinge afspraak met de betreffende ouders gedeeld. Dit kan op de daarvoor geplande oudergesprekken of in een apart gesprek. Voor meer informatie over deze werkwijze en communicatie met de ouders t.a.v. de leerlingenzorg, verwijs ik u naar het zorgplan. Dit wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Ouders zijn op CDB Prins Mauritsschool zeer welkom om de betrokkenheid met elkaar te delen. De school kent een ouderraad waar ouders lid van zijn en werkgroepen, waar een ieder zich kan aanmelden om hier deel vanuit te maken. Samen met de leerkrachten worden dan de mogelijkheden van de invulling van de ondersteuning c.q. aanvullingen op het beleid onderzocht en ingevuld.
Uitgebreidere informatie is te vinden in het schoolondersteuningsprofiel (www.sopdeventer.nl), zorgplan, de schoolgids, communicatieplan en op onze website. Beleid Een communicatieplan geeft in hoofdlijnen weer wat er wanneer, op welke wijze en aan wie gecommuniceerd zal worden om het functioneren van school zo optimaal mogelijk te laten zijn. Elk niveau van informatie kent een eigen wijze van communiceren: • Generieke informatie nieuwsbrief; • Specifieke informatie leerkracht; • Klachten klachtenregeling; • Beleidsinformatie directie;
“Excellent onderwijs maken we samen”
De ouderraad, medezeggenschapsraad en het team verzorgen jaarlijks een gezamenlijke infoavond waarin de activiteiten van het komende cursusjaar over het voetlicht worden gebracht. Hierbij wordt nadrukkelijk gestreefd naar de gezamenlijke verantwoordelijkheden en aanvulling op elkaars kwaliteiten.
3 4
Het plan zorgt er enerzijds voor dat de school op een goede manier uitlegt waar het voor staat, welke keuzes men maakt en wat de consequenties hiervan zijn voor alle betrokkenen. Aan de andere kant kunnen kinderen, ouders en andere betrokkenen gemakkelijk de juiste informatie vinden. Dit plan gaat hoofdzakelijk over de interne communicatie. Aan de externe communicatie en pr worden, in combinatie met de streefdoelen die recent zijn ontwikkeld, in een later stadium invulling gegeven.
Doelen ouders SMART Doel Iedere ouder kent en onderschrijft de missie de school. (QV)
Borging Gespreksonderwerp van het oudergesprek.
Oplevering Augustus 2015. Alle ouders van de kinderen van groep 1/2. 2018 Alle ouders
Ieder kind heeft jaarlijks een gesprek met ouder en leerkracht over zijn haar ontwikkeling. (QV) Ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid is beschreven in een borgingsdocument
Gespreksverslag met daarin opgenomen beperkingen en talenten.
Augustus 2016
De school heeft een plan voor ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie. De school heeft een communicatieplan.
Augustus 2016 plannen klaar.
90% van de medewerkers die onvoldoende in staat zijn een adequaat oudergesprek te voeren hebben een training gesprekstechnieken gevolgd. (QV)
In ouderenquête geeft 80% van de ouders aan op de hoogte te zijn van het partnerschap Competentiebeoordeling LA: Augustus 2018 onderdeel 6 samenwerking met omgeving op alle drie de onderdelen een drie of hoger scoren (in C007) Verklaring in dossier Augustus 2018
“Excellent onderwijs maken we samen”
Elke leerkracht is in staat een adequaat oudergesprek te voeren (QV)
Augustus 2017 ouder is partner
3 5
Thema 3:
“Excellent onderwijs maken we samen”
Onderwijs Innovatie Kwaliteit
3 6
Onderwijs, innovatie & kwaliteit kwaliteit Vakgebieden en tijdbesteding Groep vak Lich. Opv.
1
2
3
4
5
6
7
8
5.00
5.00
2.00
2.00
2.00
2.00
2.00
2.00
Taal
2.30
2.30
7.45
7.35
6.30
6.30
6.30
6.30
Rekenen
2.30
2.30
5.00
5.00
5.00
5.00
5.00
5.00
Engels
0.00
0.00
0.00
0.00
0.45
0.45
0.45
0.45
W. Oriëntatie 0.45
0.45
2.00
2.00
3.00
3.00
3.00
3.00
Soc. Redz.
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
Expressie
4.00
4.00
4.00
3.00
3.00
3.00
3.00
3.00
Godsdienst
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
Pauze
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
Zorgstructuur De directie stelt zich tot doel om beter zicht te krijgen en te houden op de kwaliteit van de organisatie op gebied van: • kwaliteit van het onderwijs • de juiste zorg voor kinderen • niveau van de leerlingen • de uitstroomcijfers • waardering door direct bij de school betrokkenen Hiertoe is het nodig dat het management dit opneemt het activiteitenschema. Op deze wijze kan borging plaats vinden om op de juiste momenten gebruik te maken van de input De ontwikkeling van kinderen wordt systematisch gevolgd door middel van: • CITO leerlingvolgsysteem ( onderdeel van Parnassys) Cito – midden en eindtoetsen diverse groepen Leerlingvolgsysteem ZIEN NIO-toets groep 8 Cito eindtoets groep 8 • Methode gebonden toetsen • DMT- toetsen/AVI • Signaleringslijsten voor groep ½ • Protocol DHH • Protocol Dyslexie
“Excellent onderwijs maken we samen”
Kerndoelen en referentieniveaus. De school gebruikt voor alle vakgebieden methoden die voldoen aan de kerndoelen en referentieniveaus.
3 7
Om kwaliteit en continuïteit te waarborgen werkt de school volgens de principes van stichting LeerKRACHT. Er zijn jaarlijks: • 12 teamsessies met bouw gerelateerde onderwerpen; • 12 teamsessies met zorg gerelateerde onderwerpen; • wekelijks een bordsessie met het team; • wekelijks directie-IB bijeenkomsten; • 6 managementteambijeenkomsten (Dalton/bouwcoördinatoren, directie); • 2 groepsbesprekingen met leraren (IB – leraren; nov. / mrt.); • 2 maal per jaar toetsbesprekingen (IB – leraren); • 2 maal per jaar een opbrengstenvergadering. Cito-resultaten worden gezamenlijk geanalyseerd en interventies vormgegeven (schoolbreed, groepsgebonden en individueel per leerling); • 16 maal maakt de medewerker/leerkracht een lesvoorbereiding met een collega en • 16 maal bezoekt de medewerker/leerkracht een andere groep (en vice versa). Kwaliteitszorg Binnen de school hechten wij veel waarde aan het verbeteren van de kwaliteit van ons doen en laten en wel specifiek van ons onderwijs. We werken vanuit de cultuur dat: • we de goede dingen doen en die goed doen; • we verder kijken dan onze eigen groep en/of taak en leren van en met elkaar; • we inzicht hebben in onze sterke en zwakke kanten en die van de school in z’n totaal en • we instaat zijn om de verbeteringen vorm en inhoud te geven.
Door de samenhang ontstaat er een duidend beleid dat voor alle deelnemers aan het proces helder en duidelijk is. Het stelt de school instaat om de veranderingen in prioriteit door te voeren in omvang en tempo, waarbij succesindicatoren onze leidraad zijn. Voor onze school betekent het bovenstaande concreet, dat er weliswaar diverse toetsmetingen, procedures en formulieren worden gebruikt, maar dat de cyclische aanpak (PCDA) een ontwikkelpunt voor de komende plan periode is. • • • •
To Plan ( P) vaststellen van de doelen van de school en medewerkers To Do ( D) de doelen in praktijk realiseren To Check ( C) controleren of de doelen in voldoende mate gerealiseerd worden To Act ( A) wat goed gaat vasthouden ( borgen) en verbeteringen realiseren
De rol van de IB-er is van groot belang voor het bewaken van de kwaliteit van de zorg aan de leerlingen. Het directieteam, directie en ib-er, de kwaliteit van het gehele onderwijs binnen de school.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Goed bruikbare instrumenten en data die deze kunnen generen stellen ons in staat om inhoudelijk, doel- en opbrengstgericht overleg te kunnen voeren en vervolgens wijzigingen door te voeren.
3 8
Doelen onderwijs, innovatie & kwaliteit kwaliteit SMART
De school biedt een goede kwaliteit (QV) De school integreert en innoveert ict-middelen binnen haar onderwijs Impuls lezen
Alle scholen bieden goede kwaliteit (QV) De school biedt een goede kwaliteit Daltononderwijs Leerkrachten reflecteren met leerlingen volgens vastgestelde regels en routines tijdens de dagelijkse praktijk Leerlingen werken samen volgens een vaste aanpak. Impuls Topondernemers
Er is ruimte en tijd, er zijn mogelijkheden voor leerlingen zelfsturend te kunnen leren. Leerkrachten kunnen leerlingen hierbij begeleiden/coachen volgens een vaste aanpak. Leerlingen zijn gemotiveerder en presteren beter. Leerkrachten evalueren de weektaak naar de nieuwste
Borging Inspectierapport; iedere school beschikt tenminste over een basisarrangement van de inspectie. ICT-beleidsplan (zie bijlage)
Taal-leesbeleidsplan met: implementatie staal Implementatie bibliotheek op school Hogere opbrengsten Iedere school houdt 2 jaarlijks een benchmark met omliggende scholen. Daltoncertificaat wordt met 5 jaar verlengd Daltonbeleidsplan met: Ontwikkellijn reflectie Handelingswijzer
Oplevering Jaarlijks
2015
2015
Augustus 2016
2015-2016 2015-2016
Daltonbeleidsplan met 2015-2016 borgingsdocument “Coöperatieve werkvormen” Topondernemers is Eind 2015- 2016 geïmplementeerd in groep 3 t/m 8 Techniek is geïmplementeerd Nascholingsplannen: 2015-2016 Scholing en participatie aan “zelfsturend leren van leerlingen” Daltonbeleidsplan met borgingsdocument: “Aanpak zelfgestuurd leren”
2017-2018
Opbrengsten Weektaak
2016-2017
“Excellent onderwijs maken we samen”
Doel
3 9
De school biedt een breder cultureel aanbod.
ZIP: visitatie Zorgplan: DOL op CDB Prins Mauritsschool SOP Hoogbegaafdenbeleid Protocol dyslexie Protocol dyscalculie Groepsplannen Cultuurbeleidsplan met: integratie creatieve vakken in rtl-vakken, thema’, drama, dans en kunstbeschouwing
2018 2014-2015 en Jaarlijks bijstellen
Oriëntatie en plan: 2016-17 Implementatie: 2017-18
Leerlingen reflecteren, alleen en samen, met en zonder de leerkracht op eigen gevoel, denken en doen bij de diverse vormingsgebieden. De school biedt een antipestprogramma
Leerling-portfolio
Oriëntatie 2017-2018 Implementatie 2018-2019
Pestprotocol Methode Leefstijl Coole Kikker Training
Oriëntatie op methode 2017-2018 Implementatie 2018-19
Ouders, leerlingen en leerkrachten zijn tevreden over de school.(QV)
Tenminste 1 x in de 4 jaar vindt er een onderzoek plaats: 85% geeft aan tevreden te zijn. Engels is geïmplementeerd in groep 1 t/m 6 Predicaat “excellente” school
2017-2018
De school is tweetalig en biedt Engels vanaf groep 1 De school is een excellente school volgens de criteria/indicatoren van de inspectie*
2017-2018 2019
*De excellente school: Criterium 1 Resultaten breed Indicator 1. Resultaten op taal en rekenen-wiskunde (primair onderwijs) of op Nederlands, Engels en wiskunde (voortgezet onderwijs). Indicator 2. De school kan goede resultaten aantonen op de andere vakken (dan rekenen/taal, c.q. Nederlands/Engels/wiskunde). Indicator 3. De school kan goede resultaten aantonen op leergebieden als burgerschap, sociaal-emotionele vorming, redzaamheid, probleemoplossend vermogen.
“Excellent onderwijs maken we samen”
inzichten van de Daltonvereniging, volgens PCDA De school werkt volgens DOL van samenwerkingsverband Sine Limite De school heeft een helder schoolondersteuningsprofiel
4 0
“Excellent onderwijs maken we samen”
Criterium 2 Omstandigheden Indicator 4. De school heeft de kenmerken van de leerlingenpopulatie scherp in beeld en benut de kennis van de leerlingenpopulatie voor de inrichting van het onderwijs. Indicator 5. De school laat zien dat er, gezien de leerlingenpopulatie, een zeer goed resultaat wordt behaald. Indicator 6. De school gebruikt gegevens over de leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen. Criterium 3 Procesinrichting Indicator 7. De school laat zien dat de aanpak bijdraagt aan verhoging van de kwaliteit van het primaire proces. Indicator 8. De school laat zien dat de aanpak bijdraagt aan verhoging van de kwaliteit van de organisatie van de school. Criterium 4 Relatie processen en resultaten breed Indicator 9. De school toont aan dat veranderingen die zijn aangebracht in het onderwijsproces ervoor zorgen dat de resultaten van de leerlingen verbeteren. Indicator 10. De school heeft ervaring met het vasthouden van de resultaten en kan aantonen dat de succesvolle werkwijze geborgd is. Indicator 11. Het lerend en verbeterend vermogen van de school is evident. Criterium 5 Schoolexcellentiebeleid Indicator 12. De school heeft een gericht excellentiebeleid ingezet. Indicator 13. Het gebied, respectievelijk de gebieden, waarop de school uitblinkt, wordt erkend door andere scholen. Indicator 14. De school heeft concrete plannen om de excellentiefocus van de school verder te versterken
4 1
Methodes
vakgebied
A1 Zintuiglijke oefening
methode
D Engelse taal
Bewegingsonderwijs in de speelzaal Bewegen samen regelen Spelen samen regelen Taalactief Logo 3000 Veilig leren lezen Kleuterplein Onderbouwd Pennenstreken Veilig leren lezen Estafette van lezen Onderbouwd Nieuwsbegrip Pluspunt Kleuterplein Onderbouwd Take it easy
E Kennis gebieden 1 Aardrijkskunde
Topondernemers
2 Lichamelijke oefening B 1 Nederlandse taal
2 Schrijven 3 Lezen
C Rekenen
Groepen 1 x
2 x
3
5
6
7
8
2018 x x
x
4
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x
x x
x x x x
x
2019 2021 2022 2023 2018 2021 2022 2017 2019 2023 2022
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
2020 2021 2022 2020
x
x
x
2021
x x
x x
Mogelijk te vervangen vanaf:
x x
x
Schoolplanperiode: 2015-2019 Bewegingsonderwijs in de speelzaal Bewegen samen regelen
Veilig leren lezen
Pennenstreken
Take it easy Groep 1 t/m 6: 2017
4 Techniek F 1 Bevordering gezond gedrag en burgerschap 2 Gedrag in het verkeer G Sociale redzaamheid H Studievaardigheden
Trefwoord Verkeerskrant Leefstijl Blits
x
x x
x x
x x
x x
2021 2021
x x x x
x x x x
x x x
x x x
2021 2022 2018
Leefstijl
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
2017
Trefwoord
x
x
x
x
x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
2018 2022
“Excellent onderwijs maken we samen”
2 Geschiedenis 3 Natuuronderwijs
Topografie (Agteres) Topondernemers Leefwereld Nieuws uit de natuur Topondernemers Topondernemers Leefstijl
4 3
Thema 4: Financiën & Beheer
Financiën & beheer Om zich goed te oriënteren op de te ondernemen activiteiten om het onderwijs te optimaliseren, vindt de oriëntatiefase plaats buiten de geldelijke kaders. Geld volgt de ontwikkeling en heeft hierbij geen sturende werking. Jaarlijks wordt er een begroting opgesteld. De voorgenomen ontwikkelingen zijn vastgelegd in het schoolondernemingsplan 2015– 2019. Dit plan met de voorgenomen ontwikkelingen bepaalt de prioritering en omvang van de onderdelen in de begroting. Om alles inzichtelijk te houden blijven we als school het volgende onderscheid maken: • De groepsafhankelijke programma's van eisen; • De leerling-afhankelijke programma's van eisen; • De aanvullende programma's van eisen. A. Groepsafhankelijke programma's van eisen 1. Onderhoud a. gebouw b. tuin c. schoonmaak 2. Energie- en watergebruik. a. elektriciteit b. verwarming c. schoonmaak
B. Leerling-afhankelijke programma's van eisen 1. middelen a. medezeggenschap b. ouderraad c. W.A.-verzekering d. culturele vorming e. overige zaken f. dienstreizen g. onderhoud, vervanging en vernieuwing onderwijsleerpakket en meubilair
3. Publiekrechtelijke heffingen a. zuiveringslasten b. waterschapslasten c. rioolrecht d. reinigingsrecht
2. Administratie, beheer en bestuur a. administratie b. onderhoudsbeheer c. beheer en bestuur
1. Lokaal onderwijsbeleid Begroting Uitgaande van de financiële middelen wordt er jaarlijks een taakstellende begroting ingediend. De procedure rond het indienen en accorderen van de begroting staat beschreven in de nota bestuursbesluiten van de Stichting Quo Vadis Nascholingsbudget. Betreffende het nascholingsbeleid verwijzen we naar de bundel bestuursbesluiten van de Stichting Quo Vadis. Een gedeelte blijft onder beheer van de school In het kort zijn de volgende procedures afgesproken: • De vergoeding van de school wordt uitgekeerd aan het bevoegd gezag; • De school dient een nascholingsplan in, voorzien van een begroting;
“Excellent onderwijs maken we samen”
3. Formatie c. Aanvullende programma's van eisen
4 5
Het nascholingsplan wordt na weging van argumenten samengesteld naar aanleiding van: • Schoolbeleid; wat willen we de komende vier jaar bereiken en welke nascholing maakt daarvan deel uit; • Bovenschoolsbeleid; wat komt bovenschools op ons af; • Individueel beleid; individuele wensen die tijdens functioneringsgesprekken naar voren komen. Zorggelden Sine Limite. Binnen ons schoolbeleid is opgenomen dat een interne begeleider gefaciliteerd dient te worden met minimaal één dagdeel per 2 groepen per week. Deze bekostiging komt deels uit deze gelden. Ook worden deze gelden ingezet voor “passend onderwijs” op de school. Sponsoring. De school voert een zeer terughoudend beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële of geldelijke bijdragen en volgen hierbij het landelijke convenant betreffende sponsoring. We doen het zeker niet wanneer daar naar de leerlingen toe bepaalde verplichtingen aan verbonden zijn. Voor wat betreft de ouderbijdragen (onder meer in relatie tot het overblijven) staat het beleid beschreven in de schoolgids.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Het materieel en huisvestingsbeleid De raming van inkomsten en uitgaven is gebaseerd op gebouwafhankelijke- en niet gebouwafhankelijke voorzieningen. Wanneer er nieuwe les methoden zijn ingevoerd, wordt de afschrijvingstermijn in kaart gebracht en wordt de reservering vastgesteld (meerjarenbegroting). Daarnaast moet ook het budget voor verbruiksmateriaal begroot worden. Het verwerken van nota's gebeurt op declaratiebasis. Met betrekking tot gebouwafhankelijke zaken bestaat er een directe relatie naar het inspectieplan van het schoolgebouw. De uitvoering en controle op de planning van het onderhoud ligt in handen van Stichting Quo Vadis . Het dagelijks onderhoud van de gebouwen is, als het binnen de goedgekeurde begroting valt, ter verantwoording van de directeur.
4 6
Doelen financiën & beheer SMART Doel
Borging
Oplevering
De directeur kent de bekostigingssystematiek van zijn school en kan zelfstandig een sluitende (meerjaren) begroting maken en bewaken.
Begroting MR & team
Jaarlijks
Adequaat gebouwenbeheer onder gewijzigde omstandigheden (doordecentralisatie) Adequaat gebouwenbeheer onder gewijzigde omstandigheden (doordecentralisatie) Samenwerking met andere onderwijsinstellingen om kosten te verlagen. De schoonmaak en aankleding van de school blijft continu een aandachtspunt voor alle betrokkenen (bestuur, medewerkers school, ouders en kinderen) van de school.
Beleidsstuk QV “Gebouwenbeheer 2015-…”
December 2014
Implementatie “Gebouwenbeheer 2015 - …”
2015
2014-2018
jaarlijks
“Excellent onderwijs maken we samen”
Borgingsdocument inrichting en aankleding Begroting
4 7
“Excellent onderwijs maken we samen”
Thema 5:
Personeel & Organisatie
4 8
Personeel & Organisatie Het team van basisschool Prins Maurits kenmerkt zich door een grote betrokkenheid en professionaliteit. Deze actieve en enthousiaste houding is de kracht van het team voor zowel de eigen groep als voor de school in zijn geheel. De wet BIO ( bekwaamheid in Onderwijs) is binnen de Stichting vormgegeven middels het digitale bekwaamheidsdossier C007. Deze bevat de wetgeving – zelfonderzoek- waardering directeur – cv –pop – enz. Daarnaast is er op iedere school een personeelsdossier. Leerkrachten zijn ook hier eigenaar van. Deze bevat de wetgeving – staat van dienst – certificaten en diploma’s – acte van benoeming – jaarlijks takenbeleid -verzuim – verslagen functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. Om het proces te continueren van de professionele ontwikkeling van elke individuele groepsleerkracht, maar ook als team in z’n totale omvang te blijven onderhouden, blijven alle medewerkers zich continu ontwikkelen en bekwamen in een functioneel systeem, die leidt tot duurzame veranderingen, in een cultuur die gericht is op samen het positieve verschil te maken voor onze kinderen.
De inzet en ontwikkeling van ons personeel. Onze school wil met het personeelsbeleid de doelen van de school zo optimaal mogelijk verwezenlijken en daartoe het functioneren van het personeel en het welbevinden in hun arbeidssituatie bevorderen. Wij verwijzen hierbij naar de cao-overeenkomst. Er is gekozen voor een stapsgewijze ontwikkeling en implementatie wat moet leiden tot een samenhangend personeelsbeleid voor alle onder het bestuur staande scholen. Een en ander is vastgelegd in Personeelsbeleid Stichting Quo Vadis, waarnaar hierbij wordt verwezen. Zo heeft de Stichting beleid geformuleerd en regelingen vastgesteld, welke zich laten onderscheiden in: • loopbaanbeleid; • aanname beleid; • formatiebeleid; • mobiliteitsbeleid; • arbeidsvoorwaardenbeleid; • arbeidsomstandighedenbeleid.
“Excellent onderwijs maken we samen”
De school volgt methodiek van de Stichting leerKRACHT. De opbrengsten hiervan zijn: • meer werkplezier; • betere resultaten; • hogere kwaliteit instructie, dus beter onderwijs; • leren van en met elkaar; • medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling en nemen deze ook; • onderwijs-inhoudelijk gerichte houding; • opbrengstgerichte houding; • reflectieve houding en • saamhorigheid in het team
4 9
Het spreekt voor zich dat er sprake is van vele dwarsverbanden zijn. Ik verwijs u voor meer inhoudelijke informatie naar deze stukken. (www.stichtingquovadis.nl)
Taakbeleid. Een belangrijk aandachtspunt is en blijft het taakbeleid. De toegenomen werkdruk heeft de werkomstandigheden in het onderwijs sterk beïnvloed. Taakbeleid staat dan ook in een directe relatie tot het terugdringen van het ziekteverzuim, voor zover deze veroorzaakt wordt door de werkdruk. Bij het taakbeleid onderscheiden we een viertal deelterreinen te weten: • Taakomvangbeleid. Het totaal aan schooltaken wordt in beeld gebracht met daaraan gekoppeld een genormeerd aantal uren; • Taakverdelingsbeleid. Hierbij denken we aan het verdelen van de uit te voeren taken van de personeelsleden, rekening houden met hun functie en schoolspecifieke omstandigheden; • Taakbelastingsbeleid. Hierbij proberen we rekening te houden met het zo optimaal mogelijk functioneren van de teamleden in relatie tot hun aanstelling. • Belastbaarheidbeleid. Dit is het individuele functioneren van de teamleden. In het beheersen van de taakbelasting van ons personeel ziet het management toe op een zo evenredig mogelijke spreiding van de werkzaamheden door het jaar heen. Een zo evenwichtig mogelijke taakbelasting van de individuele personeelsleden, op dag en week, in relatie tot de normjaartaak. Met de wetenschap dat dit niet altijd mogelijk is door de kort in tijd elkaar opvolgende activiteiten. Wanneer de organisatie het toelaat proberen we zoveel mogelijk rekening te houden met de arbeidsomstandigheden van bepaalde groepen personeelsleden, zoals personeel in deeltijdbetrekkingen, pas beginnende en oudere leerkrachten. Ons beleid wordt gevoed door de volgende uitgangspunten: • schooltaken moeten worden verricht (plichten, maar ook rechten, bieden bescherming aan de persoon); • er moet bewust met de taakverdeling en de neventaken worden omgegaan t.a.v. de werkdruk en daaruit mogelijk voortkomend ziekteverzuim; • we gaan uit van de normjaartaak (cao) en • voor bepaalde taken worden les-vrije schooltijden verstrekt.
“Excellent onderwijs maken we samen”
Loopbaanbeleid. Onder loopbaanbeleid verstaan we al het beleid ten aanzien van nieuw en zittend personeel met als uiteindelijk doel goed functionerende personeelsleden die op een adequate wijze door hun direct verantwoordelijken worden begeleid. De stichting Quo Vadis stimuleert haar scholen plannen te ontwikkelen t.a.v. School Ontwikkelings Plan ( organisatie) en van het Persoonlijk Ontwikkelings Plan (medewerkers). Deze plannen vormen de ruggengraat van het Integraal Personeels Beleid De stichting heeft t.a.v. startende leerkrachten een beleidsdocument ontwikkeld, waardoor het dienstverband van tijdelijk naar vast voor beide partijen op een verantwoorde wijze plaatsvindt. Als goede werkgever hecht de Stichting veel waarde aan een goed arbeidscontact. Aan het eind van een contract zullen alle partijen in een goede verstandhouding uit elkaar willen gaan. Vandaar dat de Stichting in de toekomst ook beleid betreffende loopbaanbeëindiging en ontslag zal ontwikkelen.
5 0
Formatiebeleid. Op bestuursniveau wordt een meerjarenformatiebeleid geformuleerd, dat jaarlijks wordt geactualiseerd in een formatieplan. In de totstandkoming en vaststelling van het formatieplan volgt het bestuur de onderstaande procedure, tenzij zwaarwegende redenen of omstandigheden haar noodzaken van de procedure af te wijken: • op grond van de geëvalueerde ervaringen met het lopende beleid, worden periodiek de hoofdlijnen van het meerjarenformatiebeleid, zo nodig bijgesteld; • voor 1 januari is die bijstelling verbijzonderd in uitgangspunten voor het formatieplan van het daaropvolgend cursusjaar; • deze uitgangspunten gaan bij gewijzigd beleid ter instemming en bij ongewijzigd beleid ter kennisname naar de G.M.R.; • zo spoedig mogelijk na de teldatum, legt het bestuur het ontwerp formatieplan als voorgenomen besluit voor aan de G. M.R. en • het bestuur stelt het formatieplan voor een komend cursusjaar vóór 1 april daaraan voorafgaand vast.
Arbeidsvoorwaardenbeleid. Onder arbeidsvoorwaardenbeleid verstaan we het geheel van regels en afspraken die gelden in de arbeidsrelatie tussen een werkgever en werknemer. Veel is vastgelegd in het Collectieve Arbeids Overeenkomst voor primair onderwijs. We onderscheiden: • primaire arbeidsvoorwaarden, waaronder salaris en pensionverzekering; • secundaire arbeidsvoorwaarden, waaronder beleid inzake de verlofregeling en diverse vergoedingen en • tertiaire arbeidsvoorwaarden, waaronder het afsluiten van voordelige verzekeringen of begunstigingsovereenkomsten. Arbeidsomstandighedenbeleid. De belangrijkste verplichting die voor het bestuur voortvloeit uit de Arbo-wet is het voeren van integraal Arbo-beleid. De zorg voor arbeidsomstandigheden (veiligheid, gezondheid en welzijn) dient ingebed te zijn in het beleid van de gehele Stichting. Daartoe is bovenschoolsbeleid geformuleerd en vervolgens op schoolniveau ingekaderd op de daarvoor van toepassing zijnde situatie. De Arbo-wetgeving is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • de arbeidsomstandigheden worden beschouwd als onderdeel van het algemene beleid van de instellingen;
“Excellent onderwijs maken we samen”
Bij het formatiebeleid tracht de stichting verder aan te geven hoe de werving en selectie van nieuw personeel zal verlopen. Belangrijk onderdeel hierbij is de verdeling van, eventuele nieuwe functies. Uiteraard bepaalt het aantal leerlingen de omvang van de formatie van de gehele stichting en in het bijzonder de individuele scholen. Aangezien de financiële risico's aanmerkelijk zijn, is het strategisch beleidsplan op bestuursniveau van grote betekenis voor de meerjarenformatieplan. De besteding van het formatiebudget geschiedt mede met inachtneming van het perspectief op behoud van werkgelegenheid. Ten behoeve van het bovenschoolse management wordt van iedere school de toegekende middelen aangewend om dit te financieren. Gelden voor specifieke doelen zullen moeten worden aangewend om het gestelde doel te realiseren.
5 1
• de zorg en verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden zijn primair de verantwoordelijkheid en de taak van werkgever en werknemers gezamenlijk en • de overheid schept de wettelijke kaders, stimuleert werkgevers en werknemers actie te voeren en ziet toe op de naleving en sanctioneert indien noodzakelijk. Het te voeren Arbo- beleid in algemene zin heeft betrekking op het realiseren van een Arbozorgsysteem. Aandachtspunten voor beleid zijn: • het voeren van gericht verzuimbeleid; • het voeren van preventief beleid op het gebied van veiligheid en gezondheid teneinde onveilige en ongezonde situaties te voorkomen en • het voeren van beleid inzake welzijnsaspecten van het werk zoals verminderen van de werkdruk en het scheppen van een arbeidsomgeving waarbinnen men zich kan ontplooien. Om een overzicht per school van de knelpunten inzichtelijk te krijgen heeft een Risico Inventarisatie plaatsgevonden. De uitkomst hiervan zal aanleiding kunnen zijn voor het aanpakken van een aantal wettelijke zaken en deze om te zetten in een plan van aanpak. Dit plan zal dan jaarlijks worden vastgesteld door de directie en de medezeggenschapsraad. Op school zijn personen aanwezig die de opleiding van Bedrijfshulpverlener (BHV'er) met goed gevolg hebben gevolgd. De school heeft een ontruimingsplan en toetst dit regelmatig op zijn kwaliteit. Het geheel wordt gecoördineerd door de preventiemedewerker.
Doelen personeel en organisatie SMART
De gemiddelde groepsgrootte bedraagt Quo Vadis breed tenminste 24 leerlingen Optimale inzetbaarheid personeel (QV) Vakbekwaamheid (QV)
Vakbekwaamheid (QV) Iedere leerkracht is volgens de classificatie van C007 competent om in iedere groep onderwijs te verzorgen (QV)
Borging Groepsplannen Onderwerp functioneringsgesprek Zorgplan
Oplevering jaarlijks
Augustus 2015
Mobiliteitsplan
Maart 2015
“Competent” is acceptabel voor startende leerkrachten tot maximaal 2 jaar ervaring. Daarna hoger niveau. Aannamebeleid
Augustus 2015
Gespreksverslagen personeelsdossier Managementrapportage 2015, 2016
Augustus 2016
“Excellent onderwijs maken we samen”
Doel De leerkrachten zijn in staat om hun handelen en klassenmanagement af te stemmen op datgene wat de ondersteuningsbehoefte van de leerling is, volgens een vaste aanpak.
5 2
Alle medewerkers blijven zich continu ontwikkelen en bekwamen in een functioneel systeem, die leidt tot duurzame veranderingen, in een cultuur die gericht is op samen het positieve verschil te maken voor onze kinderen. Inslijpen van de principes, de structuur,(bordsessie, klassenbezoek, lesvoorbereiding, feedback geven, leervragen en teamdoelen) van stg. leerKRACHT tot professionele cultuur. De leerkrachten bekwamen zich in de instructievaardigheid moddelleren en passen dit toe tijdens de instructie. De leerkrachten bekwamen zich in de instructievaardigheid visualisatie en passen dit toe tijdens de instructie. Vakbekwaamheid (QV) Gezamenlijke inzet OOP op conglomeraatniveau (QV) Tijdens de planperiode wordt een Risico-inventarisatie en evaluatie gehouden. Leerkrachten werken volgens de afspraken uit het Daltonbeleidsplan.
Expertise en talenten zijn centraal in kaart gebracht Communicatieplan
Augustus 2016 Augustus 2015
Invoering 5 gelijke dagen
Augustus 2016
MTO (vierjaarlijks) 2015-2016 Eigen kwaliteitszorgsyssteem (zoals bijvoorbeeld WMK-PO) Opbrengsten leerlingvolgsysteem (jaarlijks) Vragenlijsten scholen; ouders, leerkrachten en leerlingen. (vierjaarlijks) Visitaties en audits externe instanties als inspectie, samenwerkingsverband
Nascholingsplan Borgingsdocument directe instructie
Scholing 2015-2016 2016-2017
Nascholingsplan Borgingsdocument directe instructie
Scholing 2015-2016 2016-2017
Iedere leerkracht staat geregistreerd in “Het lerarenregister”. Jaarplannen / verslagen
Augustus 2017
2018
Rapportage
2018
Daltonbeleidsplan Klassenbezoek & collegiale consultatie stg. Leerkracht SWOT door begeleider op gedrag. Onderwerp bij gesprekcyclus
2014-2019
“Excellent onderwijs maken we samen”
Kennisuitwisseling (QV) Goede interne en externe contacten (QV) Optimaliseren inzet personeel
5 3
Formulier: “Vaststelling van strategisch schoolbeleidsplan”
CDB Prins Mauritsschool Zwaluwenburg 10 7423DS Deventer
Verklaring Het bevoegd gezag van CDB Prins Mauritsschool, de bestuurder van stg. Quo Vadis heeft het van 1-1-2015 tot 1-1-2019 geldende strategisch schoolbeleidsplan van deze school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag, Plaats: Deventer Datum: Naam:
Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van CDB Prins Mauritsschool in te stemmen met het strategisch schoolbeleidsplan. Plaats: Deventer Datum: Naam: Functie: Handtekening:
“Excellent onderwijs maken we samen”
Handtekening:
5 4