Strategie RegioCultuurCentrum Idea 2013-2016 Lezen, ontwikkelen en samenwerken
Vastgesteld d.d. 17 december 2012 Goedgekeurd d.d. 16 januari 2013
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
Inhoud Inleiding ............................................................................................................... 3 1. Stip aan horizon ........................................................................................... 4 2. Missie en maatschappelijke waarde ................................................................ 5 3. De kracht van Idea: cultuureducatie en leesbevordering ................................... 6 4. Welke keuzes maken we in onze dienstverlening? ............................................ 7 Kenniseconomie vereist aandacht voor basisvaardigheden en achterblijvers ....... 7 Visie op delen .............................................................................................. 8 Lezen en leren ............................................................................................. 9 Focus op mediawijsheid ...............................................................................10 Partner in informatie en partner in netwerken ................................................11 Van klant naar relaties ................................................................................12 5. Wat gaat er veranderen? ..............................................................................13 Inhoudelijk ................................................................................................13 Organisatie en personeel .............................................................................13 Huisvesting ................................................................................................14 Financiën en ondernemerschap ....................................................................15 Samenwerken ............................................................................................15 Hoe ....................................................................................................................15 Tot slot ...............................................................................................................16 2
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
Inleiding Idea is een jonge organisatie, ontstaan uit een fusie van bibliotheken in de gemeenten Bunnik, De Bilt, Soest en Zeist. In de gemeente Soest bestaat Idea tevens uit een kunstencentrum, theater, cultuurpunt en kunstuitleen. We zitten halverwege de periode van ons eerste bedrijfsplan 2011 – 2014. In deze strategienotitie willen we, na even achterom te hebben gekeken, kritisch vooruit kijken en onze plannen voor de komende jaren verbeteren en aanscherpen. De huidige revolutie van internet en ICT is nog lang niet uitgeraasd. Vrij algemeen wordt de digitalisering beschouwd als een fundamentele katalysator voor (maatschappelijke) vernieuwingen. We zien de contouren van een nieuwe kennis-, informatie- en netwerksamenleving ontstaan. Onder de noemer van Web 2.0. staan gebruikersparticipatie en permanente innovatie centraal. De burger, de consument, de patiënt, de vrijgezel, de werkzoekende, de ZZP’er, ouders, kinderen, de werkgever, de cultuurinstelling, allemaal hebben we internet ontdekt als een plek om onze identiteit vorm te geven, elkaar te ontmoeten en gezamenlijk te reflecteren en initiatieven te ontplooien. Van cultuurinstellingen, zoals Idea, wordt een antwoord verwacht op deze revolutie, net als op het veranderende gedrag van onze klanten. De veranderende taakstellingen van onze opdrachtgevers spelen daarnaast een belangrijke rol in de oriëntatie op de toekomst. Al met al reden genoeg keuzes en doelen uit ons eerste bedrijfsplan scherp tegen het licht te houden. Dat doen we in deze strategienotitie 2013 – 2016. Dit leidt tot een nieuw toekomstperspectief voor de organisatie en haar medewerkers en biedt zowel medewerkers als klanten een persoonlijke kans op vernieuwing en ontwikkeling. Deze strategienotitie is géén nieuw bedrijfsplan: naar SMART-doelstellingen of een deugdelijke financiële onderbouwing is het lang zoeken. Deze notitie gaat over wat wij belangrijk vinden om te realiseren, samen met andere (culturele) instellingen, partners en gemeenten. Over hoe wij onze rol in de (lokale) samenleving zien en over waar we willen staan in 2016. Die stip aan de horizon schetsen we in deze notitie. Eén ding is zeker, de weg er naar toe zal geen rechte lijn zijn. We zullen continu aan ons innovatieve vermogen moeten werken, om te blijven voldoen aan de eisen van de markt en de opdrachtgevers. Zelfs de exacte locatie van die stip aan de horizon is moeilijk te voorspellen, want de horizon is voortdurend in beweging. We geven in deze notitie de richting aan, de route wordt later uitgewerkt in jaarplannen. Deze strategienotitie is niet geschreven uit defensieve overwegingen. Wel zijn we realistisch, de bomen reiken niet tot meer tot in de hemel. Daarnaast is er discussie over de rol en waarde van bibliotheken en culturele instellingen in onze samenleving. We zien kansen en mogelijkheden om de rol en functie van Idea in onze samenleving samen met anderen te versterken en onze maatschappelijke waarde te vergroten. En precies daar gaat deze notitie over.
3
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
1.
Stip aan horizon
In 2016 is Idea uitgegroeid tot de meest vooraanstaande en toonaangevende organisatie in de lokale en regionale culturele infrastructuur, met een wijdverbreid netwerk van samenwerkingsverbanden. Die positie bereiken wij door zelfstandige groei én door samenwerking met vele (culturele) partners. Door het aangaan van structurele samenwerking, waarbij wij geen enkele vorm uitsluiten, kan Idea haar rol in de samenleving versterken en een bijdrage leveren aan vele maatschappelijke thema’s. Inhoudelijk kiest Idea voor twee speerpunten: Leesbevordering Cultuureducatie Binnen het speerpunt cultuureducatie, leggen we het accent op: Informatie- en netwerkfunctie Kunsteducatie Mediawijsheid Wij kiezen voor deze speerpunten omdat op deze punten de grootste maatschappelijke urgentie zit en de meeste kans voor een onderscheidende positie van Idea. De huidige en toekomstige kenniseconomie geven richting aan onze dienstverlening. Om hierin toegevoegde waarde te leveren wil Idea een podium zijn waar je kennis en informatie met elkaar kunt delen en verrijken. Idea biedt de dienstverlening aan in haar eigen vestigingen, op locatie in scholen en wijken én virtueel. Onze dienstverlening is sterk gericht op wat de klant vraagt, hoe tevreden de klant is en wat de opdrachtgever ons geeft. Het aanbod van de bibliotheken, het kunstencentrum, het theater, het cultuurpunt en de kunstuitleen is optimaal geïntegreerd, sterk doelgroepgericht en is beschikbaar in de hele regio in samenwerking met diverse culturele partners. Voor het onderwijs is Idea uitgegroeid tot een structurele samenwerkingspartner, op uitvoerend én beleidsmatig / strategisch niveau. De samenwerking met gemeenten is hecht, ook op de minder geëigende beleidsterreinen. Ook met het bedrijfsleven zijn samenwerkingsverbanden aangegaan. Als organisatie is Idea flexibel en slagvaardig, met een vaste kern van deskundige medewerkers, met daarom heen een schil van betrokken zelfstandige professionals en vrijwilligers. Zij zijn trots op hun vak, wat zij dagelijks uitoefenen. Financieel is Idea gezond. Onder meer door de ontwikkeling van derde geldstromen en de introductie van nieuwe verdienmodellen is de financiële afhankelijkheid van gemeentelijke subsidies verminderd en de basis verstevigd.
4
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
2.
Missie en maatschappelijke waarde
De omgeving verandert in razend tempo. De internetrevolutie, de toenemende digitalisering én de maatschappelijke individualisering zijn de drijvende krachten achter die veranderingen. Daar komen bezuinigingen bij, maar ook de wens naar een meer duurzame samenleving. Scherpe keuzes moeten worden gemaakt. Wie betaalt straks de muziekschool, wie betaalt straks de bibliotheek, krijgt de lokale schouwburg nog wel subsidie, of ons eigen kunstencentrum? Het is maar helemaal de vraag of als het straks weer beter gaat de overheidssubsidies op het oude, vertrouwde niveau zullen terugkeren. Wil Idea als instelling relevant blijven, dan zullen we ons moeten aanpassen. Met alleen een actuele collectie en een afwisselend kunsteducatief aanbod redden we het niet. Waarom zijn wij er en waarom doen we er toe? Dat antwoord willen wij geven in deze notitie. In ons bedrijfsplan 2011 – 2014 staat onze missie verwoord: Idea is een culturele onderneming die middenin de samenleving staat. Als laagdrempelige toegangspoort tot informatie, media, kunst en cultuur biedt Idea inspiratie en ondersteuning bij de ontwikkeling van mensen en stimuleert zij lezen, kijken, luisteren en het genieten van cultuur. Idea wil een stap verder gaan en de missie eenvoudiger en duidelijker maken: Idea wil alle burgers inspireren, voeden en verrijken en kansen bieden om volwaardig mee te kunnen doen in de moderne kennis- en informatiesamenleving. Daar liggen onze ambities en gezamenlijke drijfveren. Om volwaardig mee te kunnen doen in de moderne kennis- en informatiesamenleving is het essentieel dat iedereen beschikt over voldoende vaardigheden op het gebied van lezen en taal, maar ook op het gebied van (culturele) creativiteit1. De belangrijkste maatschappelijke meerwaarde van Idea zit vooral in het ondersteunen en samenwerken op het gebied van leesbevordering en culturele creativiteit. Daar werken wij aan, dat is ons bestaansrecht, en daar doen wij niets aan af.
1
Onder (culturele) creativiteit verstaan we vaardigheden als bijvoorbeeld voorstellingsvermogen en probleemoplossend
vermogen
die
je
ontwikkelt
door
deel
kunstencentrum, het theater, de bibliotheek en het cultuurpunt.
te
nemen
aan
activiteiten
in
het
5
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
3.
De kracht van Idea: cultuureducatie en leesbevordering
Idea is een organisatie waarin de functies van bibliotheek, kunstencentrum, theater, kunstuitleen en cultuurpunt samenkomen. Weliswaar wordt de meeste aandacht, inzet en budget vrijgemaakt voor de bibliotheekdienstverlening in alle gemeenten, maar het is de combinatie met het kunstencentrum en het theater dat Idea tot een unieke organisatie in de bibliotheek- en cultuursector maakt. Binnen Idea zijn cultuureducatie en leesbevordering de bindende factoren. De bibliotheek doet aan cultuureducatie, het kunstencentrum doet aan cultuureducatie en dat geldt ook voor het theater, de kunstuitleen en het cultuurpunt. Dat iedereen moet kunnen lezen is duidelijk, maar aan het maatschappelijk belang van cultuureducatie wordt nog wel eens getwijfeld. Onlangs is door de Raad voor Cultuur en de onderwijsraad in een beleidsnotitie het belang van cultuureducatie benadrukt. ‘Cultuureducatie stelt kinderen en jongeren in staat een open houding te ontwikkelen ten aanzien van kunst en cultuur en geïnspireerd en gegrepen te worden door kunstzinnige en culturele uitingen. Zij leren hun emoties te uiten en zelf kunst te creëren. Ook draagt cultuureducatie bij aan de ontwikkeling van leergebiedoverstijgende vaardigheden, zoals analyseren, creëren en reflecteren’, vaardigheden die in onze maatschappij van steeds groter belang zijn2. Cultuureducatie bestaat uit vier domeinen, t.w.: kunsteducatie, erfgoededucatie, literatuureducatie en mediawijsheid. Deze domeinen sluiten goed aan op en overlappen deels de kernfuncties in de bibliotheeksector: lezen, leren en informeren en in het kunstencentrum: creativiteit, cultuurbewustzijn en burgerparticipatie. Idea kiest naast leesbevordering voor cultuureducatie, waarbij de invulling van cultuureducatie per gemeente kan verschillen. Die keuze is van inhoudelijke, organisatorische en strategische aard. Met de combinatie van een bibliotheek, kunstencentrum en theater is Idea bij uitstek geëquipeerd innovaties door te voeren, relaties te binden, samenwerking met culturele partners aan te gaan en nieuwe klanten aan te spreken. Idea zal haar kennis en ervaring tegelijkertijd blijven inzetten in alle gemeenten. Juist in de combinatie zien wij kansen onze rol in de samenleving en onze maatschappelijke waarde te vergroten en stevig te verankeren in onze samenleving. Bovenal stelt de keuze voor cultuureducatie en leesbevordering ons in staat om vanuit een stevige bestuurlijke basis de meeste toegevoegde waarde voor burgers te kunnen leveren. Dat maakt de keuze van Idea voor cultuureducatie en leesbevordering naast een inhoudelijke, óók een strategische keuze.
2
‘Cultuureducatie: leren, creëren en inspireren’, beleidsnotitie Raad voor Cultuur en Onderwijsraad, juni 2012
6
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
4.
Welke keuzes maken we in onze dienstverlening?
Idea kiest voor cultuureducatie en leesbevordering, waarin de functies van bibliotheek, kunstencentrum en theater tot één innovatief, uitdagend en herkenbaar dienstverleningsaanbod worden samengesmeed. Binnen dat brede dienstverleningsaanbod is focus vereist, want we kunnen en we willen niet alles. Dus moeten we kiezen. Kijken we om ons heen, wat zijn dan de ontwikkelingen die ons voeden en richting geven? Kenniseconomie vereist aandacht voor basisvaardigheden en achterblijvers 3 Europa heeft de ambitie een vooraanstaande kenniseconomie te worden. Scholing en opleiding zijn hiervoor essentiële elementen. Om dit bevorderen zijn streefcijfers aangesproken, de zogenoemde Lissabondoelstellingen. De Nederlandse regering streeft naar een plek in de top 5 van de grootste kenniseconomieën in 2020. Daarbij gaat het streven naar excellentie hand in hand met goed en passend onderwijs waardoor er geen groepen buiten boord vallen. Eén van de voorwaarden voor een optimale kenniseconomie is een hoog opgeleide bevolking. Nederland wil het percentage hoogopgeleiden onder de beroepsbevolking de komende jaren verhogen van bijna 30% naar 50% in 2020. Ondanks de algemene stijging van het opleidingsniveau zijn er ook zorgen over de kwaliteit van het onderwijs. Uit onderzoek van de onderwijsinspectie blijkt dat er steeds meer kinderen zijn die de basisvaardigheden in taal en rekenen onvoldoende beheersen om goed te kunnen functioneren in de samenleving. Mede hierdoor verloopt de aansluiting tussen de verschillende onderwijstypen niet altijd even soepel. In het Nederlandse onderwijsbeleid komt steeds meer nadruk te liggen op de basisvaardigheden taal en rekenen, in 2010 onder meer vastgelegd in de nieuwe wet ’Referentieniveaus Nederlandse taal en rekeningen’. Veel aandacht wordt in het Nederlandse onderwijs besteed aan het bestrijden van achterstanden o.a. op het gebied van laaggeletterdheid. Divers recent onderzoek toont aan dat het gemiddeld niveau van geletterdheid al jaren achter uitgaat. Laaggeletterdheid is zeker niet alleen een allochtoon probleem. Onderzoek leert dat 69% van de laaggeletterden in Nederland is geboren en 67 % van de laaggeletterden spreekt Nederlands als eerste taal. Dat maakt laaggeletterdheid vooral ook een zaak van autochtonen. Onder meer met een Aanvalsplan laaggeletterdheid heeft de overheid de laatste jaren gewerkt aan het voorkomen en tegengaan van laaggeletterdheid. Streven van het Ministerie van OCW is het aantal laaggeletterden in 2015 met 60% terug te brengen. Met het vaststellen van de Lissabondoelstellingen is een ‘leven lang leren’ hoog op de agenda komen te staan. Van burgers wordt verwacht dat zij voortdurend hun competenties blijven ontwikkelen. Een ‘leven lang leren’ geeft mensen de beste kansen tot persoonlijke ontwikkeling en het leveren van een bijdrage aan de kenniseconomie.
3
Zie diverse notities en onderzoeken w.o. - ‘De aanpak van laaggeletterdheid door bibliotheken’, SIOB en Research voor Beleid, mei 2011 - ‘Nieuwe bibliotheken, nieuwe competenties’, SIOB, juli 2011
7
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
De Onderwijsraad streeft er dan ook naar het leren in alle levensfasen te stimuleren. De focus ligt daarbij niet alleen op formeel leren (onderwijs), maar ook op informeel (al doende leren) en non-formeel (cursussen, trainingen) leren. Het streven in Nederland om tot de top van de kenniseconomieën te horen, en als gevolg daarvan de toenemende aandacht voor basisvaardigheden (lezen!), voor laaggeletterden en voor een ‘leven lang leren’, biedt bibliotheken perspectief op al deze gebieden een belangrijke rol te spelen. Idea ziet kansen en mogelijkheden toegevoegde waarde te kunnen leveren op het gebied van: Versterken van de basisvaardigheid lezen bij kinderen Terugdringen van de laaggeletterdheid bij burgers Vergroten van de zelfredzaamheid en participatie van burgers Verbreden en verdiepen van de kennis van burgers (leven lang leren) Idea wil daar de komende jaren overduidelijk op inzetten, maar realiseert zich tegelijkertijd dat hiervoor keuzes én een doelgroepgerichte aanpak vereist zijn. Naast de bestaande samenwerkingsverbanden, zoekt Idea ook de samenwerking met niet geijkte partners.
Visie op delen Een van de meest boeiende gevolgen van de huidige technologische ontwikkelingen is dat mensen steeds meer (mede)producent van informatie en media worden. Twitter, You Tube, Facebook, Wikipedia zijn de bekendste voorbeelden van wat User Generated Content is gaan heten. Wil je een hotelovernachting boeken of een nieuw espressoapparaat kopen? Niet zelden start je met een zoektocht naar de meningen van anderen, een praktisch voorbeeld van User Generated Content. Het delen van informatie heeft door de opkomst van social media een gigantische vlucht genomen. Een onderzoek van de New York Times uit 2011 geeft vijf redenen waarom mensen content delen 4: 1. om waardevolle en onderhoudende informatie over te brengen op anderen 2. om onszelf te definiëren ten opzichte van anderen 3. om relaties op te bouwen en te onderhouden 4. omdat het zelfvoldoening geeft 5. om de wereld om ons heen bekend te maken met de zaken die ons bezighouden Idea wil op deze ontwikkeling inspelen. In onze dienstverlening komt steeds meer de nadruk te liggen op delen. Vanoudsher delen wij boeken met onze klanten, dat blijven we doen. Maar ook kennis en kunde, aandacht, meningen en interesses willen wij gaan delen. En niet alleen van onszelf, ook voor individuen, organisaties en instellingen willen wij een podium worden waar je kennis en informatie met elkaar kunt delen en verrijken. Dit geldt ook voor cultuureducatieve projecten waar burgers veelal op locatie c.q. in de wijk participeren; dit bevordert burgerparticipatie.
4
‘The Psychology of Sharing’, onderzoek uitgevoerd door Latitude Research en de New York Times, 2011.
8
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
Voor Idea wordt delen een kernbegrip, dat straks op tal van manieren te ervaren zal zijn in onze dienstverlening. En voor de duidelijkheid: in delen zit ook een grote waarde voor de samenleving. Want delen zet aan tot meedoen en maatschappelijke c.q. burgerparticipatie, en dat zijn bij uitstek waardevolle begrippen in onze geïndividualiseerde samenleving. Het is onze visie op de kenniseconomie en op delen die sterk bepalend is voor de keuze voor leesbevordering, kunsteducatie, mediawijsheid en informatie als de belangrijkste kernfuncties de komende periode. Lezen en leren Idea kan het niet genoeg benadrukken: leesbevordering is en blijft de kernfunctie van de bibliotheek. Een toegankelijke en actuele collectie én onze deskundigheid op het gebied van leesbevordering is de basis waarop wij onze dienstverlening bouwen. Maar we moeten ook eerlijk zijn: wij kunnen en willen er niet voor iedereen in dezelfde mate zijn. We zullen keuzes moeten maken, bepaalde doelgroepen krijgen méér aandacht. Het gaat dan om kinderen tot 12 jaar en mensen, die een steun in de rug kunnen gebruiken om ‘mee te doen’ in de Nederlandse samenleving en kenniseconomie. Denk dan bijvoorbeeld aan digibeten en laaggeletterden. Met name in het leesbevorderingsaanbod aan kinderen wordt de meerwaarde van bibliotheek en kunstencentrum en theater binnen één organisatie duidelijk. In een optimale kruisbestuiving tussen lezen, dans, muziek, media en toneel werkt Idea de komende jaren aan een innovatief en toonaangevend aanbod. Al jaren investeert Idea in de relaties met het onderwijs. Dat doen wij gericht en stelselmatig en dat blijven we doen, want het onderwijs is en blijft onze belangrijkste partner. Tot zover niets nieuws onder de zon. Wat verandert is dat we de relatie met het onderwijs willen verdiepen in nauwe samenwerking met andere culturele partners. Kenmerkend voor de relatie met onderwijs is dat deze zich vooral afspeelt op uitvoerend niveau in een betrekkelijk ouderwetse klant-producentrelatie. Idea ontwikkelt en voert uit, de school neemt af. Idea wil de relatie met het onderwijs verdiepen, minder vrijblijvend en meer gericht op afstemming van beleid en gezamenlijke productontwikkeling. Wij willen naast een uitvoerende partner ook een beleidsmatige en strategische partner voor het onderwijs worden. Idea heeft dat natuurlijk niet alleen voor het zeggen, daar zijn twee partijen voor nodig. Maar wij zullen er alles aan doen om die rol te bewerkstellingen, onder meer door zich nadrukkelijker te manifesteren als expertisecentrum en deskundig adviseur op het gebied van leesbevordering, mediawijsheid en kunsteducatie. Niet alleen met leesbevordering en het tegengaan van laaggeletterdheid wil Idea een bijdrage leveren aan een samenleving waarin burgers niet buiten de boot vallen. Ook op het gebied van mediawijsheid en bij de invulling van de informatiefunctie zal duidelijk worden hoe wij willen bijdragen aan een ‘leven lang leren’ en daarmee aan de kenniseconomie.
9
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
Focus op mediawijsheid Van oudsher was de bibliotheek de instelling die mensen toegang verschafte tot vitale, maar nog tamelijk schaarse informatie. Dat is met de internetrevolutie wezenlijk veranderd. De informatieschaarste is omgeslagen in informatieovervloed. Dat maakt de taak en opdracht van de bibliotheek anders, maar zeker niet minder dringend. Het accent komt meer te liggen op selectie en duiden. We noemen dat ook wel contextualiseren, het geven van betekenis aan media en informatie. En juist in dat betekenis geven kunnen klanten en gebruikers een uitdagende rol spelen, zoals we zien en ervaren bij You Tube, Facebook, Wikipedia etc. Met name kinderen hebben nog onvoldoende vaardigheden hun weg te vinden in de digitale wereld en te onderscheiden wat betrouwbare en waardevolle informatie is. Laat dat nu precies ons vak zijn. Wij gaan hen daarin samen met de scholen helpen. We hebben het dan over mediawijsheid, één van de belangrijkste pijlers in de dienstverlening van Idea de komende jaren. Niet iets nieuws, wat we apart gaan aanbieden, maar een wezenlijk en integraal onderdeel van onze dienstverlening in bibliotheek, kunstencentrum en theater. Onder mediawijsheid verstaan we het vermogen kritisch en verantwoord om te gaan met internet en met media-uitingen in het algemeen. Ook internetveiligheid, waaronder het voorkomen en bestrijden van digitaal pesten, valt onder het begrip mediawijsheid. Zoomen we verder in op mediawijsheid dan maken we onderscheid in informatievaardigheden (zoeken, selecteren, interpreteren) en praktische ICTvaardigheden, waaronder we de bekwaamheid verstaan waarmee mensen in technische zin omgaan met apparatuur en social media. Hierin zijn bibliotheek en kunstencentrum complementair aan elkaar, waarbij de focus in de bibliotheek ligt op informatievaardigheden en in het kunstencentrum op het toepassen van ICTvaardigheden. Denk daarbij aan filmen, videogaming, ontwikkelen van websites, games en apps etc. Dat versterkt het aanbod aan het onderwijs, zeker ook omdat het aanbod steeds meer in samenspraak met het onderwijs zal worden ontwikkeld. Het stelt ons ook in staat met nieuwe vormen van dienstverlening specifieke klantgroepen met mediawijsheid te ondersteunen in hun maatschappelijke participatie en heel concreet een bijdrage te leveren aan een ‘leven lang leren’. Dat kunnen cursussen internet zijn, of trainingen social media, foto- en filmbewerkingen, websites bouwen. Maar het gaat ook om trainingen ‘internetbankieren’ of ‘digitaal solliciteren’ die Idea aanbiedt in samenwerking met en/of op verzoek van andere (markt)partijen. Daarmee dienen we een groot maatschappelijk belang, want in Nederland zijn 1.6 miljoen zogenaamde digibeten, mensen die over onvoldoende kennis en vaardigheden beschikken om goed gebruik te maken van nieuwe media. Dat is een gevaar voor wat betreft de maatschappelijke participatie van deze grote groep Nederlanders. Het is de gebundelde kennis en organisatiekracht van bibliotheek en kunstencentrum dat Idea in staat stelt initiatieven te nemen in innovatief mediagebruik in het snel veranderende medialandschap. Veelal zal het doel van deze initiatieven zijn mensen bekend en mediawijs te maken met het zelf produceren van berichtgeving. Idea wil hier een initiërende en faciliterende rol in spelen en deze uitdragen in de richting van erfgoedinstellingen, musea, historische verenigingen, buurten en wijken, onderwijsinstellingen etc.
10
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
Dat brengt ons bij de derde functie die de komende periode prioriteit krijgt binnen Idea, de informatiefunctie.
Partner in informatie en partner in netwerken In de doorontwikkeling van de informatie- en netwerkfunctie ziet Idea de komende jaren een belangrijke maatschappelijke uitdaging. Daar liggen ook de kansen concreet en gericht een bijdrage te leveren aan maatschappelijke participatie, integratie en welzijn. In de informatie- en netwerkfunctie zoals wij die inhoud willen geven, komen onze visie op delen, mediawijsheid en een ‘leven lang leren’ samen. Het huidige media- en informatielandschap is complex en het zal de komende jaren alleen maar complexer worden. In dat landschap wil Idea uitgroeien tot de lokale strategische partner voor informatiedienstverlening. Wij willen een podium zijn waar je kennis en informatie met elkaar kunt delen. Voor individuen, groepen, organisaties, bedrijven en gemeenten. De rol van Idea zal daarbij wisselen, maar wel steeds vanuit de gebundelde kennis en het unieke karakter van de bibliotheek, het kunstencentrum en het cultuurpunt. De ene keer zijn we initiator, ontwikkelaar en voeren we uit. Denk daarbij aan de introductie van innovatieve informatieve dienstverleningsconcepten, bijvoorbeeld op het gebied van roman- en media-advies die werken op basis van meningen en recensies van anderen. Extra service voor de klant en nog eens bijzonder efficiënt ook. De andere keer zijn we adviseur, brengen we partijen bij elkaar of faciliteren we inhoudelijk een digitaal netwerk. Bijvoorbeeld door samen met of in opdracht van andere lokale en regionale organisaties kennis en informatie te verzamelen, te verrijken en te contextualiseren en deze voor een breed publiek toegankelijk te maken. Dat kan praktische informatie zijn, zoals we dat bijvoorbeeld al voor lokale culturele agenda’s doen, maar ook bijvoorbeeld historische informatie of specifieke content voor lokale themadossiers of voor apps waar we samen met andere organisaties, zoals archieven, erfgoedinstellingen en musea, en samen met de inwoners aan bouwen. Misschien zit in de nieuwe informatiefunctie wel de grootste trendbreuk. Van een overzichtelijke en relatief eenvoudige voorlichting- en vraag-en-antwoordfunctie voor individuele leden willen we doorgroeien naar een rol waarin Idea optreedt als deskundige (netwerk)partner in de lokale informatiedienstverlening. Dat is ambitieus, en het zal veel van de organisatie vragen. Maar we zijn er van overtuigd dat op die manier Idea inhoudelijk en organisatorisch een wezenlijke bijdrage zal leveren aan de lokale en regionale kennis-, informatie- en netwerksamenleving. Tot slot is opgemerkt dat met betrekking tot de snelheid en complexiteit van de technologische ICT-ontwikkelingen landelijke en provinciale samenwerking gewenst is. Soms ook is die samenwerking bittere noodzaak, zoals bij de ontwikkeling en implementatie software of complexe netwerkverbanden. Idea loopt voorop in haar expliciete keuze voor mediawijsheid en informatiefunctie, maar we zijn niet de eerste. In den lande zijn voldoende succesvolle projecten, óók in de bibliotheeksector, die kunnen dienen als voorbeeld en inspiratiebron voor Idea en haar lokale en regionale partners.
11
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
Van klant naar relaties Idea wil kansen bieden op ontwikkeling en ontspanning aan alle inwoners van Bunnik, De Bilt, Soest en Zeist. Kinderen tot 12 jaar krijgen, veelal in samenwerking met het onderwijs, extra aandacht. Dat geldt ook voor sociaal zwakkeren voor wie het ‘meedoen’ in de samenleving geen vanzelfsprekendheid is, denk daarbij bijvoorbeeld aan laaggeletterden en digibeten, maar ook voor kwetsbare ouderen voert Idea gericht beleid. Wij willen er dus zijn voor mensen die extra ondersteuning nodig hebben. Maar daar laat Idea het niet bij. Ook mensen die volop meedoen in de samenleving en probleemloos hun weg vinden in de kenniseconomie wil Idea bereiken met een aanbod dat verbreedt, verdiept en inspireert, al dan niet tegen een kostendekkend tarief. Idea wil steeds meer een marktgeoriënteerde organisatie worden, met veel aandacht voor marketing op niveau, waar op een klantgerichte wijze wordt gewerkt en waar het vergroten van markt- en klantenkennis continue op de agenda staat. Indien de doelgroepbenadering een gedifferentieerde marketingstrategie mogelijk maakt, wordt deze toegepast. In dat geval wordt de inzet van de componenten van de marketingmix afgestemd op de doelgroep. Ook de invoering van aansprekende winkelconcepten volgens de retailprincipes in de bibliotheken maakt onderdeel uit van de marktgeoriënteerde organisatie die we willen zijn. De belangrijkste ontwikkeling de komende jaren zit ‘m vooral in onze veranderende visie op klanten. Idea wil meer zijn dan een organisatie waar een klant een boek komt lenen, informatie komt halen of een cursus komt volgen. Klanten worden relaties, die worden uitgenodigd zelf iets te komen brengen (informatie, kennis etc.) en op die manier Idea mede vormgeven. Dat sluit nauw aan op onze visie op delen zoals hierboven beschreven.
12
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
5.
Wat gaat er veranderen?
Als eerder opgemerkt, deze notitie is geen bedrijfsplan. We maken keuzes, geven de richting en schetsen de stip waar we in 2016 willen zijn. Dat gaat niet zonder veranderingen, dat spreekt vanzelf. Veranderingen die iedere ‘afdeling’ en alle medewerkers in de organisatie op enige manier zullen raken. De route mag dan worden vastgesteld in een nieuw bedrijfsplan en daarna met name in de jaarlijkse werkplannen, dat wil niet zeggen dat we niet nu al op hoofdlijnen op die veranderingen kunnen ingaan. Dat doen we achtereenvolgens op de terreinen: inhoudelijk, organisatorisch en personeel, financiën en ondernemerschap en op het gebied van samenwerken.
Inhoudelijk Idea positioneert en profileert zich als een cultuureducatieve instelling. Daarbinnen focussen we op leesbevordering en cultuureducatie, omdat daar maatschappelijk de meeste urgentie zit, de meeste kansen liggen en omdat daar bibliotheek en kunstencentrum elkaar goed kunnen versterken in een innovatieve en doelgroepgerichte dienstverlening. Als cultuureducatieve instelling werken we daarbij nauw samen met het onderwijs en tal van culturele partners. Het aanbod op het gebied van mediawijsheid en de variëteit in doelgroepen en klantgroepen zal de komende jaren sterk toenemen. Dat geldt ook de samenwerking op dit terrein met lokale en regionale partners. Nieuwe digitale informatiediensten worden ontwikkeld en ingevoerd, we stimuleren en faciliteren het verzamelen van kennis en informatie, nieuwe samenwerkingsverbanden worden aangegaan. Op het gebied van al onze kerntaken gaan we mee met de ontwikkelingen. Dat doen we goed, efficiënt en vol overgave, maar bewust van de tijd en geld die het kost. Uiteraard moet het altijd mogelijk zijn accenten anders te leggen. Daarnaast willen wij in deze nota vooral duidelijk zijn als het gaat om onze prioriteiten: onze organisatiekracht, ons innovatief vermogen en eventueel extra budget stoppen we vooral in de (door)ontwikkeling van leesbevordering, kunsteducatie, mediawijsheid en de informatiefunctie.
Organisatie en personeel De uitgangspunten en de sturingsprincipes voor de inrichting van de organisatie uit het fusierapport van begin 2010 staan nog recht overeind. Toch gaan we accenten anders leggen. Meer nadruk komt te liggen op projectmatig werken. Als het nodig is worden medewerkers daarin opgeleid. Innovatie en ondernemerschap krijgen ruim baan en marketing wordt steviger verankerd in de organisatie. Eventuele barrières in de organisatiestructuur worden opgeruimd. Het is denkbaar dat vanwege de keuzes die Idea in deze notitie maakt, een aanpassing in de organisatiestructuur wenselijk is. Dat zal de komende periode moeten blijken. Vast staat dat de organisatie flexibeler en slagvaardiger moet worden. Dat vraagt een grote inspanning van iedereen binnen Idea. Concrete middelen als projectmatig werken of doorgaan met competentiegericht ontwikkelen van de medewerkers draagt daar toe bij. Nog belangrijker is de cultuurverandering die zich richt op resultaatgericht werken, persoonlijk commitment en de persoonlijke beroeptrots.
13
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
Management en medewerkers blijven gezamenlijk investeren in de persoonlijke vaardigheden en betrokkenheid bij hun vak, klanten en collega’s. Innovatie en klant- en medewerkertevredenheid vormen belangrijke onderdelen in dit proces. Medewerkers die ‘mee’ willen en blijk geven van voldoende ambitie en capaciteiten krijgen extra aandacht en mogelijkheden. Zo is het denkbaar dat we een kopgroep formeren van medewerkers die willen meebouwen aan een flexibele, slagvaardige, innovatieve en sterk naar buiten gerichte organisatie. Van medewerkers die herhaaldelijk blijk geven niet mee te willen in dit proces moeten andere (externe) oplossingen gezocht worden. De insteek is dat we in 2016 een andere organisatie hebben, voornamelijk te realiseren door natuurlijk verloop. Andere organisaties, in de bibliotheek- en cultuursector én daarbuiten, laten zien dat het werken met (hoogopgeleide en/of ervaren) vrijwilligers op projectbasis vruchtbaar en succesvol kan zijn, zowel voor de vrijwilliger als voor de organisatie. Daar willen wij van leren en zo mogelijk voeren we het in. Daarnaast zorgt de organisatie voor een poule van oproepkrachten en zelfstandige professionals met specifieke kennis. Dat zorgt voor de gewenste frisse blik van buiten, geeft een impuls aan deskundigheid en samenwerking en draagt vooral ook bij aan de zo gewenste flexibiliteit van de organisatie. De inhoudelijke nieuwe focus vraagt veel van de medewerkers, zonder uitzondering en door de hele organisatie heen. Het biedt ook perspectief op een verdere persoonlijke ontwikkeling en betrokkenheid bij de veranderende dienstverlening. Veel tijd en aandacht en relatief veel budget besteedt Idea dan ook aan begeleiding, ontwikkeling en deskundigheidsbevordering van onze medewerkers.
Huisvesting Ondanks de toenemende digitale dienstverlening en de dienstverlening in scholen en op locatie, blijven onze vestigingen de komende jaren van groot belang. Als plek waar mensen gericht naar toe komen om kennis, interesses en informatie te delen, maar zeker ook als een gastvrije plek voor (spontane) ontmoeting en individuele verdieping en ontspanning. Steeds meer zullen de vestigingen worden ingedeeld volgens bepaalde retailprincipes. Het spreidingsbeleid van Idea is er op gericht om in iedere gemeente een volwaardige hoofdvestiging te hebben waarbij, afhankelijk van de opdracht en de financiële ruimte, nevenvestigingen of alternatieve vormen van dienstverlening mogelijk zijn. In de wetenschap dat de huidige tijd ook vraagt om andere antwoorden c.q. nieuwe oplossingen zoekt Idea actief naar nieuwe vormen van dienstverlening. In gemeente De Bilt en Bunnik verhuist de bibliotheek in 2013 naar een nieuwe, gedeelde accommodatie. Dat biedt de uitgelezen kans de bibliotheek neer te zetten als een open, sterk op samenwerking gerichte organisatie. Overigens houdt het wat Idea betreft niet op bij het delen van kennis, interesses en informatie. Ook onze ‘huizen’ willen wij graag openstellen voor en delen met anderen. Dat hoort ook bij de openbare podiumfunctie die we nastreven. Organisaties en bedrijven die incidenteel of voor langere tijd met ons willen samenwerken én samenwonen, nodigen we uit bij ons aan te kloppen.
14
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
Financiën en ondernemerschap Het huidige verdienmodel van Idea is gebaseerd op de subsidierelatie met de gemeenten en de inkomsten uit abonnementen, cursusgelden en ticketverkoop. Naar de mening van Idea gaat dat verdienmodel de komende jaren veranderen. Dat betekent niet dat de subsidierelatie met de gemeenten zal verdwijnen. Dat is niet realistisch en bovenal niet wenselijk, want Idea is en blijft een organisatie die een bijdrage levert aan de publieke zaak. Gemeenten zien een subsidie steeds meer als een investering, waarop rendement gerealiseerd moet worden. Het is aan Idea dat rendement zichtbaar te maken. Niet voor niets hebben we het in deze notitie op verschillende plekken over klantwaarde en maatschappelijke waarde. In deze is de landelijke discussie boeiend die momenteel wordt gevoerd over het zichtbaar en meetbaar maken van het maatschappelijk rendement van een bibliotheek. En dan gaat het niet over aantallen leden en uitleningen, maar over bijvoorbeeld de bijdrage die de bibliotheek levert aan de mate van mediawijsheid van bepaalde bevolkingsgroepen of aan het voorkomen en bestrijden van laaggeletterdheid. Het zichtbaar en meetbaar maken van die bijdrage is voor de sector van groot belang. Belangrijke verandering in het verdienmodel zit ook in het feit dat Idea als maatschappelijk ondernemer gericht en stelselmatig gaat werken aan de ontwikkeling van derde geldstromen. We willen méér inkomstenbronnen dan alleen de gemeenten en onze leden/cursisten. Dat kunnen inkomsten van sponsors en fondsen zijn, maar ook inkomsten uit de verkoop en levering van nieuwe en of bestaande diensten en producten aan nieuwe of bestaande klanten en doelgroepen. Ook het theater en het cultuurpunt worden hier actief bij ingezet. Steeds meer zal Idea zich ontwikkelen en bewijzen als de maatschappelijk ondernemer die samenwerkingen aangaat, kansen ziet en benut en die bescheiden risico’s durft te nemen. Van de gemeenten wordt verwacht dat zij Idea hierbij opzoeken, bevragen en gezamenlijk in optrekken.
Samenwerken Idea staat middenin de samenleving, met de deuren en ramen wijd open. Samenwerking wordt gestimuleerd en actief gezocht in alle vier de gemeenten. Meer dan voorheen komt de focus op lokale en regionale samenwerking te liggen met als doel het versterken van de lokale inbedding. Maar samenwerking is geen doel op zich, het moet wel wat opleveren, bijvoorbeeld op het gebied van (wederzijdse) inhoudelijke versterking of een efficiëntere bedrijfsvoering. Dat geldt al helemaal voor de provinciale samenwerking. Idea is een trouwe provinciale partner, maar zal iedere samenwerking nauwkeurig toetsen op de beoogde meerwaarde.
Hoe Jaarlijks doen de teams aan de hand van deze notitie concrete voorstellen tot realisatie van deze doelen. Dit zal leiden tot meerjarige jaarwerkplannen.
15
strategienotitie Idea, vastgesteld d.d. 17 december 2012
Tot slot Met de keuze voor leesbevordering en cultuureducatie geeft deze strategienotitie een duidelijke koers aan. We weten waar we in 2016 willen zijn, aan ambities geen gebrek binnen Idea. In deze notitie staat niet beschreven wat we niet meer gaan doen. Daar was het in deze notitie ook niet om te doen. Maar het spreekt vanzelf dat in de jaarplannen scherpe keuzes gemaakt moeten worden. Idea is ambitieus, maar we moeten niet alles willen. In het laatste deel van deze notitie staat op hoofdlijnen beschreven wat de keuzes aan veranderingen voor de organisatie gaat meebrengen. Eén ding is zeker, van de organisatie wordt een grote flexibiliteit en veranderingsbereidheid gevraagd. Dat vraagt een daadkrachtige en consequente sturing van directie en management.
16