Strategie 2013, de te ontwikkelen activiteiten en de begroting
Wij startten de Strategie 2012 als volgt: De strategie voor 2012 loopt op een aantal vlakken als een doorprint over deze van 2011 omdat op een aantal belangrijke vlakken nog geen uitvoering werd gegeven aan de Strategie van 2011.
Het Directiecomité heeft in zitting van 25-09-2012 geopteerd om de Strategie 2013 als een kopie te aanzien van deze van 2012 waarbij inzake de rubriek Projectontwikkeling en Begroting een aantal actualisaties gebeuren. Er komt een rubriek “Nieuwe Elementen“ waar in de subrubriek “De toekomst van de intercommunales
voor
streekontwikkeling-strategisch
debat”
een
aanzet
gegeven
wordt
tot
het
evaluatierapport en het ondernemingsplan (art. 70 van het Decreet op de Intergemeentelijke Samenwerking). Omwille van het niet bespreekbaar stellen van een toekomstplan HoriZon 2034 en de verdere afwikkeling van de statutenwijziging van 16-12-2011 is dit bij het uitschrijven van de Strategie op 21-10-2012 niet mogelijk.
Alles heeft zijn tijd………een tijd van breken………een tijd van bouwen.
Dus wij hernemen grotendeels uit de Strategie 2012: De Strategie voor 2013 loopt op een aantal vlakken als een doorprint over deze van 2012 en 2011 omdat op een aantal belangrijke vlakken nog geen uitvoering werd gegeven aan de Strategie van 2012 en 2011.
a het Saneringsplan, het Alfa-plan, het Betaplan, de Schreeuw is Veneco² momenteel bezig aan de verdere invulling van het Betaplan². De strategie voor 2012 behoort nog tot dit plan dat door de Buitengewone Algemene Vergadering van 15-12-2005 werd goedgekeurd. Dit Betaplan² werd met 2 jaar verlengd in afwachting van het geïntegreerd Toekomstplan HoriZon 2034. De opmaak hiervan kon nog niet opgestart worden. Hierover wordt/werd uitgebreid verslag uitgebracht in de verschillende bestuursorganen en voor het laatst aan de vennoten op de Jaarvergadering van 16-06-2011 punt 1. Dit Continuïteits- en Toekomsttraject moet in samenhang gezien worden met de reeds jaren lopende vroegtijdige gedeeltelijke uittrede van de stad Gent en ermee gepaard gaande statutenwijziging.
port arthurlaan 11 ❘ B-9000 gent ❘ tel 32 (9) 251 22 22 ❘ fax 32 (9) 251 22 28 ❘ e-mail
[email protected] ❘ www.veneco.be
Continuïteit in de werking, verdere groei Teneinde de continuïteit en verdere groei van de intercommunale te kunnen garanderen, staat Veneco² voor een 2-tal uitdagingen: enerzijds de intercommunale voorbereiden op de verlenging van haar duurtijd die op 31-12-2016 moet doorgevoerd worden en het verder invullen van het personeelsbestand zoals beschreven in de Strategie 2010 en 2011 om dankzij een voldoende schaalgrootte de continuïteit en de toekomst van de vennootschap te kunnen waarborgen en de dienstverlening op peil te kunnen houden. De noodzaak van een betere personeelsomkadering, o.a. ook bij de goedkeuring van het Evaluatierapport 2006-2012 (ondernemingsplan) door de Raad van Bestuur op 20-03-2007 aangegeven, kwam in een stroomversnelling terecht door het binnenhalen van verschillende projecten in 2009 waarbij ook de complexiteit en schaalgrootte van deze projecten verder toenamen.
Tijdens het laatste semester van 2009 werd gewerkt aan het Continuïteits- en Toekomsttraject van Veneco². Dit was een 1ste aanzet naar de “HoriZon 2034” die Veneco² over het jaar van de verlenging (nl. 2016) voor een nieuwe periode van 18 jaar werkingsduur moest tillen en de continuïteit en groei van de vennootschap voor de komende jaren te verzekeren.
Een verdere uitbouw van het personeelsbestand, gezien de beschikbaarheid van de financiële middelen van de onderneming, moet ertoe leiden dat met het opgebouwde eigen vermogen, die ook een leningscapaciteit vertegenwoordigt en de beschikbare financiële middelen, meer projecten kunnen in portefeuille genomen en gerealiseerd worden. De te voorziene bijkomende aanwervingen dienen vooral bijkomende bedrijfskundige ervaring en/of ervaring in projectontwikkeling binnen de vennootschap te brengen.
Zo kan de voortgang van de prospectie, het inkopen van projecten en de projectontwikkeling gegarandeerd worden en de continuïteit in de projectontwikkeling ten bate van de vennoten en de regio verzekerd worden.
Dat de vennootschap moet vooruitkijken, is ook ingebakken in de statuten. In artikel 4 van de huidige statuten (goedgekeurd door de Toezichthoudende overheid op 14-04-2006) staat letterlijk ʻDe vereniging mag slechts verbintenissen aangaan voor een termijn die haar bestaanstermijn overschrijdt, indien deze verbintenissen kunnen nagekomen worden.ʼ
In dat verband is de geplande terugneming van de helft van aandelen van de stad Gent per eind 2011 (Buitengewone Algemene Vergadering van 16-12-2011) en de volledige uittrede per 31-12-2016 niet zonder belang. Het volgestorte kapitaal van de vennootschap is momenteel voor 90 % in handen van 6 gemeenten op de 26 gemeenten en de provincie Oost-Vlaanderen. De intergemeentelijke samenwerking vormt de grondslag van streekontwikkeling. In hoofde van de vennoten is het dan ook belangrijk dat de wil aanwezig is om te streven tot het verwezenlijken van het maatschappelijk doel en om op basis van gelijkheid samen te werken (affectio societatis).
Strategie 2013
2/25
Noden en wensen inzake projectontwikkeling en uitbreiding van de dienstverlening van de vennoten konden zoals opgenomen in het verslag van de jaarvergadering van 16-06-2011 best in 2010 en 2011, verder weg van de komende gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen in concertatie met gemeenten worden vastgelegd. Bedoeling was via het Toekomst- en Continuïteitstraject en finaal het ondernemingsplan HoriZon 2034, de terugneming van aandelen van de stad Gent, de statutenwijziging in één package-deal te 2
verwerken zodat de werking van Veneco als going-concern zou gegarandeerd zijn. Hiermee zou ook het decretaal voorgeschreven Evaluatierapport, ondernemingsplan voor de periode 2013-2018 een feit zijn en zou in volle continuïteit de intercommunale over 31-12-2016 getild zijn nl. het jaar van verlenging, uittrede of ontbinding.
Gedeeltelijke uittrede stad Gent – Terugneming van aandelen Op 03-04-2007 werden de gemeenten-vennoten van Veneco2 uitgenodigd op het stadhuis van Gent om kennis te nemen van het voornemen van de stad Gent om uit Veneco2 te treden.
Vermits artikel 34 bepaalt: “Tijdens de bij de oprichting van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging vastgestelde duur die, behoudens wat bepaald is in artikel 36 van dit decreet, achttien jaar niet mag overschrijden, is geen uittreding mogelijk” werd hiervan afgezien. Op 02-10-2008 werden door de stad Gent de gemeentelijke vennoten van Veneco2 opnieuw gecontacteerd met de vraag naar een gedeeltelijke overname van de aandelen van de stad Gent.
Omtrent deze vraag van de stad Gent werd na een nieuw overleg met de gemeentelijke vennoten op 02-062009 een vergadering met alle vennoten van Veneco2, met uitzondering van de stad Gent georganiseerd te Maldegem op 20-08-2009, waarvan het verslag overgemaakt werd naar de vennoten en aanwezigen.
Dit resulteerde in een afspraak waarbij een waardebepaling van het aandeel werd berekend na de periode van het Alfaplan (ondernemingsplan dat resulteerde in de doorstart van Veneco als Veneco²) dat liep van 1996 tot en met 31-12-2003. Op het ogenblik van de vergadering in Maldegem was de recentste beschikbare balans deze van 31-12-2008 en was de waarde uitgaande van bovenstaande premisse 445,94 euro/aandeel of afgerond 500 euro/aandeel.
De overname van de aandelen van de stad Gent door de andere gemeentelijke aandeelhouders was gelet op de financiële impact van de overname door de overige gemeenten geen optie.
In
de
daaropvolgende
maanden
had
de
op
de
vergadering
te
Maldegem
samengestelde
onderhandelingsdelegatie overleg met de stad Gent en finaal werd afgesproken dat het aantal over te nemen aandelen van 1.572 naar 1.000 aandelen (50 % van de aandelen van de stad Gent) werd teruggebracht en dat Veneco2 deze aandelen terug zou nemen i.p.v. de overname door de gemeenten. Omtrent de waardebepaling van het aandeel van Veneco2 op 31-12-2016 nl. bij de verlenging, ontbinding of uittrede van vennoten werd toen niet onderhandeld.
Strategie 2013
3/25
Na consultatie van de vennoten in de loop van 2010 werd in de Raad van Bestuur beslist om de procedure nl. statutenwijziging en het opstellen van een overeenkomst op te starten. Op verzoek van een aantal grotere aandeelhouders en om de vraag naar een gelijke behandeling op te vangen werd beslist over twee boekjaren een verhoogd dividend nl. 10 % i.p.v. 4 % uit te keren. Op de Raad van Bestuur van 15-03-2011 werd een voorstel van statutenwijziging overgemaakt aan de stad Gent. 2
Pas per brief van 08-07-2011 (ontvangen in de collectieve vakantie van Veneco ) deelde de stad Gent haar officieel en definitief standpunt mee en één van de belangrijke punten was dat: “de stad Gent bij haar beslissing tot niet-verlenging van de dienstverlenende vereniging (in principe per 31-12-2016) haar overblijvende aandelen uitbetaald krijgt volgens deze waarderingsregels (met name volgens het principe eigen vermogen gedeeld door het aantal aandelen).”
Vermits de vraag van de stad Gent op een aantal punten afweek van zowel het standpunt dat op de vergadering te Maldegem op 20-08-2009 als in de daaropvolgende vergaderingen van de bestuursorganen werd ingenomen werd gelet op de tijdsnood, nl. om via een Buitengewone Algemene Vergadering vóór het verkiezingsjaar 2012 een statutenwijziging te kunnen ronden, beslist een overleg te organiseren met het Directiecomité, de Stad Gent en de Provincie. Een open Directiecomité werd gehouden op 27-08-2011 waarbij ook een delegatie van de stad Gent als de Provincie Oost-Vlaanderen aanwezig waren. De advocaat van Veneco2 en de advocaat van de stad Gent werden belast met het uitvoeren van hetgeen werd beslist op dit Open Directiecomité door het opstellen een ontwerp van statutenwijziging versie 4 JM 0609-2011 en een ontwerpovereenkomst tot gedeeltelijke terugneming van aandelen Veneco - stad Gent en waarbij de verwijzing naar art. 374 van Wetboek Vennootschappen een belangrijk gegeven is.
Enerzijds bestaat het financiële luik van de operatie uit een overeenkomst tot gedeeltelijke terugneming van de aandelen nl. 1.000 aandelen van de 2.000 in het bezit van de stad Gent aan 500 euro/aandeel en dit per 16-12-2011. En anderzijds werd in het ontwerp van statuten onder artikel 7 § 4 bepaald dat per 31-12-2016 gehandeld wordt naar de bepalingen van artikel 374 W. Venn. om de waarde te bepalen van het scheidingsaandeel (per 31-12-2010 2.242,19 euro/aandeel).
Art. 374. De vennoot die is uitgetreden, uitgesloten of zijn aandelen gedeeltelijk heeft teruggenomen, heeft recht op uitkering van de waarde van zijn aandelen, zoals die zal blijken uit de balans van het boekjaar waarin deze gebeurtenis heeft plaatsgehad.
Art. 367. Tenzij in de statuten anders bepaald, hebben de vennoten het recht uit te treden of een gedeelte van hun aandelen terug te nemen. Dit recht mag enkel uitgeoefend worden tijdens de eerste zes maanden van het boekjaar.
Deze statutenwijziging en overeenkomst inzake de gedeeltelijke uittrede van de stad Gent worden ter goedkeuring voorgelegd op de Buitengewone Algemene Vergadering die is vastgelegd op 16-12-2011.
Strategie 2013
4/25
Dividend Zoals reeds aangehaald werd in het kader van de gedeeltelijke uittrede van de stad Gent per 31-12-2011 door de terugkoop van aandelen, door de andere grote aandeelhouders een compensatie gevraagd via dividenduitkering.
In verschillende vergaderingen van de Raad van Bestuur werd dan ook de vraag naar een verhoogd dividend van 10 % op de initiële waarde van de aandelen voor 2 opeenvolgende boekjaren positief behandeld.
Het doortrekken van het bestaande jaarlijks dividend van 4 % wordt voor de daaropvolgende jaren gehandhaafd als de financiële middelen het toelaten. Uiteraard is het de Raad van Bestuur die naar aanleiding van het afsluiten van het boekjaar in maart een voorstel van dividendbepaling en de betalingsmodaliteiten vastlegt maar het is de Jaarvergadering die goedkeurt. Intentie is om over het boekjaar 2011 in 2012 een dividend van 10 % uit te betalen en in 2013 eveneens over het boekjaar 2012. De situatie is evenwel op 21-10-2012 anders.
Begroting De begroting van 2013 is, zoals steeds, een rollende begroting (niet statisch, maar dynamisch & vloeiend) die toelaat om op opportuniteiten in te gaan en snel te handelen d.w.z. als een wendbare onderneming. Projecten worden steeds beoordeeld op hun toegevoegde economische en maatschappelijke waarde en getoetst aan de statutaire doelstellingen en de missie van de onderneming Veneco². Daarenboven is het opstellen van een begroting in het beleidsdomein van Veneco2 geen sinecure. Er zijn immers enorm veel onzekerheden qua timing op vlak van planning en vergunningen en de daarop anticiperende verkopen. Het opstellen van een begroting is een denkoefening over de toekomst van Veneco² op vlak van projecten, de financiële middelen en de evaluatie van de mix tussen inzet van eigen en vreemd vermogen. Na de goedkeuring van de statutenwijziging door de Toezichthoudende Overheid zal Veneco2 zich verder moeten beraden over de wijze waarop de financiering van de activiteiten van Veneco2 conform artikel 4 van de oude en art 6 § 3 van de nieuwe statuten voor de komende jaren kan worden veiliggesteld en Veneco2 haar engagementen naar projectontwikkeling toe kan nakomen. Het goedkeuren van de statuten waarbij geen beperking is ingebouwd inzake de waardebepaling van het scheidingsaandeel en de mogelijkheid om na akkoord van de Raad van Bestuur tussentijds nl. vóór 31-12-2016 gedeeltelijk te kunnen uittreden, kan een probleem vormen voor de continuïteit van de werking van de vennootschap.
PERSONEEL Projecten opzetten en uitvoeren vergt niet alleen de nodige financiële middelen, maar ook de nodige knowhow en inzet van medewerkers die deze projecten tot een goed einde kunnen brengen. Strategie 2013
5/25
Gezien de aangroei van de financiële mogelijkheden sedert de doorstart in 1996, de intercommunale kende namelijk een sterke groei, beschikt Veneco² over een ruim eigen vermogen wat daarenboven ook een belangrijk potentieel aan leningscapaciteit vertegenwoordigt. De vennootschap heeft geen bancaire schuld en beschikt over een ruime kaspositie die zou kunnen geïnvesteerd worden in tal van projecten.
De verdere personeelsinvulling, zoals die ook in het Evaluatierapport 2006-2012 is opgenomen, moet verder gezet kunnen worden om aan de noden en behoeften van de vennoten-gemeenten en de regio te kunnen voldoen. Deze personeelsinvulling op het vlak van projectontwikkeling en omkadering is niet verder gezet vanaf 2007.
Het is effectief noodzakelijk dat er ruimte gecreëerd wordt waardoor de directie zich meer zou kunnen toespitsen op haar kerntaak, de initiatie van nieuwe projectontwikkeling, en gerichte controle, coördinatie en communicatie rond projectontwikkeling in uitvoering waar ervaring van cruciaal belang is.
Om de personeelsbalans, ook met het oog op de continuïteit van de vennootschap in evenwicht te houden, zal, zoals reeds aangegeven in de Strategie 2009, een gerichte search moeten gebeuren voor de invulling van een aantal functies o.a. bedrijfsjurist, industrieel ingenieur bouwkunde die, ontwerpplannen kan initiëren, de werven kan sturen, ingrijpen en de discussie kan aangaan. Niet alleen op het vlak van wegenbouw, maar ook voor verbouw- en bouwprojecten zou een dergelijk profiel, met concrete projectervaring en commerciële affiniteit moeten aangetrokken worden.
Een inkoper van gronden en gebouwen die over de nodige ervaring beschikt ook op vlak van projectontwikkeling is een belangrijke sleutelfunctie binnen de intercommunale waarop nader ingegaan wordt onder de rubriek Aan- en Verkoop. Dit is een functie die in eerste instantie best wordt ingevuld door de reeds in 2008 voorziene aanwerving van een jurist/economist zodat de basis van de projectontwikkeling nl. een gericht en marktconform aankoopbeleid in de structuur van Veneco2 wordt ingebakken en op dat vlak de continuïteit verzekerd wordt.
Het aantal projecten dat Veneco² in de komende jaren zal kunnen uitvoeren en de voortgang van de projectontwikkeling zal afhankelijk zijn van deze invullingen en zoals gezegd van het hernieuwde en blijvende financiële engagement van de grote aandeelhouders van Veneco2. Complementariteit bij de aanwervingen met het huidige personeelsbestand leidt ertoe dat het huidige personeelsbestand nog optimaler kan worden ingezet.
Ook de prospectie van nieuwe projecten werd door de niet-invulling van het personeelsbehoefteplan noodgedwongen ʻon holdʼ gezet. Dat dit in de toekomst zijn effect kan ressorteren, is niet uitgesloten.
In de loop van 2011 werd met het architectenbureau Barak verder gewerkt aan het concept van het nieuwe kantoorgebouw dat Veneco2 op de hoek van de Dendermondesteenweg en de Panhuisstraat zal oprichten en die een oplossing zal bieden voor de huidige krappe behuizing van Veneco2. De Raad van Bestuur van 14-09-2011 hechtte haar goedkeuring aan het conceptueel voorontwerp. Bedoeling is in het voorjaar met de Strategie 2013
6/25
realisatie van de bouwplannen te kunnen starten. De maatschappelijke zetel wordt, n.a.v. de statutenwijziging in afwachting van het kunnen betrekken van de nieuwe kantoren dan ook overgebracht naar het gemeentehuis van Destelbergen.
DIENSTVERLENING 2
Inzake de uitbouw naar de gemeentelijke dienstverlening heeft Veneco zich tot op vandaag quasi uitsluitend gefocust op het gebied van ruimtelijke ordening. Dit is niet alleen onze natuurlijke habitat, maar werkt faciliterend naar de projectontwikkeling en cross-selling toe.
Bedoeling is de intergemeentelijke dienstverlening verder uit te bouwen volgens de wensen en noden van onze gemeentelijke partners waarbij het leveren van een toegevoegde waarde een essentieel uitgangspunt is.
Naast ontwerpen voor eigen projecten biedt dit ook mogelijkheden naar vennoten toe voor het opmaken van ontwerpen
m.b.t.
herinrichting
van
straten,
pleinen,
openbaar
domein,...ook
het
opzetten
van
transformatieprojecten van verouderde bedrijventerreinen wordt hierdoor in de hand gewerkt.
Wij hebben onze knowhow inzake inrichting van specifieke ruimtes (omgevingswerken) begin 2010 ten dienste gesteld van onze vennoten. Een belangrijk aantal vennoten hebben ook reeds van de stedenbouwkundige dienstverlening van Veneco² gebruik gemaakt: vervangen en/of opleiden van stedenbouwkundige ambtenaars, bijspringen in het geval van achterstand, het opmaken van een vergunningenregister,.... De kracht van Veneco2 ligt hem in het feit dat de beschikbare knowhow op korte termijn en op een flexibele manier kan ter beschikking gesteld worden met een groot inlevingsvermogen in en kennis van de noden van de gemeente.
Bij de aanwervingen van bepaalde profielen zal dan ook aandacht zijn voor de inbreng van nog niet aanwezige expertise. Deze expertise kan op kostendelende basis aan de vennoten ter beschikking worden gesteld (vb. parkmanagement).
Inzake de uitbreiding van de dienstverlening aan de vennoten moet de draad weer opgenomen worden om een cel Archeologie uit te bouwen. Ook de idee om een samenwerking uit te bouwen met het Streekplatform is allicht een piste die de dienstverlening van Veneco2 over een ruimere waaier kan spreiden. Deze piste is reeds in het verleden verschillende malen aan bod gekomen en zeer acuut op het ogenblik dat het intergemeentelijk samenwerkingsverbond KLAD moest worden verlengd. De vennoten van Veneco2 hebben het belang en de opportuniteit van de integratie van een cel archeologie niet gezien. Een gemiste kans want Solva, streekontwikkelingsintercommunale werkzaam in de arrondissementen Aalst en Oudenaarde, heeft enkele jaren later met een fantastisch succes deze dienstverlening wel weten uit te bouwen. In die mate zelfs dat vennoten die zowel bij Veneco2 als Solva zijn aangesloten ook andere projecten aan Solva toevertrouwen.
Strategie 2013
7/25
AAN- EN VERKOOP Een belangrijke pijler binnen de vennootschap betreft het aankoop- en grondenbeleid. Vooral met het oog op de lopende planningsprocessen voor de regionale bedrijventerreinen is het belangrijk om in een zo vroeg als mogelijk stadium aankopen te realiseren en oplossingen te vinden voor bepaalde situaties.
De planningsprocessen duren echter zo lang dat opportunisten en speculanten zich inkopen en een goede projectontwikkeling op termijn dreigen te hypothekeren. Ook Veneco² zou anticiperend moeten aankopen of zich contractueel binden al dan niet onder een aantal opschortende voorwaarden. Is men hiervoor niet te risico-avers geworden ? De aankopen door Veneco² gebeuren inhouse en Veneco2 was hier trendsettend t.o.v. collegaʼs intercommunales voor streekontwikkeling. Een project staat of valt met het aankoopbeleid. In de eerste plaats is het een bijzonder adequate informatiebron voor de toekomstige projectontwikkeling. Het aankoopbeleid is niet alleen richtinggevend voor de kwaliteit die kan worden geboden maar zal ook het eindresultaat op financieel vlak gaan bepalen.
De kwaliteit die in projecten met een regionaal karakter zoals De Prijkels en de Lozen Boer en de KMOprojecten zoals Mispelare, de Schachelaar, AKMOII, Dries en Ter Mote werd ingebracht is voor het creëren van een maatschappelijk draagvlak voor het kunnen aanleggen van regionale en lokale bedrijven cruciaal. De verkoopsvoorwaarden van Veneco2, die Veneco2 oplegt om kwaliteit op deze bedrijventerreinen te introduceren worden nu en dan door een gebrek aan de juiste kadering, in vraag gesteld maar dit mag de vennootschap er niet toe verleiden hier aan downsizing te doen. Veneco2 moet blijven gaan voor de langetermijnvisie waar kwaliteit centraal staat, maar moet zich daar consequent in gesteund zien door de vennoten.
Gelet op het tijdintensieve karakter en de overdracht van de nodige knowhow wordt het aanwerven van één of meerdere personen die de inhouse aankopen kunnen verzekeren dringend.
PROJECTONTWIKKELING Door deel uit te maken van de projectteams voor de opmaak van PRUPʼs voor de regionale bedrijventerreinen in Eeklo, Maldegem en ʻGroot Prijkelsʼ op het grondgebied van Deinze, Kruishoutem en Nazareth houdt Veneco2 de vinger aan de pols. Door haar ervaring in projectontwikkeling kan Veneco2 de planningsprocessen bijsturen met het oog op realisatie. Alhoewel hier met de besturen nog kansen liggen voor de optimalisatie van de coördinatie en communicatie.
Voor het PRUP ʻbedrijvenpark Krommewegeʼ te Maldegem, nu genoemd in zijn totaliteit Bedrijvenpark Maldegem, werd Veneco2 de onteigeningsmachtiging verleend medio 2011. Een masterplan voor de integratie en ontwikkeling van het nieuw afgebakende regionale en lokale bedrijventerrein en de bestaande industriezone is in juni 2010 opgestart en kon in juli 2011 gefinaliseerd worden. Er wordt een module 14 met het Agentschap Wegen en Verkeer afgesloten met het oog op het optimaliseren van de verkeersafwikkeling.
Strategie 2013
8/25
Wat het regionaal bedrijventerrein ʻBalgerhoekeʼ in Eeklo betreft, werd het PRUP door de Bestendige Deputatie goedgekeurd op 5 september 2012 waarbij gevolg werd gegeven aan de bemerkingen die opgenomen waren in het vernietigingsbesluit van de Raad van State. Dit biedt echter geen zekerheid dat er niet opnieuw een procedure voor de Raad van State wordt opgestart. 2
Veneco heeft inmiddels een aantal overlegvergaderingen achter de rug met de eigenaars/ondernemers van de gronden in de zone ʻKunstdalʼ. Een onteigeningsmachtiging is toegekend en wordt door één partij voor de Raad van State aangevochten. Na een overleg in mei 2012 werd de procedure in afwachting van de onderhandelingen opgeschort. Ondertussen is de opstartvergadering met het studiebureau Haegebaert in september doorgegaan waarbij verschillende scenarioʼs zullen bestudeerd worden. De ontsluiting van het bestaande Kunstdal op de Zeelaan kan gebeuren, en dit gebruik makend van de niet aangelegde Ventweg van de R43 die aansluiting moet vinden op de toekomstige rotonde in de omgeving van het in oprichting zijnde nieuwe ziekenhuis AZ Alma. De toekomstige verkeersafwikkeling op de R43 tussen de N9 en de Industrielaan werd door Veneco2 toevertrouwd aan Vectris. Veneco2 is in dit dossier de trekker.
Wat de bedrijvenzone ʻNieuwendorpeʼ betreft, is W & Z in eerste instantie aangeduid als ontwikkelaar omwille van de ligging van de gronden aan het Schipdonkkanaal nl. watergebonden. Hieraan zijn voorwaarden gekoppeld inzake beslissingen van de Vlaamse Regering voor de verbreding van het Schipdonkkanaal.
Het project KMO-zone ʻMoerakkerʼ met inbegrip van een containerpark is momenteel geparalyseerd door een procedure voor de Raad van State omwille van één van de eigenaars van een perceel grond binnen de toekomstige KMO-zone. Ook het feit dat nog een ander bedrijf eigenaar is van een perceel binnen dezelfde zone bemoeilijkt de realisatie. Ondertussen werd een correct schattingsverslag opgevraagd dat tegen eind oktober 2012 in ons bezit moet zijn. Voor het RUP ʻBroekenʼ, dat inhouse door Veneco2 wordt opgemaakt, wordt een oppervlakte van 6 ha als potentieel te ontwikkelen bedrijventerrein planmatig vastgelegd. Dit RUP werd door de Provincie goedgekeurd op 6 juni 2012 en Veneco2 is in overleg met de stad Eeklo de overeenkomst aan het opstellen om tot realisatie van dit RUP te kunnen overgaan. Hierop volgt de opmaak van een onteigeningsplan. Ook dit project zal meegenomen worden in de studie van Vectris omtrent de verkeersafwikkeling ter hoogte van de Industrielaan en de R43 (ring rond Eeklo).
Het PRUP ʻAfbakening kleinstedelijk gebied Deinzeʼ waarbij een bedrijventerrein (gedeeltelijk regionaal, lokaal, gemengd en met kantoorachtigen) op het grondgebied van de gemeenten Nazareth en Kruishoutem en de stad Deinze kan worden gerealiseerd. Rechtstreeks contact met de bevolking en (landbouw)bedrijven die in het projectgebied gevestigd zijn, leverden reeds adequate info op. Dit PRUP en de realisatie ervan wordt door Veneco2 gezien als een totaalproject waarbij de ontwikkeling van de uitbreiding van ʻGroot Prijkelsʼ op het grondgebied van de gemeenten Deinze, Nazareth en Kruishoutem door Veneco2 gekoppeld wordt aan o.a. de optimalisatie van de ontsluitings- en onthaalinfrastructuur ter hoogte van het kruispunt Karrewegstraat/Gaversesteenweg en een globale aanpak van de waterretentieproblematiek. Strategie 2013
9/25
2
Ondertussen heeft Veneco een studieopdracht opgestart voor de 2 belangrijke aspecten inzake de projectontwikkeling nl. de mobiliteit en de waterretentie. Een stuurgroepvergadering op 18-09-2012 nam kennis van het studiewerk en het inrichtingsconcept. Bedoeling is na het inzamelen van alle reacties van de deelnemers van de stuurgroep tot een definitief concept te komen tegen eind 2012.
De KMO-terreinen te Zulte ʻDriesʼ, Nevele ʻTer Moteʼ en Assenede ʻAKMO IIʼ en Zulte ʻDe Schachelaarʼ zijn opgeleverd en wat de eerstgenoemde projecten betreft zijn de gronden verkocht en meestal ook bebouwd.
De “late” commercialisatie van het AKMO II-terrein is te wijten aan dwingende voorschriften van het BPA waar de verkoop pas kon opgestart worden na de groenaanplant. De onzekerheid inzake de timing van de werken ter hoogte van de Stoepestraat ten gevolge van de omvorming van de N49/E34 naar autosnelweg en de onverwachte concurrentie van het project ʻDe Nestʼ te Evergem waarbij nu ook kleinere bedrijfspercelen worden aangeboden, zijn andere elementen die de uitgifte van bedrijfspercelen niet positief beïnvloeden. Overigens het 160 ha grote project ʻDe Nestʼ is een project (Veneco2 was eigenaar van de gronden) dat Veneco2, in het kader van haar saneringsoperatie en door gebrek aan interesse van de belangrijkste aandeelhouder om het kapitaal van Veneco2 te verhogen, eind de jaren ʻ80 uit handen moest geven.
De instroom van kandidaat-investeerders is zwak, allicht ook te wijten aan de moeilijke financiering van kleinere bedrijven door de banken en de slechte economische vooruitzichten die verwacht werden/worden na augustus 2012 en de verder escalerende economische crisis die in 2013 wordt verwacht. Eind 2011 kon het laatste ontbrekende perceel grond worden aangekocht in het gemengde project KMOzone/recreatiezone ʻSingelkenʼ te Sint-Laureins. Vermits op Veneco2 in projectontwikkeling parallel gewerkt wordt, was het dossier technische werken stedenbouwkundig indieningsklaar voor het project Singelken. De aanbesteding kon plaatshebben vóór de bouwvakantie zodat op 1 september 2012 de aannemer op de werf gestart is met het aanleggen van rioleringen.
Het project Panhuis te Destelbergen wordt opgesplitst enerzijds in bedrijvenzone Panhuis waar de invulling van de bedrijven en de aanvraag verkaveling op elkaar moesten worden geënt en anderzijds de panloze huisvesting van Veneco2. Dit was, alhoewel er slechts 3 bedrijven bij betrokken waren, één van de moeilijkste onderhandelingsdossiers inzake contractvorm. Het BPA was qua voorschriften moeilijk entbaar op de nood aan de bedrijven die moesten geherlokaliseerd worden uit de TAE-site (industriële site die herbestemd wordt voor 240 woonentiteiten). Intensieve onderhandelingen met de stedenbouwkundige diensten en de bedrijven hebben er toch een werkbaar stedenbouwkundige plan van gemaakt.
Finaal hebben de bedrijven hun aankoop/verkoopbelofte ondertekend eind september 2012 en worden in principe de aktes verleden eind 2012. De eerste spadesteek kwam er op 26-09-2012 en de aannemer startte met de werken op 15 oktober 2012. Veneco2 is ook aanbestedende bestuur voor de wegen- en rioleringswerken die in de Dendermondesteenweg zullen worden uitgevoerd. Hierbij komt er ook een
Strategie 2013
10/25
afkoppeling van een belangrijk aantal woningen en bedrijven in de Dendermondesteenweg en Steenakkerdreef. 2
Zoals bekend moet Veneco noodgedwongen de aankopen van gronden uitbesteden, maar extern vraagt dit ook heel wat voorbereiding qua informatieoverdracht die nu aan de oppervlakte komt. De opdracht tot aankoop werd voor sommige projecten nu bijna meer dan één jaar geleden uitbesteed, maar van enige onderhandeling is nog geen sprake.
Overigens zolang het louter over innemingen gaat van gronden, kan een onderhandeling extern worden geplaatst. Echter, er zijn ruilingen of afspraken met bedrijven die niet door een extern iemand kunnen onderhandeld worden. Voor een gedeelte van de gronden op de toekomstige KMO-site ʻDe Meireʼ is dit het geval.
Ook het feit dat één eigenaar van de gronden een onderneming heeft die in haar uitbreidingsplannen gehinderd wordt door een niet gelukte aankoop van gunstiger gelegen gronden onmiddellijk bij de huidige bedrijfsvestiging, maakt het er niet gemakkelijker op.
Projectregie en projectdiversificatie zijn vrij recente vormen van dienstverlening waarbij diverse projecten worden bestudeerd (haalbaarheidsstudie), aangegaan of waarbij partijen worden bijeengebracht. Hierbij is Veneco2 niet noodzakelijk de realisator van het volledige project, maar kan zij een coördinator zijn die oplossingen en knowhow aanreikt, partijen samenbrengt, bepaalde deelopdrachten op zich neemt, kortom ervoor zorgt dat het desbetreffende project opgestart raakt of (vlotter) wordt uitgevoerd. Gelet op de financiële mogelijkheden van Veneco2, maar ook om een evenwichtiger projectenportefeuille te hebben, moeten meer kleinere en gedifferentieerdere projecten kunnen worden opgestart, en moet de omkadering op personeelsvlak met on-the-field ervaren medewerkers verder worden aangevuld. Ook moet, gelet op de beperktere financiële middelen van de gemeenten, nagedacht worden om een gedeelte van de dienstverlening kostendelend te laten verlopen.
Wij hebben het hier over de projecten: ʻRUP Centrum Gavere (met de uitbreiding van het Gemeentehuis NAC), BPA Onderdale te Knesselare, BPA Centrum Evergem, BPA Warande te St.-Laureins, Kapel Leiehoek te Zulte, GRUP Ter Heide Merelbeke, KMO-zone Neringsweg Merelbekeʼ enz.
Noodgedwongen kon o.a. door de niet-invulling (tijdige) qua personeelsbestand van de goedgekeurde strategische plannen van 2009, 2010 en 2011 en het niet bespreekbaar stellen van het toekomstplan HoriZon 2034 slechts beperkt nieuwe initiatieven ter studie genomen worden. Dat dit zijn effect zal hebben in de nabije toekomst spreekt voor zich. Het thema ʻwonenʼ onder de meest diverse vormen, is een aandachtspunt waar Veneco2 zich in de komende jaren moet kunnen positioneren. Durven aan grondbeleid doen, vormt een belangrijke uitdaging. Misschien Strategie 2013
11/25
2
zijn hierbij 2 segmenten waar Veneco haar aandacht kan op richten nl. de nood aan kinderdagverblijven en de nood aan huisvesting om een antwoord te bieden op de vergrijzende maatschappij.
Bestaande bedrijfsgebouwen transformeren naar de noden van de bedrijven of transformeren naar woon- of gemengde projecten…hierop moet verder gebouwd worden! 2
In de KMO-zones die Veneco zelf ontwikkeld heeft, moet steeds worden nagegaan of er potentieel geen 2
bedrijvencampussen kunnen worden gerealiseerd. Het is een initiële taakstelling van Veneco naar starters of minder financieel sterkere KMOʼs toe en laat tevens een zuiniger ruimtegebruik toe. Echter de combinatie van een aanbod aan gronden en bedrijfsunits is een moeilijke match.
Dat het Transformatieproject Bedrijventerrein Veneco-Eke belangrijk was om dit bedrijventerrein op te waarderen, daar was iedereen het bij de aanvang van het project over eens. Hieromtrent werden reeds in 2005 op stedenbouwkundig vlak afspraken gemaakt met de gemeente Nazareth. Dit was een leidraad bij de beoordeling van de stedenbouwkundige aanvragen in afwachting van de goedkeuring van het inhouse opgemaakte PRUP voor dit bedrijventerrein waardoor de gemeente voor de beoordeling en de upgrading van dit bedrijventerrein over afdwingbare stedenbouwkundige voorschriften zou kunnen beschikken.
Dit PRUP werd evenwel niet goedgekeurd omdat er een te weinig ruim draagvlak kon gecreëerd worden bij zowel bedrijven als gemeente. Een gemiste kans om het bedrijventerrein, gelegen op een A1-locatie, voor te bereiden naar de toekomst toe. Evenwel is het dossier voor de heraanleg en/of herstel van de riolering, de vernieuwing van het wegdek op sommige plaatsen en de complete heraanleg van de Savaanstraat en de Oude Eedstraat aanbestedingsklaar. Voor de 2 laatst genoemde wegen gaan de gemeenten De Pinte en Nazareth mee in het aanbestedingsdossier en worden deze wegen door het initiatief van Veneco2 op een prijsgunstige wijze vernieuwd. Ook de nutsleidingen in de Oude Eedstraat gaan ondergronds.
Op vraag van de vennoten Kruishoutem en Zulte is gestart met de opmaak van een masterplan voor het bedrijventerrein ʻZaubeekʼ, gelegen op de grens van de gemeente Zulte en Kruishoutem. Dit resulteert in een nieuw Transformatieproject voor dit terrein in samenwerking met o.a. TMVW AquaRio. Vooral het investeringsritme van de VMM is bepalend voor de timing van de realisatie. In ieder geval is Veneco2 gestart met de verwervingen van de nodige gronden voor de aanleg van het fietspad.
Ook met de gemeente Gavere en de bedrijven gevestigd op het bedrijventerrein ʻLegen Heirwegʼ werd aanzet gegeven voor een transformatieproces waarbij tevens een betere en 2de ontsluiting van het bedrijventerrein wordt beoogd. Een aantal kleinere infrastructurele ingrepen hebben reeds een positief effect opgeleverd. De aanbesteding voor de vernieuwing van het rioleringsnet heeft plaatsgehad en werd goedgekeurd door AquaRio. Veneco2 neemt in dit dossier verder de functie op van coördinator.
NIEUWE ELEMENTEN Alles heeft zijn tijd………een tijd van breken………een tijd van bouwen.
Strategie 2013
12/25
2
Statutenwijziging-overeenkomst Veneco /stad Gent-noodzaak opmaak Addendum Zoals aangegeven onder bovenstaande rubrieken ʻGedeeltelijke uittrede stad Gent/terugneming van aandelenʼ, ʻdividendʼ en ʻbegrotingʼ heeft de statutenwijziging een aantal belangrijke consequenties voor de vennootschap met het oog op de financiering van de aangegane projecten en in het vooruitzicht van de verlenging van de duurtijd van de intercommunale in 2016. De gedeeltelijke uittrede van de stad Gent kreeg het fiat van de andere vennoten en inzonderheid van de grotere aandeelhouders voor zover er een hoger dividend zou worden uitbetaald gedurende 2 boekjaren. Deze beslissing werd genomen in het najaar 2010 terwijl de statutenwijziging er pas op 16-12-2011 aangenomen werd door de Buitengewone Algemene Vergadering. Evenwel zijn er geen waarborgen in de statutenwijziging ingebouwd dat, ondanks deze dividendpolitiek, de grote aandeelhouders niet zouden overwegen om gedeeltelijk of in 2016 geheel uit te stappen.
Daarenboven bevat de statutenwijziging geen clausules die een minimum vast gedeelte van het kapitaal waarborgen dat in verhouding staat tot de aangegane projecten, noch clausules die een vervroegde gedeeltelijke uittrede van de grote vennoten verbiedt, noch een volledige uittrede in 2016. Vandaar de beslissing in de Strategie 2012 om: ʻNa de goedkeuring van de statutenwijziging door de Toezichthoudende Overheid zal Veneco2 zich verder moeten beraden over de wijze waarop de financiering van de activiteiten van Veneco2 conform artikel 4 van de oude en art 6 § 3 van de nieuw statuten voor de komende jaren kan worden veiliggesteld en Veneco2 haar engagementen naar projectontwikkeling toe kan nakomen.ʼ Op 16-03-2012 besliste de Minister de statuten van Veneco2 gedeeltelijk goed te keuren met uitsluiting van artikelen 21 § 1 en 39 § 2. De overeenkomst van Veneco2 met de stad Gent inzake de inkoop van eigen aandelen voorzag een ontbindende voorwaarde voor de uitvoering van de overeenkomst en dit was de goedkeuring van de statutenwijziging. In het kader van de uitvoering interpreteert de stad Gent de gedeeltelijke goedkeuring als een niet-goedkeuring. In deze piste is de Raad van Bestuur van Veneco2 meegegaan en tevens werd in samenspraak met de stad Gent een procedure voor de Raad van State ingeleid met het oog op het bekomen van het finale behoud van de integrale statutenwijziging. Teneinde m.b.t. de overeenkomst Veneco2/stad Gent een standstill situatie te creëren, werd beslist een Addendum op deze overeenkomst op te maken. Omwille van het ontbreken van dit Addendum werd de Jaarvergadering op 14-06-2012, en na juridisch advies ingewonnen te hebben bij het advocatenkantoor Stibbe, verdaagd. De vennoten hebben op de Jaarvergadering verdere toelichting gevraagd omtrent de draagwijdte van de statutenwijziging, de operationele rechtszekerheid en de financiële middelen van de intercommunale.
Op de Raad van Bestuur van 30-10-2012 kon, ondanks de afspraken op het overleg van 30-08-2012, geen addendum ter goedkeuring aan de Raad van Bestuur voorgelegd worden. De missie van de vennootschap die met veel waakzaamheid sedert 1996 het richtsnoer van de intergemeentelijke werking van Veneco2 was, is sedert 11-12-2009 verdwenen. Dit heeft ook zijn effecten in het opereren van de vennootschap naar de buitenwereld toe.
De ambitie die vertolkt werd in het Evaluatierapport 2000-20006 om in de daaropvolgende legislatuur een einde te stellen aan de bestuurlijke problemen en bestuurlijke interventies bij het personeel, was op de Strategie 2013
13/25
eerste Raad van Bestuur nl. 17-04-2007 reeds geïnfecteerd. De opmaak van een eigen personeelsstatuut 2
voor Veneco , zoals het decretaal vastgelegd werd, is de concrete aanleiding geweest en tot op vandaag 2
heeft dit een impact gehad door een cascade aan problemen. In een kleine onderneming zoals Veneco
heeft zoiets een onmiddellijke impact op de operationele werking. Tot eind 2009 werd dit opgevangen door 2
het leveren van bijzondere prestaties in hoofde van de directie. Hopelijk heeft Veneco na het Directiecomité van 11-12-2009 haar momentum niet gemist en kan stilaan weer gewerkt worden rond een visie en een strategie.
Geen inbedding van de statutenwijziging in een toekomstplan Gelet op de evolutie van de statutenwijziging zoals hoger geschetst en zoals het initieel de bedoeling was om reeds in 2010-2011 een toekomstplan voor Veneco2 uit te schrijven, heeft Veneco2 weer eens een momentum gemist. Of de vennootschap zonder enig probleem over het cruciale jaar 2016 kan worden getild en er ook qua projectfinanciering voldoende garanties zouden zijn ingebouwd dat de aangegane engagementen kunnen worden nagekomen, is vandaag geen certitude. Alle ondernemingsplannen die Veneco2 in het verleden gemaakt heeft nl. het Saneringplan, het Alfaplan en het Betaplan2 hadden een historische en een statutaire inbedding. Hierdoor heeft de vennootschap, na een grondige sanering, een perfecte doorstart gekend. Veneco2 heeft nu een uitstekende balansstructuur en voldoende financiële middelen om de aangegane verbintenissen in een moeilijk economisch klimaat uit te voeren. Dat de vennootschap over grote en kleine vennoten beschikt, is perfect te verklaren en heeft een historische context die echter dreigt verloren te gaan door de bestuurlijke problematiek die dateert van medio 2006 en na de Raad van Bestuur van 10-12-2009 verder geëscaleerd is. Het was nochtans de ambitie eind 2006-begin 2007 van de bestuursploeg, en zeker van het Directiecomité, om een einde te stellen aan de bestuurlijke problemen waarmee Veneco2 in 2006 werden geconfronteerd. Op die manier zou de directie niet langer geconfronteerd worden met een aantal randtaken die ondanks bijzondere prestaties een invloed hadden op de operationele werking van Veneco2.
Aan het feit dat een vennoot een belangrijke aandeelhouder is, heeft hijzelf weinig verdienste. Het is een samenloop van omstandigheden geweest die op andere vlakken tot heel wat compensaties heeft geleid in het verleden of in projecten in de periode van het Alfaplan. Het toekomstplan HoriZon 2034, die de opvolger moest worden van het Betaplan2, is nooit bespreekbaar gebleken. De aanzet werd gegeven in de Raden van Bestuur van 13-10-2009 en 10-12-2009. De missie van de vennootschap en de ambitie om Veneco2 als een volwaardige streekontwikkelingsintercommunale uit te bouwen is in de afgelopen 3 jaar verloren gegaan. Over strategie en keuzes daaromtrent hebben de bestuursorganen het in 2010, 2011 en 2012 niet meer gehad. Of een verhoogd dividend, nu iedereen zoals statutair voorzien gedeeltelijk kan uittreden, een garantie is dat de grote aandeelhouders het solidariteitsbeginsel niet zullen schenden, is geen certitude. Vandaar ook het belang om een statutenwijziging in te bedden in een ondernemingsplan wat niet gebeurd is en de overgang naar de volgende legislatuur niet comfortabel maakt.
Strategie 2013
14/25
Artikel 70 van het Decreet op de Intergemeentelijke Samenwerking Het artikel 70 schrijft het volgende voor: “In de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen legt de raad van bestuur aan de jaarvergadering, die telkens plaatsvindt in de loop van het eerste werkingsjaar na het jaar waarin verkiezingen voor de algehele hernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd, een evaluatierapport voor over de werking van de vereniging. Dat rapport bevat een nieuw ondernemingsplan voor de komende zes jaar of een gemotiveerd voorstel het samenwerkingsverband te beëindigen met inachtneming van de statutair bepaalde rechten van de deelnemers. De eerste evaluatieperiode kan korter zijn dan zes jaar, gelet op de datum van oprichting. Alle deelnemers ontvangen dit rapport uiterlijk zes weken voor de datum van de jaarvergadering en bepalen het mandaat van hun vertegenwoordiger.”
Gelet op het uitblijven van het addendum (van 10-05-2012 tot 31-10-2012) bij de overeenkomst tot gedeeltelijke terugneming van aandelen van de stad Gent door Veneco2, de inhoud van de statutenwijziging, het ontbreken van het toekomstplan HoriZon 2034 en de nog niet geëxpliciteerde maar wel geformuleerde intentie van een aantal grotere vennoten om eventueel hun belang in Veneco2 te verminderen, werd op een overleg tussen Veneco2-stad Gent en de Provincie afgesproken dat in de periode medio oktober 2012/medio januari 2013 op politiek vlak overleg zal komen. Dit in eerste instantie tussen de grotere vennoten waarbij duidelijk wordt wat hun engagement binnen de vennootschap Veneco2 naar de toekomst zal zijn/ worden. Dit moet er toe leiden dat de uittredende Raad van bestuur in maart 2013 een evaluatierapport en ondernemingsplan voor de komende legislatuur 2013-2018 kan uitschrijven.
Een greep uit een aantal uitdagingen waarvoor de gemeenten staan in de legislatuur 2013-2018 De pensioenkas droogt op De hoge Belgische inflatie heeft een belangrijke invloed op de gemeentelijke financiën. Elk jaar vindt een overschrijding van de spilindex plaats, op 2009 na. Door het automatische indexeringsmechanisme stegen de lonen van de ambtenaren. De werkende vastbenoemde (statutaire) ambtenaren betalen daarbovenop de pensioenen van hun collega's via de RSZ van de Plaatselijke en Provinciale Overheden. De pensioenkas droogt echter op door het hoge aantal gepensioneerden die in de jaren '60 en '70 zijn aangeworven. De gemeentebesturen moeten hierdoor zelf meer betalen.
Meer inkomsten, nog meer uitgaven De gemeenteontvangsten zijn de voorbije jaren wel gestegen, maar niet genoeg om de hogere uitgaven op te vangen. Met de besparingen in het vooruitzicht wachten de lokale besturen af. Ze doen wel een beroep op alternatieve financiering om te investeren met pps-constructies of de oprichting van autonome gemeentebedrijven.
Lenen wordt moeilijk Lokale besturen sluiten meestal lange termijnleningen af op 15, 20 of 25 jaar. Zo'n aanvraag botst nu op een njet of op hogere marges. De marges die de banken hanteren zijn substantieel verhoogd sinds de financiële crisis in 2008.
Strategie 2013
15/25
Het OCMW krijgt meer klanten OCMW's souperen een steeds belangrijkere hap uit het gemeentebudget. De crisis heeft er toe geleid dat de overdrachten naar de OCMW's sterker toenamen.
Financiering van het economisch weefsel Een ander belangrijk aandachtspunt is de nood aan het beschikbaar stellen van kapitaal. Startende KMOʼs zijn steeds meer aangewezen op eigen middelen en op leningen van aandeelhouders en bestuurders om hun groei te financieren. Eind 2011 moesten startende KMOʼs voor liefst 45,3 % een beroep doen op eigen middelen om zich te financieren. Eind 2010 bedroeg het percentage slechts 34,2 %. Dit is een stijging van bijna 1/3 op 1 jaar tijd. Van elk geïnvesteerde euro, komt bijna een halve euro van de ondernemers zelf.
Die tendens is te wijten aan de terughoudendheid van banken en privé-investeerders om projecten te financieren. Niet alleen de financiële instellingen, ook de privé-investeerders kijken de kat uit de boom terwijl de KMOʼs smeken om middelen om te kunnen groeien. Doodnormale investeringen die een bedrijf gemakkelijk op 10 jaar mocht afbetalen, moeten nu op 8 jaar worden afgelost. En voor een overname of een buitenlands project geldt een terugbetalingstermijn van 5 à 7 jaar. Ook al heeft het bedrijf een mooi groeiparcours afgelegd, steeds moeten er meer eigen middelen ingebracht worden om een lening te krijgen.
Omdat banken zelf aan strengere kapitaaleisen moeten voldoen, staan ze weigerachtig tegenover projecten waar risicoʼs aan verbonden zijn.
Veel ondernemingen hebben daarenboven kapitaal nodig om met de gepaste snelheid te kunnen groeien. De snelheid waarmee bedrijven moeten kunnen groeien, is een vaak onderschatte factor. In heel wat sectoren, zoals de agrovoedingsindustrie, moeten ondernemingen kunnen acceleren. Zij moeten overnames kunnen financieren om de concurrentie met grote spelers aan te gaan.
Wat geldt voor KMOʼs zien wij ook terugkeren bij de leningen aangegaan door particulieren. Ook hier een zeer grote terughoudendheid, de verkorting van de looptijden en het belang van de eigen financiering. Dit zijn belangrijke aandachtspunten voor Veneco2. Ook Veneco2 is een onderneming die over voldoende autofinanciering moet beschikken om haar aangegane engagementen tot een goed einde te brengen. Een bijkomend punt voor Veneco2 is nu dat het klimaat bij de vennootschap sedert 11-12-2009 grondig werd gewijzigd wat het nu reeds en in de toekomst nog moeilijker zal maken om vóór de infrastructurering van bv. bedrijventerreinen reeds tal van verkopen afgesloten te hebben. Deze anticipering stelt Veneco2 in staat om met middelen van derden te werken.
De financiële hefboom die dit genereert heeft tussen medio 1996 en eind 2010, is duidelijk af te lezen uit de balanscijfers van de vennootschap.
De toekomst van de Vlaamse intercommunales voor streekontwikkeling – strategisch debat Strategie 2013
16/25
Ook binnen de schoot van Vlinter wordt nagedacht over de toekomstige invulling van het takenpakket van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor streekontwikkeling. De aanzet om dit op het niveau van Vlinter te doen was een bevraging door Leiedal van zijn stakeholders n.a.v. de viering van 50 jaar Leiedal.
De onderstaande tekst is geplukt uit een omvangrijker document dat Prof. De Rynck van de Hogeschool Gent heeft opgesteld in opdracht van Vlinter, de vereniging van de Intercommunales voor Streekontwikkeling (ICSO). De tekst heeft het statuut van een analyse- en discussiedocument dat zich richt tot de individuele intercommunales voor streekontwikkeling (ICSO) en tot de groep van de intercommunales, verenigd in Vlinter.
Drie werkingsniveaus worden onderscheiden: In de sneuveltekst (juli 2012) wordt gesteld dat de ICSO (InterCommunales voor StreekOntwikkeling) ambities op drie werkingsniveaus ontwikkelen : A. de gemeenten ondersteunen voor hun individuele opdrachten; B. de samenwerking tussen de gemeenten organiseren voor gemeentegrensoverschrijdende themaʼs of projecten binnen de gemeentelijke opdrachten; C. de belangrijkste publieke speler zijn inzake streekontwikkeling in Vlaanderen, waarbij streekontwikkeling breed wordt ingevuld.
(A) Samenwerking om een voldoende schaalgrootte te bereiken om de gemeenten individueel te versterken: dat gebeurt nu binnen de ICSO op de eerste plaats door gemeenschappelijke diensten op te richten (juridische diensten, milieudienst, dienst voor ruimtelijke ordening; dienst preventie en welzijn,…). Het kan ook door: -
kostendelende formules (waarbij gemeenten betalen naargelang hun mate van gebruik van bvb een juridische dienst) of;
-
het ter beschikking stellen van gedeeld personeel voor enkele gemeenten;
-
ondersteuning met medewerkers van ICSO op een specialistisch niveau of op afroep;
-
de functie te vervullen van studiebureau voor lokale besturen.
Dit is de basis van de ICSO.
De mogelijke organisatorische vormen voor gedeelde diensten zijn zelf ook breed: het is nuttig er hier al op te wijzen dat dit niet altijd hoeft gepaard te gaan met de vorming van organisaties. Lokale besturen kunnen ook de contractvorm gebruiken die opgenomen is in het Gemeentedecreet om afspraken te maken over vormen van gedeelde diensten (zie hieronder). Binnen de ICSO zijn er ook nu al meerdere voorbeelden van gedeelde diensten die niet telkens met een aparte juridische bestuursvorm gepaard gaan.
(B) Samenwerking voor gemeenschappelijke projecten tussen enkele gemeenten: hier gaat het om beleidsdoelen die beleidsgerichte interacties tussen gemeenten vereisen en waarbij gemeenten in een dynamiek worden geplaatst om de individuele beslissingen vanuit een gemeenschappelijk intergemeentelijk ʻbelangʼ te bekijken. Waar taakniveau A de individuele gemeenten als object heeft, gaat het hier om een taakniveau dat zich richt tot meerdere gemeenten. Strategie 2013
17/25
(C) Samenwerking tussen gemeenten in het kader van regionale ontwikkeling: hier gaat het om evident regionale dossiers waarbij de gemeenten omwille van hun ambities, omwille van hun bevoegdheden en/of omwille van hun politiek belang onmisbare partners zijn in projecten of programmaʼs. Het gaat om drie zogenaamde ʻideaaltypischeʼ werkingsniveaus die kunnen helpen om de discussie te ordenen en waarbij samenwerking telkens een andere betekenis en object heeft. De scheiding tussen de drie werkingsniveaus is in de praktijk vanzelfsprekend minder strak. De benadering van de drie niveaus en van de dynamiek die zich op elk niveau en tussen de niveaus ontwikkelt, helpt om de verschillende taakniveaus van ICSO te onderscheiden en om de ICSO niet als statische organisaties te zien. Het overzicht kan de ICSO helpen om hun huidig profiel te analyseren en om de discussie met de gemeenten aan te gaan voor wijzigingen aan dat profiel.
In de sneuveltekst van juli 2012 hanteren de ICSO het onderscheid in drie groepen taken: ruimte, persoon en bestuur.
Met ʻruimteʼ worden uiteraard de grondgebonden taken bedoeld die eerder aanleunen bij de klassieke kerntaken van de ICSO (projectontwikkeling voor bedrijveninfrastructuur; realiseren van woonprojecten; uitvoeren van studies voor ruimtelijke planning en/of voor milieuzorg, mobiliteit,…). De associatie ʻruimteʼ met vertrouwde taken is evenwel ook misleidend: binnen de ruimtelijke ontwikkeling kunnen zich nieuwe opdrachten en problematieken voordoen die van de ICSO aanpassing vragen. En het is niet omdat de taak vertrouwd is dat de gemeenten – klanten per definitie tevreden zijn over de kwaliteit van de prestaties.
Met ʻpersoonʼ wordt verwezen naar de persoonsgebonden materies te vatten onder de noemers welzijn, gezondheid en cultuur. Hier zijn de ICSO traditioneel minder actief, al zijn er enkele ICSO die aspecten opnemen (zie overzicht hieronder).
Met ʻbestuurʼ wordt verwezen naar gedeelde diensten op het vlak van het management aansluitend bij de ʻback officeʼ – diensten van gemeenten: voorbeelden zijn ICT – diensten, juridische diensten, samenwerking op het vlak van facility, financieel management, personeelsbeheer, gezamenlijke aankopen,…
Tot nu toe hadden we het over gemeentebesturen, maar de nood aan samenwerking raakt het geheel van de lokale besturen, op de eerste plaats deze tussen gemeenten en OCMWʼs.
De term ʻschaalvergrotingʼ moet vooreerst goed worden begrepen: het gaat, in tegenstelling tot bijvoorbeeld fusies van scholen of ziekenhuizen, hier niet om fusie van gemeenten maar wel om gedeelde diensten ter ondersteuning van gemeenten of lokale besturen. De lokale besturen blijven als aansturende en controlerende eenheid bestaan.
Lokale besturen werken samen om zeer verschillende redenen. Omwille van schaal- en efficiëntieredenen, om gemeentegrensoverschrijdende problematieken gezamenlijk aan te pakken, om streekgebonden themaʼs Strategie 2013
18/25
op kaart te zetten... Echter, gebrek aan transparantie, te weinig sturing en controle door de lokale besturen,... het is een perceptie die door veel lokale bestuurders en ambtenaren wordt gedeeld.
We moeten een creatieve manier vinden om het middenveld te betrekken binnen de intercommunale werking (bv. via integratie van het aantal structuren). Er is de nood dit via RESOCʼs te doen maar dit leidt tot een vermenigvuldiging van het overleg en opstarten van nieuwe structuren. Het idee is verkeerd dat om een nieuwe taak uit te voeren er een nieuw instrument moet worden opgezet waardoor we logischerwijze nieuwe overhead gaan creëren en inboeten aan efficiëntie. Met andere woorden, er is niet “teveel samenwerking”. Er is vooral het verkeerde idee dat voor elke vorm van (intergemeentelijke of interbestuurlijke) samenwerking een aparte structuur vereist is.
Elk gemeentebestuur beslist zelf voor welke vragen en opdrachten het met andere gemeentebesturen en in welke vorm wil samenwerken. Dit is en blijft onveranderlijk de kerntaak van de ICSO: op vraag van individuele gemeenten en van een groep gemeenten taken vervullen die de gemeenten aan haar samenwerkingsverband(en) wil toevertrouwen.
Het gevolg van dit existentiële kenmerk is meervoudig:
ICSO zijn verlengstukken of hulpinstrumenten voor lokale besturen, het zijn vormen van verlengd lokaal bestuur. Het basisprincipe zou moeten zijn: alles wat gemeenten willen of moeten doen, kunnen zij ook samen doen en het is aan hen om daar autonoom over te beslissen; Alles
wat
een
individuele
gemeente
inhoudelijk
en
organisatorisch
mag,
zou
voor
een
samenwerkingsverband van gemeenten ook moeten kunnen, conform het statuut dat de intercommunales hebben als “hulpinstrument” voor lokale besturen.
De 11 ICSO zijn in dezelfde tijdsperiode en grotendeels om dezelfde redenen eertijds opgericht. Infrastructurele behoeften domineerden de eerste periodes. @2012 zijn de ICSO onderling verschillend, zowel op het vlak van de positionering op de drie taakniveaus en de drie taaksoorten, als op het vlak van hun schaal en omvang, financiering, interne werking en organisatie. Daarin zijn de ICSO natuurlijk niet uniek: ook provinciebesturen verschillen onderling, gemeenten verschillen onderling en de Vlaamse departementen en agentschappen vertonen onderling al evenzeer belangrijke verschillen. Voor het interne debat per ICSO is de differentiatie wel essentieel: elke ICSO moet terugkoppelen naar de eigen gemeenten en binnen de eigen bestuursorganen en moet rekening houden met de eigen specifieke context, omgevingsfactoren en de eigen capaciteit op dit moment.
Vanuit een doelmatigheidsperspectief kunnen samenwerkingsverbanden getoetst worden aan de hand van volgende criteria (extract uit de studie): • “relevantie: in welke mate draagt het samenwerkingsverband bij tot het oplossen van gestelde noden en problemen?
Strategie 2013
19/25
• coherentie: in welke mate sluit het samenwerkingsverband aan bij andere beleidsinitiatieven om bepaalde problemen en noden aan te pakken? • zuinigheid: in welke mate zijn de middelen van het samenwerkingsverband voldoende of teveel? • doelbereiking: in welke mate bereikt de samenwerking de afgesproken doelstellingen? • effectiviteit: in welke mate is het samenwerkingsverband de beste manier om het gewenste doel te bereiken? • efficiëntie: in welke mate staan de resultaten van het samenwerkingsverband in verhouding tot de geïnvesteerde middelen? • duurzaamheid: in welke mate zijn de resultaten van het samenwerkingsverband duurzaam? • adequaatheid: in welke mate zijn de resultaten van het samenwerkingsverband hetgeen initieel beoogd werd? • consistentie: in welke mate wordt de positieve of negatieve doorwerking naar andere beleidsinitiatieven beheerst? • aanvaardbaarheid: in welke mate vinden stakeholders het samenwerkingsverband de juiste oplossingsstrategie en maken ze er actief gebruik van? Belangrijk voor elk individueel lokaal bestuur is echter om vooraf de lijst met samenwerkingsverbanden door te nemen en indien nodig te filteren op eventuele dubbels, op het gewicht van het samenwerkingsverband, op het belang van het vermelde samenwerkingsverband. Het kan, omgekeerd, natuurlijk ook nodig zijn om de lijst aan te vullen. Het is aan de gemeentelijke vennoten om te bepalen welke richting zij met de intercommunale Veneco2 wensen uit te gaan. In de Strategie 2008 is duidelijk gepleit om Veneco2 uit te bouwen tot een volwaardige Streekontwikkelingsintercommunale. Echter over het toekomstplan ʻHoriZon 2034ʼ is geen enkel gesprek mogelijk gebleken en wij moeten vaststellen dat 20 jaar na de oprichting van TIM, TIMBO, Streekplatform Meetjesland ondertussen ʻvia een proeftuinʼ ervaring vervelt tot Streeknetwerk Meetjesland en veel palavers men nog altijd denkt aan de uitbouw van een intergemeentelijke vereniging. Is het toeval dat de werking van het Streekplatform Meetjesland en Veneco2 in dezelfde periode nl. 2009 onder druk kwamen te staan ? Zijn de toen operationeel geworden Resoc's hier debet aan? Of was het koudwatervrees van de gemeenten om kleur te bekennen… willen wij wel een sterke streekontwikkelingsintercommunale? Het risico is niet denkbeeldig dat Veneco2 door deze reeds 3 jaar durende standstill op het vlak van strategische en toekomstgerichte besluitvorming hierdoor haar momentum heeft gemist en er nog eens kostbare jaren verloren zijn gegaan om op intergemeentelijk vlak een geïntegreerde samenwerking op te zetten. Er moet niets nieuw uitgevonden worden dat al 52 jaar bestaat nl. Veneco2
Maar voor wat bestaat, goed werkt, een portefeuille aan projecten heeft, financiële middelen kan inzetten moet zorg gedragen worden. Het is een solide basis om op voort te bouwen. Alles heeft zijn tijd………een tijd van breken………een tijd van bouwen.
Strategie 2013
20/25
2
Teneinde de vennootschap Veneco over het jaar 2016, waar de vraag naar verlenging, uittreding of ontbinding zal gesteld worden, te tillen werden sedert 2009 diverse initiatieven ontwikkeld. Het was de bedoeling om via het “Continuïteits- en Toekomsttraject” en finaal “Horizon 2034” waarbij de gedeeltelijke uittrede van de stad Gent en de statutenwijziging met een vastgeklikte waardebepaling van het scheidingsaandeel werd geïncorporeerd deze ambitie in te vullen. Het louter creëren van een aandeelhouderswaarde kan nooit de bedoeling zijn van een intergemeentelijk samenwerkingsverband met de doelinstellingen van een streekontwikkelingsintercommunale, maar wel de wil van de vennoten om op basis van gelijkheid samen te werken en te streven naar het verwezenlijken van het maatschappelijk doel. Het Evaluatierapport 2012-2018 dat een businessplan moet zijn, opgesteld door de huidige Raad van Bestuur (ten laatste maart 2013) zal bij gebrek aan een plan dat 31-12-2016 overlapt met dit gegeven rekening moeten houden.
Dit cursief gedeelte van de tekst komt integraal uit de Strategie 2012 en sluit aan bij wat aangehaald werd onder “Nieuwe elementen”
Alles heeft zijn tijd………een tijd van afbreken………een tijd van bouwen.
Raad van Bestuur 30-10-2012
Strategie 2013
Bijlage: - begroting
21/25
BEGROTING 2013
Uitgaven
Gewone uitgaven
1.159.300
Algemene kosten Erelonen advocaten, revisor, enz. Kosten beheersorganen Personeelskosten Publiciteit Verzekeringen Uitgaven uit dienstverlening Werkingskosten
68.000 38.000 60.000 769.300 30.000 10.000 10.000 174.000
Veneco²ʼs panloze huis Bouwkost Studiekost
850.000 800.000 50.000
Uitgaven projecten
16.971.180
KMO-zone Lozen Boer - Lochristi - bedrijfsverzamelgebouw Onderhoud & exploitatie
10.000 10.000
KMO-zone Lozen Boer – Lochristi
5.000
Onderhoud & exploitatie
5.000
Bedrijventerrein Prijkels - Nazareth Infrastructuur Onderhoud & exploitatie
10.000 2.000
12.000
Woonzone Knesselare 2 Onderhoud & exploitatie
2.000
Woonzone Lammeken 2 Onderhoud & exploitatie
2.000
Gronden bedrijvigheid* Economische knooppunten/kleinsted. gebied Lokaal/gemengde KMO-zone Woonzones KMO-zone AKMO II - Assenede Groen en onderhoud Studiekost groen Onderhoud & exploitatie KMO-zone De Schachelaar - Zulte Signalisatie Onderhoud & exploitatie
Strategie 2013
2.000
2.000
13.511.880 10.915.980 2.570.900 25.000 14.000 10.000 2.000 2.000 4.500 2.500 2.000
22/25
KMO-zone Dries - Zulte Signalisatie Nutsvoorziening Onderhoud & exploitatie
5.100 20.000 2.000
27.100
KMO-zone Mispelare - Zomergem Groen en onderhoud Onderhoud & exploitatie
15.000 2.000
17.000
KMO-zone Ter Mote – Nevele Studiekosten infrastructuur Nutsvoorzieningen Groen + onderhoud Onderhoud & exploitatie Subsidie Omleidingsweg studiekosten infrastructuur KMO-zone Destelbergen – BPA Panhuisstraat Infrastructuur Studiekosten infrastructuur Signalisatie Nutsvoorzieningen Groen + onderhoud Archeologie Onderhoud & exploitatie
47.400 20.000 19.790 15.000 2.000 -39.390 30.000 866.300 575.000 23.000 16.700 134.600 100.000 15.000 2.000
KMO-zone De Meire – Gavere Studiekosten infrastructuur
50.000
50.000
KMO-zone Moerakker – Knesselare Archeologisch onderzoek Studiekosten infrastructuur
45.000 30.000
75.000
KMO-zone Singelken – Sint-Laureins Infrastructuur Studiekosten infrastructuur Nutsvoorzieningen Groen + onderhoud Onderhoud & exploitatie Subsidies
850.000 60.000 230.000 100.000 2.000 -250.000
Bedrijventerrein Balgerhoeke – Eeklo Studiekosten infrastructuur
100.000
Bedrijventerrein Kunstdal – Eeklo Studiekosten infrastructuur
992.000
100.000
35.000 35.000
Bedrijventerrein Groot Prijkels – Deinze/Nazareth/Kruishoutem Studiekosten infrastructuur 100.000
100.000
Bedrijventerrein Krommewege – Maldegem Studiekosten infrastructuur
100.000 100.000
Transformatieproject Veneco-Eke Diverse kosten Renovatie bedrijventerrein
20.000 525.000
Woonzone Ide - Nazareth Onderhoud & exploitatie Strategie 2013
545.000
10.000 10.000 23/25
Woonzone Gavere – BPA Centrum Archeologie Studiekosten infrastructuur Infrastructuur
13.000 15.000 225.000
Woonzone Onderdale – fase 1 Nutsleidingen Groen + onderhoud Onderhoud & exploitatie
100.000 50.000 2.000
Zulte Kloostergebouw Casco renovatie Studiekost infrastructuur Aankoop van bedrijfsgebouwen, gebouwen en gronden en gronden voor woonfunctie, archeologische dienst
253.000
152.000
40.000 35.000 5.000 p.m. __________ 18.980.480
* Projecten in bedrijfshuisvesting waar onderhandelingen opgestart zijn of moeten beginnen worden niet nominatief opgenomen.
Strategie 2013
24/25
Inkomsten Projecten
6.367.640
KMO-zone De Schachelaar - Zulte KMO-zone AKMO II - Assenede KMO-zone Singelken – Sint-Laureins KMO-zone BPA Panhuisstraat – Destelbergen KMO-zone Mispelare – Zomergem Woonzone BPA Onderdaele – Knesselare Kapel Leiehoek Melle – Lammeken 2
317.563 1.315.913 750.000 2.912.864 465.075 201.400 250.000 154.825
Bankintresten
1.000
Intresten uit beleggingen
225.000
Opbrengsten uit dienstverlening
232.355
Liquide middelen
12.154.485 __________ 18.980.480
Rollende begroting : ‐ steeds kunnen nieuwe opportuniteiten aangegrepen worden. ‐ in deze begroting wordt ook nog geen uitspraak gedaan welke projecten met eigen middelen en vreemde middelen zullen gefinancierd worden. De aanleg van de nodige financiële buffer, de evolutie op de geldmarkten, de algemene economisch toestand en de opnamesnelheid van de bedrijfsgronden zijn hier bepalende sleutelelementen. Uitgaven en inkomsten kunnen over 1 of 2 begrotingsjaren lopen, deze zijn o.a. afhankelijk van: ‐ onderhandelingen verwerving onroerend goed ‐ planningsprocessen ‐ afleveren onteigeningsmachtigingen ‐ afleveren vergunningen ‐ aanbestedingsdatum ‐ startdatum werken ‐ aanvang commercialisatie ‐ grond-en pandenbeleid Uitdagingen naar projectontwikkeling zijn: de wijziging van de subsidiëring van bedrijventerreinen waarbij de nadruk gaat gelegd worden op de sanering van bestaande terreinen, de planbatenvergoeding, de aankoopprijzen, de economische situatie in de komende jaren, het behoud van belastingsvrijstelling voor intercommunales, de moeilijkheden die er zijn om geschikte ʻprojectontwikkelaarsʼ te vinden en de projectontwikkeling op zich die nodeloos complex en gejuridiseerd wordt. Zoals reeds gesteld in de strategie 2012 en hernomen in deze van 2013 zal men tussen medio november en medio januari op het politieke echelon zich moeten beraden over de wijze waarop de financiering van de activiteiten van Veneco conform artikel 4 van de oude en artikel 6 § 3 van de nieuwe statuten voor de komende jaren kan worden veiliggesteld en Veneco haar engagementen naar projectontwikkeling toe kan nakomen. Ook een overleg met de belangrijkste aandeelhouders na de vernieuwing van de gemeenteraden en provincieraad in 2013 om hun intenties m.b.t. 31-12-2016 inzake verlenging, uittrede en ontbinding van de vennootschap te kennen.
Raad van Bestuur 30-10-2012 Strategie 2013
25/25