Strategie met toekomst Van absolute veiligheid naar duurzame vrede
Israël en Palestina In het Nieuwe Midden Oosten1
Luc Reychler2
Speaking out notes # 3, Leuven, maart 2011 Actueel denken en leven 28 maart 2011, Brasschaat
1
Strategie met toekomst Van absolute veiligheid naar duurzame vrede Israël en Palestina in het nieuwe Midden Oosten Luc Reychler Dank u voor de uitnodiging. Ik zal me uitspreken over één van de meest beklijvend conflicten in de wereld, dat sinds meer dan zestig jaar woekert in het Midden Oosten: het conflict tussen Israël dat meer dan drie vierden (78%) van het vroeger Palestina bestrijkt en wat er nog overblijft: de bezette Palestijnse gebieden. In het woelig politiek landschap van het Midden Oosten kan een faire en spoedeisende oplossing niet meer worden uitgesteld. Mijn verhaal bestaat uit drie delen. Het eerste en kortste deel, belicht mijn uitgangspunten, de methode van analyse, en het profiel van de analist. Het tweede en langste deel geeft een antwoord op verschillende vragen, zoals: Waarom is dit conflict zo belangrijk?, Waarover gaat het eigenlijk? Wat zijn de grondoorzaken? Wat zijn de kosten en baten? en Hoe moeilijk is het om tot een oplossing te komen? Het derde deel evalueert het huidig conflict en vredesbeleid Israël, de Palestijnen en hun bondgenoten; onderzoekt de pros en cons van verschillende toekomst scenario’s, en pleit voor een grondige alternatieve aanpak.
2
Deel 1. Uitgangspunten, methode en analist Uitgangspunten Het eerste uitgangspunt is dat de unilaterale militaire aanpak van het conflict niet alleen de onveiligheid en instabiliteit in de regio doet toenemen, maar tevens de kansen op een duurzame vrede ondermijnt. De enorme militaire macht van de VS en de regionale militaire superioriteit van Israël heeft allesbehalve bijgedragen tot duurzame vredesopbouw. Het tweede uitgangspunt is dat het Israëli –Palestijns conflict een steeds negatievere invloed heeft op het imago van de zgn. democratisch Westen, niet alleen in de Arabische en Moslim gemeenschap, maar ook in de rest van onze sterk verweven planeet. Vooral het door het gebruik van dubbele standaarden is de legitimiteit van het buitenlands beleid sterk afgezwakt. Alleen de westerse staten voeren oorlog; ze pleiten voor democratisering, maar steunen ze autoritaire regimes en isoleren niet bevriende democratisch verkozen partijen (zoals FIS in Algerije, Hamas in de Palestijnse gebieden, Hezbollah in Libanon); bovendien laten ze oogluikend de kolonisatie van de bezette gebieden toe. Het derde uitgangspunt is dat de creatie van duurzame vrede tot de mogelijkheden behoort; het is een realistische optie. De Europese Unie is een rolmodel. Voor 1945 was het de meest bloedige regio ter wereld: het was de bakermat van twee wereld oorlogen; fascistische en nazistische dictaturen; genocidair geweld tegen Joden, Slaven, Zigeuners, homo’s en andere ‘ongewenste’ groepen; en de koloniale overheersing van andere werelddelen. De Tweede Wereldoorlog eiste meer dan zestig miljoen dodelijke slachtoffers, met inbegrip van ongeveer zes miljoen joden in de Holocaust. In de tweede helft van de 20ste eeuw ontpopte Europa zich tot een zone van duurzame vrede. Het verving nationale veiligheid door coöperatieve veiligheid, exclusief nationalisme door meervoudige loyaliteiten; economische muren door economische samenwerking; het maakte een einde aan haar kolonies; het opende het ijzeren gordijn en sloopte de muur tussen Oost en West Europa. In het Israël –Palestina conflict hoor je veel over ‘ het Europa van toen ‘ en wordt ten gepaste en ongepaste tijde met de vinger gewezen naar de toestand van meer dan 65 jaar geleden. Dit is begrijpelijk en op zich zelf geen probleem; het probleem is dat de wijsvinger, geen aandacht heeft voor de drie vingers die naar zichzelf wijzen en dat er weinig of niets geleerd is geworden van het nieuwe Europa: de Europese Unie. Het vierde en laatste uitgangspunt is dat de huidige toestand in de bezette gebieden onhoudbaar is en dringend geremedieerd dient te worden. De opportuniteitskosten zijn zeer hoog. Hoe meer tijd verloren gaat, hoe groter de kans op een verliesverlies uitkomsten. Bovendien reiken de Verenigde Naties en Arabische Liga al jaren een royale oplossing aan op een zilveren schaal3.
3
Methode De resultaten van een volledige conflictanalyse worden niet altijd in dank afgenomen. De conflicterende partijen, vooral de sterkste, trachten hun definitie van het conflict en hun oplossingen op te dringen en de vredesgesprekken te monopoliseren. Dissidente opinies zijn niet welkom. Ze worden gestigmatiseerd als onbekwaam, als verraders, als niet vaderlandslievend, anti‐Amerikaans, antisemitisch, lepraleiders, Islamofoben enz. Frequent, wordt de toegang tot de officiële media bemoeilijkt; worden promotiekansen ingedijkt, bedreigd of vliegen de gevangenis in. De analyse van conflicten wordt ook moeilijk gemaakt door emoties die inherent zijn aan conflicten. Het zich inleven in posities van de andere betrokken partijen is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Toen ik in februari de evenementen op het Tahrir plein in Cairo volgde kon ik mijn gelukstranen niet bedwingen. Ik verdraag geen machtsmisbruik. Het was verrukkelijk te zien hoe burgers hun gevoel van onmacht omzetten in geweldloze weerbaarheid en verzet. Mijn conflict analyse is gekenmerkt door: (a) een overwegend gedragswetenschappelijke aanpak, (b) het belang dat wordt gehecht aan prognose, en (c) respect of eerbied voor alle betrokken burgers. Vooreerst, benader ik conflicten als een gedragswetenschapper. Ik vraag aan studentanalisten om niet te moraliseren, psychologiseren en legaliseren en om de etiketten en de verpakking ervan te verwijderen. Voorbeelden van etiketten zijn: beschaafde en onbeschaafde (onbeschofte) mensen, uitverkoren en niet uitverkoren volkeren, gekke en realistische leiders, landen die tot de as van het kwaad of het goede horen, legaal versus illegaal gedrag, terrorisme en antiterrorisme, islamo‐, christo‐ of judeo‐facisme, of oorlogen uit noodzaak of keuze enz. De oorlog in Libië wordt ‘ kinetisch militaire actie’ genoemd. Terrorisme is een subjectieve term die wordt gekleefd op iedereen die zich verzet tegen directe of indirecte buitenlandse bezetting en daar gewapenderhand iets wens aan te doen. Ronald Reagan, bijvoorbeeld, noemde de Nicaraguaanse extreemrechtse doodseskaders die op zijn steun konden rekenen geen terroristen maar vrijheidsstrijders. Bovendien is antiterrorisme veel dodelijker en destructiever dan terrorisme. Om al die redenen, verkies ik een analyse van het naakte conflict, zoals een wetsdokter een autopsie doet van een het lijk van een slachtoffer. Het tweede kenmerk van mijn conflictanalyse is de aandacht voor de toekomst. De dynamiek van een conflict en van vrede wordt sterk beïnvloed door toekomstverwachtingen. De toekomst bepaalt het heden en het verleden. De kansen op vredesopbouw zijn gering wanneer mensen niet geloven in een betere toekomst, defaitistisch of cynisch zijn geworden, of menen dat de toekomst het verlengde is van het verleden. Een volk dat gelooft in een betere toekomst zal zich gemakkelijker inzetten en tijdelijk ontberingen dulden. Een positief toekomst perspectief maakt het ook gemakkelijker om te gaan met een moeilijk verteerbaar verleden. Zonder toekomst is de confrontatie met een dergelijk verleden een tantaluservaring. Het derde analytisch kenmerk is van normatieve aard. Mijn houding ten aanzien van het conflict is niet passief, maar afstandelijk betrokken. Passiviteit is nefast in asymmetrische conflicten; het versterkt de ‘macht is recht’ beginsel. In
4
asymmetrische conflicten staat een objectieve en impartiële navorser vooral aan de kant van wie onderdrukt wordt en het meest afziet. Ten aanzien van de betrokken partijen: de Israëli’s en de Palestijnen stel ik me onpartijdig op. Ik beschouw mezelf als pro‐Israël (binnen de grenzen van voor 67) en pro‐ Palestina. Onpartijdigheid betekent echter niet dat er geen kritische evaluatie wordt gemaakt van het politieke gedrag de conflicterende partijen. Het conflictgedrag wordt onderworpen aan algemeen aanvaarde objectieve maatstaven van strategische, juridische aard en humanistische aard. Idealiter wordt naar oplossingen gezocht met behulp van John Rawls’ sluier van onwetendheid (veil of ignorance). Conflict managers of bemiddelaars worden verzocht om rechtvaardige oplossingen te zoeken voor het conflict; ze weten echter niet of ze in de toekomst zullen moeten leven als een Israëli of een Palestijn. Dit zal pas worden meegedeeld wanneer de voorstellen op tafel worden gelegd4.
Wie ben ik? Wanneer een persoon of een organisatie advies geeft of een opinie uitspreekt over een conflict of over vrede, is het belangrijk te weten wie of wat die persoon of de instelling vertegenwoordigt. Intellectuele eerlijkheid vereist dat de analist of adviseur meedeelt wie zij/hij is en wat zijn/haar belangen of normatieve voorkeuren zijn. Dit impliceert dat de analist informatie meedeelt over leeftijd, gender, opleiding, nationaliteit, identiteitsgroep, politieke partij of belangengroep affiliatie, betrekking enz. De meerderheid van analisten die banden hebben met de partijen in het conflict zijn niet in staat om hun ‘ You stand where you sit ‘ percepties en standpunten te overstijgen. Sinds oktober 2010 gedij ik als een professor emeritus met opdracht aan de Universiteit van Leuven. Mijn vakgebied behelst: conflict beheersing, geweldpreventie en vredesopbouw, strategie en veiligheid, en multilaterale diplomatie: bemiddeling en onderhandelingstechnieken. Aan de U.Gent ben ik o.l.v. Prof. Ghijsbrecht begonnen met de studie van micro geweld (moord en dubbelzelfmoord); nadien verdiepte ik me in de Londen School of Economics (LSE), de Universiteit van Oslo, en in Harvard in grootschalig geweld. Mijn aandacht en passie voor geweldpreventie spruit voort uit de afschuw voor machtmisbruik (pesten, corruptie, de segregatie van zwarten in de Amerika tot in het begin van de jaren zestig, de kolonisatie van Kongo, apartheid, de Vietnam Oorlog), maar werd vooral aangespoord door een bezoek in 1968 aan het concentratiekamp in Dachau, niet ver van München waar ik voor mijn Ma thesis onderzoek verrichte (over de mentale gezondheid in de bedrijfswereld) en door de Berlijnse muur. Het conflict tussen Israëliërs en de Palestijnen volg ik sinds 1971. In dat jaar assisteerde ik Prof Herbert Kelman tijdens een problem solving workshop bestaande uit een kleine groep van Palestijnen en van Israëliërs. Mijn laatste bezoek aan Israel en de Palestijnse gebieden, met inbegrip van Gaza, vond plaats in de juli van 2009. Israël, een land met een oppervlakte van ongeveer 2/3 van België, is een aangenaam land voor de joodse bevolking en toeristen, met leuke resto’s, excellente universiteiten, een hoog technologische economie, en
5
doortastende veiligheidscontroles aan de buitengrens, maar ook een land met honderden militaire checkpoints in de bezette gebieden, burgers die op straat wandelen met AK16 geweren en de lelijke nederzettingen architectuur. Schokkend zijn, de contrasten met de West bank en de Gaza strook, gelegen zijn achter de hoge grijze muur. Het bezoek aan Gaza heeft me diep ontroerd; niet alleen omwille van (a) de kamp architectuur van het noordelijk gelegen checkpoint Erez en de opsluiting van 1,5 miljoen Palestijnse burgers in de grootste openluchtgevangenis ter wereld (iets groter is dan de stad Antwerpen / +1/3); waar alle lucht, land en zee verbindingen zijn gecontroleerd; en de handel en communicatie worden geboycot, maar ook omwille van (b) de houding van de Palestijnse burgers die het blijkbaar het hoofd niet laten zakken, de situatie trotseren en geloven dat het zal verkeren.
Deel 2. Zichtbaarheid, insiders, en grote verhalen Het meest zichtbare conflict. Sommige vrienden vragen me waarom ik me niet bezig hou met andere meer dodelijke conflicten. Dat doe ik. De laatste jaren heb ik veel aandacht gegeven aan de spanningen tussen Noord en Zuid Korea en de moeilijke heropbouw van Kongo5. Hoe dan ook, het Israël –Palestina dispuut is het meest in het oog springend conflict ter wereld. Het is een conflict met een grote impact; denk aan de internationale reputatie van het Westen; de prijs van olie en vooral de politieke stabiliteit of instabiliteit van de regio. Het ligt op de grens van drie continenten. De drie monotheïstisch religies hebben er heilige plaatsen. In een wereld, gekenmerkt door grensoverschrijdende communicatie en informatie stromen, is dit conflict het colloseum van de geglobaliseerde wereld geworden, met als protagonisten: de Israëliërs, de Palestijnen en de Amerikanen; en veel andere belanghebbende spelers zoals Turkije, Egypte, Saudi‐Arabië en Iran. De EU vertolkt een schamele bijrol; haar passiviteit heeft een negatieve invloed op de conflictdynamiek. Het is een ongelijk schouwspel met aan de ene kant een hypermodern bewapende en nucleaire Israël (gesteund door de VS) en aan de andere kant een zwak, verdeeld, en kwetsbaar Palestina dat probeert overeind te blijven op de helft van het resterende 22% van het vroegere Palestina.
Complex en alleen bevattelijk voor insiders? In debatten hoor je soms dat het conflict veel te complex is om er vat op te krijgen, of dat het alleen kan begrepen worden door inwoners (insiders) of hun diaspora. Deze stellingen zijn onjuist. Het conflict is minder complex dan wordt beweerd. Het is een eenvoudig conflict met een eenvoudige oplossing. Het argument van complexiteit wordt frequent aangewend om andersdenkenden de mond te snoeren. If you cannnot convince them, confuse them6. Inwoners of de diaspora zien het conflict vanuit hun oogpunt en zijn meestal niet in staat om zich in te leven in de leefwereld van de zgn. tegenstanders of vijanden. Daarom heeft het conflict dringend nood aan externe onpartijdige bemiddelaars die oog
6
hebben voor de alle percepties en gevoeligheden en in staat zijn om een breedbeeld analyse te maken.
De grote verhalen. Er bestaan verschillende analyses die het conflict toeschrijven aan één oorzaak. Ze zijn reductionistisch, misleidend en weinig bruikbaar. Ze schilderen, met een grove borstel, het conflict af als een religieus dispuut of als een botsing is van beschavingen; als een uitloper van de Holocaust; het product van terrorisme of van duivelse regimes, of als een derivaat van oliebelangen.
1. Een conflict tussen religies of een botsing tussen beschavingen? 7,8 Religie alleen is zelden de oorzaak geweest van gewelddadige conflicten. Religie is meestal een excuus voor politieke actie en het mobiliseren van mensen. Vandaag wordt Israël geleid door een rechtse‐, religieuze, Russische coalitie. Tachtig percent van de leerlingen van de religieuze middelbare scholen willen het stemrecht van de Arabische burgers afnemen. Religieuze extremisten in de drie monotheistische religies hypothekeren het vredesproces. De uitlatingen van bijvoorbeeld de spirituele leider van de Shas partij, Rabbijn Ovadia Yosef, zou in de EU niet door de beugel kunnen. Het conflict is geen botsing tussen beschavingen, maar een conflict over waarden, zoals vrijheid, waardigheid, broederschap, gelijkwaardigheid. Het gaat over de tegenstelling van toekomstverwachtingen bv. een Groter Israel voor Joden of een democratisch land met gelijke rechten en plichten voor Joden en Palestijnen. Op het spel staan land en soevereiniteit –de traditionele kwesties van koloniale en antikoloniale rivaliteit –geen theologie·.
2. Een uitloper van de Holocaust. De genocide in Europa heeft joodse vluchtelingenstromen op gang gebracht op zoek naar veilige thuishavens. Dit heeft de creatie van Israël versneld en aanvankelijk de nieuwe staat van internationale sympathie en legitimiteit voorzien. Het verklaart echter niet waarom Israel na de zesdaagse oorlog van 67 en vooral na de Yom Kippur oorlog van 1973 de Palestijnse gebieden niet wilde opgeven en nederzettingen begon te bouwen. Deze nederzettingen en militaire bescherming zijn ondertussen het grootste obstakel geworden op weg naar een duurzame vrede.
3. Politiek terrorisme en het Rijk van het kwaad. Terrorisme, gewelddadig verzet, de afwezigheid van bevriende staten in de regio en de toenemende isolatie, zijn problemen waarmede Israël opgezadeld is. Deze ‘reële ‘ dreigingen worden door Israël en de VS in sterke mate uitvergroot. Deze manipulatie van vrees door politici, lobbyisten en internationale bedrijven wordt beschreven in een boek ‘ The merchants of fear ‘ (De handelaars van vrees) 9. Deze bedreigingen worden opgeblazen en de diepere oorzaken verzwegen. Een voorbeeld is de oorlog tegen het terrorisme. De beste predictor van bijvoorbeeld zelfmoordterrorisme is de directe en indirecte bezetting van een gebied dat niet toebehoort aan de bezetter, zoals Irak, Afghanistan, Libanon of de Palestijnse
7
gebieden. De dreigingen van het politiek terrorisme en van de gewapende milities zullen verdwijnen, wanneer een einde wordt gemaakt aan de kolonisatie en bezetting. Een tweede voorbeeld is Irak, het schurkenland (rogue state) van Sadam Hussein, dat ooit van Westerse militaire steun werd voorzien in de oorlog met Iran. De redenen waarom Irak in 2003 werd aangevallen waren achtereenvolgens: het bestaan van massavernietigingswapens; wanneer ze niet werden gevonden stelde Amerika dat Irak banden onderhield met alQaida en andere terroristische organisaties; toen dit niet bleek te kloppen werd de bevrijding van de bevolking van de Saddam Hussein vooropgesteld·. In het Midden Oosten worden regelmatig zondebokken opgevoerd, zoals Iran, het moslim broederschap en Hamas. Bedenkelijk is de mythe van een nucleair Iran dat Israël wenst te vernietigen en de dreiging van Israël om Iran preemptief aan te vallen. Een analyse van het recente verleden, van de huidige strategische omgeving en van het discours van Ahmadinejad leidt tot meer genuanceerde conclusies. Iran is lang , behalve gedurende de Shah periode, het voorwerp geweest van Westerse interventies. Er is de omverwerping, met de hulp van de Amerikaanse en Engelse geheime diensten, van het Mossadeq regime in 1953; de steun aan Saddam Hussein in de achtjarige oorlog tegen Iran; de meer dan dertig jaar durende sancties, en de sterk toegenomen militaire aanwezigheid van Amerikanen in de buurt. Dergelijke factoren dragen ‘ normaliter ‘ bij tot een gevoel van onveiligheid en een zoektocht naar middelen om zich te verdedigen en externe agressie te ontraden. Deze fenomenen worden in de strategische litteratuur ‘onveiligheiddilemmas en wapenwedlopen genoemd. Iran is een autoritair kapitalistische staat, met universiteiten met meer dan 50% vrouwelijke studenten, en waar de democratisering wordt afgeremd door het huidige regime, maar ook door de buitenlandse sancties en bedreigingen10,11. De weinig diplomatieke toespraken van president Ahmadinejad worden frequent aangegrepen om het vijandbeeld op te vijzelen. In een toespraak van 26 oktober 2005 heeft Ahmadinejad ooit gezegd dat het zionistisch regime dat Jeruzalem bezet, moet verdwijnen. Hij verduidelijkte dit door te verwijzen naar het geweldloos opdoeken van het apartheidsregime in Zuid Afrika en van de voormalige Sovjet‐Unie. Hij beklemtoonde dat Iran geen enkel land, inclusief, Israël zou aanvallen. Eveneens overdreven is de voorstelling van de Moslim broederschap vandaag in Egypte. De leiders van Al Qaeda kijken neer op de broedershap omdat ze in 1984 afzagen van geweld en besloten hadden om deel te nemen aan de verkiezingen. De Palestijnse groep, Hamas, die door de VS en Israël werden geklasseerd als een groep terroristen, is volgens Carrie Wickam, van de Emery Universiteit in Atlanta, een groep van nationale weerstanders die vechten voor de beëindiging van de Israëli bezetting; ze zijn geen weerspiegeling van het gedrag van de Moslim broeders in Egypte.
4. Een derivaat van de oliebelangen. Het conflict tussen Israël en de Palestijnen houdt slechts indirect verband met de oliebelangen van het Westen. Na de val van de Shah in 1979 is het belang van Israël voor de controle van Midden Oosten toegenomen. Als bondgenoot versterkt Israël de militaire machtsprojectie van de VS; anderzijds zwakt Israël de legitimiteit van de Westerse interventies in het Midden Oosten af. Hoe belangrijk is de Perzische Golf voor de Amerikanen? Is het de hoge prijs die vandaag betaald wordt waard? Volgens The Economist van 1 januari 2011 levert
8
de Perzische Golf nauwelijks 10% van de olie voor de VS. Amerika voorziet dat de afhankelijkheid de volgende 25 jaar zal afnemen·.
5. Emoties Emoties kunnen in de weg staan van de oplossing van een conflict; maar ze kunnen ook de oplossing ervan bevorderen. Een vrede die niet goed voelt is geen duurzame vrede. Gevoelens kunnen zeer sterk zijn; wanhoop kan leiden tot zelfmoord of zelfmoord terrorisme. Strategen, zoals Dominique Moïsi, hebben recentelijk opnieuw aandacht gegeven aan de rol van vrees, vernedering and hoop in internationale politiek12. De dynamiek van het conflict wordt beïnvloed door de wederzijdse invloed van een zestal gevoelens. Vrees en angst. Bij een groot deel de Israëlische bevolking zorgt de kwestie van nucleaire, chemische en biologische wapens (niet conventionele wapens) voor onderdrukte gevoelens van angst. “ Niet conventionele wapens geven onze vijanden in de regio de mogelijkheid om hun wens, ons uit te roeien, te realiseren”. 13 Deze vrees kan betrekking hebben op reële bedreigingen of fictieve bedreigingen geprojecteerd door vreeshandelaars. Dit alles doet denken aan de nucleaire vrees in de jaren zeventig en tachtig in Europa en de VS. Het waren de jaren de antinucleaire betogingen, ‘ The day after ‘ film en de bouw van nucleairvrije kelders. De Palestijnen maken zich vooral zorgen over gewone conventionele wapens en repressie. De keerzijde van vrees en angst is het gevoel van duurzame veiligheid. Ten slotte is er de vrees voor olieshocks. Het Midden oosten en Noord Afrika produceren meer dan een derde van de olie in de wereld. America’s economie is kwetsbaar tengevolge van haar olieverslaving‐gulzigheid (greed) en de lage belasting van benzine 14. Macht en onmacht. De combinatie van angst en macht vormt een gevaarlijke cocktail. Het kan leiden tot groupthink, gekenmerkt door een sterk wij‐gevoel, conformiteitdruk, onverdraagzaamheid t.a.v. van dissidenten en morele superioriteit. Er bestaat de neiging om macht te verwarren met deugd15. Macht corrumpeert vooral diegenen die menen dat ze deze macht verdienen. Lammers en Galinski, stellen dat machtsmensen er vanuit gaan dat zij de regels kunnen breken. Ze menen dat ze dit ongestraft kunnen doen en koesteren het gevoel dat dit hun toekomt (sense of entitlement)·. Macht leidt ook tot de verwachting dat alle disputen ermee kunnen beslecht worden. In 1966 schreef William Fulbright, de voorzitter van de Amerikaanse Senaatscommissie een kritisch boek over het buitenlands beleid ‘ The Arrogance of power ‘. Hij klaagde vooral het onvermogen aan om zich in te leven in de Derde Wereld en in de aantrekkingskracht van het revolutionair nationalisme. De andere kant van macht ‘ het gevoel van machteloosheid’ kan verlammend zijn. Mario Vargas LLosa was gefascineerd door het gedrag van het slachtoffer en “ de soms diepgewortelde angst om hun vrijheid en verantwoordelijk op te eisen tegen een allesoverheersend machtsysteem; en het masochisme waarbij foltering verkieslijker wordt dan een daad van verzet “ 16. Hoop en wanhoop. Hoop is de sleutel van een vredesproces. Wanneer de conflicterende partijen niet in staat zijn om zich een gezamenlijk attractief toekomstperspectief voor te stellen, is het onmogelijk een vredesproces op
9
testarten en in stand te houden. Cynisme, defaitisme en wanhoop zorgen voor aanslepende conflicten. Vernedering. Een vierde gevoel, dat de conflictdynamiek sterk beïnvloedt, is vernedering; de vernedering van de Joden in het verleden, en de vernedering van de Palestijnse bevolking in het verleden en heden. Vernedering wordt de atoombom van de emoties genoemd.17 Voor 9/11 was de Arabische wereld, het voorwerp van twee vernederende evenementen. Een eerste gebeurtenis was het bezoek van Sharon op 28 september 2000 aan de Tempelberg. Hij werd hierbij omringd door duizend veiligheidsagenten. De tweede gebeurtenis speelde zich af begin september 2001 tijdens de wereldconferentie tegen racisme in Durban. De diplomatieke vertegenwoordigers van Amerika en Israël verlieten de vergadering, omdat het Zionisme als een vorm van racisme of apartheid werd bestempeld. Beide evenementen hadden een negatieve impact op de politiek psychologische klimaat in het Midden Oosten. Ik schreef daarover in mijn dagboek en verwachtte als reactie een daad van megaterrorisme; een aanval op de tweelingtorens in New York had ik me niet kunnen voorstellen. Vertrouwen en wantrouwen. Het conflict wordt geplaagd door een overwegend gevoel van wantrouwen. Het gevoel van wederzijds vertrouwen is zoek. De relaties worden beheerst door een ‘ vertrouwen dat berust op afschrikking ’ van politiek‐juridische, economische en militaire aard’. Haat en liefde. Tenslotte zijn er nog de haat en liefde emoties. Het conflictklimaat is getekend door wederzijdse haat gevoelens. In de overwegend mannelijke wereld van strategisch denken komt de variabele liefde niet voor. Veiligheidsexperten vergeten wellicht hoe belangrijk nationaal wij‐gevoel of ‘ liefde ‘ voor een land of een volk is. De EU kon bouwen op een minimum van Europees wij‐gevoel. Mijlen ver van het militair strategische discours staat de overtuiging van Elias Chacour, dat beide zijden afzien (lijden) omdat ze niet in staat zijn om elkaar als medemens lief te hebben. Beide partijen heeft er behoefte aan; het is de enige kans om te overleven. Om de emotionele onderstromen van het conflict te begrijpen is diepere communicatie en een verhoging van het inlevingsvermogen noodzakelijk. Dit is vandaag onmogelijk gemaakt door de bezetting van de Palestijnse gebieden en het verbouwen van Israel tot een versterkte burcht (gated society). De oplossing ligt niet op de canapé van een psychiater of een psychotherapeut. Het vergt drastische wijzigingen van de omgeving waarin deze negatieve gevoelens floreren. (zie grondoorzaken).
Deel 3. Vredesbesprekingen en geschilpunten? Dit zijn geen vredesonderhandelingen! Het vredesproces is fictie. Er werden ‐ worden geen echte vredesonderhandelingen gevoerd. Vooreerst omwille de asymmetrische of zeer ongelijke machtsverhoudingen. De diplomatie van Israel vis à vis de Palestijnen is een dwangdiplomatie. Er worden voldongen feiten gecreëerd, zoals de
10
uitbreiding van de nederzettingen of de controle van de waterbronnen, die Israël via de zgn. vredesonderhandelingen tracht te laten goed keuren. Belangrijke partijen, zoals Hamas, die de verkiezingen had gewonnen, kunnen niet aan de vredesbesprekingen deelnemen. De bemiddelaars zijn partijdig en maken onvoldoende gebruik van hun bemiddelaarpotentieel. Ten vijfde wordt over kwesties gepraat , bijvoorbeeld over de illegale nederzettingen , die eigenlijk thuishoren in de VN Veiligheidsraad of beslecht dienen te worden in het Internationaal Gerechtshof. Tenslotte zijn de voorwaarden om mee te doen aan de vredesbesprekingen eenzijdig en vatbare interpretatie.
Voorwaarden om mee te doen. De toelating van Hamas tot de vredesbesprekingen werd afhankelijk gemaakt van de goedkeuring van drie eisen: (1) de herkenning van Israel als een joodse staat, (2) het afzien van geweld, en (3) de goedkeuring van de akkoorden van vroegere vredesonderhandelingen. De door Israël gedicteerde voorwaarden werden onderschreven door de VS en de EU. Deze voorwaarden zijn onredelijk en ondermijnen de geloofwaardigheid van het Westerse democratische staten 18. Vooreerst, omdat er volgens David Gardner geen morele of juridische redenen bestaan om een staat te herkennen die weigert haar grenzen te definiëren en een irredentish beleid voert. Wat Hamas uiteindelijk zal moeten goedkeuren is de staat Israël en het recht in vrede te leven, binnen de grenzen van voor 1967 (tenzij grens veranderingen werden goedgekeurd)19. Tevens verwachten de Palestijnen dat Israël een onafhankelijke Palestijnse staat herkent. Ten tweede is de betekenis van ‘ een joodse staat ‘ onduidelijk gedefinieerd. Wat wordt bedoeld met een joodse staat? Is het Israël met een 80% joodse meerderheid zoals nu, of een 100% joodse staat à la Liberman, met verwijdering van de Arabische bevolking via landswaps? 20 Is het een staat waarin alle burgers gelijke rechten hebben? Dit opent ook de moeilijke discussie over de identiteit van het joodszijn·. Er wordt ook geëist dat Hamas unilateraal afziet van geweld (vooral van geweld tegen burgers). Dit is OK. Maar er wordt geen melding gemaakt van het disproportionele fysieke en structurele geweld van Israël tegen milities en burgers. Alleen een wederzijdse beëindiging van het geweld kan het vredesproces bevorderen. Ten slotte is er de eis om de vroegere akkoorden te herkennen. Gardner noemt dit een betwistbaar punt (a moot point). Als onderdeel van de Mecca overeenkomst van 2007 van Hamas en Fatah, keurde de regering van nationale eenheid (met een kortstondig leven) alle overeenkomsten goed van 1993‐8 en onderschreef ze het vredesaanbod van de Arabische Liga van 2002. De gebrekkige naleving door Israël van de Oslo overeenkomsten maakt het zeer moeilijk te weten wat deze akkoorden betekenen.
Andere interne en externe geschilpunten Naast deze kwesties, zijn nog een gamma andere geschilpunten zoals: 1. Het statuut van Jeruzalem als de hoofdstad van Israel en van het toekomstige Palestina. Dit is een zeer gevoelig punt voor de Israëliërs, Palestijnen, voor de christelijke, mohammedaanse en joodse wereld. In een advertentie in de IHT van april 16, 2010 pleit Elie Wiesel voor een joods Jeruzalem: ‘.it belongs to
11
the jewish people. It is mentioned six hundred times in the scripture –and not a single time in the Koran”. De drie religies eisen controle van en toegang tot hun heiligdommen. Het inpalmen van Oost Jeruzalem door joodse settlers is een steen des aanstoots. 2. Het lot van de Palestijnse vluchtelingen en het recht op terugkeer of compensatie. De Palestijnen vormen de grootste groep van vluchtelingen in de wereld. Volgens de UNWRA zijn er meer dan vier miljoen officieel geregistreerd. De vernietiging van meer dan 400 dorpen in de oorlog van 1958 werd nooit gecompenseerd. 3. De joodse nederzettingen of kolonies en militaire controle van de Palestijnse gebieden. In het begin van de 21ste eeuw leefden meer dan 400.OOO Israëliërs op de West bank, in Oost Jeruzalem en Golan. Dit aantal is sinds dien toegenomen (meer dan 600.000). De terugtrekking van de kolonisten uit het Gaza gebied werd te niet gedaan door een toename ervan op de West Bank. Om de veiligheid van de kolonisten te garanderen werden militaire controle posten geïnstalleerd, muren gebouwd, exclusieve Israëlische zones gecreëerd, wegen aangelegd met exclusieve toegang voor Joden, en de West Bank in meerdere delen opgespitst. Minister‐president Salam Fayad is bereid om de Israëlische kolonisten op te nemen als gelijke Palestijnse burgers met gelijke rechten21. 4. Het bouwen van de muur rond en op Palestijns grondgebied. De architectuur doet denken aan muren, die bedoeld waren om barbaren buiten te houden. Ayed Morrar, een Palestijnse activist tegen de muur, stelt dat Israël het recht heeft om een dergelijk gedrocht op te trekken, maar dan op Israëlisch grondgebied en niet op de West Bank22. 5. De controle en verdeling van water. Water is een schaarse levensbron. Na de bezetting van de West bank nam Israël controle over de waterbronnen en verdeelde het water disproportioneel in haar voordeel (5/1). 6. De humanitaire en economische situatie in de Gaza zone. De controle van de uitvoer en invoer in Gaza leidde tot een ernstige aftakeling van de economische en humanitaire situatie 7. De leefbaarheid van de toekomstige Palestijnse staat. De creatie van een onafhankelijke Palestijnse vergt garanties voor de leefbaarheid ervan. De alternatieven zijn (a) het behoud van de huidige toestand, vergelijkbaar met het apartheidssysteem van Zuid Afrika of (b) de creatie van een staat waarin Joden en Palestijnen de zelfde democratische rechten genieten. 8.
De opsplitsing van de Palestijnse autoriteit tussen Fatah en Hamas. Medeverantwoordelijk voor de splitsing is het verdeel en heers beleid van Israël; de internationale uitsluiting van het democratisch verkozen Hamas en de bezetting. Tijdens een bezetting ontstaan meestal drie groepen; (a) een groep collaborateurs, (b) een regering die de belangen van het volk tracht te vertegenwoordigen, maar die onder druk staat van de bezetter, weinig vrijheidsgraden heeft en onderhandelt met de vijand, en (c) een groep die actief verzet pleegt tegen de bezetting. Palestijnse jongeren vinden dat er dringend een einde dient te komen aan de rivaliteit tussen Fatah en Hamas·.
12
9. De annexatie van de Golan hoogte een deelgebied van Syrië. Zolang dit gebied niet wordt terug gegeven is vrede met dit buurland onmogelijk. 10.
Veilige relaties met de buurlanden en met de verder afgelegen staten, zoals Irak, Afghanistan en Iran, en gewapende milities, zoals Al qaeda, Hezbollah of Hamas. Al deze actoren blijven zich verzetten tegen de bezetting van de Palestijnse gebieden. Hoe dan ook een aanval tegen Iran of een derde oorlog in het Midden Oosten zou een hoofdstuk zijn in de ‘ Mars der dwaasheid ‘(March of folly ’).
Deel 4. Grondoorzaken, kostenbaten, en moeilijkheidsgraad? Alle kwesties zijn niet even belangrijk. Er zijn vitale of existentiële, primaire en secundaire belangen. Dit geldt ook voor bedreigingen. Een analist en bemiddelaar moeten vertrouwd zijn met de verwevenheid van de kwesties. Dit is noodzakelijk om de effectiviteit of ineffectiviteit van politiek opties t.a.v. een veiligheidsprobleem te evalueren. De creatie van Hizbollah en van Hamas is het gevolg van de bezetting van Arabisch land. Ehud Barak vertelde dat wanneer Israël in 1982 Libanon binnentrok er geen Hizbollah was. Yitzak Rabin betreurde dat de invasie ‘ de geest uit de fles ‘ had laten ontsnappen23. Wie vijanden maakt dient veiligheidsmaatregelen te nemen om zijn bevolking te beschermen. Een veiligheidsbeleid dat alleen de symptomen en niet de grondoorzaken aanpakt is gedoemd te falen. Duurzame veiligheid vereist het wegwerken van grondoorzaken van het conflict.
Grondoorzaken De wortels van het aanslepend conflict in het Midden Oosten zijn (1) de voortdurende uitbreiding van grenzen, of het irredentisme van Israël na 1976, (2) de afwezigheid van democratische regimes in de regio, (c) de overtuiging dat militair geweld en het nastreven van absolute veiligheid duurzame vrede kan garanderen, en (4) de disproportionele invloed van belangengroepen die particuliere belangen nastreven, en dit tenkoste van de nationale en regionale belangen. Irredentisme. De belangrijkste oorzaak van het aanslepend conflict, de spanning en de onveiligheid is het irredentisme van Israël. De legitimiteit en veiligheid van Israël houdt nauw verband met het respecteren van de grenzen van voor 1967. De vrede met Egypte in 1978 impliceerde dat Menachem Begin, mits bepaalde voorwaarden, bereid was zich uit de Sinaï woestijn terug te trekken. Roger Cohen pleit voor een meer assertieve president Obama (en misschien ook een meer assertieve Europese president Van Rompuy) en stelt hem voor om aan eerste minister Natanyahu de volgende vraag voor te leggen: “ Mijnheer de
eerste minister, ik begrijp uw zorgen over de veiligheid van uw land. De Verenigde Staten zal Israël altijd bijstaan. Maar zeg eens: wanneer
13
aan u al uw veiligheidsbekommernissen is tegemoet gekomen, welke grenzen wilt u voor Israël? “24 Autocratie en onvolwaardige democratie. De tweede grondoorzaak is de steun van het Westen aan de autocratieën in de regio en de een niet volwaardige democratie in Israël. De aard van de autocratieën verschilt van land tot land maar in feite hebben (hadden) ze allemaal dezelfde fundamenten: monopolie van macht, met als ruggengraat van de staat het leger en de mukhabarat, de alom aanwezige veiligheidsdiensten die de president aan de macht houdt en de bevolking in het gareel doet (deed) lopen. De Westerse steun aan deze regimes veronderstelde dat ze impliciet het beleid van de VS steunde t.a.v. van Israël; anderzijds zou het Westen zich niet te veel moeien met de interne keuken. Dit beleid is ondertussen meer en meer onhoudbaar geworden. De omwentelingen in Tunesië, Egypte, Libië en andere landen in de regio zijn een voorbode. Het andere luik van dit probleem is de afwezigheid van een volwaardige democratie in Israël. Er bestaat een levendige democratie voor de Joodse bevolking. Maar een land met eerste, tweede en derde klasse burgers en met kolonisten is geen volwaardige democratie. Israël en de autoritaire staten gebruiken elkaar als excuus (hoe lang nog?) voor het voortbestaan van hun politieke regimes25. De doctrine van militaire superioriteit en absolute veiligheid. De derde grondoorzaak is de doctrine van militaire superioriteit en absolute veiligheid. De VS en Israël spenderen grote bedragen aan hun nationale strijdkrachten en inlichtingen diensten. Het zijn nucleaire staten. Ze investeren in de ontwikkeling en het gebruik van nieuwe wapentechnologie. Populaire wapensystemen zijn helikopters en drones of onbemande vliegtuigen, zoals de predators. Een morele opkikker! Mensen doden niet meer, robotten doen het. De VS is een wereldmacht; Israël een regionale supermacht. Het Amerikaans defensie budget is ongeveer 700 miljard dollar (bijna evenveel als wat de rest van wereld aan defensie uitgeeft).26 Het aantal generaals of assistent secretaries is de laatste vijftien jaar gegroeid (er dienen nu ongeveer 1000 generaals en admiraals, en 530 deputy assistent secretaries of defense). Er zijn meer muzikanten in de militaire marchingbands dan diplomaten in de Foreign Office. 27Het militair apparaat wordt niet alleen gebruikt voor de verdediging van hun land, maar ook regime verandering (VS in Irak en Afghanistan) en voor de gebiedsuitbreiding (Israël). Deze eeuw wordt steeds meer gebruik gemaakt van pre‐emptieve en preventieve offensieven (je slaat als eerste toe omdat je denkt dat de andere de intentie heeft je aan te vallen of je valt aan omdat je verwacht dat andere in de toekomst machtvoordelen kan verwerven). Netanjahu stelt dat Iran geleid wordt door een messiaanse apocalyptische kult, en beschouwd het ‘niet militair ingrijpen’ als een toegeving (appeasement). Zijn minister van buitenlandse zaken, vergelijkt president Ahmadinejad met Hitler, en herinnert het Westen aan de opoffering van Tsjecho‐Slowakije in jaren dertig (lees Israël). Dit is strategische prietpraat. De belangrijkste opdracht van de staat is de existentiële veiligheid van haar burgers te garanderen. Het misbruik van het leger t voor het voeren van onrechtvaardige oorlogen, of voor expansie en kolonisatie is onverantwoord. Militair overwicht kan tijdelijk de veiligheid van de inwoners verzekeren, maar is alleen niet in staat om een duurzame veiligheid te creëren. Dit laatste vergt meer. Het nastreven van unilaterale en absolute veiligheid is een
14
niet realistische wensdroom, omdat het onveiligheidgevoel van de andere staten verhoogt; wapenwedlopen aanzwengelt en de militarisering van het denken doet toenemen. Bovendien heeft een grotere defensie, om zich zelf te rechtvaardigen, steeds grotere vijandsbeelden nodig. Disproportionele invloed van transnationale belangengroepen op buitenlandse zaken. De vierde grondoorzaak is de disproportionele invloed van belangengroepen op het buitenlands beleid. Deze lobbies hebben vooral oog voor de eigen particuliere belangen. Hun activiteiten ondermijnen nationale of regionale belangen en het democratische gehalte van de buitenlandse besluitvorming in het Westen. Deze lobbies heeft zeer verscheiden pluimage. Bovenaan de lijst staan het Militair Industrieel Complex (MIC) en de irredentische ‘Groot Israël ‘ lobby. Dan volgen de olie lobby en de fundamentalistische evangelisten. Military Industrial Complex. In zijn afscheidsrede op 17 januari 1962 waarschuwde President Eisenhower voor de militair –industrieel complex bestaande uit een netwerk of alliantie van defensie industriëlen, militairen, consultanten, politici en journalisten, die baat hebben bij de ontwikkeling van een nationale‐veiligheidstaat28. Een dergelijke staat kan rekenen op een groot ongenaakbare defensie en veiligheidsbudget; het wereldbeeld van de leiding is getekend door ‘ militaire metafysica’; men geloofd in militair Keynesianisme; is voortdurend op zoek naar nieuwe bedreigingen; er ontstaat een inflatie van bedreigingen; en vrede wordt gezien als een voorbijgaande conditie of een interludium tussen twee oorlogen. President Eisenhower, de gewezen top generaal, maakte zich vooral zorgen over (a) de disproportionele invloed van het MIC op de besluitvorming en de potentiële ondermijning van de democratie, (b) de opportuniteitskosten of de vermindering van budgetten die kunnen aangewend worden voor bv. onderwijs, armoede bestrijding, gezondheidszorg, ontwikkeling enz. Mr.Mortenson van CARE stelt dat met de kosten van 264 soldaten voor een jaar in Afghanistan, Amerika zou kunnen betalen voor een hoger onderwijs plan voor gans het land29., en (c) de onderschikking van nationale belangen en de toekomst aan een kortzichtig beleid. Groter Israel lobby. De tweede belangrijkste groep die de ontwikkeling van een duurzame vrede in het Midden Oosten in het gedrang brengt is de ‘ Groter Israël ‘ lobby. Deze Lobby is uitvoerig en op een wetenschappelijke manier uit de doeken gedaan door twee Amerikaanse professoren: Stephen Walt en John Mearsheimer, in hun boek ‘ The Israel Lobby en U.S. Foreign Policy ‘. De furieuze, deels ad hominem, reactie van Alan Dershowitz, getuigt van de kwaliteit van de doorlichting·. Een recent voorbeeld van dit soort lobbyen, is de demarche van Eric Cantor, de leider van de republikeinse meerderheid in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, om de jaarlijkse militaire toelage van drie miljard dollar voor Israël over te hevelen van het budget buitenlandse hulp naar het Pentagon. Deze wijziging zou, volgens J.Broder (editor buitenlandse zaken van de Congressional Quarterly), deze subsidie niet alleen vrijwaren van besparingen, maar ook een belangrijk Amerikaanse drukkingmiddel tegen de uitbreiding van de nederzettingen afzwakken. Olie belangen en fundamentalistische evangelisten. Het buitenlands beleid van Amerika wordt ook beïnvloedt door olie belangen en de fundamentalistische
15
evangelisten. Deze laatste wachten op de terugkeer van Christus of de Messias voor verlossing. Dit vergt dat het vroeger Palestina terug bevolkt wordt door Joden. Persoonlijk vermoed ik dat Christus of de Messias niet zal terugkomen voor er echte vrede heerst tussen de Joodse en Palestijnse bevolking. Misschien kunnen deze evangelisten een handje toesteken in het vredesproces.
Kostenbaten: wie betaalt ‐ wie profiteert? Hoge en stijgende kosten kunnen een conflict rijp maken voor een oplossing. Ze kunnen ‘ ripeness of the conflict ‘ versnellen. Een bemiddelaar kan van deze gelegenheid gebruik maken om de partijen te overtuigen dat samenwerking een betere en haalbare toekomst kan opleveren en vrede dichter bij kan brengen. Er is zijn echter twee factoren die stokken in de wielen kunnen steken: een ongelijke lastenverdeling en de aanwezigheid van conflict entrepreneurs die van het conflict profiteren. ‐ De kosten van de conflicten zijn zeer hoog en zullen wellicht toenemen. De kosten van de militaire interventies in Afghanistan en Irak, met inbegrip van de post conflict facturen , worden door Stiglitz en Bilmes geschat op 3.000 miljard dollars 30. Het succes en de kosteneffectiviteit van deze militaire interventies is beschamend laag. Naast de defensie kosten, zijn er ook nog de rekeningen van de ‘inlichtingen diensten’(80 miljard $), het Department of Homeland Security (43 miljard $), en het budget voor de diplomatie of State Department (49 miljard $). De opportuniteitskosten of de gemiste kansen zijn hemeltergend. Naast de financiële kosten, werden de levensverwachtingen van honderdduizenden (militairen en burgers) verijdeld. Bovendien lijkt het militair Keynesianisme (de guns and butter logica) niet meer te werken ·. ‐ Ongelijke lastenverdeling. Voor sommige partijen zijn de kosten draaglijker, dan voor andere. Voor de Amerikaanse soldaten op het terrein is het een existentieel – een leven of sterven‐ ervaring. Voor de meeste Amerikanen die geen zoon of dochter in de regio hebben, is het een ver van hun bed show. Bovendien zorgt de omkaderde, begeleide, of embedded journalistiek niet meer, zoals gedurende de oorlog in Vietman, voor aangrijpende beelden. De lastenverdeling voor de Palestijnen, de Israëliërs en de Joodse diaspora is erg ongelijk. Het niveau van ‘menselijke onveiligheid’ (human insecurity) van de inwoners van het Gaza gebied is zeer hoog. Tijdens het Gaza conflict in 2008 was het Israëlisch dodelijk geweld tegen Palestijnen bijna 100 keren groter dan geweld van de Palestijnen. Bij de gevechten en luchtaanvallen vielen ongeveer 1.300 Gazanen, met inbegrip van een derde tot twee derde burgerslachtoffers. Ook werden 20.000 gebouwen verwoest of beschadigd. De Gazanen leven in een open gevangenis en zijn dagelijks het voorwerp van sociaal, economisch, en psychisch geweld. De menselijke kosten van het conflict liggen in Israël beduidend lager. Dit is het gevolg van het feit dat Israël er is in geslaagd om zich tot een comfortabele burcht of een ‘ gated society’ om te bouwen. De risico’s van fysiek geweld zijn geringer. Bovendien heeft Israël enkele hoge levens standaard; het land kan rekenen op buitenlandse militaire, economische en diplomatieke steun van bv. Amerika (jaarlijks meer dan 3 miljard; de laatste dertig jaar ongeveer 100 miljard$); en kunnen de burgers op vakantie gaan of migreren.
16
Onlangs vroeg Ehud Barak aan de VS een extra 14 miljard $ om de veiligheid van Israël te verzekeren in het snel veranderende Midden Oosten. ‐ Tenslotte wordt de oplossing van het conflict vertraagd omdat belangengroepen baat hebben bij de voortzetting van het huidig beleid (zie particuliere belangengroepen en lobbies).
Hoe moeilijk is de transformatie van het conflict? Sommige conflicten zijn moeilijk, andere gemakkelijker op te lossen. Het Belgisch conflict is niet zo moeilijk. Het is een luxe conflict. Het conflict tussen Israël en de Palestijnen is moeilijker om verschillende redenen: (1) het heeft een lange geschiedenis van fysiek geweld, met doden, gekwetsten en vernieling, (2) het is een complex asymmetrisch conflict met ongelijke machtmiddelen, (3) er worden geen echte vredesonderhandelingen gevoerd, (4) belangrijke partijen zijn uitgesloten, (5) de bemiddeling is gedeeltelijk en ineffectief, (6) sommige partijen zijn er van overtuigd dat ze doelstellingen op een andere manier kunnen realiseren, (7) het nabije internationale conflict omgeving is weinig aanmoedigend, (8) de kosten worden door sommige partijen als dragelijk ervaren, en (9) er zijn conflictentrepreneurs die baat hebben bij het conflict. Dit alles betekent niet dat de inspanningen voor de opbouw van vrede gedoemd zijn te falen. George Mitchell, heeft na bijna negenhonderd dagen nog altijd geen vooruitgang kunnen boeken. De hindernissen zijn variabel en kunnen veranderen. De uitgesloten partijen kunnen bijvoorbeeld in het vredesoverleg worden opgenomen, zoals in de vredesbesprekingen in Noord Ierland. De lastenverdeling van de actoren zou ook wel eens kunnen veranderen. Misschien komen er ook, in de nasleep van de Tahrir revolutie veranderingen in de machtrelaties. Of misschien slaagt de Israëlische kiezer erin om ‘ vooruitziend en adaptief leiderschap ‘ te kiezen.
Deel 5. De grenzen van militaire veiligheid, toekomstbeelden, Strategie met toekomst. De beperkingen van het huidig beleid. De laatste vijftig jaar worden we steeds meer geconfronteerd met de beperkingen van de militaire macht om een land te blijvend te bezetten, te controleren of om de vrijheid de bevolking in te perken. Het aantal voorbeelden is veel: de dekolonisatie, de Vietnamoorlog, de implosie van de Soviet Unie, Libanon, het gewapende regime veranderingen in Irak en Afghanistan, en recentelijk de politieke omwentelingen in Tunesië, Egypte en andere landen in het Midden Oosten. Militaire‐ macht en technologie zijn en blijft nuttig en noodzakelijk om (a) de existentiële veiligheid van een bevolking te verzekeren en (b) voor VN vredesoperaties. Maar voor de indirecte en directe bezetting van een land of de onderdrukking van de vrijheid is de wisselkoers van militaire macht sterk gedaald. In het laatst geval wordt meestal verzet gepleegd met niet
17
conventioneel geweld (guerrilla en terrorisme), geweldloze bevrijdingstechnologie en morele en juridische demarches. De geldigheid van de ‘ macht is recht ‘ beginsel wordt steeds meer op de korrel genomen. De wil van de bevolking en legitiem leidershap blijven sleutel ingrediënten in machtsverhoudingen. De kosten van unilaterale militaire operaties overstijgen de baten. Wat zijn de baten? (1) Succes. Volgens Brookings, stijgen in Irak de levensstandaarden; nu hebben de Irakezen i.p.v. 833.000 mobile telefoons er 1.3 miljoen, er zijn nu meer dan 400.000 Irakese politieagenten en 200.000 soldaten, enz. 31; het Israëlisch Intern Veiligheid Agentschap, Shin Bet, beschrijft 2010 als het meest terreurvrije jaar in het laatste decennium. 32, (2) Indoctrinatie en opvoeding. Het Israëlisch leger is een school voor de bevordering van nationale cohesie; mannen en vrouwen moeten respectievelijk drie en twee jaar legerdienst doen, (3)Economische en technologische spillovers of neveneffecten. Defensie voorziet banen en carrière mogelijkheden; defensie vergt defensie‐ industrieën, wapenhandel en de ontwikkeling van nieuwe technologieën, en (4) Ondernemers en leidershap. Aan de negatieve kant van de kostenbaten balans staan: (1) het disproportioneel hoge prijskaartje van militaire interventies; ze zijn niet alleen duur, maar leveren ook geen duurzame veiligheid, laat staan duurzame vrede, (2) de opportuniteitskosten; de middelen die ter beschikking worden gesteld van defensie, verminderen de investeringskansen voor duurzame veiligheid‐ en vredesopbouw, (3) de dienstplichtigen worden soms geconfronteerd met de een subcultuur die de vijand of politieke gevangenen als minderwaardige mensen bestempeld. Denk aan het Abu Ghraib gevang of de foto’s en commentaren van Eden Aberjil op facebook ‘ The best time of my life ‘ . Tevens wordt de aanpak van conflicten hoofdzakelijk door een militaire lens bekeken, (4) de Keynesiaanse ‘kanonnen en boter’ logica werkt vandaag niet meer, (5) het streven naar superieure macht en absolute veiligheid veroorzaakt grotere onveiligheidsgevoelens, wapenwedlopen, en de zoektocht naar ontradingsmiddelen in het Midden Oosten, (6) het imago en de zachte macht van de VS wordt aangetast en het Groter Israël project kan op weinig of geen legitimiteit rekenen. Dit zorgt voor een verdere isolering van Israël.
Toekomst scenario’s (endstates) Elke conflictdynamiek wordt sterk beïnvloed door de toekomst perspectieven van de protagonisten. Het Israël‐Palestina conflict is een competitie tussen verschillende endstates. Scenario 1. Groter Israël (met drie variaties). Een groter Israel en exclusief joods Israël. De toekomst dat het sterkst wordt gearticuleerd, door de huidige regering en AIPAC, is het ‘ Groter Israël ‘perspectief. Dit is een irredentisch Israël dat zich buiten de internationaal herkende grenzen van voor 1967 definieert; dat naast de 78% van het voormalige Palestijnse grondgebied andere gebieden wenst te annexeren bijmiddel van kolonies, militaire zones en de muur (ongeveer 50% van de resterende 22% Palestijnse gebieden). Bovendien wenst de huidige regering, bij
18
monde van haar minister van buitenlandse zaken Avigdor Liberman een exclusief joodse staat, bijmiddel van de uitwisseling van land en mensen. In de Newsweek van januari 3, 2011 stelt hij dat bijna 90% van de Joodse bevolking hier achter staat. De opinies van de 20% Arabische burgers in Israël kan hem weinig deren. De betrouwbaarheid van deze statistieken is twijfelachtig. Ofwel zijn deze cijfers onbetrouwbaar, ofwel verwijzen ze naar het bestaan van een vorm van extreemexclusief nationalisme. Een derde facet van het Groter Israël model is een verdeeld, zwak en door Israël gecontroleerd Palestina. Op de West Bank zouden wellicht enkele economische hindernissen worden verwijderd die de ontwikkeling van de Palestijnse gebieden decennia lang hebben afgeremd. Een groter en overwegend joods Israël. Dit is een voortzetting van de huidige situatie, waarin Israël dat zichzelf definieert buiten de internationaal toegelaten grenzen; zich heeft omgevormd tot een goed beschermde nationale veiligheidstaat (gated community); en de Palestijnse bevolking bijmiddel van een ‘ verdeel en heers ‘, discriminerend en repressief beleid, veilig binnen de muren houdt. De creatie van een pseudoonafhankelijk Palestina of van een bevoogde en versplinterde Palestijnse staat, met beperkte ontwikkelingskansen. Deze optie is hypothekeert de toekomst van het Palestijnse volk en de kansen op vrede. Scenario 2. Een onafhankelijke Palestijnse Staat met faire ontwikkelingskansen. Dit betekent een soevereine Palestijnse staat op de resterende 22% grondgebied met als hoofdstad Oost Jeruzalem. De Joodse bezetters kunnen terugkeren vanwaar ze komen of Palestijnse burgers worden met de zelfde rechten en plichten. Het nieuwe Palestina heeft een inclusieve en democratische regering en heeft faire ontwikkelingskansen. Dit is de toekomst die door de internationale gemeenschap (VN), het Westen en de Arabische Liga wordt gepromoot. Dit toekomstperspectief wordt al verschillende jaren op een zilveren schaal aangeboden. Scenario 3. Eén democratische en seculiere staat voor Israëliërs en Palestijnen. Dit is een oplossing die nauw aansluit bij het humanistisch en verlicht gedachtegoed. Het zou exclusief nationalisme vervangen door meervoudige loyaliteiten; nationale veiligheid door coöperatieve veiligheid; en het genie van beide volkeren betere kansen geven, en het imago van het heilig land opsmukken. Hoewel deze optie door verschillende internationale opinieleiders33 en een deel van de Palestijnse (en Joodse bevolking) wordt gesteund 34, zijn de kansen van dit scenario zeer klein geworden. Ten slotte is er nog het perspectief van regionale samenwerking en integratie in het Midden‐Oosten (Midden‐Oosten Unie). De creatie van veiligheidsgemeenschap en economische samenwerking in het Midden Oosten is een noodzakelijke stap op weg naar een duurzame vrede. De internationale gemeenschap bepaalt in belangrijke mate de kansen van de verschillende toekomstscenario’s. Ze moet op korte termijn haar
19
verantwoordelijkheid opnemen en actief bijdragen tot de creatie van een duurzame vrede. Het tweede scenario, de herkenning van een onafhankelijke Palestijnse staat met faire ontwikkelingskansen, biedt de meeste kansen voor stabiliteit en vrede. Wanneer dit onmogelijk gemaakt wordt gemaakt, moet Israël kiezen tussen optie 1‐2‐3 (een Joods gedomineerd segregatiesysteem) of 5 (een democratische en seculiere Israël voor Joden en Palestijnen).
Elementen van een alternatieve strategie Het huidige conflict strategie van Israël berust op een reeks achterhaalde assumpties (anachronistisch). De strategie staat in de weg van duurzame veiligheid en vrede; ze pleegt disproportioneel geweld en destructie; is duur; niet kosteneffectief; maakt gebruik van kolonisten; en is na meer dan 60 jaar niet in staat gebleken om vrienden te maken met de buurlanden in de regio. DE huidige strategie getuigt van een laag vredesintelligentie quotiënt (Vrede IQ). Om een einde te maken aan de wantoestanden in de Palestijnse gebieden en om de Israëlische‐ en Palestijnse bevolking van duurzame veiligheid en vrede te verzekeren is het aangewezen dat de internationale gemeenschap en vooral het Westen haar verantwoordelijk opneemt. Zij moet zo spoedig mogelijk het vredesplan (scenario 2) dat door de wereld gemeenschap en de meeste staten in het Midden Oosten (Arabische Liga) op een zilveren schaaltje wordt aangeboden, operationaliseren. Dit vergt (1) inspanningen om de besluitvormers en hun publieke opinie bewust te maken van het deficit van de huidige conflictstrategie, (2) het creëren van condities om het heersend beleid ontmoedigen en om de duurzame veiligheid en vredeskansen te bevorderen, (3) intellectuele solidariteit, en (4) respect voor tijd.
Bewustmaking van het deficit van de heersende conflictstrategie. Het huidig beleid dient dringend te worden doorlicht en geëvalueerd. Dit impliceert dat de media toegang krijgen om het beleid en de gevolgen ervan te doorlichten. Tijdens de oorlog in Gaza, werden de Westerse media op afstand gehouden en gehinderd om nieuws te brengen. Al Jazeera was ter plaatse, maar werd met een bijna totale black‐out geconfronteerd in de Verenigde Staten; gelukkig niet in Europa ·. Het deficit van het conflict strategie stoelt op de meerdere vaststellingen: (a) de huidige aanpak is gedoemd te falen en verhindert duurzame veiligheid of vrede, (b) de kosten, en vooral de opportuniteitskosten zijn hoog 35, (c) de heersende strategie komt vooral tegemoet aan particuliere belangen eerder dan aan het algemeen belang, (d) de vredesonderhandelingen zijn pseudo‐onderhandelingen en hebben gefaald 36, (e) de bouw van duurzame veiligheid en vrede wordt niet als een realistische optie gezien, en (f) de internationale gemeenschap, vooral het Westen, doet onvoldoende om aan dit conflict een einde maken. De bedoeling van de openbare doorlichting is de veronderstellingen, die aan de basis liggen van het heersende beleid, op een objectieve manier te evalueren en daarmee de basis te leggen voor een beleid met een hoger vrede‐intelligentiequotiënt.
20
Creëren van concrete condities die duurzame veiligheid en vrede bevorderen. De Europese Unie is er niet gekomen omdat de Europanen engelen zijn geworden? Mensen blijven mensen. De stichters van de Europese zijn er in geslaagd om een omgeving te creëren, met een beloningsmatrix, die veiligheid, welvaart en vredesopbouwend gedrag stimuleert37. Hetzelfde geldt voor het conflict in het Midden Oosten. Duurzame vrede is het resultaat van veranderingen in verschillende sectoren. Onderhandelingen. Op diplomatiek vlak moet dringend werk gemaakt worden van echte onderhandelingen. Dit impliceert dat de bemiddelaars integratieve onderhandelingen bevorderen; alle partijen uitnodigen; onfaire precondities afkeuren; geen unilaterale voldongen feiten (faits accomplis) op het terrein meer aanvaarden en de onderhandelingen niet te laten verloederen tot een machtsspel. Constructieve ambiguïteit is uit den Boze. Internationaal rechterlijk . In de ‘onderhandelingslitteratuur wordt gesteld dat er kwesties zijn waarover niet onderhandeld wordt om juridische of ethische redenen. Een kind dat seksueel misbruikt is, negotieert niet met de pedofiele dader. Dit is een zaak voor de rechtbank en andere instanties. Het internationale gerechtshof in de Haag en meerdere VN resoluties hebben de settlements als illegaal bestempeld en Israël verzocht ze te ontmantelen. Zelfs de wegkaart (roadmap) van het kwartet (USA, EU, VN en Rusland) voorzag in 2003 de verwijdering van de kolonies. In plaats van over de nederzettingen en de onafhankelijkheid eindeloze schijnonderhandelingen te voeren, heeft de Palestijnse regering geopteerd om naar het Internationale Rechtshof en de VN Veiligheidsraad te stappen. In september 2011 zal de oprichting van een onafhankelijke Palestijnse Staat worden aangekondigd en de wereldgemeenschap verzocht worden om Palestina te herkennen. Deze geweldloze demarches verdienen de effectieve steun van de VS en van de Europese Unie. Economisch. De economische ontwikkeling in de Palestijnse gebieden werd systematische manier afgeremd en vernietigd. Het meest getroffen is het Gaza gebied. Enkelen onder ons herinneren zich misschien nog de bloemen, die de grens niet over mochten en tot veevoer moest verwerkt worden. Het kwartet (VN, EU, Amerika en Rusland) onderzoekt momenteel een reeks maatregelen om de Palestijnse levensstandaard te verhogen. 38 De ontmanteling van de economische muren is een existentiële voorwaarde voor de creatie van een leefbare Palestijnse staat. De VS en EU kunnen het conditionaliteitsbeginsel hanteren m.b.t. de militaire en economische steun. M.a.w. samenwerking en hulp zou afhankelijk worden gemaakt van het naleven van de politieke‐, economische‐ en humanitaire gewoonten die gelden in de Westerse Wereld. Geweldloze strategie. Het meest effectieve pad om aan de bezetting een einde te maken is de inzet van geweldloze bevrijdingstechnologie·. Dit impliceert niet alleen het unilateraal uitroepen van onafhankelijkheid en het stappen naar de VN en de Internationale rechtbank, maar ook het confronteren van de democratische staten met de hantering van dubbele standaarden. De grote
21
impact van vreedzaam protest werd onlangs geïllustreerd in Tunesië en Egypte. Wat zou er gebeuren wanneer duizend vrouwen en kinderen op een vreedzame manier de weg naar illegale kolonies zou blokkeren?39 Hoe zou de wereld reageren wanneer elke vrijdag of zondag 100.000 Palestijnen met luidsprekers zouden roepen om bevrijd te worden en de muur te laten afbreken? De nieuwe generatie van Palestijnen, gesteund door enkele Israëlische mensenrechten vereniging, Btselem, maakt gebruik van videobeelden om misbruiken van de IDF aan de kaak te stellen. Geweldloze weerbaarheid kan militaire macht en onverschilligheid keren. Politiek psychologisch klimaat. Het is opvallend hoe weinig aandacht wordt gegeven aan de politiek – psychologische klimaat en de inflatie van angst en haat door conflict entrepreneurs (zoals Glenn Beck in de VS of Netanjahu en Liberman in Israël). De amplificatie van angst en haat, en het stereotyperen van de tegenstanders (bv. in Fox News) leidt niet alleen tot een weinig verlichte publieke opinie, maar roept ook deontologische vragen op. Internationaal regionaal. Voor een duurzame vredesopbouw is het van essentieel belang de internationale omgeving beter te leren kennen, en vooral de buren niet tot vijanden te maken. De Golan hoogte moet zo spoedig mogelijk worden teruggegeven aan Syrië. Om bijvoorbeeld de politieke transformatie van Afghanistan en Irak te faciliteren doet men er goed aan met Iran samen te werken. Dit alles vergt een toekomst visie en gesofistikeerd denken. Een voorbeeld van deze nieuwe diplomatie is de Turkse minister van buitenlandse zaken, Ahmet Davutoglu, die als facilitator optrad in het tot stand komen van een vredesakkoord tussen Bosnië en Servië, gesprekken over de Golan mogelijk maakte en, en kontakten onderhoud met Teheran. In een essay in Foreign Policy beschrijft hij het buitenlandsbeleid van Turkije als “proactief en preemptief ‘ vredesbeleid ·.
De rol van intellectuele solidariteit40 Wat is de rol van de intellectuelen? De term ‘ intellectuelen ‘ verwijst niet alleen naar academici, naar ook praktijkdeskundigen, kunstenaars en andere die voeling hebben voor wat er om gaat in de snel veranderende wereld. Er is behoefte aan meer ‘elckerlycs’ die de besluitvormer en toeschouwer confronteren met onprettige werkelijkheden en misvattingen. Een voorbeeld is Francis Alÿs, die met 58 liter groene verf opnieuw de groene lijn merkte, die in het VN verdelingsplan van 1947, Jeruzalem in twee stukken verdeelde. In conflicten zwijgen de meeste intellectuelen; sommigen kiezen de kant van de macht en laten zich betalen als adviseurs of spindokters; en een kleine groep neemt de verantwoordelijkheid op om het conflict op een constructieve manier te helpen transformeren. Dit is geen gemakkelijke opdracht; temeer omdat deze inspanningen niet altijd in dank worden afgenomen. Toynbee, beklemtoont de negatieve rol van ‘dominante minderheden’ en de positieve rol van ‘creatieve minderheden ‘ in de opbouw van een nieuwe beschaving. 41 Dit geldt ook voor de ontwikkeling van een nieuwe veiligheid en vredescultuur. Het is zeer belangrijk om tastbare ‐ en morele steun en ruimte te verlenen aan intellectuelen in conflict
22
zones. Dit impliceert niet alleen het faciliteren van onafhankelijk onderzoek, maar ook het versterken van het inlevingsvermogen. Eén van de eerste slachtoffers van conflicten is de academische vrijheid. In een conflict omgeving, hebben debatten niet als doel de waarheid te achterhalen, maar andersdenkenden te neutraliseren. Intellectuelen kunnen de grondoorzaken van het conflict helpen verwijderen door: (1) het irredentisme, de promotoren en de gevolgen in kaart te brengen, (2) het beleid te toetsen aan de criteria van een volwaardige democratie, en (3) de beïnvloeding van de particuliere belangengroepen en lobbies, die het buitenlands beleid van de VS en van de EU beïnvloeden, te doorlichten. De activiteiten van deze groepen spelen zich of in the ‘ schaduw van de oorlog’42, en (4) de effecten van het militair beleid onderzoeken en te evalueren. Onafhankelijke navorsers moeten bij de besluitvormers aandringen om de normatieve, theoretische en epistemologische assumpties, die aan de basis van hun politiek betoog en beleid liggen, te expliciteren. Zij kunnen ook een bijdrage leveren door het proactief schatten en openbaar maken van de mogelijke positieve en de negatieve effecten van verschillende beleidsopties. Evaluaties van de gevolgen van het lopende en uitgevoerde beleid, laten toe om de besluitvormers ter verantwoording te roepen. Ten slotte kunnen intellectuelen het vredesproces bevorderen door betere win‐win toekomsten te bedenken.
De t‐factor. Inde eerste ontmoeting van het werkcollege ‘ Strategie en politieke besluitvorming waarschuwde prof. Thomas Schelling ons om de volgende punten nooit te vergeten: (a) alle sleutelbegrippen moeten operationele definities hebben, (b) de navorser mag zijn/haar probleem niet verwarren met het onderzoeksprobleem, (c) een goede analyse is belangrijk maar onvoldoende; de oplossing van problemen vergt ook creativiteit en verbeelding, en (d) tijd en deadlines moeten gerespecteerd worden. De graad van escalatie van een hangt niet alleen af van de intensiteit van het geweld, de geografische spreiding, maar ook de duur. De t‐factor is één van de meest onderschatte factoren in conflict transformatie. Tijd is niet altijd een heelmeester; proactieve geweld preventie kan escalatie voorkomen; veel langdurige conflicten zijn geschiedenissen van gemiste kansen; een vredesplan vergt beslissingen over prioriteiten en de volgorde of synchroniciteit van de maatregelen. Israël voelt zich momenteel relatief veilig na drie korte oorlogen tegen het regime van Arafat, Hezbollah en Hammas. De brutaliteit van deze oorlogen gaven, met de woorden van Thomas Friedman, Israël een rustperiode (time‐out). Een volgende oorlog in Gaza, met een groot aantal burgerslachtoffers en vernieling, zal in de toekomst niet meer door de internationale beugel kunnen. Daarom moet Israël dringend haar beleid aanpassen en medewerken aan de uitvoering van de twee staten oplossing (scenario 2).
23
Conclusies De recente politieke omwentelingen in het Midden Oosten zijn adembenemend. Het gevoel van machteloosheid en vernedering maakt plaats voor protest en de wil van de burgers om welvaart, democratie en respect af te dwingen. Het Westen kan zich verheugen, maar moet dringend haar beleid ten aanzien van deze regio herzien. Het huidige strategisch denken is contraproductief en achterlijk. Er worden nu wel diplomatieke inspanningen ondernomen om de schade te beperken, maar hiermede worden de vele wanklanken (dissonanties) niet verwijderd. De inlichtingendiensten en diplomatieke correspondenten hadden zoiets niet voorzien43; er is de jarenlange steunverlening aan bevriende autoritaire regimes tot op het laatste moment; de kosten van de geweldloze regimeverandering zijn beduidend lager dan de met militaire macht opgelegde regimes in Irak en Afghanistan; niet bevriende democratisch verkozen partijen werden als paria’s behandeld; er wordt geen verzet aangetekend tegen de illegale bezetting van de Palestijnse gebieden en de segregatie van de Palestijnse bevolking; Liberman wenst een staat exclusief voor Joden·; en deze regio is het grootste afzetgebied voor gesofistikeerd wapentuig44. De Arabische en de internationale toeschouwer ervaart een grote mate van cognitieve dissonantie·· Het beleid zit vol valse noten. De wisselkoers van militaire macht en dwangdiplomatie is sterk gedaald. Het Westen, en vooral de EU, doet er goed aan (a) een einde te maken aan de militaire interventies in de regio. De eerste tien jaar van de 21ste eeuw heeft de democratische wereld zes oorlogen gevoerd in het MENA: in Afghanistan, Irak, Pakistan, Libanon, De Palestijnse gebieden, en Libië. Problemen worden niet meer opgelost, maar weggebombardeerd, (b) zich niet negatief te mengen in het democratiseringsproces in het Midden Oosten45 en (c) haar beleid ten aanzien van Israël en Palestina grondig bij te sturen. Op korte termijn betekent deze orde op zaken stellen in het Israël. Robert Fisk observeert terecht dat de wereld rondom Israël verandert; Israël niet. Het zou de democratische revoluties moeten omarmen in plaats van nieuwe kolonies te bouwen. Om een nieuw beleid te krijgen heeft Israël een sociale revolutie nodig. 46. Tevens dient het Westen in 2011 de soevereiniteit van Palestina te herkennen; de nieuwe staat voorzien van ontwikkelingskansen, en de veiligheid van Israël en Palestina te garanderen. Deze vredesformule wordt al lang op een zilveren schaal door de VN, het Westen en de Arabische Liga aangeboden. Een dergelijk royaal aanbod kan men niet langer negeren. Het is een laatste kans. 1
Voor toelichting van het Westers beleid ten aanzien van het nieuwe Midden Oosten zien ook: De keerzijde van de oorlog in Libië (opinie artikel in De Standaard 29.03.2011, en Foreign Policy failures / Failing Foreign Policy, Speak out notes # 4 April 2011.
2
Luc Reychler (Harvard Ph.D. 76), is professor emeritus aan de K.U.Leuven. Hij is gespecialiseerd in geweld preventie en duurzame vredesopbouw, strategie en veiligheid, en Multilaterale diplomatie, onderhandelingen en bemiddeling. Hij was Secretaris Generaal van de International Peace Research Association (IPRA) van
24
2004-2008, en titularis van de UNESCO chair :sustainable peace building and intellectual solidarity of the Center for Peace Research and Strategic Studies CPRS) tot 2010. Momenteel schrijft hij een boek over de rol van tijd in conflict en vrede ‘ Time for peace’.
[email protected] The new director of CPRS is prof. Arnim Langer. 3
De essentie van het Arabisch vredesplan van 2002. Normale betrekkingen met Israël op voorwaarde dat Israël (a) zich terugtrekt uit alle gebieden dat het bezet sedert 4 juni 1967, (b) een faire oplossing voorziet voor het Palestijns vluchtelingen probleem, en (c) een onafhankelijk Palestina herkent, met (Oost) Jeruzalem als hoofdstad. De beginselendie de EU hanteert voor het bereiken van vrede zijn: de creatie van een Palestijnse staat binnen de grenzen van 1967; de nederzettingen zijn illegaal; unilaterale wijzigingen van de grenzen zijn onaanvaardbaar en Jeruzalem moet de toekomstige hoofdstad zijn van de twee staten.
4
Dit is geen gemakkelijke denkoefening. De meerderheid van analysten, die banden hebben met de partijen in het conflict, zijn niet in staat om hun ‘ You stand where you sit ‘ percepties en attitudes te overstijgen. 5
Bezoek Noord Korea in October 2010 en een rapport DRCongo: positive prospects, 2010 (kan gratis gedownload worden) CPRS Leuven.
6
Uitspraak toegeschreven aan Gen. D. Eisenhower
7
Mohammed Elbaradei, Manifesto for Egypt, Newsweek, February 7.p.28 (2)
‘ Islam has been hijacked about 20 to 30 years after the Prophet and interpreted in such a way that the ruler has absolute power and is accountable only to God’. 8
Yemen’s dwindling Jews, in The Economist August 2&st 2010.p.30 (70)
9
Christopher Catherwood and Joe DiVanna, Merchants of fear,
10
Fareed Zakaria,McCain’s mistake, in Newsweek July 5, 2010. P 28 (37)
11
Roger Cohen. Iran, the paper tiger, in IHT, October 12,2010,p.8 (145)
12
Carl von Clausewitz besprak uitvoerig de rol van emoties in zijn boek ‘ On war ‘ Vom Kriege, zie hoofdstuk 3 ‘The genius of war’ 13
Ofer Grosbard. Israel on the couch. The psychology of the peace process. 2003. State University of New York Press, Albany, p.157-181. 14
The price of fear, The Economist, Maart 5, 2011.
15
David Gardner. The last chance: the Middle East in the balance. I.B. Taurus, 2009, p.177.
25
16
Mario Vargas LLosa: Nobel prijs voor litteratuur 2010, in De Morgen, 8 Oktober 2010, p.8. 17 Lindner, Evelin Gerda (2005). Humiliation, killing, war, and gender. 18
David Gardner. The Middle East in the balance.I.B.Taurus,London,2009.p.197
19
Hamas's Damascus-based political bureau chief, said the organization was willing to cooperate with "a resolution to the Arab-Israeli conflict which included a Palestinian state based on 1967 borders," provided that Palestinian refugees hold the right to return to Israel and that East Jerusalem be the new nation's capital. http://en.wikipedia.org/wiki/Hamas (2006) 20
A. Liberman
21
Salam Fayad. Newsweek December 27, 2010. P. 36-37.
22
Nicholas Kristof. Waiting for Gandhi, in IHT. July 12,2010.p .7
23
David Gardner, op cit.p.29
24
Roger Cohen.Crunch time fot Netanyahu, in IHT October 29, 2010.p.7
25
De VS en België werden volwaardige staten na het stopzetten van de segregatie van e Afro-Amerikanen en het sluiten van Belgisch Congo. 26
Defense spending in a time of austerity, in The Economist. August 2010, p.18-20.
27
Fareed Zakaria. Be more like Ike, in Newsweek, August 23&30, 2010.p.5.
28
Susan Eisenhower. 50 years later, we’re still ignoring Ike’s warning, The Washington Post, January 16, 2011.p.B3. Andrew Bacewich. The tyranny of defense Inc. In The Atlantic, January / February 2011, p.74-79. 29
Nicholas Kristof, One soldier or 20 schools, in IHT July 30, 2010. p.7
30
Stiglitz Joseph & Linda Bilmes (2008). The Three Trillion Dollar War, W. W. Norton
31
David Brooks. Nation building works, in IHT September 1, 2010. p.7
32
Jeffrey Goldberg en Hussein Ibish, Good news from the Middle East (really), in IHT Januari 28,2011. p. 8 33
Edward Said, From Oslo to Iraq and the roadmap. Bloomsbury,London,2004.
26
34
Ongeveer 50% van de Palestijnen is voorstander van één democratische staat voor Israelis en Palestijnen (bron zoek) 35
Vergelijk de kosten van de regimeveranderingen in Irak en Egypte.
36
Zie 111,162 en 163.
37
Volgens B.F. Skinner wordt het gedrag van mensen grotendeels beïnvloed door beloningsmatrix van de omgeving waarin ze zich bevinden. 38
Isabel Kershner en Matthew Saltmarsh. Israel to take steps to aid Palestinians economically, in IHT February 5-6, 2011. p. 8
39
Een idee van x, bron zoek .
40
Luc Reychler, Intellectual solidarity and peace, paper CPRS, 2010.
41
Arnold Toynbee. A study of history.
42
zie ‘ Shadows of war ‘ Carolyn Nordström
43
In het eerste MENA rapport van 2003 noemde Wereldbank de situatie in het Midden oosten en Noord Afrika een tijdbom.
44
Recentelijk 60 miljard aankoop van Amerikaans wapentuig door Saudi Arabia.
45
Het Westen, de VS, UK en Frankrijk hebben een zeer slechte reputatie. MENA heeft geen Europees of Amerikaans leiderschap nodig. Ze hebben al genoeg geleden onder ons leiderschap of onder hun dictators, die door het westen werden bewapend. Het streven naar een een internationale glansrol in het ME ,door bijvoorbeeld Sarkozy, is geen staatsmanschap, maar een uiting van van internationale charlatanarie. 46
Robert Fisk. Westen wil geen bevrijding in de Arabische wereld ‘ in De Morgen 7 Maart 2011. “ Maar om een nieuw beleid te krijgen heeft Israël zelf een sociale revolutie nodig, met een omvang zoals het miljoen Israëli’s dat in 1982 een onderzoek naar de massamoorden in Sabra en Shatila eiste en verkreeg.”.
27