Strandjutters van Kennemerland Groep 7, 8
Handleiding voor leerkrachten
Nationaal Park Zuid-Kennemerland Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (NPZK) is een samenwerkingsverband van de terreinbeheerders Vereniging Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, particuliere eigenaren, het IVN, de omliggende gemeenten Zandvoort, Haarlem, Bloemendaal en Velsen en de provincie Noord-Holland. Dit samenwerkingsverband richt zich op de bescherming en natuurontwikkeling van het duingebied tussen IJmuiden en Zandvoort. Het beslaat ruim 3800 hectare en omvat naast kalkrijke duinen en strand, ook fraaie binnenduinbossen, historische landgoederen en veenpolders.
Bezoekerscentrum ‘De Kennemerduinen’ Zeeweg 12 2051 EC Overveen Telefoonnummer: 023-5411123 Midden in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland ligt Bezoekerscentrum ‘De Kennemerduinen’. Hier kan iedere natuurliefhebber informatie krijgen over het duin- en bosgebied en onze prachtige landgoederen. Het NPZK organiseert, in samenwerking met het centrum, talrijke activiteiten en excursies in de buitenlucht. Ook binnen zijn er veel mogelijkheden om de natuur te beleven. In het bezoekerscentrum vindt u een: - vaste tentoonstelling - informatiebalie met winkel - film-, vergaderzaal en veldwerkruimte - restaurant
2
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
Inleiding Het lesprogramma “Strandjutters van Kennemerland” is ontwikkeld om de leerlingen op locatie de natuur te laten onderzoeken. De excursie van het lesprogramma “Strandjutters van Kennemerland” wordt op het strandgegeven, waar veel metingen gedaan kunnen worden. Onder leiding van een ervaren gids krijgt uw klas de kans om het strand- en zeeleven op een unieke manier te onderzoeken. Opbouw Dit lesprogramma bestaat uit 4 activiteiten. De strandexcursie staat centraal in het lesprogramma. De 2 lessen dienen als voorbereiding en als verwerking op de excursie en dan is er nog een evaluatie. Herzien Het lesprogramma “Strandjutters van Kennemerland” (voorheen “Verdronken Land van Kennemer”) is een van de langstlopende lesprogramma’s in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. In al die jaren hebben duizenden kinderen “Verdronken Land Kennemer” met veel plezier beleefd. In 2013 is het lesprogramma echter geheel herzien en aangepast aan de normen van deze tijd, in samenwerking met Ecomare op Texel. Dit herziene lesprogramma is samengesteld op basis van bevindingen van leerkrachten en gidsen, trends in het onderwijs en ontwikkelingen in het Natuur- en milieueducatie werkveld. Bij de ontwikkeling is een groep ervaren gidsen betrokken geweest. Mede op basis van hun ervaring is dit lesprogramma samengesteld. Wij wensen u en uw klas veel plezier met “Strandjutters van Kennemerland”
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
3
Verantwoording Doelgroep Voor het thema duinen en strand zijn twee lessen ontworpen die een doorgaande leerlijn in dit thema waarborgen: Voor groep 3-6: Land van Wind en Water Voor groep 7-8: Strandjutters van Kennemerland
Algemeen doel Aan het einde van de les kunnen de leerlingen verschillende aspecten van het duin-, strand- en zeeleven verklaren met behulp van diverse meetinstrumenten.
Leerdoelen Cognitief De leerlingen kunnen het verschil tussen eb en vloed verklaren De leerlingen kunnen natuurlijke en onnatuurlijke materialen onderscheiden De leerlingen krijgen inzicht in de leefomgeving van zeedieren en –planten De leerlingen herkennen diverse zeediertjes en zeeplanten De leerlingen kunnen zich oriënteren op het strand De leerlingen weten hoe duinen ontstaan en kunnen dit zelf nabootsen De leerlingen zijn op de hoogte van de voedselketen in zee De leerlingen weten waar de afkorting NAP voor staat Motorisch De leerlingen ervaren de weersomstandigheden aan zee De leerlingen kunnen verschillende schelpen en zeedieren determineren De leerlingen kunnen met behulp van instrumenten de verschillende aspecten van het weer onderzoeken De leerlingen kunnen een kompas aflezen De leerlingen kunnen met een duwnetje zeedieren vangen, voorzichtig behandelen en levend weer terugzetten. Affectief De leerlingen zien wat de gevolgen zijn van onnatuurlijk afval in de zee De leerlingen leren de natuur meer te respecteren door levende dieren uit zee te zien en aan te kunnen raken Didactische uitgangspunten Het opdoen van informatie en ervaringen in de natuur vormt de motivatie om te leren. Bij onze lessen staat het opdoen van ervaringen met de natuur dan ook centraal. Deze buitenles krijgt pas vorm voor de leerlingen als er voor en na deze les in de klas aandacht aan wordt besteed. U vindt in deze handleiding dan ook suggesties voor een inleidende en verwerkende les. De benodigde materialen ontvangt u bij de handleiding.
4
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
Aansluiting bij de kerndoelen Bij het ontwikkelen van deze les is rekening gehouden met de herziene kerndoelen voor het basisonderwijs. Het lesprogramma sluit aan bij de volgende kerndoelen: Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. Kerndoel 4: De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen. Kerndoel 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. Kerndoel 39: De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Kerndoel 40: De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. Kerndoel 41: De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. Kerndoel 42: De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. Kerndoel 43: De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
Organisatie en Materialen Voorbereidende les
Excursie Afsluitende les in de klas
Evaluatie
- Materiaal uit de handleiding - Brief voor ouders (bijlage 2) Linnen tsje via het NPZK - Werkblad en antwoorden (bijlage 1) - Zoekkaarten (bijlage 4) - Achtergrondinformatie (bijlage 5) Evaluatieformulier (bijlage 3)
Zelf voor zorgen
, geschikte kleding, laarzen
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
5
Begrippen
Jonge duinen Oude duinen Strandwal Maanstand Getij Eb Vloed Strandjutten Schelpen Weekdier Wieren Zee Strand Zeereep IJstijd Duinvorming
Plankton Milieu Ecologisch evenwicht Voedselketen Weer Windsnelheid Bewolking Kompas Magnetisch noorden Windrichting Korrelgrootte Helmgras Leefomgeving Onnatuurlijk materiaal Natuurlijk materiaal
Aansluiting lesmethodes Leefwereld: Groep 6: Les 14, les 18, les 24 Groep 7 :Les 1, les 7, les 8, les 24 Groep 8 : Les 2, les 8, les 15, les 24 Natuniek: Groep 6: thema 3: les 1, 3 Groep 7: thema 2: les 1, les 2; thema 4 les 2 Groep 8: thema 3: les 1, les 2, les 4 Wijzer door de natuur : Groep 7: thema 5: les 2, thema 6: les 1, les 2 Groep 8 : thema 5 : les 1-3, thema 6 : les 1-3 In vogelvlucht: Groep 6: thema 1: les 1, 4 Groep 7: thema 2: les 4, extra 2 Groep 8: thema 2: les 2, thema 4: les 2
6
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
Achtergrondinformatie bij het lesprogramma Dit lesprogramma is opgebouwd uit 4 fasen, te weten: 1. 2. 3. 4.
Inleiding in de klas Excursie Afsluitende les in de klas Evaluatie
Geschatte tijd: 45 minuten 120 minuten + reistijd 30 minuten 20 minuten
Onderzoek heeft aangetoond dat Natuur- en milieueducatie(NME) het meeste effect heeft als u alle 4 de onderdelen van dit lesprogramma doorloopt. Mocht het echter niet lukken om alle 4 de fasen te doorlopen, dan kunt u eventueel onderdeel 3 en/of 4 achterweg laten. Wij raden dat echter af.
Organisatorische zaken bij de excursie U deelt de klas in groepen van maximaal 15 leerlingen. Bij meer dan 30 leerlingen deelt u de klas in 3 groepen. Elke groep wordt begeleid door 1 gids en 2 of 3 begeleiders vanuit school. Duur van de excursie: ± 120 minuten Verzamelplaats: Het informatiepaneel van het NPZK op het parkeerterrein bij restaurant Parnassia, Bloemendaal aan Zee. NB: Om te parkeren kunt u van te voren, of op de dag zelf, uitrijkaarten kopen (€1,10 per kaart) aan de balie van Bezoekerscentrum ‘De Kennemerduinen’, Zeeweg 12, Overveen. De inrijkaarten trekt u bij de slagboom van het parkeerterrein uit de automaat. Openingstijden Bezoekerscentrum ‘De Kennemerduinen’: 1 november t/m 31 maart: di t/m zo van 12-17 uur 1 april t/m 31 oktober: di t/m zo van 10-17 uur. Routebeschrijving Aan het einde van de Zeeweg in Bloemendaal aan Zee rechtsaf, richting Restaurant Parnassia aan Zee. De parkeerplaats helemaal oprijden. De verzamelplaats is het informatiepaneel van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland bij de strandopgang. N.B. Tot slot: het toiletgebruik bij het Restaurant Parnassia is niet gratis. Als kinderen gebruik willen maken van deze toiletten, dan dient de leerkracht dit te melden aan een medewerker van het restaurant bij de kassa en een afspraak te maken over de betaling daarvan. Tegen betaling van een redelijk bedrag kunnen alle kinderen dan van het toilet gebruik maken.
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
7
Lesprogramma Introductieles in de klas Materialen: - beamer en laptop of digibord. 1. Kennismaking strand Associatieweb over strand Schrijf midden op het bord het woord ‘strand’. Schrijf dingen waar leerlingen aan denken eromheen. Je kunt meteen groeperen in ‘wolken’: bijvoorbeeld recreatie; natuur; zee, omgeving. Associatieweb over ‘leven uit zee’ Doe hetzelfde maar dan met het woord ‘leven uit zee’. Laat de leerlingen zoveel mogelijk levende zaken uit zee noemen. Help ze om verder te komen dan vis. Laat ze ook soorten vis en andere dieren en planten bedenken. 2. Geschiedenis van land en water Op het strand spoelt van alles aan. Het is enorm leuk om op zoek te gaan naar aanspoelsels. Je kan gaan jutten. Wat is dat? Strandjutten wat is dat? Strandjutten is het zoeken op het strand van aangespoelde spullen. Het jutten is ontstaan uit pure armoede. Mensen zochten op het strand naar spullen die ze konden gebruiken. Wrakhout ging in de kachel of er werden schuren van gebouwd. Soms legde men zelfs een vuur aan op het strand om de schepen te misleiden en ze naar de kust te lokken om zo de lading te bemachtigen. Tegenwoordig wordt er nog steeds gejut alhoewel dit eigenlijk verboden is. Strandjutten is namelijk illegaal in Nederland. Alles wat men vindt moet men naar de politie brengen of naar een strandvonder. De hoofdstrandvonder, vaak de burgemeester, en de hulpstrandvonders waken over het strand. Vlieland heeft als enige gemeente in Nederland een strandjutter in dienst. Wanneer er spullen aanspoelen begint er vaak een spannende race tussen de strandvonders en de jutters. De waardevolle spullen die de jutters vinden, worden verstopt in de duinen. Later worden ze op een rustig moment weer opgehaald. Tegenwoordig is jutten een hobby. In dit schoolprogramma krijgen jullie op het strand een versnelde opleiding tot strandjutter. Dan weet je later altijd waar je op moet letten om strandvondsten te doen. Geschiedenis van de kust: Waar woont de strandjutter? 1. Stel dat je 10.000 jaar geleden strandjutter was, waar zou je dan willen wonen? Dichtbij zee; maar waar was die? Wat was er 10.000-20.000 jaar geleden aan de hand? Een ijstijd! Het was erg koud en de zee lag een heel eind noordelijker. > Start Google maps op en tik plaatsnaam ‘Peterhead’ in. Dan kom je ongeveer op de zuidgrens van de Noordzee van 10.000 jaar geleden uit.
2. We maken even een sprongetje in de tijd. 6000 jr geleden woonde je als jutter goed in…… > tik ‘Amersfoort’ in op Google maps. Want het werd warmer en het ijs smolt, de zeespiegel steeg en het water overstroomde een groot deel van Noord-Holland.
8
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
3. 5000 jr geleden ontstonden ter hoogte waar nu Haarlem ligt bulten zand: strandwallen. Daarachter ontstond een binnenzee, een soort Waddenzee. Deze zee werd moerassig en soms stond het daar droog en soms brak de zee weer door de strandwallen en duinenrij heen. 4. 2000 jr geleden kon je als jutter in de nieuwe duinen rond waar nu Haarlem ligt wonen. > Tik in: ‘Haarlem’. 5. Langzaam werd de duinenrij steeds breder. Waar zou je nu bij jou in de buurt kunnen strandjutten? Dat kun je natuurlijk het beste in…. > Tik in: ‘Zandvoort’.
Hoe ontstaan de duinen van Nederland? Filmpje Schooltv beeldbank ‘Nederlandse duinen‘ http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20071031_ontstaanduinen01 Water ‘Op de wereld zijn twee soorten water, welke?’: Zout en zoet. ‘Noem plekken waar we natuurlijk water tegenkomen?’: Zee, rivier, sloot, maar ook regen, sneeuw en ook waterdamp, ijs en wolken. Oefening waterkringloop Verdeel de klas in groepjes van 6 leerlingen. In elk groepje is een leerling: zee, waterdamp, wolk, regen, ijs, rivier. Eventueel houden ze een kaartje vast met het woord daarop. Laat de leerlingen in een kring gaan staan volgens de waterkringloop. Laat ze nadenken of het goed is dat er een kringloop is. Ja; anders zou het water verdwijnen en er straks niet voldoende water meer op aarde zijn. Wat gebeurt er met vervuild water? Om de waterkringloop gezond te houden, is het belangrijk dat we het water niet vervuilen.
Praktische informatie voor de excursie Vertel vervolgens dat de klas binnenkort op excursie naar het strand van het Nationaal Park ZuidKennemerland gaat. Leg uit dat ze onder begeleiding van een gids, samen met de begeleiders gaan onderzoeken / meten hoe bijvoorbeeld duinen ontstaan, welk weer het op het strand is en hoe de voedselketen van de zee eruit ziet. Maak meteen de volgende afspraken met de leerlingen: De leerlingen kleden zich zo nodig warm aan en nemen (rubber)laarzen mee De leerlingen blijven gedurende de excursie bij hun begeleider(s)
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
9
Excursie Benodigde materialen Geschikte kleding (regen/wind/zon) en (rubber)laarzen. Inleiding Welkomstverhaal door de schoolgidsen. De leerlingen en begeleiders worden door de docent verdeeld over de gidsen. Daarna worden de regels tijdens deze strandexcursie door de gidsen toegelicht. Regels: geen rugzakjes meenemen naar het strand van de ouders wordt een actieve rol verwacht teken afspreken om te verzamelen teentje tikken: vorm een kring zodat de gids goed verstaanbaar is Kern: De onderstaande punten zijn richtlijnen over onderdelen die aan bod kunnen komen tijdens de excursie. Afhankelijk van de weersomstandigheden, de tijd, het niveau van de leerlingen, de begeleiding vanuit de school en de voorbereiding op school zullen sommige onderdelen achterwege gelaten kunnen worden. Dit gids heeft hierin de leiding.
De excursie Introductie van de gids > gids stelt zich voor en legt uit wat de bedoeling van de excursie is
De leerlingen zijn strandjutters in opleiding. Daarvoor wordt er eerst naar allerlei omgevingsaspecten van het jutten gekeken: 1. Getij/water Leerlingen doen zelf eenvoudige bepalingen welke fase van het getij het is en leren uitleggen hoe getij ontstaat. > a. er wordt bij de waterlijn ervaren hoe het tij is > b. aan het eind van het programma wordt het verschil bekeken met het begin en via tekeningen en spelvormen wordt de werking van het getij nagebootst.
2. Zand Leerlingen zien het verschil in typen zand. Leren hoe duinen ontstaan. > a. er wordt kort gerefereerd aan de informatie die door de docent ter voorbereiding in de klas is verteld over vorming van de huidige kust na de laatste ijstijd. > b. Leerlingen doen een klein onderzoekje over duinvorming > c. korrelgrootte van zand wordt met loep bekeken
10
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
3. Weer Leerlingen leren zich oriënteren, de windrichting bepalen. Ze doen een eenvoudige weersbepaling aan de hand van de wolken en de wind. > a. Leerlingen bepalen de temperatuur van het water en de lucht > b. Leerlingen bepalen de windrichting m.b.v. een kompas en windvaan > c. Leerlingen bepalen de windsterkte m.b.v. een golvenkaart. > d. Leerlingen doen een weersbepaling aan de hand van een wolkenkaart
4. Jutten Leerlingen leren over natuurlijke en onnatuurlijke materialen. Afbreekbaarheid en schadelijkheid van afval in zee. En denken na over de herkomst. Leerlingen leren aan de hand van aanspoelsels enkele zeedieren en hun leefgewoonten kennen. Ze maken kennis met de voedselketens in de zee.
5. Vissen Leerlingen gaan met duwnetjes dieren vangen: garnalen, krabben, kwallen, vissen. Ze leren ze op naam te brengen, maken kennis met specifieke kenmerken en gewoontes.
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
11
AFSLUITENDE LES IN DE KLAS Voor de docent staat er achtergrondinformatie in bijlage 5 Jutvondsten Leg alle jutvondsten op een tafel (of de grond) en ga er ineen kring om heen staan. Leerlingen vertellen over hun ervaringen tijdens de excursie. De docent kan de onderdelen die tijdens de excursie aan bod zijn geweest gestructureerd behandelen: ontstaan van de duinen zee wat is een jutter? het weer (noteer de resultaten v/d leerlingen op het bord) kompas milieu voedselketen leefwijze en voortplanting schelpen natuurlijke/ onnatuurlijke materialen optie: Met behulp van zoekkaarten (bijlage 5) determineren ze de belangrijkste vondsten. Afval Op youtube staat een heel leuk filmpje over het lot van een plastic zak. De film is wel in het Engels. Maar wanneer de docent vooraf kort vertelt waar het over gaat, is Engels geen probleem. De plastic zak wordt gefilmd alsof het een zeldzaam en bedreigd dier is. De weg van een plastic zak die uit een winkelwagentje waait, wordt gevolgd. Die leidt via een park met bedreigende honden en afvalprikkers naar een kanaal en uiteindelijk de zee in waar allerlei dieren de zak dreigen op te eten. Uiteindelijk komt de plastic zak terecht bij zijn einddoel: de plastic soep. > http://www.youtube.com/watch?v=XTfppuVzBGs
Werkblad Deel de werkbladen uit, per tweetal en laat ze invullen. Spreek ze vervolgens kort na. Zie antwoorden in bijlage 1.
12
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
Noordzee
Werkblad duinen en strand
Haarlem
1. Duinen: Waar is de zeereep?
Teken dit met geel in de kaart
Waar vind je jonge duinen?
Teken dit met groen in de kaart
Waar vind je strandwallen met oude duinen? Teken dit met zwart in de kaart
Vul in: kies uit: Zeereep, oude duinen, jonge duinen, strandwal Hoe heet de eerste duinenrij aan zee? __________________________________ De stad Haarlem is gebouwd op een:
_________________________________
De duinen die vanaf 1100 na Christus zijn ontstaan, noemen we:
_______________________________________________________
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
13
Welke planten zorgen ervoor dat het zand niet wegwaait en nieuwe duinen ontstaan?
__________________________________________________________________
2. Oriënteren: Vul in: oosten, westen, noorden of zuiden Je staat op het strand bij Parnassia (waar de excursie was) Waar ligt IJmuiden? IJmuiden ligt in het
________________________
Waar ligt Zandvoort? Zandvoort ligt in het
________________________
En waar ligt Engeland? Engeland ligt in het _________________________ En waar ligt Haarlem? Haarlem ligt in het
_________________________
3. Zee: Streep het foute antwoord door: Zeewater is:
zoet/zout
Rivierwater is:
zoet/zout
Hoe vaak is het eb op een dag?
_____________________________
En hoe vaak is het vloed per dag?
_____________________________
14
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
Vul de onderstaande woorden in bij de juiste pijl: Eb, vloed, hoog water, laag water, maan, aarde , zon
4. Voedselketen: Wie eet wie? Tijdens de excursie is het begrip ‘voedselketen’ besproken: Bedenk nu zelf een voedselketen. Teken de dieren/planten in de hokjes en schrijf de namen eronder.
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
15
5. Schelpen: Waar leven schelpen?
_________________________________________________ Ken je een schelpennaam?
_________________________________________________ Welk soort dier leeft in een schelp?
_________________________________________________ Waarvoor dient een schelp?
16
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
Nog meer doen met de klas? werkstuk Verdeel de leerlingen per groepje en geef ze een onderwerp uit de excursie. De leerlingen verdiepen zich in dit onderwerp en schrijven (of knutselen) er een (digitaal) stukje over. Alle stukjes te samen vormen een naslagwerk over de zee en het strand. Dit naslag werk kunnen de leerlingen zelf op de digiboard of website van de school plaatsen, zodat andere klassen en ouders dit kunnen bekijken. Presenteren tijdens ouderavond of themaweek kan ook. Mogelijke onderwerpen: Duinen Zee Kringloop van het water Schelpen Voedselketen Het weer Vervuiling van strand en zee Oriëntatie (school)Bibliotheken en internet zijn handige informatiebronnen. Meer over waterkringloop, weer en wind Waterkringloop Hoe ontstaan wolken? Waterdamp en wind zorgen dat er wolken in de lucht zijn. Hoe ontstaat waterdamp? Water op aarde wordt door de zon verwarmt en stijgt op. Ook zeewater verdampt. De vochtige lucht komt hoger in de lucht en koelt af, condenseert; verandert in waterdruppels/sneeuw en valt weer terug op de aarde. Zeewind Verschil land- en zeewind ’s morgens en ’s avonds Hoe komt het dat bij een warme dag ’s morgens de wind van land naar zee waait en aan het einde van de middag vanaf de zee? Op een warme dag met weinig wind warmt het land sneller op dan het zeewater. Warme lucht boven land stijgt op en wordt aangevuld met koude en vochtige van zee. In de loop van de dag gaat er een wind van zee waaien. In het vroege voorjaar neemt dat vaak mist mee. Boven het land stijgt de vochtige lucht op en hier ontstaan wolken. Hoe ontstaat wind? De docent kan meer vertellen over hoe wind ontstaat: hoge luchtdruk/lage luchtdruk. Verschil van windsterkte hoog en laag in de lucht. Wat is onweer? Vertel over het ontstaan van onweer en hoe te handelen. De docent kan met de leerlingen een oefening in de klas doen: Wat doe je bij onweer? Wanneer onweer zich binnen een cirkel van 5 km van jou bevindt, zoek je het liefst beschutting, maar schuil nooit onder een boom! Kun je niet schuilen, zoals op het strand, maak je dan zo klein mogelijk en hou je voeten tegen elkaar. Tel heel rustig het aantal seconden tussen een bliksemflits en een donder. Deel het aantal door 3, dan weet je hoeveel kilometer het onweer bij je vandaan is. Waait de wind jouw kant op, worden het aantal seconden tussen flits en knal korter, dan komt het onweer dichterbij. Oefening in de klas: Een leerling zegt “flits” en de docent klapt na een aantal tellen in de handen en zegt “boem’. Hoever is het onweer bij je vandaan?
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
17
Nog meer leuke doe-opdrachten: Benoem de natuurlijke materialen met briefjes (wat is het, waar en wanneer gevonden en naam jutter) en maak een tentoonstelling in de klas. Maak in een groepje golven in de klas http: filmpje van Willem Wever: http://www.willemwever.nl/televisie/aflevering/17190-1 Maak in een groepje een windmeter, zie: http://www.techwijs.nl/publicaties/778 Horloge gebruiken als kompas: http://www.hobbyprojecten.nl/projecten_pdf/horloge_navigatie.pdf Maak een zeewier-herbarium.
18
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
EVALUATIE Verzoek aan de docent om bijgevoegd evaluatieformulier in te vullen en toe te sturen aan
[email protected] . Heeft u nog een leuke strandfoto gemaakt, die u met het Nationaal Park ZuidKennemerland wilt delen? Mail die dan ook. Geef daarbij aan of de foto gebruikt mag worden voor publicitaire doeleinden.
Evalueren van het geleerde In deze fase evalueert u het product en het proces. Het proces kunt u evalueren door uzelf en de leerlingen de volgende vragen te stellen:
Hoe verliep de uitwerking van deze lessenserie? Wat kan er de volgende keer beter? Wat kan er de volgende keer anders?
De medewerkers van het NPZK stellen het op prijs als u het evaluatieformulier (Bijlage 3) zou willen invullen en opsturen. Uw aanbevelingen en bevindingen zullen door ons verwerkt worden zodat andere docenten daar in de toekomst hun voordeel mee kunnen doen. Alvast bedankt voor uw medewerking.
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
19
BIJLAGE 1 Antwoorden Werkblad duinen en strand
1. Duinen: Waar is de zeereep?
Teken dit met geel in de kaart
Waar vind je jonge duinen?
Teken dit met groen in de kaart
Waar vind je strandwallen met oude duinen? Teken dit met zwart in de kaart
Vul in: kies uit: Zeereep, oude duinen, jonge duinen, strandwal Hoe heet de eerste duinen-rij aan zee? De stad Haarlem is gebouwd op een:
____ZEEREEP__________________ ____STRANDWAL_____
De duinen die vanaf 1100 na Christus zijn ontstaan, noemen we: _____________JONGE DUINEN_______________
Welke planten zorgen ervoor dat het zand niet wegwaait en nieuwe duinen ontstaan?___HELMGRAS- BIESTARWEGRAS__________________
2. Oriënteren: Vul in: oosten, westen, noorden of zuiden Je staat op het strand bij Parnassia (waar de excursie was) Waar ligt IJmuiden?
IJmuiden ligt in het______NOORDEN_________
Waar ligt Zandvoort?
Zandvoort ligt in het _____ZUIDEN___________
En waar ligt Engeland?
Engeland ligt in het ______WESTEN_________
En waar ligt Haarlem?
Haarlem ligt in het _____OOSTEN_______
20
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
3. Zee: Streep het foute antwoord door: Zeewater is: zoet/zout Rivierwater is: zoet/zout
Hoe vaak is het eb op een dag? ____TWEE KEER___________ En hoe vaak is het vloed per dag?
____TWEE KEER_________
Vul de onderstaande woorden in bij de juiste pijl: Eb, vloed, hoog water, laag water, maan, aarde , zon
AARDE EB
MAAN
HOOG WATER
VLOED
LAAG WATER
4. Voedselketen: Wie eet wie? Tijdens de excursie is het begrip ‘voedselketen’ besproken: Bedenk nu zelf een voedselketen. Teken de dieren in de hokjes en schrijf de namen eronder.
ZEEHOND
SCHOL
KOKKEL
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
PLANKTON
21
5. Schelpen: Waar leven schelpen? __________IN OF OP DE BODEM VAN DE ZEE______________________ Ken je een schelpennaam? ____KOKKKEL, MOSSEL, (JAPANSE) OESTER; NONNETJE; ZAAGJE ENZ._____ Welk soort dier leeft in een schelp? ____WEEKDIER___________________________________________ Waarvoor dient een schelp? BESCHERMING VAN HET DIER EN STEVIGHEID GEVEN AAN HET DIER.
22
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
BIJLAGE 2
Brief aan de ouders Beste ouder/ verzorger,
Op ____________dag __ _____________ om __________uur, gaan wij op excursie naar het strand. Omdat de weersomstandigheden op het strand onstuimig en extreem kunnen zijn, verzoeken wij uw kind geschikte kleding te voorzien. U kunt daarbij denken aan:
Rubberlaarzen
Regenkleding
Warme trui/jas
Als iedereen hier rekening mee houdt, wordt de excursie zeker een succes. Bedankt voor uw medewerking.
Met vriendelijke groet,
______________
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
23
Bijlage 3
Evaluatieformulier Lespakket ‘Strandjutters van Kennemerland’ groep 7-8 S.v.p. invullen en opsturen naar: Bezoekerscentrum De Kennemerduinen t.a.v. medewerker educatie Zeeweg 12 2051 EC Overveen Of mail naar :
[email protected] 1) Op welke datum en tijdstip vond de excursie plaats? .........../............./ 20….. om .............uur Begeleider: 2) Wat zijn uw gegevens? Schoolnaam: Straat:
roep :
Telefoon:
Plaats:
3) Voldeed het toegezonden informatiepakket? Ja / Nee, omdat ...................................................... ............................................................................................................................................................. ………………………………………………………………………………………………………………….. 4) Heeft u de excursie op school met de leerlingen voorbereid Zo ja, hoe dan en zo nee, waarom niet? ................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................... 5) Voldeed de excursie aan uw verwachtingen?
Ja
/
Neen
6) Welk rapportcijfer zou u aan de excursie als geheel willen geven?
..................
7) Heeft u zich aan zaken gestoord? Nee / Ja, welke ................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................... 8) Welk onderdeel sprak u het meeste aan en welk onderdeel het minst? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ………………………………………………………………………………………………………………….
24
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
9) Wilt u uw mening geven over de volgende punten? Omcirkel het goede antwoord en vul eventueel aan. ontvangst en kennismaking: Tijdsduur (1,5 a 2 uur): kwaliteit van materialen: afwisseling in programma: activiteiten onderweg: afstemming op niveau leerlingen: Afsluiting:
Goed Goed Goed goed Goed Goed Goed
matig matig matig matig matig matig matig
slecht slecht slecht slecht slecht slecht slecht
10) Heeft er verwerking achteraf plaatsgevonden? Zo ja hoe dan en nee waarom niet? ................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................... 11) Heeft u nog opmerkingen en tips voor verbetering van de excursie? ................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................
Wat vonden de kinderen ervan? 12) Wat vonden ze het leukste onderdeel van de les? ………………………………………………………………………………………………………………… 14) Wat vinden ze dat ze hebben geleerd? ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………….
Bedankt voor uw medewerking en graag tot ziens !
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
25
Bijlage 4
Zoekkaarten -
Schelpen
-
Aanspoelsels Ook te downloaden van www.waddenzeeschool.nl, ’t wad voor kids
26
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
27
28
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
29
Bijlage 5
Achtergrondinformatie Geschiedenis van de duinen 10.000-20.000 jaar gelden was er de laatste grote ijstijd. Het was koud, maar er was in onze streken geen Noordzee en dus ook geen ijs. De zuidelijke grens van de Noordzee liep in die tijd ongeveer van NO-Schotland naar ZW-Noorwegen. Sinds die laatste ijstijd is het water alleen maar gestegen. 6000 jaar geleden was het hele huidige Noord-Holland zee. 5000 jaar geleden ontstonden er strandwallen, o.a. op de plek waar nu Haarlem ligt. Over en tegen die strandwallen aan werd zand geblazen waardoor er duinen ontstonden. Dit begon 2000 jaar geleden, dit noemen we de oude duinen, die rondom Haarlem liggen. Zo’n 1100 na Christus veranderde het klimaat, het werd weer wat kouder en er was veel wind. Strandwallen werden afgebroken, maar het zand werd op nieuwe duintjes gespoeld en gewaaid. Dit zijn de jonge duinen die we meer naar het strand toe vinden. Het zand van het strand en de duinen is ooit via rivieren naar de zee gestroomd. In de zee zakte het zand naar de bodem en spoelde met de golven terug naar de kust. De duinen zijn omstreeks 1100 na Christus ontstaan doordat de wind zand ophoopt rondom een polletje gras. Dat gras biestarwegras, groeit steeds boven het zandheuveltje uit en de wortels houden het zand bij elkaar. Het gras kan goed tegen harde en zoute wind. In de luwte van de duinen zijn juist planten gaan groeien die wat minder goed tegen de wind kunnen. En zo is het duinlandschap ontstaan. Strand Een strand is een strook land langs het water (een zee, oceaan of een meer), die relatief vlak is. Een strand loopt zeewaarts af naar beneden, en gaat over in de zeebodem. Veelal bestaat een strand uit voornamelijk zand (zandstrand), soms uit voornamelijk kiezelstenen (kiezelstrand) of schelpen (schelpenstrand). Sommige stranden bestaan uit vulkanisch zand en zijn zwart van kleur. Een strand is weinig of niet begroeid, hoewel op rustige stranden, zoals bij IJmuiden er lokaal wel wat zoutminnende planten groeien en wat helmgras. Een kuststrook die uit vaster materiaal bestaat, zoals rotsen, of begroeid is, wordt vaak ‘oever’ genoemd. Een strand langs een zee of oceaan loopt (deels) onder water als het hoogwater wordt. Op een strand langs een zee of oceaan treft men in het algemeen zeewier, kwallen en schelpen aan. Ook spoelen veel dingen aan, zoals wrakhout, afval, dingen die van schepen afgevallen zijn. Vloedlijn Bij vloed komt de zee op het strand tot een bepaalde hoogte. Die lijn noemen we de vloedlijn. Tot daar komt dus de zee. De rommel en de schelpen die door de zee worden meegenomen, worden door de zee op de vloedlijn neergelegd. Zee Een zee is een stukje oceaan dat door twee of drie kanten wordt ingesloten door land. De Noordzee is gemiddeld circa 30 meter diep. Bij Noorwegen is de Noordzee het diepst namelijk 200 meter. Schelpen Schelpen beginnen hun leven als kleine larve van nog geen halve millimeter groot. Ze zwemmen dan vrij rond in het water. Eerst lijken ze nog niet op hun grote broeders en is het moeilijk om de soort vast te stellen. Maar na een aantal weken veranderen ze van vorm en zakken ze naar de zeebodem om zich daar te vestigen. Jonge schelpdieren moeten om de zeebodem te bereiken, eerst de 'bodemgrenslaag' zien te passeren. Dit is een dunne laag water vlak boven de bodem, waar de stroomsnelheid sterk afneemt. De dieren die in een schelp leven, worden weekdieren genoemd. Deze dieren hebben geen graat of beenderen waardoor ze erg kwetsbaar zijn. De schelp dient dan ook als bescherming.
30
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
Aan de achterzijde van de schelp, steken bij een levend dier de sipho’s naar buiten. Hiermee wordt het water langs de maag en kieuwen gevoerd en gezuiverd. Aan de voorzijde bevindt zich de voet, waarmee het dier zich in de zeebodem ingraaft. Kwallen Kwallen zijn holtedieren, met de vorm van een paraplu met 4 of 8 tentakels (vangdraden) aan de rand, of soms veel tentakels die een krans daarom heen vormen. Daar weer omheen liggen de zintuigcellen. Hiermee kunnen ze proeven, licht opvangen en ze kunnen er hun evenwicht mee bewaren. De tentakels bevatten netelcellen waaraan harpoentjes zijn bevestigd, gevuld met een verlammend gif. Raakt een prooidier de tentakels aan, dan worden de harpoentjes afgeschoten. De dode prooi wordt vervolgens met de tentakels naar de mondopening gebracht. Als een kwal in de branding terecht komt, is hij ten dode opgeschreven. Zijn spieren zijn niet sterk genoeg om tegen de stroming in te zwemmen. In Nederland komen vooral de oorkwal, de blauwe haarkwal, de kompaskwal en de zeepaddenstoel voor.
De blauwe haarkwal kun je in de zomer vinden bij oostenwind. Met de netelcellen op zijn lange tentakels kan hij ons lelijk steken.
Oorkwallen vind je vooral in het voorjaar. Oorkwallen kun je rustig oppakken. De netelcellen van deze kwallen kunnen niet door onze huid heen steken.
Zeepaddenstoelen verschijnen aan het eind van de zomervakantie en kunnen tot in november gevonden worden. Het zijn de grootste kwallen uit de Noordzee, ze kunnen wel een halve meter breed worden.
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
31
Eb en vloed Iedere dag is het twee keer eb en twee keer vloed. Beide duren ongeveer 6 uur. Tijdens eb stroomt het water van het strand weg. Bij vloed is dat omgekeerd. Tussen eb en vloed staat het water even stil. Het hoogteverschil tussen eb en vloed is niet altijd gelijk. Dit komt door de wind en de aantrekkingskracht van de zon die de aantrekkingskracht van de maan verzwakt of versterkt. Hoog en laag water ontstaat door de aantrekkingskracht die de maan op de aarde uitoefent. De delen van de aarde die naar de maar zijn toegekeerd, worden sterker aangetrokken dan de rest van de aarde.
Jutten Strandjutten is het zoeken op het strand van aangespoelde spullen. Het jutten is ontstaan uit pure armoede. Mensen zochten op het strand naar spullen die ze konden gebruiken. Wrakhout ging in de kachel of er werden schuren van gebouwd. Daarnaast legde men soms een vuur aan op het strand om de schepen naar de kust te lokken om zo de lading te bemachtigen. Tegenwoordig wordt er nog steeds gejut, alhoewel dit eigenlijk verboden is. Strandjutten is illegaal in Nederland. Wieren Wieren groeien op stenen. Op het strand vind je allerlei soorten wieren die zijn aangespoeld. Blaasjeswieren, riemwier en knotswier. Riemwier Riemwier is een bruinwier dat niet op de Nederlandse kust groeit. Maar elders losgelagen exemplaren spoelen regelmatig op het strand aan. Het wier bestaat uit twee à drie meter lange groenbruine slierten. Deze slierten komen samen in een 'voetje' dat vastgehecht zit aan een steen of schelp. Dit voetje is het eigenlijke riemwier. De slierten zijn de voortplantingsorganen. Blaaswier Blaaswier is een bruinwier. Het is meestal te herkennen aan de drijfblazen, maar sommige blaaswieren hebben deze luchtkussentjes niet. Met behulp van deze drijfblazen kan het verticaal groeien in het water. Blaaswier kan gevonden worden langs de dijken, op houten palen en op het wad. Knotswier Knotswier is een bruinwier met aan de stengels kleine blaasjes met slijmerige inhoud, waarin de voortplantingsorganen zitten. In de stengels zitten ook grote knobbels, gevuld met gas, die ervoor zorgen dat de plant onder water rechtop staat. Knotswier komt voor in de Noordzee en aan de Atlantische kusten. Wanneer het losraakt van de rotsen kan het nog lang in leven blijven.
32
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
Meteorologie KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) Het KNMI bestaat sinds 31 januari 1854. Het is per Koninklijk Besluit door Koning Willem III opgericht. De eerste plannen om het KNMI op te richten zijn van Buys Ballot. Hij is een beroemde weerkundige. Hij ontdekt een manier om de richting en de kracht van de wind te voorspellen. Het KNMI is een van de eerste in de wereld met stormwaarschuwingen en weerkaarten. Nu is het KNMI “het nationale centrum van kennis over en onderzoek naar klimaat, klimaatverandering, en seismologie.” Het KNMI is verantwoordelijk voor de dagelijkse weersverwachtingen voor de waarneming van aardbevingen. Zeeklimaat Nederland heeft een gematigd zeeklimaat. Geen strenge koude winters dus, en geen hete zomers. Nederland ligt aan zee, en die zee heeft veel invloed op ons klimaat, omdat de wind meestal van zee waait. De temperatuur van het zeewater verandert maar heel langzaam: het warmt niet snel op en koelt ook niet snel af. Na de zomer wordt het warme zeewater daardoor niet echt koud. De lucht boven het zeewater is dan ook nog een beetje warm. In Nederland komt de wind vaak uit de richting van de zee: een zuidwestenwind. Die zuidwestenwind blaast ‘s winters de nog enigszins warme zeelucht over het land en daarom wordt het in de winter nooit echt heel koud. In de zomer is het precies andersom: de lucht boven de zee blijft na de winter een beetje koel, en dat zorgt ervoor dat de temperatuur niet echt heel hoog kan worden als de wind van zee waait. Luchtdruk Rond de aarde hangt een laag lucht van ongeveer 100 kilometer dik. De lucht erin bestaat uit een mengsel van zuurstof en stikstof en andere gassen. Zuurstof is het gas dat alle levende wezens nodig hebben om in leven te blijven. Het gewicht waarmee de lucht op de aarde drukt noemen we de luchtdruk. Bij nul graden en een normale luchtdruk weegt een liter lucht ongeveer 1,3 gram. In de bergen is de luchtdruk lager dan bijvoorbeeld in Nederland. Als de berg vijf kilometer hoog is, drukt er een luchtlaag van 95 kilometer dik op dat berggebied. Bovendien zitten de meeste luchtdeeltjes in de onderste kilometers. Boven op de bergen is daardoor weinig zuurstof. Hoe hard de luchtlaag op de aarde drukt, kun je met een barometer meten. Als je hiermee de luchtdruk meet, zie je dat deze steeds verandert. De luchtdruk is af te lezen in millibar of centimeters kwikdruk. Een luchtdruk tussen de 1000 en 1020 millibar (rond de 76 cm kwik) is normaal, daar boven is ze hoog en daar beneden laag. Dalende druk duidt op slechter weer en stijgende druk op mooier weer. Die veranderingen in luchtdruk komen door dat het niet overal even warm is. De aarde wordt door de zon ongelijk verwarmd. Door die verschillen verwarming ontstaan verschillen in luchtdruk. Warme lucht is licht en stijgt op (zoals een heteluchtballon), hierdoor ontstaat een lage luchtdruk. Koude lucht is zwaar en daalt dus, hierdoor ontstaat een gebied met hoge luchtdruk. Het gevolg is dat er lucht gaat stromen van het hogedrukgebied naar het lagedrukgebied. Deze luchtstroom is de wind. Wind Wind is bewegende lucht. Lucht stroomt altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied. Op het noordelijk halfrond waait de wind rond een lagedrukgebied in een richting tegen de wijzers van de klok in en met de klok mee rond een hogedrukgebied. Op het zuidelijk halfrond is dit precies omgekeerd. Dat komt door de draaiing van de aarde. Bij westenwind is de lucht afkomstig van zee en bij oostenwind is de lucht afkomstig van land. Westenwind bevat veel waterdamp en voert altijd wolken mee. Oostenwind is droog en meestal zonder wolken. Noordenwind brengt koude lucht en zuidenwind warme lucht. Is de windrichting ieder uur anders, dan is de kans groot dat het weer verandert. Behalve de windrichting is de kracht van de wind erg belangrijk voor het weer. Als een gebied met hoge luchtdruk dicht bij een lagedrukgebied ligt zal het harder waaien. Hoe hard het waait, staat aangegeven op de schaal van Beaufort. Zijn schaal loopt van windkracht 1 tot en met 12.
Strandjutters van Kennemerland, leerkrachten - Groep 7-8
33