Ouderenonderzoek Kennemerland Een onderzoek naar de gezondheid en het welbevinden van 65-plussers en hun behoefte aan voorzieningen, zorg en vervoer.
Ouderenonderzoek Kennemerland HET ONDERZOEK In het najaar van 2007 heeft GGD Kennemerland een onderzoek uitgevoerd onder zelfstandig wonende ouderen in de regio Kennemerland1 . In totaal gaat het om ruim 58.000 inwoners die 65 jaar of ouder en zelfstandig wonend zijn. Het doel van dit onderzoek is inzicht te geven in de gezondheid en het welbevinden van deze groep ouderen, factoren die hierop van invloed zijn, het gebruik van en de behoefte aan (gezondheidszorg)voorzieningen en het identificeren van risicogroepen. In totaal hebben 7.330 zelfstandig wonende 65-plussers in Kennemerland per post een vragenlijst ontvangen. Van alle aangeschreven ouderen hebben er 5.691 de vragenlijst ingevuld teruggestuurd, dit is 78%. Twee derde van de zelfstandig wonende 65-plussers in Kennemerland ervaart de eigen gezondheid als goed. De uitkomsten van het onderzoek laten echter ook zien dat er een groep is waarmee het minder goed gaat. Bij een deel van de ouderen bestaan nog behoeften aan (meer) hulp en voorzieningen.
ACHTERGRONDGEGEVENS Tabel 1 bevat een aantal kenmerken van de groep ouderen in Kennemerland. Vrouwen zijn gemiddeld ouder dan mannen, 55% van de vrouwen is 75 jaar of ouder, terwijl dat bij de mannen 44% is. Ook wonen relatief veel meer vrouwen dan mannen alleen. Het percentage alleenwonenden onder 75-plussers is 50%, dit is bijna twee keer zoveel als onder de ‘jongere’ ouderen. Ook het percentage ouderen dat geen afgeronde opleiding of alleen lagere school heeft is onder 75-plussers hoger dan onder de jongere ouderen. Percentage van de totale groep
Geslacht Leeftijd Opleiding
Man Vrouw 65 -74 jaar 75+ Geen opleiding of alleen lagere school LBO, MAVO MBO, HAVO, VWO HBO, WO Nederlandse herkomst Woont alleen Heeft alleen AOW
41% 59% 49% 51% 26% 43% 15% 16% 91% 38% 14%
Tabel 1 Achtergrondgegevens
1
Met uitzondering van de gemeente Haarlemmermeer. Deze gemeente maakt met ingang van 1 januari 2008 deel uit van de regio Kennemerland en is daarom nog niet meegenomen in dit onderzoek.
LICHAMELIJKE GEZONDHEID Een derde van de ouderen ervaart de eigen gezondheid als matig of slecht. Een slechtere ervaren gezondheid komt in het algemeen meer voor bij ouderen met chronische aandoeningen en beperkingen. Ruim acht op de tien ouderen hebben minstens één chronische aandoening. Hoe ouder, hoe vaker en hoe meer aandoeningen. Het meest voorkomend zijn gewrichtsslijtage (artrose) (37%) en hoge bloeddruk (35%). Vaak gaan ziekten en aandoeningen gepaard met belemmeringen en beperkingen. Twee derde van alle ouderen met een aandoening wordt hier ook door belemmerd; in totaal wordt 21% van de ouderen met een aandoening sterk belemmerd. Van alle ouderen in Kennemerland is 17% beperkt bij het uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL-beperkt, zie tekstblok volgende pagina).
75+
ADL-BEPERKING We noemen iemand ‘ADL-beperkt’ indien hij/zij minstens één van de tien nagevraagde algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) alleen met hulp of met grote moeite kan uitvoeren. Voorbeelden van algemene dagelijkse levensverrichtingen zijn in- en uit bed stappen of zich volledig wassen. Ruim vier op de tien ouderen hebben overgewicht, daarnaast heeft 12% ernstig overgewicht. Ruim de helft is dus ‘te zwaar’. In het onderzoek zijn verbanden gevonden tussen overgewicht enerzijds en diabetes, hoge bloeddruk en aandoeningen van het bewegingsapparaat anderzijds. Voor diabetes geldt dit nog het sterkst: ouderen met ernstig overgewicht hebben, vergeleken met ouderen zonder overgewicht, ruim drie keer zo vaak diabetes. Ervaart eigen gezondheid als matig/slecht
Landelijk is bekend dat veel ouderen valongelukken hebben en dat dit vaak leidt tot ziekenhuisopnames, slecht herstel of zelfs overlijden. In Kennemerland Ervaart eigen gezondheid is 30% vanalsde ouderen in het matig/slecht afgelopen jaar gevallen. De meeste valincidenten vinden thuis plaats. 13% Ernstig overgewicht
24% 41% 13% 11%
Ernstig overgewicht
Minstens één chronische aandoening
77% 87% 9%
ADL-beperkt
11%
25%
Minstens één chronische Bijna drie kwart van de ouderen aandoening heeft het afgelopen jaar een griepprik gekregen. 9%
23%
Afgelopen jaar gevallen
37%
ADL-beperkt
67%
Afgelopen jaar griepprik gekregen
25%
81% 0%
10%
20%
Figuur 1 Samenvatting van de uitkomsten voor lichamelijke gezondheid, uitgesplitst naar leeftijd.
30%
24%
40%
50%
60%
70%
80%
65 - 74 jaar
90%
75+
100%
23%
Afgelopen jaar gevallen
Afgelopen jaar griepprik gekregen 0%
10%
Leefstijl
Tussen de 44% en 56% van de ouderen beweegt niet voldoende volgens de Nederlandse norm voor gezond bewegen (minstens vijf dagen per week een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit). Het percentage is afhankelijk van het seizoen. Van de mannen drinkt 8% excessief of zeer excessief alcohol, van de vrouwen is dat 1%. In totaal rookt 16% van de ouderen.
20%
30
+
Behoefte aan voorzieningen, zorg en hulp
Van alle ouderen in Kennemerland ontvangt 9% hulp bij de dagelijkse persoonlijke verzorging, 32% ontvangt hulp van buitenaf bij het huishouden. In totaal 4% van de ouderen heeft behoefte aan (meer) hulp bij de dagelijkse persoonlijke verzorging; 9% heeft behoefte aan (meer) huishoudelijke hulp. Eén op de zeven ouderen in Kennemerland krijgt mantelzorg, bestaande uit hulp en zorg in allerlei vormen geleverd door partner, kind, buren of vrienden. Van alle ouderen geeft 8% zelf mantelzorg aan anderen (bij de 65-74-jarigen is dit 13%). Hiervan voelt 18% zich zwaar belast, dit is ruim 1% van alle ouderen. Ruim een vijfde van de mantelzorgers geeft aan behoefte te hebben aan ondersteuning of advies. Gemiddeld 4% van de ouderen zegt nooit contact te hebben gehad met het centraal ouderenloket in de gemeente, maar hier wel behoefte aan te hebben. Overigens heeft 22% nog nooit van dit loket gehoord. Gevraagd is aan welke ‘algemene’ ouderenvoorziening men behoefte heeft. Door de ouderen zijn hierbij het meest genoemd hulp in en om het huis van een vrijwilliger, tuinonderhoud, ouderenvervoer, sport- of bewegingsactiviteiten, en hulp bij de administratie. Het percentage ouderen dat aangeeft hier behoefte aan te hebben, varieert van 7 tot 12%. Dertig procent van de ouderen maakt gebruik van vervoersvoorzieningen en/of van hulpmiddelen voor de mobiliteit zoals een rollator. Ongeveer een op de zes ouderen heeft behoefte aan hulpmiddelen voor de mobiliteit of aan vervoersvoorzieningen. Het meest genoemd wordt de OV-taxipas. Het gebruik van en de behoefte aan voorzieningen, zorg en hulp nemen duidelijk toe met de leeftijd.
PSYCHISCHE GEZONDHEID In totaal is 17% van de ouderen in psychisch ongezond 19% Kennemerland psychisch ongezond. Eén op de drie is matig eenzaam, 7% (zeer) ernstig eenzaam 9% daarnaast is 8% ernstig tot zeer ernstig psychisch ongezond eenzaam. Een vijfde van de ouderen 20% dagelijks zorgen 22% heeft dagelijks zorgen. Vaak betreft dit 7% (zeer)gezondheid, ernstig eenzaam de eigen maar ook komen 9% aanwijzing voor 33% aanwezigheid zorgen om de partner of om de 44% angststoornis/depressie kinderen vaak voor.zorgen dagelijks 17% gebruikt slaapmiddelen In het onderzoek is nagegaan of er bij 23% aanwijzing voor zijn voor ouderen aanwijzigingen aanwezigheid 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% angststoornis/depressie angststoornissen of depressie. In Kennemerland zijn er bij 35% van de Figuur 2 gebruikt slaapmiddelen Samenvatting van de uitkomsten voor psychische ouderen enige aanwijzingen voor een 65 - 74 jaar 75+ gezondheid, uitgesplitst naar leeftijd. angststoornis of depressie 0% 5% 10% (‘matig risico’ hierop), bij 4% zijn er sterke aanwijzingen hiervoor (‘hoog risico’). Eén op de vijf ouderen gebruikt slaapmiddelen. Het merendeel gebruikt de slaapmiddelen langere tijd. Ouderen hebben relatief vaak meerdere psychische gezondheidsproblemen tegelijkertijd, en beleven dan hun gezondheid als matig of slecht. 15%
Risicogroepen De meeste hiervoor beschreven lichamelijke en psychische gezondheidsproblemen nemen (sterk) toe met de leeftijd en komen relatief meer voor bij vrouwen en bij ouderen met een lagere opleiding.
15%
1
15%
PARTICIPATIE IN DE SAMENLEVING Bijna de helft van de ouderen doet regelmatig vrijwilligerswerk en/of neemt regelmatig deel aan activiteiten in verenigingsverband (46%); bij lager opgeleide ouderen zijn de percentages lager. Meer dan de helft van de ouderen doet dus niet regelmatig op deze manier aan de samenleving mee. Eén op de zeven ouderen geeft aan moeite te hebben om rond te komen met het inkomen. Relatief vaak betreft dit mensen met alleen AOW en/of met een lage opleiding. Ruim de helft van alle ouderen bezuinigt op één of meer terreinen als gevolg van onvoldoende inkomen, van de ouderen met alleen AOW is dit zelfs 82%. Figuur 3 geeft de terreinen aan waarop men bezuinigt. Het gaat bij relatief veel ouderen (ook) om terreinen die van belang kunnen zijn voor de participatie in de maatschappij. Vakantie en/of uitgaan/vrije tijdsbesteding
38%
Krant of andere abonnementen
22%
Kleding
21%
Stookkosten
16%
Cadeautjes, verjaardagen
16%
Telefoneren
15%
Auto of kosten voor vervoer
12%
Huisvesting/reparaties aan de woning
6%
Voeding
3%
Bezoek tandarts en/of andere medische voorzieningen
3% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Figuur 3 Terreinen waarop ouderen bezuinigen (%, meerdere antwoorden per persoon mogelijk).
40%
Ruim één op de drie ouderen geeft aan belemmeringen te ervaren om deel te nemen aan activiteiten buitenshuis, het percentage neemt sterk toe met de leeftijd (bij 85-plussers is het 55%). Een tiende van alle ouderen geeft hiervoor als reden de eigen gezondheid op. De meest genoemde andere redenen zijn het moeilijk vinden om alleen te gaan, het ontbreken van vervoersmogelijkheden, of de kosten: het is te duur. Ruim één op de vijf ouderen heeft wel eens problemen met vervoer waardoor men ergens niet naartoe kan gaan. Voor 3% is dit heel vaak het geval. Bij vrouwen komt dit meer voor dan bij mannen, het percentage stijgt ook sterk met de leeftijd (bij 85-plussers is het 44%).
WONING EN WOONOMGEVING Ouderen zijn in het algemeen tevreden over hun woning en woonomgeving. Meer dan de helft van de ouderen heeft in zijn of haar woning één of meer aanpassingen. Bijna een kwart van de ouderen (23%) zegt behoefte te hebben aan nog minimaal één (extra) aanpassing aan de woning. Het meest genoemd zijn aanpassingen aan douche/badkamer en aan het toilet. Eén op de twaalf ouderen voelt zich overdag wel eens onveilig, 15% voelt zich wel eens onveilig in de avond of nacht. In de woonomgeving is men relatief het minst tevreden over vervuiling, parkeeroverlast, verkeersonveiligheid en/of een te grote afstand tot algemene voorzieningen. Bijna 10% van de ouderen wordt vaak gehinderd door lawaai in de woonomgeving zoals vliegtuigen en verkeer.
RESULTATEN PER GEMEENTE In het onderzoek is gekeken naar de uitkomsten per gemeente en, voor de twee grootste gemeenten, per wijk. Soms zijn er grote verschillen tussen gemeenten/wijken. De uitkomsten zijn te vinden in het volledige onderzoeksrapport. Dit is te downloaden via de website www.ggdkennemerland.nl.
AANBEVELINGEN Het centrale beleidsdoel van het ouderenbeleid is ouderen te stimuleren zo lang mogelijk fit en gezond te blijven . Er is aanzienlijke gezondheidswinst te behalen met preventie, vooral via het bevorderen van gezond gedrag en actieve participatie van ouderen in de samenleving. De aanbevelingen van GGD Kennemerland geven aan op welke belangrijke deelgebieden het ouderen- en gezondheidsbeleid in de regio zich kan richten. Daarnaast worden bij elke aanbeveling succesvolle interventies genoemd die oplossingsrichtingen aangeven, dan wel mogelijkheden genoemd om af te stemmen op een specifieke doelgroep. De GGD adviseert de gemeenten om op basis van hun regierol het voortouw te nemen om organisaties die zich bezig houden met gezondheid en welzijn van ouderen rond de tafel te brengen. Op deze wijze kunnen prioriteiten worden gesteld en kan de samenwerking worden verbeterd. Psychische gezondheid Het bevorderen van psychische gezondheid verlangt een combinatie van maatregelen gericht op de persoon en een ondersteunende leefomgeving. Hiervoor is samenwerking tussen organisaties voorwaarde. In de preventie van depressie en angst is algemene voorlichting over psychische problemen en bewustwording onder de doelgroep van belang. Ook het verbeteren van vroegherkenning en een betere toegankelijkheid en beschikbaarheid van zorg verdienen aandacht. In de preventie van eenzaamheid dient in het bijzonder te worden gelet op (h)erkenning. Daarbij moet de persoonlijke situatie goed in kaart worden gebracht en een combinatie van interventies worden ingezet. Hulp en zorg De GGD adviseert gemeenten binnen de WMO te kijken naar mogelijkheden om meer hulp in de huishouding en bij persoonlijke verzorging te geven. Ook is in het kader van de WMO aandacht nodig voor de behoefte aan woningaanpassingen. De GGD adviseert gemeenten, indien van toepassing, meer bekendheid te geven aan het Centraal Loket en aan ouderenvoorzieningen. Valincidenten De GGD adviseert organisaties die huisbezoeken doen specifieke aandacht te geven aan risicosituaties voor vallen in het huis. Thuiszorgorganisaties of stichtingen welzijn ouderen organiseren vaak valpreventiecursussen. Het is wenselijk dat huisartsen en thuiszorgorganisaties deze cursussen aanbevelen. Bewegen De GGD adviseert instanties waarmee ouderen regelmatig in contact komen (huisarts, apotheek), meer bekendheid te geven aan het aanbod van de verschillende beweegactiviteiten voor ouderen. GALM (Groninger Actief Leven Model) is een bewezen effectieve methode om meer ouderen aan het bewegen te krijgen. Het wordt in 2008 in verschillende regiogemeenten uitgevoerd, maar zou ook in andere gemeenten ingezet kunnen worden. Genotmiddelen De GGD adviseert gemeenten om interventies tegen excessief gebruik van genotmiddelen te initiëren of te stimuleren. Participatie in de samenleving Het wordt aanbevolen dat de gemeenten in het kader van de WMO extra aandacht besteden aan zaken als behoefte aan hulpmiddelen voor mobiliteit en vervoersvoorzieningen, maar ook aan financiële belemmeringen die ouderen ervan weerhouden deel te nemen aan de maatschappij.
Mantelzorgers Overbelasting van mantelzorgers is een belangrijk probleem, dat naar verwachting in de toekomst alleen maar groter zal worden. Ondersteuning van mantelzorgers blijft daarom aanbevolen. Griepprik Het verdient aanbeveling om in samenwerking met de huisartsen het belang van de griepprik bij de ouderen nog meer onder de aandacht te brengen. Volledig onderzoeksrapport MEI 2008
OUDERENONDERZOEK KENNEMERLAND
Het volledige onderzoeksrapport ‘Ouderenonderzoek Kennemerland’ is te downloaden vanaf de website van de GGD (www.ggdkennemerland.nl). GGD Kennemerland zal daar waar wenselijk met de afzonderlijke gemeenten overleggen over uitwerking van de aanbevelingen. Voor een toelichting kunt u contact opnemen met: Resi Cluitmans, epidemioloog, email
[email protected], tel. 023-7891 721 Arie Oosterlee, epidemioloog, email
[email protected], tel. 023-7891 709 Jolanda ten Brinke, epidemioloog, email
[email protected], tel. 023-7891 737
Gegevens Haarlemmermeer
In de periode van de gegevensverzameling maakte de gemeente Haarlemmermeer nog geen deel uit van de GGD-regio Kennemerland. Begin 2006 is in deze gemeente een gezondheidsonderzoek gehouden onder 18 tot 75-jarigen. De resultaten van de groep 65-74-jarigen zijn samengevat in de Factsheet ‘Ouderen Haarlemmermeer’, die eveneens is te downloaden vanaf de website van GGD Kennemerland.
Uitgave GGD Kennemerland www.ggdkennemerland.nl Oktober 2008