Mathieu Wagemans over vernieuwing in het landelijk gebied Van traditioneel dorp naar woondorp multifunctionele landbouw
>
> Ondernemersdagen
> Boer zoekt buur voor zonnepanelen
STREEK | STREEK 1 | MAART 2009 | NETWERKBLAD VOOR HET PLATTELAND |
‘Er is behoefte aan een laagdrempelig loket om plattelandsprojecten te begeleiden’
STREEK 1 maart 2009
6
>
Mathieu Wagemans over vernieuwing in het landelijk gebied ‘Doorbreek de bekende vergadercultuur en zoek het in een andere hoek dan de gebruikelijke compromissen tussen bekende partijen’, is zijn devies.
8
>
Streek-bewoners: streekhuizen uitgelicht Vier mensen die zich inzetten voor een sterk platteland. Ditmaal vier medewerkers van streekhuizen, plattelandshuizen en regiobureaus.
10
woondorp
> Ondernemersdagen
multifunctionele landbouw
Een verslag van de ondernemersdagen in Leek, waarin regionale ondernemers elkaar inspireerden.
14
Het Netwerk Platteland is een nationaal netwerk van en voor iedereen die zich inzet voor een sterk en aantrekkelijk platteland. We brengen organisaties met elkaar en met overheden in contact en bieden ze de gelegenheid van elkaar te leren. Daarnaast signaleren we nieuwe en kansrijke initiatieven voor landbouw en dorpsontwikkeling, voor natuur en sociale samenhang, voor leefbaarheid en zeggenschap. En we stimuleren gebiedscommissies in hun werk voor het landelijk gebied. We doen dit door middel van bijeenkomsten, adviesgesprekken, publicaties, projectendatabase, website, workshops, nieuwsbrief en door goed te luisteren naar de behoeften van netwerkdeelnemers.
Website Het Netwerk Platteland presenteert zich ook op een goedgevulde, actieve website met onder meer actueel nieuws, verslagen van bijeenkomsten, een agenda, een interactief forum, de database innovatieve praktijken, een infotheek en achtergrondinformatie. www.netwerkplatteland.nl
> Van traditioneel dorp naar Onderzoek wijst uit dat er traditionele dorpsgemeenschappen veranderen in woondorpen.Wat betekent dat voor het dorpsbeleid?
12
Netwerk Platteland
> Streek-idee: Boer zoekt
Nieuwsbrief Met de Nieuwsbrief Netwerk Platteland willen wij u attenderen op belangrijke ontwikkelingen en innovatieve praktijken in het landelijk gebied en de activiteiten van het Netwerk Platteland. Deze e-mailnieuwsbrief verschijnt 8 keer per jaar. Wilt u deze nieuwsbrief ontvangen? Meld dan on-line aan via onze website of stuur een email naar
[email protected].
NETWERK PLATTELAND
buur voor zonnepanelen Een nieuw project waarvoor boeren hard op zoek zijn naar buren die willen investeren in zonnepanelen, in ruil voor producten van het boerenbedrijf.
COLOFON ‘Streek’ is een uitgave van het Netwerk Platteland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. Teksten | Miranda Bettonville, Miranda Koffijberg, Petra van de Kop, Taskforce Multifunctionele Landbouw, Sebastiaan Verkade, Martin Woestenburg Eindredactie | Miranda Bettonville Foto’s | Cover: Sandra de Heij Miranda Bettonville, Nationale Beeldbank, Henk Kloen, Anke Lassche, Alia Malley, Margot Meijer Vormgeving | Grafisch Atelier Wageningen, Harry Harsema, Miek Saaltink Drukwerk | Drukkerij Modern
Omslag | Olja van den Berk en Rob Heilijgers Plattelandshuis Oost-Groningen. Foto: Sandra de Heij
2 STREEK 4 09
STREEK Streek is hét netwerkwerkblad voor alle plattelanders in Nederland. STREEK attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. Wilt u STREEK ontvangen? Meld u dan on-line aan voor een abonnement via onze website, of stuur een email naar
[email protected]. Heeft u een idee voor een artikel in STREEK? Neem dan contact op met de redactie:
[email protected].
Projectendatabase: meld uw ervaring bij ons aan! Netwerk Platteland is voortdurend op zoek naar vernieuwende praktijken die bijdragen aan een sterk en leefbaar platteland. Nieuwe technieken op een agrarisch bedrijf, verrassende samenwerking op sociaal-cultureel gebied, bijzondere vormen van natuurbeheer, projecten door en voor jongeren, enzovoort. In de database op onze website kunt u zoeken op provincie, thema of op doelgroep. Van ieder project vindt u een korte omschrijving, succesfactoren en mogelijke knelpunten, websites en contactpersonen. Heeft u ervaring met een innovatief project? Laat het ons weten! U kunt uw ervaring on-line aanmelden. Na goedkeuring wordt uw ervaring opgenomen in de database.
Netwerk Platteland, bindt doet prikkelt en verrijkt www.netwerkplatteland.nl |
[email protected] | 033-4326090 Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
Uitgelicht
Michael Pollan (1955) is schrijver, journalist en hoogleraar journalistiek. Hij publiceerde de afgelopen twintig jaar over voedsel, landbouw, tuinen, medicijnen en architectuur. Zijn meest recente boek, In Defense of Food: An Eater’s Manifesto, is in 2008 in vertaling verschenen bij De Arbeiderspers onder de titel ‘Een pleidooi voor echt eten’
Foto: Alia Malley
Michael Pollan een pleidooi voor echt eten
‘We eten geen voedsel meer, maar eetbare voedselachtige substanties.’ Dat zei journalist en bestsellerauteur Michael Pollan tijdens zijn lezing in Amsterdam op 11 februari voor een uitverkochte zaal. Eet écht voedsel, vooral planten. Mijd de supermarkt en koop zoveel mogelijk lokaal en duurzaam geproduceerd voedsel, beveelt hij aan. Bart Pijnenburg, betrokken bij de praktijkkring StadLand van Netwerk Platteland, is enthousiast over Pollans verhaal. ‘Het sluit prachtig aan bij Proeftuin Amsterdam, waarmee we proberen duurzaam geproduceerde voeding bereikbaar te maken voor elke Amsterdammer.’
Pollan is wereldwijd populair. Hij heeft verschillende bestsellers over voedsel op zijn naam staan, waarvan Een Pleidooi voor Echt Eten de laatste is. In zijn boeken geeft Pollan een scherpe analyse van het falen van onze voedselvoorziening, en zijn visie op oplossingen.’ We weten niet meer wat we eten’, stelt hij. ‘We laten ons misleiden door etiketten en labels op verpakkingen
en door de wirwar aan claims over gezondheidseigenschappen van voedingsmiddelen.’ Dit pad dood loopt, stelt Pollan. Hij denkt dat cultuur uitkomst kan bieden. Want voedsel is niet alleen gezondheid, maar ook identiteit, plezier, genieten. Pollan is daarom op zoek naar zogenaamde ‘food rules’ – een verzameling regels die ons kan
helpen te herontdekken wat goed voedsel is. Regels die voedsel weer de plek in de samenleving geeft die het verdient. We zouden weer bewuste keuzes moeten maken, met aandacht gaan eten en van ons voedsel genieten. Door die aandacht realiseer je je ook dat mensen daarvoor met passie hebben gewerkt. Met onze voedselkeuzes beïnvloeden we bovendien hoe het landschap eruit ziet en hoe divers onze flora en fauna zijn. ‘Eet niet wat je grootmoeder niet meer als eten zou herkennen’, stelt Pollan dan ook. ‘Eet niets waar ingrediënten in zitten die je niet kunt uitspreken. Mijd de supermarkt en eet lokaal en duurzaam geproduceerd voedsel.’ ‘Is dat niet erg duur?’ komt tijdens de discussie als vraag uit de zaal. Pollan merkt op dat je inderdaad wat meer betaalt, maar je gaat ook anders eten, voedzamer. En dan kun je met minder toe. Daar is ook de samenleving bij gebaat, het zal leiden tot kostenbesparing in de gezondheidszorg, stelt hij. Volgens Pollan is het geen toeval dat die kosten in de VS sinds 1960 zijn gestegen van vijf naar zestien procent van het nationaal inkomen, terwijl de uitgaven aan voeding per huishouden daalden van achttien naar minder dan tien procent. ‘Kun je met lokaal voedsel de grote steden wel voeden?’ is een andere vraag die opkomt. Steden zullen waarschijnlijk niet helemaal zelfvoorzienend worden, maar je kunt wel proberen zo veel mogelijk te regionaliseren, was Pollans repliek. Landbouwgronden rondom steden kunnen een beschermde status krijgen, door stadslandbouw te ondersteunen help je mensen weer een binding te krijgen met landbouw en voedsel, en door te werken met schoolkinderen leer je hen het traject van zaadje tot bord weer herkennen. Bart Pijnenburg wil tijdens de discussie weten wie ‘de Nederlandse Michael Pollan’ is. Want er is een verhaal te vertellen, en Pollan heeft een goed en nodig verhaal. Gezien de reacties na afloop – Pijnenburg werd overstelpt met visitekaartjes – lijken er meerdere te zijn. Daar moet dan wel naar geluisterd worden, en naar gehandeld. In Nederland, waar mensen het kleinste percentage van hun besteedbaar inkomen aan voedsel uitgeven, een uitdaging. > www.michaelpollan.com > www.proeftuin.amsterdam.nl 3 STREEK 4 09
korte berichten Kenniskamers denken mee Minister Gerda Verburg van LNV heeft drie zogeheten Kenniskamers ingesteld. De kamers hebben de thema’s Agrocluster, Voeding en Consument, en Natuur en Landschap.
In de Kenniskamers denken mensen mee over belangrijke trends en toekomstige ontwikkelingen voor Nederland. Bijvoorbeeld hoe zorgen we voor voedselzekerheid en een duurzame voedselproductie? Of hoe gaan we in Nederland om met de schaarse ruimte? In elke Kenniskamer zitten
RAPPORT Boeren in Nationale Landschappen Schaalvergroting van agrarische bedrijven zal de kernkwaliteiten van Nationale Landschappen verder onder druk zetten. Tot deze conclusie komen onderzoekers van het LEI. De overheid wil de kwaliteiten van de twintig Nationale Landschappen behouden en versterken. Omdat deze kernkwaliteiten deels zijn ontstaan door de landbouw, hangt de ontwikkeling ervan samen met ontwikkelingen in de agrarische sector. Met behulp van een model beantwoordden de onderzoekers de vraag of de grondgebonden landbouw in de Nationale Landschappen kan bijdragen aan het behoud en ontwikkeling van de kernkwaliteiten. Ook willen de onderzoekers weten of schaalvergroting en intensivering de kernkwaliteiten in de toekomst zullen beïnvloeden. Op basis van de resultaten worden aanbevelingen voor het beleid gedaan. Uit het onderzoek blijkt dat de kwaliteiten kleinschaligheid, groen karakter en strokenverkaveling sterk worden aangetast door schaalvergroting. Dit effect is niet overal in Nederland even groot. Voor bedrijven in open landschappen op klei zal schaalvergroting de kernkwaliteit openheid versterken. Daar heeft landbouw dus het meeste perspectief. Voor bedrijven op veen is schaalvergroting juist nadelig. Voor alle bedrijven geldt dat intensivering van de landbouw nadelig uitpakt voor de kernkwaliteiten. De negatieve effecten van schaalvergroting kunnen deels opgevangen worden door meer verbredingsactiviteiten in te passen als aanvulling op het inkomen. WOt-rapport 83 WOT Natuur & Milieu
4 STREEK 4 09
ongeveer 25 mensen die een afspiegeling zijn van de maatschappij. De Kenniskamers komen minimaal twee keer per jaar bij elkaar. Verburg: ‘De inbreng en de adviezen van de deelnemers gebruik ik voor het aansturen van onderzoeks- en innovatieprogramma’s’. De voorzitter van de Kenniskamer Agrocluster is mevrouw mr. Y.van Rooy, voorzitter College van Bestuur Universiteit Utrecht. De heer dr. J.Vink van Nutreco is voorzitter van de Kenniskamer Voeding en Consument. De heer ir. G. Verwolf van Waterschap Veluwe zit de Kenniskamer Natuur en Landschap voor.
Regionale Utrechtse voedseleconomie Op 14 november 2008 is de Intentieverklaring Lekker Utregs getekend. Rijk, Provincie, Regio en Gemeente Utrecht zeggen hiermee toe de regionale voedseleconomie te stimuleren. Veertien maatschappelijke organisaties spraken hun steun uit. Daarnaast richtten meer dan veertig bedrijven en organisaties een samenwerkingsverband op om de regionale voedselvoorziening in Utrecht te organiseren. Al in augustus 2006 werd Lekker Utregs gelanceerd, als initiatief dat een duurzaam regionaal voedselsysteem stimuleert. Met de intentieverklaring kreeg het een vervolg met de oprichting van de ‘Groene Participatiemaatschappij Lekker Utregs’, een samenwerkingsverband dat regionaal geproduceerd voedsel in Utrecht en omgeving gebruikt, promoot en verkoopt. Tientallen bedrijven en organisaties gaan deelnemen aan dit netwerk, met name boeren en tuinders, horeca-ondernemers, winkeliers, groothandels en adviesbureaus. Eten uit de regio verbindt de stad met het platteland en kan lekker en gezond eten bevorderen. Daarbij brengt het geld op voor producenten in de om-
geving zodat het platteland aantrekkelijk blijft en mooie landschappen behouden blijven. Lekker Utregs is een initiatief van Stichting Aarde en Stichting Milieucentrum Utrecht.
Oerhollands landschap in gevaar
Oerhollandse landschappen lopen gevaar. De groene gebieden in de Randstad met cultuurhistorische waarde zullen verdwijnen als er geen specifiek landbouwbeleid voor ontwikkeld wordt waarin slow planning centraal staat. Dit kan alleen met behulp van forse investeringen. Regie vanuit de centrale overheid is aan te bevelen. Dit stelt Evelien van Rij in haar promotieonderzoek naar verbeteringen van regels en beleid voor groene gebieden aan de rand van de stad. Haar belangrijkste aanbeveling is om in het landbouwbeleid een onderscheid te maken tussen cultuurhistorische agrarische recreatiegebieden in de Randstad, ‘oerhollandse landschappen’ en overige agrarische gebieden in de rest van Nederland. ‘Slow planning’ moet daar centraal staan: de planologische regels, de eigendomsstructuur en de aantrekkelijkheid van deze gebieden moeten de stedelijke dynamiek uit deze gebieden houden en het voortbestaan van deze gebieden op lange termijn garanderen. De meest efficiënte aanpak om groene gebieden te behouden, bestaat uit fysieke ingrepen waarmee de gebieden aantrekkelijk worden gemaakt, via bestemmingsplannen gebieden
aanwijzen als bufferzones en grondaankopen, bijvoorbeeld om gebieden uit handen van ontwikkelaars te houden. Van Rij ziet in het proces om groene gebieden te behouden een essentiële rol weggelegd voor de centrale overheid omdat zij in staat is om budgetten beschikbaar te stellen en nieuwe regels te maken. Nederlandse gemeenten en grondeigenaren hebben doorgaans de neiging te kiezen voor nieuwbouw. Evelien van Rij, 2008, Improving institutions for green landscapes in metropolitan areas. Sustainable Urban Areas 25.
POP1 werkte wel POP1, het eerste subsidieprogramma van de EU voor de ontwikkeling van het platteland, waar in Nederland 1,4 miljard euro in is gestoken, was te complex en had te veel verschillende doelen. Toch heeft het wel gewerkt. Dat concluderen LEI, Alterra en adviesbureau ERAC in een vijfhonderd pagina’s tellende evaluatie. POP1 liep van 2000 tot 2006. Van de 1,4 miljard euro die daarvoor is uitgegeven kwam 435 miljoen uit Brussel, 607 miljoen van de Nederlandse overheid en 366 miljoen van het bedrijfsleven.
verduurzaming daarvan was er bijvoorbeeld een. Onder die noemer was er veel subsidie voor investeringen in landbouwbedrijven, zoals voor het aanschaffen van een energiezuiniger kas, verplaatsing van bedrijven of subsidies voor jonge boeren. Maar er waren ook hele andere doelen, zoals het versterken van de leefbaarheid op het platteland en behoud en uitbreiding van natuur en landschap. ‘Door die versnippering is de doeltreffendheid soms te laag geweest’, zegt Venema. Het programma had bijvoorbeeld nauwelijks invloed op de werkgelegenheid op het platteland. Subsidiegeld zou efficiënter besteed zijn als het op minder en heldere doelen was ingezet, zegt Venema. Dat is niet gebeurd omdat het Europese geld vooral gebruikt is om bestaande Nederlands doelen te financieren. Daardoor moesten subsidieaanvragers voldoen aan de Europese en de Nederlandse regels. In de eerste jaren was er een tekort aan projecten, omdat aanvragers de weg niet konden vinden. Later werd dat beter, vooral door de inzet van intermediairs, maatschappelijke organisaties die het EU-beleid kennen en de weg kennen naar de bewoners van hun gebied. De onderzoekers bevelen dan ook aan om in de toekomst meer gebruik te maken van dat soort organisaties, om meer gebiedsgericht beleid te maken, en om duidelijker doelen te stellen in het beleid. www.wur.nl
Streekplannen uniform in beeld ‘Het programma heeft gefunctioneerd, maar er zijn wel mitsen en maren’, zegt drs. Gabe Venema van het LEI. Belangrijkste conclusie is dat het programma in Nederland gebrek aan focus had. Nederland koos voor veel verschillende doelen. Instandhouding van de landbouwsector en
Op Provinciale structuur –en streekplannen geven een beeld van hoe Nederland er over tien jaar uit zou kunnen zien. Maar twaalf aan elkaar geplakte provinciale plannen laten nog geen landelijk beeld zien, omdat elke provincie de verschillende ruimtelijke
functies als wonen, werken, natuur en landbouw op haar eigen manier in kaart brengt. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft een uniforme legenda gemaakt voor alle provinciale streek- en omgevingsplannen. Functies die dezelfde planologische gevolgen hebben voor ruimtelijke ontwikkelingen zijn op dezelfde manier op
de kaart gezet. Dit geeft een landelijk beeld van mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen in de nabije toekomst. De kaart is uitgewerkt tot een 2010-kaart door aan de provinciale deskundigen te vragen welke ruimtelijke ontwikkelingen in 2010 met grote waarschijnlijkheid gerealiseerd zullen zijn. www.pbl.nl
BOEK Een calorierijk landschap Tom Bade In ‘Een calorierijk landschap’ laat Tom Bade zien hoe de mens met het landschap omgaat, er energie in stopt, maar er ook energie uithaalt. Hoe hij dat vroeger deed, hoe het nu gaat en wat hij in de toekomst met het landschap kan doen. Maar ook: wat hij beter niet kan doen. Bade ziet overeenkomsten tussen investeren in landschap en natuur en investeren in harde infrastructuur, waarvan de economie meeprofiteert. Een andere visie dan die waarbij milieumaatregelen worden gezien als kostenpost voor ondernemers en overheid. Bade concludeert dat de mens de economische waarde van het landschap en de natuur onderschat. ‘Het is hard nodig dat men niet alleen de verschillende functies van de natuur waardeert, maar vooral ook omzet in producten als ‘uitzicht’, ‘waterzuivering’, ‘vastlegging van fijnstof’ of andere functies’, aldus Bade. Hij waarschuwt voor praktijken die kunnen leiden tot het verdwijnen van mooi en duurzaam belevingslandschap en stelt dat het de moeite loont om in ons landschap te investeren. In het boek laat Bade ook ontwikkelingen zien die effecten hebben op het landschap als drager van duurzame energie. Ontwikkelingen die betere energierendementen opleveren dan vroeger door innovaties in de techniek. Bade: ‘Ons landschap is een toekomstig energiebedrijf, maar het kapitaal – de draagkracht van het landschap – mag nooit meer worden aangetast. Dat gaan we beter doen dan onze voorouders.’ Aequator Groen & Ruimte www.aequator.nl
5 STREEK 4 09
Interview
Foto: Margot Meijer
Vernieuwing in het landelijk gebied
‘Ga op zoek naar andere enthousiastelingen’ Het platteland kent een aantal hardnekkige vraagstukken: de spanning tussen landbouw en natuur, de inrichting van de ruimte en de voedselproductie. ‘Vrijdenker’ Mathieu Wagemans van het InnovatieNetwerk houdt zich dagelijks bezig met de vraag waar de oplossingen te vinden zijn. Hij zoekt het in heel andere hoeken dan de gebruikelijke compromissen tussen bekende partijen. ‘Ga op zoek naar andere enthousiastelingen, die dezelfde inspiratie delen. Ga met hen om de tafel, doorbreek de bekende vergadercultuur.’
6 STREEK 4 09
Mathieu Wagemans, InnovatieNetwerk:
‘We gaan armoedig om met onze landbouw, natuur en ons voedsel’
De oplossing voor een probleem in het landelijk gebied wordt vaak gezocht in een compromis tussen partijen en stoelt te vaak op de vrijwillige inzet van boer of burger, constateert Mathieu Wagemans van het InnovatieNetwerk, een onafhankelijke denktank geïnitieerd door het Ministerie van LNV. ‘Groen-blauwe diensten bijvoorbeeld zijn een sympathiek idee om het landschap te beschermen, maar hun vrijwillige basis maakt ze geen duurzame oplossing.’ Wagemans speurt daarom naar alternatieven en schroomt niet om daarbij ‘aan het systeem te morrelen’. Wat gaat er volgens u niet goed in het huidige ‘systeem’?
‘Onze reflex is om in oude structuren te blijven zitten. Neem het conflict tussen landbouw en natuur. Automatisch worden telkens dezelfde partijen uitgenodigd: LTO, de grote natuurorganisaties. Maar daar komt zelden een ingrijpende vernieuwing uit. Zij zijn georganiseerd op basis van oude belangen. De neiging is dan groot om te onderhandelen en een compromis te sluiten dat het echte probleem laat bestaan. We zijn in Nederland heel sectoraal georganiseerd, dat staat haaks op innovatie. Voor nieuwe oplossingen moeten we nieuwe coalities maken.’ Hoe moet ik me dat in de praktijk voorstellen?
‘Als iemand een goed idee heeft voor een project, adviseer ik: ga op zoek naar andere enthousiastelingen, die dezelfde inspiratie delen. Ga met hen om de tafel, doorbreek de bekende vergadercultuur. Een goed voorbeeld zijn de stad-landprojecten. Er zijn geen instanties die zich daar specifiek mee bezig houden. Juist dan kan een nieuw perspectief ontstaan. Zo bereiden we voor een gebied ten westen van Amsterdam een project voor rond de vraag hoe we een vorm van landbouw kunnen ontwikkelen die dienstbaar is aan de stad. Landbouw krijgt dan andere functies: om hangjongeren op te vangen of bruggen te slaan tussen verschillende religies en culturen. In elke religie zijn vragen rond voedsel belangrijk, dus dat is een gezamenlijk belang. Er bestaat geen organisatie die zich specifiek met landbouw en hangjongeren of landbouw en religie bezighoudt, dus om mogelijkheden te benutten moeten ook welzijnsinstellingen betrokken worden en organisaties van
allochtonen. Zo ontstaat een nieuwe groep partijen, die wel dezelfde ambities deelt.’ Welk andere onderliggende patronen ziet u, die om een omslag vragen?
‘Een belangrijke verandering is dat we leren denken vanuit waarden en niet langer belangen centraal zetten. Want de energie die nodig is om iets voor elkaar te krijgen huist bij wat iemand echt belangrijk vindt en motiveert. Veel plattelandsprojecten geven daar te weinig aandacht aan. Voor de ontwikkeling van regio’s wordt bijvoorbeeld vaak aangehaakt op grote vergezichten, zoals de internationale positionering van de regio. Maar dat sluit helemaal niet aan bij de emoties die in het gebied leven. Mensen hebben bijvoorbeeld geen behoefte aan meer vergroting en globalisering, maar aan variëteit en kleinschaligheid, de streek eigen houden. Zet dat centraal in de visie op de ontwikkeling van het landelijk gebied. Heb aandacht voor het eigen verhaal van bewoners.’ Een voorbeeld?
‘We zijn op een aantal plekken bezig met het opzetten van Buurderijen. Wat de partijen aanspreekt om daar iets moois van te maken, is de menselijke schaal, de verbinding met je wortels, de wens om aantasting van de eigen omgeving tegen te gaan. In projecten die wij ondersteunen maken we die drijfveer altijd expliciet: waarom doe je mee? Toch niet alleen om geld te verdienen? Uiteindelijk gaat het natuurlijk over de vraag waar je leven over gaat. Dat is de omslag van belangen naar waarden. Waarden inspireren, belangen doen dat zelden of nooit. Als die waarden duidelijk zijn, is de volgende vraag: en wat zou ú daarvoor kunnen betekenen? Je kunt niet de hele wereld veranderen, maar wel van betekenis zijn voor je gebied, je regio, een Buurderij.’
wat mag nooit gebeuren, wat juist wel?’ zijn die waarden te achterhalen. Eigenlijk weten we daar nog niet zo veel van. Voor echte veranderingen is gedrevenheid nodig om iets te bereiken wat je heel graag wilt. En dat vraagt om creativiteit in plaats van een herhaling van zetten, want daar komt nooit iets nieuws uit.’
INNOVATIENETWERK Het InnovatieNetwerk is een ‘vrijdenkersorganisatie’ die in 2001 is geïnitieerd door het ministerie van LNV. De twaalf medewerkers ontwikkelen vernieuwende concepten voor de landbouw, agribusiness, voeding en groene ruimte en stimuleren dat die concepten in de praktijk worden toegepast. De focus ligt op duurzaamheid. De nieuwe concepten vragen vaak om ingrijpende omslagen in de gebruikelijke manier van denken en doen. www.InnovatieNetwerk.nl
BUURDERIJ Een voorbeeld van een innovatief project is de Buurderij, een plattelandsbedrijf dat veel meer functies heeft dan voedselproductie. Naast de agrarische ondernemers werken bij de Buurderij partijen uit zeer verschillende hoeken - scholen, zorginstellingen, banken, kerken - op een fysieke plek samen aan de leefbaarheid op het platteland.
En hoe moeten we dat in de ontwikkeling van het landelijk gebied toepassen?
‘In mijn optiek gaan we armoedig om met onze landbouw, natuur en ons voedsel. Door alle rationalisatie in het landelijk gebied is veel kansrijks verloren gegaan. We hebben een andere visie nodig. Wil je als regio doorgaan op het pad van schaalvergroting, vergrijzing en leegloop, of behouden wat onder druk staat en waaraan waarde wordt gehecht? Door mensen te vragen ‘wat spreekt u aan in deze regio,
Mathieu Wagemans was spreker op de bijeenkomst ‘Creatief denken voor innovatieve projecten’ van Netwerk Platteland in december 2008. www.netwerkplatteland.nl 7 STREEK 4 09
‘We hebben zeker bestaansrecht’ Wat bindt je aan het platteland van Groningen? Ik ben opgegroeid op het platteland van Groningen: paardrijden, bij de buren helpen kalveren, en hutten bouwen. Dat was voor mij een heerlijke jeugd. Ik voel me thuis bij de gemoedelijkheid en de doemaar-gewoonmentaliteit. Nu werk ik voor twee Groningse plattelandshuizen in de regio’s Oost en West. Die hebben elk een heel eigen dynamiek.
DLG heb ik geleerd aan welke voorwaarden een projectvoorstel moet voldoen voor subsidies. Dat komt goed van pas.
Wat gaat goed, en wat minder? Er nemen, sinds de beide plattelandshuizen in de herfst van 2008 van start gingen, veel mensen contact met ons op. Er blijkt dus behoefte te zijn aan een laagdrempelig loket om plattelandsprojecten te begeleiden. Mensen reageren heel positief in gesprekken met Wat motiveert je om voor het ons, ervaren het als steun in de Plattelandshuis te werken? rug. In het plattelandshuis zitten Ik vind het leuk om mensen te meerdere organisaties bij elkaar. helpen om een ‘wild’ idee voor een We hopen dat door uitwisseling project om te zetten in een subsiprojecten breder en effectiever diewaardige aanvraag. Het geeft worden. Iedereen werkt daar eneen goed gevoel als hun inspannin- thousiast aan mee, maar soms is gen beloond worden. In mijn vorige het nog zoeken naar de juiste mabaan bij de afdeling Regelingen van nier van uitwisselen. We willen ook
graag onze interne werkwijze nog optimaliseren. Hoe blijft iedereen goed op de hoogte en hoe houden we de lijnen kort? Samen met het Netwerk Platteland organiseert het Plattelandshuis Oost-Groningen in maart een bijeenkomst voor alle plattelandshuizen, om daar met elkaar over van gedachten te wisselen. Hoe zie je de toekomst van het Plattelandshuis? Nu wordt het plattelandshuis gefinancierd uit LEADER-geld. Daar zullen we van los moeten komen om ook na 2013 verder te kunnen. Als ik zie hoeveel mensen uit de streek nu al contact opnemen voor ondersteuning, dan hebben we zeker bestaansrecht. En ik verwacht dat die vraag zeker toe zal nemen als we nog breder in de streek bekendmaken wat het plattelandshuis kan betekenen.
OLJA VAN DEN BERK Plattelandshuizen Groningen
STREEK-bewoners portretteert in ieder nummer vier mensen die zich inzetten voor een sterk en aantrekkelijk platteland. Ditmaal vier medewerkers van streekhuizen, plattelandshuizen en regiobureaus.
STR EE K
TWAN GOOSSENS Streekhuis Peel & Maas
‘Wekelijks bellen mensen met goeie ideeën’ Wat bindt je aan het platteland van Peel & Maas? Ik ben er middenin geboren, in Sint Anthonis, en ik woon in het hart van reconstructiegebied Peel&Maas, in Mill. Sinds 2004 ben ik er streekmanager. Met mijn collega’s ondersteun ik alle initiatieven van mensen in Peel & Maas die de leefbaarheid van het buitengebied versterken. We fungeren als klankbord en wijzen hen de weg, bijvoorbeeld langs alle procedures. Wat motiveert je om als streekmanager voor het Streekhuis te werken? Ik vind het ontzettend leuk! Wekelijks bellen mensen met goede ideeën. Het is telkens spannend om die bij hen aan de keukentafel te bespreken. Slechte plannen zie ik vrijwel nooit; ze kunnen vaak 8 STREEK 4 09
nog wel aangescherpt worden. Een streekmanager moet positief en markgericht kunnen denken. Dat past bij mij. Ik adviseer mensen aan de slag te gaan met wat ze goed ligt. Voor de een is dat een zorgproject, voor de ander iets met recreatie. Wat gaat goed, en wat minder? Met een team van acht mensen vormen wij een virtueel streekhuis. Elke twee weken spreken we alle initiatieven door, ook met de gemeente waar we dan te gast zijn. Dat werkt goed. Met alle partijen ineens aan tafel kunnen we problemen sneller oplossen. Ik zie ondernemers regelmatig in de problemen komen door procedures. Die zijn er om zaken zorgvuldig te regelen, maar soms kan zo’n procedure zo lang duren dat een
ondernemer afhaakt. Dat vind ik jammer. Regels botsen ook. Vanuit de reconstructie zien we graag kleinschalige horeca in het buitengebied, maar voor wie op een boerenterrasje een biertje wil serveren, gelden de strenge eisen van de horecawet. Gelukkig kijkt de overheid nu meer naar ontwikkelingsmogelijkheden, dat werkt beter dan de toelatingsplanologie van vroeger. Hoe zie je de toekomst van het Streekhuis? Het loopt tot nu toe als een trein. Ik verwacht dat er steeds weer mensen zijn met nieuwe, originele plannen. De afspraak is dat ik tot minstens 2010 blijf. Dan zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. Maar de gemeenten zijn geloof ik wel tevreden.
‘We maken het overzichtelijker’ Wat bindt je aan de Achterhoek en de Liemers? De Achterhoek vind ik een mooi gebied, de mensen zijn er hartelijk en gastvrij. Ik kom zelf uit Twente en ervaar veel overeenkomsten. Dat is vast een van de redenen waarom ik me hier erg thuis voel. Wat motiveert je om voor het Plattelandshuis te werken? Het leuke van deze baan is dat ik veel met mensen werk. Ik kom bij veel verschillende gemeenten en organisaties over de vloer. Het is het prettig om front office te zijn. Ik zoek graag naar creatieve oplossingen voor problemen. Met ons werk vangen we veel lastige dingen af voor partijen die een
Hoe zie je de toekomst van het plattelandshuis ? Sinds een jaar zitten ook de medewerkers van de afdeling Landelijk Gebied van de provincie bij ons in huis. Die samenwerking werkt goed, de lijnen zijn kort. Ik verwacht dat we daardoor steeds meer voor de streek kunnen betekenen. Wat gaat goed, en wat minder? Voor onze financiering zijn Ik ben tevreden over onze naams- we voor de helft afhankelijk bekendheid. Gemeenten en ander van de provincie, de andere partijen uit de streek weten ons helft komt van gemeenten en steeds beter te vinden. Wat ons andere partijen. De provincie wel voor de voeten loopt zijn onheeft tot en met 2013 de finanduidelijke subsidieregelingen. Spel- ciën gegarandeerd. We zullen regels veranderen nogal eens. Dat ons wel waar moeten blijven werkt vertragend terwijl iemand maken, maar gelet op hoe het met een goed plan juist graag stap- nu loopt heb ik daar het volste pen wil zetten. Het is jammer als vertrouwen in. dat tot frustraties leidt. goed idee willen gaan uitvoeren. Wij weten de weg bij de provincie, dat is voor buitenstaanders vaak moeilijker. Zo maken we het voor hen overzichtelijk. Inmiddels gaat er behoorlijk wat geld naar plattelandsprojecten in de Achterhoek en Liemers. Ook dat is motiverend om verder te gaan.
GERRIT JAN VAN DER VEEN Plattelandshuis Achterhoek en Liemers
B E W O N E RS
Op 26 maart 2009 organiseren het Netwerk Platteland en het Plattelandshuis Oost-Groningen een uitwisselingsbijeenkomst voor plattelandshuizen. Kijk voor meer informatie op pagina 16.
KEES PIETERS
Regiobureau Rivierengebied Provincie Gelderland
‘Deze regio mag wel wat trotser worden’ Wat bindt je aan het rivierengebied in Gelderland? Mijn eerste kennismaking met het rivierengebied was toen ik bij de provincie aan ontgrondingenbeleid werkte. Ik vond en vind het een prachtig gebied, heel dynamisch en met veel natuurontwikkeling. Je kunt nergens zo lekker struinen als langs de rivier. Als geboren Rotterdammer heb ik denk ik ook meer met deze sfeer, dan die van bijvoorbeeld de Achterhoek of Veluwe. Wat motiveert je om voor het Regiobureau te werken? Het rivierengebied is als streek een beetje een ondergeschoven kindje, er is geen traditie van plattelandsontwikkeling. Dat prikkelt me juist, ik ben alert op kansen die we vanuit het regio-
bureau kunnen ondersteunen. Het biedt veel kansen, zeker voor recreatie en toerisme en agribusiness. Die initiatieven zijn ook nodig als alternatief voor de primaire landbouw die steeds meer aan betekenis inboet. Als ik over de A15 rij en weet hoe mooi de omgeving links en rechts daarvan is, dan wil ik mensen graag verleiden een afslag het gebied in te nemen. Wat gaat goed, en wat minder? Het gaat hartstikke goed. Steeds meer partijen beseffen dat er hier op het platteland veel te halen is. Wij wijzen op die kansen en ondersteunen de realisatie ervan door ideeën verder uit te werken, partijen aan elkaar te koppelen en financiering te zoeken. Het lastige is dat mensen met plannen altijd
haast hebben, terwijl procedures vaak lang duren of regelingen tussentijds wijzigen. Soms blijkt een subsidiepot net leeg of opgeheven te zijn. De kunst is om dan initiatiefnemers gemotiveerd te houden. Voor goede plannen komt altijd wel een gelegenheid. Hoe zie je de toekomst van het Regiobureau? We zijn kritischer geworden op welke projecten we ondersteunen. Was eerst alles wat van ‘onderop’ kwam goed, nu kijken we meer naar de doelstellingen en de resultaten die daarbij geboekt kunnen worden. Van deze omslag verwacht ik veel: dat je er straks buiten echt wat van kunt zien. Van mij mag deze regio wel wat trotser op zichzelf worden. Dat lijkt me een mooie uitdaging. 9 STREEK 4 09
Wetenschap-praktijk
Omgeving belangrijker dan voorzieningen
Van traditioneel dorp naar woondorp Traditionele dorpsgemeenschappen veranderen in ‘woondorpen’. Daarmee verandert ook welke kenmerken een dorp leefbaar maken, stelt onderzoeker Frans Thissen. Voorzieningen zijn niet meer zaligmakend, de woonomgeving speelt een steeds grotere rol, blijkt uit onderzoek. Plattelandsgemeentes zullen pijnlijke keuzes moeten maken over de voorzieningen. Bijvoorbeeld over in welke kern de basisschool behouden blijft en in welke niet.
Het idee leeft dat het dorpsleven achteruit gaat, dat voorzieningen wegkwijnen, de lokale werkeloosheid toeneemt en de lokale woningmarkt niet voorziet in de wensen van de dorpsbewoners. Volgens onderzoek klopt dat beeld niet. In de vijftien dorpskernen van gemeente Borsele bijvoorbeeld heerst een goed leefklimaat. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en het Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling Scoop. 10 STREEK 4 09
Het beeld van wegkwijnende dorpen is een verouderd beeld van het dorpsleven, vindt sociaal-geograaf Frans Thissen van de UvA, medeauteur van het onderzoeksrapport. In de afgelopen twintig jaar zijn de Nederlandse dorpen veranderd van wat hij noemt ‘autonome dorpen’ naar ‘woondorpen’. Het autonome dorp staat daarbij voor een samenleving die gebouwd is op traditie, een samenleving van mensen die in het dorp zijn opgegroeid, en op het dorp
zelf zijn gericht. Het woondorp heeft een heel andere samenleving, een waarin mensen zich vestigen omdat de woonomgeving er aantrekkelijk is, een samenleving van mensen die ergens anders werken en ook voor de voorzieningen niet op het dorp zijn aangewezen. Dominee
Ergens tussen deze twee dorpsbeelden zit de werkelijkheid, blijkt uit het onderzoek
Voorzieningen
Het onderzoek maakt ook zichtbaar dat autonome dorpen veranderen in woondorp, overigens met wisselend succes. Thissen: ‘Landschappelijk aantrekkelijke dorpen zoals Nisse, waar mensen met geld komen wonen om te genieten, ontwikkelen zich met succes tot woondorp. Maar dorpen in de Nieuwlandpolders, die tegen de haven van Vlissingen aanliggen, hebben veel meer moeite met hun ontwikkeling als woondorp. Nieuwe vormen van sociale samenhang ontwikkelen zich daar moeilijker.’ Beleidsmakers en bestuurders moeten met die verschillen rekening houden, denkt Thissen. Te meer daar plattelandsgemeentes in de toekomst niet zullen ontkomen aan het nemen van pijnlijke keuzes over voorzieningen. ‘Het idee dat in Borsele bijvoorbeeld sterk leeft, is dat er in elk dorp een basisschool hoort te zijn’, vertelt Thissen. ‘Dat is met de veranderende bevolkingssamenstelling niet meer vol te houden. Het aantal schoolgaande kinderen zal tot 2020 met achttien procent afnemen. De gemeente heeft de afgelopen jaren alles uit de kast gehaald om deze voorzieningen in stand te houden, maar zal in de toekomst toch een politieke keuze moeten maken in welke kern de school behouden blijft en in welke niet.’ Basisschool
De trend van het autonome dorp naar het woondorp brengt volgens Thissen met zich mee dat de woonomgeving een steeds grotere rol gaat spelen voor de ervaren leefbaarheid van de dorpen. Inwoners van
Foto: Sandra de Heij
in Borsele. Elke dorpskern heeft zijn eigen karakter, en de verschillen binnen een gemeente blijken groot. Zo is binnen de gemeente Borsele het dorp Borssele - met dubbel s - een relatief autonoom dorp, dat ligt weggestopt tegen het havengebied van Vlissingen aan. Thissen: ‘Mensen zijn daar op lokale voorzieningen georiënteerd, op de eigen school, de eigen dominee.’ Het dorp Nisse is een goed voorbeeld van een woondorp. ‘Het is één van de mooiste plekken van de regio en vormt een mooi woonmilieu.’ Het onderzoek van de UvA en Scoop geeft een beeld van de verschillen in samenlevingsvormen in de gemeente Borsele. De onderzoekers concentreerden zich op de sociale infrastructuur en leefbaarheid in de kernen, mede aan de hand van acht kenmerken: culturele voorzieningen en verenigingsleven, bereikbaarheid, onderwijs, bedrijvigheid, sport, horeca, financiele dienstverlening en zorg. De scores op deze kenmerken zeggen echter niet alles over de leefbaarheid in de dorpen, want die wordt in elk dorp anders ervaren.
‘De betrokkenheid van dorpsbewoners komt niet meer voort uit de tradities van het dorp, maar uit de woonomgeving’
een dorp als Nisse wonen daar vooral om de landschappelijke schoonheid en de rust, en verwachten van een gemeente dat die daar ook in investeert. De dorpsbewoners die het autonome dorp als referentiekader hebben, zullen eerder meer voorzieningen willen. In het dorpsbeleid gaat het er dus niet meer alleen om te zoeken naar oplossingen voor de lokale voorzieningen, de lokale werkgelegenheid en de lokale woningmarkt. Het gaat nu om regionaal beleid, waarin dorpskernen in hun context worden geplaatst. Pijnlijke keuzes over bijvoorbeeld een basisschool in de dorpskern, zullen in die context gemaakt moeten worden. Het onderzoek geeft daar volgens Thissen wel aanwijzingen voor. ‘Je kunt beleid voeren op het verbeteren van de zelfredzaamheid van de minder mobiele bewoners. Dat hoeft geen dorpenbeleid te zijn, het gaat om het bereik van de inwoners, niet om de bereikbaarheid. En je kunt zorg dragen voor de voorzieningen die belangrijk zijn voor het dorp als sociale gemeenschap, plekken waar mensen gemeenschapsinitiatieven kunnen ontwikkelen. Ook moet je oog hebben voor de voorzieningen die geen voorwaarde maar juist het resultaat zijn van de leefbaarheid van een dorp, bijvoorbeeld voor zoiets als het schaapscheerdersfeest in Nisse.’ Feitelijk komt het neer op een regionaal beleid dat is gebaseerd op de lokale woonfunctie en zich richt op het verbeteren van het bereik van vervoersafhankelijke groepen, het ontwikkelen van nieuwe vormen van gemeenschapszin en het eigen initiatief van dorpsbewoners. Vooral dat laatste vindt Thissen belangrijk. Want wil je in dorpen de leefbaarheid en zelfredzaamheid verbeteren, dan zul je vooral moeten zorgen dat bewoners
die steeds meer onafhankelijk zijn van de dorpsvoorzieningen wel initiatieven ontplooien in het dorpsleven. ‘De betrokkenheid van dorpsbewoners komt niet meer voort uit de tradities van het autonome dorp, maar uit de woonomgeving.’ Dat betekent bijvoorbeeld dat er in sommige dorpskernen een plek moet zijn waar bewoners samen dingen kunnen organiseren, maar ook waar ze elkaar op een zaterdag kunnen ontmoeten. En waar je voorzieningen concentreert, moet je plekken creëren met inhoud en ruimtelijke kwaliteit. Daar profiteren bewoners uit andere dorpen ook van. M. van der Meer, F. Thissen, J. Droogleever Fortuijn, Inge v.d.Tak & D. v.d. Wouw (2008), De sociale draagkracht van dorpen in Borsele; Leefbaarheid, sociale cohesie en community care in kleine dorpen. AMIDSt – UvA, Amsterdam, ISBN 9075246810
Er wordt in Nederland veel waardevol onderzoek uitgevoerd waar vervolgens relatief weinig mee gebeurt. Het Netwerk Platteland wil in de komende jaren onderzoek voor het voetlicht brengen dat nuttig kan zijn voor mensen die zich bezighouden met plattelandsontwikkeling. Dat willen we onder meer doen met artikelen, zoals het artikel op deze pagina’s, bijeenkomsten en websitepagina’s. Meer nieuws volgt op onze website www.netwerkplatteland.nl 11 STREEK 4 09
Ondernemersdagen
Wie > plattelandsondernemers regio Noord Wat > ondernemersdag Multifunctionele Landbouw Waar > Leek, Groningen Wanneer > 26 januari 2009
Ondernemersdagen multifunctionele landbouw bieden inspiratie
‘Kleine ondernemers platteland moeten krachten bundelen’ Wilma Haket, de exploitant van Kasteel Nienoord, waar de ondernemersdag gehouden werd, richtte zich bij aanvang van het evenement ook als inhoudelijk betrokkene tot de aanwezigen. Ze roept de ondernemers op de krachten te bundelen. Haket is met chef-kok Bert Breuker exploitant van Restaurant-Brasserie Kasteel Nienoord en eigenaar van het topcateringbedrijf Delisjeu. ‘Wij willen graag meer streekproducten aanbieden aan onze klanten, maar het kost te veel tijd en energie om afspraken te maken met individuele ondernemers. Het zou erg handig zijn als er bijvoorbeeld een website zou zijn waar streekproducten besteld kunnen worden, gecombineerd met marketing- en salesactiviteiten en een distributienetwerk’, zei Haket op de goedbezochte ondernemersdag. De ondernemersdagen worden in meederde regio’s georganiseerd door de Taskforce 12 STREEK 4 09
Multifunctionele Landbouw, de Limburgse Land- en tuinbouwbond, ZLTO, LTO Noord en Wageningen UR, en zijn bedoeld voor ondernemers in de multifunctionele landbouw om ervaringen uit te wisselen en ideeën op te doen. Het programma aan lezingen en workshops in Leek trok ruim honderd bezoekers. Maarten Fischer van de Taskforce Multifunctionele Landbouw: ‘Het concept achter deze bijeenkomsten is het bieden van praktische handvatten en ideeën voor verdere professionalisering. Zo is er onder andere de gelegenheid om streekproducten van huis mee te nemen en te laten beoordelen door een verpakkingsdeskundige of iemand die gespecialiseerd is in concepten.’ Een van de ondernemers die hiervan gebruikmaakte, was Bernard Roosendaal van Natuurslagerij Roosendaal uit Drachtstercompagnie. ‘Ik vond het motiverend om medeproducenten van
streekproducten te spreken en ik heb interessante contacten in de horeca opgedaan. In slagerstermen sneed het mes voor mij dus aan twee kanten’, aldus Roosendaal. Een van de sprekers op de dag was horecaondernemer Harald Droste. Hij exploiteert in samenwerking met boeren drie boerderijlodges in Twente, in oude schuren of stallen. ‘Mensen zijn op zoek naar echtheid en daar spelen we met de authentieke architectuur van de boerderijlodges op in’, vertelt hij. Maar de aantrekkingskracht zit ‘m soms ook in heel kleine dingen. ‘Een van de boeren had een ouderwetse, bruine plakstrip opgehangen om vliegen te vangen. Als horecaondernemer word ik daar niet blij van, maar de gasten vonden het geweldig.’ De ondernemersdag bood de deelnemers ook de mogelijkheid inspiratie op te doen in twee workshoprondes, over onder andere sterke streekproducten, innovatie in recreatie en ondernemerschap.
Ondernemers in de multifunctionele landbouw hebben goud in handen; rust, ruimte, geborgenheid en authenticiteit. ‘De kunst is alleen om de kleinschalige aanpak te bundelen met andere kleine plattelandsondernemers, om de opbrengsten in de verbrede landbouw te verhogen.’ Met die boodschap opende Jannie Lamberts, portefeuillehouder verbreding bij LTO Noord, de ondernemersdag multifunctionele landbouw op 26 januari in Kasteel Nienoord in Leek.
Willem van Engelhoven, een gepassioneerde ondernemer uit Leusden, deed aan veel workshops mee. Hij is met zijn vrouw Ria sinds 2007 eigenaar van een monumentale boerderij in Schoonhoven, die hij heeft omgetoverd tot een plaats waar mensen de huidige maatschappij een dagje achter zich kunnen laten, en honderd jaar terug in de tijd kunnen leven. ‘Gewoon even leven zonder horloge’, zegt een bevlogen Van Engelhoven, die zich ergert aan de consumptiemaatschappij. ‘Mensen hebben tegenwoordig veel minder contact met elkaar en als er een keer een goed gesprek ontstaat, zegt een van de gesprekspartners al snel dat hij weer verder moet.’ Begin 2007 vond van Engelhoven na vijf jaar zoeken en driehonderd locaties bekijken, de perfecte boerderij in Schoonhoven, om zijn ondernemersplannen te verwezenlijken. Een boerderij uit 1828 waar al veertig jaar niets aan is gedaan, met zes
hectare grond en een ruime schuur. ‘We wisten niet waar we aan begonnen, voor elk raampje en elke kwaststreek heb je een vergunning nodig’, vertelt hij. Eind 2007 gaat hij na een grondige renovatie met zijn bedrijf van start. Ondanks veel sympathie voor het idee, loopt het op zijn bedrijf nog geen storm. ‘Mensen moeten ons nog vinden.’ Van Engelhoven was aanwezig op de ondernemersdag om met gelijkgestemden te praten en om zich te laten inspireren. ‘Het geheel was goed georganiseerd en omdat we samen waren hebben we alle workshops kunnen volgen. We hebben veel informatie gekregen en contact gelegd met de gebiedsmakelaar.’ Al met al kijkt Fischer terug op een geslaagde ondernemersdag. Hij denkt dat de multifunctionele landbouw ondanks de economisch wat mindere tijden nog steeds volop kansen heeft om te groeien. ‘Mensen geven nu minder geld uit aan verre
vakanties en auto’s. Daar staat tegenover dat uit recent onderzoek blijkt dat de multifunctionele landbouw uitstekend inspeelt op de groeiende behoefte van consumenten aan kwaliteitsproducten en -diensten van dichtbij huis. Dat legt de basis voor een gezond rendement in multifunctionele landbouw.’
Multifunctionele landbouw kan van groot belang zijn voor de sociaal-economische ontwikkeling van een gebied. De Taskforce Multifunctionele Landbouw wil de multifunctionele landbouw stimuleren als motor van een veelzijdig platteland. www.multifunctionelelandbouw.nl
13 STREEK 4 09
streek- idee Vijftien boeren verspreid over Nederland zoeken hard naar ‘buren’ die willen meebetalen aan het installeren van zonnepanelen op het boerenbedrijf. In ruil daarvoor krijgen de buren producten of diensten van de boer retour, ter waarde van hun investering, plus vijftig euro extra. Het zonnepanelenproject is ontstaan tijdens het project BoerEnBuur, dat meer contact tussen boeren burgers wil stimuleren, en wordt getrokken door Stichting Triple I-S, in samenwerking met CLM en Greenchoice.
Boer zoekt buur voor zonnepanelen
Het principe is simpel. Als burger koop je voor 250 euro een aandeel in zonnepanelen. In ruil daarvoor krijg je waardebonnen ter waarde van 300 euro, waarvan elk jaar 50 euro is te besteden aan producten of diensten van de boerderij. Intussen levert de boer de opgewekte energie aan energieproducent Greenchoice. ‘Een dubbel effect’, volgens Henk Kloen van CLM. ‘De consument bevordert schone energie en je haalt lekkere producten van de boerderij.’ Het achterliggende doel, een duurzame verbinding tussen buren en boeren, komt op verschillende manieren tot stand. De voorfinanciering is daarin een eerste stap. Jaarlijks organiseren
14 STREEK 4 09
de boeren ook ontmoetingsdagen voor de deelnemende buren. In dit project draait het om het leggen van de directe verbinding tussen boer en buur en het zichtbaar maken van productieprocessen, maar ook om klimaatneutraal produceren en consumeren en geld positief aanwenden. Ook kan dit project laten zien dat kleine (financiële) bijdragen van consumenten samen het verschil kunnen maken. Daarvoor wordt ook samenwerking gezicht met organisaties die duurzame boeren en consumenten willen verbinden. Greenchoice verzorgt de financiële afhandeling van het concept. Deelnemende buren betalen aan Greenchoice, die één op één aan de boeren
uitkeert. Als een buur ook klant wordt bij Greenchoice, ontvangt hij bovendien korting op de stroomprijs voor groene energie en een eenmalige bijdrage van €20,- voor het eerste aandeel. De eerste zes jaar is Greenchoice ook de energieleverancier voor de boer. De boer levert zijn zonne-energie aan het net, waardoor hij indirect ook de stroom levert aan deelnemende buren die groene stroom gebruiken. Na zes jaar zijn de zonnepanelen afbetaald en komt de energie volledig ten goede aan de boer. Het idee voor het project is in 2007 ontstaan tijdens het BoerEnBuur-project, bij deelnemer Henk Hoefnagel van de Henricus Hoeve in Beneden-Leeuwen. Toen in
2008 ondersteuning kwam van het ministerie van EZ, met de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie voor ondernemers en particulieren die milieuvriendelijk energie produceren, was dat het startsein voor een breder opgezet project van Stichting Triple I-S, waaraan nu vijftien boerderijen deelnemen. De boer krijgt via de subsidieregeling een gegarandeerde prijs voor de geleverde stroom, wat het project meer haalbaar maakt. Per boerderij leveren honderd verkochte aandelen van 250 euro de benodigde financiering voor zonnepanelen. Lukt dit niet, dan gaat het project voor de betreffende boerderij niet door. Kloen: ‘Het aantal deelnemers moet op dit mo-
c o lumn Sanne Roemen
Guus, jouw kennis van het platteland
ment nog wel omhoog, willen alle vijftien boerderijen mee kunnen doen.’ Toch ziet Kloen wel toekomst in het project. ‘Als een lokale groep boeren gaat samenwerken wordt het nog veel aantrekkelijker. De boeren kunnen dan een mix van producten van meerdere boerderijen aanbieden. www.boerenbuur.nl
DATABASE VERNIEUWENDE PROJECTEN Netwerk platteland beheert een projectendatabase van innovatieve praktijken. Meld uw project bij ons aan via het invulformulier op de website van de projectendatabase op www.netwerkplatteland.nl.
Er zijn mensen die niets te wensen over hebben, die niets willen. Gezegend, tevreden. Er zijn ook mensen die wel iets willen. Die hun bedrijf willen uitbreiden, van koers veranderen, groeien, ontwikkelen. Zij zijn op zoek, naar ideeën, inspiratie, mensen, informatie. Dat zoeken is niet altijd makkelijk. Wanneer mensen en informatie opgesloten zitten achter hoge hekken, als je niet weet wat er te leren valt en bij wie je dat kan halen. Of als je zelf iets ontdekt hebt en je wilt dat delen met anderen maar je weet niet hoe. Maar dan kom je die persoon tegen, die iedereen kent en precies weet wat je waar kan halen. Die overal ‘mannetjes’ heeft en je van harte doorverbindt. Hij weet veel, over heel veel dingen en over heel veel mensen. Zo iemand is een pareltje, moeilijk te vinden, soms ook moeilijk te spreken te krijgen. Die parels hebben het namelijk heel druk. Er zijn beperkingen in tijd en plaats, jij hebt het ook druk en wanneer en waar kan je elkaar ontmoeten? Maar goed, als je eenmaal zo’n parel gevonden hebt koester je die, want hij is je toegang tot wat je niet weet en wie je niet kent. Die parel die heeft er wat voor moeten doen om te komen waar hij is. Hij heeft gereisd, opgelet, mensen ontmoet, contacten warm gehouden, geleerd en teruggegeven aan zijn netwerk. Hij heeft veel energie en tijd in zijn reputatie gestoken en zijn aanbevelingen zijn goud waard geworden. Hij heeft er zelf ook veel aan; hij ervaart dat je uit je netwerk krijgt wat je erin stopt. Guus zou zo’n parel kunnen worden. Hij moet nog wel groeien! Hij heeft mensen nodig die hem voeden, die hij kan leren kennen en die hem de weg wijzen naar informatie en naar andere mensen. Eigenlijk zou hij overal uitgenodigd moeten worden zodat hij zicht krijgt op wie wie is en wie wat kan en weet en wil. Guus heeft mazzel: hij is namelijk niet beperkt door tijd en plaats. Guus woont op internet: www.guus.net. Maar alleen voor mensen die iets willen, anders is er niets aan.
Sanne Roemen
Social media strateeg en co-bedenker van Guus.net
15 STREEK 4 09
AG E NDA
Aan de slag met samenwerking! Samenwerken met andere gebieden of landen zorgt voor inspiratie, een andere blik, creativiteit en vernieuwende impulsen. Reden genoeg om als Leadergebied te gaan samenwerken met andere gebiedscommissies. Maar hoe kom je aan Nederlandse en buitenlandse contacten die ook willen samenwerken rondom het zelfde project, hoe kom je tot een gezamenlijk projectvoorstel en hoe dien je de subsidieaanvraag in? Tijdens de bijeenkomst Aan de slag met samenwerking willen we op deze vragen ingaan. Datum: 26 mei 2009 Meer informatie op www.netwerkplatteland.nl
Sociaal vitaal platteland Op dinsdag 2 december 2008 vond de tweede Kennisdag Sociaal Vitaal Platteland plaats. Zo’n 150 professionals met hart voor het platteland gingen in gesprek over mogelijkheden voor het versterken van de civil society op het platteland. Een belangrijke uitkomst van de dag was dat een goede toekomst van het platteland alleen kan worden gegarandeerd als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt, zowel mensen met hart voor het platteland als overheden. Een compleet verslag van de dag – inclusief filmpje – is te vinden op www.movisie.nl > vitaal platteland > verslag kennisdag.
Bezieling: de X-factor in plattelandsontwikkeling Iedereen herkent het als het er is, toch zetten we er bijna nooit vol op in, omdat we niet precies weten wát het is, en hoe het werkt. We hebben het over bezieling. In onze optiek is bezieling geen factor als alle andere in gebiedsontwikkeling, maar de drager van al. Op 9 juni 2009 wordt een boek gepresenteerd waarin de relatie tussen bezieling en gebiedsontwikkeling wordt verkend. Het boek is een coproductie van Netwerk Platteland, TELOS, ZTLO-programma Waarden van het land, HAS Den Bosch, Bureau BUITENKANS en BCM. De presentatie wordt kracht bijgezet door workshops van uiteenlopende aard. Het programma is begin mei beschikbaar; u kunt zich nu al aanmelden bij het Netwerk Platteland,
[email protected] Locatie: Kasteel Groenveld, Baarn Datum 9 juni 2009
WWW.NETWERKPLATTELAND.NL Uitwisseling Plattelandshuizen In meerdere regio’s in Nederland zijn plattelandshuizen, streekhuizen of programmabureaus opgezet. Al deze bureaus hebben te maken met dezelfde vragen, bijvoorbeeld hoe werk je samen met alle organisaties en bewoners in een gebied? Hoe zorg je ervoor dat er voldoende initiatieven van de grond komen? En hoe ziet de toekomst van de plattelands- en streekhuizen eruit na 2013? Het Netwerk Platteland en het Plattelandshuis Oost-Groningen organiseren een bijeenkomst die ruimte biedt om van gedachten te wisselen rond bovengenoemde thema’s en een antwoord te vinden op uw vragen. Ook belangstellenden zijn welkom. Op de website is een forum ingericht waarop alvast discussiepunten zijn aan te geven, vragen te stellen en met elkaar in gesprek kan worden gegaan. De deelnameprijs bedraagt 40 euro per persoon. Aanmelden kan via de website www.netwerkplatteland.nl of een e-mail naar
[email protected]. Locatie: Plattelandshuis Oost-Groningen, Winschoten Datum: 26 maart 2009 Zie ook pagina’s 8 & 9
26.03.2009> Uitwisselings-
bijeenkomst plattelandshuizen Het Netwerk Platteland en het Plattelandshuis Oost-Groningen organiseren een bijeenkomst voor plattelandshuizen, streekhuizen of programmabureaus om van gedachten te wisselen. Locatie: Plattelandshuis Oost-Groningen, Winschoten www.netwerkplatteland.nl
31.03 t/m 01.04.2009 >
Het buitengebied anno 2009 Tweedaagse conferentie van het Institute of International Research over het buitengebied anno 2009. Locatie: Hilton Soestduinen, Soestduinen Kosten: € 1399, www.iir.nl
16.04.2009 > Werken met ILG Bijeenkomst Bezielde ontmoeting in het landelijk gebied - werken met ILG, over de vraagstukken uit de dagelijkse praktijk van de deelnemers, georganiseerd door MBC. Locatie: Kameryck in Kamerik www.bmc.nl
21.04.2009> Dag van de Zorglandbouw
Platteland voor nieuwe Nederlanders Wat biedt het platteland nieuwe Nederlanders? En hoe vinden ze de weg ernaartoe? Deze vragen kwamen aan bod in de ‘Kiemshop’, een bijeenkomst van Netwerk Platteland waaraan zo’n dertig mensen deelnamen van diverse achtergrond, zowel boeren, burgers als beleidsmakers. Ferdinand Eeuwes van de Groene schuur in Groessen liet zien hoe hij Marokkaanse en Surinaamse groenten in een kas verbouwt, afgewisseld met oud-Nederlandse winterpostelein en boerenkool. De producten worden gebruikt in de multiculturele kookworkshops waarin Nederlanders leren buitenlandse gerechten klaar te maken. Uit drie workshops bleek dat er initiatieven gaande zijn om nieuwe Nederlanders en plattelanders met elkaar in contact te brengen. Maar stedelijke migrantenorganisaties en plattelandsondernemers kennen elkaars informatiekanalen nog onvoldoende. Er zijn plannen gesmeed en visitekaartjes uitgewisseld. De kiem is er. Netwerk Platteland zal die koesteren en een vervolg organiseren. Verslag op: www.netwerkplatteland.nl
Lezingen, interviews en workshops over de zorglandbouw. Locatie: Schouwburg en Congrescentrum Orpheus in Apeldoorn www.zorglandbouw.nl
26.05.2009 > Aan de slag met samenwerking!
Bijeenkomst van het Netwerk Platteland voor plaatselijke groepen die graag in Nederland of in het buitenland samenwerking willen aangaan met anderen groepen of gebieden. www.netwerkplatteland.nl
09.06.2009 > Bezieling:
de X-factor in plattelandsontwikkeling Boekpresentatie en workshops over de relatie tussen bezieling en gebiedsontwikkeling. Locatie: Kasteel Groenveld, Baarn www.netwerkplatteland.nl