Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap Handleiding projectaanvraag en -administratie
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
2
1. Inleiding
3
2. Achtergrond, doelstelling en juridisch kader
4
2.1 Achtergrond
4
2.2 Doelstelling
4
2.3 Juridisch kader
4
3. Taakverdeling
5
4. Fasen van het proces van subsidieverstrekking
5
4.1.1 Termijnen
5
4.1.2 Voorwaarden subsidieaanvrager
6
4.1.2 Voorwaarden subsidieaanvraag
6
4.1.3 Voorwaarden subsidiabele kosten
7
4.2 Subsidieverlening
7
4.3 Uitvoeringsfase
8
4.3.1 Voorwaarden besteding subsidie
8
4.3.2 Informatieverstrekking
8
4.3.3 Tussentijdse audits
8
4.4 Verantwoordings- en vaststellingsfase 5. Nadere toelichting
9 9
5.1 Projectadministratie
9
5.2 Subsidiabele kosten
9
5.2.1 Personele kosten
10
5.2.2 Inhuur derden
10
5.3 Financiering Bijlagen
11 12
Bijlage I: Aanvraagformulier
13
Bijlage II: Format Projectbegroting
18
1. Inleiding Deze handleiding bevat de informatie die u nodig heeft bij uw subsidieaanvraag in het kader van de Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap (hierna: regeling)1. Deze handleiding is bedoeld als een handreiking voor de aanvragers, subsidieontvangers en uitvoerders van de stimuleringsregeling bij de verschillende fasen van het proces van subsidieverstrekking. De regeling zelf is te allen tijde leidend, aan deze handleiding kunnen geen rechten worden ontleend. De in deze handleiding opgenomen voorschriften zijn van belang om een juiste verantwoording over de uitvoering van het project te verzekeren. De basis voor een juiste verantwoording wordt gelegd bij een juiste projectaanvraag, met een duidelijk projectplan en een heldere verwoording van te behalen doelen. Daarom is er in deze handleiding niet alleen aandacht voor de fase van uitvoering, verantwoording en vaststelling, maar ook voor de aanvraag en de verlening van de subsidie. Het opvolgen van de voorschriften uit de regeling, en dus uit deze handleiding, maakt het voor de aanvrager mogelijk om tussentijds een goed inzicht in de voortgang van het gesubsidieerde project te verkrijgen. Op die manier wordt het voor de subsidieontvanger mogelijk het project dusdanig te sturen, dat een zo goed mogelijk resultaat kan worden behaald. Het opvolgen van de voorschriften is ook van belang voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die op haar beurt verantwoording moet afleggen over alle publieke middelen die zij gebruikt, waaronder ook het geld dat is besteed de door deze regeling gesubsidieerde projecten. Enerzijds vindt u in deze handleiding dus de voorschriften waaraan een aanvraag moet voldoen, anderzijds vindt u handreikingen voor de aanvraag en uitvoer van uw project. Voor vragen over de Subsidieregeling kunt u terecht bij mevrouw Saskia Frenken van SenterNovem, tel 070 - 37 35 313.
1
De officiële publicatie is beschikbaar via www.senternovem.nl/krachtigmeesterschap
2. Achtergrond, doelstelling en juridisch kader 2.1 Achtergrond De Commissie Leraren, onder voorzitterschap van Alexander Rinnooy Kan, heeft in september 2007 op verzoek van het kabinet advies uitgebracht over de aanpak van het dreigende lerarentekort. Op 23 november 2007 heeft de minister als reactie op het advies het Actieplan LeerKracht van Nederland gepresenteerd, waarin de belangrijkste maatregelen ter bestrijding van de tekorten staan weergegeven. In de Kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren 2008-2011 worden plannen uitgewerkt naar aanleiding van het Actieplan LeerKracht van Nederland, de Beleidsagenda voor het opleiden van leraren 2005-2008 en vele gesprekken met betrokkenen om een stevige impuls te geven aan meer en beter opgeleide leraren om het kwantitatieve en kwalitatieve lerarentekort aan te pakken. In deze agenda worden drie speerpunten gepresenteerd: versterking van de kwaliteit van de lerarenopleidingen, meer academici voor de klas en meer variëteit in opleiding en beroep. De regeling Krachtig meesterschap komt voort uit deze kwaliteitsagenda.
2.2 Doelstelling Samenwerkingsverbanden van lerarenopleidingen en scholen kunnen via de stimuleringsregeling Krachtig meesterschap in aanmerking komen voor een financiële impuls, als zij plannen indienen voor versterking van excellentie bij het opleiden van leraren en/of het leraarsberoep. Met deze tijdelijke regeling wil het ministerie van OCW innovatie en excellentie bevorderen bij (het opleiden van) leraren. De doelomschrijving uit de regeling, artikel 2: De subsidie wordt verleend aan projecten die: a. excellentie bevorderen bij het opleiden van leraren en/of binnen het beroep van leraar; b. praktijkkennis opleveren over de doelen zoals genoemd in onderdeel a en deze te verspreiden over meerdere lerarenopleidingen en scholen, ook die niet direct in het project participeren. 2.3 Juridisch kader De basis voor de subsidieverlening wordt gevormd door de regeling. Deze regeling is leidend bij het interpreteren van de van toepassing zijnde regelgeving. De regeling schrijft voor door wie, hoe en onder welke voorwaarden deze subsidie kan worden aangevraagd. •
Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap (nog te verschijnen in de Staatscourant)
In de Wet Overige OCW-subsidies is de bevoegdheid van de Minister van OCW geregeld met betrekking tot het verstrekken van subsidies, en de voorwaarden die aan subsidieregelingen en het verstrekken van subsidies worden gesteld. Ook deze wet is dus van toepassing. •
Wet Overige OCW-subsidies (Staatsblad 1998, nr. 275, laatste wijziging Staatsblad 2008, nr.
539) Naast de specifieke subsidieregeling en de Wet Overige OCW-subsidies, is de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) relevant voor de in het kader van de Subsidieregeling gesubsidieerde projecten. De AWB regelt de verhoudingen tussen de overheid en burgers. Hoofdstuk 4 van de AWB bevat algemene regels met betrekking tot besluiten, waaronder beslissingen tot subsidieverlening en
subsidievaststelling, voor de individuele burger. De AWB geeft inzicht in de rechten en plichten zowel van de bestuursorganen die bevoegd zijn besluiten te nemen als van de burgers op wie de besluiten betrekking hebben. Algemene Wet Bestuursrecht (Staatsblad d.d. 1992, nr. 315, laatste wijziging Staatsblad
•
2009, 76) Voor de actuele versie van deze wet- en regelgeving kunt u de website www.overheid.nl raadplegen.
3. Taakverdeling Bij deze regeling zijn meerdere partijen betrokken. Hier wordt de onderlinge samenhang van deze partijen toegelicht. Uw aanvraag komt binnen bij SenterNovem, die voor deze regeling de uitvoerder is. Dat betekent dat SenterNovem u kan helpen met de aanvraag en dat zij het proces van aanvraag tot en met beschikking voor zowel de aanvragers als de overige partijen ondersteunt. Een onafhankelijke adviescommissie maakt een rangschikking van de binnengekomen aanvragen op basis van de criteria uit de regeling. De minister neemt de definitieve beslissing tot subsidieverlening. Het CFI verzendt de beschikkingen en ontvangt de jaarrekeningen van de penvoerder.
4. Fasen van het proces van subsidieverstrekking Bij het indienen van een subsidieaanvraag, de voorbereiding, uitvoering en verantwoording van een project in het kader van de regeling dient aan een aantal voorwaarden en verplichtingen te worden voldaan. Voor de verschillende fasen van het proces van subsidieverstrekking betekent dit het volgende: 4.1 De aanvraagfase In de aanvraagfase dient u rekening te houden met verschillende termijnen en voorwaarden. Hieronder worden deze voor u op een rijtje gezet. De exacte tekst van de termijnen en voorwaarden kunt u vinden in de regeling, artikelen 3 tot en met 9. 4.1.1 Termijnen Er zijn voor deze regeling twee indienmomenten, te weten 8 juni 2009 en 15 maart 2010. Bij uw aanvraag dient u met het volgende rekening te houden: •
Uw aanvraag stuurt u naar SenterNovem, Postbus 93144, 2509 AC in Den Haag, o.v.v. Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap;
•
De datum waarop uw aanvraag binnenkomt bij SenterNovem dient op of voor 8 juni 2009 respectievelijk 15 maart 2010 te liggen;
•
Indien uw aanvraag niet volledig is, krijgt u daarvan bericht. U heeft vanaf deze melding dan nog twee weken om de aanvraag aan te vullen;
•
Voor de bepaling van de datum waarop de (aangevulde) aanvraag binnenkomt, wordt de dagtekening op de poststempel gebruikt. Wij raden u aan uw aanvraag aangetekend te versturen. Indien u uw aanvraag zelf aflevert of dat laat doen, geldt het moment van binnenkomst bij SenterNovem. U krijgt daar in dat geval een bewijs van;
•
De beslissing over de toekenning van de subsidieaanvraag wordt voor het eerste indienmoment uiterlijk op 14 september 2009 genomen. Voor het tweede indienmoment wordt deze beslissing uiterlijk op 21 juni 2010 genomen.
4.1.2 Voorwaarden subsidieaanvrager Een subsidieaanvrager moet de volgende voorwaarden voldoen: •
de subsidieaanvraag wordt gedaan door een samenwerkingsverband;
•
dit samenwerkingsverband bestaat uit ten minste één school en één lerarenopleiding;
•
dit samenwerkingsverband is een rechtspersoon. Zo niet, dan wijst het samenwerkingsverband een penvoerder aan, deze penvoerder is: o
een bevoegd gezag;
o
aanspreekpunt namens de samenwerkingspartners;
o
gemachtigd om alle samenwerkingspartners te vertegenwoordigen;
o
beheerder van het te ontvangen subsidiebedrag.
4.1.2 Voorwaarden subsidieaanvraag De subsidieaanvraag wordt gedaan met het aanvraagformulier wat op www.senternovem.nl/krachtigmeesterschap te downloaden is. De aanvraag omvat ten minste: •
Een projectplan, wat ten minste bestaat uit de volgende onderdelen: a.
een beschrijving van de punten die het samenwerkingsverband wil aanpakken en hoe die bijdragen aan de doelen van de regeling;
b.
een voorstel van de te nemen maatregelen, waarbij wordt aangegeven hoe deze bijdragen aan de aanpak van de punten uit a. en waarbij wordt aangegeven welke doelen hiermee worden nagestreefd;
c.
een activiteitenplan met een zo concreet mogelijke beschrijving van de in het kader van het project te ondernemen activiteiten, inclusief het tijdspad van de projectactiviteiten gedurende de gehele looptijd van het project;
d.
een beschrijving van de beoogde resultaten, concreet en toetsbaar geformuleerd (kwantitatief en kwalitatief) en waar van toepassing voorzien van streefcijfers;
e.
een beschrijving van de wijze waarop het samenwerkingsverband zorgt voor draagvlak bij de deelnemende scholen en lerarenopleidingen;
f.
een beschrijving van de wijze waarop het samenwerkingsverband zorgt voor de borging en de overdraagbaarheid van het project en de projectresultaten. Dit wil zeggen: welke maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat uw project ook na afloop van deze subsidie blijft voortbestaan;
g.
een beschrijving van de wijze waarop het samenwerkingsverband zorgt voor de beschikbaarheid en de verspreiding van de projectresultaten.
•
Een projectbegroting die voldoet aan de volgende eisen: a.
de projectbegroting sluit één op één aan op het activiteitenplan uit het projectplan;
b.
de projectbegroting geeft inzicht in de begrote kosten per kalenderjaar en volgt het ritme van de jaarrapportages van OCW;
c.
in de projectbegroting wordt onderscheid gemaakt naar de subsidiabele kostensoorten zoals toegelicht in 4.1.3.
•
Een opgave van de deelnemende partners, inclusief een lijst met NAW-gegevens van alle deelnemende partners.
•
Een toelichting op de samenwerkingsrelatie van de partners waarmee de doelen en werkwijze van het projectplan worden onderschreven. Uit deze toelichting moet blijken waarom het voor het behalen van de doelstellingen van het project van belang is dat het samenwerkingsverband bestaat uit de opgevoerde partners.
4.1.3 Voorwaarden subsidiabele kosten Er is voor deze regeling in totaal maximaal 18 miljoen euro beschikbaar. De hoogte van de subsidie per project wordt vastgesteld aan de hand van de projectbegroting en is niet aan een maximum gebonden. Alleen begrote kosten komen in aanmerking voor subsidie, maar aangezien niet alle kosten in aanmerking voor subsidie komen. Bij het opstellen van de begroting dient met de volgende zaken rekening gehouden te worden: •
Uitsluitend kosten voor de ontwikkeling en/of implementatie van het project komen in aanmerking voor subsidiëring;
•
Deze kosten komen enkel in aanmerking voor subsidiëring mits het gaat om: a.
personele kosten van één of meer instellingen die deel uitmaken van het samenwerkingsverband, op basis van integrale uurtarieven zoals vastgesteld in de handleiding Overheidstarieven (zie 5.2);
b. •
kosten voor inhuur derden.
Niet in aanmerking voor subsidiëring komen: a.
kosten die ten behoeve van het project gemaakt zijn vóór de datum van toekenning van de aanvraag;
b.
kosten die ten behoeve van het project gemaakt worden na de looptijd van de subsidie;
c.
onvoorziene kosten.
4.2 Subsidieverlening Subsidie kan verleend worden voor een termijn van maximaal 2,5 jaar. De minister besluit welke projecten hun subsidieaanvraag gehonoreerd krijgen. De minister doet dit op basis van een rangschikking die door een onafhankelijke adviescommissie is opgesteld. In het geval van toewijzing van subsidie worden de beschikkingsbrieven gericht aan de penvoerder van uw project. De exacte informatie over de subsidieverlening is terug te lezen in artikelen 10 tot en met 21 van de regeling. De commissie houdt zich voor de totstandkoming van de ranking aan de volgende voorwaarden: •
De adviescommissie baseert zich op de volgende criteria: a.
de mate waarin de activiteiten bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen van deze regeling;
b.
de leerfunctie van de gesubsidieerde projecten in onderlinge samenhang. Hiermee wordt bedoeld: het totale vermogen van alle gesubsidieerde projecten samen om zoveel mogelijk nieuwe praktijkkennis te vergaren;
•
c.
het draagvlak bij de betrokken lerarenopleidingen en scholen;
d.
het vernieuwende karakter;
e.
de overdraagbaarheid;
f.
de haalbaarheid;
g.
de efficiëntie;
h.
de duurzaamheid.
Voor de rangschikking door de adviescommissie weegt criterium a het zwaarst en wegen de criteria b tot en met h even zwaar.
•
Voor de rangschikking door de commissie weegt mee of het project waar subsidie voor wordt aangevraagd tevens subsidie ontvangt uit andere regelingen van de minister die te maken hebben met de doelstelling van deze regeling.
•
De commissie adviseert de aanvraag in ieder geval af te wijzen als: a.
de aanvraag niet voldoet aan de in deze regeling gestelde criteria;
b.
de adviescommissie er geen vertrouwen in heeft dat het activiteitenplan tot een goed einde wordt gebracht;
c.
de adviescommissie er geen vertrouwen in heeft dat het project blijft voortbestaan na de subsidietermijn.
4.3 Uitvoeringsfase Ook in de uitvoeringsfase moet u zich aan enkele voorwaarden houden. Deze voorwaarden staan hieronder toegelicht en zijn in hun officiële vorm terug te vinden in de artikelen 22 tot en met 25. 4.3.1 Voorwaarden besteding subsidie •
De subsidie mag alleen gebruikt worden op de manier die in de projectbegroting beschreven staat.
•
Als er wijzigingen optreden in het project die effect hebben op de voortgang van het project, het recht op subsidie of op de manier waarop en/of de mate waarin de subsidie uitgegeven wordt, moet er een wijzigingsverzoek worden voorgelegd aan SenterNovem.
•
Als de projectorganisatie de begroting wil wijziging, moet er een wijzigingsverzoek voor de projectbegroting worden ingediend. Alleen na goedkeuring van dit verzoek mag van de oorspronkelijke begroting worden afgeweken zonder dat daar consequenties aan zijn verbonden.
•
Subsidie die niet is uitgegeven op de manier zoals goedgekeurd door de minister, zal worden teruggevorderd.
•
Subsidie die niet is uitgegeven na afloop van de subsidieperiode wordt teruggevorderd. Voor aanvragen uit de eerste indientermijn is het einde van de subsidieperiode 1 januari 2012, voor aanvragen uit de tweede indientermijn is deze datum 1 januari 2013.
4.3.2 Informatieverstrekking De administratieve lasten voor de aanvrager zijn in deze regeling zo laag mogelijk gehouden. Er hoeven geen tussentijdse rapportages geschreven te worden en ook een aparte afrekening met accountantsverklaring is niet nodig. Er zijn echter wel enkele voorwaarden met betrekking tot informatieverschaffing van kracht: •
Alle deelnemende partijen aan het samenwerkingsverband moeten een administratie bijhouden waaruit alle gegevens blijken die relevant zijn voor de vaststelling van de subsidie. Deze gegevens moeten te allen tijde beschikbaar zijn.
•
Over de wijze van financiële verantwoording moeten afspraken gemaakt worden met de accountant van de penvoerder. Deze afspraken moeten waarborgen dat de projectadministratie toereikend is voor het opstellen van de uiteindelijke verantwoording.
•
Alle gegevens over het project moeten ten minste zeven jaar bewaard worden.
•
Alle partners van het samenwerkingsverband werken mee aan communicatieactiviteiten rond het verspreiden van de (tussentijdse) resultaten van de projectresultaten.
•
Alle partners van het samenwerkingsverband werken mee aan eventueel onderzoek voor de evaluatie van deze regeling en/of de ontwikkeling van (vervolg)beleid.
•
Alle partners van het samenwerkingsverband geven gehoor aan verzoeken tot informatieverstrekking met betrekking tot het project en/of de regeling.
4.3.3 Tussentijdse audits •
Bij projecten die gedurende meer dan één jaar subsidie ontvangen worden een (of meerdere) tussentijdse audit(s) gedaan door SenterNovem.
•
Deze audits zijn bedoeld om vast te stellen of het project volgens planning loopt en de tot dan toe voorgenomen resultaten zijn bereikt.
•
Als naar aanleiding van een audit wordt vastgesteld dat het project niet volgens planning loopt en/of de voorgenomen resultaten uitblijven, kan het verstrekken van voorschotten worden stopgezet.
4.4 Verantwoordings- en vaststellingsfase Na afloop van de subsidieperiode wordt de subsidie definitief vastgesteld. Dat gebeurt aan de hand van uw verantwoording van het project. Hieronder vindt u een toelichting hierop. De exacte tekst is te vinden in artikel 26 van de regeling. •
De financiële verantwoording van de subsidie kan afgelegd worden binnen de reguliere jaarrekening(en) van de jaren van waarin het project loopt.
•
In aanvulling op de jaarverslagen wordt er een activiteitenverslag opgesteld na afloop van de subsidieperiode.
•
Dit activiteitenverslag voldoet aan de volgende voorwaarden; a.
Het verslag geeft overzicht van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee behaalde resultaten;
b.
De indeling van het verslag komt overeen met de indeling van het activiteitenplan;
c.
Het verslag ligt toe wat de verschillen zijn tussen het activiteitenplan en de gerealiseerde resultaten;
d. •
Het verslag wordt uiterlijk drie maanden na afloop van de subsidieperiode ingediend.
De jaarrekening(en) en het activiteitenverslag worden aan CFI gestuurd, Postbus 606, 2700 ML, Zoetermeer.
•
De subsidie wordt uiterlijk één jaar na ontvangst van de jaarrekening van het laatste jaar van het project vastgesteld.
5. Nadere toelichting 5.1 Projectadministratie De subsidieontvanger is op grond van artikel 23 van de regeling verplicht een inzichtelijke en controleerbare projectadministratie bij te houden met betrekking tot de uitvoering van het project en de in verband daarmee verrichte uitgaven (en eventueel verworven inkomsten). De vereisten van deze administratie vindt u onder 4.3.2. U bent als subsidieontvanger zelf verantwoordelijk voor het vastleggen van de gegevens en het voeren en bewaren van een inzichtelijke en controleerbare projectadministratie. In de meeste gevallen zijn er één of meer samenwerkingspartners bij uw project betrokken. Het is dan van belang vooraf duidelijke afspraken te maken over de verdeling van de verantwoordelijkheden met betrekking tot het beheer van de projectadministratie. Aspecten zoals ‘wie levert welke gegevens aan wie en wanneer?‘, ‘wie verzorgt de centrale projectadministratie?’ en ‘wie bewaart de administratie?’ zijn hierbij belangrijk. 5.2 Subsidiabele kosten Uitsluitend de begrote kosten van activiteiten die voor de uitvoering of beheersing van het project als noodzakelijk zijn aan te merken en ten laste van de subsidieontvanger, danwel een van de in het aanvraagformulier opgenomen samenwerkingspartners zijn gemaakt en betaald, komen voor subsidiëring in aanmerking. De verdere voorwaarden hiervoor zijn terug te vinden onder 4.1.3. Hier
vindt u een toelichting hoe te handelen met betrekking tot de personele kosten en de kosten voor inhuur derden. 5.2.1 Personele kosten Voor deze regeling moet er gewerkt worden met integrale uurtarieven. Een integraal uurtarief is samengesteld uit directe personeelskosten en indirecte kosten (dat wil zeggen kosten voor overhead zoals administratieve of managementondersteuning, kopieerkosten, vergaderkosten, gebruik van kantoorruimte, etc.). Omdat kosten voor overhead verwerkt zijn in dit integrale uurtarief, kunnen afzonderlijke kosten voor overhead niet voor subsidie in aanmerking komen. Per functiegroep is er een maximum integraal uurtarief vastgesteld. Per functiegroep kunnen ten hoogste de volgende tarieven worden gehanteerd: •
€ 102,- per uur voor een lerarenopleider;
•
€ 80,- per uur voor een docent bve/vo;
•
€ 74,- per uur voor een leraar po;
•
€ 59,- per uur voor ondersteunend personeel.
Om bij te houden hoeveel uren er in welke functiegroep zijn gemaakt, kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een urenregistratieformulier. Een urenregistratieformulier kan er als volgt uit zien: Naam Organisatie: Naam Medewerker: Maand: Kalenderjaar: 200X Activiteit
Weeknr. x
Weeknr. x
Weeknr. x
Weeknr. x
Weeknr. x
Totaal
1.1 1.1 1.3 Etc Totaal Paraaf medewerker:
Datum:
Paraaf leidinggevende:
Datum:
5.2.2 Inhuur derden Onder de kosten inhuur derden vallen kosten van door derden verrichte werkzaamheden en geleverde diensten die noodzakelijk zijn voor het project. De subsidieaanvrager dient de meerwaarde van en de noodzaak tot inhuur van derden in de subsidieaanvraag te onderbouwen. De kosten voor inhuur van derden dienen in reële verhouding te staan tot de totale projectkosten. Dit houdt in dat er een beperking zit aan de mate van inzet van derden. Deze bepaling is opgenomen omdat het Ministerie van OCW het van belang acht dat de in het project participerende partijen zoveel mogelijk eigenaar en uitvoerder zijn van het project. Op deze wijze kan de opgebouwde expertise
binnen de samenwerkende partijen behouden blijven. Dit is bevorderlijk voor het draagvlak voor het project gedurende de uitvoeringsfase en voor de borging van de resultaten na afloop van het project. 5.3 Financiering Indien de subsidieontvanger voor dezelfde activiteiten tevens subsidie ontvangt van of aangevraagd heeft bij een ander bestuursorgaan, dient de subsidieontvanger SenterNovem daarvan op de hoogte te stellen. Eventuele inkomsten die gegenereerd worden met projectactiviteiten, dienen bij de verantwoording in mindering te worden gebracht op de subsidiabele projectkosten. De hoogte van de subsidie omvat bij vaststelling ten hoogste het maximale subsidiebedrag dat in de beschikking subsidieverlening staat vermeld. Uitgangspunt van deze stimuleringsregeling is dat projecten een opstartsubsidie kunnen krijgen voor het initiëren van het betreffende project. Dit betekent dat het van groot belang is al bij de aanvraag van deze subsidie een plan op te stellen om het voortbestaan van het project na de subsidieperiode te waarborgen.
Bijlagen In de bijlagen vindt u: 1.
Aanvraagformulier met een checklist voor uw projectplan
2.
Format projectbegroting
Deze formulieren en formats zijn eveneens digitaal beschikbaar. U kunt ze, evenals deze handleiding, downloaden via de website: www.senternovem.nl/krachtigmeesterschap
Bijlage I: Aanvraagformulier
Aanvraagformulier Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap 2009-2012 Voor uitgebreide toelichting bij het aanvraagformulier: -
website: www.senternovem.nl/krachtigmeesterschap telefoon: 070 – 373 5313 (op werkdagen van 08:30 – 17:30 uur) handleiding projectaanvraag- en administratie
Stuur het ingevulde formulier met bijlagen naar: SenterNovem, afd. Human Capital Krachtig Meesterschap Postbus 93144 2509 AC Den Haag
Voordat u start met het invullen van het aanvraagformulier willen wij u op het volgende wijzen: I. Alleen samenwerkingsverbanden die bestaan uit tenminste één lerarenopleiding en één school kunnen voor subsidie in aanmerking komen. II. Alleen rechtspersonen kunnen als subsidieaanvrager optreden. 2 a. Gegevens samenwerkingsverband (penvoerder) (of het bevoegd gezag dat namens de samenwerkende projectpartners aanvraagt)
Is het samenwerkingsverband een rechtspersoon? ja, naam van het samenwerkingsverband: nee, naam van het gemachtigd bestuur/bevoegd gezag dat namens het samenwerkingsverband optreedt als penvoerder Naam van het project: Postadres: Postcode: Plaats:
Provincie:
b. Betalingsgegevens
Bankrekeningnummer: ten name van
Bank:
onder vermelding van
c. Gegevens tekenbevoegd persoon van de penvoerder (tevens contactpersoon t.b.v. de communicatie over subsidieverlening, - verplichtingen en -
2
Wanneer uw –reeds bestaand- samenwerkingsverband géén rechtspersoon is, dan moet een bevoegd gezag van één van de betrokken instellingen uit het samenwerkingsverband gemachtigd worden als penvoerder. Deze machtiging dient u met uw aanvraag mee te sturen. In bijlage A vindt een formulier dat de betrokken projectpartners kunnen gebruiken om u te machtigen het samenwerkingsverband in en buiten rechte te vertegenwoordigen.
vaststellingen)
Naam:
Dhr.
Mw.
Titel(s): Functie: Telefoon:
Fax:
E-mail adres:
Mobiel:
Is hij of zij aanspreekpunt voor de concrete uitvoering van het project (inhoud)? ja nee (vul de gegevens van hem of haar dan hieronder in) Naam:
Dhr.
Mw.
Titel(s): Functie: Telefoon:
Fax:
E-mail adres:
Mobiel:
d. Informatie over het samenwerkingsverband
d.1 Omvang van het samenwerkingsverband Aantal betrokken scholen en aantal schoolbesturen(per sector): primair onderwijs: scholen, vallend onder …. schoolbesturen voortgezet onderwijs:
scholen, vallend onder …. schoolbesturen
beroepsonderwijs en volwasseneneducatie:
scholen, vallend onder ….
schoolbesturen Aantal betrokken opleidingen: lerarenopleiding basisonderwijs (HBO): lerarenopleiding voortgezet onderwijs (HBO): Waarvan
bachelorniveau (2e graads)
Waarvan
masterniveau (1e graads)
universitaire lerarenopleiding (1e graads): Overige organisaties: Totaal (aantal): d.2 Naw-gegevens van de betrokken projectpartners van het samenwerkingsverband U wordt verzocht een lijst met naw-gegevens van de deelnemende projectpartners bij uw aanvraag te voegen. U kunt daarbij gebruik maken van bijlage A. e. Looptijd van het project
Dit project is een: eenjarig project meerjarig project
Startdatum van het project:
Einddatum van het project:
f. Financiering van het project (samenvatting van de projectbegroting)
Personele kosten
€
Kosten Derden
€
Totale projectkosten
€
Gevraagde subsidie
€
g. Afsluitende vragen
1. Ontvangt u voor het voorgestelde project andere subsidies? ja
nee
Zo ja, licht dan in het projectplan toe wat de meerwaarde is van het toekennen van aanvullende subsidie uit deze regeling voor het project en voor de onderwijssector in het algemeen. 2. Heeft u voor het project andere subsidies aangevraagd? ja
nee
Zo ja welke? 3. Is het voorgestelde project onderdeel van een groter geheel en/of hangt het nauw samen met andere activiteiten gericht op de bevordering van excellentie bij het opleiden van leraren op de bij het project betrokken lerarenopleidingen en scholen? ja (ga door naar 4)
nee (het project is een opzichzelfstaand project)
4 U heeft aangegeven dat uw project onderdeel is van een groter geheel en/of nauw samenhangt met overige activiteiten. Ontvangt u voor (een van) de bedoelde activiteiten subsidie(s)? ja
nee
Zo ja, licht dan in het projectplan op hoofdlijnen toe om welke activiteiten het gaat, hoeveel subsidie er is toegekend en uit welke regeling deze subsidie afkomstig is. h. Verklaring, bijlagen en toelichting
Met de ondertekening van het aanvraagformulier verklaart u dat: U aansprakelijk bent voor een goed verloop van de activiteiten in het kader van het voorgestelde project en de te leveren resultaten, de naleving van de voorwaarden uit de Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap en de Wet Overige OCW subsidies. Alle voor de aanvraag benodigde stukken zijn bijgevoegd: Een projectplan dat voldoet aan de in artikel 8 lid 3 vermelde vereisten, inclusief een toelichting op de samenwerkingsrelatie van de betrokken projectpartners waarmee de doelen en werkwijze van dit voor subsidie voorgestelde projectplan worden onderschreven; Een gespecificeerde begroting die voldoet aan de in artikel 8 lid 4 en artikel 9 vermelde vereisten en voorwaarden; Een lijst met de naw-gegevens van de projectpartners; Indien het samenwerkingsverband geen rechtspersoon is: een machtiging van de betrokken projectpartners t.b.v. de penvoerder van het voor subsidie voorgestelde project (gebruikmaking bijlage A); Indien het samenwerkingsverband een rechtspersoon is dient u een document mee te sturen waaruit dat blijkt (een kopie van een bestaand document volstaat).
i. ondertekening
Aldus naar waarheid ingevuld. Penvoerder: Naam tekenbevoegd persoon: Datum: Handtekening:
-
-
Plaats:
Bijlage A: Naw-gegevens van de projectpartners en (indien van toepassing) hun ondertekening Onderstaande partners nemen deel aan het project: Dit is een totaal van:
.
projectpartners.
Met hun ondertekening verklaren zij: op de hoogte te zijn van de inhoud van de projectaanvraag en de projectdoelen, de gekozen werkwijze en hun rol bij de uitvoering ervan; dat
, gemachtigd is op te treden als penvoerder van het project.
Overzicht van de projectpartners, hun naw-gegevens en indien van toepassing hun ondertekening
Naam organisatie:
handtekening
Adres: Plaats: Naam ondertekenaar: Functie: E-mailadres:
Datum
Naam organisatie:
handtekening
Adres: Plaats: Naam ondertekenaar: Functie: E-mailadres:
Datum
Naam organisatie:
handtekening
Adres: Plaats: Naam ondertekenaar: Functie: E-mailadres:
Datum
Naam organisatie:
handtekening
Adres: Plaats: Naam ondertekenaar: Functie: E-mailadres: Etc……
Datum
Bijlage II: Format Projectbegroting Geef inzicht in de kosten per activiteit en zorg voor een inzichtelijke relatie tussen kosten in uw begroting en de activiteiten uit beschreven in uw projectplan. Activiteit (naam
Aantallen
Totaal
en/of nummer)
Uren
loonkosten
Kosten Materiaalkosten
Derden
Totaal
1.1 1.2 1.3 1.4 etc.
Totaal
0
0
0
Samenvatting van de begroting en gegevens over de financiering Totale kosten van het project
EUR
Gevraagde subsidie
EUR
Deze gegevens kunnen worden overgenomen op het aanvraagformulier.
0
0