STILZWIJGENDE VERLENGING VAN HET CONTRACT ‘COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID’
Het contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ wordt stilzwijgend verlengd voor een periode van 12 maanden (tot en met 31 december 2015) (cf. contract 2013 – artikel 4). Hiervoor dient het ziekenhuis zich formeel akkoord te verklaren met de activiteiten voor 2015 die in hiernavolgende bijlage worden gespecificeerd. Voor ziekenhuizen die zich formeel akkoord verklaren met de inhoud van de activiteiten voor 2015 zoals hierna gespecificeerd, loopt de financiering voor het programma kwaliteit en patiëntveiligheid verder in 2015. Voor ziekenhuizen die zich niet formeel akkoord verklaren, wordt de financiering voor het programma kwaliteit en patiëntveiligheid stopgezet in 2015. Het ziekenhuis kan zich formeel akkoord verklaren met de hiernavolgende bijlage via de link: http://www.health.fgov.be/pls/apex/f?p=PATIENTSAFETYDG2
Bijlage ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2015’ – Sp-ziekenhuizen
BIJLAGE VAN HET CONTRACT ‘COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID’ 1 JANUARI 2015 - 31 DECEMBER 2015
INLEIDING
De activiteiten voor 2015 kaderen binnen de context van het tweede meerjarig programma (2013-2017) De inhoud van het tweede meerjarig programma is een consequente verderzetting van wat werd opgestart tijdens de afgelopen jaren, rekening houdend met belangrijke resultaten van de ziekenhuisrapportages van de afgelopen jaren en de actuele ontwikkelingen in het ziekenhuislandschap en de gezondheidszorg als geheel. Het tweede meerjarig programma ging van start op 1 januari 2013, loopt af op 31 december 2017. Jaarlijks wordt gewerkt aan generieke thema’s en aan specifieke thema’s. De generieke thema’s zijn uniform voor alle ziekenhuistypes, de specifieke thema’s worden ingevuld per type ziekenhuis. De generieke thema’s zijn: 1.
veiligheidsmanagement
2.
leiderschap
3.
communicatie
4.
patiënt en familie empowerment
De specifieke thema’s zijn: 1.
hoog risico medicatie
2.
identitovigilantie
3.
transmurale zorg
De generieke thema’s bouwen deels verder op de activiteiten van de vorige jaren (zoals veiligheidsmanagement) maar tevens worden nieuwe onderwerpen expliciet(er) naar voor geschoven (zoals leiderschap, communicatie en patiënt en familie empowerment). Voor de specifieke thema’s werden vier strategische objectieven en 16 criteria geformuleerd. De FOD Volksgezondheid voorziet tevens in een ondersteuningsplan, zowel voor de specifieke als voor de generieke thema’s.
2 Bijlage ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2015’ – Sp- ziekenhuizen
Over het tweede meerjarig programma is een begeleidende nota ontwikkeld waarin de verwachtingen voor de komende jaren voor de generieke thema’s en de strategische objectieven en criteria voor de specifieke thema’s, worden verduidelijkt. Deze nota is terug te vinden op www.patient-safety.be. Een expliciete betrokkenheid van alle directies en de hoofdgeneesheer blijft essentieel en moet worden versterkt om een succesvolle uitvoering van de activiteiten te garanderen. Belangrijk hierbij is ook een adequate, regelmatige en tijdige communicatie met alle betrokken actoren en partijen, zoals bijvoorbeeld de Medische Raad maar ook de medische en verpleegkundige diensthoofden. Hierna wordt de inhoud voor 2015 verder gespecificeerd.
3 Bijlage ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2015’ – Sp- ziekenhuizen
I.
INHOUDELIJKE VEREISTEN VOOR 2015
Het is aan te bevelen dat het Comité voor Patiëntveiligheid of een gelijkwaardige structuur instaat voor de coördinatie, opvolging en voorbereiding van alle activiteiten die hieronder worden vermeld. De inhoudelijke vereisten voor 2015 worden hieronder verduidelijkt, zowel voor de generieke als voor de specifieke thema’s. Voor het thema VMS (veiligheidsmanagementsysteem) wordt in 2015 aan de ziekenhuizen gevraagd om:
1.
een ziekenhuisbrede patiëntveiligheidscultuurmeting uit te voeren en hierover te rapporteren aan de FOD ( cf. mail van 2 juli 2014)
ALGEMENE REGEL:
2015: uitvoeren van en rapporteren over de verplichte ziekenhuisbrede cultuurmeting in het kader van het FOD-contract
2016: derde benchmarkonderzoek onder de coördinatie van UHasselt waaraan ziekenhuizen op vrijwillige basis kunnen deelnemen. Ziekenhuizen kunnen de gegevens van hun FOD-cultuurmeting van 2015 hiervoor doorgeven aan UHasselt.
UITZONDERING: Ziekenhuizen die in het kader van accreditering een cultuurmeting deden in 2012, 2013 of 2014 (dus buiten de context van de FOD-contracten) worden door de FOD vrijgesteld van de ziekenhuisbrede cultuurmeting in 2015. Ziekenhuizen kunnen de gegevens van de cultuurmeting van 2012, 2013 of 2014 doorgegeven aan de UHasselt om te worden meegenomen in het derde benchmarkonderzoek van 2016. Hiervoor zal de UHasselt nog specifieke instructies bezorgen.
SAMENGEVAT:
In de periode 2012 - 2015 doen ziekenhuizen minstens één cultuurmeting
De ziekenhuizen rapporteren aan de FOD over de cultuurmeting uitgevoerd in de periode 2012-2015
De gegevens van de cultuurmeting, uitgevoerd hetzij in 2012, 2013, 2014 of 2015, kunnen worden doorgestuurd naar de UHasselt voor een derde benchmarkonderzoek. De deadline hiervoor is 1 april 2016.
4 Bijlage ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2015’ – Sp- ziekenhuizen
2.
Voor de goede praktijkvoorbeelden, aan te geven of:
goede praktijkvoorbeelden m.b.t. het veiligheidsmanagementsysteem gedeeld worden binnen het ziekenhuis;
het
ziekenhuis
beschikt
over
goede
praktijkvoorbeelden
m.b.t.
veiligheidsmanagementsysteem om te delen met andere ziekenhuizen en op welke kernelementen deze goede praktijkvoorbeelden betrekking hebben;
3. voor de verbeteracties uit 2014, aan te geven of deze:
werden verdergezet;
werden geïmplementeerd op micro-of macroniveau;
jaarobjectieven werden behaald;
streefwaarden werden bereikt;
gemeten werd volgens de frequentie zoals die was bepaald in het stappenplan;
zich op 31 december 2015 bevinden in de fase van:
4.
o
ontwikkeling
o
implementatie
o
evaluatie
o
bijsturing
o
borging
werden opgevolgd en door wie
aan te geven of:
het ziekenhuis een Enterprise Risk Management Systeem ontwikkeld heeft, een beheersplan waarin de processen zijn beschreven om de risico’s voor patiënten, familieleden, bezoekers en medewerkers te beheersen en te beheren;
het ziekenhuismanagement een specifieke communicatie heeft gevoerd over het veilig melden van incidenten en bijna-incidenten;
het comité patiëntveiligheid de verbeteracties n.a.v. incidentanalyses systematisch heeft gecommuniceerd naar de zorgeenheden.
Om een actueel zicht te behouden over structurele elementen uit pijler 1 (VMS) van het eerste meerjarig programma (2007-2012) wordt in de loop van 2014 een afzonderlijke maar beperkte bevraging georganiseerd over het meld- en leersysteem voor incidenten en bijna-incidenten, de taxonomie, retrospectieve incidentanalyse en proactieve risicoanalyse. Inhoud en timing worden later meegedeeld, na consensus in de werkgroep taxonomie.
5 Bijlage ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2015’ – Sp- ziekenhuizen
Voor het thema LEIDERSCHAP wordt in 2015 aan de ziekenhuizen gevraagd om: 1.
verder te werken aan de uitvoering van de volgende drie criteria:
criterium 2: de kennis over hoog-risico medicatie bij alle zorgverleners verhogen zodanig dat ze deze medicatie gepast toedienen
criterium
10a:
een
systeem
van
veiligheidsrondes
voor
alle
patiëntidentificatieprocessen zodanig organiseren dat: o
algemeen en klinisch leidinggevenden systematisch en gestructureerd hieraan deelnemen
o
de richtlijnen over identitovigilantie toegepast zijn
criterium 14: de 6 dimensies van het Chronic Care Model zodanig gebruiken in de visie over transmurale zorg dat patiëntgerichte zorg gegarandeerd is.
2. aan te geven of:
goede praktijkvoorbeelden m.b.t. leiderschap gedeeld worden binnen het ziekenhuis;
het ziekenhuis beschikt over goede praktijkvoorbeelden m.b.t. leiderschap om te delen met andere ziekenhuizen en op welke criteria (2, 10a, 14) deze goede praktijkvoorbeelden betrekking hebben;
een strategie met duidelijke beleidsdoelstellingen voor de specifieke thema’s werd ontwikkeld;
procedures en protocollen werden ontwikkeld voor de specifieke thema’s.
Voor het thema COMMUNICATIE wordt in 2015 aan de ziekenhuizen gevraagd om:
1.
verder te werken aan de uitvoering van de volgende vier criteria:
criterium 3: de kennis en richtlijnen m.b.t. hoog-risico medicatie zodanig communiceren dat deze medicatie gepast wordt toegediend
criterium 11a: in multidisciplinair verband communiceren over de resultaten van het meet- en opvolgingssysteem zodanig dat bij elk patiëntidentificatieproces het toepassen van de richtlijnen over identitovigilantie verbetert
criterium 15: de visie over transmurale zorg zodanig communiceren dat deze gekend is bij alle betrokken actoren.
2.
aan te geven of: goede praktijkvoorbeelden m.b.t. communicatie gedeeld worden binnen het ziekenhuis;
6 Bijlage ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2015’ – Sp- ziekenhuizen
het ziekenhuis beschikt over goede praktijkvoorbeelden m.b.t. communicatie om te delen met andere ziekenhuizen en op welke criteria (3, 11a, 15) deze goede praktijkvoorbeelden betrekking hebben;
zorgverleners
vorming
krijgen
om
zorggerelateerde
communicatie
tussen
zorgverleners te verbeteren;
het ziekenhuis beschikt over een plan met een overzicht van risicovolle zorgprocessen in de zorginstelling en welke elementen dit plan omvat.
Voor het thema PATIËNT EN FAMILIE EMPOWERMENT wordt in 2015 aan de ziekenhuizen gevraagd om: 1.
verder te werken aan de uitvoering van de volgende drie criteria:
criterium 4: rekening houdend met hun behoeften en mogelijkheden, de patiënt en zijn familie zodanig informeren bij het gebruik van hoog-risico medicatie dat hij/zij:
o
actief bijdraagt
o
in alle omstandigheden autonoom en gepast kan handelen
criterium 12a: rekening houdend met hun behoeften en mogelijkheden, de patiënt en zijn familie zodanig inzetten bij patiëntidentificatieprocessen dat de patiënt actief betrokken is bij zijn eigen veiligheid
criterium 16: rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van de patiënt en zijn familie, het medicatieontslagplan zodanig verduidelijken de patiënt het autonoom beheert.
2.
aan te geven of:
goede praktijkvoorbeelden m.b.t. patiënt en familie empowerment gedeeld worden binnen het ziekenhuis;
het ziekenhuis beschikt over goede praktijkvoorbeelden m.b.t. patiënt en familie empowerment om te delen met andere ziekenhuizen en op welke criteria (4, 12a, 16) deze goede praktijkvoorbeelden betrekking hebben;
zorgverleners worden gesensibiliseerd om patiënten en hun familie actief te betrekken bij de zorgprocessen;
zorgverleners een opleiding volgen in empowerment;
het ziekenhuis beschikt over een strategie om patiënten en hun familie te responsabiliseren over de eigen rol in het individueel zorgtraject;
procedures en initiatieven ontwikkeld worden om de deelname van patiënten en hun familie aan het zorgproces te ondersteunen en te bevorderen;
het
ziekenhuis
beschikt
over
een
strategie
om
samen
te
werken
met
patiëntenorganisaties en met organisaties van mantelzorgers en/of familieleden;
patiënten en/of patiëntenverenigingen (periodiek) vertegenwoordigd worden in directiestructuren. 7 Bijlage ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2015’ – Sp- ziekenhuizen
Voor de thema’s HOOG-RISICO MEDICATIE en IDENTITOVIGILANTIE wordt in 2015 aan de ziekenhuizen gevraagd om:
1.
voor de goede praktijkvoorbeelden, aan te geven of: deze gedeeld worden binnen het ziekenhuis; het ziekenhuis beschikt over goede praktijkvoorbeelden om te delen met andere ziekenhuizen en op welke criteria deze goede praktijkvoorbeelden betrekking hebben;
2. voor de zes verbeteracties uit 2014 (3 voor hoog-risico medicatie en 3 voor identitovigilantie) aan te geven of deze:
werden verdergezet;
werden geïmplementeerd op micro-of macroniveau;
de jaarobjectieven werden behaald;
de streefwaarden werden bereikt;
gemeten werd volgens de frequentie zoals die was bepaald in het stappenplan;
de verbeteracties zich op 31 december 2015 bevinden in de fase: o ontwikkeling o implementatie o evaluatie o bijsturing o borging
wordt opgevolgd en door wie.
Voor het thema TRANSMURALE ZORG wordt in 2015 aan de ziekenhuizen gevraagd om:
1.
voor de goede praktijkvoorbeelden, aan te geven of:
deze gedeeld worden binnen het ziekenhuis;
het ziekenhuis beschikt over goede praktijkvoorbeelden om te delen met andere ziekenhuizen en op welke dimensies van het Chronic Care Model deze goede praktijkvoorbeelden betrekking hebben;
2.
voor de verbeteracties, aan te geven of deze werden ontwikkeld voor:
een reeds lopend transmuraal zorgproces;
een nieuw transmuraal zorgproces.*
8 Bijlage ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2015’ – Sp- ziekenhuizen
3.
per verbeteractie aan te geven: of de verbeteractie al/niet relevant was; de items (uit de 61-item checklist) waarop de verbeteracties per dimensie betrekking hebben; de fase waarin de verbeteractie zich bevindt (ontwikkeling – implementatie – evaluatie – bijsturing – borging); door wie de verbeteractie wordt opgevolgd.
* Ziekenhuizen die een nieuw transmuraal zorgproces zijn gestart in de loop van 2015 dienen steeds te starten met een SWOT-analyse op basis van de 61-item checklist. 4.
verder te werken aan het ontwikkelen van een visie en communicatieplan voor transmurale zorg waarbij de 6 dimensies van het Chronic Care Model het uitgangspunt vormen;
5.
een proces te definiëren voor het in kaart brengen van een medicatieanamnese voor de door het ziekenhuis gekozen patiëntgroep in het kader van een geplande opname;
6.
een proces te definiëren voor het gebruik van een medicatieontslagplan voor patiënten en hun families.
9 Bijlage ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2015’ – Sp- ziekenhuizen
II.
RAPPORTAGE VOOR 2015
Gedurende de volledige looptijd van het tweede meerjarig programma (2013-2017) zal de cel kwaliteit en patiëntveiligheid de in I. genoemde elementen voor de generieke en specifieke thema’s bevragen om na te gaan welke evoluties zich op dit vlak voordoen en om te detecteren of eventueel bijkomende initiatieven ter ondersteuning moeten worden genomen. Om aan de rapportage voor 2015 te voldoen, dient gebruik gemaakt te worden van een door de FOD Volksgezondheid aangereikt rapportage-instrument. Wij verwachten een volledig ingevulde rapportage tegen 31 januari 2016 t.a.v.
[email protected]. Voor ziekenhuizen die onvolledig rapporteren, (niet alle vragen werden beantwoord) of die niet rapporteren worden vanaf februari 2016 de volgende maatregelen genomen:
het rapportage-instrument wordt een tweede maal verstuurd naar het betreffende ziekenhuis met de vraag de rapportage te vervolledigen en/of te motiveren waarom bepaalde vragen niet werden ingevuld binnen de week na het verzenden door de FOD Volksgezondheid;
indien geen respons: overleg met het betreffende ziekenhuis in het gebouw van de FOD Volksgezondheid om eventuele vragen of problemen te verduidelijken en om een nieuwe indieningsdatum af te spreken;
indien deze nieuwe indieningsdatum niet gerespecteerd wordt, zal artikel 6 van het contract toegepast worden waarbij het toegekende bedrag zal worden teruggevorderd.
Structurele elementen uit pijler 1 (VMS) van het eerste meerjarig programma (2007-2012) die betrekking hebben op het meld- en leersysteem voor incidenten en bijna-incidenten, taxonomie, retrospectieve incidentanalyse en proactieve risicoanalyse worden afzonderlijk bevraagd. Inhoud en timing worden later meegedeeld, na consensus in de werkgroep taxonomie.
10 Bijlage ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2015’ – Sp- ziekenhuizen