Appèl Stijging Kleurmerken griffierechten 7 Oude merkregistraties zijn 2
De regering wil per 1 juli 2012 de griffierechten verhogen. Volgens Boels Zanders een slecht idee: de toegang tot de rechter wordt duurder, dus moeilijker
Infomagazine 3.2011 van Boels Zanders Advocaten
Cookiewet
Boels Zanders introduceert overnamesimulatie
6
4
soms achterhaald
Meer werk kantonrechter 3
Zwanger? Minder bonus 8
2 appèl 3.2011
rechtdoorzee Het kabinetsplan om per 1 juli 2012 de griffierechten te verhogen, valt slecht bij partijen die actief zijn in de juridische sector. De invoering van het beginsel van kostendekkende griffierechten zal in veel gevallen de toegang tot de rechter bemoeilijken, verwachten advocaten van Boels Zanders. Als het plan doorgaat, wordt het voor burgers en ondernemers duurder om hun recht te halen, al zijn er soms alternatieven.
Voorstel verhoging griffierechten slecht idee
“Kan de burger nog wel zijn recht halen?”
De voorgestelde verhogingen van de griffierechten zijn substantieel. In het familierecht gaan rechtzoekenden met een inkomen boven € 31.000 (alleenstaanden) respectievelijk € 47.000 (gezinnen) straks € 500 betalen in eerste aanleg en € 1.250 in hoger beroep. Recht-zoekenden met een lager inkomen betalen minder, maar ook voor hen worden de griffierechten hoger dan nu. ‘Wie een wijziging van de kinder- of partneralimentatie wil, zal zich afvragen of het loont te procederen’, aldus Edith Schnackers, advocaat familierecht bij Boels Zanders. ‘Hoge griffierechten spelen bij deze afweging uiteraard een rol. Dat kan schrijnende gevolgen hebben, zoals bij conflicten rond de omgang tussen ouder en kind. Een ouder die zijn of haar kind niet of te weinig ziet, heeft geen middelen om de andere ouder tot contact te dwingen. Je kunt geen deur-
waarder sturen om het kind op te halen. Het enige alternatief is de gang naar de rechter die wel dwangmiddelen kan opleggen, maar is die nog te betalen? Met name voor particulieren die voor een toevoeging in aanmerking komen (de advocaatkosten worden dan grotendeels door de overheid betaald, maar niet de griffierechten – red.), wordt deze vraag prominenter.’ Ook in het algemeen civiel recht wordt de toegang tot de rechter in veel gevallen bemoeilijkt, vindt Monique Schreurs, advocaat handelsrecht bij Boels Zanders. ‘De griffierechten bij de sector civiel van de rechtbank kunnen bij een financieel belang van hoger dan een miljoen euro, oplopen tot € 7.500 in eerste aanleg en € 18.750 in hoger beroep’, vertelt Schreurs. ‘Wie de zaak verliest, is het dubbele kwijt, nog los van de advocaatkosten. Als je procedeert tegen
een kapitaalkrachtige partij kun je snel buitenspel worden gezet. Dat maakt de kans groter dat grote bedrijven kleine bedrijven in procedures financieel klem zetten.’ Als de procedure in eerste aanleg bij de kantonrechter wordt gevoerd, is de stijging van het griffierecht minder fors. In sommige gevallen kan het griffierecht straks zelfs lager uitvallen. Maar als een van de partijen vervolgens tegen het vonnis van de kantonrechter hoger beroep wil instellen, wordt hij alsnog
3 appèl 3.2011 advocaat bestuursrecht bij Boels Zanders. ‘Daarom is het bij de bestuursrechter niet verplicht je te laten vertegenwoordigen door een advocaat of andere gemachtigde. De hogere griffierechten plaatsen de burger die zijn recht wil halen in een conflict met de overheid, voor een moeilijke afweging. Als hij procederen te duur vindt en zich dus niet verder verzet tegen het overheidsbesluit, moet hij zich realiseren dat dit besluit onherroepelijk wordt. Procedeert hij wel
beslecht. Vanwege de bijzonderheden die verband houden met arbitrage alsmede het prijskaartje dat er vaak aan hangt, is dit echter in veel gevallen geen echt alternatief. Een bijkomend gevolg van de verhoging van het griffierecht is dat het forumshopping in de hand kan werken: bedrijven die internationaal opereren, kiezen er voor om hun geschil aan een buitenlandse rechter voor te leggen, om
“Verhoging kan schrijnende gevolgen hebben.” verder, dan loont het om goed beslagen ten ijs te komen en een advocaat in te schakelen. De overheid moet, indien de burger de procedure wint, namelijk de griffierechten en (een bescheiden deel) van de advocaatkosten vergoeden. Veel burgers zullen een advocaat echter te duur vinden, tenzij ze een rechtsbijstandverzekering hebben die de advocaatkosten vergoedt.’
geconfronteerd met de daarvoor geldende griffierechten. In het bestuursrecht zullen de kosten van een procedure eveneens stijgen. Het lagere tarief bij specifieke zaken op het gebied van studiefinanciering en sociale zekerheid verdwijnt. De griffierechten kunnen oplopen tot € 500 in eerste aanleg en € 1.250 in hoger beroep. ‘De Algemene wet bestuursrecht beoogde nu juist de drempel voor de burger te verlagen’, aldus Jan Stoop,
Alternatieven Welke alternatieven hebben burgers en bedrijven als procederen in Nederland te duur wordt? In familierechtelijke zaken zal mediation een belangrijker alternatief worden voor procederen, denkt Edith Schnackers, die zelf ook als mediator optreedt. ‘Probleem is echter dat niet alle familierechtelijke zaken geschikt zijn voor mediation. Bij een te ver geëscaleerd conflict biedt mediation geen uitweg. Gevolg zal zijn dat sommige mensen hun recht niet meer kunnen halen, terwijl ze dat wel hebben.’ Ook in het algemeen civiel recht kan mediation in een aantal, maar lang niet alle gevallen een alternatief zijn. Een tweede mogelijkheid is om in commerciële contracten bij voorbaat af te spreken dat de uit het contract voortvloeiende geschillen door middel van arbitrage worden
daarmee kosten te besparen. In Duitsland bijvoorbeeld zijn bepaalde procedures vele male goedkoper (en soms ook sneller) dan in Nederland. ‘Dat kan een reden zijn met een Duitse partner af te spreken om geschillen door een Duitse rechter te laten beslechten, maar het moet dan wel op voorhand duidelijk zijn dat dit je juridische positie niet verzwakt of onnodig compliceert. Kostenbesparing alleen zal dan ook nooit de enige motivatie zijn voor een dergelijke keuze’, zegt Monique Schreurs. Tot slot de bestuursrechtelijke procedures. Hiervoor bestaat (nog) geen geschikt alternatief. Mediation heeft in het bestuursrecht nog niet voet aan de grond gekregen. De keuze voor een buitenlandse rechter behoort evenmin tot de mogelijkheden.
Meer zaken naar de kantonrechter De kantonrechter krijgt het drukker. Op 1 juli 2011 is de zoge- naamde ‘competentiegrens’ verhoogd. Kantonrechters zijn nu bevoegd uitspraken te doen in zaken met een geldelijk belang tot € 25.000. Vóór 1 juli was dat € 5.000. Daarnaast zijn kantonrechters nu ook bevoegd in zaken over consumentenkoop of - krediet, tot een bedrag van € 40.000. We kunnen daarbij denken aan een consument die bijvoorbeeld een auto koopt van € 30.000, vindt dat de dealer zijn afspraken niet nakomt en daarover een procedure begint. De verhoging van de competentiegrens is bedoeld om de toegang tot de rechtspraak voor particulieren en bedrijven te vergemakkelijken. De procedure bij de kantonrechter is in de regel sneller en pragmatischer. Ook hoeven partijen zich niet te laten vertegenwoordigen door een advocaat. Dat maakt het procederen bij de kantonrechter goedkoper. Ook de griffierechten zijn lager; ze hoeven bovendien alleen te worden betaald door de eisende partij. De gedaagde partij die niet door een advocaat wordt bijgestaan, heeft dus in beginsel geen kosten. Maar is het verstandig geen advocaat in te schakelen? Dat de kantonrechter zaken met een hoger geldelijk belang gaat behandelen, kan reden zijn juist wel gebruik te maken van de expertise van een advocaat. En de gedaagde partij moet zich vooraf realiseren dat hij zonder advocaat niet alleen meer kans loopt de zaak te verliezen, maar in dat geval ook nog de griffierechten van de eisende partij moet betalen (plus de eventuele overige proceskosten). Geen advocaat? Slecht idee dus.
4 appèl 3.2011
Oefenen op een bedrijfsovername Boels Zanders heeft een overnamesimulatie ontwikkeld waarmee bedrijven, banken, accountants en andere adviseurs die vaak te maken hebben met bedrijfsovernames, een overname kunnen naspelen. De deelnemers worden in een representatieve casus verdeeld over verschillende groepen. De eerste twee groepen spelen de rol van twee ondernemers (broer
en zus) die een familiebedrijf willen verkopen. De andere twee groepen spelen de rol van potentiële kopers: de ene koper is een bedrijf uit dezelfde branche, de andere een investeerder die vooral uit is op snel rendement. Boels Zanders heeft de simulatie ontwikkeld om de bij een bedrijfsovername betrokken partijen er bewust van te maken
dat het zinvol is zich al in een vroeg stadium te laten bijstaan door een juridisch adviseur. ‘Advocaten worden bij overnames vaak pas ingeschakeld in het stadium dat het koopcontract moet worden opgesteld’, aldus Tamara van Scheijndel, salary partner in de Transactiepraktijk van Boels Zanders. ‘De basis voor de vele afspraken daarin wordt echter al veel eerder gelegd, in
de fase die voorafgaat aan het opstellen van de intentieovereenkomst.’ De advocaten van Boels Zanders spelen in de simulatie de rol van spelleider. ‘En we gooien zo nu en dan wat incidenten in de groep; vervelende akkefietjes die zich later kunnen ontwikkelen tot het spreekwoordelijke lijk in de kast’, vertelt Van Scheijndel. ‘Daarmee
5 appèl 3.2011
voorrecht maken we de casus nog realis tischer. Incidenten en onverwachte ontwikkelingen doen zich bij bedrijfsovernames in het echt namelijk ook altijd voor.’ Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Tamara van Scheijndel.
Naam Rankie ten Hoopen (1957) In dienst 1 mei 2011. Specialisatie Gezondheidsrecht. Waarom BoelsZanders Advocaten Ik word aangesproken door de sfeer in de organisatie en de grote aandacht voor kwaliteit en de ontwikkeling daarvan. Boels Zanders heeft ook veel feeling voor wat er in de juridischwetenschappelijke wereld speelt. Opvallend Ik werk één dag in de week als juridisch medewerker op het kantoor van Boels Zanders in Eindhoven, vooral voor de Praktijkgroep Zorg. De rest van de week ben ik universitair docent Gezondheidsrecht aan de Universiteit Maastricht. Ik ben met name geïnteresseerd in het
vraagstuk van de aansprakelijkheid bij samenwerking van medisch specialisten, bijvoorbeeld bij operaties. Ook meer in het algemeen boeit mij het thema verantwoordelijkheden in de gezondheidszorg. Blaast na het werk stoom af door te wandelen. Daarbij kijk en luister ik graag naar vogels. Ook in planten ben ik zeer geïnteresseerd. Ik ben een liefhebber van de natuur.
Naam Emma Houtakkers (1986). In dienst 1 augustus 2011. Specialisatie Arbeidsrecht. Waarom BoelsZanders Advocaten Tijdens mijn studentstage in Venlo en Roermond werd het me al snel duidelijk dat binnen Boels Zanders een prettig professioneel en sociaal klimaat heerst. Bovendien sluiten de specialisaties van Boels Zanders goed aan bij mijn afstudeerrichting Recht en
Onderneming, een master gericht op voor de onderneming wezenlijke rechtsgebieden. Opvallend Ik ben assertief en leg makkelijk contacten. Daarnaast heb ik een heldere kijk op zaken. Bruikbare eigenschappen voor de toekomst. Blaast na het werk stoom af door Gezellig te eten en drinken met vrienden, te sporten, te lezen en steden te bezoeken.
6 appèl 3.2011
voorrecht Naam Sira Westerveld (1987). In dienst 1 september 2011. Specialisatie Vastgoedrecht.
Naam Sharon Fraats (1982). In dienst 1 september 2011. Specialisatie Ruimtelijk bestuursrecht, grondbeleid en daaraan gerelateerde onderwerpen zoals het onteigeningsrecht. Waarom Boels Zanders Advocaten Na een aantal jaren in de Randstad gewoond en gewerkt te hebben, werd het tijd terug te keren naar mijn geboorteplaats Maastricht. Boels Zanders kende ik vanuit mijn studententijd. Het
Waarom BoelsZanders Advocaten Omdat Boels Zanders bekend staat als een professioneel en (voor de regio Limburg) groot advocatenkantoor met veel specialistische kennis in huis. Ik hoop me hier in een goede en prettige werkomgeving te kunnen ontwikkelen tot een uitstekende vastgoedrecht-jurist. Opvallend Ik kan me echt vastbijten in een zaak en daar dan uren geconcentreerd en gedisciplineerd mee bezig zijn totdat de belangrijkste (rechts)vragen zijn opgelost. Blaast na het werk stoom af door te koken, te lezen, op stap te gaan met vriendinnen en lekker uit eten te gaan in het mooie Maastricht.
kantoor staat bekend om zijn hoge ambitieniveau en uitstekende dienstverlening. Opvallend Een oud-cliënt typeerde mij als volgt: ‘je gedrevenheid, je vasthoudendheid, je niet-praten-maar-poetsenmentaliteit en de passie voor je vak zijn aanstekelijk’. Blaast na het werk stoom af door leuke dingen te doen met mijn gezin, te hockeyen en met vrienden te koken.
Cookies aan banden gelegd Cookies: kleine spionnetjes die zich in je computer nestelen en je surfgedrag op internet registreren. Ze zijn de Europese privacybewakers al lang een doorn in het oog. Reden waarom de Europese Commissie in 2009 een richtlijn uitvaardigde die de Europese landen dwingt hun wetgeving over cookies aan te scherpen. Ook Nederland is nu zover. Eind juni nam de Tweede Kamer de ‘cookiewet’ aan. De precieze implicaties ervan moeten in de praktijk blijken, maar vast staat wel dat het gebruik van cookies aan strengere voorwaarden moet gaan voldoen. Aanvankelijk leek het er op dat de Tweede Kamer wilde dat internetgebruikers voor alle soorten cookies ondubbelzinnig toestemming moeten verlenen. Dit zou echter betekenen dat de gebruiker bij elke cookie een popup-scherm zou krijgen met een vraag als: ‘Do you agree that your behavior is tracked by this cookie?’. De Tweede Kamer vond dit te gortig en zwakte de strenge eis van ‘ondubbelzinnige’ toestemming daarom af naar ‘gewone’ toestemming. Dat wil zeggen dat de toestemming voldoende duidelijk uit enige uiting van de gebruiker moet zijn af te leiden, nadat hij adequaat over de cookie is geïnformeerd. Als de gebruiker niet besluit om zijn internetbrowser zodanig in te stellen dat cookies worden geblokkeerd, is dat in beginsel voldoende. Anders ligt dat bij het gebruik van cookies om van internetgebruikers persoonlijke profielen aan te maken. Marketingbureaus doen dit met behulp van de cookies van verschillende websites, om de persoonlijke
profielen vervolgens te verkopen of aan te wenden voor sterk persoonsgerichte marketing. Omdat hier duidelijk de privacy in het geding is, moeten internetbezoekers hiervoor voortaan wel ondubbelzinnig toestemming verlenen. Het niet vermeld staan in het volg-me-niet-register is onvoldoende. Ook het aanvinken van ‘sta alle cookies toe’ in de browser volstaat niet. De keuzemogelijkheden in de instellingen van de huidige browsers zijn hiervoor niet fijnmazig genoeg. De internetgebruiker moet in de toekomst gerichter dan nu kunnen kiezen welk type cookie, of van welke partij hij cookies op zijn computer wil toestaan. Het is nu aan de makers van de internetbrowsers en de e-marketeers om hier slimme oplossingen voor te bedenken. Oplossingen die voldoen aan het toestemmingsvereiste zonder het gebruiksgemak voor de internetgebruiker te veel te beperken. Voor meer informatie: Rens Jan Kramer, advocaat Handelsrecht (vestiging Maastricht).
rechtspraak
7 appèl 3.2011
advocaat van de duivel
Oude merk- registraties soms achterhaald Het merkenrecht is al jaren in beweging. Om een merk geregistreerd te krijgen moet je tegenwoordig aan strengere eisen voldoen dan vroeger. Dat geldt niet alleen voor een beeld- en/of woordmerk van een bedrijfslogo, maar ook voor een kleurmerk. Sommige organisaties voeren in hun communicatie-uitingen een dermate specifieke kleur, dat ze het gebruik door concurrenten willen voorkomen. Bekende voorbeelden zijn de kleur groen van KPN en de magenta-kleur van T-Mobile/Deutsche Telekom. Dat dergelijke kleurmerken aan strenge eisen moeten voldoen, heeft de rechtbank van Amsterdam onlangs bevestigd in een procedure van voetbalclub Ajax tegen een verkoper van een niet-origineel Ajaxvest. Wat was het geval? Ajax heeft in oktober 1996 bij het Benelux Merkenbureau haar kenmerkende combinatie van een rode baan op een witte achtergrond geregistreerd. Het vormt de basis van een reeks originele Ajax-producten, waaronder ook vesten. Een kledingverkoper verkocht vesten met dezelfde wit/rode kleurencombinatie, maar zonder Ajax-logo en zonder dat Ajax hiervoor toestemming had gegeven. De voetbalclub stapte daarop naar de rechter, met een beroep op het kleurmerk. De rechter wees dit echter af. Met verwijzing naar het Libertel-arrest van het Europese Hof uit 2003 stelde hij dat een beroep op een kleurmerk alleen mogelijk is als de kleuren zijn vastgelegd met aanduiding van een internationaal erkende kleurcode (zoals PMS, PTS of RAL). Ook moet in de registratie duidelijk zijn in welke combinatie en omtrek de kleuren precies worden gebruikt. Het zomaar noemen van twee kleuren met een code is te algemeen. Dat Ajax de procedure toch won, komt doordat de kledingverkoper overduidelijk gebruik maakte van de bekendheid van de club, onder meer door zijn vesten bij het Ajax-stadion te verkopen. Had hij de kleuren in een overhemd gebruikt en elders in het land verkocht, dan was het nog maar de vraag geweest of Ajax daartegen met een beroep op het kleurmerk had kunnen optreden. In zo’n geval zou het veel moeilijker zijn geweest de verkoper van onrechtmatig handelen te betichten. Les uit dit alles: de oude registratie van Ajax blijkt weinig waarde meer te hebben. De club kan uiteraard haar kleurmerk opnieuw laten registreren, maar dat zal dan veel duidelijker moeten gebeuren dan vroeger. Bedrijven en organisaties (ook Limburgse voetbalclubs) doen er daarom goed aan hun oude merkregistraties weer eens tegen het licht te houden. Misschien bieden deze minder bescherming dan u verwacht. Voor meer informatie: Sharinne Ibrahim, advocaat handelsrecht.
Een advocaat verplicht? In steeds meer geschillen kan de rechtzoekende burger zonder tussenkomst van een advocaat zijn of haar probleem aan de rechter voorleggen. Voor geld- vorderingen is de grens recent verhoogd tot geschillen die een maximum van € 25.000,belopen. In arbeidsgeschillen, die door de kantonrechter worden behandeld, geldt evenmin de verplichting een advocaat in de arm te nemen. Ook in civielrechtelijke kortgedingprocedures kan de gedaagde, ongeacht de omvang van het geschil, zonder advocaat zijn verhaal bij de rechter doen. Waarom die versoepeling? De belangrijkste reden lijkt te zijn dat de verplichting om een advocaat in te schakelen drempelverhogend werkt voor de individuele burger. Of, op z’n Hollands gezegd: een advocaat is voor velen te duur. Daarnaast wordt de gefinancierde rechtshulp steeds verder beperkt, waardoor steeds minder mensen daarvoor in aanmerking komen. Een loffelijk streven van de wet- gever, zo lijkt het op het eerste gezicht, die drempelverlaging. Een onvoldoende doordachte actie, vind ik. Immers, de rechtzoekende zonder advocaat wordt anno 2011 wel geconfronteerd met een steeds hoger griffierecht,
een soort entreeprijs om de rechtszaal binnen te mogen. Maar dat niet alleen. Aan de juridisering van onze maatschappij lijkt geen halt toe te roepen. Het beginsel dat eenieder geacht wordt de wet te kennen, gaat minder op dan ooit tevoren. Een willekeurige zoektocht via Google leert dat Nederland 138.764 wettelijke bepalingen kent. Ik ken er slechts een fractie van. Daarbij bevind ik mij in goed gezelschap. Dat gaat immers ook op voor andere advocaten en voor rechters. En, als die beroepsgroepen al niet alle wetten kennen, hoe kan de wetgever de burger dan alleen loslaten in dat woud van regelgeving? In het bestuursrecht geldt geen verplichte procesvertegenwoordiging. Bij het hoogste rechtsprekende orgaan, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, worden wettelijke bepalingen uitermate streng toegepast. Enige coulance voor de eenvoudige burger die zelf zijn recht zoekt omdat hij geen advocaat kan betalen, valt niet te verwachten. Juist bij die procedures is ondersteuning van een vakman of vakvrouw naar mijn stellige overtuiging onontbeerlijk. Daarbij komt dat, door procesvertegenwoordiging in elk geval in het bestuursrecht verplicht te stellen, het geschil op een veel adequatere manier, op de juiste wijze in het passende juridische kader geformuleerd, aan de rechter kan worden voorgelegd. Dat móet wel tot een efficiëntere rechtspraak – en dus kostenbesparing - leiden. Preek ik voor eigen parochie? Ja, maar dat doet niets af aan de kracht van de bovengenoemde argumenten. Herm Lamers
rechttoe
Baby erbij? Prestatiebonus eraf
Boels Zanders in bestuur Internationaal Netwerk Advocatenkantoren
Werkgevers maken geen onderscheid op grond van geslacht als ze werkneemsters geen prestatiebonus uitkeren over de periode dat ze zwangerschapsen bevallingsverlof hebben. Dat blijkt uit drie recente uitspraken van de Commissie Gelijke Behandeling. Deze ziet erop toe dat op het gebied van werk, opleiding of het verkrijgen van goederen en diensten in ons land het gelijkheidsbeginsel wordt nageleefd (‘gelijke gevallen dienen een gelijke behandeling te krijgen’) en er niet wordt gediscrimineerd.
Jeroen Oehlen, advocaat bij Boels Zanders, is sinds juni van dit jaar lid van het bestuur van Advoc. Dit wereldwijde netwerk van advocatenkantoren bestaat inmiddels twintig jaar en is bedoeld om cliënten die internationaal actief zijn, optimaal te bedienen.
De uitspraken van de commissie zijn in lijn met een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam uit april 2010. Die stelde bij de beoordeling van de aan haar voorgelegde korting op een prestatiebonus dat deze bonus niet afhankelijk was van de uitkomst van de individueel verrichte arbeid, maar van de gezamenlijk door de werknemers geleverde prestaties. De werkgever heeft daardoor het recht om bij ‘inactieve werkneemsters’, naar rato van de lengte van het verlof, een korting toe te passen op de prestatiebonus. Niet alleen de bonussen die gekoppeld zijn aan het behalen van individuele doelstellingen kunnen dus worden gekort, maar ook de bonussen die voor alle werknemers gelden (en worden gekoppeld aan bijvoorbeeld omzet of winst). Op grond van uitspraken van het Europese Hof van Justitie mag een werkgever de bonus overigens ook korten bij afwezigheid wegens een aan zwangerschap gerelateerde ziekte. Voorwaarde is dan wel dat de werkgever dezelfde korting
toepast bij ziekte van mannelijke werknemers. Is er dan geen enkel goed nieuws voor zwangere werkneemsters? Misschien dit: in één van de drie uitspraken oordeelde de Commissie Gelijke Behandeling dat zwangerschap en bevalling geen reden mogen zijn om te worden gekort op een eventuele vitaliteitsbonus (werknemers krijgen extra betaald als ze zich niet of nauwelijks ziek melden). Dit is echter geen bindend oordeel van de Commissie. Vraag is bovendien hoe zo’n vitaliteitsbonus zich in de praktijk verhoudt tot een prestatiebonus gekoppeld aan individuele doelstellingen (bijvoorbeeld over ziekteverzuim). Zit daar zo veel verschil tussen, terwijl de een wel mag worden gekort en de ander niet? Werkgevers doen er goed aan al dit soort zaken duidelijk in hun bonusreglement op te nemen: bij inactiviteit van werknemers, om wat voor reden dan ook, heeft de werkgever het recht de prestatiebonus te korten, naar rato van de duur van de inactiviteit. Het ligt voor de hand hierbij een ondergrens te hanteren van bijvoorbeeld een maand, maar dat kan ook korter of langer zijn. Voor meer informatie: Hayat Barahmun, advocaat arbeidsrecht vestiging Eindhoven
Oehlen stelde zich kandidaat voor het bestuur omdat Boels Zanders zeer actief is binnen het Advoc-netwerk. ‘Dat doen wij om onze internationaal actieve cliënten kwalitatief de beste service te kunnen bieden. Een cliënt met een probleem in het buitenland wil meer dan een lijst met namen en telefoonnummers van buitenlandse advocatenkantoren. Wij blijven die cliënt begeleiden en adviseren, waarbij we intensief samenwerken met het Advoc-kantoor in het land waar het probleem speelt. Boels Zanders zorgt daarbij als intermediair voor de aansturing en communicatie. De cliënt is er zo van verzekerd dat alles goed verloopt, zonder verlies van de persoonlijke aanpak die hij van ons gewend is.’ De board van Advoc gaat zich de komende jaren vooral richten op de verdere kwalitatieve verdieping van het netwerk, vertelt Oehlen. ‘Advoc heeft in de eerste vijftien jaar van haar bestaan veel energie gestoken in de totstandkoming van een groot en goed gespreid netwerk. Inmiddels zijn we vertegenwoordigd in alle belangrijke zakencentra in de wereld. De focus verschuift nu naar het verder uitbouwen van de kwaliteit van de dienstverlening, onder meer door kwaliteits- en tevredenheidsmonitoring. Ook hebben we geïnvesteerd in een nieuwe website met een uitgebreid intranet. Advoc wil de drempels om met elkaar te communiceren zo laag mogelijk maken. Hoe sneller de advocaten de juiste collega’s in het buitenland vinden, des te beter de dienstverlening naar de cliënt.’
colofon Uitgave Boels Zanders Advocaten Redactieadres Postbus 196, 6040 AD Roermond 0f
[email protected] Copy en eindredactie John Cüsters Ontwerp Zuiderlicht Fotografie Arjen Schmitz Illustratie Cyprian Koscielniak Druk Walters
Boels Zanders Advocaten www.boelszanders.nl