Stichting Pensioenfonds Achmea Jaarverslag 2011
? N E O I S N MIJN PE ! D L E G E GOED GER
Inhoudsopgave Bestuursverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
5
1. Voorwoord 2. Karakteristieken van het fonds 2.1 Profiel 2.2 Kerncijfers 2.3 Bestuur en organisatie 3. Verslag van het bestuur 3.1 Inleiding 3.2 Bestuursvergaderingen 3.3 Pensioenakkoord 3.4 Uitbesteding 3.5 Uitvoeringsovereenkomsten 3.6 Waardeoverdracht 3.7 Toeslagverlening 3.8 Extern toezicht 3.9 Deskundigheidsbevordering 3.10 Naleving wet- en regelgeving 3.11 Compliance 3.12 Aanpassing regels voor herverzekerde pensioenfondsen 3.13 Communicatie 3.14 Ontwikkeling aantal verzekerden 3.15 Pensioenparagraaf 3.16 Financiële paragraaf 3.17 Actuariële paragraaf 3.18 Beleggingsparagraaf 3.19 Risicoparagraaf 3.20 Toekomstparagraaf 4. Verslagen 4.1 Verslag van het verantwoordingsorgaan 4.2 Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan 4.3 Verslag van de raad van toezicht 4.4 Reactie bestuur op het verslag van de Raad van Toezicht
6 7 7 7 8 12 12 12 14 16 17 18 18 19 19 20 20 20 20 21 22 23 24 24 31 33 34 34 35 35 36
Jaarrekening 2011
37
1. Balans per 31 december 2011 2. Staat van baten en lasten over 2011 3. Kasstroomoverzicht 2011 4. Toelichting behorende bij de jaarrekening 2011 5. Toelichting op de balans per 31 december 2011 6. Toelichting op de staat van baten en lasten over 2011
38 40 41 42 45 51
Overige gegevens
57
1. Bestemming resultaat 2. Actuariële verklaring 3. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
58 59 60
Bijlagen
61
1. Regelingen 2. Verklaring pensioenterminologie
62 66
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Bestuursverslag 2011
Bestuursverslag 2011
2. Karakteristieken van het pensioenfonds
Hiermee presenteren wij het jaarverslag over het jaar 2011 van Stichting Pensioenfonds Achmea (SPA). Met dit verslag
2.1 Profiel
Bestuursverslag 2011
1. Voorwoord geven wij u een beeld van de financiële positie ultimo 2011 van het fonds en de ontwikkelingen in 2011.
Stichting Pensioenfonds Achmea (SPA), statutair gevestigd te Utrecht, hierna aan te duiden als de stichting of het fonds is Ook 2011 stond in het teken van de gevolgen die samenhangen met de financieel-economische crisis. Veel pensioenfondsen
ontstaan op 1 juni 2009. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 30201324. De stichting is
hebben een herstelplan moeten opstellen en hebben moeten nadenken over het mogelijk korten van aanspraken en rechten.
een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij de Pensioenfederatie. Het fonds heeft tot doel uitvoering te geven aan
Voor het Pensioenfonds Achmea is dit niet aan de orde. Om de aanspraken zoveel mogelijk te beschermen, zijn deze bij
de pensioenreglementen, die een weerslag vormen van de pensioenovereenkomsten die de aangesloten ondernemingen
Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. verzekerd. Daarnaast is met de werkgever Achmea afgesproken dat deze
(Achmea Interne Diensten N.V. en InShared B.V.) zijn aangegaan met hun werknemers. De laatste statutenwijziging was op
extra financiële middelen aan het fonds ter beschikking stelt, indien dit noodzakelijk is. Uiteindelijk heeft het fonds in 2011
15 maart 2012.
het boekjaar met een negatief resultaat van € 36,5 mln. afgesloten. Dit resultaat is samengesteld uit een negatief resultaat uit hoofde van herverzekering van € 71,1 mln., een aanvullende storting door de werkgever van € 33,1 mln. en positieve overige
2.2 Kerncijfers
resultaten ad € 1,5 mln. Het verlies uit hoofde van herverzekering wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van het rendement op de beleggingen binnen het gesepareerde depot ten opzichte van de toename van de verplichtingen. Ondanks het bovenstaande en ondanks het feit dat een crisis als deze ook voor het pensioenfonds merkbaar is, is het Pensioenfonds Achmea nog steeds een relatief gezond en solide fonds. Het fonds heeft in 2011 met een aantal belangrijke ontwikkelingen te maken gehad. Allereerst betreft dit het pensioenakkoord. Het kabinet is in juni 2011 met sociale partners het pensioenakkoord overeengekomen. Door de val van het kabinet Rutte kwam het pensioenakkoord op losse schroeven te staan. In mei 2012 is er een nieuwe, belangrijke stap gezet in de discussie over het toekomstbestendig maken van het pensioenstelsel. Een ander in 2011 actueel onderwerp betrof de wettelijke regels voor governance en medezeggenschap voor pensioenfondsen,
( x € 1.000) Aandeel herverzekeraar in technische voorzieningen Reserves
2011
2010
2009
3.305.059
2.686.464
2.255.817
159.907
196.425
128.667
Dekkingsgraad (voor kredietafslag)
104,8%
107,3%
105,7%
Bijdrage werkgever en werknemers
316.882
195.866
209.986
63.451
59.215
52.629
266.744
180.610
193.204
2011
2010
2009
Deelnemers
13.548
14.059
14.465
Gewezen deelnemers
11.434
11.058
10.393
3.222
2.798
2.583
234
223
150
28.438
28.138
27.591
2
2
2
2011
2010
2009
Opgebouwde pensioenaanspraken van actieven
1,25%
1,00%
3,25%
Ingegane pensioenen en pensioenaanspraken van gewezen deelnemers 4)
1,38%
0,40%
1,32%
Uitgekeerde pensioenen Herverzekeringspremies en koopsommen
1)
Aantallen
die integraal moeten worden herzien om te kunnen voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de huidige ontwikkelingen op pensioengebied. Het fonds volgt de ontwikkelingen in deze landelijke dossiers op de voet en is met stakeholders in gesprek over de mogelijke gevolgen. Het fonds heeft in 2011 een stevige stap vooruit gezet in het risicomanagement. Het risicobeleid van het fonds is beschreven, er is een inventarisatie gemaakt van de risico’s en de beheersmaatregelen, een plan van aanpak is gemaakt en het beleid is geïmplementeerd. Binnen het pensioenbureau is een risicomanager aangesteld. Op het gebied van de beleggingen is met het vaststellen van beleggingsbeginselen (ook wel investment believes genoemd) een
Pensioengerechtigden 2) Arbeidsongeschiktheidspensioen Totaal Werkgevers 3)
belangrijke basis voor beleidsvorming en risicomanagement ten aanzien van de beleggingen gelegd.
Toeslagverlening per 1 januari Het fonds hecht veel belang aan goede communicatie met alle belanghebbenden. Dit is een speerpunt voor het fonds. SPA heeft heel duidelijk de ambitie om voorop te willen lopen, innovatief te willen zijn. Daarom willen wij bijblijven op het gebied van nieuwe communicatiemiddelen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan sociale media en financiële planning. Dit is in 2011 opgenomen in het beleid en zal in 2012 worden uitgevoerd. Dit verslag bevat de uitkomsten van het financieel beheer en de actuariële analyse van het resultaat. In het verslag zijn naast
Toelichting
de financiële aangelegenheden ook andere onderwerpen beschreven, die de aandacht van het bestuur vroegen.
1) De toeslagkoopsommen per 1 januari van enig boekjaar worden in dat boekjaar verwerkt. 2) Is exclusief gepensioneerden met een arbeidsongeschiktheidspensioen.
Wij spreken een woord van dank uit aan iedereen, die in het verslagjaar voor het fonds werkzaam is geweest.
3) InShared is met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 een aangesloten onderneming.
Apeldoorn, 21 juni 2012
4) De toeslagverlening van ingegane pensioenen en pensioenaanspraken van gewezen deelnemers is voorwaardelijk; er is geen recht op toeslag en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagverlening zal plaatsvinden. Voor een deel van de populatie gelden voor 2010 en 2011 afwijkende percentages (in verband met een andere referteperiode): 2010: 0,10%; 2011: 1,35%.
Namens het bestuur van Stichting Pensioenfonds Achmea J.R.P. van den Brink, voorzitter A.M. de Graaf, secretaris
6
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
7
Bestuursverslag 2011
2.3 Bestuur en Organisatie
ingenomen en in de functie die vacant kwam tweede plaatsvervangend bestuurslid is de heer Roos benoemd. In de functie van werknemersbestuurslid die is vrijgevallen als gevolg van het aftreden van mevrouw Weterings is - op basis van de uitslag
Bestuurssamenstelling
van de verkiezingen - voorzien door de benoeming van mevrouw Pásztor. In de vacature van plaatsvervangend bestuurslid
Het bestuur van het fonds bestaat uit tien bestuursleden. Vijf leden worden aangewezen door de werkgevers en vijf
van de zijde van de pensioengerechtigden die ontstond door het aftreden van mevrouw Sieders, is voorzien door de
bestuursleden worden benoemd door de Centrale Ondernemingsraad (COR), casu quo de pensioengerechtigden, op basis
benoeming van mevrouw Hoogteijling. Door de centrale ondernemingsraad zijn verkiezingen gehouden voor het invullen
van verkiezingen. Zowel actieve deelnemers als pensioengerechtigden komen in aanmerking voor de benoeming tot
van de zetel aan de zijde van de werknemers. Het bestuur van het fonds heeft verkiezingen georganiseerd voor het invullen
werknemersbestuurslid. Daarnaast kent het fonds vier plaatsvervangende bestuursleden, twee van werknemerszijde en twee
van de zetel aan de zijde van de pensioengerechtigde deelnemers.
van de zijde van de pensioengerechtigden. Deze bestuursleden worden eveneens benoemd op basis van verkiezingen. Het bestuur stelt de verhouding vast tussen de bestuursleden namens de actieve deelnemers en de pensioengerechtigden.
Wij zijn de afgetreden bestuursleden veel dank verschuldigd voor de werkzaamheden die zij voor het fonds en zijn
Deze samenstelling is sinds de fusie drie namens de actieve deelnemers en twee namens de pensioengerechtigden. Eén van de
rechtsvoorgangers hebben verricht.
leden die door de werkgevers is benoemd, wordt als voorzitter aangewezen. De door de COR en de pensioengerechtigden benoemde bestuurleden kiezen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter. Deze is in functie als secretaris.
Wij danken de ondernemingsraad voor de bereidwilligheid om voor het fonds een verkiezing te organiseren.
De zittingsduur van bestuursleden bedraagt volgens de statuten vier jaar. Het bestuur heeft een rooster van aftreden
Dagelijks bestuur
opgesteld om de continuïteit met betrekking tot de opgebouwde kennis te waarborgen.
Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de voorzitter en de secretaris van het fonds. Het dagelijks bestuur bestaat uit de heren J.R.P. van den Brink en A.M. de Graaf. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse leiding van het fonds.
Eind 2011 bestond het bestuur van het fonds uit de volgende personen: Naam
Functie
Vertegenwoordiging
Lid sinds
Datum aftreden
Dhr. J.R.P. van den Brink
Voorzitter
Werkgevers
1 juni 2009
1 juni 2013
Dhr. M.J.J. Creemers
Bestuurslid
Werkgevers
1 juni 2009
1 juni 2013
Dhr. M. Friedel
1e Plv. bestuurslid
Werknemers
27 januari 2011
1 juli 2014
Dhr. A.M. de Graaf
Secretaris
Werknemers
1 juni 2009
1 juli 2013
Mw. A.W. Hoogteijling
1e Plv. bestuurslid
Pensioengerechtigden
8 december 2011
8 december 2015
Dhr. G.N. Koelemeij *)
Bestuurslid
Werkgevers
1 juni 2009
1 juni 2013
Dhr. W.A. Roos
2e Plv. bestuurslid
Werknemers
31 oktober 2011
31 oktober 2015
Mw. S. Spek
Bestuurslid
Werkgevers
5 december 2011
5 december 2015
Dhr. C.J. Spruyt **)
Bestuurslid
Pensioengerechtigden
1 juni 2009
1 juli 2012
Dhr. W.A. Stegink
Bestuurslid
Werknemers
1 juni 2009
1 juli 2012
Dhr. J.M.M. van Tuyl
Bestuurslid
Pensioengerechtigden
1 juni 2009
1 juli 2013
Dhr. G.C.M. Warmerdam
Bestuurslid
Werkgevers
23 augustus 2011
23 augustus 2015
Vacature ***)
Bestuurslid
Werknemers
n.v.t.
n.v.t.
Vacature
2e Plv. bestuurslid
Pensioengerechtigden
n.v.t.
n.v.t.
de heer Koelemeij is per 29 februari 2012 afgetreden als bestuurder als gevolg van het feit dat hij per die datum het dienstverband met Achmea heeft beëindigd. Er is in deze vacature voorzien door de benoeming van de heer G.T.J. Meulenbroek per 20 juni 2012.
*)
Vanwege gewijzigde getalsverhoudingen tussen pensioengerechtigden en actieve deelnemers is deze zetel per 1 juli 2012 ingevuld door de actieve deelnemers.
Organen Vanuit zijn verantwoordelijkheid voor Goed Pensioenfondsbestuur heeft het bestuur de hiernavolgende organen ingesteld.
Verantwoordingsorgaan Het fonds kent een verantwoordingsorgaan, waarin de actieve deelnemers, de gewezen deelnemers, de pensioengerechtigden en de werkgevers zijn vertegenwoordigd. Het verantwoordingsorgaan oordeelt over het handelen door het bestuur, over het uitgevoerde beleid door het bestuur, de gemaakte beleidskeuzes voor de toekomst en oordeelt of de belangenbehartiging op evenwichtige wijze heeft plaatsgevonden. Verder heeft het verantwoordingsorgaan ten aanzien van bepaalde onderwerpen een recht van advies. Van werknemerszijde is de heer R.F.H.M. van Schaik op 1 juni 2011 afgetreden wegens zijn vertrek bij Achmea. De vacature die als gevolg van zijn vertrek is ontstaan, is ingevuld door de benoeming van de heer M.P. Starreveld. De heer Starreveld was tot die datum plaatsvervangend lid van het orgaan. Dit betekent dat de functie van plaatsvervangend lid vacant is geworden. Wij danken de heer Van Schaik voor de werkzaamheden die hij voor het fonds heeft verricht. Aan het eind van het verslagjaar was het verantwoordingsorgaan als volgt samengesteld: Naam
Functie
Vertegenwoordiging
Dhr. W.H.J. van Benthem
Lid
Werknemers
Dhr. R.A. van de Graaf
Voorzitter
Werkgevers
Dhr. J. de Jong
Lid
Pensioengerechtigden
Dhr. P. de Lange
Plaatsvervangend lid
Pensioengerechtigden
Mw. E. Lundgren
Lid
Gewezen deelnemers
Dhr. M.P. Starreveld
Lid
Werknemers
Dhr. E. Valk
Lid
Werkgevers
Vacature
Plaatsvervangend lid
Werknemers
**)
Op 12 januari 2012 is in de vacature voorzien door de benoeming van mevrouw Pásztor.
***)
Vacatures Binnen het bestuur zijn in het verslagjaar vacatures ontstaan door het vertrek van een vijftal bestuursleden, twee van werkgeverszijde en drie van werknemerszijde. Van werkgeverzijde zijn de heren Veldt en Heijndijk afgetreden. De heer Veldt is op 30 april 2011 afgetreden als gevolg van een wisseling van functie binnen Achmea. Deze functie bleek niet verenigbaar met de functie van bestuurslid van het fonds. Dit geldt ook voor de heer Heijndijk. Ook hij heeft een andere functie binnen Achmea aanvaard, die niet verenigbaar was met de functie van bestuurslid van het fonds en is op 30 november 2011
Deelnemersraad
afgetreden. In hun opvolging is voorzien door de benoeming van de heer Warmerdam en mevrouw Spek.
De deelnemersraad van het fonds bestaat uit 10 leden. De zittingsduur bedraagt vier jaar. De deelnemers en pensioen gerechtigden zijn op basis van hun onderlinge getalsverhoudingen vertegenwoordigd. De deelnemersraad adviseert het
Van werknemerszijde is de heer Menger op 30 juni 2011 afgetreden wegens het aanvaarden van een functie buiten Achmea.
bestuur van het fonds gevraagd of ongevraagd over aangelegenheden die het pensioenfonds betreffen. Het is de taak van de
Op dezelfde datum zijn de dames Weterings en Sieders afgetreden, conform het rooster van aftreden. De heer Menger was
deelnemersraad om te adviseren over de in de statuten en het reglement deelnemersraad als zodanig benoemde onderwerpen.
tweede plaatsvervangend bestuurslid. De heer Friedel heeft thans de functie van eerste plaatsvervangend bestuurslid (zie volgende pagina voor de samenstelling van de deelnemersraad)
8
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
9
Bestuursverslag 2011
Uitvoeringsorganisatie
De samenstelling van de deelnemersraad was ultimo 2011 als volgt: Naam
Functie
Vertegenwoordiging
Mw. K.J.G.M. van Hout
Lid
Werknemers
Dhr. P.W. Baardse
Lid
Werknemers
Dhr. T.J.J. van Dijk
Voorzitter
Pensioengerechtigden
Dhr. B.A. Otten
Lid
Pensioengerechtigden
Dhr. E.J. Boesten *)
Lid
Werknemers
Mw. M.Y.P. van den Hombergh
Lid
Werknemers
Dhr. R.J. de Jong
Lid
Werknemers
Mw. E. Kluin-van Veluwen
Lid
Werknemers
Dhr. W.A. van den Broek
Lid
Werknemers
Dhr. W.J. Spekreyse
Lid
Werknemers
*) de heer Boesten is per 1 mei 2012 aftreden.
Het fonds heeft de pensioenadministratie uitbesteed aan Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. (AP&L). Het afgesproken niveau van de dienstverlening is in een Service Level Agreement (SLA) vastgelegd.
Compliance officer Het bestuur heeft een compliance officer aangesteld die in algemene zin verantwoordelijk is voor het bewaken van de correcte naleving van de gedragscode door alle betrokkenen. Het bestuur heeft besloten deze functie door Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen LLP te laten uitvoeren. De compliance officer wordt vanuit het pensioenbureau ondersteund.
Pensioenbureau Het bestuur wordt ondersteund door het pensioenbureau. Het pensioenbureau van SPA is integraal en volledig verantwoordelijk ten behoeve van het in control zijn van het pensioenfondsbestuur met betrekking tot de governance (beleid, financieel, uitvoering en communicatie), het beheer van het vermogen, het risicomanagement en de uitvoering van de pensioenregeling. Het bureau ondersteunt in die rol het bestuur op proactieve wijze. Daarnaast draagt het pensioenbureau
Intern toezicht
zorg voor de coördinatie van de door het bestuur aan derden opgedragen taken. Desgevraagd dan wel op eigen initiatief
Het intern toezicht heeft de vorm van een raad van toezicht. Het is de taak van de raad van toezicht om de beleids- en
adviseert het pensioenbureau het bestuur in alle gevallen waarin het belang van het fonds dit meebrengt.
bestuursprocedures, de beleids- en bestuursprocessen en de beheersingsmaatregelen binnen het fonds, de wijze van aansturing van het fonds en de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico’s op de langere termijn, te
Externe ondersteuning
beoordelen. Aan het eind van het verslagjaar bestond de raad van toezicht uit de heren J.P. Nieuwenhuizen, J.C. Hokke en
Het fonds wordt bijgestaan door Montae voor actuariële vraagstukken en risicobeheersing op lange termijn. Op het gebied
C.A.G. Vernooij.
van beleggingen, waaronder het strategisch beleggingsbeleid, wordt het fonds bijgestaan door Sprenkels & Verschuren.
Bestuurlijke commissies
Controlerend Accountant
Certificerend Actuaris
Het bestuur heeft een aantal commissies ingesteld die verantwoordelijk zijn voor de beleidsvoorbereiding van de specifieke
KPMG Accountants N.V.
Aon Hewitt
taakgebieden die het fonds kent en het bestuur hierover adviseert. Eind 2011 kende het fonds de volgende commissies,
W. Teeuwissen RA
Drs. A.G.M. den Hartogh AAG
waarvan de invulling aan het eind van het verslagjaar als volgt was:
Rijnzathe 14
Admiraliteitskade 62
3454 PV De Meern
3063 ED Rotterdam
De heren G.N. Koelemeij (voorzitter), M.J.J. Creemers, M. Friedel, en W.A. Stegink
Adviserend actuaris
Beleggingsadviseur
- Commissie wet- en regelgeving:
Montae
Sprenkels & Verschuren Actuarissen & Consultants
De heren J.M.M. van Tuyl (voorzitter) en W.A. Roos en mevrouw A.W. Hoogteijling
Dr. R. den Hertog AAG
Ir. drs. M. Euverman AAG CFA
- Commissie communicatie:
Verrijn Stuartlaan 1F
Haaksbergweg 13
De heer C.J. Spruyt (voorzitter) en de dames A. Pásztor en S. Spek
2288 EK Rijswijk
1101 BP Amsterdam
Compliance officer
Verzekeraar en administrateur
- Commissie Financiën
- Commissie beleggingen: De heren W.A Stegink (voorzitter), M.J.J. Creemers en G.C.M. Warmerdam
Holland van Gijzen Advocaten en Notarissen LPP
Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V.
Het fonds kende in het verslagjaar ook een tweetal tijdelijke, dan wel ad hoc commissies / werkgroepen, te weten:
Mr. N.M. Opdam
Prins Willem Alexanderlaan 651
- Verkiezingscommissie:
Antonio Vivaldistraat 150
7311 NB Apeldoorn
De heren J.M.M. van Tuyl (voorzitter) en G.J. Koelemeij
1083 HP Amsterdam
- Werkgroep rapportages: De heren A.M. de Graaf (voorzitter), M. Friedel, G.J. Koelemeij, C.J. Spruyt en G.C.M. Warmerdam
Fiduciair management & strategisch advies
Pensioenbureau
Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V.
Pensioenbureau Stichting Pensioenfonds Achmea
De (tijdelijke) commissies / werkgroepen worden ondersteund door het pensioenbureau. De commissie communicatie wordt
Rijnzathe 10
Prins Willem Alexanderlaan 651
tevens ondersteund door Syntrus Achmea.
3565 BL Utrecht
7311 NB Apeldoorn
Herverzekering Het fonds heeft de pensioenverplichtingen met een zogenaamd garantiecontract volledig herverzekerd bij Achmea Pensioenen Levensverzekeringen N.V. De beleggingen zijn ondergebracht in een Gesepareerd Beleggingsdepot met Garantiecontract (GDG). In de Beleggingsparagraaf wordt verslag gedaan van de ontwikkelingen op het gebied van het vermogensbeheer en de ontwikkelingen die zich in het verslagjaar binnen de beleggingsportefeuille hebben voorgedaan.
10
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
11
Bestuursverslag 2011
3. Verslag van het bestuur
zijn beleggingsbeleid. Het actieplan is een concrete vertaling naar activiteiten en maatregelen die het fonds neemt om in de uitvoering van zijn beleid succesvol te kunnen zijn.
3.1 Inleiding Het beleggingsbeleid voor 2012 staat in het teken van een aantal belangrijke thema’s. Deze thema’s zijn: de huidige financiële Het bestuur van SPA brengt hierbij verslag uit over de verrichte werkzaamheden, het gevoerde beleid en de
crisis, het sturen op risico’s en een onderzoek naar diversificatiemogelijkheden in de beleggingsportefeuille. Daarnaast zullen,
pensioenontwikkelingen in het jaar 2011. Het doel van het verslag is om informatie te verschaffen over de stand van zaken,
zodra er voldoende duidelijkheid over de uitwerking van het pensioenakkoord is, de gevolgen voor het vermogensbeheer in
de resultaten en wijzigingen in de financiële positie van het fonds. Deze verslaggeving is afgestemd op de Pensioenwet en de
kaart worden gebracht en zal het beleid daarop, voor zover nodig, worden aangepast.
Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zoals deze over 2011 van toepassing zijn. In 2011 is een aantal activiteiten uitgevoerd die samenhangen met de inrichting en structuur van het fonds. Voorts is, vanwege de financieel-economische situatie, veel
Beleggingsbeginselen
aandacht besteed aan de financiële positie van het fonds.
Tijdens het verslagjaar heeft het bestuur, op voorstel van de commissie beleggingen, beleggingsbeginselen (ook wel investment believes genoemd) voor het fonds besproken en vastgesteld. Deze bieden een goed referentiepunt bij toekomstige
Het bestuur heeft voor 2011 een aantal speerpunten benoemd. Dit betreft een vijftal onderwerpen waarop het bestuur zijn
beleggingsbeslissingen. Ook kunnen ze gebruikt worden in de communicatie naar achterban en toezichthouders.
bijzondere aandacht heeft gericht. Deze onderwerpen zijn: deskundigheidsbevordering, governance, risicomanagement, communicatie en uitbesteding. Wij gaan elders in dit jaarverslag dieper op deze onderwerpen in.
Governance beleggingen De beleggingen in het kader van de herverzekeringsovereenkomst zijn juridisch eigendom van de verzekeraar. In de
3.2 Bestuursvergaderingen
herverzekeringsovereenkomst zijn afspraken gemaakt over de zeggenschap van SPA in het beleggingsbeleid binnen het depot. Tijdens het verslagjaar zijn deze afspraken door het bestuur in kaart gebracht.
Het bestuur heeft in het verslagjaar achtmaal vergaderd, te weten op 11 januari, 1 februari, 12 april, 21 juni, 8 en 9 september (heidagen), 11 oktober en 29 november. Het bestuur heeft tweemaal meer vergaderd dan in 2010. Deze toename van het
Statuten en reglementen
aantal vergaderingen hangt samen met het feit dat extra bestuursaandacht werd gevraagd voor de totstandkoming van de
Bij de fusie tussen het voormalig Pensioenfonds Achmea Personeel en het voormalig Pensioenfonds Interpolis naar het
herverzekeringsovereenkomst.
huidige fonds is de toegankelijkheid van het ‘Achmea pensioenreglement 1’ voor deelnemers ter sprake geweest. Er is toen afgesproken dit reglement aan te passen naar analogie van het ‘SPI Pensioenreglement 2006B’, het pensioenreglement van
Jaarlijks organiseert het bestuur van het fonds heidedagen in aanwezigheid van de organen, de adviseurs en medewerkers van
het voormalig Pensioenfonds Interpolis. De commissie wet- en regelgeving heeft in april van het verslagjaar het
het pensioenbureau. Heidagen worden gehouden voor het voeren van strategische en beleidsmatige discussies. Ook tijdens de
pensioenreglement in de nieuwe stijl aan het bestuur voorgelegd. Het bestuur heeft dit reglement vervolgens vastgesteld. Aan
heidag in het verslagjaar heeft het bestuur zich over een aantal beleidsmatige en strategische onderwerpen gebogen. Onder
de deelnemersraad is om advies gevraagd. Omdat het reglement weliswaar niet inhoudelijk maar wel tekstueel soms
leiding van een dagvoorzitter heeft het bestuur de (mogelijke) gevolgen van het pensioenakkoord voor het fonds besproken,
substantiële wijzigingen heeft ondergaan, heeft de deelnemersraad deze wijzigingen uitvoerig besproken. Voorts zijn de
is een uitleg gegeven over fiduciair pensioenmanagement, zijn de ontwikkelingen op het gebied van governance besproken en
wijzigingen met het pensioenbureau besproken, waarna nogmaals tekstuele wijzigingen zijn doorgevoerd. Het reglement is
heeft een communicatiedeskundige duidelijk gemaakt dat sociale media een grote rol kunnen spelen bij communicatie. Tot
opnieuw aan het bestuur ter vaststelling aangeboden. Het bestuur heeft deze aangepaste versie na afloop van het verslagjaar
slot heeft de verzekeraar een presentatie gegeven over de uitvoering van de pensioenadministratie.
vastgesteld. De deelnemersraad heeft een positief advies over het nieuwe reglement uitgebracht.
Tijdens het verslagjaar hebben onder meer de onderstaande onderwerpen op de agenda van de bestuursvergaderingen
Voorts zijn de statuten en andere relevante documenten van het fonds tijdens het verslagjaar gewijzigd. De wijzigingen
gestaan. Overigens maken de andere onderdelen van hoofdstuk 3 op reguliere basis ook deel uit van de agenda van het
houden verband met de in 2010 besloten mogelijkheid andere werkgevers bij het fonds aan te sluiten. Achmea heeft het fonds
bestuur.
verzocht deze mogelijkheid te openen, opdat op alle werknemers dezelfde pensioenregeling van toepassing is. Dit betreft werkgevers van aan Achmea gelieerde ondernemingen. In concreto betreft het hier de aansluiting van InShared B.V.
Financiële positie en dekkingsgraad Belangrijk punt van aandacht van het bestuur was de financiële positie van het fonds die mede bepaald is door de financieel-
Continuïteitsanalyse
economische crisis. Veel pensioenfondsen zagen zich genoodzaakt, als gevolg van de crisis, een herstelplan op te stellen met
In het verslagjaar heeft het bestuur besloten een continuïteitsanalyse uit te laten voeren. In de Pensioenwet is bepaald dat een
daarin opgenomen een aantal maatregelen die er voor moeten zorgen het fondsvermogen te herstellen. Vanwege het feit dat
pensioenfonds voor het beheersen van de financiële positie op lange termijn een continuïteitsanalyse maakt.
het fonds zijn aanspraken met een zogenaamd garantiecontract volledig heeft herverzekerd, loopt het fonds een gering risico dat het zijn verplichtingen niet kan nakomen. Daardoor was het opstellen van een herstelplan voor het fonds niet aan de
De continuïteitsanalyse moet inzicht geven in de ontwikkeling van de financiële positie op lange termijn, welke factoren
orde. De dekkingsgraad bedroeg ultimo 2011 104,8%. Dit percentage is inclusief een aanvullende storting door de werkgever
hierin bepalend zijn, welke financiële risico’s er zijn en welke maatregelen eventueel genomen zouden moeten worden, wat de
van één procentpunt.
verwachtingen zijn over de toeslagverlening en hoe het fonds zijn sturingsinstrumenten inzet om zijn langetermijnrisico’s te beheersen. Daarnaast wordt binnen de continuïteitsanalyse een zogenaamde consistentietoets op de financiering en de
Risicomanagement
verwachte realisatie van de toeslagverlening uitgevoerd.
Eén van de speerpunten van het bestuur voor 2011 betrof het inrichten van het risicomanagement van het fonds. Het bestuur heeft besloten binnen het pensioenbureau een risicomanager aan te stellen die specifiek met dit onderwerp is belast. In de
Het pensioenfonds heeft de aanspraken verzekerd met een zogenaamd garantiecontract. Daardoor is een aantal risico’s, zoals
risicoparagraaf wordt uitgebreid ingegaan op de in het verslagjaar in dit kader uitgevoerde werkzaamheden.
het moeten korten van pensioenaanspraken, voor het fonds minder van belang. De risico’s liggen vooral in de mate waarin de toeslagambitie waargemaakt kan worden. De toeslag is onvoorwaardelijk voor deelnemers die in dienst zijn van een van de
12
Beleggingsplan 2012
werkgevers en deze wordt gefinancierd uit de te betalen premie. De indexatieverwachting voor hen is daarmee gelijk aan
Het bestuur heeft, conform het voorstel van de commissie beleggingen, het beleggingsplan voor 2012 en het actieplan van de
100% en vormt geen risico voor het fonds. De toeslagen voor de gepensioneerden en de gewezen deelnemers zijn
commissie beleggingen voor 2012 vastgesteld. Het beleggingsplan gaat in op de wijze waarop het fonds invulling geeft aan
grotendeels voorwaardelijk. Uit de continuïteitsanalyse, die is uitgevoerd op basis van de financiële positie van het fonds
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
13
contract, kan hierdoor ook bij de keuze voor het ‘voortzetten’ van een nominaal contract invaarproblematiek ontstaan.
de niet-actieven zodanig is, dat de ambitie om deze aanspraken te verhogen in de toekomst in voldoende mate gerealiseerd
Namelijk als het fonds ervoor kiest de pensioenleeftijd van reeds bestaande opbouw mee te laten stijgen met de
zal kunnen worden. De analyse is ter kennisneming aan De Nederlandsche Bank aangeboden.
levensverwachting.
Bestuursverslag 2011
ultimo 2010 en de veronderstellingen omtrent de beleggingsrendementen en renten, blijkt dat de indexatieverwachting voor
Zowel in het nominale als in het reële contract komt veel nadruk te liggen op realistische communicatie naar de deelnemer De verwachting is wel dat de dekkingsgraad zich in de loop van de periode van 15 jaar die door de continuïteitsanalyse is
over de waarde en risico’s van het pensioen.
beschouwd, negatief zal ontwikkelen. Redenen hiervoor zijn: het geven van toeslagen en het feit dat in de te betalen premies geen opslag is begrepen voor de dekkingsgraad. Het bestuur is zich hiervan bewust en heeft hier blijvend aandacht voor, door
Wetsvoorstel komt laat
de financiële uitkomsten periodiek te evalueren. Op grond van een evaluatie in het voorjaar van 2012 heeft het bestuur
Met de hoofdlijnennota zijn de grote lijnen van het nieuwe Financieel Toetsingskader uitgezet. Na een lange tijd van
besloten de continuïteitsanalyse op korte termijn opnieuw uit te voeren.
onduidelijkheid is dat een goede stap vooruit. Minister Kamp komt begin 2013 met een wetsvoorstel voor het FTK. Zodra deze stukken er zijn, komt er meer duidelijkheid. SPA maakt zich zorgen over het tempo van de besluitvorming. Er zijn nog
Mandaatregeling
diverse open einden, waardoor sociale partners nog geen goede afweging kunnen maken over een mogelijke overgang naar
Tijdens het verslagjaar is de mandaatregeling van het fonds vastgesteld. In die regeling zijn de bevoegdheden van het
een ander contract.
dagelijks bestuur en de commissies van het fonds beschreven. Na afloop van het verslagjaar heeft het bestuur de
Als over het wetsvoorstel pas in het voorjaar van 2013 besloten wordt, komen sociale partners en pensioenfondsen in een
mandaatregeling geëvalueerd. Het bestuur heeft geconstateerd dat de regeling naar behoren heeft gefunctioneerd en dat de
tijdsklem. Het zal welhaast onmogelijk zijn de besluitvorming tijdig af te ronden en de nieuwe contracten per 1 januari 2014
commissies goed hebben kunnen werken binnen het mandaat dat zij hebben gekregen.
in te voeren.
3.3 Pensioenakkoord
Invaren kan onder voorwaarden Bij de hoofdlijnennota over de herziening van het financieel toetsingskader pensioenen zat een rapport over het collectief
Op 30 mei 2012 zond minister Kamp de Hoofdlijnennota herziening financieel toetsingskader pensioenen naar de Tweede
invaren van pensioenaanspraken en pensioenrechten in het reële pensioencontract. In dat rapport wordt uit de doeken
Kamer. Daarmee is een belangrijke stap gezet in de discussie over het toekomstbestendig maken van het pensioenstelsel. In de
gedaan onder welke voorwaarden het collectief invaren van oude pensioenaanspraken en pensioenrechten mogelijk is. Ook
hoofdlijnennota worden de uitgangspunten van het nieuwe Financieel Toetsingskader (FTK) uiteengezet. Sociale partners
de risico’s van het invaren komen aan de orde.
kunnen straks kiezen voor het nieuwe, reële pensioencontract. Maar zij mogen er ook voor kiezen het huidige, nominale pensioencontract voort te zetten. De dekkingsgraad blijft onder beide contracten de graadmeter voor de financiële
Invaren bij keuze voor een reëel pensioencontract
gezondheid van pensioenfondsen. Wel wordt die anders berekend. Dit kan mogelijk al consequenties hebben voor het
Als sociale partners straks kiezen voor het nieuwe, reële contract, doet zich de problematiek van het invaren voor. Dat geldt
vaststellen van de pensioenpremies voor 2013 en voor de maatregelen die fondsen moeten nemen in hun herstelplannen.
ook als sociale partners de pensioenleeftijd van ‘oude opbouw’ mee willen laten stijgen met de stijgende levensverwachting. Insteek in het rapport is dat ingeval sociale partners besluiten over te stappen op een reëel pensioencontract, bestaande
Minister Kamp legt in zijn begeleidende brief de nadruk op het belang van realistische communicatie naar de deelnemer over
pensioenaanspraken en -rechten collectief worden ingevaren.
de waarde van het pensioen.
Collectief invaren kan onder voorwaarden Meer stabiliteit door middel van een beleidsdekkingsgraad
Kern van het rapport: collectief invaren is in principe juridisch mogelijk. De staat moet dit door gewijzigde wetgeving
De dekkingsgraad blijft de graadmeter voor de financiële gezondheid van een pensioenfonds en voor het nemen van
mogelijk maken, maar de uitvoering en de inkleding van het collectief invaren gebeurt door sociale partners en
eventuele maatregelen. Minister Kamp wil de dekkingsgraad stabiliseren door deze te middelen over een periode van twaalf
pensioenfondsbesturen. De minister zal in de pensioenwetgeving wel waarborgen opnemen om dit zogenoemde ‘invaren’
maanden. Daarnaast stelt hij voor om de rentetermijnstructuur aan te passen door een Ultimate Forward Rate (UFR) te
zorgvuldig te laten gebeuren.
hanteren. Beide maatregelen zorgen ervoor dat de huidige dekkingsgraden van pensioenfondsen omhoog gaan. Mogelijk kunnen deze maatregelen al gebruikt worden in 2013 bij de vaststelling van de pensioenpremies en de maatregelen die volgen
Het collectief invaren moet in verschillende stappen gebeuren
uit de herstelplannen.
Het mogelijk maken van het collectief invaren moet in stappen gebeuren. Daarbij spelen verschillende partijen een rol: • Om de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten collectief te kunnen invaren in het reële pensioencontract moet
Twee soorten pensioencontracten In de hoofdlijnennota wordt gesproken over twee verschillende soorten pensioencontracten. Het eerste is een nominaal
allereerst de wetgever de wet- en regelgeving wijzigen. • Sociale partners maken de uiteindelijke keuze voor een nominaal of reëel pensioencontract. Alleen bij de laatste keuze
contract. Dat is vergelijkbaar met de huidige pensioencontracten, maar het moet aan strengere eisen voldoen. Zo komen er
speelt het invaren. De daadwerkelijke keuze om in te varen vergt een zorgvuldige afweging van alle betrokken belangen en
hogere buffervereisten en strengere indexatie- en premievereisten. Er moet een complete indexatiestaffel komen, waarin de
maatwerk op fondsniveau. Als door sociale partners is besloten tot invaren, moet de pensioenovereenkomst worden
mate van indexatie of nominale korting wordt aangegeven bij een bepaalde dekkingsgraad. Het tweede contract is een reëel
gewijzigd.
contract. In dat contract is indexatie een verplicht onderdeel. Het mogelijk korten van aanspraken en uitkeringen als de
• Het pensioenfondsbestuur beslist over het pensioenreglement. Het pensioenfonds dient een eigen kritische afweging te
markten tegenzitten, vormt een regulier sturingsmiddel van de regeling. De twee soorten contracten en het toezicht daarop in
maken of het nieuwe pensioencontract kan worden uitgevoerd en of de bestaande aanspraken en rechten daarin kunnen
de huidige nota liggen ver uit elkaar. Zo is het aanpassen van aanspraken en uitkeringen aan de stijgende levensverwachting
worden ondergebracht. Bij die afweging moet het fonds de wettelijke eisen betrekken, in het bijzonder de plicht tot
in het reële contract verplicht, terwijl dit in het nominale contract een keuze is.
evenwichtige belangenafweging. • Ten slotte vergt invaren het onderbrengen van de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten onder het nieuwe reële
Completere contracten, aandacht voor goede communicatie
contract door middel van een interne collectieve waardeoverdracht. Hier is weer het pensioenfondsbestuur aan zet.
Sociale partnes die voor een nominaal contract kiezen, moeten aandacht besteden aan het compleet maken van het contract. Daarbij is evenwicht over generaties een belangrijk uitgangspunt. Zo wordt voorgeschreven dat bij nieuwe opbouw de
Omschrijving risico’s
pensioenrichtleeftijd meestijgt met de ontwikkeling van de levensverwachting. Net als bij een overgang naar een reëel
In het rapport komen ook de risico’s van het collectief invaren aan de orde voor de Staat, werkgevers, de pensioenfondsen en de toezichthouder. Ook is aangegeven hoe het collectief invaren zodanig kan worden ingericht dat de juridische risico’s voor
14
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
15
5 jaar, van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2013. Essentieel in de herverzekeringsovereenkomst is dat het fonds de
beperkt. Het rapport spreekt niet over de risico’s voor de deelnemers.
risico’s met betrekking tot zijnnominale verplichtingen volledig heeft herverzekerd bij AP&L. Als gevolg daarvan is het
Bestuursverslag 2011
verschillende betrokken partijen zo beperkt mogelijk zijn. Door de randvoorwaarden die de wetgever stelt, worden die risico’s
vermogen van het fonds ingebracht in een gesepareerd beleggingsdepot bij de verzekeraar. De verzekeraar is juridisch
AOW-leeftijd en pensioenleeftijd gaan uit elkaar lopen
eigenaar van dat beleggingsdepot. Afspraken over het beleggingsbeleid zijn in het contract met de verzekeraar vastgelegd.
Minister De Jager stuurde 25 mei de details van het begrotingsakkoord 2013 aan de Tweede Kamer. In die uitwerking staan
De verzekeraar garandeert de nominale uitkeringen die uit de verzekerde aanspraken voort komen. Met deze herverzekerings
afspraken over AOW en pensioen die afwijken van de afspraken uit het concept begrotingsakkoord en van het
overeenkomst worden twee belangrijke risico’s, het beleggingsrisico en het verzekeringstechnische risico aan de verzekeraar
pensioenakkoord. De AOW-leeftijd gaat vanaf 2013 versneld in stappen omhoog. Het fonds verwacht dat de geleidelijk
overgedragen. Hiervoor in de plaats loopt het fonds het risico van een faillissement van de verzekeraar. Naast de
stijgende AOW-leeftijd om flexibele mogelijkheden bij aanvullende pensioenen vraagt, ook omdat de flexibilisering van de
herverzekering voert AP&L de administratie van het fonds.
AOW vervalt. De overgangsmaatregelen vanuit de overheid voor vutters en lage inkomens zijn zeer beperkt. Begin juni 2012 wordt het wetsvoorstel verwacht, pas dan zijn alle gevolgen meer precies bekend.
In 2010 hebben het fonds en AP&L intensieve onderhandelingen gevoerd over de gedetailleerde uitwerking van de herverzekeringsovereenkomst. Over één onderwerp bestond verschil van inzicht, namelijk over de vraag of het
AOW-leeftijd nog eerder en sneller omhoog
buffervermogen (reserve in het beleggingsdepot bij de herverzekeraar) aan het eind van de contractsperiode, ook bij
De AOW-leeftijd gaat vanaf 2013 met een maand per jaar omhoog, vanaf 2016 met twee maanden en vanaf 2019 met drie
premievrij achterlaten, eigendom is van het fonds. Op 25 mei 2011 is door het bestuur met de verzekeraar hierover
maanden. Hierdoor is de AOW-leeftijd al in 2019 66 jaar en al in 2023 67 jaar. Dit is nog een jaar sneller dan in het concept
overeenstemming bereikt. Het fonds is in deze situatie eigenaar van het buffervermogen. In ruil hiervoor betaalt het fonds
begrotingsakkoord. Het pensioenakkoord verhoogde de AOW-leeftijd in 2020 naar 66 en in 2025 naar 67 jaar. Het AOW-
aan de verzekeraar jaarlijks een hogere premie voor het langlevenrisico. De definitieve herverzekeringsovereenkomst is
pensioen zou ook met 0,6% per jaar worden verhoogd (van 2013 tot en met 2028). Deze extra verhoging gaat niet door.
vervolgens door het bestuur vastgesteld. In de uitvoeringsovereenkomst is vastgelegd dat genoemde premie door de
De AOW-partnertoeslag wordt wel verlengd voor de mensen die in november en december 2014 65 jaar worden. Zij zouden
werkgevers aan het fonds wordt vergoed.
anders als gevolg van de eerdere verhoging van de AOW-leeftijd niet meer voor een toeslag in aanmerking komen.
Service Level Agreement Overgangsmaatregelen: voorschot en verlenging partnertoeslag
In het verslagjaar is gewerkt aan het tot stand komen van een service level agreement (SLA) met de verzekeraar. Hiermee
De verhoging van de AOW-leeftijd wordt geleidelijk doorgevoerd om mensen die dicht tegen hun pensioen aan zitten
wordt een dienstverleningsovereenkomst bedoeld. In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de prestatie-indicatoren
tegemoet te komen. De eerste jaren kunnen mensen op hun 65ste een voorschot op de AOW krijgen om een inkomensgat te
en kwaliteitseisen van de dienstverlening om deze later te kunnen toetsen. De SLA tussen de verzekeraar en het fonds is na
overbruggen. Zij moeten dat voorschot wel terugbetalen. Ook kan deze groep eventueel een beroep doen op de bijstand.
afloop van het verslagjaar tot stand gekomen. Een van de onderdelen van de SLA is de kwaliteit en de snelheid waarmee de
De werkbonus voor 61-plussers vervalt. En ook de in 2011 afgesproken verlengde IOW-regeling voor mensen met een WW of
verzekeraar rapportages oplevert. Tijdens en na afloop van het verslagjaar zijn hierover goede afspraken gemaakt die
WIA-uitkering gaat niet door. Al met al is er geen speciale overgangsmaatregel voor mensen die nu een vut- of
hebben geleid tot een versnelling en verbetering van de leesbaarheid van rapportages.
prepensioenuitkering hebben en wordt het voor laagbetaalden moeilijker om toch op 65 jaar met pensioen te gaan.
3.5 Uitvoeringsovereenkomsten Meer vraag naar flexibiliteit De fiscale pensioenrichtleeftijd voor aanvullende pensioenen wordt in 2014 verhoogd naar 67 jaar. De fiscaal maximale
In de uitvoeringsovereenkomst wordt de relatie geregeld tussen de werkgevers enerzijds en het fonds anderzijds, als
opbouw wordt met 0,1% verlaagd. De maximale opbouw is dan 2,15% voor middelloonregelingen en 1,9% voor
uitvoerder van de pensioenregeling van de werkgevers.
eindloonregelingen. Het duurt daardoor langer om hetzelfde pensioen op te bouwen. Het fonds verwacht dat werknemers de ingang van hun aanvullend pensioen op de voor hen geldende AOW-leeftijd willen laten aansluiten. Dat kan door het
De uitvoeringsovereenkomst regelt de wederzijdse rechten en verplichtingen en met name de financiële verplichtingen van de
pensioen vanaf de pensioenleeftijd van 67 jaar te vervroegen naar de geldende AOW-leeftijd. Het is vreemd dat de
werkgevers jegens het fonds. Het fonds heeft deze overeenkomst met de werkgevers, Achmea Interne Diensten N.V. en
mogelijkheid om de AOW flexibel op te nemen vervalt. Juist dat past bij het stimuleren van langer doorwerken. Er moet
InShared B.V., gesloten.
immers een mogelijkheid zijn om AOW en aanvullend pensioen uit te stellen om zo een eventueel pensioentekort te compenseren.
In de uitvoeringsovereenkomst staat dat de werkgevers zich hebben verbonden aan een solide financiering van het fonds die voldoet aan de in de Pensioenwet gestelde voorwaarden.
Wetsvoorstel geeft meer duidelijkheid De behandeling in de Eerste Kamer van de verhoging van de AOW- en pensioenleeftijd, is op verzoek van minister Kamp
Gezien de herverzekeringsovereenkomst is in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen dat, wanneer de premies en
aangehouden. Kamp stuurt begin juni 2012 een nieuw wetsvoorstel aan de Tweede Kamer, waarin de afspraken van het
koopsommen in het kader van de herverzekeringsovereenkomst hoger zijn dan de kostendekkende premie, de werkgevers de
begrotingsakkoord zijn verwerkt. Dan pas kunnen we de gevolgen voor de verschillende groepen beter overzien.
aan de verzekeraar verschuldigde premie aan het fonds betalen. In andere gevallen wordt de kostendekkende premie aan het fonds betaald.
3.4 Uitbesteding Naast de premiebetaling doen de werkgevers, indien nodig, jaarlijks een aanvullende storting om de dekkingsgraad van het Het bestuur heeft in het verslagjaar frequent overleg gevoerd met de verzekeraar - de uitvoeringsorganisatie - over de
fonds op een afgesproken niveau te brengen. Het streven is daarbij om het fonds in stappen naar een dekkingsgraad van
uitvoering van de dienstverlening overeenkomstig de herverzekeringsovereenkomst en de service level agreement. Ook is
110% eind 2015 te laten groeien. Ultimo 2011 zou de dekkingsgraad hierbij 106% moeten zijn. Aanvankelijk was de
periodiek overleg gevoerd met de vermogensbeheerder. Dit overleg vindt plaats in de commissie beleggingen.
dekkingsgraad eind 2011 103,8%. Op grond hiervan heeft het bestuur de werkgever gevraagd om een aanvullende storting. De werkgever heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid die de uitvoeringsovereenkomst biedt om de bijstorting te
Herverzekeringsovereenkomst
beperken tot één procentpunt, omdat bijstorting tot 106% een te zwaar beslag zou leggen op de kaspositie van Achmea.
In de herverzekeringsovereenkomst wordt de relatie geregeld tussen de verzekeraar enerzijds en het pensioenfonds anderzijds.
Dit betekent dat de dekkingsgraad ultimo 2011 van 103,8% is verhoogd naar 104,8%.
In november 2009 is de herverzekeringsovereenkomst op hoofdlijnen getekend. De overeenkomst heeft een looptijd van
16
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
17
3.8 Extern toezicht
Als een werknemer van baan verandert, mag hij zijn pensioen overdragen naar zijn nieuwe pensioenuitvoerder. Dit noemen
Autoriteit Financiële Markten
wij waardeoverdracht. Is de dekkingsgraad van het fonds lager dan 100%, dan mag de pensioenuitvoerder
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is de toezichthouder die zich concentreert op het gedragstoezicht op
waardeoverdrachten niet zonder meer uitvoeren.
pensioenfondsen en op de communicatie van pensioenfondsen. Het fonds heeft in het verslagjaar deelgenomen aan het
Bestuursverslag 2011
3.6 Waardeoverdracht
onderzoek dat de AFM onder pensioenfondsen heeft gehouden. Pensioenfondsen worden geacht een aantal vragen te Met ingang van 1 februari 2011 is het FTK zo aangepast dat volledig herverzekerde pensioenfondsen bij de waardering van
beantwoorden over de wijze waarop zij invulling geven aan de wettelijke verplichte informatieverstrekking. De fondsen die
de vordering op de verzekeraar geen rekening meer hoeven te houden met het kredietrisico op die verzekeraar. Als gevolg
aan dit onderzoek hebben deelgenomen, kunnen aan de hand van de uitslag vaststellen in hoeverre zij voldoen aan de
daarvan kon het fonds met ingang van 1 april van het verslagjaar weer meewerken aan het uitvoeren van individuele
wettelijk voorgeschreven regels. Bij een score van 100% voldoet het fonds volledig aan de normen van de pensioenwetgeving.
waardeoverdrachten.
Ook het Pensioenfonds Achmea heeft aan dit onderzoek deelgenomen. De uitslag voor het fonds was 93%. De gemiddelde score voor alle pensioenfondsen bedroeg 88%.
Tevens heeft een tweetal collectieve inkomende waardeoverdrachten plaatsgevonden. Dit betreft overdrachten waarbij de aanspraken naar het Pensioenfonds Achmea zijn overgedragen (Stichting Pensioenfonds APF en de pensioenaanspraken van
De Nederlandsche Bank
Prevend die door middel van een collectief contract waren verzekerd).
De Nederlandsche Bank (DNB) houdt toezicht op de naleving door pensioenfondsen en pensioenverzekeraars van de pensioenregelgeving. De Nederlandsche Bank heeft voor de periode 2010-2014 haar strategische visie voor het toezicht op
3.7 Toeslagverlening
financiële instellingen vernieuwd. De speerpunten zijn een aanscherping van het toezichtskader, een sterkere instellingsoverstijgende blik, en meer aandacht voor strategie en bedrijfscultuur van financiële ondernemingen. Ten aanzien
Het verhogen van pensioenaanspraken en ingegane pensioenen heet toeslagverlening. Toeslagverlening kan alleen als
van de bedrijfscultuur heeft DNB met behulp van input van externe deskundigen, onder meer vanuit de sector, eind 2009 een
daarvoor voldoende financiële middelen beschikbaar zijn, dan wel als de werkgevers hiervoor een aanvullende koopsom
beleidsvisie geschreven.
betalen. De Pensioenwet schrijft voor dat een pensioenfonds een consistent toeslagenbeleid voert en in lijn daarmee communiceert. Daarom gebruikt het fonds de verplichte voorwaardelijkheidsverklaring.
In het verslagjaar is voor DNB geen aanleiding geweest een periodiek gesprek te voeren. DNB heeft een aantal (algemene)
Daarin wordt het toeslagbeleid verder toegelicht, wordt de ambitie aangegeven die het fonds heeft voor de mate waarin
brieven aan het fonds gestuurd die onder meer samenhangen met het kredietrisico bij herverzekerde pensioenfondsen. Het
toeslagen worden gegeven en wordt aangegeven hoe toeslagen worden gefinancierd.
fonds heeft in het verslagjaar, net als in voorgaande jaren, geen aanwijzing gekregen.
Toeslag in 2011 van het fonds
Door DNB is in 2011 de beleidsregel Financieel crisisplan pensioenfondsen uitgevaardigd. In een dergelijk crisisplan moet
De opgebouwde pensioenen van actieve deelnemers worden jaarlijks onvoorwaardelijk conform de algemene
een pensioenfonds uitwerken hoe met een eventuele financiële crisis omgegaan zal worden. In de beleidsregel is voor volledig
salarisontwikkeling van de Achmea-cao verhoogd. Deze toeslag wordt gefinancierd door de werkgevers. Dit is vastgelegd in
herverzekerde pensioenfondsen zoals SPA een uitzondering gemaakt. SPA heeft derhalve niet de verplichting een Financieel
het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomsten.
crisisplan op te stellen.
Voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden beslist het bestuur jaarlijks in hoeverre de ingegane pensioenen en de
Na afloop van het verslagjaar heeft een gesprek met vertegenwoordigers van DNB plaatsgevonden. DNB heeft tijdens dit
opgebouwde pensioenaanspraken worden verhoogd. Het bestuur streeft naar een toeslag gelijk aan de stijging van het
gesprek ingezoomd op een drietal risico’s die zij heeft onderkend. Deze risico’s zijn: de functiescheiding met de Achmea-
prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie. Deze toeslagverlening is voorwaardelijk want deze is afhankelijk van de middelen
organisatie, mede door herverzekering bij de eigen werkgever; kent, begrijpt en beheerst het bestuur de risico’s binnen het
van het fonds. Er is geen recht op een toeslag en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst de toeslagverlening
fonds en is er daadwerkelijk sprake van volledige herverzekering? DNB is tot de conclusie gekomen dat het Pensioenfonds
plaatsvindt. Een afgebakende groep gewezen deelnemers en pensioengerechtigden van het voormalig Pensioenfonds
Achmea op al deze punten aan de eisen voldoet, een zorgvuldig beleid voert en dat beelden over en weer over risico’s
Interpolis heeft een garantierecht op een toeslag gebaseerd op de afgeleide CBS-consumentenprijsindex, verminderd met
overeenkomen.
1,5 procentpunt en gemaximeerd op 4%. Het fonds heeft een voorziening voor deze toezegging.
3.9 Deskundigheidsbevordering Per 1 januari 2011 zijn de pensioenaanspraken van de actieve deelnemers met een toeslag van 1,25% verhoogd. Met behulp van financiering door de werkgevers is een toeslag verleend aan de pensioengerechtigde deelnemers en gewezen deelnemers
Eén van de speerpunten van het fonds in het verslagjaar was het actualiseren van het deskundigheidsplan. Dit is in het
van 1,38%, dan wel 1,35%, afhankelijk van de arbeidshistorie binnen de Achmea-organisatie.
verslagjaar gebeurd. Het fonds heeft daarbij rekening gehouden met de eisen die zijn vastgelegd in het plan van aanpak Deskundigheidsbevordering van de pensioenkoepels. Dit zijn: kennis, inzicht en oordeelsvorming.
Toeslag in 2012 van het fonds Per 1 januari 2012 zijn de pensioenaanspraken van de actieve deelnemers met een toeslag van 2,01% verhoogd.
Toetsing van de deskundigheid vindt plaats aan de hand van een aantal aandachtsgebieden, waaronder het besturen van een
De pensioengerechtigde deelnemers en gewezen deelnemers ontvangen in 2012 geen toeslag omdat de financiële middelen
organisatie, relevante wet- en regelgeving, financiële aspecten en communicatie. Tot nu toe stond de (feitelijke) deskundigheid
van het fonds ontoereikend zijn om deze toeslag te kunnen financieren. Het fonds heeft de werkgevers een bijdrage gevraagd
alsook het toetsen van kennis en inzicht centraal. De ontwikkelingen van de afgelopen tijd hebben echter ook de aandacht
om de toeslagverlening voor deze groep deelnemers alsnog mogelijk te maken. De werkgever heeft laten weten dit verzoek
gevestigd op het feitelijk handelen en het gedrag van bestuursleden en het (toetsen van de) oordeelsvorming binnen het
niet te kunnen honoreren. Op basis van een garantierecht ontvangt een beperkte groep inactieve deelnemers van het
bestuur. De deskundigheid wordt jaarlijks getoetst (self assessment) voor individuele bestuursleden en voor het bestuur als
voormalig Pensioenfonds Interpolis in 2012 een toeslag van 0,97%. Het fonds heeft hiervoor een voorziening gevormd.
geheel. De uitkomsten daarvan zijn vastgelegd in de deskundigheidsmatrix. De deskundigheidseisen zijn ook van toepassing op de leden van het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad. Het bestuur heeft de organen over het nieuwe deskundigheidsplan geïnformeerd en hen gestimuleerd na te denken over het organiseren en bewaken van hun eigen deskundigheidsbevordering.
18
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
19
Bestuursverslag 2011
3.10 Naleving wet- en regelgeving Het fonds is bezig met de invoering van een pensioenplanner. Hiermee kunnen op basis van actuele gegevens verschillende Voor zover het bestuur bekend zijn door het fonds geen overtredingen van wet- en regelgeving gepleegd.
pensioenscenario’s worden doorgerekend. De pensioenplanner is in de loop van 2012 via de website van het fonds beschikbaar gesteld.
3.11 Compliance Pensioenregister Jaarlijks wordt door de bestuursleden, de leden van de deelnemersraad, de leden van het verantwoordingsorgaan en de
Begin januari 2011 is het pensioenregister van start gegaan. Op de website van het pensioenregister kan elke burger een
medewerkers van het pensioenbureau een verklaring ondertekend omtrent het naleven van de gedragscode. Dit is ook in het
overzicht krijgen van de door hem of haar opgebouwde en op te bouwen pensioenaanspraken bij pensioenfondsen,
verslagjaar gebeurd. Het bestuur heeft voorts de werking van de gedragscode geëvalueerd. Het bestuur heeft vastgesteld dat
pensioenverzekeraars en de Sociale Verzekeringsbank. Consumenten, pensioenuitvoerders en de AFM zijn positief over het
sprake is van een goed functionerende gedragscode.
pensioenregister. Ook het Pensioenfonds Achmea is bij het pensioenregister aangesloten.
Tot slot heeft het bestuur een rapport van de compliance officer omtrent de naleving van de gedragscode over het jaar 2011
Toeslagenlabel
ontvangen en met haar besproken. De compliance officer heeft vastgesteld dat het bestuur de compliance-aangelegenheden
Het toeslagenlabel is bedoeld om deelnemers snel inzicht te geven in de mate waarin het fonds hun pensioen naar
die zich in het jaar hebben voorgedaan, adequaat en efficiënt heeft opgepakt. Zij heeft enkele aandachtspunten aan het
verwachting kan verhogen. Een zeer grote meerderheid van de pensioenuitvoerders vindt het toeslagenlabel echter
bestuur meegegeven. Deze hangen samen met het administratieve vastleggingproces.
onbruikbaar. Het label is weinig begrijpelijk voor deelnemers en zorgt voor schijnzekerheid. Ook de AFM liet zich negatief over het label uit.
3.12 Aanpassing regels voor herverzekerde pensioenfondsen Begin 2011 gaf minister Kamp daarom al aan dat pensioenfondsen zelf de afweging mogen maken of het toeslagenlabel De regels van het FTK voor herverzekerde pensioenfondsen zijn per 1 februari 2011 versoepeld. Deze fondsen, waaronder het
bruikbare informatie biedt of eerder tot verwarring leidt. De AFM zal niet handhavend optreden als een pensioenfonds het
Pensioenfonds Achmea, hoeven voor het verzekerde deel geen rekening te houden met het kredietrisico op de verzekeraar bij
toeslagenlabel niet opneemt. Het Pensioenfonds Achmea heeft besloten het label niet te voeren.
de berekening van het vereist eigen vermogen en bij de bepaling van de waarde van de vordering van het fonds op de verzekeraar. Gevolg is dat deelnemers dezelfde zekerheid krijgen als deelnemers van direct verzekerde regelingen. Dat neemt
3.14 Ontwikkeling aantal verzekerden
niet weg dat het bestuur jaarlijks zelf, in overeenstemming met de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, de kredietwaardigheid van de verzekeraar toetst. Herverzekerde fondsen zijn verder verplicht een minimaal vereist eigen
Hieronder is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van het aantal verzekerden bij het pensioenfonds in 2011.
vermogen aan te houden van circa 1%. Dit komt neer op een dekkingsgraad van 101%. Het fonds voldoet hieraan.
3.13 Communicatie
Niet pensioengerechtigden
Pensioengerechtigden
Deelnemers
Ouderdomspensioen
Gewezen deelnemers
Het fonds hecht veel belang aan goede communicatie met alle belanghebbenden. Dit is een speerpunt voor het fonds. De
Gewezen deelnemers met premievrijstelling
commissie communicatie heeft een communicatiebeleidsplan en een actieplan opgesteld. SPA heeft een website (www. pensioenfondsachmea.nl) en SPA heeft heel duidelijk de ambitie om voorop te willen lopen, innovatief te willen zijn. Daarom wil het bijblijven op het gebied van nieuwe communicatiemiddelen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan sociale media en
Stand 31 december 2010
financiële planning.
- nieuwe indienst tredingen
Om vast te stellen of het fonds voldoet aan zijn doelstellingen wordt de effectiviteit van de communicatie-inspanningen
- uitdiensttredingen
gemeten. Daartoe organiseert het fonds onder meer klantenpanels.
- uitgaande waarde overdrachten
De beleidsvoorbereiding en de uitvoering van het communicatie- en actieplan gebeurt onder aansturing van de commissie
- ingang pensioenuitkeringen
communicatie. Begin 2011 heeft SPA een klantpanel voor actieve deelnemers georganiseerd. Naar aanleiding van de
- overlijden
resultaten hieruit, is een aantal (verbeter)acties opgestart.
- bereiken einddatum uitkering
- herindiensttredingen
11.058
221
-916
916
0
-24
-210
-234
-116
-105
-12
228
6
41
-8
-15
-1
-45
-1
-25
1
- revalidering
6
2
-7
middel van de digitale ‘Nieuwsflits’ en de ‘Nieuwsbrief’ voor pensioengerechtigden en inactieve deelnemers.
- afkoop kleine bedragen
-5
-179
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
28.138
0
regeling ontvangen. Daarnaast wordt met de deelnemers van het fonds gecommuniceerd. Dit is onder andere gebeurd door
en pensioen’ was groot.
113
-36
32
georganiseerd voor medewerkers van 55 jaar en ouder. De belangstelling voor de bijeenkomsten onder de titel ‘Regie op werk
655
36
-2
afgelopen jaar, in samenwerking met de werkgever en de verzekeraar, op diverse locaties in het land bijeenkomsten
223
Wezenpensioen
764
-28
In het kader van de ambities van het fonds voorop te willen lopen en te voorzien in een behoefte, heeft het fonds in het
2.030
Partnerpensioen
764
- invalidering
In het verslagjaar hebben alle (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden een pensioenoverzicht op basis van de huidige
20
13.838
Invaliditeitspensioen
Totaal
14
56 -95
-1
0
-2
0 1 -184
- bereiken einddatum financiering
-4
-4
- overige oorzaken
1
4
1
-7
-3
1
-1
-4
Mutaties per saldo
-290
376
13
176
-1
17
9
300
13.548
11.434
234
2.206
222
672
122
28.438
Stand 31 december 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
21
Bestuursverslag 2011
3.15 Pensioenparagraaf
3.16 Financiële paragraaf Analyse van het resultaat 2011
Pensioenregeling
De werkgevers dragen de kosten van de pensioenregeling. In de toelichting op de premies (zie punt 9 van de jaarrekening)
Het fonds stelt zich ten doel het uitkeren van een ouderdomspensioen aan deelnemers en gewezen deelnemers, evenals een
worden de kosten van de pensioenregeling gespecificeerd.
partner- en wezenpensioen aan hun nabestaanden. Pensioenaanspraken worden opgebouwd volgens het geïndexeerd middelloonsysteem. De opbouw van de rechten is gebaseerd op een pensioengrondslag, berekend op het pensioengevend
Het negatieve resultaat van het pensioenfonds bedraagt € 36,5 mln. Dit resultaat is het gevolg van kosten en baten van het
salaris minus een franchise. De deelnemerbijdragen worden berekend als een percentage van de pensioengrondslag.
pensioenfonds, die niet voor rekening of ten gunste van de werkgevers komen. Het intrestresultaat van het pensioenfonds bestaat uit het rendement op de algemene reserve. Volgens afspraak worden de uitvoeringskosten van het fonds door de
Herverzekering
werkgevers vergoed. De bestuurskosten komen voor rekening van het fonds zelf.
Het fonds is een volledig herverzekerd fonds bij AP&L met een gesepareerd beleggingsdepot met garantie (GDG). Het resultaat kan als volgt worden samengevat:
Premiebeleid Met de aangesloten werkgevers is in de uitvoeringsovereenkomsten overeengekomen dat het pensioenfonds een kostendekkende premie gebaseerd op fondsgrondslagen ontvangt. In die premie worden opslagen opgenomen voor het in stand houden van het minimaal vereist eigen vermogen en de uitvoeringskosten van het fonds. Jaarlijks wordt getoetst of de van de werkgevers te ontvangen premie voldoende hoog is om de premies en koopsommen aan de verzekeraar te kunnen voldoen. Wanneer uit die toets blijkt dat de aan de verzekeraar verschuldigde premie de kostendekkende premie overstijgt, wordt de aan de verzekeraar verschuldigde premie door de werkgevers aan het fonds voldaan. De premies zijn bestemd voor de in het jaar te verwerven pensioenaanspraken en te verzekeren risico’s. Naast de hiervoor opgenomen afspraken over de premie voor de jaarlijkse inkoop van pensioenen en kosten van het fonds, is met de werkgevers een aanvullende afspraak gemaakt over het verbeteren van de financiële positie van het pensioenfonds.
Verantwoording resultaat
2011
2010
2009
Resultaatdeling uit hoofde van herverzekering
-71.066
67.759
120.537
Aanvullende storting werkgever
33.051
n.v.t.
n.v.t.
149
59
690
( x € 1.000)
Ontvangen interest Beleggingsresultaat risico fonds
520
-9
-22.133
Bestuurskosten
-140
-202
-2.887
Kredietafslag op vordering herverzekeraar
n.v.t.
230.876
152.174
968
151
-234
-36.518
298.634
248.147
Overige baten/lasten Resultaat boekjaar
Deze afspraak houdt in dat de werkgevers aanvullende bijdragen aan het fonds zullen doen om de dekkingsgraad van het fonds in stappen te verbeteren. De streefdekkingsgraad daarbij is 110% ultimo 2015. Tot het vorige boekjaar heeft door de
Het resultaat uit hoofde van herverzekering is opgebouwd uit 11.181 gereserveerde technische resultaten en -82.247
autonome groei van de dekkingsgraad in dit kader geen aanvullende storting plaatsgevonden.
buffervermogen.
Ultimo 2011 zou de dekkingsgraad 106% moeten zijn. Aanvankelijk was de dekkingsgraad eind 2011 103,8%. Op grond
Analyse leert dat het negatieve resultaat binnen het GDG de volgende oorzaken kent:
hiervan heeft het bestuur de werkgever gevraagd om een aanvullende storting. De werkgever heeft gebruik gemaakt van de
• de mutatie van de voorziening onvoorwaardelijke indexatie;
mogelijkheid die de uitvoeringsovereenkomst biedt om de bijstorting te beperken tot één procentpunt, omdat bijstorting tot
• het negatieve rendement op aandelen;
106% een te zwaar beslag zou leggen op de kaspositie van Achmea. Dit betekent dat de dekkingsgraad ultimo 2011 van
• het uitlopen van de creditspreads (de renteverschillen op bedrijfsobligaties);
103,8% is verhoogd naar 104,8%.
• imperfecties in de renteafdekking.
Toeslagverlening
De reserves zijn door onttrekking van het negatieve resultaat 2011 afgenomen tot € 159,9 mln. ultimo 2011.
De opgebouwde pensioenen van actieve deelnemers worden jaarlijks onvoorwaardelijk verhoogd op basis van de algemene salarisontwikkeling in de Achmea-cao. De kosten van deze toeslag worden op basis van de uitvoeringsovereenkomst door de
Per 1 februari 2011 is de afslag kredietrisico niet meer van toepassing. Het bestuur heeft besloten om hiermee in de
werkgevers betaald.
jaarrekening over 2010 al rekening te houden.
Voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden beslist het bestuur jaarlijks of en in hoeverre de ingegane pensioenen en
In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de uitvoeringskosten van het fonds.
de opgebouwde pensioenaanspraken worden verhoogd door middel van het verlenen van een toeslag. Het bestuur streeft naar een toeslag ter hoogte van de stijging van de afgeleide prijsindex voor de gezinsconsumptie. Deze toeslagverlening is voorwaardelijk en is afhankelijk van de middelen van het fonds. Er is geen recht op een toeslag en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst de toeslagverlening zal plaatsvinden. Er is een groep inactieve deelnemers van het voormalig Pensioenfonds Interpolis met een beperkte garantie op toeslag. Het fonds heeft hiervoor een voorziening gevormd.
Inhoud van de pensioenregeling De pensioenovereenkomst is vastgelegd in een pensioenreglement. Het pensioenreglement voldoet aan de bepalingen van de Pensioenwet.
22
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Uitvoeringskosten
2011
2010
2009
2.106
2.606
3.763
Totaal pensioenuitvoeringskosten
11.891
11.679
10.825
Totaal aantal deelnemers
28.438
28.138
27.591
( x € 1.000) Administratiekosten
( x € 1) Administratiekosten per deelnemer Totaal pensioenuitvoeringskosten per deelnemer
74
93
136
418
415
392
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
23
Bestuursverslag 2011
3.17 Actuariële paragraaf
Het tussen het fonds en de verzekeraar hiervoor afgesproken productenscala bestaat uit: • Aandelen;
Voor herverzekerde pensioenfondsen gelden eisen, die aan het vermogen van een pensioenfonds worden gesteld, zoals
• Convertibles;
verwoord in het Financieel Toetsingskader (FTK). Dat betekent voor Stichting Pensioenfonds Achmea, dat het fonds aan
• Euro staatsobligaties;
deze vermogenseisen moet voldoen.
• Euro bedrijfsobligaties (minimaal investment grade); • Hedge-producten (ter dekking van rente- en/of valutarisico).
Toereikendheidstoets Jaarlijks wordt door het fonds een toereikendheidstoets uitgevoerd. Door middel van de toets wordt vastgesteld of het
Afwijkingen zijn mogelijk wanneer daar tussen AP&L en SPA overeenstemming over is bereikt. Er is overeengekomen dat
pensioenfonds over voldoende eigen vermogen beschikt en daarmee voldoet aan de eisen van het bovengenoemde FTK.
AP&L de bestaande invulling van de beleggingsportefeuille voortkomend uit de fusie met SPI (Stichting Pensioenfonds
De certificerend actuaris van het fonds beoordeelt deze toets en geeft hierover een verklaring af, die opgenomen is in de
Interpolis) in 2009 accepteert. Daardoor wordt er beperkt afgeweken van bovengenoemd productenscala en wordt er ook
overige gegevens bij de jaarrekening. De toets bestaat uit twee onderdelen: ‘minimaal vereist eigen vermogen’ en ‘vereist
belegd in vastgoed en infrastructuur.
eigen vermogen’. De herverzekeringsovereenkomst gaat uit van een bepaald maximaal risicobudget dat gebaseerd is op een assetmix van 20%
Minimaal vereist eigen vermogen
zakelijke waarden en 80% vastrentende waarden en een volledige afdekking van het renterisico op de nominale
In de eerste plaats wordt getoetst of het pensioenfonds voldoet aan de normen voor het minimaal vereist eigen vermogen.
pensioenaanspraken.
Voor volledig herverzekerde pensioenfondsen die de beheerskosten voor vijf jaar of minder hebben vastgelegd, is het minimaal vereist eigen vermogen gelijk aan 25% van de beheerskosten in dat boekjaar. Het minimaal vereist eigen vermogen
Terugblik economie en financiële markten
is vastgesteld conform de door de Pensioenwet bepaalde wijze en bedraagt per 31 december 2011 € 28.586.
Van landencrisis naar eurocrisis in 2011 Het jaar 2010 was al een turbulent jaar voor beleggers in Europese staatsobligaties, in 2011 was een verdere escalatie van de
Vereist eigen vermogen
crisis waarneembaar. Op meerdere momenten werd zelfs betwijfeld of de eurozone zou blijven bestaan. Er vonden diverse
Ter dekking van de diverse risico’s die een pensioenfonds loopt, dient een vereist eigen vermogen te worden aangehouden.
topontmoetingen van de Europese regeringsleiders plaats, maar iedere keer bleek dat de genomen besluiten niet tot een
In de risicoparagraaf van dit jaarverslag worden de risico’s beschreven en de wijze waarop het pensioenfonds deze risico’s
definitieve oplossing van de problemen leidden. Griekenland was ook in 2011 een bron van problemen. Door het traag
beheert. Vanwege het garantiecontract is voor Stichting Pensioenfonds Achmea het aanhouden van een vereist eigen
doorvoeren van overeengekomen of opgelegde bezuinigingen en privatiseringen en het feit dat de economie in een
vermogen volgens het FTK niet van toepassing.
diepe recessie belandde, werd bij de sanering van de Griekse overheidsfinanciën weinig concreet resultaat geboekt.
Aanwezig eigen vermogen
De Europese Centrale Bank (ECB) werd gedwongen de grenzen van haar mandaat af te tasten. Zo ging de ECB over tot het
Het aanwezig eigen vermogen van Stichting Pensioenfonds Achmea ultimo 2011 bedraagt € 159.907. Dit aanwezig eigen
opkopen van perifere staatsleningen tot een bedrag van circa € 212 miljard en verschafte daarmee ongekende liquiditeitssteun
vermogen bestaat voor € 117.230 uit een beklemde reserve. Dit betreft de bufferreserve in het beleggingsdepot bij de
aan het Europese bankwezen. Om de problemen het hoofd te bieden, werden in diverse landen bezuinigingen aangekondigd
herverzekeraar. Deze bufferreserve is gevormd uit de beleggingswinsten en -verliezen van de afgelopen drie jaar.
en in een snel tempo door het parlementaire proces geloodst. Hierbij was veelal ook sprake van drastische ingrepen in de
De bufferreserve is per 31 december 2013 opeisbaar, als het huidige herverzekeringscontract afloopt. Na afloop van het
pensioenstelsels.
contract komt deze bufferreserve ten gunste van het pensioenfonds. De hoogte van deze beleggingsbuffer kan tot die tijd echter fluctueren, daar deze afhankelijk is van de beleggingswinsten en -verliezen in het beleggingsdepot. Een negatieve
Dit alles vond plaats tegen de achtergrond van een conjunctuur die in de loop van de tweede helft van het jaar in een snel
bufferreserve per 31 december 2013 komt voor rekening van de herverzekeraar.
tempo afkoelde. Dit leidde vooral in Zuid-Europese landen, maar ook in de Verenigde Staten, tot een hoge werkloosheid. De grote onzekerheid over de economie, de euro en de financiële markten leidde er toe dat beleggers hun toevlucht namen tot
Oordeel van de certificerend actuaris
de minst risicovolle beleggingen. Vooral Duitse staatsleningen fungeerden als ‘vluchthaven’, waardoor de Duitse rente tot
De certificerend actuaris geeft een oordeel over het vermogen van het pensioenfonds per 31 december 2011.
zeer lage niveaus daalde (voor kortlopende Duitse staatsleningen nagenoeg nihil). De Nederlandse rente volgde, als gebruikelijk, op korte afstand.
Aangezien het aanwezige vermogen van € 159.907 hoger is dan het minimaal vereist eigen vermogen van € 28.586, bevindt het pensioenfonds zich ultimo 2011 in een situatie van toereikende solvabiliteit. Op basis van deze conclusie is de
Gevoerd beleid en resultaat
vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Achmea naar de mening van de certificerend actuaris voldoende.
Gedurende 2011 zijn er na het afronden van een ALM-studie en de daarop volgende Portefeuille Constructie-Studie (verfijning van de ALM-beleggingsmix) wijzigingen in de vermogensbeheerportefeuille doorgevoerd.
3.18 Beleggingsparagraaf De beleggingsportefeuille is de laatste twee weken van juni aangepast naar de nieuwe normgewichten ingaande 1 juli 2011.
Algemeen
De belangrijkste wijziging betrof de ophoging van het belang aan bedrijfsobligaties ten koste van staatsobligaties. Hiertoe is
Het fonds heeft zijn pensioenverplichtingen volledig verzekerd bij AP&L. AP&L is daarmee voor 100% de risicodrager voor
het Procyon EMU vastrentende waarden mandaat in lijn gebracht met de gewenste positionering, waarbij voor in totaal
wat betreft de nominale pensioenverplichtingen. Dit betekent dat AP&L in juridische zin eigenaar is van de
€ 338 miljoen is aangekocht en voor € 330 miljoen is verkocht. Deze transitie was eind juni afgerond. Daarnaast is de
beleggingsportefeuille. De afspraken over de beleggingen zijn in de herverzekeringsovereenkomst vastgelegd. Onderdeel van
aandelenportefeuille aangepast naar de nieuwe normportefeuille. De verkoop van een tweetal aandelen call opties en
de afspraken is dat in beginsel enkel in een beperkt aantal beleggingscategorieën zal worden belegd.
inflatieswaps was al aan het begin van het tweede kwartaal doorgevoerd. Daarnaast werd het belang aan high yield obligaties opgehoogd ten laste van liquide middelen. Conform het voorstel van de fiduciair manager (Syntrus Achmea) heeft het pensioenfonds eind juni besloten de futurespositie vanuit de Dynamische Asset Allocatie (DAA) naar neutraal te brengen (van een 1,5% overweging van Europese aandelen en een onderweging van 1,5% van Europese staatsobligaties).
24
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
25
ten koste van staatsobligaties, vanwege de interessante renteverschillen (spreads). De rendementsverwachtingen van
kwam uit op 4,2% en bleef daarmee achter bij het rendement van de benchmark, dat uitkwam op 4,4%. Uitgezonderd de
staatsobligaties uit de Europese kernlanden waren namelijk erg laag, terwijl de risicoverwachtingen voor staatsobligaties uit
aandelen droegen de overige beleggingscategorieën positief bij aan het behaalde absolute resultaat. Omdat de rente over
Europese niet-kernlanden te hoog werden gevonden. Per saldo werd het rendement-risicoprofiel van high yield
geheel 2011 verder daalde, nam de rentehedge flink in waarde toe (+15,4%) ter compensatie van de waardestijging van de
aantrekkelijker gevonden dan dat van Europese staatsobligaties. Bovengenoemd DAA-beleid heeft in 2011 een positieve
pensioenverplichtingen. De hedge heeft de stijging van de verplichtingen echter niet geheel kunnen compenseren. Dit is een
bijdrage geleverd aan het totaalresultaat.
Bestuursverslag 2011
Het resultaat op de vermogensbeheerportefeuille, exclusief rente- en valutaoverlays en DAA, over 2011
belangrijke oorzaak van het negatieve resultaat dat het fonds in het boekjaar heeft behaald. Inclusief de rentehedge overlay,
Aandelen
de valuta-overlay en DAA kwam het totale rendement uit op 19,2%.
Na twee hersteljaren was 2011 een jaar met twee gezichten, waarbij de balans uiteindelijk negatief doorsloeg. Onder invloed
Portefeuillewaarde
van de staatsschuldcrisis in Europa daalden de aandelenmarkten in deze regio in 2011 sterk (-9,9%). De Aziatische en
De waarde van de portefeuille en de verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën aan het einde
opkomende markten daalden nog sterker (-17,0% respectievelijk -12,8% in lokale valuta) op basis van negatieve
van het jaar wordt weergegeven in onderstaande tabel:
verwachtingen over de wereldwijde economische groei. De Amerikaanse beurs deed het nog het best en steeg in dollars met
Portefeuillewaarde
2011
2011
2010
2010
Marktwaarde x € 1 miljoen
In procenten
Marktwaarde x € 1 miljoen
In procenten
415,2
12,2
423,0
16,0
2.268,2
66,7
1.881,7
71,7
Alternatieve beleggingen
29,9
0,9
24,2
0,9
Vastgoed
69,7
2,1
78,5
3,0
Liquide middelen
59,4
1,7
32,6
1,2
2.842,4
83,6
2.440,0
92,2
557,7
16,4
207,3
7,8
3.400,1
100,0
2.647,3
100,0
Aandelen Vastrentende waarden
Totaal Waarde hedgeportefeuille Totaal inclusief hedgeportefeuille
1,8%. Omdat de dollar ten opzichte van de euro in waarde steeg, resulteerde dit in een positief resultaat voor Europese beleggers. Het jaar begon behoorlijk goed waarbij de cyclische sectoren, zoals industrie en materialen, het voortouw namen. Het tweede kwartaal verliep vrij vlak, terwijl de onzekerheid over de euro en de tekenen van economische verzwakking in het derde kwartaal uiteindelijk resulteerden in forse koersdalingen. Het vierde kwartaal bracht weer herstel. Uiteindelijk waren het de cyclische sectoren en financiële waarden die over 2011 het meeste terrein verloren, terwijl aandelen met een lager risicoprofiel (bijvoorbeeld consumentengoederen) zich het beste staande wisten te houden. Ook de aandelenportefeuille van het fonds kende bovengenoemde grote spreiding van rendementen. In Europa werd dit jaar slechter gepresteerd dan de benchmark, maar de Amerikaanse aandelenportefeuille presteerde wederom beter dan de benchmark. Het wereldwijde aandelenmandaat bleef behoorlijk achter bij de benchmark vanwege fondsselectie, de totale aandelenportefeuille liet hierdoor over 2011 per saldo een negatief rendement zien van -4,3% versus een
Rendementen
benchmarkrendement van -1,7%.
Onderstaande tabel geeft de performance weer, uitgesplitst naar de verschillende categorieën waarin voor het pensioenfonds
Vastrentende waarden
wordt belegd: Rendementen
Binnen de beleggingsportefeuille was sprake van een grote spreiding in de rendementen. De vastrentende waarden
2011
2011
2010
2010
Portefeuille (in procenten)
Benchmark (in procenten)
Portefeuille (in procenten)
Benchmark (in procenten)
-4,3
-1,7
13,6
12,4
Vastrentende waarden
6,0
5,8
4,4
4,6
Alternatieve beleggingen
8,6
2,6
3,3
5,7
Vastgoed
3,6
2,5
4,0
3,3
Binnen de portefeuille staatsobligaties waren forse bewegingen te zien met extreem grote variaties in de spreads (de
Liquide middelen
0,4
0,4
-1,3
0,4
renteverschillen) tussen diverse landen. Het ‘hoogtepunt’ was een verandering van de spread tussen Italië en Duitsland van
Totaal
4,2
4,4
6,0
6,0
Aandelen
Totaal inclusief hedgeportefeuille
19,2
15,9
portefeuille bestaat voor het overgrote deel uit staatsobligaties van Duitsland, Nederland en Frankrijk. Juist deze staatsobligaties met de hoogste kredietwaardigheid en de betere bedrijfsobligaties profiteerden van de dalende rente en namen daardoor in waarde toe. De beleggingen in de meer risicovolle high yield obligaties lieten vooral in het 3e kwartaal negatieve rendementen zien, over geheel 2011 was toch sprake van een licht positief rendement voor high yield.
1% op één dag. Het beperkte belang in Portugese en Ierse staatsleningen werd in april en mei 2011 geheel afgebouwd. Portugal is vanaf medio 2011 niet langer in de Iboxx-benchmark opgenomen. Gedurende het gehele jaar is er een flinke onderweging ten opzichte van de benchmark in Spaanse en Italiaanse staatsleningen aangehouden. Deze positionering heeft
Aansluiting met de jaarrekening
een positieve bijdrage aan het resultaat geleverd.
De vermogensverdeling in de tabel onder portefeuillewaarde zoals hiervoor weergegeven wijkt af van de cijfers die u
26
verderop in de jaarrekening zult aantreffen. De indeling van vermogenscategorieën volgens het jaarverslagleggingsrecht
De markt voor betere bedrijfsobligaties werd gekenmerkt door een grote mate van illiquiditeit, volatiliteit en onzekerheid.
(RJ 610) is namelijk anders dan de indeling die wordt gebruikt binnen de beleggingsmandaten. Daarnaast bestaan er
De alsmaar toenemende bezorgdheid over de financierbaarheid van de overheidstekorten van de verschillende Eurolanden
waarderingsverschillen tussen de vermogensbeheerder en de custodian. De cijfers van de custodian vormen de basis voor de
had een ongunstig effect op de door beleggers gestelde rendementseisen. Daardoor daalden in het bijzonder de koersen van
jaarrekening.
obligaties in de financiële sectoren.
Dynamische Asset Allocatie
Binnen high yield presteerden obligaties met een hogere kwaliteit (kredietrating BB) beter dan lagere kwaliteit (kredietrating
De beleggingsportefeuille had aan het begin van het jaar een beperkte overweging op aandelen ten koste van vastrentende
B en CCC). De high yield portefeuille had een accent naar obligaties van de lagere kwaliteit wat negatief bijdroeg aan het
waarden. Door de aanhoudende problemen in de financiële sector en de doorgaande afbouw van posities gefinancierd met
resultaat. Achteraf gezien hadden de onderliggende managers in de high yield pool hoge kwaliteit high yield (rating BB)
geleend geld (‘deleveraging’), werd in juni besloten de overweging in aandelen terug te draaien en een neutrale positie in te
moeten hebben en een hoge duratie (hoge rentegevoeligheid); dat wil zeggen een zeer defensieve positionering. Hierdoor
nemen. Vervolgens werd in september een uitbreiding van de positie in hoog renderende (high yield) obligaties doorgevoerd,
werd per saldo lager dan de benchmark gepresteerd. In een high yield reviewnotitie is de performance van de pool ten
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
27
dekkingsgraad. Dit renterisico kan worden verkleind door de rentegevoeligheid van de beleggingen meer in overeenstemming
Binnen de high yield pool zal één van de vier onderliggende managers in de loop van 2012 worden vervangen, gezien de
te brengen met de looptijd van de verplichtingen. Het fonds voert dit beleid uit door middel van een rentehedge overlay met
teleurstellende resultaten van deze manager. Een search voor een vervangende manager is reeds gestart.
renteswaps (naast de vastrentende portefeuille). Over 2011 was sprake van een 100% rentehedge op basis van de nominale
De totale vastrentende waarden portefeuille is uitgekomen op een rendement van 6,0 % versus een benchmarkrendement
kasstromen van de voorziening. De hedge wordt ieder kwartaal aangepast op basis van de geactualiseerde gegevens van de
van 5,8%.
voorziening. Door de afdekking van het renterisico is de dekkingsgraad grotendeels ongevoelig voor rentebewegingen.
Alternatieve beleggingen
Over geheel 2011 is de kapitaalmarktrente aanzienlijk gedaald, zo daalde de 10-jaars swaprente van 3,3% naar een
Infrastructuur
dieptepunt van 2,4%. De waarde van de verplichtingen is daardoor toegenomen. Dit heeft een negatief effect op de
In 2011 was er sprake van een herstel in de infrastructuurmarkt. Vooral de fondsen die minder afhankelijk waren van de
dekkingsgraad gehad. Door de gedaalde rente is echter ook de waarde van de rentehedge overlay (en van de vastrentende
economische groei, deden het relatief goed. Echter, de fondsen die zijn gerelateerd aan economische groei, hadden het in 2011
portefeuille) toegenomen wat resulteerde in een positief effect op het rendement van 15,4%.
Bestuursverslag 2011
opzichte van de benchmark en andere high yield managers (peers) toegelicht en uitgebreid besproken met het pensioenfonds.
moeilijk. De vraag naar vermogen binnen de sector infrastructuur nam toe. Per eind 2010 waren er 122 infrastructuurfondsen in de markt op zoek naar 86 USD miljard kapitaal. Per eind 2011 is dit verder gestegen naar 144 fondsen die op zoek waren
Vooruitblik
naar totaal 93 USD miljard. De meeste activiteiten gedurende 2011 vonden plaats in de sectoren energie en transport. Een
De financieel-economische vooruitzichten blijven buitengewoon onzeker. De hoge volatiliteit op financiële markten getuigt
drukkend effect op de financiering van nieuwe infrastructuurprojecten is het ontbreken van voldoende bankkrediet. Hierdoor
hiervan. Europa werkt met vallen en opstaan aan een oplossing van de schuldencrisis. Het probleem is dat dit via een uiterst
worden er minder projecten uitgevoerd dan oorspronkelijk verwacht. Inmiddels zijn meer en meer overheden op zoek naar
moeizaam proces tot stand komt en dat de afloop met aanzienlijke onzekerheden omgeven blijft. Dit heeft geleid tot een
mogelijkheden om samen met private bedrijven infrastructuurprojecten op te zetten. Dit als uitvloeisel van de opgelopen
brede vertrouwenscrisis. Aan de Europese conjunctuur is hierdoor grote schade toegebracht. Het realiseren van een keer ten
overheidsschulden.
goede is een grote uitdaging en zal eerder een kwestie zijn van één tot drie jaar dan van enkele kwartalen.
In 2011 vond binnen de beleggingscategorie infrastructuur een kleine aanpassing plaats in de wijze van waarderen. Tot dan
Vooralsnog ontwikkelt de Amerikaanse economie zich conform verwachtingen. Wel bestaat er grote onzekerheid over de
was het gebruikelijk voor in het Verenigd Koninkrijk gevestigde infrastructuurfondsen om te waarderen volgens de algemeen
vraag of de politiek in dat land in staat is de overheidsfinanciën weer onder controle te krijgen. De snelgroeiende economieën
geaccepteerde accountingprincipes van dit land (UK GAAP). Hierbij vindt waardering plaats op kostprijs of lagere
in Azië vertragen momenteel wat, maar zijn naar onze taxatie in staat een zeer scherpe terugval of harde landing af te
marktwaarde. Gezien de standaard in de markt en de aanpassing in 2012 van de UK GAAP naar ‘fair value’, is
wenden.
vooruitlopend hierop door de infrastructuurpool besloten om deze posities te herwaarderen naar ‘fair value’ per jaareinde 2011. De infrastructuurportefeuille van het fonds behaalde over het gehele jaar een rendement van 9,4%.
De risicopremies op de meer risicovolle beleggingscategorieën, vooral aandelen en high yield obligaties, zijn fors opgelopen. Daarnaast zijn de risicopremies op de minder risicovolle beleggingscategorieën, in het bijzonder Duitse staatsobligaties, juist
Private Equity
relatief laag. Uitgaande van een meerjarig ‘aanpassing en groei’ scenario, met een beperking van de schuldenlast bij
De private equity portefeuille behaalde een rendement van 5,6%, en deed het daardoor beter dan de benchmark met een
overheden en consumenten in de ontwikkelde economieën, betekent dit dat er een groot rendementspotentieel op
rendement van -2,4%. In 2011 was een verdere verbetering in de markt voor private equity waarneembaar. De waarderingen
middellange termijn bestaat voor de risicovolle categorieën. Mocht het risicoscenario van stagnatie zich voltrekken, dan
binnen deze beleggingscategorie liepen verder op, vooral door de groei in omzet bij onderliggende bedrijven en verdere
liggen hier echter negatieve rendementen in het verschiet.
afbouw van schulden. Daarnaast verbeterden de waarderingen in lijn met beursgenoteerde bedrijven vooral in de Verenigde Staten. De totale markt voor private equity kampt echter nog altijd met een grote hoeveelheid vermogen dat weliswaar is
Verantwoord beleggen
toegezegd, maar nog niet geïnvesteerd. Naar verwachting zal dit de komende jaren worden weggewerkt via investeringen.
Uitgangspunten Het pensioenfonds geeft invulling aan verantwoord beleggen. Als uitgangspunt hanteert het fonds de principes van het
Vastgoed
Global Compact van de Verenigde Naties. Deze tien principes zijn gerelateerd aan de mensenrechten, arbeidsnormen, milieu
De Nederlandse vastgoedmarkt werd in 2011 sterk beïnvloed door de onzekere economische situatie. Per sector:
en anti corruptie en vinden hun oorsprong in internationaal breed geaccepteerde verdragen zoals de Universele Verklaring
• Woningen: in een onzeker economisch klimaat nemen mensen minder snel grote beslissingen. Daarnaast is het
inzake de Rechten van de Mens en de conventies van de International Labour Organisation.
waarschijnlijk dat de hypotheekrente-aftrek in de huidige vorm niet op lange termijn zal blijven bestaan. Dit geeft extra onzekerheid. Prijzen en transactievolumes daalden daardoor. In de huurmarkt bleef de bezettingsgraad hoog. • Winkels: op A-locaties laten winkels nog steeds een goede bezettingsgraad en stijging in waarde zien. Op B en C-locaties neemt de leegstand toe en is er sprake van waardedalingen. • Kantoren: de structurele overcapaciteit zorgt voor aanhoudende druk op de kantorenmarkt. Signalen in de markt laten zien dat het voor sommige partijen goedkoper is om een nieuw kantoor te bouwen dan het huidige huurcontract te
Het beleid inzake verantwoord beleggen bestaat uit de volgende onderdelen en wordt uitgevoerd door Syntrus Achmea Vermogensbeheer: • Uitsluiten van controversiële wapens; • Engagement, aangaan van dialoog met ondernemingen; • Corporate governance en stemmen op aandeelhoudersvergaderingen.
verlengen. Dit geeft aan dat er een grote kans is op nog meer afwaardering in de kantorenmarkt. Uitsluiting Huren bleven in het algemeen stabiel of stegen iets. Dankzij de huurinkomsten werd in 2011 toch nog een positief rendement
Het pensioenfonds kiest er voor om niet langer te beleggen in ondernemingen die chemische wapens, biologische wapens,
gehaald. De vastgoedportefeuille presteerde met 3,6% beter dan de benchmark (2,5%).
anti persoonsmijnen of clusterbommen produceren. De aandelenportefeuilles worden in overeenstemming met deze criteria beheerd.
Rentehedgeportefeuille
28
Beleggingen en pensioenverplichtingen zijn niet in dezelfde mate gevoelig voor rentebewegingen. Daardoor kan de
Engagement
dekkingsgraad sterk meebewegen met rentebewegingen en loopt het fonds een groter risico met betrekking tot de
Het doel van engagement is om ondernemingen waarin door het fonds is belegd, aan te sporen tot beter gedrag en om
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
29
Bestuursverslag 2011
aandeelhouderswaarde te creëren. Aan de hand van thema’s gaat het pensioenfonds de dialoog aan met ondernemingen.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de kosten voor vermogensbeheer over 2011, alsmede 2010.
In 2011 stonden twee nieuwe thema’s centraal, ‘Global Compact mensenrechtenschendingen’ en ‘Eco-efficiency in de metaal- en cementsector’. Daarnaast lopen er nog engagementzaken op thema’s als ‘Global Compact milieuschendingen’ en
Kostenoverzicht vermogensbeheer
2011
2011
2010
2010
x € 1 miljoen
In basispunten
x € 1 miljoen
In basispunten
Kosten vermogensbeheer
3,651
12,1
3,156
12,8
Kosten rente-overlay
1,915
6,3
1,797
7,3
2,291
7,5
0,877
3,6
‘Medewerkertevredenheid en gezondheid’. Ondernemingen die slecht scoren op deze thema’s worden aangespoord om hun gedrag te verbeteren. In het halfjaarverslag Verantwoord Beleggen staan de namen van ondernemingen vermeld waarmee engagementtrajecten zijn opgezet.
Kosten Strategisch Pensioen Management
Corporate governance
*)
Totaal kosten
Corporate governance en stemmen op aandeelhoudersvergaderingen vormt een onderdeel van het beleid inzake verantwoord beleggen. SPA belegt wereldwijd in aandelen en heeft er voor gekozen het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen over te
Gemiddeld vermogen
dragen aan Syntrus Achmea Vermogensbeheer. Op deze wijze is het fonds in staat wereldwijd te stemmen op
7,857
5,830
3.021,4
2.468,5
Totaal kosten als % gemiddeld vermogen
aandeelhoudersvergaderingen van bedrijven waarin wordt belegd. Syntrus Achmea maakt bij het uitoefenen van het
0,26%
stemrecht gebruik van de stemanalyses en stemadviezen van het bureau Institutional Shareholder Services (ISS). ISS houdt
Transactiekosten
rekening met de internationaal geaccepteerde corporate governance codes zoals die van de OECD en International
Totaal kosten inclusief transactiekosten
10,929
8,052
Gemiddeld vermogen
3.021,4
2.468,5
Corporate Governance Netwerk (ICGN). Daarnaast houdt ISS voor iedere afzonderlijke markt rekening met lokale wet- en regelgeving en heersende corporate governance codes. Namens het pensioenfonds werd in 2011 op 635
Totaal kosten als % gemiddeld vermogen inclusief transactiekosten
aandeelhoudersvergaderingen gestemd, waarbij 8.682 agendapunten de revue passeerden. In 2011 werd in ongeveer 11% van alle agendapunten tegen het management gestemd. Ook dit jaar ging het hier vooral om de benoeming van bestuurders van ondernemingen (niet onafhankelijk waar dit wel geëist of gewenst is) en beloningstructuren (excessief, onvoldoende
3,072
*)
10,2
0,24% 2,222
0,36%
9,0
0,33%
Inclusief kosten DAA, verantwoord beleggen en depotbank.
toegelicht of niet transparant genoeg). Op aandeelhoudersresoluties over milieu-, sociale en governancekwesties werd ook relatief vaak (in meer dan de helft van de gevallen) tegen het management gestemd.
3.19 Risicoparagraaf Een pensioenfonds wordt bij het beheer en de financiering van de pensioenverplichtingen geconfronteerd met allerlei risico’s.
Class actions
Het fonds heeft zijn organisatie zodanig ingericht dat een beheerste en integere bedrijfsvoering zo veel mogelijk gewaarborgd
Het pensioenfonds heeft dit jaar niet deelgenomen aan juridische procedures. Wel maakte het fonds in 2011 gebruik van
is. Een belangrijke pijler in die bedrijfsvoering is het risicomanagement. Met risicomanagement wordt bedoeld: integraal
‘class actions filing’. Dit geldt met name voor juridische procedures die in Amerika zijn gevoerd. Indien de uitkomst van de
inzicht in de (mogelijke) risico’s die het pensioenfonds loopt en de effectiviteit van risicobeheersende maatregelen.
juridische procedure bestaat uit een schadevergoeding, of wanneer het tot een schikking is gekomen waarbij een vergoeding is vast komen te staan, dan kunnen alle beleggers die tot de class behoren hier aanspraak op maken. De schadevergoeding
In 2011 heeft het bestuur binnen het pensioenbureau een risicomanager aangesteld. Deze is verantwoordelijk voor het
wordt pro rata verdeeld over de beleggers die een claim form hebben ingediend. Hiervoor moet het fonds kenbaar
risicobeleid van het fonds en is op dat gebied de schakel tussen het pensioenfondsmanagement, het bestuur van het fonds,
maken dat zij in de betreffende onderneming belegt of belegde. Dit proces wordt automatisch gestart door de bewaarder.
andere organen (zoals raad van toezicht), de accountant en actuaris, de verzekeraar, de vermogensbeheerders en de
De opbrengsten worden automatisch bijgeschreven op de rekening van het pensioenfonds.
toezichthouders (DNB, AFM). De risicomanager rapporteert in beginsel aan de manager van het pensioenbureau en heeft in bijzondere gevallen, dit ter beoordeling aan de risicomanager, een zelfstandige functionele lijn naar het bestuur. Vanuit zijn
Beheerkosten van het fonds
rol ontwerpt, implementeert en onderhoudt de risicomanager het strategisch risicokader voor SPA. Hij adviseert het
In april 2011 is het rapport ‘Kosten pensioenfondsen verdienen meer aandacht’ van AFM verschenen. Hierin wordt gepleit
management van het pensioenbureau en het bestuur ten aanzien van de risico’s binnen en buiten het pensioenfonds. Ten
voor een helder en transparant inzicht in de kosten die pensioenfondsen maken, onder andere op het gebied van
behoeve van het management van het pensioenbureau en het bestuur stelt hij ex-post rapportages op en komt hij, indien
vermogensbeheer. Het fonds volgt in dit jaarverslag de aanbevelingen uit dit rapport.
nodig, op grond hiervan met voorstellen tot aanpassing en/of verbetering.
Voor 2011 zijn de kosten voor vermogensbeheer berekend op 0,26% van het beheerd vermogen. Hierin zijn begrepen de
In 2011 is door het bestuur in verschillende bestuursvergaderingen bij het risicomanagement stilgestaan. Als eerste stap is
kosten van het vermogensbeheer, alsmede van de custodian (bewaarkosten). De transactiekosten (zowel tussen als binnen
daarbij het integraal risicobeleid vastgesteld. Dit beleid is gebaseerd op FIRM (het risico- en beheersingsmaatregelen
beleggingscategorieën) worden geraamd op circa 0,10% van het gemiddeld belegd vermogen. Dit is exclusief transactiekosten
analysemodel van DNB) en aangepast aan voor het fonds specifieke karakteristieken. Aan de hand van dat risicobeleid is in
voor vastgoed. De kosten moeten worden beoordeeld in relatie tot de gekozen beleggingsmix, de bijbehorende benchmark en
2012 een aantal specifieke werkzaamheden uitgevoerd.
het rendement op lange termijn. Dat zijn: • een diepgaande analyse van de risico’s van het pensioenfonds inclusief een eerste prioritering van de risico’s; • een diepgaande analyse van de bestaande beheersingsmaatregelen inclusief een analyse van de hiaten in de beheersing; • vastleggen van de contouren van de risicobehoefte van SPA (risk apetite); • vaststellen van een plan van aanpak voor het risicomanagement in 2012; • implementatie van een uniform format voor bestuursnotities waarin op uniforme wijze op risico’s en implicaties van beleidsvoorstellen ingegaan wordt. Een belangrijke pijler onder deze zaken is een door het gehele bestuur ingevulde risico-enquête en de analyse en bespreking van de belangrijkste uitkomsten van die enquête door het bestuur. Uitkomst van een en ander is dat is vastgesteld dat de
30
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
31
grootste inherente risico’s van financiële aard zijn, zoals het matchingrisico (renterisico), het marktrisico, het kredietrisico en
Met betrekking tot de beheersing van risico’s die samenhangen met de uitbesteding, voert het fonds het volgende beleid:
de verzekeringstechnische risico’s. Door de herverzekeringsovereenkomst zijn deze risico’s voor SPA tot een minimum
• Er moeten voldoende waarborgen aanwezig zijn voor een beheerste en integere bedrijfsvoering. Het bestuur ziet er
beperkt. Andere belangrijke risico’s liggen op het terrein van uitbesteding en integriteit, doordat nagenoeg alle
daarom op toe dat er adequate rapportages door de contractspartijen worden opgeleverd.
werkzaamheden van het fonds zijn uitbesteed aan AP&L (verzekering en administratie van het fonds) en Syntrus Achmea
• Het fonds besteedt niet uit:
Vermogensbeheer B.V. (het vermogensbeheer van het beleggingsdepot).
- taken en werkzaamheden van personen die het dagelijks beleid bepalen, daaronder mede verstaan het vaststellen van het beleid en het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid;
Hieronder wordt specifiek op de belangrijkste risico’s en beheersingsmaatregelen ingegaan. Daarbij wordt overigens niet de
vaste opstelling van het vereist eigen vermogen aangehouden, omdat door de herverzekering er voor SPA geen sprake is van een vereist eigen vermogen.
- werkzaamheden waarvan uitbesteding de verantwoordelijkheid van het fonds voor de organisatie en beheersing van bedrijfsprocessen en het toezicht daarop kan ondermijnen.
• Het fonds draagt zorg voor de uitwerking en implementatie van beleid in organisatorische en administratieve procedures en maatregelen, waaronder:
Solvabiliteitsbeheer
- een risicoanalyse;
Een belangrijk onderwerp binnen het risicobeheer is het solvabiliteitsbeheer. Dit ziet toe op de beheersing van het risico dat
- een besluitvormingsprocedure ten aanzien van voorgenomen nieuwe of gewijzigde uitbesteding;
het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. Door het karakter van de
- vastlegging van de afspraken met de verzekeraar in een schriftelijke Service Level Agreement (SLA);
herverzekeringsovereenkomst (garantiecontract) zijn deze risico’s grotendeels verzekerd bij de verzekeraar, AP&L. De
- het periodiek toetsen van de SLA-afspraken door middel van rapportages;
solvabiliteit wordt gemeten op basis van algemeen geldende, alsook specifieke normen, die door de wetgever en de
- de controle op de uitbestede bedrijfsprocessen. Het door het bestuur ingestelde pensioenbureau heeft onder meer als
toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief zou ontwikkelen, bestaat het risico dat
taak het toetsen of de uitvoering conform de gemaakte afspraken en doelstellingen verloopt.
het fonds de premie voor de ondernemingen en de deelnemers moet verhogen, of moet besluiten dat er geen ruimte is voor een eventuele toeslag van opgebouwde pensioenrechten van de inactieve deelnemers. In dit verband is de afspraak op
3.20 Toekomstparagraaf
grond waarvan de werkgever, voor zover de solvabiliteitspositie niet autonoom verbetert, in stappen stortingen doet om de
Het bestuur heeft twee toekomstdoelen gedefinieerd:
solvabiliteit te verhogen, een belangrijke.
• SPA wil voor alle stakeholders het beste pensioenfonds zijn; • SPA wil zichtbaar bijdragen aan het verbeteren van het imago van het pensioen.
Inflatierisico De toeslagverlening is beschreven in paragraaf 3.7 van dit verslag. De toeslagen voor de niet actieve deelnemers van SPA zijn
Daarbij is SPA onafhankelijk, daadkrachtig en deskundig. Het bestuur heeft voor 2012 een viertal speerpunten geformuleerd
voorwaardelijk. Ambitie is het volgen van de prijsinflatie. Financiering van toeslagen vindt plaats vanuit extra rendementen
waarop het zijn aandacht wil richten:
van het pensioenfonds. Wanneer SPA in enig jaar niet zelfstandig aan de (volledige) toeslagambitie kan voldoen, wordt de
• Pensioenakkoord
aangesloten ondernemingen om een aanvullende bijdrage gevraagd. De aangesloten ondernemingen zijn niet verplicht die
Het jaar 2012 zal in het teken staan van de verdere uitwerking naar een vorm van praktische toepasbaarheid. Hoewel het
bijdragen te verlenen. In de hiervoor aangehaalde paragraaf wordt hierop een toelichting gegeven.
primaat op de inhoud van de toezegging alsmede de hoogte van de kosten bij CAO-partijen ligt, zal ook het bestuur zich moeten buigen over de gevolgen en de implementatie. Gegeven de impact van deze stelselherziening mag verwacht
SPA onderkent het risico dat de pensioenen niet altijd mee kunnen groeien met de inflatie. In 2011 is met behulp van een
worden dat nagenoeg alle aspecten van de uitvoering worden geraakt. Het doel in 2012 is om tot een visie te komen, deze
continuïteitsanalyse dit risico nader in kaart gebracht. Daar wordt in paragraaf 3.2 een toelichting op gegeven. SPA zal dit
te delen met de werkgevers, de vakorganisaties en de Centrale Ondernemingsraad en na het onderhandelingsresultaat te
risico blijven monitoren en periodiek in kaart blijven brengen met een continuïteitsanalyse.
komen tot een verantwoorde invoering. Vooralsnog is de verwachting dat de invoering pas in 2013 haar beslag zal krijgen.
Kredietrisico
• Governance
Het fonds heeft te maken met kredietrisico. Dit is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van
Door de veranderende visie op pensioenfondsen (van hoeder van een arbeidsvoorwaarde naar het managen van een
faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds vorderingen heeft. De belangrijkste tegenpartij van het
financiële instelling) zal ook de governance wijzigen. Binnen het bestuur is de gedachtevorming hierover reeds gaande.
fonds is de verzekeraar, met wie het fonds een overeenkomst tot verzekering van de pensioenverplichtingen, het
Het doel in 2012 is om de bestuursvisie op de governance, alsmede de wettelijke wijzigingen op dit punt, door te voeren
premievrijstellingrisico en de arbeidsongeschiktheidsrisico’s heeft gesloten. In overleg met zijn accountant beoordeelt het fonds jaarlijks dit risico, ondermeer ter onderbouwing van de vordering op de verzekeraar.
binnen het fonds. • Transparantie Door de kredietcrisis en de Eurocrisis staat het vertrouwen in pensioenfondsen onder druk. Dat valt samen met een
Uit deze beoordeling is in 2011 weer geconcludeerd dat de vordering als volwaardig wordt beschouwd. Ook de aangesloten
veranderende visie op pensioenfondsen en een veranderend wetgevings- en toezichtskader (onder andere nieuw ftk). Om
ondernemingen zijn in dit kader een tegenpartij (sponsorrisico). Het fonds bewaakt de betaling van de premienota’s en
het in SPA gestelde vertrouwen naar alle stakeholders te behouden is het zaak om transparantie van handelen te laten
verplichtingen uit de uitvoeringsovereenkomst nauwgezet. Er is in 2011 geen sprake geweest van een premieachterstand.
zien. Het doel van 2012 is om het in 2011 ingezette risicobeleid te continueren en verder te verstevigen en transparant te zijn naar stakeholders over de risico’s en de wijze waarop SPA deze risico’s beheerst.
Operationele risico’s en risico’s van uitbesteding
• Communicatie
Operationele risico’s zijn risico’s bij de uitvoering van de regeling vanwege onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de
Door de wijzigingen als gevolg van het pensioenakkoord, wetgeving en toezicht zal het voor onze (gewezen) deelnemers
verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden door het fonds
en gepensioneerden nog lastiger worden om het onderwerp pensioen en de risico’s goed te begrijpen. Het doel voor 2012
beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering zijn betrokken. Hierbij wordt
is om voor onze doelgroepen de gevolgen van alle wijzigingen voor hun pensioen inzichtelijk te maken.
aandacht besteed aan interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit van geautomatiseerde systemen, enzovoorts. Daar het merendeel van de bedrijfsprocessen aan de pensioenuitvoerder AP&L is uitbesteed, worden hoge eisen
Apeldoorn, 21 juni 2012
gesteld aan de monitoring en naleving van de uitbestedingcontracten. Daarop heeft het pensioenfonds zijn eigen organisatie
Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Achmea
ingericht.
32
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
33
4. Verslagen
informatie geoordeeld dat een keuze is gemaakt die goed is te verantwoorden. Op het einde van 2013 loopt de herverzekeringsovereenkomst af; het verantwoordingsorgaan beveelt het bestuur aan zich tijdig te oriënteren op de situatie
4.1 Verslag van het verantwoordingsorgaan
na 2013, zodat tijdig opnieuw goede afspraken zullen zijn gemaakt. Een punt van aandacht is de beheersing door SPA van de pensioenuitvoering door de herverzekeraar: naar het
In dit verslag geeft het verantwoordingsorgaan, ingevolge artikel 7 eerste lid van het reglement verantwoordingsorgaan, na
verantwoordingsorgaan heeft begrepen wordt van de herverzekeraar nog geen ISAE3402 verklaring ontvangen. Naar de
afloop van het verslagjaar 2011 een oordeel over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid
mening van het verantwoordingsorgaan is hier voor het bestuur verbetering mogelijk om het in control zijn door het bestuur
en over de beleidskeuzes voor de toekomst. Naast hetgeen het verantwoordingsorgaan zelf heeft waargenomen is dit oordeel
te verbeteren.
tot stand gekomen aan de hand van het concept jaarverslag ‘v. 3.0’ en de concept jaarrekening d.d. 7 juni 2012 en andere informatie, waaronder highlight-rapportages verstrekt vanuit Stichting Pensioenfonds Achmea. Ook is informatie verkregen
Met betrekking tot de communicatie door SPA aan haar deelnemers adviseert het verantwoordingsorgaan te zorgen dat de
uit een gesprek met de commissie financiën, de certificerend accountant en de certificerend actuaris op 8 mei 2012.
juiste verwachtingen (blijven) bestaan. Gezien de turbulentie op de financiële markten en de politieke ontwikkelingen aangaande de pensioenen adviseert het verantwoordingsorgaan prudentie in de communicatie naar de deelnemers; het is de
Overleggen
vraag of later op uitingen als ‘Je opgebouwde aanspraken zijn niet in gevaar’ terug gekomen zou moeten worden en
Het verantwoordingsorgaan (VO) is in 2011 driemaal bijeen geweest. Daarnaast heeft zij in 2011 een tweetal maal overleg
daarmee de vraag of hiermee wordt bijgedragen aan de juiste verwachting bij de deelnemers. Het verantwoordingsorgaan
gehad met het (dagelijks) bestuur van Stichting Pensioenfonds Achmea. Het verantwoordingsorgaan stelt prijs op het overleg
heeft het bestuur gevraagd om een overzicht van de beleidskeuzes voor de toekomst. Op deze wijze acht het
met het bestuur. Het verantwoordingsorgaan heeft voorts deelgenomen aan de heidag op 8 september 2011 welke door het
verantwoordingsorgaan zich het beste in staat om achteraf te kunnen beoordelen waarom het bestuur heeft gehandeld zoals
bestuur met haar organen werd georganiseerd. Het verantwoordingsorgaan heeft de heidag als zeer waardevol ervaren.
het heeft gehandeld. Dit overzicht heeft het verantwoordingsorgaan ontvangen; het verantwoordingsorgaan heeft vastgesteld dat voor 2011 doelstellingen waren geformuleerd op het terrein van deskundigheid, governance, risicomanagement,
Samenstelling
communicatie en uitbesteding. Deze doelstelling waren ook geconcretiseerd en het verantwoordingsorgaan heeft kunnen
Per 1 juni 2011 is de heer R.F.H.M. van Schaik afgetreden uit het verantwoordingsorgaan wegens het uit dienst treden bij
vaststellen dat aan de gestelde doelen in belangrijke mate uitvoering is gegeven. Wel blijft het verantwoordingsorgaan het
Achmea. De heer M.P. Starreveld kon per die datum als plaatsvervanger van werknemerszijde in de ontstane vacature
bestuur vragen haar actief te blijven informeren over de realisatie van de doelstellingen.
voorzien. Het verantwoordingsorgaan dankt de heer Van Schaik voor de bijdrage die hij aan het verantwoordingsorgaan heeft geleverd.
Financieel resultaat In het oog springt het negatieve financiële resultaat over het boekjaar 2011, met daarbij een forse impact op de reserves van
Adviezen
het fonds. Dit resultaat is in belangrijke mate terug te voeren op het resultaat in het boekjaar binnen het gesepareerde depot,
In het verslagjaar heeft het verantwoordingsorgaan een tweetal adviezen uitgebracht aan het bestuur. Er werd een positief
waarbinnen de beleggingen in het depot minder hard stegen dan de verplichtingen. Het verantwoordingsorgaan beveelt het
advies uitgebracht over een wijziging van het reglement verantwoordingsorgaan om de aansluiting van een tweede
bestuur aan goed onderzoek te doen naar de oorzaken van dit negatieve resultaat (en ook de mogelijkheden van de
aangesloten werkgever bij het fonds mogelijk te maken. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan advies gegeven
schommelingen van jaar op jaar) om aan de hand van de bereikte conclusies mogelijke verbeteringen te kunnen treffen
betreffende het in 2011 ontvangen beleidsplan communicatie en het communicatieplan. Het verantwoordingsorgaan heeft
betreffende de voorspelbaarheid en robuustheid ervan.
vastgesteld dat een aantal suggesties betreffende de communicatieplannen door het bestuur zijn overgenomen. Apeldoorn, 21 juni 2012 Informatie
Stichting Pensioenfonds Achmea
In de overleggen van het verantwoordingsorgaan met het bestuur en het pensioenbureau heeft het verantwoordingsorgaan
Het verantwoordingsorgaan
aandacht gevraagd voor de aanlevering van informatie om haar taak naar behoren te kunnen uitvoeren. Dit heeft geleid tot een sterke verbetering in het voorzien in de informatiebehoefte. Zo verkrijgt het verantwoordingsorgaan ondermeer
4.2 Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan
informatie via dashboardrapportages en zogenaamde highlights. Daarnaast is het voor het verantwoordingsorgaan mogelijk om detailinformatie te raadplegen.
Het bestuur dankt het verantwoordingsorgaan voor zijn heldere verslag. Ook het bestuur kijkt terug op een jaar waarin de samenwerking met het verantwoordingsorgaan is verstevigd. Het bestuur is daarbij verheugd dat zijn inspanningen om de
Handelen van het bestuur en beleidskeuzes
overall performance van het fonds te verbeteren door het verantwoordingsorgaan zijn onderkend en dat wij in
Het verantwoordingsorgaan beoordeelt het handelen van het bestuur over het algemeen als adequaat. Het bestuur is
gezamenlijkheid op zoek zijn naar mogelijkheden om het nog beter te doen. Het geconstateerde met betrekking tot het
deskundig en neemt de besluiten zorgvuldig. Vastgesteld kan worden dat een adequate bestuurscyclus in werking is: er wordt
financiële resultaat wordt door het bestuur onderschreven. Het bestuur is reeds gestart met het onderzoek naar de oorzaken
gewerkt met beleidsplannen, een omzetting ervan in actieplannen en een toetsing ervan op de voortgang.
en zal daarover een terugkoppeling aan het verantwoordingsorgaan verzorgen.
Met betrekking tot de concept herverzekeringsovereenkomst heeft het verantwoordingsorgaan vastgesteld dat er in het
4.3 Verslag van de raad van toezicht
verslagjaar overeenkomst is bereikt over de definitieve tekst van de herverzekeringsovereenkomst en de uitvoeringsovereenkomst.
In 2011 heeft de raad van toezicht (RvT) tweemaal overleg gehad met het dagelijks bestuur (DB), daarnaast is de RvT vier keer bijeen geweest. Ten slotte heeft de RvT deelgenomen aan de ‘Heidedag’ in september 2011.
Het verantwoordingsorgaan heeft in het verslagjaar desgevraagd een uitgebreide toelichting gekregen op de gemaakte keuze met betrekking tot de wijze van pensioenuitvoering (onderbrengen van de pensioenen via het pensioenfonds bij een
Het overleg in 2011 is constructief verlopen: adviezen worden serieus overwogen en de aanbevelingen in het rapport van de
verzekeraar).
RvT over 2010 zijn in 2011 grotendeels opgepakt en daarbij worden gestaag resultaten geboekt. Voor 2012 is besloten het overleg tussen (dagelijks) bestuur en RvT verder te intensiveren. De RvT spreekt daarbij de wens uit dat het bestuur de RvT
Het verantwoordingsorgaan heeft daarbij ondermeer documenten mogen inzien en heeft op grond van de verkregen
34
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
ook meer als ‘sparringpartner’ zal gebruiken.
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
35
De RvT stelt vast dat het bestuur in 2011 beleidsplannen formuleert, deze omzet in actieplannen en deze plannen op voortgang volgt. In november is vastgesteld, op basis van een rapportage van het pensioenbureau, dat de meeste beleidsvoornemens zijn gerealiseerd. Daarnaast zijn nieuwe beleidsvoornemens en speerpunten voor 2012 vastgesteld. In 2011 is tot tweemaal toe bij aanvang van een bestuursvergadering geconcludeerd dat het quorum niet aanwezig was. Dit bevordert een goed bestuurlijk overleg niet. Afgezien van dit punt heeft de wijze van aansturing van het fonds zich in positieve zin ontwikkeld; met name door duidelijke mandaten voor de commissies en verbeterde rapportages. De rapportage van de verzekeraar blijft daarbij overigens achter en zal in 2012 sneller en op een hoger niveau geleverd moeten worden. De RvT heeft inmiddels begrepen, dat de verzekeraar eind 2011 een flinke vooruitgang in de kwaliteit van zijn rapportage gerealiseerd heeft. Al met al geeft het bestuur steeds professioneler inhoud aan haar verantwoordelijkheid. Wel is de RvT van mening, dat de lange doorlooptijd van sommige activiteiten en daarmee het trage tempo van besluitvorming een belangrijk aandachtspunt voor het bestuur moet zijn.
Jaarrekening 2011
belangrijke stappen gezet. Uiteraard is er ruimte voor verbetering. De RvT reikt in zijn rapport daarvoor een aantal suggesties aan. In 2011 is ook een continuïteitsanalyse uitgevoerd. De RvT concludeert dat dit traject op een zorgvuldige en deskundige wijze is doorlopen.Als risico op langere termijn ziet de RvT het handhaven van de pensioenregeling op het huidige niveau. Het pensioenakkoord en wat dit voor de deelnemer kan betekenen vraagt om een zekere terughoudendheid in de communicatie over de pensioentoezegging. In dat verband vraagt de RvT nadrukkelijk aandacht bij het bestuur, of uitingen vanuit SPA in de nieuwsbrief in termen van ‘De pensioenen bij SPA zijn niet in gevaar’ en ‘Je opgebouwde aanspraken zijn niet in gevaar’ bijdragen aan het scheppen van een juist en realistisch toekomstbeeld (lees: verwachting) bij de deelnemers. Samenvattend komt de RvT tot het oordeel dat in 2011 goede stappen voorwaarts zijn gezet. 2010 was nog het jaar dat in hoge mate in het teken stond van de samenvoeging van de twee fondsen. In 2011 is veel op zijn plek gekomen. Met de voornemens van het bestuur voor 2012 en met het overnemen van een aantal aanbevelingen van de RvT kan in 2012 een verdere stap gezet worden naar het realiseren van de doelstelling ‘het beste pensioenfonds te zijn’.
4.4 Reactie bestuur op het verslag van de raad van toezicht Het bestuur dankt de raad van toezicht voor zijn heldere en evenwichtige verslag. Het bestuur kijkt terug op een jaar waarin de samenwerking met de raad op positieve wijze is geïntensiveerd en verdiept. Het bestuur is daarbij verheugd dat zijn inspanningen om de overall performance van het fonds te verbeteren door de raad zijn onderkend en op deze wijze worden gewaardeerd. De geconstateerde problemen met betrekking tot de aanwezigheid van voldoende bestuursleden voor de besluitvorming wordt door het bestuur ondervangen. Hiervoor is statutair de mogelijkheid geopend om ook aan werkgeverszijde plaatsvervangende bestuursleden te laten toetreden tot het bestuur. Hierdoor wordt het draagvlak verbreed en additionele kennis toegevoegd. In 2012 zullen de benoemingen worden geëffectueerd. De overige adviezen van de raad zijn door het bestuur besproken en van acties en een tijdlijn voor realisatie voorzien. Dit is met de raad gedeeld. Het bestuur heeft met de raad afspraken gemaakt over de wijze waarop gezamenlijk inhoud kan worden gegeven aan de rol van ‘sparringpartner’.
36
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Jaarrekening 2011
Het risicomanagement binnen het fonds is in 2011 vorm gegeven. De RvT juicht dit toe. Het fonds heeft op dit vlak
1. Balans per 31 december 2011 (na bestemming van het saldo van baten en lasten)
Activa
Passiva
( x € 1.000) Beleggingen voor risico pensioenfonds
€
€
31 december 2010 €
(1) 3.040
Overige beleggingen
8.662
1.548 9.545 11.702
3.305.059 (3)
Vorderingen en overlopende activa
(4)
Vorderingen op werkgever inzake premies
Beleggingsdebiteuren Overlopende activa
Liquide middelen
117.230
4.687
Vorderingen op werkgever inzake aanvullende storting
188.296
42.677
Beklemde reserve
117.230
33.051
-
21
15
€
188.296 196.425
(7)
Voorziening pensioenverplichtingen Overige technische voorzieningen
(8)
3.242.489
2.632.279
62.570
54.185 3.305.059
2.686.464
8.789
15.715
3.473.755
2.898.604
491 38.202
10.538
1.562
2.213
3.473.755
2.898.604
Nominale dekkingsgraad (in%) 104,8
38
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
€
8.129
159.907
Overige schulden en overlopende pasiva
10.032
443
(5)
2.686.464
€
31 december 2010
(6)
Algemene reserve
Technische voorzieningen
Aandeel herverzekeraar in de technische voorzieningen
€
11.093
(2)
Langlopende vordering
( x € 1.000) Stichtingskapitaal en reserves
Vastgoed
Aandeel herverzekeraar in de technische voorzieningen
€
31 december 2011
Jaarrekening 2010
31 december 2011
107,3
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
39
2. Staat van baten en lasten over 2011
3. Kasstroomoverzicht 2011
€
€
2010 €
€
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. 2011
2010
€
€
Bijdragen van werkgevers en werknemers
275.006
198.595
Van herverzekeraar ontvangen uitkeringen
63.279
59.098
Ontvangsten wegens overgenomen verplichtingen
18.115
12.158
Uitgekeerde pensioenen
-63.451
-59.215
Overgedragen verplichtingen
-13.214
-7.329
Verdiende premies risico pensioenfonds Premies Premies herverkering
(9)
316.882
195.866
(10)
-266.744
-180.610 50.138
( x € 1.000)
Kasstroom uit operationele activiteiten 15.256
Beleggingsresultaten Beleggingsresultaten risico fonds
(11)
520
-9
Resultaatdeling uit hoofde van herverzekering
(12)
-71.066
67.759 -70.546
67.750
Betaald inzake herverzekering Uitkeringen risico pensioenfonds Uitkeringen
(13)
-63.451
-59.215
Uitkeringen uit hoofde van herverzekering
(14)
63.653
59.459 202
244
(15)
-618.595
-430.647
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
-666
-1.481
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankoop beleggingen Ontvangen bedragen van werkgever inzake kosten
(16)
618.595
430.647
Pensioenuitvoeringskosten Pensioenuitvoeringskosten
-1.476
Ontvangen directe beleggingsopbrengsten
Wijziging aandeel herverzekeraar in de technische voorzieningen Vermeerdering aandeel herverzekeraar in de technische voorzieningen
-203.312
-667
Verkopen en aflossingen van beleggingen
Wijziging technische voorzieningen risico pensioenfonds Mutatie technische voorzieningen
-279.734
Betaalde kosten pensioenfonds
Bankrente op rekening courant Overige mutaties Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
(17)
-11.891
-11.679
Jaarrekening 2011
2011 ( x € 1.000)
Mutatie liquide middelen
1.606
-
46
-
-1.623
-930
506
799
30
26
-550
351
15
246
-651
-1.235
Saldo van overdracht van rechten Overgenomen pensioenverplichtingen Overgedragen pensioenverplichtingen
(18) (19)
-5.803 265
-7.621
Eindstand liquide middelen
1.562
2.213
3.598
Af: Beginstand liquide middelen
2.213
3.448
-651
-1.235
-5.538
-4.023
Mutatie liquide middelen
Overige baten en lasten Ontvangen intrest
(20)
149
59
Overige baten
(21)
968
231.043
Overige lasten
(22)
-
Resultaat boekjaar
-16 1.117
231.086
-36.518
298.634
Verdeling resultaat boekjaar Algemene reserve
34.548
Beklemde reserve
-71.066
-1 67.759
Kredietafslag op vordering herverzekeraar
230.876 -36.518
40
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
298.634
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
41
4. Toelichting behorende bij de jaarrekening 2011
waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft
Inleiding
plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Stichting Pensioenfonds Achmea (hierna ook het (pensioen)fonds), is statutair gevestigd te Utrecht. De laatste
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s
statutenwijziging was op 15 maart 2012. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer
met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet
30201324.
langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en
Het fonds heeft tot doel uitvoering te geven aan het pensioenreglement, dat een weerslag vormt van de
betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
pensioenovereenkomst die de aangesloten ondernemingen zijn aangegaan met hun werknemers. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op de datum waarop de beslissing is genomen. De Nederlandsche Bank (DNB) staande verzekeringsmaatschappij, te weten Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V.
Saldering van een actief en een verplichting
Daarbij is eveneens het arbeidsongeschiktheids- en overlijdensrisico verzekerd. De herverzekeringsovereenkomst expireert op
Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake
31 december 2013.
is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en
Jaarrekening 2011
Het fonds heeft alle pensioenverplichtingen onder garantiecontract verzekerd bij een externe, onder toezicht van
bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa
Overeenstemmingsverklaring
en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 BW 2 en
4.2 Waarderingsgrondslagen voor de balans
met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.
Algemeen Het bestuur heeft op 21 juni 2012 de jaarrekening opgemaakt.
4.1 Algemene grondslagen
Aandeel in technische voorziening herverzekeraar De vordering op de herverzekeraar uit hoofde van het aandeel in de technische voorzieningen is gelijk gewaardeerd aan de technische voorzieningen. Alle verplichtingen zijn volledig herverzekerd bij een verzekeraar.
Algemeen De beleggingen, technische voorzieningen en het aandeel herverzekeraar in de technische voorzieningen worden gewaardeerd
Herverzekering
op marktwaarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Baten en
Uitgaande herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft.
lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld.
De vordering op de herverzekeraar uit hoofde van het aandeel in de technische voorzieningen is gewaardeerd op basis van de grondslagen van het pensioenfonds. Vorderingen uit herverzekeringscontracten worden gelijkgesteld aan de hiertegenover
Schattingen en veronderstellingen
staande technische voorzieningen. Het bestuur toetst jaarlijks de vordering op de herverzekeraar.
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde
Langlopende vordering
van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd
Dit betreft het niet direct door het pensioenfonds opeisbare aanwezige vermogen in het gesepareerd depot garantie (GDG).
op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden
Deze vordering is opeisbaar op de einddatum van de herverzekeringsovereenkomst.
beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.
Stichtingskapitaal en reserves
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden
Algemene reserve
opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of
Het saldo van baten en lasten wordt, voor zo ver niet toegevoegd wordt aan de beklemde reserve, toegevoegd aan de
in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als
algemene reserve.
toekomstige perioden.
Beklemde reserve Deze reserve wordt aangehouden om fluctuaties in de waarde van de beleggingen, die op marktwaarde zijn gewaardeerd,
Opname van een actief of een verplichting
op te kunnen vangen. De beklemde reserve bedraagt het aandeel van het pensioenfonds in het risico op de beleggingen in het
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het
GDG van de herverzekeraar.
pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van
Technische voorzieningen
middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt
42
Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel,
bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op
samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden,
balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
43
nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke toezeggingen van toeslagen (inzake voormalig Stichting Pensioenfonds
5. Toelichting op de balans per 31 december 2011
Interpolis). De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de voorziening voor pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de
Activa
verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde
1. Beleggingen voor risico pensioenfonds 2011
begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: • Marktrente: gebaseerd op de rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door de DNB. • Overlevingstafels: AG prognosetafel 2010-2060, startjaar 2012, met toepassing van ervaringssterfte waarbij fondsspecifieke correctiefactoren op de sterftekansen worden gehanteerd.
( x € 1.000)
€
€
arbeidsongeschikten.
€
€
Vastgoed Stand per 1 januari
1.548
Aankopen over boekjaar
1.623
627 930 3.171
• Samenlevingsfrequenties van het tarief AP2005. • Latent wezenpensioen: voorziening bedraagt 5% van de voorziening voor het partnerpensioen voor actieven, slapers en
2010
Verkopen over boekjaar Herwaardering
-606
1.557 -
475
-9
• Excassokosten: 2%. Stand per 31 december
-131
-9
3.040
1.548
Jaarrekening 2011
pensioenaanspraken worden verhoogd (toeslag). Alle per balansdatum bestaande toeslagbesluiten zijn in de berekening
Overige technische voorzieningen Voorziening premievrijstelling
Vanaf 1 augustus 2009 betreft dit alleen het North America Fund.
De voorziening is gelijk aan de som van de contante waarde van de vrijgestelde premies, de over de voorafgaande 24 maanden door de herverzekeraar in rekening gebrachte opgerente premie voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid.
Overige beleggingen
De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente.
Stand per 1 januari Verkopen over boekjaar
Arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen
Rentebijschrijving
9.545 -
117
33
De voorziening is gelijk aan de som van de contante waarde van de uitkeringen met betrekking tot de verzekeringen ingevolge arbeidsongeschiktheid. Bij de berekening van deze voorziening wordt rekening gehouden met sterfte- en revalideringskansen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Uitgegaan is van gelijkblijvende uitkeringen,
9.512
-1.000
Stand per 31 december
-883
33
8.662
9.545
2011
2010
€
€
2.686.464
2.255.817
618.595
430.647
3.305.059
2.686.464
die gelijktijdig starten met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, alsmede een eindleeftijd van de uitkeringen van 62 of 65 jaar. Bovenstaande belegging betreft een deposito met afloopdatum 11 januari 2012.
De verplichtingen van het fonds inzake voorziening WIA-aanvulling/excedent bestaan uit de reeds ingegane uitkeringen (met risicojaar 2006) en eventuele latente verplichtingen uit risicojaren tot en met 2006.
4.3 Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen In de staat van baten en lasten worden de aan het boekjaar toe te rekenen opbrengsten en kosten verantwoord, met uitzondering van de posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt.
Overgenomen en overgedragen pensioenverplichtingen
2. Aandeel herverzekeraar in de technische voorziening ( x € 1.000) Stand per 31 december Mutaties in boekjaar Stand per 31 december
Het bestuur heeft besloten om per 31 december 2011 geen afwaardering toe te passen.
Dit betreft de ontvangst van of overdracht aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige en de nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers die tot de ontslagdatum zijn
Garantiestelling Achmea B.V.
opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra aanspraken. In 2007 heeft Achmea B.V. een garantie afgegeven van € 37.205.798,00 voor de afslag voor het kredietrisico.
4.4 Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht
De garantiestelling is per brief in 2011 ingetrokken.
Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit operationele activiteiten en beleggingsactiviteiten.
44
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
45
De onderliggende beleggingen, zoals deze in het gesepareerd depot zijn ondergebracht, hebben onderstaande waarde:
De liquide middelen op de ABN AMRO bankrekening staan ter vrije beschikking van het pensioenfonds.
Liquide middelen aangehouden bij Syntrus Achmea Vastgoed inzake SPA (Staalbankiers) zijn bestemd voor aan- en verkopen van het North America
Vastgoedbeleggingen
Aandelen
Vastrentende waarden
Derivaten
Overige beleggingen
Totaal
73.929
396.161
1.966.159
58.609
166.265
2.661.123
-3.415
-133.239
133.239
3.415
( x € 1.000) Stand per 1 januari GDG Reclassificatie beginstand
Passiva 6. Stichtingskapitaal en reserves
Aankopen
2.057
404.427
2.190.310
18.619
27.725
2.643.138
Verkopen
-5.869
-359.916
-1.862.520
-43.375
-22.525
-2.294.205
Herwaardering
-1.126
-19.058
65.939
402.800
1.113
449.668
-80.513
-80.513
95.480
3.379.211
Overige mutaties Stand per 31 december GDG
68.991
418.199
2.226.649
Fund.
569.892
2011 ( x € 1.000)
€
Algemene reserve Beklemde reserve Kredietafslag op vordering herverzekeraar Gebonden reserves
2010
€
€
42.677 117.230
€ 8.129
188.296
-
117.230
188.296
159.907
196.425
overige beleggingen.
Jaarrekening 2011
In bovenstaande opstelling zijn de standen van beleggingsdebiteuren, lopende intrest, liquide middelen en beleggingscrediteuren opgenomen onder de
Algemene reserve In het depotverslag is een aantal beleggingen gereclassificeerd, deze staan op de regel ‘Reclassificatie beginstand’.
Stand per 1 januari
Onder de overige beleggingen bestaan de overige mutaties uit mutatie beleggingsdebiteuren ad € 389, mutatie lopende intrest ad € -6.102, mutatie liquide middelen ad € -74.912 en mutatie beleggingscrediteuren ad € 112.
8.129
8.130
Resultaatsverdeling
34.548
-1
Stand per 31 december
42.677
8.129
De resultaatsverdeling bestaat uit storting werkgever inzake dekkingsgraad ad € 33.051 (vorig jaar: nihil) ontvangen intrest ad € 149 (vorig jaar: ad € 59),
3. Langlopende vordering ( x € 1.000)
beleggingsresultaat risico fonds ad € 520 (vorig jaar: ad € -9), bestuurskosten ad € -140 (vorig jaar: ad € -202) en overige baten ad € 968 (vorig jaar:
2011
2010
117.230
188.296
Vordering op herverzekeraar inzake vermogensoverschot GDG Stand per 31 december
Dit betreft het niet direct door het pensioenfonds opeisbare aanwezige vermogen in het GDG. Deze vordering is opeisbaar op de einddatum van de herverzekeringsovereenkomst.
ad €151).
Beklemde reserve Stand per 1 januari
188.296
120.537
Resultaatsverdeling
-71.066
67.759
Stand per 31 december
117.230
188.296
Stand per 1 januari
-
-230.876
Resultaatsverdeling
-
230.876
Stand per 31 december
-
-
28.586
11.427
-
-
4. Overige Vorderingen en overlopende activa ( x € 1.000)
2011
2010
Vordering op werkgever inzake premies Stand per 31 december
4.687
10.032
Kredietafslag op vordering herverzekeraar
De vordering op de werkgever bestaat hoofdzakelijk uit de afrekening van de kosten en vergoedingen ad € 4.196 (vorig jaar € 9.664).
Solvabiliteit
Vordering op werkgever aanvullende storting Stand per 31 december
33.051
-
De wettelijke solvabiliteitseisen zijn de volgende: Minimaal vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen
Beleggingsdebiteuren Vorderingen uit hoofde van beleggingen
21
15
Het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) is voor volledig herverzekerde pensioenfondsen die de beheerskosten voor
Overlopende activa Nog te ontvangen waardeoverdrachten Overige overlopende activa
-
175
443
316
443
491
5 jaar of minder hebben vastgelegd 25% van de beheerskosten in dat boekjaar. Voor boekjaar 2011 is het MVEV derhalve gelijk aan 25% * € 114.343 = € 28.586. Dit is gelijk aan 0,9% van de voorziening pensioenverplichtingen. De € 114.343 bestaat uit administratiekosten ad € 2.106, beleggingskosten ad € 7.207, risicopremie voor rendementsrisico ad € 22.082, stop-loss ad € 1.139, solvabiliteitsvergoeding ad € 1.770 en bijdrage voorziening voor langlevenrisico ad € 80.039.
5. Liquide middelen ( x € 1.000)
2011
2010
ABN AMRO
1.525
1.614
37
599
1.562
2.213
Staalbankiers
46
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Op basis van de per 1 februari 2011 geldende wetgeving heeft het pensioenfonds besloten om vanaf het jaarverslag 2010 geen rekening meer te houden met het kredietrisico. Omdat herverzekerde pensioenfondsen niet langer verplicht zijn het kredietrisico te adresseren, komt ook het vereist eigen vermogen in de jaarrekening te vervallen.
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
47
7. Technische voorzieningen
Toeslagverlening 2011
2010
€
€
( x € 1.000)
2.204.090
107.071
87.017
Indexering en overige toeslagen
49.477
27.757
Rentetoevoeging
35.260
29.161
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
-61.416
-57.038
Wijziging marktrente
501.877
264.005
-
95.338
Saldo van inkomende en uitgaande waardeoverdrachten
9.803
6.994
Vrijval excassovoorziening
-1.221
-1.135
-30.641
-23.910
3.242.489
2.632.279
Wijziging actuariële uitgangspunten
Overige mutaties Stand per 31 december
worden verhoogd door middel van het verlenen van een toeslag. Het bestuur streeft naar een toeslag ter hoogte van de stijging van de prijsindex. Deze toeslagverlening is voorwaardelijk en afhankelijk van de middelen van het fonds. Belangrijk element hierbij is de dekkingsgraad. Er is geen recht op een toeslag en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst de toeslagverlening zal plaatsvinden. Een afgebakende groep gewezen deelnemers en pensioengerechtigden heeft een onvoorwaardelijke toeslagverlening op basis van tenminste de CBS-consumentenprijsindex, verminderd met 1,5% en een maximum van 4%. Voor deze toezegging is een voorziening gevormd. Per 1 januari 2011 zijn de pensioenaanspraken van de actieve deelnemers met 1,25% verhoogd. Met behulp van financiering door de werkgevers is in 2011 een toeslag verleend aan de pensioengerechtigde deelnemers en gewezen deelnemers van 1,38%, dan wel 1,35%, conform reglementen afhankelijk van de arbeidshistorie binnen de Achmea-organisatie.
8. Overige schulden en overlopende passiva ( x € 1.000)
In 2010 bestaat de wijziging actuariële uitgangspunten (ad € 95.338) uit de overgang naar de huidige prognosetafel.
Schuld aan GDG Overige schulden
Voorziening pensioenverplichtingen De samenstelling van de voorziening pensioenverplichting luidt als volgt:
Beleggingscrediteuren
Actieve deelnemers
1.133.263
978.068
Gewezen deelnemers
1.325.782
1.026.125
Pensioentrekkenden
705.395
575.837
Arbeidsongeschikten
11.865
10.488
Indexatievoorziening ex-deelnemers Stichting Pensioenfonds Interpolis
66.184
41.761
3.242.489
2.632.279
Stand per 31 december
2011
2010
€
€
8.275
14.085
514
1.086
-
544
8.789
15.715
Jaarrekening 2011
2.632.279
Pensioenopbouw
salarisontwikkeling bij de werkgever. Deze toeslag wordt gefinancierd door de werkgever. Voor gewezen deelnemers (slapers) en gepensioneerden beslist het bestuur jaarlijks of en in hoeverre de ingegane pensioenen en de opgebouwde pensioenaanspraken
Voorziening pensioenverplichtingen Stand per 1 januari
De opgebouwde pensioenen van actieve deelnemers worden jaarlijks onvoorwaardelijk verhoogd met de algemene
Op 15 maart 2012 is € 3.588 inzake een oude schuld, overgemaakt naar het GDG.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen Het fonds heeft een herverzekeringsovereenkomst afgesloten met Achmea Pensioen- & Levensverzekeringen N.V. voor een periode van 5 jaar. Het te vergoeden bedrag is hoofdzakelijk afhankelijk van de beleggingen en het aantal deelnemers. De te betalen vergoeding bedraagt in 2011 € 9.279 (2010: € 9.174).
Overige technische voorzieningen Stand per 1 januari
54.185
51.727
2.863
2.945
Indexeringen en overige toeslagen
272
446
Per 31 december 2011 heeft het pensioenfonds, op basis van afgegeven commitments, lopende investerings- en
Rentetoevoeging
728
702
stortingsverplichtingen binnen zijn beleggingsportefeuille ter grootte van € 8,6 mln. Deze commitments betreffen het North
-2.230
-2.361
9.427
5.917
-
1.941
Pensioenopbouw
Onttrekking voor pensioenuitkeringen Wijziging marktrente Wijziging actuariële uitgangspunten Vrijval excassovoorziening
-45
-47
Overige mutaties
-2.630
-7.085
Stand per 31 december
62.570
54.185
Afgegeven commitments inzake investerings- en stortingsverplichtingen
America Fund en hebben een looptijd tot en met 2012.
Risicobeheer Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Door het aangaan van een herverzekeringsovereenkomst heeft het fonds zoveel mogelijk risico’s afgedekt. Het fonds loopt kredietrisico, inflatierisico en beleggingsrisico. Het kredietrisico betreft het risico van financiële verliezen als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van de herverzekeraar waarop het fonds een vordering heeft. Per 1 februari 2011 is de afslag kredietrisico niet meer van toepassing in het FTK. Na zorgvuldige afweging heeft het bestuur besloten dit verslagjaar geen afwaardering op de vordering
De overige technische voorzieningen bestaan uit voorziening premievrijstelling, voorziening WAO-Aanvullingsprogramma,
op de herverzekeraar toe te passen.
voorziening WAO-zekerheidsplan en voorziening WIA-Aanvulling/Excedent.
Beleid en risicobeheer In 2010 bestaat de wijziging actuariële uitgangspunten (ad € 1.941) uit de overgang naar de huidige prognosetafel.
Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van risico’s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: - beleggingsbeleid - premiebeleid - herverzekeringsbeleid - toeslagbeleid.
48
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
49
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten
6. Toelichting op de staat van baten en lasten over 2011
ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten.
Baten 2011
2010
%
%
107,3
105,7
1,2
0,2
Resultaat op uitkeringen en waardeoverdrachten
-0,2
-0,2
Resultaatdeling uit hoofde van herverzekering
-2,6
3,0
Overige oorzaken
-0,9
-1,4
104,8
107,3
Dekkingsgraad per 1 januari Resultaat op premies
Dekkingsgraad per 31 december
De omzet in de zin van Titel 9 BW 2 bestaat uit premies, ontvangen intrest en de directe beleggingsopbrengsten en bedraagt € 317.076 (vorig boekjaar € 195.925).
9. Premies Ontvangen premies en koopsommen Aanvullende storting werkgever in verband met dekkingsgraad Communicatiekosten (Uniform Pensioenoverzicht) Uitvoeringskosten
Verbonden partijen
Overige kosten / FVP-bijdragen
Identiteit van verbonden partijen
2011
2010
272.080
184.389
33.051
-
125
8
11.273
10.765
353
704
316.882
195.866
Jaarrekening 2011
De aanwezige dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld:
Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen: tussen het fonds, de sponsors (aangesloten ondernemingen) en hun bestuurders.
De ontvangen premies en koopsommen bestaan uit premies herverzekering ad € 266.744 (vorig jaar: ad € 180.610), verrekenverschillen op overgenomen pensioenverplichtingen ad € 5.803 (vorig jaar: ad € 7.621), verrekenverschillen op overgedragen pensioenverplichtingen ad € -265 (vorig jaar: ad € -3.598) en
Transacties met bestuurders
ontvangen ANW-hiaatuitkeringen ad € -202 (vorig jaar: ad € -244).
Er zijn geen beloningen noch leningen verstrekt aan de bestuurders, noch is er sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders. Overige transacties met verbonden partijen
De kostendekkende en feitelijke premies volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: Kostendekkende premie
274.724
168.216
Feitelijke premie
316.882
195.866
2011
2010
114.229
110.069
Actuariële koopsommen
13.041
16.308
Toeslagkoopsommen
32.916
16.558
Vrijgestelde premie
-2.171
-2.103
1.770
1.547
Inzake de uitvoeringsovereenkomst tussen fonds en werkgever met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling is het volgende relevant: tijdige, juiste en volledige aanlevering van de basisgegevens, het betalen van de premies, het betalen van de pensioenuitvoeringskosten.
10. Premies herverzekering
De premies worden op voorschotbasis per kwartaal betaald. Daarnaast wordt maandelijks de stand van de rekening-courant afgerekend. De pensioenuitvoeringskosten worden aan het begin van het jaar op voorschotbasis betaald; aan het eind van het jaar wordt een voorlopige afrekening betaald. Na afloop van het boekjaar vindt de definitieve afrekening plaats.
Actuariële premies
Solvabiliteitsvergoeding
1.139
1.099
Risicopremie voor rendementsrisico
Stop-loss
22.082
16.697
Bijdrage voorziening voor langlevenrisico
80.039
17.191
3.699
3.244
266.744
180.610
Excassokosten
De voorziening voor langlevenrisico wordt vanaf boekjaar 2011 versneld opgebouwd. Hierdoor stijgt de jaarlijkse bijdrage aan deze voorziening.
50
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
51
Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten
15. Mutaties technische voorzieningen 2011
2010
45
-
475
-9
520
-9
De beleggingsresultaten hebben betrekking op het North America Fund.
Indexeringen en overige toeslagen Rentetoevoeging
2010
109.934
89.962
49.749
28.203
35.988
29.863
Onttrekking pensioenuitkeringen
-63.646
-59.399
Wijziging marktrente
511.304
269.922
-
97.279
Wijziging overige actuariële uitgangspunten
De directe beleggingsopbrengsten (in 2010 gepresenteerd onder de overige baten ad € 165) bestaan uit dividendopbrengsten en beheerskosten. De herwaardering is opgenomen onder de indirecte beleggingsopbrengsten.
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
9.803
6.994
Vrijval excassovoorziening
-1.266
-1.182
-33.271
-30.995
618.595
430.647
Overige mutaties
12. Resultaatdeling uit hoofde van herverzekering Resultaatdeling uit hoofde van herverzekering
Pensioenopbouw
2011
2011
2010
-71.066
67.759
Dit betreft het aandeel van het pensioenfonds in het gerealiseerde resultaat uit de herverzekeringsovereenkomst.
De overige mutaties bestaan uit resultaat op sterfte ad € -9.593 (vorig jaar ad € -7.404), resultaat op arbeidsongeschiktheid ad € -2.032 (vorig jaar ad
Jaarrekening 2011
11. Beleggingsresultaten risico fonds
€ -6.984) en resultaat op mutaties en overige technische grondslagen ad € -21.646 (vorig jaar ad € -16.607). De specificatie van de mutatie technische voorzieningen is deels geschat. De schattingsverschillen zijn onderdeel van het resultaat op mutaties en overige
13. Uitkeringen en afkopen
technische grondslagen.
2011
2010
51.255
47.399
Arbeidsongeschiktheidspensioen
2.194
2.361
Nabestaandenpensioen
9.298
8.782
Wezenpensioen
329
318
Afkopen
375
355
63.451
59.215
Ouderdomspensioen
14. Uitkeringen uit hoofde van herverzekering 2011
2010
51.255
47.399
Arbeidsongeschiktheidspensioen
2.194
2.361
Nabestaandenpensioen
9.500
9.026
Wezenpensioen
329
318
Afkopen
375
355
63.653
59.459
Ouderdomspensioen
16. Vermeerdering aandeel herverzekeraar in de technische voorzieningen 2011
2010
618.595
430.647
2011
2010
Administratievergoeding (herverzekeraar)
9.279
9.174
Pensioenbureau
1.840
1.358
125
108
29
124
618
915
11.891
11.679
Mutatie aandeel herverzekeraar in de technische voorzieningen boekjaar
17. Pensioenuitvoeringskosten
Actuariskosten Accountantskosten Overige kosten
De administratievergoeding bestaat uit: * administratiekosten ad € 2.106 (2010: € 2.606) * beleggingskosten
ad € 7.173 (2010: € 6.223)
* implementatiekosten ad € nihil (2010: € 345).
De overige kosten bestaan onder andere uit contributies ad € 266 (2010: € 136), werkzaamheden Vivens ad € 55, werkzaamheden Syntrus Achmea Pensioenbeheer ad € nihil (2010: € 269) en fondskosten ad € 103 (2010: € 155).
52
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
53
Vacatiegelden
22. Overige lasten
Bestuursleden en leden van het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad in dienst van Achmea ontvangen geen vergoeding. Gepensioneerde bestuursleden, gepensioneerde leden van het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad ontvangen wel een vergoeding. Door het pensioenfonds is in het boekjaar € 31 (2010: € 12) betaald. Daarnaast is € nihil (2010: € 33) meegenomen als schatting aan nog te betalen vacatiegelden. Het totaal aan vacatiegelden is opgenomen onder de
Overige lasten
overige kosten.
2011
2010
-
16
-
16
Actuariskosten
Aantal personeelsleden
De actuariskosten bestaan zowel uit de kosten van de certificerend actuaris, als die van de adviserend actuaris.
Personele informatie Stichting Pensioenfonds Achmea heeft evenals vorig jaar geen werknemers in dienst.
Accountantskosten De accountantskosten 2011 ad € 29 bestaan onder andere uit accountantskosten van KPMG Accountants N.V. inzake controle jaarverslag en DNB-staten 2011 ad € 48 (andere controleopdrachten nihil) en correctie controle jaarverslag en
Belastingen
DNB-staten 2010 ad € -56.
De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
Overgenomen pensioenverplichtingen Toevoeging aan de technische voorzieningen Verrekenverschillen op overgenomen pensioenverplichtingen
2011
2010
18.115
12.158
-23.918
-19.779
-5.803
-7.621
Jaarrekening 2011
18. Overgenomen pensioenverplichtingen Apeldoorn, 21 juni 2012 Dhr. J.R.P. van den Brink, voorzitter Dhr. A.M. de Graaf, secretaris Dhr. M.J.J. Creemers Dhr. G.T.J. Meulenbroek
19. Overgedragen pensioenverplichtingen Overgedragen pensioenverplichtingen Onttrekking aan de technische voorzieningen Verrekenverschillen op overgedragen pensioenverplichtingen
Mevr. A. Pásztor 2011
2010
-13.214
-7.329
13.479
10.927
265
3.598
2011
2010
32
26
117
33
149
59
2011
2010
-
230.876
968
167
968
231.043
Mevr. S. Spek Dhr. C.J. Spruyt Dhr. W.A. Stegink Dhr. J.M.M. van Tuyl Dhr. G.C.M. Warmerdam
20. Ontvangen intrest Intrest bank Intrest daggeldlening / deposito
21. Overige baten Mutatie kredietafslag op vordering herverzekeraar Overige baten
Per 1 februari 2011 is de afslag kredietrisico niet meer van toepassing in het FTK. Na zorgvuldige afweging heeft het bestuur besloten vanaf 2010 geen afwaardering op de vordering op de herverzekeraar toe te passen.
De overige baten hebben betrekking op correcties van balansposten uit voorgaande boekjaren.
54
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
55
Overige gegevens
Overige gegevens
56
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
57
1. Bestemming resultaat
2. Actuariële verklaring
Statutaire regeling omtrent bestemming resultaat
Opdracht
Jaarlijks besluit het bestuur of een bedrag en zo ja, welk bedrag in de reserve zal worden gestort.
Door Stichting Pensioenfonds Achmea te Utrecht is aan Aon Hewitt de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2011.
Voorstel bestemming resultaat Het negatieve resultaat over 2011 bedraagt € -36.518 (2010: € 298.634). Dit bedrag is voor € 71.066 onttrokken
Gegevens
(2010: € 67.759 toegevoegd) aan de beklemde reserve en voor € 34.548 toegevoegd (2010: € 1 onttrokken) aan de
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid
algemene reserve. Daarnaast is er in 2010 voor € 230.876 toegevoegd aan kredietafslag op vordering herverzekeraar.
van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris terzake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn.
Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: • heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en • heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financiële beleid van het pensioenfonds.
Overige gegevens
De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Oordeel Ik heb geconstateerd dat de verplichtingen van het pensioenfonds volledig zijn herverzekerd door middel van een garantiecontract en heb dit betrokken in mijn oordeel. De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van toereikende solvabiliteit. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Achmea is naar mijn mening voldoende. Rotterdam, 21 juni 2012 Drs. A.G.M. den Hartogh, AAG verbonden aan Aon Consulting Nederland cv
58
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
59
3. Controleverklaring van de onafhankelijk accountant Aan: Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Achmea
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2011 van Stichting Pensioenfonds Achmea te Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat
Bijlagen
getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van het bestuur, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Achmea per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van
Utrecht, 21 juni 2012 KPMG Accountants N.V. W. Teeuwissen RA
60
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Bijlagen
het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Bijlage 1 Regelingen
Opbouwperiode Vanaf aanvang deelnemerschap, doch niet vóór 1 januari 2000, tot de pensioendatum. Ook de bij aanvang aan het fonds overgedragen rechten worden binnen het fonds uitgevoerd.
Regeling I: voor deelnemers geboren vanaf 1 januari 1950 en/of in dienst na 31 december 2005
• Levenslang ouderdomspensioen
65 jaar, levenslang
Pensioensysteem
• Partnerpensioen
• Levenslang ouderdomspensioen (middelloon)
Overlijden (gewezen) deelnemer, tot overlijden nabestaande
• Tijdelijk partnerpensioen
Pensioenrichtleeftijd
De eerste van de maand waarin de deelnemer de leeftijd van 65 jaar bereikt of de eerdere door de deelnemer zelf gekozen
• Wezenpensioen
datum, binnen de door het reglement aangegeven grenzen.
Pensioengevend salaris
Partnerpensioen ten behoeve van partner als bedoeld in het pensioenreglement
• Levenslang ouderdomspensioen
70% van het (bereikbare) levenslange ouderdomspensioen.
Overlijden (gewezen) deelnemer, tot 65 jarige leeftijd of eerder overlijden nabestaande. Overlijden (gewezen) deelnemer, tot 18 jaar kind, verlenging tot 27 jaar bij studerende of arbeidsongeschikte kinderen
12 maal het vaste maandsalaris plus vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en overige vaste toeslagen, voor zover van toepassing, vermeerderd met variabele inkomensbestanddelen.
Tijdelijk partnerpensioen Maximale Anw-uitkering verminderd met het bedrag dat de nabestaande aan Anw ontvangt.
Franchise De franchise bedraagt op 1 januari 2011 € 15.336,- (fulltimer). De franchise wordt jaarlijks aangepast. Hierbij wordt de
Wezenpensioen
algemene salarisontwikkeling bij de werkgever gevolgd.
14% van het (bereikbare) levenslange ouderdomspensioen. Voor volle wezen wordt dit bedrag verdubbeld.
Pensioengrondslag
Regeling 2:
Pensioengevend salaris minus franchise.
voor deelnemers geboren voor 1 januari 1950 en/of in dienst na 31 december 2005
Levenslang ouderdomspensioen
Pensioensysteem
Per deelnemingsjaar 2% van de in het jaar geldende pensioengrondslag.
• Levenslang ouderdomspensioen (middelloon)
Indien de deelnemer op 31 december 2005 al in dienst was bedraagt het opbouwpercentage 2,25%.
• Tijdelijk ouderdomspensioen (eindloon)
Toeslagen
Pensioenrichtleeftijd
• Ouderdomspensioen actieven (inclusief arbeidsongeschikten)
De eerste van de maand waarin de deelnemer de leeftijd van 62 jaar bereikt en/of de eerdere of latere door de deelnemer zelf
Algemene salarisontwikkeling bij werkgever (onvoorwaardelijk)
gekozen datum, binnen de door het reglement aangegeven grenzen.
• Ouderdomspensioen en partnerpensioen niet-actieven Prijsontwikkeling (voorwaardelijk)
Pensioengevend salaris • Levenslang ouderdomspensioen
Op te bouwen pensioensoorten • Levenslang ouderdomspensioen • Partnerpensioen (inclusief opslag voor wezenpensioen)
12 maal het vaste maandsalaris plus vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en overige vaste toeslagen, voor zover van toepassing, vermeerderd met variabele inkomensbestanddelen. • Tijdelijk ouderdomspensioen 12 maal het vaste maandsalaris plus vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en overige vaste toeslagen en, voor zover van
Pensioensoorten op risicobasis
toepassing, vermeerderd met het gemiddelde van de variabele inkomensbestanddelen van de afgelopen vijf jaar.
• Tijdelijk partnerpensioen
Franchise De franchise bedraagt op 1 januari 2011 € 15.336,- (fulltimer). De franchise wordt jaarlijks aangepast. Hierbij wordt de algemene salarisontwikkeling bij de werkgever gevolgd.
Pensioengrondslag
Bijlagen
Pensioengevend salaris minus franchise.
Levenslang ouderdomspensioen Per deelnemingsjaar 2% van de in het jaar geldende pensioengrondslag.
62
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
63
Tijdelijk ouderdomspensioen
Regeling Pensioenreglement 2006 B
Per deelnemingsjaar 1,75% van het laatst vastgestelde pensioengevend salaris. Voor deelnemers geboren voor 1 januari 1950 en in dienst voor 1 januari 2006 (oud SPI-deelnemers).
Toeslagen
Voor hen geldt de beschrijving als onder Regeling 1 met de volgende afwijkingen (op hoofdlijnen);
• Ouderdomspensioen actieven (inclusief arbeidsongeschikten) Algemene salarisontwikkeling bij werkgever (onvoorwaardelijk) • Ouderdomspensioen en partnerpensioen niet-actieven (gewezen deelnemers en pensioengerechtigden)
Prijsontwikkeling (voorwaardelijk)
- De pensioenrichtleeftijd is niet 65 jaar, maar 62 jaar (61 jaar voor (gewezen) deelnemers op wie de CAO voor het Verzekeringsbedrijf Buitendienst van toepassing was). - Tussen 62 (61) jaar en 65 jaar wordt naast het levenslang ouderdomspensioen een tijdelijk ouderdomspensioen uitgekeerd. Het te bereiken tijdelijk ouderdomspensioen is gelijk aan 2,5% per deelnemersjaar van het laatst voor de pensioendatum
Op te bouwen pensioensoorten • Levenslang ouderdomspensioen • Tijdelijk ouderdomspensioen • Partnerpensioen (inclusief opslag voor wezenpensioen)
vastgestelde franchisebedrag. - Wijze van indexering wijkt af van die van Pensioenreglement 1 voor niet-actieven (gewezen deelnemers en pensioengerechtigden). - Pensioengevend salaris: 12 maal het vaste maandsalaris plus vakantietoeslag, en, indien van toepassing de 13e maand. Het pensioengevend salaris wordt in aanmerking genomen tot een maximum bedrag van (in 2011) € 89.105,-.
Pensioensoorten op risicobasis • Tijdelijk partnerpensioen
Opbouwperiode Vanaf aanvang deelnemerschap, doch niet vóór 1 januari 2000, tot de pensioendatum. Ook de bij aanvang aan het fonds overgedragen rechten worden binnen het fonds uitgevoerd. • Levenslang ouderdomspensioen
65 jaar, levenslang
• Tijdelijk ouderdomspensioen
62 jaar tot 65 jaar
• Partnerpensioen
Overlijden (gewezen) deelnemer, tot overlijden nabestaande
• Tijdelijk partnerpensioen
Overlijden (gewezen) deelnemer, tot 65 jarige leeftijd of eerder overlijden nabestaande.
• Wezenpensioen
Overlijden (gewezen) deelnemer, tot 18 jaar kind, verlenging tot 27 jaar bij studerende of arbeidsongeschikte kinderen
Partnerpensioen ten behoeve van partner als bedoeld in het pensioenreglement 70% van het bereikbare levenslange ouderdomspensioen voor actieve deelnemers en voor niet-actieve deelnemers 70% van het opgebouwde levenslange ouderdomspensioen.
Tijdelijk partnerpensioen Maximale Anw-uitkering verminderd met het bedrag dat de nabestaande aan Anw ontvangt.
Wezenpensioen
Bijlagen
14% van het (bereikbare) levenslange ouderdomspensioen. Voor volle wezen wordt dit bedrag verdubbeld.
64
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
65
Bijlage 2 Verklaring pensioenterminologie
Prepensioen De prepensioenregeling is bedoeld om de VUT regeling te vervangen. Het prepensioen is een tijdelijke uitkering die eindigt op de 65-jarige leeftijd van de (gewezen) deelnemer of bij eerder overlijden.
Ter verduidelijking van het jaarverslag verklaren wij de navolgende technische pensioentermen. Voor een volledig overzicht van de pensioentermen verwijzen wij u naar het reglement van ons pensioenfonds.
Rekenrente De rente waarmee bij de vaststelling van de voorziening verzekeringsverplichtingen rekening wordt gehouden, betreft de
Anw
rentetermijnstructuur van DNB.
De uitkering die de nabestaande onder bepaalde voorwaarden ontvangt volgens de Algemene Nabestaandenwet (Anw).
Tijdelijk ouderdomspensioen Deelnemer
Het pensioen dat de (gewezen) deelnemer ontvangt vanaf de pensioendatum tot de 65-jarige leeftijd of eerder overlijden.
De werknemer op wie de Achmea CAO van toepassing is of de werknemer met wie deelname aan de pensioenregeling van het fonds bij arbeidsovereenkomst is overeengekomen.
Toeslag op pensioen De verhoging van de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers. D e verhoging van pensioenuitkeringen en
Franchise
premievrije pensioenaanspraken van gewezen deelnemers en gepensioneerde (gewezen) deelnemers.
Een bedrag waarover geen pensioenopbouw plaatsvindt, omdat er van wordt uitgegaan dat de AOW daarin voorziet. In 2011 bedraagt de franchise € 15.336. De franchise wordt jaarlijks aangepast aan de salarisontwikkeling bij de werkgever.
Verzekerden Hieronder vallen de deelnemers, de gewezen deelnemers en de gepensioneerde (gewezen) deelnemers.
Gewezen deelnemer De deelnemer van wie het deelnemerschap anders dan door overlijden of pensionering is geëindigd en die premievrije aanspraken heeft tegenover het fonds.
Gepensioneerde De (gewezen) deelnemer die op basis van het reglement een uitkering van levenslang of tijdelijk pensioen geniet.
Herverzekeraar Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V.
Levenslang Ouderdomspensioen Het pensioen dat de (gewezen) deelnemer van het fonds ontvangt vanaf de 65-jarige leeftijd tot aan zijn / haar overlijden.
Loonindexcijfer De index van de lonen volgens de Achmea CAO en omvat de salarisontwikkeling bij de werkgever die geldt voor de salarisschaalbedragen, zoals opgenomen in de CAO voor het voorgaande kalenderjaar.
Partnerpensioen Het pensioen dat de nabestaande van de (gewezen) deelnemer ontvangt na overlijden van de (gewezen) deelnemer.
Pensioengrondslag Het pensioengevend salaris verminderd met de franchise.
Pensioendatum De pensioendatum en / of de eerdere of latere datum die de deelnemer zelf kiest, binnen de in het reglement bepaalde grenzen.
Premievrije aanspraken De pensioenaanspraken waarop de deelnemer bij beëindiging van deelneming recht heeft op basis van de doorgebrachte
66
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
Bijlagen
deelnemertijd.
Stichting Pensioenfonds Achmea ~ Jaarverslag 2011
67