Luctor et Vici
Stichting Hollandpromote.com Juridische Advisering, Mediation en Uitgever van het tijdschrift eJNR, ISSN 1871-5141
DE STATUS VAN HET VERPLICHTE PROCES-VERBAAL VAN DE TERECHTZITTING Prof. dr.ir. A. F.P. van Putten, M. E. Van Putten- Veeken, PO Box 1200, 5602 BE, Eindhoven. V 6 - 2014 SAMENVATTING
In dit onderzoek wordt de status van het verplichte Proces-verbaal van de terechtzitting besproken aan de hand van de bestaande wettelijke voorschriften en jurisprudentie. De Hoge Raad beschouwt het Proces-verbaal van een terechtzitting als de enige kenbron van hetgeen zich ter terechtzitting heeft voorgedaan. Het ontbreken van een Proces-verbaal leidt tot nietigheid van de rechterlijke beslissing. In de praktijk blijkt dat op grove wijze de hand gelicht wordt met het verplicht opmaken van een Proces-verbaal, waardoor veel rechterlijke beslissingen de vereiste wettelijke status en kwaliteit missen! Niet alleen in kort geding procedures wordt herhaaldelijk het opmaken van het Proces-verbaal geweigerd of nagelaten, maar ook in andere procedures, met als argument “Dat doen we pas als er appèl wordt ingesteld”. Volledig ten onrechte en in strijd met de voorschriften, daar verifieerbaarheid en traceerbaarheid van het ter terechtzitting behandelde, daardoor verloren gaat. De ondertekening van het Proces-verbaal dient te allen tijde te geschieden door de Voorzitter en de griffier van de desbetreffende zitting. Het Proces-verbaal van elke terechtzitting is een authentieke akte ex art. 156 lid 2 Rv en heeft een unieke status als enige kenbron, zowel in het Civiel -, het Bestuursrecht alsmede in het Strafrecht, daar in de wet geen enkele wettelijke bepaling dit belet of hierin onderscheid maakt. Stellingen en conclusies worden vermeld. INLEIDING Het niet opmaken c.q. ontbreken van het verplichte Proces-verbaal van de terechtzitting bij de verschillende rechtscolleges, is structureel. Herhaaldelijk blijkt, dat bij de verschillende rechtscolleges geen Proces-verbaal van de terechtzitting wordt opgemaakt. Klachten ter zake worden veelal genegeerd of afgedaan met de bewering, dat dit eerst wordt opgemaakt nadat er hoger beroep is ingesteld, hetgeen in strijd is met de Wettelijke bepalingen. Bij inzage van het procesdossier worden afschriften van een eventueel opgemaakt Proces-verbaal structureel geweigerd. Echter, veelal blijkt dat er geen Proces-verbaal is opgemaakt en dan ook in het procesdossier ontbreekt, zelfs indien dit een zitting van het Strafhof betreft. Het risico van deze schending op de procesorde, is niet alleen het ontbreken van het Proces verbaal op het moment dat de beslissing tot appèl moet worden genomen, maar tevens de gebrekkige en soms zelfs onjuiste inhoud van het Proces - verbaal. Soms wordt vaak eerst op navraag, 4 tot 6 maanden na de uitspraak het Proces verbaal opgemaakt. Welke rechter / griffier herinnert zich dan nog of de tekst van het Proces - verbaal de werkelijkheid weergeeft van hetgeen tijdens de zitting werd behandeld. Verifieerbaarheid en traceerbaarheid zijn illusoir geworden. Volgens de Hoge Raad is het Proces-verbaal van de terechtzitting de enige kenbron van de behandeling ter Raadkamer. Ontbreekt dit Proces-verbaal, dan is het vonnis / arrest / beschikking niet traceerbaar noch verifieerbaar en lijdt het vonnis/ arrest/ beschikking aan nietigheid. In de van toepassing zijnde Wettelijke voorschriften en jurisprudentie zijn Jan 2014. v-05 Pagina 1 van 10
Luctor et Vici
Stichting Hollandpromote.com Juridische Advisering, Mediation en Uitgever van het tijdschrift eJNR, ISSN 1871-5141
overvloedige aanwijzingen te vinden, dat te allen tijde een Proces-verbaal van de terechtzittingen en de beraadslagingen ter Raadkamer dient te worden opgemaakt, ongeacht de aard van de procedure. Dit betreft dan ook zowel strafrecht - als civiele zaken. Het is dan ook opvallend dat zelfs de Procureur-generaal bij de Hoge Raad in bepaalde gevallen niet ingrijpt, indien door een aanzienlijke tijdsverloop het Proces - verbaal onvolledig dan wel inhoudelijk onjuist blijkt te zijn. De geconstateerde gebreken betreffen gevoerde procedures bij diverse Rechtscolleges, met name te 's-Hertogenbosch, te ’s-Gravenhage, Eindhoven, Utrecht, Tilburg en Breda. Indien geen Proces-verbaal is opgemaakt kan op geen enkele wijze worden nagegaan of de bewijsmiddelen, de feiten, de standpunten, omstandigheden en grondslagen, die in de procedure zijn ingebracht en bij de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gebracht, in de overwegingen en de beslissing van de Rechter in zijn vonnis / arrest / beschikking, al of niet zijn meegenomen, zoals bijvoorbeeld is neergelegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, titel 1 Algemene Bepalingen van Bewijsrecht, negende afdeling, alsmede zoals is neergelegd in Titel 2, Akten en vonnissen. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor strafrechtprocedures. In het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is dan ook op basis van de “Algemene Bepalingen van Bewijsrecht” te destilleren, dat de Rechter zich - traceerbaar en verifieerbaar dient te houden aan deze bepalingen en de van toepassing zijnde grondslagen. Door het niet opmaken van een Proces-verbaal kan de Rechter zich alle vrijheden voorbehouden in zijn vonnis / arrest / beschikking, daar niet kan worden nagegaan of er wel voldaan is aan de wettelijke (vorm)voorschriften en bepalingen dienaangaande. Verwezen wordt naar het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, Derde afdeling, Algemene voorschriften voor procedures, artt. 19 tot en met 30 Rv en de van toepassing zijnde jurisprudentie van de Hoge Raad. Dit klemt temeer waar sommige advocaten opzettelijk nalaten hun verklaringen ter zitting in een pleitnota te verwerken, waardoor de griffier gedwongen wordt alle verwoorde standpunten vast te leggen. HET VERPLICHTE PROCES - VERBAAL MET BETREKKING TOT DE AARD VAN DE PROCEDURE In Civiele zaken wordt voor het opmaken van een Proces-verbaal verwezen naar het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met name de artikelen 84, 88, 91, 279 lid 4, 290 lid 2 Rv voor dagvaardingszaken en verzoekschriften. Voor Strafzaken wordt verwezen naar het Wetboek van Strafvordering, artt. 25, 152, 153, 172, 175, 176, 281, 326, 344 lid 2 en 3, 362 lid1 e.v., 378, 426d, 539f Sv. Deze opsomming is niet limitatief. Voor het Bestuursrecht wordt verwezen naar artt. 7:7, 8:44 en 8:61 Awb. Waarom het Proces - verbaal in art. 7:7 Awb een verslag genoemd moet worden, is volstrekt onduidelijk. Uit al deze wettelijke bepalingen, met gelijkluidende formulering, blijkt zonder meer dat het Proces - verbaal van de terechtzitting de enige kenbron is, met alle consequenties vandien, ongeacht de aard van de procedure.
Jan 2014. v-05 Pagina 2 van 10
Luctor et Vici
Stichting Hollandpromote.com Juridische Advisering, Mediation en Uitgever van het tijdschrift eJNR, ISSN 1871-5141
Door het niet opmaken of ontbreken of de onvolledigheid van een Proces-verbaal, kunnen ingebrachte bewijsmiddelen en vormvoorschriften worden genegeerd. Dit geldt eveneens voor rechterlijke fouten tijdens de zitting, (e.g. arrest Hoge Raad, ECLI: NL HR: 2012: BW 9179), leugenachtige verklaringen van advocaten en bijvoorbeeld verzoeken van een der partijen om de originelen van bepaalde bewijsstukken te mogen (in)zien. Geplaatst in dit perspectief is het niet opmaken, te laat opmaken, of ontbreken van een Proces-verbaal, laakbaar en verwijtbaar, daar de traceerbaarheid en de verifieerbaarheid van een vonnis/ arrest/ beschikking, niet langer zijn gewaarborgd, met de daaraan te verbinden wettelijke consequenties. In het onderstaande wordt de status en de van toepassing zijnde jurisprudentie vermeld, inzake het verplicht opmaken van een Proces-verbaal. Daarna wordt een aantal gevoerde procedures, met hun schriftelijke bewijsmiddelen in het kort besproken waaruit moge blijken dat geheel ten onrechte, het Rechtscollege / de rechter en de griffier nagelaten heeft een Proces-verbaal door de griffier te laten opmaken en te overleggen, zoals de wettelijke bepalingen en voorschriften voorschrijven. Volstrekt ten onrechte menen sommige rechtscolleges te kunnen volstaan met een audiëntieblad. DE STATUS VAN HET PROCES-VERBAAL Het Proces-verbaal is een door een ambtenaar / griffier opgesteld geschrift, waarin wordt weergegeven de zakelijke inhoud van wat door of ten overstaan van hem / haar is gezegd of door hem / haar is verricht of waargenomen ter terechtzitting en dat bestemd is om tot bewijs daarvan te dienen. Het is het enige bewijsmiddel van vormvoorschriften. Het Proces-verbaal heeft de kracht van een authentieke akte ingevolge artt. 156 en 157 Rv en levert dwingend bewijs op. Opgemerkt wordt, dat uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en uit het Wetboek van Strafvordering blijkt, dat ten aanzien van het verplicht opmaken van een Procesverbaal geen onderscheid wordt gemaakt naar de aard van de procedure. Alle Processen verbaal worden feitelijk opgemaakt conform art. 156 lid 2 Rv. Dat er altijd een Proces-verbaal moet worden opgemaakt, blijkt uit: T.a.v. het Civiel recht Art. 279 Rv, lid 4 luidt: "Van het verhandelde en van de zakelijke inhoud van de afgelegde
verklaringen wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door de rechter voor wie de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden, en de griffier wordt ondertekend". Art. 290 Rv lid 2 luidt: "De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk een afschrift van processenverbaal aan de verzoeker en aan de in de procedure verschenen belanghebbenden”. Onder belanghebbenden zou wellicht in bepaalde gevallen ook het slachtoffer van een misdrijf moeten worden verstaan. Inzake een Kort geding vermeldt 'Wet tarieven in Burgerlijke Zaken” in art. 5 lid 1 c, het navolgende: "Aan elke partij worden, ongeacht of door haar het vaste recht verschuldigd is,
kosteloos verstrekt: één afschrift van alle akten en processen-verbaal die met betrekking tot de behandeling ter terechtzitting zijn opgemaakt." Dat altijd een Proces-verbaal moet worden opgemaakt blijkt ook uit de volgende wetsartikelen. Art. 91 Rv luidt: "De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk een afschrift van processen-verbaal
Jan 2014. v-05 Pagina 3 van 10
Luctor et Vici
Stichting Hollandpromote.com Juridische Advisering, Mediation en Uitgever van het tijdschrift eJNR, ISSN 1871-5141
aan de eiser en aan de in het geding verschenen gedaagde". Zie ook herhaald art. 279 Rv lid 4 en art. 290 lid 2 Rv. Ook de volgende wetsartikelen verwijzen naar het doen opmaken van een Proces-verbaal: art. 84 derde lid Rv, art. 87, derde lid Rv, art. 88 derde lid Rv, artt. 180 Rv, art. 191, lid 2 Rv; voor een dagvaardingsprocedure wordt verwezen naar art. 201, derde en vierde lid Rv. T.a.v. Het Strafrecht Voor wat betreft strafzaken wordt verwezen naar het Wetboek van Strafvordering; Art. 326 Sv lid 1 vermeldt dienaangaande: "De griffier houdt het proces-verbaal der
terechtzitting waarin achtereenvolgens aanteekening geschiedt van de in acht genomen vormen en van al hetgeen met betrekking tot de zaak op de terechtzitting voorvalt”. Zie ook art. 25 Sv e.v., 378 en 395 a Sv T.a.v. Het Bestuursrecht Voor het Bestuursrecht wordt verwezen naar artt. 7:7, 8:44 en 8:61 Awb. Conclusie: ongeacht de aard van de onderhavige procedure; te allen tijde dient een procesverbaal van de terechtzitting en de beraadslagingen ter raadkamer te worden opgemaakt. ËNTIEBLAD HET AUDI AUDIË Geheel ten onrechte menen sommige Rechtscolleges, i.e. de Rechtbank ’s-Gravenhage, te kunnen volstaan met het opmaken van een audiëntieblad van de terechtzitting. Nadrukkelijk wordt gesteld, dat een audiëntieblad niet de status en de strekking heeft van een Procesverbaal. Het audiëntieblad kan slechts dienen als een soort presentielijst welke een Procesverbaal niet kan vervangen. GEEN VERSCHIL VAN RECHTSOPVATTING VAN PROCESSEN-VERBAAL IN BURGERLIJK - , STRAF - EN BESTUURSRECHT Vervolgens wordt opgemerkt, dat er geen verschil van rechtsopvatting bestaat bij het opmaken dan wel het ontbreken en de status tussen Processen-verbaal in het Burgerlijk Recht, het Strafrecht en het Bestuursrecht. Zoals verderop vermeld, wordt in de diverse arresten van de Hoge Raad, betreffende het niet opmaken / ontbreken van de processen-verbaal, dan ook geen onderscheid gemaakt tussen strafzaken en civiele zaken. In de wet is geen enkele rechtsgrond te vinden van een verschil in rechtsopvatting in de status van de voorgeschreven Processen-verbaal in de te onderscheiden procedures in Civiele zaken, Strafzaken en in het Bestuursrecht. Alle Processen - verbaal worden opgemaakt conform art. 156 lid 2 Rv. HET PROCES-VERBAAL IS DE ENIGE KENBRON VAN DE IN ACHT GENOMEN VORMEN De Hoge Raad stelt in vele uitspraken / arresten / beschikkingen dat het Proces-verbaal de enige kenbron is. De volgende arresten van de Hoge Raad werpen een nader licht op de status en het belang van het Proces-verbaal. In haar arresten HR 8 november 1926, NJ 1926, 1342; HR 17 januari 1950, NJ 1950, 345 stelt de Hoge Raad: "De feitelijke grondslag der
middelen kan uitsluitend worden bewezen door het aangevallen arrest of vonnis en door het proces-verbaal der terechtzitting". Jan 2014. v-05 Pagina 4 van 10
Luctor et Vici
Stichting Hollandpromote.com Juridische Advisering, Mediation en Uitgever van het tijdschrift eJNR, ISSN 1871-5141
In het arrest van HR 22 juni 1931, NJ 1932, 87, stelt de Hoge Raad ook: "Alleen het proces-
verbaal is kenbron voor de ter terechtzitting in acht genomen vormen. Alleen hieruit kan worden gekend". En vervolgens: "Het proces-verbaal der terechtzitting en het n.a.v. het onderzoek ter terechtzitting gewezen vonnis of arrest zijn de kenbronnen van gevoerde verweren"……………………., aldus HR 28 juni 1983, NJ 1984, 98; HR 24 februari 1987, NJ 1988, 540. “Alleen het proces-verbaal heeft bewijskracht ten aanzien van de in achtgenomen vormen.
Indien dit niet vermeldt dat op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvoorschriften zijn nagekomen, moet het ervoor worden gehouden dat dit niet is geschied. Het vonnis wordt nietig verklaard”. Vaste rechtspraak”. Zie ook HR 15 juni 1976, NJ 1976, 562. De conclusie luidt dan ook, dat ongeacht de aard van de procedure alleen het Proces-verbaal kenbron is voor de ter terechtzitting in acht genomen vormen. Alleen hieruit kan worden gekend. NIETIGHEID VAN VONNIS / ARREST EN BERAADSLAGINGEN TER RAADKAMER BIJ NIET OPMAKEN / ONTBREKEN VAN HET PROCES-VERBAAL Vervolgens blijkt uit diverse arresten van de Hoge Raad dat, indien er geen Proces-verbaal is opgemaakt of dit ontbreekt, dit leidt tot substantiële nietigheid van de uitspraak en de beraadslagingen ter Raadkamer. De Hoge Raad stelt: "Niet opmaken van een proces-verbaal van het onderzoek ter raadkamer brengt (substantiële) nietigheid van dit onderzoek mede". HR 10 juni 1958, NJ 1959, 38; HR 10 juni 1969, NJ 1969, 416; HR 21 december 1982, NJ 1983, 469; HR 22 april 1986, NJ 1986, 783.1 Indien het Proces-verbaal ontbreekt stelt de Hoge Raad het navolgende: “Daar bij de stukken
een proces-verbaal van de terechtzitting waarop de uitspraak is gedaan ontbreekt, kan niet worden nagegaan of het bepaalde in Sv 362, eerste lid, is in achtgenomen, zodat het ervoor gehouden moet worden dat zulks niet het geval is, waaruit volgt dat het bestreden vonnis / arrest niet in stand kan blijven en de voorgestelde middelen geen bespreking behoeven. HR 27 februari 1962, NJ 1964, 291; HR 26 oktober 1976, NJ 1977, 93. ECLI: NL: HR: 2009: LNJ: BH: 7296.
Het Proces - Verbaal ter terechtzitting is in strijd met art 327 Svjo art.art. 28.4 WOTS niet ondertekend Daardoor mist het rechtskracht. Dit verzuim kan, gelet op de ingewonnen informatie, niet worden hersteld. Het onderzoek ter terechtzitting en de n.a.v. het onderzoek gewezen uitspraak lijden aan nietigheid . Arrest Hoge Raad, ECLI: NL HR: 2012: BW 9179.
Recht op het laatste woord. Uit het Proces - Verbaal blijkt niet dat aan verdachte het recht is gelaten het laatst te spreken. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat het in art 3111 .4 1
Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen nietigheid en vernietigbaarheid. Nietigheid werkt van rechtswege en hoeft dus niet uitdrukkelijk te worden ingeroepen. maar vloeit voort uit de wet ex art. 3:39 BW in tegenstelling tot vernietigbaarheid die moet worden ingeroepen. Vernietigbaarheid vraagt om een gerechterlijke uitspraak / procedure. Jan 2014. v-05 Pagina 5 van 10
Luctor et Vici
Stichting Hollandpromote.com Juridische Advisering, Mediation en Uitgever van het tijdschrift eJNR, ISSN 1871-5141
op straffe van nietigheid gegeven voorschrijft niet in acht is genomen. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam opdat de zaak op het bestaande Hoger Beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan. VERSCHIL TUSSEN PROCES-VERBAAL EN VONNIS De Hoge Raad stelt, dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen een Proces-verbaal en een vonnis. In onderstaande arresten wordt benadrukt, dat een vonnis geen Proces-verbaal is en een Proces-verbaal geen vonnis. Dit wordt ondersteund door de betreffende jurisprudentie: HR 30 november 1942, NJ 1943, 72; HR 1 maart 1943, NJ 1943, 378; HR 28 februari 1962, NJ 1964, 291, i.e.: "Het vonnis vermeldt wel dat het is uitgesproken ter terechtzitting van 12
januari 1942, maar bij de stukken ontbreekt een afschrift van het proces-verbaal van deze zitting. Alleen dit heeft bewijskracht t.a.v. de vormen. Er kan niet worden nagegaan of de uitspraak heeft plaatsgehad op de wijze van Sv 362. Het moet er voor worden gehouden dat dit niet het geval is". Conclusie: Indien geen Proces-verbaal is opgemaakt of ontbreekt, of lijdt aan onvolledigheid, lijdt de Rechterlijke Beslissing aan substantiële nietigheid van rechtswege, zonder dat onderscheid gemaakt dient te worden tussen civiel of strafzaken. Bovendien wordt met nadruk gesteld dat het vonnis het Proces-verbaal niet kan vervangen. TRACEERBAARHEID EN VERIFIEERBAARHEID Alleen de inhoud van het Proces-verbaal van de terechtzitting maakt het verloop van het proces traceerbaar en verifieerbaar, met dien verstande dat dus uitsluitend en alleen op grond van het Proces-verbaal kan worden nagegaan of het Proces-verbaal een getrouwe weergave is van hetgeen terechtzitting is behandeld en of alle (vorm)voorschriften, grondslagen en bepalingen in acht zijn genomen en of het rechtscollege niet in strijd heeft gehandeld met de goede procesorde. Vorenstaande jurisprudentie leidt tot de volgende stellingen: Stelling 1 Hoger beroep of appèl kan alleen dan worden ingesteld, als het Proces-verbaal van de terechtzitting bestaat. . Stelling 2 Als geen Proces-verbaal is opgemaakt of ontbreekt, dan is de traceerbaarheid en verifieerbaarheid van hetgeen zich ter terechtzitting heeft voorgedaan nihil. Iedere waarborg omtrent de juistheid van de in acht genomen vormen, vormvoorschriften, grondslagen en van al hetgeen, met betrekking tot de zaak op de terechtzitting is voorgevallen, is dan afwezig. Stelling 3 Het weigeren tot opmaken van een Proces - verbaal van de terechtzitting is in strijd met de wettelijke bepalingen en voorschriften. Stelling 4 Het opmaken van een Proces-verbaal, na de uitspraak, maakt de traceerbaarheid en verifieerbaarheid van de terechtzitting illusoir. Jan 2014. v-05 Pagina 6 van 10
Luctor et Vici
Stichting Hollandpromote.com Juridische Advisering, Mediation en Uitgever van het tijdschrift eJNR, ISSN 1871-5141
Stelling 5 Bij een na de uitspraak geconstrueerde inhoud van het Proces – verbaal, kan niet langer worden verwezen naar de ondertekening van de Rechter en de griffier van de desbetreffende terechtzitting. De uitspraak lijdt van rechtswege aan nietigheid. Stelling 6 Het ondertekenen/goedkeuren van een Proces-verbaal door de 'Rechter en griffier van dienst’ - niet zijnde de Rechter en de griffier die de zitting hebben geleid- kan mede een grond zijn voor wraking van deze onbevoegde rechter. Stelling 7 De status van de enige kenbron, het Proces – verbaal, wordt niet bepaald door de aard van het proces, hetzij Civiel, hetzij Straf- of Bestuursrecht. Stelling 8 Het weigeren van het opmaken van Proces - verbaal, is in strijd met de wettelijke bepalingen en kan een grond zijn voor wraking. DE ONDERTEKENING VAN HET PROCES-VERBAAL De ondertekening van het Proces-verbaal dient altijd te geschieden door de Voorzitter en de griffier van de desbetreffende terechtzitting. Indien dit niet is geschied mag gesproken worden van verzuim en zelfs van valselijk opmaken van het desbetreffende Proces-verbaal. Het Proces-verbaal kan beschouwd worden als non-existent. Verwezen wordt naar de intrinsieke rechtskracht die aan handtekeningen wordt toegekend. Zie ook het artikel “De Stevens-
Schipper methode. Het valselijk opmaken van minuten, afschriften/ grossen van beslissingen meervoudige kamers ”, NJB, 17 juni 2005, nr. 24; p 1240-1242,. Bij de archivering resp. ontvangst van het Proces-verbaal, dient altijd gecontroleerd te worden, dat deze is ondertekend door de Voorzitter en de griffier van de desbetreffende terechtzitting. Indien dit niet het geval is en aan derden is overgedragen, die niets met de zaak te maken hebben gehad, dan leidt deze handelwijze impliciet tot valselijk opmaken, zoals dat in de van toepassing zijnde jurisprudentie van de Hoge Raad is vastgelegd.2 Opgemerkt wordt verder dat een rechtsgeldige ondertekening van een authentieke akte met ‘’w.g.’’ geen grondslag vindt in de wet. Zie de brief van de Nationale Ombudsman van 16 juni 2011 op www.hollandpromote.com. CASUSSEN Gelet op de overvloedige incidenten ter zake wettelijke voorschriften en vaste jurisprudentie mag geconcludeerd worden, dat keer op keer rechtscolleges in rechterlijke procedures, zich niet houden aan de (vorm)voorschriften en wettelijke bepalingen in zake het verplicht opmaken van een Proces-verbaal. Ter adstructie hiervan worden in het onderstaande enkele procedures 2
HR, 14 december 1999, nr.111.872; HR 14 april 1913, NJ 1913, 923; HR, 15 juni 1931, NJ 1932, 1342. Zie ook
NJB Nr 24, "De Stevens - Schipper Methode.... " , 17 juni 2005, p 1240-1242 . Jan 2014. v-05 Pagina 7 van 10
Luctor et Vici
Stichting Hollandpromote.com Juridische Advisering, Mediation en Uitgever van het tijdschrift eJNR, ISSN 1871-5141
in het kort belicht, waaruit na onderzoek en navraag is gebleken, dat ter zake geen Procesverbaal is opgemaakt, dan wel van het bestaan van het Proces-verbaal niet is gebleken. I.
Het Gerechtshof te 's- Hertogenbosch In de uitspraak met betrekking tot de art. 12 Sv procedure van 4 september 2002 van het Gerechtshof te 's- Hertogenbosch, zaaknummer Kl 02.0001, is uitgesproken dat de behandeling en de beschikking van 23 april 1998, zaaknummer Kl. 97.119, lijdt aan nietigheid wegens niet opmaken van het proces-verbaal. De beschikking is vernietigd.
II.
De Rechtbank te Utrecht De griffier van de Rechtbank te Utrecht stelt in haar schrijven van 29 november 2002 dat geen proces-verbaal is opgemaakt. Rechter Tj. Zuidema stelt in zijn antwoord van 3 februari 2003 op het schrijven van 30 december 2002 van de raadsman van Van Putten, mr. L. W. M. Hendriks, dat een Proces-verbaal geen toegevoegde waarde heeft, daar het verhandelde tijdens de pleidooizitting doorgaans in essentie terug te vinden is in de overgelegde pleitnotities. Sic!. Rechter Tj. Zuidema stelt partij zelfs in de gelegenheid te bepalen welke aspecten achteraf nog in het Proces-verbaal kunnen worden opgenomen. Dit is een volstrekt onjuiste rechtsopvatting daar het Proces-verbaal dient te voldoen aan art 156 lid 2 Rv en voor de uitspraak moet zijn opgemaakt. Op 27 februari 2003 antwoordt de raadsman. 14 maart 2003 persisteert Rechter Tj. Zuidema, zonder zijn standpunt nader toe te lichten. Zijn standpunt vindt geen grondslag in de wet.
III.
De Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage De Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage (uitspraak 15 juli 1998) en het Gerechtshof (arrest van 21 december 1999) te ’s-Gravenhage volstaan met het opmaken van audiëntiebladen. Vermelding van de desbetreffende rolnummer / zaaknummers op de audiëntiebladen ontbreken. Processen-verbaal zijn niet opgemaakt en derhalve ook niet beschikbaar. Het op 5 oktober 1999, in het audiëntieblad opgenomen door de Rechtbank gedane verzoek aan partijen tot instemming met het niet opmaken van een Proces-verbaal, is onrechtmatig.
IV.
De Rechtbank te 's- Hertogenbosch (Kort Geding procedure) De Coördinerend vice-president sector civiel recht te 's- Hertogenbosch, Mr. R. B. M. Keurentjes vermeldt in zijn schrijven van 3 januari 2003 en 11 maart 2003 in de zaak KG ZA 625, dat het opmaken van een Proces-verbaal achterwege kan blijven. Hoger beroep wordt materieel gezien, onmogelijk gemaakt, daar de kenbron ontbreekt. Dit standpunt vindt geen grondslag in de wet.
V.
De Rechtbank te Breda, sector Kanton, locatie Tilburg Uit een afschrift van de Rechtbank Breda, sector Kanton, locatie Tilburg van 11 april 2003, verklaart de griffier mr. J. Lousberg, namens Kantonrechter mr. C. Wallis, dat in de zaak 239000-CV-02/4259 geen Proces-verbaal is opgemaakt. Hoger beroep wordt materieel gezien, ook hier onmogelijk gemaakt. Het standpunt mist elke wettelijke grondslag.
VI.
Kantongerecht Eindhoven en Gerechtshof te 's- Hertogenbosch Uit een schrijven van 5 februari 2003 kan worden opgemaakt, dat van het vonnis van 28 januari 1999, zaaknummer 11002 te Eindhoven en het arrest van 6 oktober 2000 zaaknummer, 35269/HA-ZA 99-401 te 's- Hertogenbosch geen Processen-verbaal zijn Jan 2014. v-05 Pagina 8 van 10
Luctor et Vici
Stichting Hollandpromote.com Juridische Advisering, Mediation en Uitgever van het tijdschrift eJNR, ISSN 1871-5141
opgemaakt en derhalve ook niet beschikbaar. Geheel strijdig met de goede procesorde, worden na opvragen van de Processen-verbaal, afschriften van beide vonnissen verstrekt. Deze vonnissen kunnen niet dienen als Proces-verbaal. De bewijsmiddelen t.a.v. de vormen ontbreken. Het recht is geschonden. VII.
Gerechtshof Amsterdam, zaaknummer 106.005.937/01. Van de in deze zaak gehouden comparitie is geen Proces-verbaal, opgemaakt. Van het arrest d.d. 17 februari 2009 is, op verzoek van rekwirant, eerst 4 maanden na de mondelinge behandeling d.d. 18 december 2008, Proces-verbaal opgemaakt, welke vanzelfsprekend geen getrouwe weergave meer kan zijn van hetgeen ter terechtzitting is behandeld. Het eerst op 16 april 2009 afgegeven Proces-verbaal is niet naar behoren ondertekend. Het recht is geschonden, de uitspraak lijdt aan nietigheid.
VIII.
Gerechtshof ‘s – Hertogenbosch, zaaknummers 200.100,000/01 en 200.103,021./01. Van het bestaan van een Proces - verbaal van de arresten van 28 mei 2013, met voormelde zaaknummers is niet gebleken, zodat beide arresten als nietig dan wel nonexistent dienen te worden beschouwd. De toegang tot de Hoge Raad c.q. Cassatie is onmogelijk, doordat de wettelijke bepalingen t.a.v. het opmaken van het Proces verbaal niet in acht zijn genomen.
IX.
Beschikking van het Gerechtshof 's-Gravenhage 15 januari 2013 2013,, zaaknummer 200.112.748/01 Van het bestaan van een rechtsgeldig opgemaakt Proces - verbaal van de beschikking van het Gerechtshof ‘s-Gravenhage voormeld, is niet gebleken, zodat het voor gehouden moet worden dat deze beschikking niet gekend kan worden en lijdt aan nietigheid.
Jan 2014. v-05 Pagina 9 van 10
Luctor et Vici
Stichting Hollandpromote.com Juridische Advisering, Mediation en Uitgever van het tijdschrift eJNR, ISSN 1871-5141
CONCLUSIES 1.
De Kwaliteit en betrouwbaarheid3 van de Nederlandse Rechtspraak wordt in hoge mate bepaald door het niet in acht nemen van de wettelijke bepalingen t.a.v. het opmaken van het Proces - verbaal der terechtzitting.
2.
Klachtprocedures ter zake Processen-verbaal zijn in vele gevallen niet effectief. Het onrecht wordt niet hersteld en de valsheid in geschrift wordt niet bestraft.
3.
Rechtscolleges maken structureel en systematisch inbreuk op de juiste procesorde, doordat zij ten onrechte van de terechtzitting en de beraadslagingen ter Raadkamer geen Proces-verbaal opmaken.
4.
Gelet op bestaande wettelijke voorschriften en jurisprudentie leidt het niet opmaken / ontbreken van een Proces-verbaal van rechtswege tot substantiële nietigheid van het Vonnis, Arrest of Beschikking.
5.
Volgens de Hoge Raad heeft alleen het Proces-verbaal bewijskracht t.a.v. de in acht genomen vormen en voorschriften. Alleen door het Proces-verbaal is de traceerbaarheid en verifieerbaarheid van het vonnis, arrest of beschikking gewaarborgd.
6.
Indien het Proces-verbaal ontbreekt, kan hoger beroep materieel niet worden ingesteld, daar een hoger Rechtscollege de feitelijke grondslag der middelen niet kan bewijzen of beoordelen noch kan kennen, daar de kenbron ontbreekt.
7.
Het niet opmaken / ontbreken van het Proces-verbaal tast het fundament van de Rechtspraak en Procesorde in ernstige mate aan.
8.
Het weigeren een Proces-verbaal van een terechtzitting op te maken, is in strijd met Wettelijke voorschriften en het onthouden van een recht aan partijen, waardoor het recht wordt geschonden. Anonieme geplaatste handtekeningen of een onvolledige ondertekening met “w.g.” maken het Proces-verbaal niet traceerbaar, noch verifieerbaar en derhalve waardeloos.
9.
10. Het Proces-verbaal dient te worden ondertekend door de Voorzitter en de griffier van de desbetreffende terechtzitting. 11. Indien het Proces - verbaal door anderen is opgemaakt en ondertekend is het Procesverbaal valselijk opgemaakt. 12. Het Proces verbaal, opgemaakt en uitgegeven na de uitspraak, mist bewijskracht. Februari 2014 3
Betrouwbaarheid is kwaliteit in de tijd. Jan 2014. v-05 Pagina 10 van 10