Commissieleden Maatschappelijke Ontwikkeling
Van S. Sibille/M. Knapen Kamer werkvloer 3B Telefoon (040) 238 54 29 30 april 2015
Memo Betreft: Doorontwikkeling organisatievorm WIJeindhoven
beste commissieleden, Inleiding Het sociaal domein ondergaat grote veranderingen onder de noemer WIJeindhoven. Deze systeeminnovatie moet leiden tot meer zelfredzaamheid en samenkracht enerzijds, en effectievere ondersteuning anderzijds. Eén van de meest zichtbare veranderingen is het inrichten van de generalistenteams die de eerstelijns ondersteuning verzorgen in het brede sociaal domein. Bij de keuze voor WIJeindhoven, in april 2012, is er expliciet besloten dat deze generalistenteams onafhankelijk moeten kunnen opereren en daarom ook op afstand van de gemeente, in een nieuw op te richten organisatie, worden ondergebracht. Daarbij is de rechtsvorm van coöperatie reeds genoemd. In de raadscommissie van 30 september 2014 is over de doorontwikkeling van de generalistenteams gesproken, waarbij nadrukkelijk de wens werd uitgesproken om inwoners onderdeel te maken van de doorontwikkeling, en hen daar waar mogelijk of wenselijk, zeggenschap te geven. De rechtsvorm “coöperatie” is hierbij als mogelijk eindpunt genoemd. Daarbij heeft de wethouder toegezegd het komende halfjaar een onderzoek te doen naar mogelijke organisatievormen waarbij er meer zeggenschap voor inwoners gerealiseerd kan worden. In december 2014 is besloten om voor de korte termijn een stichting op te richten, genaamd de Stichting WIJeindhoven, zodat de noodzakelijke processen door konden gaan. Gelijktijdig zou het proces in gang gezet gaan worden om te onderzoeken welke doorontwikkeling nodig was om de inwoner die plaats te bieden die passend is binnen de visie WIJeindhoven. Eind 2014 en begin 2015 is het onderzoek naar de verschillende organisatievormen uitgevoerd. Hiertoe zijn verschillende gesprekken gevoerd met diverse partijen, voorbeelden uit het land, juristen en betrokkenen. Uit deze verkenning zijn enkele varianten naar voren gekomen van de rechtsvorm coöperatie en de rechtsvorm stichting. Te weten een coöperatie van bewoners, van werknemers of van instellingen. Daarnaast is gebleken dat de rechtsvorm stichting zeer veel mogelijkheden biedt om zeggenschap te organiseren binnen de organisatie.
Op 14 april 2015 is aan u een presentatie gegeven over de zoektocht, waaruit naar voren kwam dat niet de vraag centraal moet staan welke rechtsvorm van belang is, maar de onderliggende vraag gesteld moet worden: wat willen we uiteindelijk gaan regelen, waar willen mensen uiteindelijk zeggenschap over, etc. Pas van daaruit kunnen beslissingen gemaakt worden naar een mogelijke doorontwikkeling van de stichting WIJeindhoven naar eventueel ook een andere rechtsvorm. Uiteindelijk werd door u besloten om in de raadswerkgroep deze vraag verder uit te werken, en te komen tot een zorgvuldige dialoog met de inwoner. Pas dan kan, vanuit het nieuwe startpunt, een keuze gevormd worden met de juiste input. Om de dialoog op een juiste wijze te kunnen voeren, gaf u aan hiervoor kaders te wensen op zowel juridisch als inhoudelijk vlak. In de raadswerkgroep van 21 april 2015 is hier over doorgesproken, waarbij ik heb toegezegd om met informatie te komen met betrekking tot: De diverse onderzochte rechtsvormen en juridische mogelijkheden en Vragen / discussiepunten als input voor gesprek met bewoners Onderzochte rechtsvormen en juridische mogelijkheden Na de besluitvorming in april 2012 is de zoektocht gestart naar de juiste rechtsvorm. Hieruit volgde destijds het volgende ambtelijk advies: De coöperatie komt tegemoet aan de wens van partnerschap en gedeelde sturing. Daarvoor is wel vereist dat alle leden vanuit hetzelfde belang handelen. Vooralsnog lijkt de tijd te vroeg om dit van alle betrokken partijen te verlangen. Instellingsbelangen spelen een belangrijke rol daarin. Om toch duidelijkheid te krijgen (vooral gelet op het personele aspect) kan de gemeente het initiatief nemen voor het oprichten van een stichting met een onafhankelijk bestuur en een Raad van Toezicht. Deze organisatie wordt de spin in het web van een netwerk van samenwerkende organisaties. Op termijn kan deze stichting omgevormd worden naar een coöperatie. In de loop van de tijd is hierbij gebleken dat de organisatie WIJeindhoven in feite altijd te maken zal hebben met verschillende belangen, te weten het verschil van belang tussen instellingen (zo veel mogelijk trajecten kunnen bieden) naast belang van de organisatie om passende trajecten te bieden, liefst in de sociale basis of eerstelijn. Daarnaast hebben zorgbehoevende inwoners mogelijk geheel andere belangen dan inwoners die op dat moment zelfredzaam zijn en geen ondersteuning nodig hebben. Het vereiste om vanuit een zelfde belang te handelen is daarbij in de coöperatieve vorm een lastige. Kort samengevat de verschillen op een rij Stichting: eenvoudig op te richten, flexibel, in te richten naar voorkeuren, het hebben van een bestuur is noodzakelijk. Voordeel hierbij is dat de gemeente een sturende rol kan blijven houden en de organisatievorm flexibel is, nadeel is het feit dat deze rechtsvorm de beeldvorming heeft een meer traditionele rechtsvorm te zijn, terwijl de flexibiliteit de ruimte geeft deze rechtsvorm heel eigentijds in te richten. Coöperatie: vereniging met leden, de algemene ledenvergadering is het hoogst besluitvormende orgaan, waarbij de leden een gezamenlijk belang moeten delen.
Voordeel hierbij is dat de betrokkenheid van de leden hoog is, leden bepalen de koers. Het nadeel is evenwel dat besluitvorming mogelijk traag kan gaan wanneer het ledenaantal groot is, de sturing vanuit de gemeente (zeer) beperkt is en besluiten snel openbaar zijn. Dit geldt ook in het geval waarin gekozen wordt voor een hybride vorm qua ledengroepen zoals inwoners, instellingen en de generalisten. De belangen van deze ledengroepen kan conflicteren wat de besluitvorming kan vertragen/frustreren, Voorbeeld van de complexiteit van diverse ledengroepen is de Coöperatie Capital D, juist vanwege dit element wordt deze rechtspersoon omgevormd naar een stichting. Voor een volledige toelichting wordt verwezen naar de bijlagen. Inhoudelijk kader Om duidelijk te krijgen welk doel de organisatievorm en rechtsvorm moet dienen, is de vraag van belang welke zeggenschap inwoners hierin willen hebben, waar willen ze uiteindelijk van zijn en over welke thema’s is invloed wenselijk? Deze vraag kan ook gesteld worden voor werknemers. Welke zeggenschap willen de medewerkers van de WIJteams? Overigens werd tijdens de commissie aangegeven dat de term zeggenschap wellicht vervangen moet worden door eigenaarschap. Ook kan gekozen worden voor termen als invloed, stemrecht, bevoegdheid. Voor de eenduidigheid spreken we vooralsnog over zeggenschap. Zeggenschap kan hoe dan ook op diverse wijzen geregeld worden: zeggenschap van inwoners kan middels de bewonerspanels georganiseerd worden, zeggenschap van medewerkers kan via een OR-constructie gevormd worden, etc. Dat staat los van de te kiezen rechtsvorm. Vragen die meegenomen kunnen worden: Hoe wil je zeggenschap regelen: Wil je stedelijke zeggenschap of het per wijk organiseren? Hoe zie je het eigenaarschap van de burger in de WIJ organisatie? Hoe zie je het eigenaarschap van de werknemers in de WIJ organisatie? Is de inwoner straks ook verantwoordelijk voor keuzes die gemaakt worden? Heeft de inwoner straks de werkgeversrol? Heeft de inwoner straks zeggenschap over de subsidieaanvraag die de WIJ organisatie bij de gemeente doet? Welke stem willen we precies organiseren? Wat vinden inwoners zelf nodig of wenselijk? Willen zij invloed uitoefenen, en zo ja, waarop? Centrale vraag die je aan de inwoner wil stellen: wil je zeggenschap, en zo ja, waarover? Welke rol wil je als inwoner hebben binnen de WIJorganisatie? zou je als inwoner lid willen worden van de organisatievorm WIJeindhoven als dat mogelijk is? Hoeveel tijd wil je als inwoner aan de organisatie besteden? Is het hierbij van belang of je ondersteuning krijgt van een generalist, of zou je ook lid willen worden wanneer je geen ondersteuning (nodig) hebt? Ben je bereid daar lidmaatschap voor te betalen?
-
-
Wil je als inwoner meedenken, meebeslissen of eindverantwoordelijkheid nemen? Wanneer je lid bent, over welke onderwerpen/handelingen zou je willen beslissen en verantwoordelijk zijn? Wil je inspraak over financiële kaders, zoals invloed hebben op de begroting, over uitgaven in de sociale basis, wil je dit op stedelijk niveau kunnen bepalen of op wijkniveau? Wil je inspraak hebben over inhoudelijke keuzes? Wil je invloed hebben op medewerkersniveau, zoals het aannamebeleid of caoafspraken? Wil je de werkgeversrol vervullen?
Met vriendelijke groet,
mw. drs. H.T.M. Scholten Wethouder van zorg, welzijn en armoedebeleid
Bijlage 1
I De rechtsvormen op een rij, voor en nadelen. Onderstaande notitie gaat in op de vennootschapsrechtelijke verschillen die er zijn tussen de verschillende rechtsvormen. Dit laat onverlet de verplichting van ondernemingen (ongeacht de rechtsvorm) om bij 50 of meer in dienst zijnde medewerkers een Ondernemingsraad in het kader van de Wet op de ondernemingsraden in te stellen. Gerelateerd aan de WIJorganisatie betekent dit dat de nieuwe organisatie een OR kent die wettelijk gezien advies en instemmingsrecht bevoegdheden hebben. Voor de WIJorganisatie betreft dit een OR van 9 leden gekozen uit de personen werkzaam binnen de WIJorganisatie. Op deze wijze hebben de generalisten op dit punt zeggenschap. Geen rechtspersoonlijkheid Qua rechtsvormen kent het Nederlands rechtssysteem diverse varianten. Een eerste onderscheid kan gemaakt worden naar wel of geen rechtspersoonlijkheid. De eenmanszaak, vennootschap onder firma (V.O.F), commanditaire vennootschap (C.V) en maatschap zijn rechtsvormen waarbij er geen sprake is van rechtspersoonlijkheid en wat vooral doorwerkt in de aansprakelijkheid in privé voor de oprichters/vennoten. Alleen bij de C.V. zijn de commanditaire vennoten beperkt aansprakelijk. In deze notitie wordt verder niet ingegaan op deze rechtsvormen omdat deze niet aansluiten bij de beoogde doelstelling en een te groot risico vormen voor bestuurders qua aansprakelijkheid. Rechtspersoonlijkheid Rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid zijn de Besloten Vennootschap (B.V), Naamloze Vennootschap (N.V), Vereniging (beperkte of volledige rechtsbevoegdheid), Stichting en Coöperatie. Rechtspersonen worden opgericht bij notariële akte, qua aansprakelijkheid kunnen bestuurders alleen in geval van onbehoorlijk bestuur aansprakelijk worden gesteld. Voor het oprichten van een bedrijf/onderneming wordt in de regel gekozen voor een B.V. of een N.V, gericht op het maken van winst, in het laatste geval kunnen de aandelen door een ieder worden gekocht. N.V. ’s kunnen beursgenoteerde ondernemingen zijn. Eindhovense voorbeelden van NV’s zijn het Parkttheater en het Muziekgebouw, bij BV’s zijn dat Park Strijp Beheer BV en Breedband Regio Eindhoven BV. In het geval van BV en NV hebben de aandeelhouders juridische bevoegdheden waarmee ze de bestuurders kunnen sturen. Bij een wens of doel en wat in samenwerking met anderen bereikt wil worden, ligt de vereniging als rechtsvorm voor de hand. Het doel kan zijn een winkelgebied verbeteren, samen te sporten of muziek te maken. De coöperatie is een variant op de vereniging waarvoor nog aanvullende regels gelden. Wat de leden daarin verbindt is het behalen van een gezamenlijk voordeel op een gezamenlijke behoefte door samenwerking. In het geval de realisatie van een bepaald doel sociaal of ideëel voorop staat zoals hulp aan andere mensen of de verspreiding van cultuur, en daarbij is een vermogen beschikbaar, dan is de rechtsvorm stichting geschikt. Een schematisch overzicht van de verschillende rechtsvormen is als bijlage toegevoegd. Hieronder een onderscheid tussen de coöperatie en de stichting.
Coöperatie Doel: voorzien in de stoffelijke behoeften van de leden door het sluiten van overeenkomsten met en voor die leden. M.a.w. het is een samenwerkingsverband gericht op materieel voordeel van haar leden en is daarmee een verlengstuk van de bedrijfshuishouding van die leden. Uitgangspunt is gezamenlijk voordeel. De coöperatie mag winst maken als doel hebben om te verdelen onder de leden. In zijn algemeenheid geldt dat er sprake moet zijn van een gemeenschappelijke consensus over een gemeenschappelijk belang. Veel voorkomende coöperaties zijn bedrijfscoöperaties en ondernemerscoöperaties. Een bedrijfscoöperatie behartigt bepaalde zakelijke belangen van haar leden, zoals bijvoorbeeld inkoop. Bekend voorbeeld is FrieslandCampina, een grote zuivelcoöperatie. Een ondernemers coöperatie is een variant waarbij alle leden zelfstandig werken, bijvoorbeeld aan een project. Deze vorm is vooral geschikt voor zzp’ers. In die zin zou je kunnen denken aan een werknemerscoöperatie voor de WIJorganisatie waarin de werknemers vertegenwoordigd in de Ledenraad het voor het zeggen hebben. Of een coöperatie van de bewoners hoewel dit vanuit de overheid niet afgedwongen kan worden maar wel gestimuleerd. Mengvormen van diverse ledengroepen is mogelijk bij een coöperatie. In dat geval is het van belang om bij oprichting de diverse ledengroepen en bijhorende stemrechten goed te beschrijven en eveneens de verantwoordelijkheid van die leden bij een eventueel tekort van de coöperatie. De coöperatie is immers een vereniging waarvan leden lid worden middels betaling van contributie. Oprichting Moet plaatsvinden bij notariële akte, met tenminste 2 oprichters. De statutaire en handelsnaam van de coöperatie moet het woord ‘coöperatief’ bevatten. Daarnaast dient de naam aan het slot de letter W.A. (Wettelijke Aansprakelijkheid), B.A. (Beperkte Aansprakelijkheid) of U.A. (Uitgesloten Aansprakelijkheid) te bevatten. Bij een coöperatie U.A. wordt in de statuten geregeld dat iedere verplichting voor leden of oud-leden om in een eventueel tekort bij te dragen wordt uitgesloten. De coöperatie is verplicht haar volledige naam te voeren. Statuten Naast de wettelijke bepalingen opgenomen in Boek 2 Burgerlijk Wetboek, vormen de statuten het skelet van de coöperatie. Vaak wordt daarnaast een huishoudelijk reglement opgesteld voor uitvoeringsbepalingen. Minimale vereisten aan statuten: b de naam van de coöperatie b de gemeente waarin deze gevestigd is b het doel van de coöperatie b de verplichtingen die de leden hebben tegenover de coöperatie, of de wijze waarop deze verplichtingen kunnen worden opgelegd b de wijze van bijeenroeping van de algemene vergadering b de wijze van benoeming en ontslag van de bestuurders
b
de bestemming van het batig saldo van de coöperatie in geval van ontbinding of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld.
Interne organisatie Basis vormt het verenigingenrecht waarin zaken zijn geregeld betrekking hebbend op de interne organisatie, de verslaglegging en de financiële verantwoording tegenover leden en derden. De leden vormen de algemene vergadering, die binnen de coöperatie belangrijke bevoegdheden heeft. Ieder van de leden heeft daarin tenminste één stem. Bij coöperaties met veel leden wordt in de regel een ledenraad samengesteld, met afgevaardigden van de leden. De algemene vergadering benoemt het bestuur, dat uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester kiest, tenzij de statuten anders bepalen. Het bestuur is belast met het besturen van de coöperatie en vertegenwoordigd deze tegenover derden. Stichting Het belangrijkste onderscheidt tussen de vereniging/coöperatie en de stichting is, dat de wet verbiedt dat de stichting leden heeft. Doel: het doel van de stichting mag niet inhouden het doen van uitkeringen aan haar oprichters of aan hen die deel uitmaken van organen binnen de stichting (zoals het bestuur). Voor het overige wordt de beperking ook hier ingevuld door de openbare orde en goede zeden. Oprichting De stichting kan uitsluitend worden opgericht bij notariële akte (of bij testament). De stichting is een rechtspersoon. Statuten In de oprichtingsakte moeten de statuten van de stichting worden opgenomen. Ook hier gelden minimale vereisten: b de naam van de stichting met het woord stichting als deel van de naam b de gemeente in Nederland waar zij gevestigd is b het doel van de stichting b de wijze van benoeming en ontslag van de bestuurders. Interne organisatie De stichting kent meestal slechts één orgaan, namelijk het bestuur. Het bestuur bestuurt de stichting en vertegenwoordigt de stichting. Tenzij de statuten anders bepalen, is het bestuur geen rekening en verantwoording aan anderen verschuldigd. Statutair kan een Raad van Toezicht worden ingesteld met verregaande bevoegdheden.
Schematisch overzicht verschillen tussen coöperatie en stichting Coöperatie
Stichting
Oprichting
Notariële akte
Notariële akte.
Doel
Voorzien in de stoffelijke behoeften van de leden door met hen in de uitoefening van hun bedrijf overeenkomsten te sluiten. Doel mag niet in strijd zijn met openbare orde, goede zeden of de wet.
Niet in strijd met openbare orde, goede zeden of de wet. Verbod op uitkering aan oprichters of bestuurders.
Inschrijving Kamer van Koophandel
Verplicht.
Verplicht.
Aansprakelijkheid
Geen hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders, tenzij sprake is van wanbeleid/mismanagement (kennelijk onbehoorlijk bestuur). Geen aansprakelijkheid van de leden voor tekorten, mits het betreft een coöperatie U.A.
Geen hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders, tenzij sprake is van wanbeleid/mismanagement (kennelijk onbehoorlijk bestuur).
Statuten
- Naam - Vestigingsplaats - Doel - Verplichtingen van leden - Wijze van bijeenroepen algemene vergadering - Wijze benoemingen ontslag van bestuurders - Bestemming batig saldo in geval van ontbinding.
- Naam - Vestigingsplaats - Doel - Wijze benoeming en ontslag van bestuurders - Bestemming batig saldo in geval van ontbinding.
Leden Interne organisatie
Ja. Algemene ledenvergadering en bestuur verplicht. Eventueel andere organen zoals Commissarissen.
Nee, verboden. Bestuur verplicht. Grote mate van vrijheid om andere organen in te stellen zoals adviesorganen en Raad van Commissarissen.
Bevoegdheden
Volledige rechtsbevoegdheid. De coöperatie kan registergoederen in eigendom verkrijgen. Door besluit algemene ledenvergadering.
Volledige rechtsbevoegdheid. Mits uit statuten voorvloeit, kan zij registergoederen in eigendom verkrijgen. Alleen indien statuten dit mogelijk maken door besluit
Statutenwijziging
van het orgaan dat daartoe de bevoegdheid heeft verkregen of door een besluit van de Rechtbank. Ontbinding en opheffing
Door besluit van de algemene vergadering. Ook als er geen leden meer zijn of als de vereniging (bij faillissement) niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen.
Door besluit van het orgaan dat daartoe de bevoegdheid heeft verkregen of op vordering van het Openbaar Ministerie, door de rechter.
II Sturing/organisatie Holdingstructuur/franchiseconcept Variant I: aansluiten bij een franchise constructie. Franchising is een vorm van samenwerking tussen juridisch zelfstandige ondernemers. Daarbij stelt de ene partij aan de andere partij een compleet ondernemingsconcept ‘formule’ beschikbaar. De franchisenemer koopt het recht om de handelsnaam te gebruiken en de totale herkenbaarheid van de keten te mogen inzetten bij hun eigen onderneming. Onder gebruikmaking van een gemeenschappelijke naam en met een uniforme uiting en uitstraling worden dezelfde producten en diensten aangeboden aan afnemers. Voor de franchisenemer zijn er een aantal voordelen: hij is eigen baas de onderneming is herkenbaar als onderdeel van een grotere keten wat consumentenvertrouwen verbetert er is een kleiner ondernemersrisico de franchisenemer kan al een bekend concept aanbieden. Samenvattend: franchising integreert de voordelen van het professioneel filiaalbedrijf en de daadkracht van de zelfstandige ondernemer. De franchise nemers en gevers kunnen kiezen voor verschillende juridische vormen. Juridisch zijn het twee gescheiden rechtspersonen. In de gezondheidszorg komt vaak een (holding) stichting voor. Binnen deze constructie zijn juridische vormen van B.V structuren bijvoorbeeld ook mogelijk. Ook fiscale overwegingen kunnen daarbij een rol spelen. Franchiseovereenkomsten worden voor een door partijen bepaalde termijn afgesloten. Een franchisenemer kan uit de formule stappen door opzegging van de franchiseovereenkomst. Alle daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen komen daarmee te vervallen Gelet op de nog op te richten rechtspersoon voor WIJ Eindhoven, ligt de keuze voor een franchise formule vanaf het startpunt niet voor de hand. De organisatie van WIJ kan nog niet een formule pakket klaarleggen. Er is immers nog sprake van doorontwikkeling. Variant II: aansluiten bij het concept Buurtzorg. Buurtzorg heeft een duidelijke visie, missie en doelstellingen over de uitvoering van de werkzaamheden. Zij redeneert vanuit een maatschappelijke idee dat de zorgverlening zo dicht mogelijk bij de klant georganiseerd moet worden op een kwalitatief hoog niveau. Vanuit de landelijke stichting werken in de regio/steden/wijken volledig zelfstandige
teams van maximaal 12 personen. Het model is gebaseerd op het principe van zelforganisatie. Geen leidinggevenden en veel overhead maar laat de professional hun werk zelf in kleine autonome teams regelen. Bij het maken van een keuze zal vooral ook gekeken moeten worden wat wenselijk is qua inhoudelijke sturing. Bij franchise hebben de teams meer vrijheid om onder eigen vlag verder te gaan, als zelfstandige rechtspersoon maar onder het ‘merk’ van de franchisegever. Bij Buurtzorg is er vooral veel vrijheid in hoe men de uitvoering vorm geeft, als men maar binnen de kaders, visie van Buurtzorg blijft. Voor een variant op het Buurtzorg concept is van essentieel belang dat er sprake is van een klein team van professionals die niet alleen de feitelijke zorg verlenen maar ook met elkaar in staat zijn de randvoorwaarden om daartoe te komen, kunnen invullen. Evident is dat beide vormen van sturing het ondernemerschap stimuleren.