1
STERRENPLAN JEUGD 2013-2016 Dit sterrenplan werd opgesteld om een richting aan te duiden voor clubs die een kwalitatieve jeugdwerking willen starten of verder uitbouwen. Essentieel is dat triatlon beoefend moet kunnen worden op een breed sportief niveau. Dat komt tot stand door zowel aangepaste (trainings)begeleiding in de club als door initiatieven om een doel te halen: finishen. Zo’n doel kan zowel een wedstrijd als een beleving (just for fun) zijn. Er worden sterren bedeeld aan clubs, die kunnen aantonen dat ze voldoen aan onderstaande parameters. Afhankelijk van het aantal sterren krijgt de club een hoger aandeel van de subsidies. De verdeelsleutel kan u achteraan terugvinden. Clubs die willen toetreden tot het sterrenplan moeten voor aanvang van het nieuwe jaar akkoord gaan met Panathlon-verklaring over de ethiek van de jeugdsport. Deze legt heldere gedragsregels vast bij het nastreven van de positieve waarden in de jeugdsport. In het kort komt het er op neer dat ze verklaren dat: 1. ze de positieve waarden van de jeugdsport actiever, met volgehouden inspanningen met goed planning zullen nastreven 2. ze de inspanningen zullen voortzetten om alle vormen van discriminatie uit de jeugdsport te bannen 3. ze het feit dat sport ook negatieve effecten kan veroorzaken en dat er preventieve en curatieve maatregelen nodig zijn om kinderen te beschermen, erkennen en aanvaarden 4. ze de steun van sponsors en media verwelkomen, maar ze geloven dat die steun in overeenstemming moet zijn met de hoofddoelstellingen van de jeugdsport 5. ze daarom formeel het ‘Panathlon Charter over de Rechten van het Kind in de Sport’ onderschrijven. Centraal staat dat elke jongere het recht heeft om kampioen te worden, maar hij heeft evenzeer het recht om geen kampioen te worden. Iedere club krijgt de originele Panathlon-verklaring van 24 september 2004 voor het aanvang van het nieuwe jaar toegestuurd. De clubs kunnen maar toetreden tot het sterrenplan als ze de Panathlonverklaring ondertekend hebben op de overzichtswebsite: www.sportopjongerenmaat.be
2
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vijf categorieën van clubs, ze dienen telkens te voldoen aan bepaalde criteria: -
Eén ster: Om startende clubs te motiveren, komen ze in aanmerking voor een eerste ster. Reeds bestaande clubs die een jeugdwerking willen opstarten, vallen hier ook onder. Een club kan slechts een beperkte periode één ster blijven, daarna moet ze doorgroeien naar een tweesterrenclub: Het tweede kalenderjaar na het jaar van oprichten moeten ze in staat zijn om een tweede ster te behalen. Elke club die start met jeugdwerking kan genieten van ondersteuning voor aanvangsbegeleiding. Om in aanmerking te komen dient de club minimaal te voldoen aan volgende criteria: 8 aangesloten jeugdatleten en 2 promotionele acties in het jaar na oprichting, ondertekening van de Panathlon-verklaring. Er dient dus geen minimum aantal punten te worden behaald, de parameters kunnen wel gebruikt worden als leidraad voor de werking of doelstelling voor de toekomst.
-
Twee sterren-club: minstens 10 punten behalen uit de parameters en verplichte organisatie van een talentdetectie.
-
Drie sterren-club: minimum 15 punten én de organisatie van een talentdetectie én van een zwemloop of triatlon-beleving voor jongeren die opgenomen wordt op de wedstrijdkalender van de VTDL: bv ‘just for fun’
-
Vier sterren-club: minimum 25 punten én de organisatie van een talentdetectie én van een zwemloop uit het Vlaams jeugdcircuit of triatlon-beleving voor jongeren die opgenomen wordt op de wedstrijdkalender van de VTDL: bv ‘just for fun’ .
-
Vijf sterren-club: minimum 30 punten en de organisatie van een talentdetectie én van een jeugdcup triatlon of duatlon
Het grootste deel van de subsidies wordt verdeeld volgens deze sleutel. Een ander deel betreft een apart budget ter promotie voor clubs met groeipotentieel voor startende triatleten. Dit tweede luik wordt voorzien voor clubs die aanvangsbegeleiding voorzien voor starters met het oog op clubuitbreiding.
Aanvangsbegeleiding Elke club met nieuwe jeugdwerking heeft gedurende de volgende olympiade de mogelijkheid om gebruik te maken van deze ondersteuning op voorwaarde dat ze kan aantonen dat er mogelijkheden zijn om deelnemers ook achteraf een kwalitatieve begeleiding te kunnen garanderen. Tenminste gedurende 12 weken krijgen instromers de kans om onder aangepaste begeleiding (aparte lesgever, aangepaste oefensessies en trainingsopbouw) zich te initiëren in triatlon/duatlon en stilaan te integreren in de club. Tijdens of na deze periode hebben ze uiteraard demogelijkheid om zich bij de club aan te sluiten. Opmerkingen:
3 Eind augustus krijgt iedere club de kans op een jeugdsubsidieaanvraag in te dienen bij de jeugdsportcoördinator. Aan de hand daarvan, de reeds verzamelde gegevens en de databanken van de VTDL, wordt een voorstel opgemaakt door de jeugdcoördinator, dat dan dient te worden goedgekeurd door de raad van bestuur. Punten kunnen verdiend worden door te voldoen aan de hierna beschreven parameters:
Jeugdleden
1.
1.2.
Ledenaantal
Het is evident dat het aantal jeugdleden binnen een club mee de subsidie bepaalt. Een totaal van 10 jeugdleden wordt minstens vooropgesteld. Je kan moeilijk van een gestructureerde jeugdwerking spreken als de club maar over een paar jongeren beschikt. Het aantal ingeschreven jeugdleden op 31 oktober van het subsidiejaar is dan ook bepalend voor het aantal te verdienen punten. 1 punt 2 punten 3 punten 4 punten
1.2
Minimum 10 jeugdleden Minimum 20 jeugdleden Minimum 35 jeugdleden Minimum 50 jeugdleden
Doelgroepen
Het is uiterst belangrijk, voor motivatie en blessurepreventie, dat jongeren de sport kunnen beleven binnen de juiste doelgroep gebaseerd op leeftijd. Deze doelgroepen onderscheiden zich op het vlak van intensiteit, duur van de belasting en uiteraard de aanpak. Per doelgroep is er aparte training voorzien, dit omvat ondermeer een gescheiden training (bv andere zwembanen) en een specifieke trainer. Ook wordt de evolutie van de jeugdatleten getoetst aan de hand van een gestandaardiseerde test: De modaliteiten van deze ontwikkelingstest worden vooraf gecommuniceerd, voor 2013 geldt de talenttest van vorige jaren (zie onder) . Een test kan intern (bv tijdens training) of een open event zijn. Aangezien er voor meer doelgroepen meer trainingen dienen georganiseerd te worden is er voor elke doelgroep een punt te verdienen. Er zijn 4 doelgroepen: 1 2 3 4
Kids 1 Kids 2 Jeugd C + Jeugd B Jeugd A +junioren
6 jaar – 9 jaar 10 jaar – 12 jaar 12 jaar – 15 jaar 16 jaar – 19 jaar (*)
Initiatieperiode Initiatieperiode Ontwikkelingsperiode Vervolmakingsperiode
·
Initiatieperiode Kids 1: minimum 30 weken op jaarbasis met 1 loop- en zwemtraining per week en 4 lesuren fietsinitiatie op jaarbasis + 1 ontwikkelingstest
·
Initiatieperiode Kids 2: minimum 30 weken op jaarbasis met 1 loop- en zwemtraining per week en 10 lessen fietsinitiatie op jaarbasis + 1 ontwikkelingstest
4
·
Ontwikkelingsperiode (jeugd C+B): minimum 30 weken op jaarbasis met 1 loop- en fietstraining per week en gemiddeld 1,5 zwemtrainingen per week + 2 ontwikkelingstesten
·
Vervolmakingsperiode (jeugd A+ junioren): minimum 45 weken op jaarbasis met minstens 1 loop- en fietstraining per week en 2 zwemtrainingen per week. Onze juniorenreeks is internationaal vastgelegd tem 19jaar. Voor het sterrenplan worden alleen de jongeren tot 18jaar in rekening gebracht en in het cijfermateriaal verrekend + 2 gespreide ontwikkelingstesten
Clubs met een jeugdwerking hebben er alle baat bij dat zij kunnen terugvallen op resultaten van testen. Het is dan ook aan hen om die verantwoordelijkheid op zicht te nemen en hun jongeren minstens 1x per jaar de een ontwikkelingstest laten afnemen. De test voor 2013 bestaat afhankelijk van het geboortejaar uit 100m zwemmen/500m lopen of 200mzwemmen/1000m lopen. De test wordt volgens vast tijdschema afgenomen. Een gediplomeerde jeugdtrainer of jeugdsportcoördinator staat in voor het correct afnemen van de test en analyseren van de gegevens. Niets houdt clubs tegen om zelf op regelmatige basis een conditietest af te nemen. Voor de allerjongsten kan perfect een Ironkid georganiseerd worden. Het is daarnaast ook een perfecte gelegenheid voor jeugdclubs om nieuwe jongeren op een eenvoudige en laagdrempelige manier kennis te laten maken met de sport.
Referentietijden talentdetectie jongens Totaaltijd A 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar
Referentietijden talentdetectie meisjes Totaaltijd
4'20" 3'50" 3'25" 6'15" 5'55" 5'45" 5'35" 5'25" 5'17" 5'13" 5'08"
B
4'40" 4'10" 3'45" 6'40" 6'20" 6'10" 6'00" 5'50" 5'40" 5'30" 5'20"
C
5'35" 5'00" 4'30" 8'10" 7'50" 7'40" 7'30" 7'20" 7'10" 7'00" 6'50"
D
> 5'35" > 5'00" > 4'30" > 8'10" > 7'50" > 7'40" > 7'30" > 7'20" > 7'10" > 7'00" > 6'50"
6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar
A
B
C
D
4'25" 4'00" 3'35" 6'40" 6'20" 6'10" 6'00" 5'52" 5'45" 5'41" 5'36"
4'45" 4'20" 3'50" 7'05" 6'40" 6'35" 6'25" 6'17" 6'08" 5'58" 5'48"
5'40" 5'10" 4'40" 8'35" 8'15" 8'05" 7'55" 7'45" 7'35" 7'25" 7'15"
> 5'40" > 5'10" > 4'40" > 8'35" > 8'15" > 8'05" > 7'55" > 7'45" > 7'35" > 7'25" > 7'15"
5
1.3.
Participatie
Van de clubs die aan jeugdwerking doen wordt er ook verwacht dat zij actief deelnemen aan de verschillende jeugdcompetities en/of recreatieve evenementen die door de federatie worden aangeboden. Het aantal jeugdleden dat voorkomt in de eindranking van duatlon/triatlon en het aantal jeugdleden dat voorkomt in de eindranking van het Vlaams Zwemloopcircuit bepalen de participatie aan jeugdcompetitie.
Jeugdcup Duatlon / Triatlon 1 punt 3 jeugdatleten in de eindranking 2 punten 6 jeugdatleten in de eindranking 3 punten 9 jeugdatleten in de eindranking Zwemloopcircuit 1 punt 10 jeugdatleten in de eindranking 2 punten 15 jeugdatleten in de eindranking 3 punten 20 jeugdatleten in de eindranking
Uiteraard worden alleen deelnames aan wedstrijden die aangegeven zijn bij de VTDL meegerekend. Het niveau van de jeugdcupwedstrijden duatlon, triatlonwedstrijden en zelfs zwemlopen ligt hoog, hetgeen de instapdrempel verhoogt. Hierdoor worden heel wat jongeren afgeschrikt of raken gedemotiveerd. Daarom willen we een participatie in de breedte stimuleren. Ook events met een eerder recreatief (just 4 fun) karakter zijn een goede leerschool. Bovendien bieden ze heel wat kansen op een succeservaring. Ze kunnen eveneens een vangnet betekenen voor de jongeren die zich (voorlopig) niet aan een wedstrijddeelname wagen maar wel graag een doel stellen. De participatie aan recreatieve jeugdwedstrijden/events wordt bepaald door het totaal aantal jeugdleden dat het voorbije jaar deelnam aan een jeugdevent/wedstrijd op de kalender van de VTDL Komen hiervoor in aanmerking: alle (recreatieve) wedstrijden die verschijnen op de kalender van de VTDL met aangepaste afstanden voor de jeugd, bv Ironkids – powerkid; recreatieve reeksen bij zwemlopen; recreatieve (just for fun) wedstrijden met aangepaste afstanden voor de jeugd. Deelname aan jeugdevent/wedstrijd 1 punt 30% van het aantal jeugdleden nam deel aan tenminste 1 wedstrijd 2 punten 50% van het aantal jeugdleden nam deel aan tenminste 1 wedstrijd 3 punten 70% van het aantal jeugdleden nam deel aan tenminste 1 wedstrijd
6
1.4.
Promotie van triatlon in de club als complete sportbeoefening
1.4.1 Promotie Het uitbouwen van een bredere basis jeugdatleten is een heikel en daarom zéér belangrijk aandachtspunt binnen de VTDL. Recreatieve jeugdsportbeoefening behoeft een constante instroom van nieuwe jongeren. Clubinitiatieven ter promotie van de sport dienen dan ook vanuit de federatie te worden ondersteund. Acties en evenementen die voor deze ondersteuning in aanmerking komen zijn:
· · · ·
Organiseren van opendeurdagen waarin werking en begeleiding wordt uitgelegd. Medewerking aan organisatie van sportkampen Deelname aan erkende sportbeurzen. (gemeentelijk; provinciaal; BLOSO; SVS; federatie) Medewerking aan sportdagen en/of initiatielessen triatlon – duatlon in regionale basis- en secundaire scholen
·
Organiseren van wedstrijden in regio van club. De activiteiten moeten aan de volgende kwaliteitseisen voldoen om in aanmerking te als promotionele actie: · Begeleiding en ondersteuning moet door gediplomeerde trainers gebeuren · Alle info moet op de plaats en moment van actie ter beschikking zijn voor de deelnemende jongeren. 1 punt 2 punten 3 punten 4 punten
Minimum 1 promotionele actie Minimum 2 promotionele acties Minimum 3 promotionele acties Minimum 3 promotionele acties op verschillende locaties of tijdstippen
1.4.2. Drempelverlagende initiatieven instromers - doelgroepen Ieder kind of jongeren heeft het recht om aan sport te doen. Triatlon & duatlon zijn sporten met een hoge instapdrempel omwille van de complexiteit van de sport, het vele materiaal, de vooroordelen… Hierdoor is het voor veel jongeren al heel moeilijk om voor de triatlon- & duatlonsport te kiezen. Omwille van de verschillende moeilijkheden waar jeugdclubs in onze sport mee worstelen is het niet evident om de sport zomaar voor iedereen makkelijk beschikbaar te maken. Maatregelen nemen i.f.v. bepaalde doelgroepen zoals kansarmen is voor de meeste clubs zelfs onmogelijk maar er bestaan mogelijkheden om samen te werken met andere organisaties. Clubs die samenwerkingsverbanden sluiten met zo’n organisaties of zelf initiatieven nemen, moeten natuurlijk toegejuicht worden. Initiatieven kunnen wel maar in aanmerking komen wanneer ze onder leiding gebeuren van gekwalificeerde lesgevers en wanneer de jeugdcoördinator voor de start van het initiatief ervan op de hoogte gebracht wordt. Voor deze parameter zijn er maximum 3 punten te verdienen.
7 1 punt
Deelname aan of inrichting van een eenmalig initiatief ifv doelgroepen (kansarmen). Per initiatief kan er een punt behaald worden met een maximum van 2 punten Inrichten van een lessenreeks van 5 tot 10 weken voor instromers Deelname aan of inrichten van een initiatief die een heel sportseizoen of kalenderjaar overbrugt of het inrichten van een lessenreeks voor doelgroepen (kansarmen) i.s.m. organisaties
2 punten 3 punten
1.4.3. Promotie breedtesport en drop-out vermijden We streven naar jeugdclubs waar het kind of de jongere centraal staan en dus met een kwalitatieve jeugdwerking. Veel clubs zitten reeds met een ledenstop omwille van beperkte infrastructuur. Het kan niet zijn dat zij leden (vooral de ‘minder’ getalenteerde jongere) laten schieten om zo anderen de kans te geven in hun club te komen. Clubs die aan hun maximum limiet zitten qua ledenaantal en ervoor zorgen dat de begeleiding zeer kwalitatief is en op maat van de jongeren, kunnen drop out vermijden door het bieden van een opvangnet voor jongeren die liever aan triatlon doen op een minder competitieve wijze. Het organiseren van een triatlonevent waar beleving voorrang heeft op prestatie kan een opvangnet betekenen voor velen Het openstellen van een ontwikkelingstest voor externen met tenminste 20 externe deelnemers of het inrichten van een recreatieve reeks bij de organisatie van een jeugdzwemloop levert 2 punten op Het organiseren van een recreatieve (just for fun) formule met aangepaste afstanden voor de jeugd, levert drie punten op. Voor deze parameter zijn maximaal 4 punten te verdienen. 3 punten
Recreatieve reeks bij organisatie zwemloop of openstellen van ontwikkelingstest voor tenminste 20 externe deelnemers Organiseren van een recreatieve (just for fun) formule met aangepaste afstanden voor de jeugd/reeks per categorie
4 punten
2. Begeleiding 2.1. Jeugdsportcoördinator Een gestructureerde jeugdwerking staat of valt met een degelijke begeleiding. Belangrijk aspect hierbij is dat de verschillende doelgroepen en respectievelijke trainers op elkaar dienen te zijn afgestemd. De aanwezigheid van een jeugdcoördinator is dus een must voor een degelijke jeugdwerking. De taken vaan een jeugdsportcoördinator bevat minstens volgende taken: · · ·
Trainingsplan binnen de club Controleren en nakijken of de Panathlon-verklaring nagestreefd wordt. Controleren of dat plan in de praktijk omgezet wordt
8 · · · · · ·
Detectie, rekrutering en doorstroming van de jeugdatleet Begeleiden en motiveren van jeugdtrainers Coördineren van de trainingen Verbindingspersoon tussen jeugdtrainers en bestuur Bevorderen van Ethisch en Medisch verantwoord sporten bij de jeugd Contactpersoon voor jeugdatleten en ouders.
Het niveau van deze coördinator bepaalt het aantal punten. Erkenning van diploma dient goedgekeurd worden door onze VTS Denkcelcommissie Triatlon/Duatlon. De punten worden enkel toegekend indien er een trainingsplan wordt afgeleverd met inbegrip van dat ontwikkelingstesten, trainingen per doelgroep en 1 punt
2 punten 1 tot 2 extra punt(en)
Initiator triatlon – duatlon; zwemmen; fietsen; atletiek Jeugdsportcoördinator Bachelor/Master in de lichamelijke opvoeding (of aantoonbare relevante ervaring) Trainer B triatlon – duatlon; zwemmen; fietsen; atletiek Trainer A triatlon – duatlon; zwemmen; fietsen; atletiek Tijdig afleveren van een trainingsplan voor de jeugd met inbegrip van data ontwikkelingstesten, trainingsmomenten doelgroepen en begeleiders(1) en jaarplan per doelgroep (2ptn)
2.2. Gediplomeerd trainerskorps Het is heel belangrijk dat de jongeren begeleid worden door opgeleide trainers. In het belang van de jongeren moeten jeugdclubs proberen gediplomeerde jeugdtrainers in hun rangen te krijgen en te houden. Erkende diploma’s zijn: Bachelors en Masters Lichamelijke Opvoeding, VTS-trainersdiploma’s binnen onze sport of een deeldiscipline van onze sport. De opleiding is een inspanning die wel loont want een gediplomeerd trainerskorps draagt bij aan de kwaliteit van de jeugdwerking én de uitstraling van een kwaliteitsvolle club. Hoe meer gediplomeerde trainers er ingezet worden, hoe meer punten er kunnen worden verdiend. 1 punt 2 punten 3 punten 4 punten
Er zijn tenminste 2 gediplomeerde trainers die elk 30 uren training geven op jaarbasis Er zijn tenminste 4 gediplomeerde trainers die elk 30 uren training geven op jaarbasis Er zijn tenminste 6 gediplomeerde trainers die elk 30 uren training geven op jaarbasis Er zijn tenminste 8 gediplomeerde trainers die elk 30 uren training geven op jaarbasis
9
2.3.
Deelname clinics / bijscholingen / cursussen trainers + begeleiders
Het behalen van een relevant diploma / attest is één zaak, het permanent bijscholen is een ander gegeven. Wanneer de club kan aantonen dat trainers zich regelmatig bijscholen, zal daar dan ook rekening mee worden gehouden, bij het toekennen van de clubsubsidies. Het moeten erkende bijscholingen zijn die ofwel VTS gerelateerd zijn ofwel georganiseerd door VTDL, federatie van nevensport of sportdienst. De Raad van Bestuur keurt na advies van de sporttechnisch jeugdcoördinator de lijst van de bijscholingen goed. Initiatieven die in aanmerking komen zijn: Niveau 1
·
Erkende bijscholingen (sporttechnisch en didactisch) van andere organisaties met betrekking tot het begeleiden van jeugdatleten
Niveau 2
·
Clinics, georganiseerd door de VTDL of federatie van deelsport (zwemmen/fietsen/lopen), met betrekking tot jeugdwerking en/of - begeleiding (sporttechnisch en didactisch)
Niveau 3
·
VTS - cursussen (aspirant – initiator; initiator; trainer B; Trainer A)
1 punt 2 punten 3 punten 4 punten
1 cursus niveau 1 2 cursussen niveau 1 of 1 cursus niveau 2 2 cursussen niveau 2 of 1 cursus niveau 3 3 cursussen of 2 cursussen niveau 3
Wijze van monitoring De jeugdclubs die wensen in aanmerking te komen voor een subsidie dienen het subsidieformulier dat hen aangereikt zal worden door de VTDL in te vullen en te bezorgen aan de jeugdcoördinator, ten laatste op uiterlijk 1 november van het desbetreffende werkingsjaar. Op dit subsidieformulier moet men per parameter aanduiden waaraan men exact voldaan heeft en de nodige bewijsstukken bijvoegen. Bij aanvang van het kalenderjaar wordt aan de clubs gevraagd een jaarplan m.b.t. jeugdwerking door te sturen (zie 2.1). De jeugdcoördinator gaat, aan de hand van de verkregen gegevens van de clubs en de verzamelde gegevens uit de VTDL-database een voorstel opmaken naar het aantal sterren dat elke club toegewezen krijgt.
10
Verdeling van de middelen Het bedrag dat begroot werd zal als volgt worden verdeeld: 1)Ondersteuning van aanvangsbegeleiding: Elke club zal in deze olympiade de kans krijgen om éénmaal in te tekenen en promotie te voeren onder de vorm van aanvangsbegeleiding. Het jaarlijks budget hiervoor is €500 per actie (max. 5 acties per jaar)= €2500. 2) Ondersteuning op basis van het aantal sterren: Elke jeugdsterrenclub krijgt een basis bedrag van €400 aangevuld met een variabel bedrag, dat bepaald wordt door het aantal sterren Dit variabel deel wordt berekend op het bedrag dat overblijft na de subsidies voor de aanvangsbegeleiding en na aftrek van het totale basisbedrag(= €400 x aantal sterrenclubs) Het clubaandeel van dit variabel deel wordt bepaald door de som van de rangwaarden van alle sterren die behaald werden: Voor een -
éénsterrenclub: 1 Tweesterrenclub: 3 Driesterrenclub: 6 Viersterrenclub: 10 Vijfsterrenclub: 15 Ofwel ∑
(1 ster= rang 1) (2e ster = rang 2 + 1e ster= rang 1) (3e ster= rang3 + 2e ster= rang 2 + 1e ster = rang 1) (4e ster= rang 4 + ster= rang3 + 2e ster= rang 2 + 1e ster = rang 1) (5e ster= rang 5 + 4e ster= rang 4 + 3e ster= rang 3 + 2e ster= rang 2 + 1e ster = rang 1) k waarbij n= aantal sterren door de club behaald
De formule voor de totale subidies per club wordt dan: €400 + ∑ k * (totaal restbedrag/som van alle rangwaarden door alle clubs), waarbij n=aantal sterren van de club en het totaal restbedrag = totale subsidiebedrag - €2500 voor aanvangsbegeleiding – 400*aantal sterrenclubs) en de som van alle rangwaarden= aantal clubs met minstens 1 ster + aantal clubs met minstens 2 sterren enz. Voorbeeld: Er zijn 20 sterrenclubs en van elke categorie vier clubs , het restbedrag is € 14000 Een 1 sterrenclub ontvangt dan 400 + 1x 100= 500 2 3 4 5
sterrenclub ontvangt 400 + 1x 100 + 2x 100= €700 sterrenclub ontvangt 400 + 1x 100 + 2x 100 + 3x 100= €1000 sterrenclub ontvangt 400 + 1x 100 + 2x 100 + 3x 100 + 4x100= €1400 sterrenclub ontvangt 400 + 1x 100 + 2x 100 + 3x 100 + 4x100 + 5x 100= €1900
11 Dezelfde situatie maar er zijn 19 sterrenclubs, 1 één-sterrenclub minder, restbedrag is 14 600 te verdelen over 56 sterren=103, 5971 Het basisbedrag blijft €400 maar per ster is er meer te verdienen: 1 ster: 400 + (103, 5971)= 503,5971 2 sterren 400 + 3(103, 5971)=1021,583 …
12
Besteding jeugdsubsidies VTDL via ‘sterrenplan’ ·
·
·
Huur accommodatie om het aantal trainingsuren en de kwaliteit van de jeugdtrainingen & jeugdwerking te verhogen: Zwembad Sporthal Atletiekpiste Sportplein Vijver; open water Wielerbaan Aankoop materiaal ter bevordering van de trainingskwaliteit: Kegels, afbakenlint, materiaal om parcours op te bouwen of terrein af te bakenen chronometers Wetsuits (huur en aankoop) Fietsen, fietskledij en fietshelmen Kledij of hulpstukken om de zichtbaarheid te vergroten Trainingskledij (lopen en fietsen) Vlotters ; plankjes ; vinnen; badmutsen Trainers Onkosten jeugdtrainers (geen vrijwilligersvergoedingen!) Onkosten vergadering jeugdtrainers Clinics ivm training en trainingsleer (al dan niet georganiseerd door de VTDL) Deelname aan VTS cursussen (aspirant-initiator; initiator; Trainer A+B) Bijscholingen m.b.t. didactische en sportspecifieke aanpak bij jongeren Bijscholingen m.b.t. gezond sporten en veiligheid Lesgeverskosten van lesgevers bijscholingen
·
Organisatie van een triatlonbeleving: jeugdevenement en/of –wedstrijd Promotie (affiches; flyers; regionale media) Aankoop medailles Huur accommodatie en materiaal Uitslagverwerking door professional, Championship Veiligheid en EHBO