Stelt u zich het volgende voor1 Tot uw vierde jaar bent u opgegroeid als een normale baby en kleuter, met name uw moeder heeft in die eerste jaren wel eens momenten van wanhoop gekend omdat u slecht tegen plotselinge veranderingen kon en niet zoals uw oudere broer en zus makkelijk snel overal mee naartoe kon. Ook met lopen en zindelijk worden was u misschien iets langzamer, maar dat mocht geen naam hebben. Vermoeiend was wel dat u als kleuter al elke regel in huis vaak herhaald moest worden. Dat maakte uw ouders soms driftig en soms zo wanhopig dat er ook wel eens een klap viel. (Doordat licht verstandelijk gehandicapten op jonge leeftijd vaak niet herkend worden als zodanig, wordt hun behoefte aan duidelijkheid en structuur en herhaling door ouders vaak niet onderkend. Het onvermogen van het kind, bijvoorbeeld het onvermogen om snel van de ene naar de andere situatie te schakelen, wordt dan al snel als onwil gezien, hierdoor vormen zij een risicogroep voor kindermishandeling). Het leek net of u het niet wilde begrijpen, of het een koppig verzet tegen de regels was; ja daarin was u beslist anders dan de anderen. (Door zich te vergelijken met eventuele andere normaalbegaafde broers en zussen kunnen moeilijk lerenden al snel een negatief gevoel van anders zijn ontwikkelen. De vergelijking valt immers meestal ten ongunste van de moeilijk lerende uit. Dit kan jaloezie gevoelens oproepen waardoor een negatief spiraal binnen het gezin in gang gezet kan worden.) In groep 1 van het funderend onderwijs begon echter duidelijk te worden dat er 'iets' met u aan de hand was, in de klas nam u al snel een geïsoleerde positie in, ook omdat u ondanks uw vier jaar nog maar zeer slecht in staat was tot een vorm van samenspelen met andere kinderen. Verder kon u plotseling erg driftig worden wanneer u niet begreep wat de bedoeling was en werd u als iets niet lukte verdrietig en huilerig op de manier van een veel jonger kind dan uw eigenlijke leeftijd. (Hier begint faalangst en een negatief zelfbeeld te ontwikkelen, de driftbuien zijn in dit voorbeeld te zien als onvermogen om situaties te kunnen voorzien en aan de verwachtingen te voldoen.) Gelukkig had u een lieve juf die u op schoot nam en troostte en probeerde u wat extra individuele aandacht te geven. Op deze leeftijd nam men uw driftbuien nog voor lief, verder was u een leuke kleuter en u kon toch ook zo goed heel rustig heel lang met een ding bezig zijn. (Wanneer u dertien bent en inmiddels het voortgezet speciaal onderwijs volgt, worden uw driftbuien uit onvermogen en onmacht al gauw geheel anders gekenmerkt. U loopt dan het risico als een probleemjongere met acting-out gedrag gezien te worden.) Wanneer u zes jaar bent geworden, wordt duidelijk dat u naar speciaal onderwijs moet2. Uw positie in de klas is weinig verbeterd, andere kinderen zijn zich zeer bewust van uw anders zijn en laten u in het gunstigste geval links liggen. Op het gebied van letters en getalsbegrip bent u duidelijk achter en u heeft dan nog steeds geen overzicht van de dagen van de week. Doordat u geen overzicht hebt wat 1
Deze tekst is een citaat uit het hoofdstuk ‘Hulpverlening aan seksueel misbruikte moeilijk lerende kinde-ren en jongeren’ - Harriet Hofstede. Dit hoofdstuk maakt onderdeel uit van het boek: ‘Op gebaande paden? Ontwikkelingen in diagnostiek, hulpverlening en preventie met betrekking tot seksueel mis-bruik van kinderen’ (1995) onder redactie van Herman Baartman 2 Op de Antillen worden kinderen veel minder snel dan bijvoorbeeld in Nederland naar het Speciaal Onderwijs verwezen. Er is ook niet voor alle kinderen die het mogelijk nodig zouden hebben speciaal onderwijs beschikbaar. Training LVG-problematiek in de (ambulante) hulpverlening © Expertisecentrum Jeugdzorg – Gehandicaptenzorg William Schrikker
4
betreft de tijd 'overkomen' veel gebeurtenissen u. Een voorbeeld: de aankondiging 'over twee dagen gaan we op schoolreisje' zegt u weinig. Op de dag dat de bus voorrijdt voelt u zich overvallen, de eerste twee uur van het schoolreisje kunt u niet goed meekomen omdat u duidelijkheid wil over hoe, waar naartoe en hoe verder. De begeleiders van het schoolreisje ervaren dit als zeuren. Er wordt over u gepraat en gezucht. U wordt voor het eerst getest3 en doorverwezen, uw intelligentie blijkt 'lager dan gemiddeld'. Op de school voor speciaal basisonderwijs bloeit u op, de lessen worden gestructureerd aangeboden in verschillende niveaugroepen. Na twee jaar ervaring van de opdrachten niet te kunnen, zou u nu de mogelijkheid hebben weer een positiever zelfbeeld op te bouwen. Dat u naar deze school moet met een busje werkt aan de andere kant ook weer niet echt mee aan dat positieve zelfbeeld. U moet met dat busje gedurende de hele lagere schoolperiode, omdat het u niet lukt de weg van school naar huis te kennen. Wanneer de overheid een weg omlegt, een stoep openbreekt of iets veranderd aan de wegindeling is het voor u een geheel nieuwe situatie en raakt u snel het spoor bijster. U mist namelijk het overzicht en de mogelijkheid tot het systematiseren en schematiseren. Daardoor is elke iets gewijzigde situatie weer geheel nieuw voor u, de oplossing die u in een andere situatie heeft geleerd of gevonden lijkt u niet te kunnen toepassen in deze nieuwe situatie. Daardoor leert u niet gemakkelijk van uw eigen ervaringen. Wanneer uw omgeving dit niet kan begrijpen gaat u al snel door voor 'eigenwijs' of 'slecht corrigeerbaar'. De schoolbus lost uw problemen met vervoer en beweging voorlopig voor de schoolperiode even op. Tegelijkertijd ontneemt deze oplossing u de kans vaardigheid op dit gebied te ontwikkelen. Dit is het eeuwige dilemma voor degenen die u opvoeden en begeleiden; wanneer beschermen, wanneer loslaten, in hoeverre worden uw mogelijkheden onder- of overschat. Vooralsnog vinden uw ouders het wel een veilig idee, dat busje. Omdat u onzeker bent en niet alles kan overzien, bent u makkelijk te beïnvloeden door vreemden. Uw ervaring is steeds dat anderen het beter weten en dat uw eigen oordeel niet iets is om op af te gaan. Inmiddels wordt hiermee wel de kiem van een tweedeling in uw leven gelegd; u redt het redelijk binnen de bescherming van het speciale LVG-klimaat op school, de afscherming en de vertaling van uw wereld naar de buitenwereld worden door school en ouders geregeld. Waren uw ouders minder in staat tijd en ruimte te maken voor rust, veiligheid en structuur in uw opvoeding, dan zou u zo rond uw puberteit het risico lopen in een residentiële instelling te moeten worden opgenomen. Wanneer bij het ouder worden de seksualiteitsontwikkeling een meer nadrukkelijke rol gaat spelen, kunnen sommige ouders het dilemma van beschermen of stimuleren op dit punt moeilijker aan. Doordat hun LVG-puber onzeker is (zoals overigens de meeste pubers) maar ook extra beïnvloedbaar ( de LVG-puber heeft de ervaring dat de meeste mensen het beter weten) en slecht nee kunnen zeggen (nee zeggen vooronderstelt eigenwaarde en identiteitsgevoel) maken ouders zich soms toenemend ongerust. Dit drukt op de relatie tot hun LVG-puber en kan soms aanleiding zijn tot een uithuisplaatsing. Ondertussen worden er in de maatschappij steeds ingewikkelder communicatievormen ingevoerd, het geldverkeer wordt steeds verder geautomatiseerd en geabstraheerd. Omdat u concreet ingesteld bent en geldeenheden moeilijk kan overzien, is de kans dat u aan dit moderne geldverkeer later mee zult kunnen doen zeer gering. Uw voortdurende afhankelijkheid van de bescherming en ondersteuning van 3
Op de Antillen vindt, vergeleken met Nederland, minder vaak en op latere leeftijd een eventuele IQ-onderzoek plaats.
Training LVG-problematiek in de (ambulante) hulpverlening © Expertisecentrum Jeugdzorg – Gehandicaptenzorg William Schrikker
5
anderen is daarmee vastgelegd, ook voor de toekomst. In feite geldt dit voor een toenemend aantal mensen; naarmate de maatschappij ingewikkelder wordt, vallen steeds meer mensen uit de boot.
Over de relativiteit van het LVG-begrip is vanuit maatschappelijke richtingen vanaf eind jaren zestig veel geschreven. Op die manier praat en denkt u niet over uw situatie, u zit er middenin. U heeft wel een gevoel van anderszijn, maar het is voor u moeilijk om er vat op te krijgen waarin u precies verschilt van anderen. Om dat te kunnen zou u in staat moeten zijn tot het kijken naar verschillend gedrag, daar overeenkomsten en verschillen in moeten kunnen aanbrengen, oorzaken en gevolgen van gedrag moeten kunnen overzien en vervolgens ook nog uw eigen gedrag moeten kunnen beschouwen. Dit is moeilijk voor u, uw manier om deze moeilijkheid te overwinnen is te vergelijken met de manier waarop jonge kinderen de voor hun te grote wereld overzichtelijk houden: door voornamelijk uit te gaan van zichzelf. Wat u wel merkt is dat er in de maatschappij meer deuren voor u dichtgaan dan open. In sociaal verkeer mist u nogal eens de boot doordat u veel zaken nogal letterlijk opvat. 'Ik kan mijn vriend wel vermoorden' zegt een vriendin van uw zus en u maakt zich oprecht zorgen over het welbevinden van deze vriend. Wanneer u hen beiden de volgende dag gearmd op straat ziet lopen is het aan u om te kiezen; of u bekijkt mensen met een gepast wantrouwen of u trekt uw eigen plan en schept de wereld om u heen op een voor u te bevatten manier. In het laatste geval zal men over u zeggen dat u fantasie en werkelijkheid door elkaar haalt. Misschien is dat ook zo, maar is het niet en prachtige copingstrategie van u wanneer u zegt nog maar geen horecadiploma te gaan halen omdat de schoolgelden voor dit jaar toch te duur zijn geworden. Op den duur wilt u wel een eigen restaurant beginnen, of iets met dieren of zo, dierenarts misschien. Hoewel dit weinig realistische perspectieven zijn, drukt u hiermee voor de goede verstaander wel het verlangen naar perspectief uit. Wanneer de omgeving zo weinig bemoedigend is ten aanzien van uw toekomst is het dan niet beter om jezelf als positief uitgaanspunt te nemen. Ze zullen dan over u zeggen dat u een niet realistisch zelfbeeld heeft. Uw perspectieven op het gebied van scholing en werk zijn somber, na uw middelbare opleiding wacht u waarschijnlijk de sociale werkplaats, wanneer daar plaats is, maar de eisen van het economisch rendement worden daar ook steeds hoger. Voor u is de concurrentie te groot waar het om banen voor laaggeschoolden gaat. Het werktempo in veel banen voor laaggeschoolden is voor u te hoog. Ondanks het feit dat werkgevers soms van de overheid subsidies kunnen krijgen bij het in dienst nemen van LVG-jongeren vraagt u toch kennelijk een extra inzet aan begeleiding op het werk. Iets waarin veel werkgevers toch maar liever niet wensen te investeren. Banen die omgaan met geld impliceren zijn al snel te moeilijk, werk in de sfeer van bedienen en verzorgen veronderstelt vaak nogal wat aan sociale vaardigheden en aangezien u zich vaak moeilijk kunt verplaatsen in het gezichtspunt van de ander, valt u wat dit soort banen betreft snel af. Maar goed, zolang u nog in het onderwijssysteem zit bent u maatschappelijk gezien en voor uw ouders 'onder de pannen'. Uw problemen kunnen nog enigszins begeleid en ondersteund worden door de overbelaste SBOleerkrachten. Die wel kunnen inspelen op wat u nodig heeft, maar door de veelheid aan problematiek op hun scholen soms toch niet die rust en structuur kunnen waarborgen die zij zelf als wenselijk en noodzakelijk zien voor uw verdere ontwikkeling.
Training LVG-problematiek in de (ambulante) hulpverlening © Expertisecentrum Jeugdzorg – Gehandicaptenzorg William Schrikker
6
Na uw achttiende ziet het er somberder uit. Wanneer u niet terug kunt vallen op uw ouders, moet u zich voor verdere begeleiding zelf aanmelden bij de sociaal pedagogische dienst (SPD), maatschappelijk werk instelling voor moeilijk lerenden. En wel mèt hulpvraag graag. Dat u sterk in het hier en nu leeft en concreet denkt, maakt dat wat u betreft uw hulpvraag anders zal zijn. Wanneer u als coping-mechanisme uw eigen mogelijkheden voortdurend overschat, zult u pas om hulp vragen wanneer u in de grote problemen bent gekomen. Preventief hulp vragen vooronderstelt een inzicht en planning die niet bij uw op 'hier en nu' ingestelde manier van leven past. Hoe dan ook, voor de SPD moet u tegenwoordig ook een echte hulpvraag hebben en er wordt streng gekeken naar uw IQ, of dat wel binnen de normen valt. Dat u misschien qua IQ inmiddels dankzij de zorg en inzet van uw ouders en leerkrachten aan de bovenkant van de LVG-groep functioneert, neemt het feit niet weg dat u op emotioneel niveau met uw achttien jaar eigenlijk functioneert als een twaalfjarige. Maar ja 'je ziet het er niet aan af…'.
'Je ziet het er niet aan af' dat dacht ook die jongen in de dancing. Hij bood u veel drankjes aan en u hoefde niets te betalen. Dat moest dus wel een heel aardige jongen zijn, dacht u, hij geeft mij zomaar drankjes. Hij heeft veel voor mij over. Hij is mijn vriend. U bent nu achttien, de school is afgelopen, u mag misschien nog een extra stagejaar lopen voor een toekomstbaan die er niet lijkt te zijn. Net als voor iedereen is ook voor u zingeving en perspectief essentieel voor uw welbevinden. Het perspectief op het gebied van werk en zelfstandig wonen is niet rooskleurig. Helemaal zelfstandig wonen is moeilijk voor u, vooral in tijden dat u geen school, werk of andere dagbesteding heeft, komt u snel in de moeilijkheden. Wanneer u geen vaste dagbesteding heeft en de dagen niet gestructureerd worden, verliest u uw gevoel van houvast. Dit kan ertoe leiden dat u steun gaat zoeken bij 'sterke figuren', of dat u vanuit het gevoel van isolement uw troost zoekt in drank of andere middelen. Vanuit een laag zelfbeeld en een behoefte aan structuur en duidelijkheid is het extra moeilijk om zonder perspectief en richting je leven inhoud te geven. Wanneer u bij uw daginvulling in moeilijkheden komt, escaleren die moeilijkheden vaak sneller omdat u het inzicht en de sociale vaardigheden mist om ze op te lossen. Oplossingen vergen namelijk vaak een vorm van onderhandelen en zich verplaatsen in het standpunt van de ander. Omdat een aantal aspecten van de normaal begaafde wereld voor u moeilijk te volgen zijn, namelijk die aspecten die inzicht in sociale relaties veronderstellen, heeft u uzelf afgeschermd van deze kant van de zaak. Op dezelfde wijze als jonge kinderen dat doen, neemt u vooral uzelf als uitgangspunt van de wereld. Dit betekent niet dat u zich helemaal niet zou kunnen verplaatsen in het standpunt van de ander, het vraagt alleen soms begeleiding en druk van buitenaf. Die aardige jongen van de dancing die u wel wat geld wil lenen, vijftig euro zelfs, die jongen is heel aardig want hij geeft u vijftig euro. De vraag, waarom geeft die jongen mij vijftig euro en wat wil hij er voor terug, wordt door u niet snel gesteld. U bent blij met die concrete vijftig euro. Daarnaast bent u net achttien geworden en de boodschap 'je bent jong en je wilt wat' uit de reclames is ook bij u aangekomen. Het probleem van de zingeving en een perspectief speelt ook voor u. Na dat extra stagejaar valt u in een gat. U moet wachten op een plaats op een sociale werkplaats. U blijft nog bij uw ouders thuiswonen. Maar u wilt wel meer en anders. U wordt onrustig. Dat u achttien bent moet toch ergens uit blijken. De aar-
Training LVG-problematiek in de (ambulante) hulpverlening © Expertisecentrum Jeugdzorg – Gehandicaptenzorg William Schrikker
7
dige jongen van de dancing verleent u aanzien en status. U bent bereid zich aan hem aan te passen. Vindt hij lang haar niet mooi, u knipt het wel af. U doet echt goed uw best en probeert te beantwoorden aan zijn verwachtingen. Omdat u weinig grenzen stelt voelt de jongen dat hij veel voor u kan bepalen. Misschien is hij respectvol en te goeder trouw, de afhankelijkheid benauwt hem dan al gauw. In dat geval verbreekt hij de beginnende relatie, u achterlatend met het vertrouwde gevoel dat u niet goed genoeg bent. Misschien geeft het gebrek aan grenzen van uw kant hem het gevoel dat hij met u alle kanten op kan. U bent dan afhankelijk van wat hij daarmee doet en of het u lukt om de grenzen die u wel voelt vorm te geven in de relatie. Hierbij speelt het gevoel van eigenwaarde een belangrijke rol. Die eigenwaarde is ook gekoppeld aan de mogelijkheden tot perspectief die u in de maatschappij worden geboden en in hoeverre de maatschappij ruimte geeft voor uw deelname.
Bron: Hofstede, H., Stelt u zich het volgende voor. Uit: Op gebaande paden. Amsterdam: SWP, 1995.
Training LVG-problematiek in de (ambulante) hulpverlening © Expertisecentrum Jeugdzorg – Gehandicaptenzorg William Schrikker
8