Stellingen en normering leerlingvragenlijst Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs
3.0 – oktober 2014
ZIEN! is een product van Driestar Onderwijsadvies, in samenwerking met ParnasSys
ZIEN!PO leerlingvragenlijst 3.0 Stellingen en toelichtingen of voorbeeldmatige contexten - leerlingvragenlijst – versie november 2014
ZIEN!leerlingvragenlijst BT
BETROKKENHEID
VH 1. 2.
Volharding Als mijn juf of meester iets uitlegt, let ik op. Als ik met mijn werk bezig ben, houd ik mijn aandacht erbij. Als ik een opdracht moet doen, werk ik een tijd lang achter elkaar door. Als me iets niet gelijk lukt, blijf ik het proberen.
3. 4. VD 5. 6. 7. 8.
Voldoening Ik vind de lessen van mijn juf of meester leuk en interessant. Ik krijg werk dat ik graag doe. Ik ben blij met hoe ik mijn werk mag doen. Ik doe graag mee met de lessen.
WB
WELBEVINDEN
RK 9. 10. 11.
Relatie - kinderen Ik doe dingen samen met andere kinderen. Ik heb vriendjes en vriendinnetjes. Ik voel dat andere kinderen mij aardig
ZIEN! is een product van Driestar Onderwijsadvies, in samenwerking met ParnasSys
12. RL 13. 14. 15. 16. CP 17. 18. 19. 20. AN 21.
vinden. Ik vind dat ik genoeg vriendjes en vriendinnetjes heb. Relatie – leerkrachten Ik heb goed contact met mijn juf of meester. Mijn juf of meester begrijpt me. Ik ben blij dat ik bij mijn juf of meester in de klas zit. Ik voel me fijn bij mijn juf of meester.
Bijvoorbeeld: Je kunt goed praten met je juf of meester.
Competentie Ik vind dat ik moeilijke dingen goed aanpak. Mij lukt het om moeilijke dingen goed te doen. De dingen die ik doe op school, kan ik ook. Ik vind dat ik goed ben in wat ik doe. Autonomie Ik mag doen wat ik zelf fijn en interessant vind.
22.
Ik mag de dingen doen zoals ik ze wil doen.
23.
Ik vind dat ik kan doen wat ik zelf fijn vind.
24.
Wat ik graag wil, gebeurt ook.
Bijvoorbeeld dat je bij handvaardigheid zelf mag weten hoe je iets gaat maken, of dat je bij het buiten spelen mag kiezen wat je gaat doen. Bijvoorbeeld dat je bij handvaardigheid zelf mag weten hoe je iets gaat maken, of dat je bij het buiten spelen mag kiezen wat je gaat doen. Bijvoorbeeld dat je bij handvaardigheid zelf mag weten hoe je iets gaat maken, of dat je bij het buiten spelen mag kiezen wat je gaat doen. Bijvoorbeeld dat je bij handvaardigheid zelf mag weten hoe je iets gaat maken, of dat je bij het buiten spelen mag kiezen wat je gaat doen.
Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 3.0 – oktober 2014
3
SI 25.
Sociaal initiatief Ik vraag of ik mee mag doen.
26.
Ik vraag of een ander met mij wil spelen.
Bijvoorbeeld als je aan het spelen bent en een ander kind doet iets alleen.
27.
Ik stel uit mezelf vragen aan een ander.
Bijvoorbeeld in de klas of op het plein ga je naar iemand toe om een vraag te stellen.
28.
Ik zeg tegen anderen dat ze mee mogen doen.
Bijvoorbeeld als jullie samen een opdracht mogen doen of als jullie op het plein aan het spelen zijn.
29.
Ik begin een praatje met iemand anders.
Bijvoorbeeld als je bij andere kinderen komt die niet zelf tegen je gaan praten.
SF
Bijvoorbeeld als je alleen bent en je ziet andere kinderen spelen.
Sociale flexibiliteit 30.
Ik pas mijn eigen idee aan, als een ander een goed idee heeft.
Bijvoorbeeld als je samen werkt of speelt.
31.
Ik ga overleggen, als een ander iets anders wil dan ik.
Bijvoorbeeld als je aan het samenspelen bent en je wilt allebei iets anders gaan doen.
32.
Ik denk ook aan wat de ander wil, als we moeten kiezen.
Bijvoorbeeld als je samen werkt of speelt.
Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 3.0 – oktober 2014
4
33.
Ik verander mijn idee als een ander dat graag wil.
Bijvoorbeeld als een ander het heel belangrijk vindt dat iets gebeurt zoals hij of zij dat wil.
34.
Ik ga wat anders doen als een ander dat wil.
Bijvoorbeeld als je samen een opdracht of een spelletje doet en de ander wil het anders doen, dan vind je dat goed.
SA 35.
Sociale autonomie Ik zeg wat ik ergens van vind.
Bijvoorbeeld als je zegt ‘dat is leuk’ of ‘dit is niet eerlijk’.
36.
Ik zeg het als ik iets wel of niet wil.
Bijvoorbeeld als een ander een idee heeft of iets gaat doen waar jij mee te maken hebt.
37.
Ik kom voor mezelf op.
Bijvoorbeeld als je duidelijk laat merken dat je het niet fijn vindt wat iemand doet.
38.
Ik kies wat ik zelf wil.
39.
Ik regel mijn eigen zaken.
Bijvoorbeeld als je moet kiezen uit meerdere opdrachten, dan kies je wat je zelf leuk vindt en let je niet op wat anderen kiezen. Bijvoorbeeld als er iets aan de hand is, bedenk ik eerst zelf een oplossing en vraag ik dat niet meteen aan iemand anders.
40.
Impulsbeheersing Ik wacht op mijn beurt.
41.
Ik denk na voor ik iets doe.
Bijvoorbeeld als je iets moet doen, dan denk je eerst na wat wel en niet handig is.
42.
Ik zorg dat ik geen problemen krijg.
Bijvoorbeeld als je het niet met iemand eens bent, dan denk je na hoe je het kunt oplossen zonder ruzie te krijgen.
43.
Ik laat een ander met rust als hij bezig is.
Bijvoorbeeld als een ander aan het werk is, dan zorg je dat je geen onnodige geluiden of bewegingen maakt.
IB
Bijvoorbeeld als je in de klas een gesprek hebt met elkaar.
Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 3.0 – oktober 2014
5
44.
Ik houd me aan de regels.
Bijvoorbeeld, je zorgt dat je geen straf hoeft te krijgen.
45.
Inlevingsvermogen Ik laat merken dat ik benieuwd ben naar wat een ander doet.
Bijvoorbeeld door vragen te stellen of door te kijken als een ander iets aan het doen is.
46.
Ik doe aardig tegen een ander.
Bijvoorbeeld als je een compliment geeft over wat iemand doet of over hoe iemand er uit ziet.
47.
Als ik zie dat een ander hulp nodig heeft, vraag ik of ik kan helpen.
Bijvoorbeeld als iemand iets zwaars moet dragen of te klein is om iets te pakken.
48.
Als ik zie dat iemand iets voelt, leef ik met de ander mee.
Bijvoorbeeld als iemand pijn heeft, of verdrietig is, dan laat je merken dat je aan hem denkt.
49.
Ik luister naar het verhaal van een ander over wat hij meegemaakt heeft.
IL
PB 50. 51. 52.
Pestbeleving Andere kinderen doen mij pijn. Andere kinderen schelden mij uit. Andere kinderen sluiten mij buiten.
53. PG 54. 55. 56.
Andere kinderen lachen mij uit. Pestgedrag Ik doe sommige kinderen pijn. Ik scheld sommige kinderen uit. Ik sluit sommige kinderen buiten.
57.
Bijvoorbeeld dat je niet mee mag doen als de andere kinderen iets gaan doen.
Bijvoorbeeld dat je sommige kinderen niet mee laat doen als jullie iets gaan doen.
Ik lach sommige kinderen uit.
Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 3.0 – oktober 2014
6
LEERLINGVRAGENLIJST – NORMERING JULI 2012 Betrokkenheid
Volharding
Ruwe score
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
5-8 meisjes
5-8 jongens
4
0
0
4
0
0
5
0
0
5
0
0
6
0
0
6
0
0
7
0
0
7
1
1
8
0
0
8
4
5
9
0
0
9
10
11
10
0
0
10
20
23
11
0
0
11
36
40
12
0
0
12
59
64
13
0
0
13
76
80
14
0
1
14
87
92
15
1
1
15
96
97
16
2
3
16
100
100
17
4
6
18
7
9
19
12
15
20
5-8 meisjes
5-8 jongens
18
22
21
4
0
0
25
30
22
5
0
1
35
40
23
6
1
1
45
52
24
56
63
7
2
4
25
66
73
8
7
10
26
76
81
9
15
20
27
83
87
10
27
34
28
89
92
11
43
49
29
93
95
12
62
68
30
97
98
13
77
81
31
99
99
14
88
90
32
100
100
15
95
96
16
100
100
Voldoening Ruwe score
Welbevinden
ZIEN! is een product van Driestar Onderwijsadvies, in samenwerking met ParnasSys
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
16
0
17
0
18
0
19
0
20
0
0
21
0
0
22
0
0
23
0
0
24
0
0
25
0
0
26
0
0
27
0
28
Relatie kinderen Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
4
0
0
5
1
0
6
2
1
7
3
2
8
6
4
9
11
8
0
10
16
13
0
0
11
23
22
29
0
0
12
34
33
30
1
0
13
49
49
31
1
1
14
67
68
32
1
1
15
86
87
33
2
1
16
100
100
34
2
2
35
3
3
36
4
4
37
5-8 meisjes
5-8 jongens
6
6
38
8
7
4
0
0
39
10
10
5
0
0
40
13
12
6
1
1
41
17
16
7
1
2
42
20
20
8
3
5
43
25
25
9
6
10
44
30
31
10
10
16
45
35
37
11
18
27
46
42
44
12
34
45
47
48
50
13
49
61
48
55
58
14
67
76
49
61
64
15
84
89
50
67
69
16
100
100
51
72
75
52
78
79
53
83
84
54
87
88
55
90
91
56
93
93
57
95
95
58
97
97
59
98
98
60
99
99
61
99
62
100
63
100
100
64
100
100
Relatie leerkrachten Ruwe score
100 Driestar Onderwijsadvies Stellingen100 en normering leerlingvragenlijst – 3.0 – oktober 2014
8
Competentie
Ruwe score
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
4
0
0
5
0
0
6
1
1
7
3
2
8
11
7
9
23
17
10
39
31
11
56
49
12
75
70
13
87
85
14
95
93
15
98
97
16
100
100
Autonomie
5-8 meisjes
5-8 jongens
6
0 0 0
0 0 0
7
0
0
8
0
0
9
6
6
10
14
14
11
24
24
12
35
36
13
48
50
14
61
63
15
72 82 90 94 98 100
75 84 90 95 99 100
4 5
16 17 18
Ruwe score
19 5-8 meisjes
5-8 jongens
4
0
0
5
2
2
6
4
4
7
9
10
8
24
24
9
40
41
10
56
58
11
71
74
12
85
87
13
94
94
14
97
97
15
99
99
16
100
100
20
Sociaal initiatief Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 3.0 – oktober 2014
9
Sociale flexibiliteit
Impulsbeheersing
Ruwe score
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
5-8 meisjes
5-8 jongens
6
0 0 2
0 0 1
4
0
0
5
0
0
6
0
0
7
5
4
7
0
0
8
11
8
8
0
1
9
15
10
9
1
2
10
20
13
10
3
6
11
23
27
11
6
12
12
40
47
12
10
19
13
55
60
13
17
30
14
65
70
14
29
45
15
77
83
15
46
63
16
85 90 95 98 100
90 92 97 99 100
16
60
75
17
74
85
18
85
92
19
94
97
20
100
100
5-8 meisjes
5-8 jongens
6
0 0 0
0 0 1
7
1
2
8
4
8
9
10
13
10
15
18
11
20
21
12
24
36
13
41
53
14
55
70
15
69
76
16
79 85 90 97 100
82 88 95 98 100
4 5
17 18 19 20 Sociale autonomie
Inlevingsvermogen
Ruwe score
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
4
0
0
5
0
0
6
0
0
7
0
0
8
1
0
9
3
1
10
7
3
11
14
8
12
24
15
13
37
27
14
50
42
15
65
59
16
77
73
17
87
84
18
94
92
18
19
98
97
19
20
100
100
20
4 5
17
Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 3.0 – oktober 2014
10
LEERLINGVRAGENLIJST – NORMERING OKTOBER 2014 Omdat er nog geen data beschikbaar is van ingevulde vragenlijsten, is dit een concept-normering. Deze normering is dus niet gebaseerd op een normgroep. In januari-februari 2015 wordt de normering aangepast naar aanleiding van normeringonderzoek. LET OP: in tegenstelling tot de andere stellingen zijn de stellingen bij pestgedrag en pestbeleving negatief geformuleerd. Dat betekent dat een lage score het meest wenselijk is, in tegenstelling tot bij de andere scores. Voor de groepspercentages houdt dat in dat een laag percentage wenselijk is, een hoog percentage houdt in dat er veel leerlingen pestgedrag vertonen/ mogelijk gepest worden. Pestbeleving
Pestgedrag
Ruwe score
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
5-8 meisjes
5-8 jongens
0 5 10
16
14
0 5 10
14
0 5 10
0 5 10
13
15
15
13
15
15
12
20
20
12
20
20
11
26
26
11
26
26
10
36
36
10
36
36
9
45
45
9
45
45
8
55
55
8
55
55
7
65
65
7
65
65
6
74
74
6
74
74
5
85
85
5
85
85
4
100
100
4
100
100
16 15
15
ZIEN! is een product van Driestar Onderwijsadvies, in samenwerking met ParnasSys