Stellingen en normering leerlingvragenlijst Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs
2.0 – juli 2012
ZIEN! is een product van Driestar Onderwijsadvies, in samenwerking met ParnasSys
ZIEN!PO leerlingvragenlijst 2.0 Stellingen en toelichtingen of voorbeeldmatige contexten - leerlingvragenlijst – versie juli 2012
Categorie en bijbehorende stellingen
BT
BETROKKENHEID
VH
Volharding
1. 2. 3. 4. VD 5. 6. 7. 8.
Geconcentreerd, aangehouden en tijdvergeten bezig zijn.
Als mijn juf of meester iets uitlegt, let ik op. Als ik met mijn werk bezig ben, houd ik mijn aandacht erbij. Als ik een opdracht moet doen, werk ik een tijd lang achter elkaar door. Als me iets niet gelijk lukt, blijf ik het proberen. Voldoening
Belangstelling voor en plezier in de taak of activiteit
Ik Ik Ik Ik
Boeiend betekent leuk en interessant.
vind de lessen boeiend. krijg werk dat ik graag doe. ben blij met hoe ik mijn werk mag doen. doe graag mee met de lessen.
WB
WELBEVINDEN
RK
Relatie - kinderen
9.
Toelichting of voorbeeldmatige context
Beleving van verbondenheid met leeftijdgenoten (kwaliteit en kwantiteit van contacten)
Ik heb goed contact met andere kinderen.
ZIEN! is een product van Driestar Onderwijsadvies, in samenwerking met ParnasSys
10. 11. 12. RL 13. 14. 15. 16. CP 17. 18. 19. 20. AN 21. 22. 23. 24.
Ik heb vriendschap. Ik voel dat andere kinderen mij aardig vinden. Ik vind dat ik genoeg vriendjes en vriendinnetjes heb. Relatie – leerkrachten
Beleving van verbondenheid met de leerkracht (emotionele beschikbaarheid, vertrouwen)
Ik heb goed contact met mijn juf of meester. Mijn juf of meester begrijpt me. Ik ben blij dat ik bij mijn juf of meester in de klas zit. Ik voel me bij mijn juf of meester op mijn gemak. Competentie
Beleving van vertrouwen in eigen kunnen en effectiviteit
Ik vind dat ik moeilijke dingen goed aanpak. Mij lukt het om moeilijke dingen goed te doen. De dingen die ik doe op school, kan ik ook. Ik vind dat ik goed ben in wat ik doe. Autonomie
Beleving van het zelf kunnen of mogen organiseren van ervaringen en gedrag
Ik mag doen wat ik zelf fijn en interessant vind. Ik mag de dingen doen zoals ik ze wil doen. Ik vind dat ik kan doen wat ik zelf fijn vind. Wat ik graag wil, gebeurt ook.
SOCIAAL GEDRAG SI 25.
Sociaal initiatief
Uit jezelf richting een ander gaan, contact zoeken en maken in sociale situaties
Ik vraag of ik mee mag doen.
Bijvoorbeeld als je alleen bent en je ziet andere kinderen spelen.
Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 2.0 – juli 2012
3
26.
Ik vraag of een ander met mij wil spelen.
Bijvoorbeeld als je aan het spelen bent en een ander kind doet iets alleen.
27.
Ik stel uit mezelf vragen aan een ander.
Bijvoorbeeld als jullie in de klas of op het plein over iets praten en je mag het zelf weten of je wel of niet iets vraagt.
28.
Ik zeg tegen anderen dat ze mee mogen doen.
Bijvoorbeeld als je aan het spelen bent.
29.
Ik begin een praatje met iemand anders.
Bijvoorbeeld als je bij andere kinderen komt die niet zelf tegen je gaan praten.
Sociale flexibiliteit
In een samen-situatie zich aanpassen aan de ander Bijvoorbeeld als je samen werkt of speelt.
SF 30.
Als een ander een goed idee heeft, pas ik mijn eigen idee aan.
31.
Als een ander wil overleggen, doe ik mee.
Bijvoorbeeld als je aan het samenspelen bent en je wilt allebei iets anders gaan doen.
32.
Als ik moet kiezen denk ik aan wat de ander wil.
Bijvoorbeeld als je samen werkt of speelt.
33.
Ik bedenk een ander idee als een ander dat wil.
Bijvoorbeeld als een ander het geen goed idee vindt wat jij hebt bedacht.
34.
Als een ander zegt dat ik iets doe wat hij niet fijn vindt, doe ik wat anders
Bijvoorbeeld als je samen werkt of speelt.
Sociale autonomie
Tonen van eigenheid (eigen mening en behoefte) en hieraan trouw blijven in sociale situaties Bijvoorbeeld als je zegt ‘dat is leuk’ of ‘dit is niet eerlijk’.
SA 35.
Ik zeg wat ik ergens van vind.
36.
Ik zeg het als ik iets wel of niet wil.
Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 2.0 – juli 2012
Bijvoorbeeld als een ander een idee heeft of iets gaat
4
doen waar jij mee te maken hebt. 37.
Ik kom voor mezelf op.
Bijvoorbeeld als je duidelijk laat merken dat je het niet fijn vindt wat iemand doet.
38.
Als ik moet kiezen, kies ik wat ik zelf wil.
Bijvoorbeeld als je moet kiezen uit meerdere opdrachten, dan kies je niet persé wat een ander ook kiest.
39.
Ik regel mijn eigen zaken.
Bijvoorbeeld als je een probleem hebt, dan zoek je zelf een oplossing.
Impulsbeheersing
Eigen gedrag reguleren door het onderdrukken van impulsen in sociale situaties
40.
Ik wacht op mijn beurt.
Bijvoorbeeld als je in de klas een gesprek hebt met elkaar.
41.
Ik denk na voor ik iets doe.
Bijvoorbeeld als je iets moet doen, dan denk je eerst na wat wel en niet handig is.
42.
Ik zorg dat ik geen problemen krijg.
Bijvoorbeeld als je het niet met iemand eens bent, dan denk je na hoe je het kunt oplossen zonder ruzie te krijgen.
43.
Ik laat een ander met rust als hij bezig is.
Bijvoorbeeld als een ander aan het werk is, dan zorg je dat je geen onnodige geluiden of bewegingen maakt.
44.
Ik houd me aan de regels.
Bijvoorbeeld, je zorgt dat je geen straf hoeft te krijgen.
Inlevingsvermogen
Empathie of interesse tonen voor de ander, afstemmen op de gedachten en gevoelens van een ander
IB
IL
Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 2.0 – juli 2012
5
45.
Ik laat merken dat ik benieuwd ben naar wat een ander doet.
Bijvoorbeeld door vragen te stellen of door te kijken.
46.
Ik doe aardig tegen een ander.
Bijvoorbeeld door een compliment te geven over wat iemand doet of over hoe iemand er uit ziet.
47.
Als ik zie dat een ander hulp nodig heeft, vraag ik of ik kan helpen.
Bijvoorbeeld als iemand iets zwaars moet dragen of te klein is om iets te pakken.
48.
Als ik zie dat iemand iets voelt, leef ik met de ander mee.
Bijvoorbeeld als iemand pijn heeft, of verdrietig is, dan laat je merken dat je aan hem denkt.
49.
Ik luister naar het verhaal van een ander over wat hij meegemaakt heeft.
Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 2.0 – juli 2012
6
LEERLINGVRAGENLIJST – NORMERING JULI 2012 Betrokkenheid
Volharding
Ruwe score
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
5-8 meisjes
5-8 jongens
4
0
0
4
0
0
5
0
0
5
0
0
6
0
0
6
0
0
7
0
0
7
1
1
8
0
0
8
4
5
9
0
0
9
10
11
10
0
0
10
20
23
11
0
0
11
36
40
12
0
0
12
59
64
13
0
0
13
76
80
14
0
1
14
87
92
15
1
1
15
96
97
16
2
3
16
100
100
17
4
6
18
7
9
19
12
15
5-8 meisjes
5-8 jongens
20
18
22
21
4
0
0
25
30
22
5
0
1
35
40
23
6
1
1
45
52
24
7
56
63
2
4
25
66
73
8
7
10
26
76
81
9
15
20
27
83
87
10
27
34
28
89
92
11
43
49
29
93
95
12
62
68
30
97
98
13
77
81
31
99
99
14
88
90
32
100
100
15
95
96
16
100
100
Voldoening Ruwe score
Welbevinden
ZIEN! is een product van Driestar Onderwijsadvies, in samenwerking met ParnasSys
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
16
0
17
0
18
0
19
0
20
0
0
21
0
0
Relatie kinderen Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
4
0
0
5
1
0
6
2
1
7
3
2
8
6
4
9
11
8
22
0
0
23
0
0
24
0
0
25
0
0
26
0
0
27
0
0
10
16
13
28
0
0
11
23
22
29
0
0
12
34
33
30
1
0
13
49
49
31
1
1
14
67
68
32
1
1
15
86
87
33
2
1
16
100
100
34
2
2
35
3
3
36
4
4
37
5-8 meisjes
5-8 jongens
6
6
38
8
7
4
0
0
39
10
10
5
0
0
40
13
12
6
1
1
41
17
16
7
1
2
42
20
20
8
3
5
43
25
25
9
6
10
44
30
31
10
10
16
45
35
37
11
18
27
46
42
44
12
34
45
47
48
50
13
49
61
48
55
58
14
67
76
49
61
64
15
84
89
50
67
69
16
100
100
51
72
75
52
78
79
53
83
84
54
87
88
55
90
91
56
93
93
57
95
95
58
97
97
59
98
98
60
99
61
99
62
100
63
100
100
64
100
100
Relatie leerkrachten Ruwe score
99 Driestar Onderwijsadvies 100 Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 2.0 – juli 2012 100
8
Competentie
Sociaal initiatief
Ruwe score
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
5-8 meisjes
5-8 jongens
4
0
0
4
6
0 0 0
0 0 0
5
0
0
5
6
1
1
7
3
2
7
0
0
8
11
7
8
0
0
9
23
17
9
6
6
10
39
31
10
14
14
11
56
49
11
24
24
12
75
70
12
35
36
13
87
85
13
48
50
14
95
93
14
61
63
15
98
97
15
16
100
100
16
72 82 90 94 98 100
75 84 90 95 99 100
17
Autonomie
18
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
4
0
0
5
2
2
6
4
4
7
9
10
8
24
24
9
40
41
10
56
58
11
71
74
12
85
87
13
94
94
14
97
97
15
99
99
16
100
100
19 20
Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 2.0 – juli 2012
9
Sociale flexibiliteit
Impulsbeheersing
Ruwe score
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
5-8 meisjes
5-8 jongens
6
0 0 2
0 0 1
4
0
0
5
0
0
6
0
0
7
5
4
7
0
0
8
11
8
8
0
1
9
15
10
9
1
2
10
20
13
10
3
6
11
23
27
11
6
12
12
40
47
12
10
19
13
55
60
13
17
30
14
65
70
14
29
45
15
77
83
15
46
63
16
85 90 95 98 100
90 92 97 99 100
16
60
75
17
74
85
18
85
92
19
94
97
20
100
100
5-8 meisjes
5-8 jongens
6
0 0 0
0 0 1
7
1
2
8
4
8
9
10
13
10
15
18
11
20
21
12
24
36
13
41
53
14
55
70
15
69
76
16
79 85 90 97 100
82 88 95 98 100
4 5
17 18 19 20 Sociale autonomie
Inlevingsvermogen
Ruwe score
Ruwe score 5-8 meisjes
5-8 jongens
4
0
0
5
0
0
6
0
0
7
0
0
8
1
0
9
3
1
10
7
3
11
14
8
12
24
15
13
37
27
14
50
42
15
65
59
16
77
73
17
87
84
18
94
92
18
19
98
97
19
20
100
100
20
4 5
17
Driestar Onderwijsadvies Stellingen en normering leerlingvragenlijst – 2.0 – juli 2012
10