Steeds dichtbij
Zondag 10 oktober is de open dag van het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem. U bent van harte welkom in de stand van GGNet, voor uw vragen over de geestelijke gezondheidszorg of gewoon om eens te kijken wat GGNet nou precies doet. Tot 10 oktober!
Doetinchem, September 2004
www.ggnet.nl
Vorm 01
pagina 01 + 24
kleur: C M Y K
GGNet helpt en ondersteunt mensen met psychische, psychosociale of psychiatrische problemen in de regio Oost-Gelderland en Zutphen. Bovendien besteden wij zeer veel aandacht aan preventie. Wij doen dat met zo'n 1400 professionals. Samen bieden wij cliënten een groot aantal specialistische vormen van hulpverlening. Ons verzorgingsgebied is opgeknipt in regio's en onze voorzieningen zijn verdeeld over zorgcircuits. Veel van die voorzieningen worden gehuisvest in nieuwe behandel- en therapiegebouwen. Zo bouwen wij in Doetinchem aan een Regionaal Gezondheidscentrum op het terrein van het Slingeland Ziekenhuis en aan een nieuw Therapie en Support Centrum aan de Amphionstraat. Daarnaast realiseren wij samen met woningcorporatie Sité wooneenheden met 24-uurs begeleiding aan de Bardetplaats. Zo staan wij met onze geestelijke gezondheidszorg midden in de samenleving. En komt de zorg voor bijna iedere burger binnen handbereik.
‘Slingeland Ziekenhuis kwalitatief hoogstaand’ Algemeen directeur Arie Sparreboom blikt terug: “De plannen zijn altijd concreet geweest en
overvoeding het grote probleem is.
we hebben ze in een korte doorlooptijd kunnen realiseren.”
“Ondervoeding is niet altijd even goed te herkennen”, vertelt diëtist Tineke van Amersfoort. “Ook forse en dikkere mensen kunnen namelijk ondervoed zijn.” Van ondervoeding wordt in de medische wereld gesproken op het moment dat iemand in zes maanden tijd ongeveer tien procent van zijn of haar lichaamsgewicht ongewenst verliest. Of in drie maanden vijf procent. “Dan raken de voorraden in het lichaam op en ontstaan er tekorten.”
rijke rol in kunnen spelen.” Maar in het ziekenhuis is volgens de diëtist ook meer aandacht voor het probleem ondervoeding nodig. “Bij opname worden lengte en gewicht nagegaan. Hier zou standaard ook gevraagd moeten worden of de patiënt ongewenst is afgevallen. En weet de patiënt niet hoeveel kilo’s er af zijn, kijk dan naar de ringen of naar de kleding. Daar valt ook vaak uit af te lezen of iemand is afgevallen.”
Gewenst afvallen is volgens Van Amersfoort een heel ander verhaal. “Ons lichaam beschikt over een regelmechanisme waardoor we bij gewenst afvallen vetten verliezen maar de spiermassa intact blijft. Bij een ziekte kan de stofwisseling zich moeilijker aanpassen. Dan volgt er eiwit verlies en nemen de spieren af. Er ontstaat vermindering van weerstand en patiënten krijgen een grotere kans op doorliggen en bijkomende infecties. Er ontstaat een algehele zwakte. Door het eten aan te passen kan er behoorlijk wat bereikt worden. We proberen in zo’n situatie de gehele dag te benutten. We zorgen ‘s avonds voor nog een lekker hapje of een extra tussendoortje. Lekkere hapjes met eiwitten en soms een dieetpreparaat, dranken. We rekenen dan natuurlijk op de medewerking van de • Vlnr. Tineke van Amersfoort, L. Mulder en M. van Beek verpleging, want het is niet de bedoeling dat de hapjes er de volgende morgen nog staan. En in een uiterste geval overleggen we de mogelijkheid voor sonde-voeding.” Er kan volgens de diëtist veel bereikt worden met voeding, ook bij kanker. Bij bepaalde vormen van kanker waardoor een verstoorde stofwisseling ontstaat, wordt met bijvoeding echter nog niet echt veel resultaat geboekt. “Heel voorzichtig zijn er aanwijzingen dat met bepaalde visvetten misschien iets bereikt kan worden.” Het snel en ongewenst gewicht verliezen kan volgens Van Amersfoort verschillende oorzaken hebben. “Het kan door verwaarlozing komen. Bij oudere mensen bijvoorbeeld die niet meer voldoende goed voor zichzelf kunnen zorgen en nauwelijks meer voor zichzelf een goede maaltijd koken. Ook bij alcoholisten zie je dat ze soms slecht voor zichzelf zorgen. Maar er kan ook een ziekte zijn die de oorzaak is van het gewichtsverlies. Bij langdurige diarree of bij grote wonden waarbij eiwit verlies optreedt.” Van Amersfoort vindt dat vanuit de thuissituatie al een signaal moet komen dat er ondervoeding dreigt. “De huisarts zou hier een belang-
Eén van de plannen van een paar jaar geleden was het invoeren van betaald parkeren. “Daar is inmiddels iedereen aan gewend. En natuurlijk is het niet prettig om te moeten betalen voor parkeren maar we hebben ermee beoogd dat het personeel niet kris kras de auto neerzet. Er werken hier tenslotte 1600 man. Nu zijn de beste plaatsen voor het bezoek. De scheiding die we wilden tussen personeel en bezoek is dus een succes geworden. En klachten over betalen krijgen we niet meer.”
Overvoeding Overvoeding is het probleem van deze tijd. Het lijkt alsof de mens steeds dikker wordt. “De gevolgen van overgewicht zijn niet gering. Diabetes of een verstoorde vetstofwisseling, risico’s voor hart en bloedvaten, de gewrichten, hoge bloeddruk kunnen door het overgewicht ontstaan.” De balans tussen eten en wat er nodig is lijkt ver te zoeken. “De mensen en helaas ook de kinderen zijn veel te weinig actief, ze zitten veel te veel. Gingen vroeger de kids nog op de fiets naar school, tegenwoordig worden ze maar al te vaak met de auto gebracht. En overal en altijd is er wat te eten. Tussendoortje hier en tussendoortje daar. En lang niet altijd is het nodig om te eten.” De mensen moeten weer actief gemaakt worden, vindt Van Amersfoort. “Daar kan op verschillende manieren aan worden gewerkt. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld sporten aanbieden. En minder vette happen in de kantine. De huisarts kan wijzen op de risico’s.” De diëtist meldt dat het ongezonde vet vooral rond de buik zit. Van Amersfoort ziet graag dat er goede voorlichting komt, dat de kennis van producten wordt vergroot zodat goede keuzes kunnen worden gemaakt. “Want mensen die willen afvallen bezuinigen op de aardappel maar gaan wel royaal met vlees om. Men eet te weinig groente en fruit.” Tijdens de open dag van het Slingeland Ziekenhuis op 10 oktober willen de diëtisten de problematiek rondom het overgewicht en de ondervoeding centraal stellen. Via voorlichting willen ze proberen de bezoekers inzicht te geven in risico’s en gevolgen van overgewicht en ondervoeding.
De bouw van het Regionaal Geestelijk Gezondheidscentrum, het RGC, wordt eveneens binnenkort gestart. Volgend voorjaar begint aan het eind van de parkeerplaats de realisatie van het nieuwe gebouw. Het plan om het gebouw op palen te zetten en op die manier de parkeerruimte te behouden, is afgeblazen. “De gebouwen mogen maximaal veertien meter hoog worden. Op palen is dus geen optie. Nu hebben we ervoor gekozen om een parkeerkelder onder het gebouw te maken.” Gerealiseerd is inmiddels het TEC-gebouw. “Daar wordt al volop gebruik van gemaakt. Bijvoorbeeld de huisartsenpost, de bloedbank, de dienstapotheek en Sensire bezetten daar een ruimte. Het gebouw is zo ingericht dat we iedere vierkante meter kunnen gebruiken. Zo heeft het souterrain een bepaalde daglichtconstructie waardoor ook die ruimte optimaal benut kan worden.” Volgens Sparreboom is deze manier van omgaan met ruimte heel modern. “Dat is ook het beleid. Met weinig vierkante meters heel veel doen. Natuurlijk is er wel nagedacht over het eventueel
verplaatsen van het hele ziekenhuis. Maar tweederde deel is rond 1990 gebouwd en dat kun je in zo korte tijd niet afschrijven. Het is in Nederland gebruikelijk dat een ziekenhuis zo’n veertig jaar meegaat. En dan zou je dit moeten slopen. Dat is geen optie. Dat wil en kan niemand betalen.” Tijdens de bouw van het nieuwe RGC verwacht Sparreboom wel enige problemen rondom het parkeren. “We zijn een stuk parkeerterrein tijdelijk kwijt. We zijn met de gemeente in gesprek om tijdelijk een stuk grond naast het ziekenhuis daarvoor te gebruiken.” In het nieuwe gebouw komt GGNet. “GGNet is ontstaan uit een fusie van het psychiatrisch ziekenhuis Warnsveld, RIAGG Doetinchem en RIBW Doetinchem. Onze eigen PAAZ-afdeling wordt daarin geïntegreerd. Overigens wordt er nu al veel samengewerkt.” Om juist het nieuwe RGC op het terrein van het Slingeland Ziekenhuis te plaatsen heeft te maken met de visie van het Doetinchemse ziekenhuis. “Het mag niet uitmaken of je nu een kapotte nier hebt of een psychische stoornis. Je hoort in dezelfde gezondheids-setting terecht te kunnen.” Opleidingen De tweede kernactiviteit van het ziekenhuis is opleiden. “In de zorg zijn veel specifieke beroepen. Die moet je zelf wel opleiden. Op die manier kun je ook messcherp zijn ten aanzien van de kwaliteit. Er worden hier bijvoorbeeld zo’n 11 internisten opgeleid. En artsen voor de tropen, huisartsen en verpleegkundigen. We willen dialyse-verpleegkundigen gaan opleiden, Röntgen-laboranten, ja alle gespecialiseerde verpleegkundigen.” Volgens Sparreboom moeten de specialisten die opleiden hun vak altijd optimaal bijhouden. “Want hoe kun je een nieuwe collega opleiden als je zelf niet up to date in je vakgebied bent. En dat zegt iets over kwaliteit. We mogen stellen dat het Slingeland ziekenhuis zich aan de bovenkant bevindt wanneer het om kwaliteit gaat. We zien hier in huis veel personeel met veel specialistische kennis over
• Arie Sparreboom, algemeen directeur bijvoorbeeld stoma, diabetes of moeilijke wonden. We zien dat specialisten in toenemende mate para-medici laten meelopen in spreekuren. Het probleem is alleen dat je altijd moet uitkijken tot hoever je gaat. Waar je de grens trekt wat je als ziekenhuis nog doet. Een grens tussen thuiszorg en ziekenhuiszorg. Want bijvoorbeeld iemand met diabetes kan op een gegeven moment goed door een diabetes-verpleegkundige worden begeleid. Dat kan heel goed vanuit de thuissituatie. Vroeger mocht een ziekenhuis geen thuiszorg bieden, die wet is veranderd. Inmiddels zijn we gestart met een eigen afdeling van specialistische thuiszorg.” Vernieuwingen Sparreboom is trots op de vernieuwingen in het ziekenhuis. “De afdeling Spoedeisende Hulp en de dialyse-afdeling zijn gloednieuw. De trombosedienst, de bloedbank in het TEC-gebouw, nu ook op middagen en avonden. Veel nieuwe specialisten zijn erbij gekomen, de laatste zes jaar zijn we van 60 tot 90 specialisten uitgegroeid. We hebben gelukkig het oplopen van de wachttijden kunnen terugbrengen. Bij de meeste vakken geldt nu een wachttijd van drie tot zes weken. De MRI is inmiddels vijf dagen in full swing. We hebben gepland om een nieuwe gamma camera aan te schaffen. We doen weliswaar al jarenlang aan nucleaire geneeskunde. Een gamma camera is een belangrijk instrument bij diagnostisch onderzoek bij de kankerbestrijding. En de laatste stap van wat een groot algemeen ziekenhuis in huis hoort te hebben is een uitbreiding van de mogelijkheid voor neurologische hernia-operaties. We werken daarvoor samen met het ziekenhuis Enschede en dat willen we geleidelijk uitbouwen. Als we dat hebben gerealiseerd dan is ons pakket helemaal vol. Dan zijn we voor het eerst echt compleet.” Niet zonder trots vertelt Sparreboom dat het Doetinchemse ziekenhuis ook financieel gezond is. “We hebben 2003 als tiende jaar op rij met een positief resultaat kunnen afsluiten. En voor 2004 ontwikkelt het zich heel gezond. Dankzij onze financiële positie kunnen we groeien en zorgen dat alle faciliteiten op orde zijn.”
kleur: C M Y K
De afgelopen jaren heeft het Slingeland Ziekenhuis veel plannen gemaakt en uitgevoerd.
den gesteld dat in de kliniek de ondervoeding een groot probleem is en dat in de polikliniek de
pagina 03 + 22
In het Slingeland Ziekenhuis werken zes diëtisten. En hoewel de taak heel veelzijdig is, kan wor-
Vorm 03
Diëtisten binden strijd aan met overvoeding en ondervoeding
Vorm 04 pagina 04 + 21
Interne geneeskunde uitgebreid met nefroloog en dialyseafdeling
Wachtlijsten Orthopedie aanzienlijk verkort
De maatschap van de internisten in het Slingeland Ziekenhuis is in omvang toegenomen. Een
Verkorting van de wachttijd. Dat is het uitgangspunt geweest bij het uitzetten van een nieuwe
negende specialist is de groep komen versterken. Deze negende man werd nodig door de komst
logistieke route voor patiënten die een heupprothese nodig hebben. Zorgvuldig is met verschil-
van een dialyseafdeling. Iets wat al veel langer op de verlanglijst van de internisten stond, maar
lende partijen overlegd en na een periode van aftasten en ontwikkelen kan inmiddels worden
wat er nog nooit van was gekomen. Stuwende kracht tot de realisering werd zorgverzekeraar
geconcludeerd dat er flinke winst is geboekt. Was vroeger de wachtlijst voor een nieuwe heup
Amicon. Die zorgde ervoor dat er snel plannen werden gemaakt en dat ook snel de afdeling kon
zes tot zeven maanden, nu is dat aanzienlijk verkort en het streven is om binnenkort uit te
worden geopend. Afgelopen 1 juni is de Doetinchemse dialyse-afdeling een feit geworden.
komen op vier tot zes weken. Tel daar nog eens een paar weken voor de polikliniek bij op en de wachttijd voor een heupprothese is teruggebracht tot maximaal acht weken.
kleur: C M Y K
De nieuwe specialist is Job Huussen, nefroloog. “Een nefroloog is een internist die nierziekten als aandachtsgebied heeft”, legt Huussen uit. Voor zijn komst werd bij een gewenste dialyse contact gezocht met een ziekenhuis in Arnhem, Nijmegen of zelfs Ede/Wageningen. “Soms moest een aantal telefoontjes worden gepleegd om een patiënt geplaatst te krijgen. Dat betekende voor de patiënt vaak reizen en dat is natuurlijk een zware belasting”, vertelt Foeke de Vries, internist. Het Slingeland Ziekenhuis heeft voor haar dialyseafdeling toestemming voor veertien stoelen. Iedere stoel is twee keer per dag te bezetten. Iedere dialyse-patiënt komt per week drie keer. Dat betekent dat in totaal 56 mensen te behandelen zijn. Op dit moment zijn zeven stoelen open en kunnen 26 mensen in het Doetinchemse ziekenhuis terecht. Als de verpleegkundigenformatie het toelaat volgen in de rest van dit jaar nog drie stoelen. “Dialyse vergt een zeer gespecialiseerde verpleging”, vertelt Huussen. “Net als op de intensive care. Niet iedereen is daar geschikt voor of heeft de ambitie die richting uit te gaan.” De opleiding voor de dialyse-verpleegkunde is tot nu toe steeds in Arnhem of Nijmegen geweest maar vanaf deze maand september start er tevens een opleiding in het Slingeland Ziekenhuis. Het meerendeel van de patiënten voor de Doetinchemse dialyse-afdeling komt uit deze regio die loopt vanaf het grensgebied met Duitsland tot aan Enschede en aan de andere kant Boxmeer. “Er was duidelijk een tekort aan dialyse capaciteit. Mensen uit deze regio kwamen soms zelfs in Nieuwegein of Venlo terecht. • Afdeling nierdialyse
Dialyse-mogelijkheden in de eigen regio betekent voor de patiënten een verbetering van de kwaliteit van leven. Dit geeft heel veel winst.” Een nieuwe ontwikkeling op het gebied van de dialyse is de capd, continue ambulant peritoneaal dialyse. “Dit is een andere vorm van nierfunctievervanging”, vertelt Huussen. “Via de buik wordt gespoeld en de patiënt kan dit thuis doen. Het duurt zo’n dertig minuten en moet tot vier keer per dag worden gedaan. Het grote voordeel is dat de patiënt mobieler is en bijvoorbeeld op reis kan. Het nadeel is dat hij gedwongen is iedere dag met zijn ziekte bezig te zijn.” Hoezeer de ontwikkelingen ook voortschrijden en hoezeer de kwaliteit van leven voor de patiënt ook verbetert, toch blijft het volgens Huussen een kunstmatige vorm. “Een nieuwe nier is beter”, vindt hij. “Maar daarvoor is een wachtlijst van vier tot vijf jaar. Een alternatief is een transplantatie met een nier van een levende donor. Vroeger was dat veelal van een bloedverwant. Dat is nu anders. Ook de partner of een vriend kan donor zijn. Dat betekent geen wachtlijst. Zodra de donor past, kan de procedure starten. De ontvanger wordt in een eigen centrum voorbereid en de donor wordt altijd in Nijmegen nagekeken door een nefroloog. Die beoordeelt of de donor de operatie zonder teveel risico kan ondergaan en of er misschien in de toekomst problemen te verwachten zijn. Zo is er een afscheiding van donor en ontvanger en kan de procedure zo zorgvuldig mogelijk verlopen.” Transplanteren gebeurt niet in het Slingeland Ziekenhuis. “Maar dat moeten we ook niet willen. Dat brengt zoveel logistieke problemen met zich mee. Het is beter om de ervaring op dat gebied te concentreren in een aantal centra.” Naast de nieuwe dialyse-afdeling is er nòg een belangrijke aanvulling op de afdeling interne geneeskunde. “Dat is de komst van de derde maag/darm/leverarts, dokter Van den Hazel”, vertelt internist De Vries. “Nu kunnen we een afdeling op poten gaan zetten waarbij de polikliniek en de functieafdeling samensmelten. Deze nieuwe maag/darm/lever-unit moet zor-
• Foeke de Vries, internist gen voor een snelle afhandeling van onderzoeken. Tevens starten we daarbij in september van dit jaar een verpleegkundig spreekuur.” De eisen die aan de organisatie van de nieuwe unit worden gesteld zullen hoog zijn. “Het betreft namelijk grote aantallen patiënten. Dat komt mede omdat de meeste ziekenhuizen deze specialisten niet in huis hebben.” Stamcellen Nieuwe ontwikkelingen zijn ook te melden vanuit de oncologie en de hematologie. “Transplantatie met eigen stamcellen”, aldus De Vries. “De stamcellen worden geïsoleerd, vervolgens ingevroren en op een bepaald moment weer opnieuw in de bloedbaan gebracht. Dit is belangrijk voor kankerpatiënten. Wanneer namelijk voor een behandeling chemo nodig is, kan dat als bijwerking hebben dat het beenmerg de chemo niet overleeft. Door het inbrengen van de eigen stamcellen groeit het beenmerg weer uit. Deze patiënten werden tot nu toe in Nijmegen behandeld. Dat blijft ook zo maar als de stamcellen zijn getransplanteerd volgt nog een ziekbed van enkele weken. En dat ziekbed wordt van Nijmegen verplaatst naar Doetinchem. Er is al de nodige zorg-ervaring opgedaan bij mensen met acute leukemie. Die zorg lijkt op de zorg na stamceltransplantatie. Ook de infrastructuur is hier al aanwezig. Daarom is het niet een al te grote inspanning om dit hier te doen. Per jaar zal het om zo’n tien tot twintig patiënten gaan.” De differentiatie in de maatschap van de internisten is belangrijk volgens De Vries. “Je praat over kwaliteit”, vindt hij. “De mogelijkheden voor algemene ziekenhuizen liggen natuurlijk op een ander niveau dan voor een academisch ziekenhuis. Maar het is heel inspirerend om met elkaar samen te werken.”
“Door de vergrijzing neemt het aantal mensen met heupslijtage toe. Dat heeft tot gevolg dat de druk op de wachtlijst toeneemt. Om toch voldoende patiënten te kunnen helpen aan een heupprothese is het dus noodzakelijk om de doorstroom te versnellen”, vertelt Han Bakens, orthopeed. “We moeten de periode die de patiënt in het ziekenhuis verblijft verkorten zodat er ruimte wordt gecreëerd voor iemand anders.”
kelijk was. Uiteindelijk bleek dat de nazorg het probleem was. Nu doen we dat dus anders. Eerst wordt de hulp geregeld, dan de operatiedatum en dan bespreken we de ontslag-criteria. Bijvoorbeeld de patiënt moet eerst kunnen lopen voordat hij ontslagen kan worden. Dat is een kwaliteitsbewaking die in het belang van de patiënt is. En het resultaat is dat de bedden niet langer oneigenlijk worden gebruikt.”
Om de strijd tegen de lange wachtlijsten aan te gaan zijn drie projecten opgestart: Nazorg Implantaten Project, het Samen Sterk programma en het verpleegkundig spreekuur. Binnen het project Nazorg Implantaten wordt, voordat de datum van de operatie een feit is, de nazorg geregeld. Samen met het RIO (Regionaal Indicatie Orgaan) en de Thuiszorg wordt de vorm van nazorg geïndiceerd en geregeld. En blijkt bijvoorbeeld na de opnameperiode in het ziekenhuis nog een nazorg van zes weken in een verzorgingshuis noodzakelijk dan is dat op het moment van opname allemaal al geregeld. Afdelingshoofd René Ketelaar legt uit dat patiënten met een nieuwe heupprothese vroeger soms onnodig lang in het ziekenhuis lagen. “We vroegen ons af hoe dat kwam. De patiënt was eigenlijk al zover genezen dat opname niet langer noodza-
Samen Sterk De mensen die voor een heupprothese in aanmerking komen zijn volgens Ketelaar te verdelen in de groep zeventig- en tachtigjarigen en de groep die jonger is: de vijftigers, of de vitale ouderen. “In het Samen Sterk programma willen we de tweede groep, dus de vijftigers en de vitale ouderen, in vijf dagen een heupprothese geven. Dat betekent op maandag de operatie en vijf dagen later ontslag uit het ziekenhuis. Tenzij er complicaties zijn natuurlijk. Voor de andere groep neemt het traject acht dagen in beslag.” Voor de ‘vijfdaagse’ groep is een speciaal handboek ontwikkeld waarin per dag wordt vermeld wat er allemaal moet gebeuren en welke vorderingen er gemaakt moeten worden. “Revalideren is bij een nieuwe heupprothese het belangrijkste”,
• Roelof Kuipers, orthopeed (Han Bakens afwezig) en René Ketelaar, hoofdverpleegkundige
aldus Bakens en Ketelaar. “De patiënt moet het besef hebben dat hij na de operatie niet ziek is. Het gaat om het verhelpen van een ongemak. Hij moet dus aan het werk om te revalideren. En met dat besef is het mogelijk dat de patiënt na vijf dagen het ziekenhuis weer verlaat.” Naast het verkorten van de opnameduur is het voor een snelle doorstroom van de patiënten ook noodzakelijk om de ‘productie’ op de operatiekamer te verhogen. “Daar wordt nu ziekenhuisbreed aan gewerkt”, vertelt Bakens. “Nieuw is dat zonder pauze de gehele dag wordt doorgewerkt. De verschillende medische teams wisselen elkaar af maar die wisseling sluit naadloos op elkaar aan. Daar zit geen tijdverlies meer tussen. Per dag levert dat een tijdwinst op van zo’n twee uur. We hebben zeven operatiekamers, dus hebben we een winst van veertien uur.” Om in te spelen op de extra mogelijkheden die er door de nieuwe wijze van werken op de opertiekamer is ontstaan, is er een snellere instroom van patiënten noodzakelijk. Drie keer per week is daarom een verpleegkundig spreekuur in het leven geroepen. Twee zeer ervaren verpleegkundigen: Toos van Asselt en Gerrie Buunk, begeleiden hier de patiënten die aanspraak maken op een nieuwe heup en die door één van de orthopeden zijn doorverwezen. “Deze verpleegkundigen kunnen de patiënt prima inschatten en bekijken wat er nodig is. Zij kunnen ze opvangen na de operatie en hebben een uitstekende kijk op praktische zaken.” Met dit spreekuur lijkt de cirkel rond: de opnametijd is verkort, door meer capaciteit op de OK kunnen meer patiënten geopereerd worden, de doorstroom op de verpleegafdeling is versneld door het vijfdagen-plan en de instroom is versneld met het verpleegkundig spreekuur.
DRUKKERIJ UITGEVERIJ
Janssen Rotadruk b.v.
Deze bijlage is vervaardigd door Janssen Rotadruk b.v.
Goede resultaten polikliniek ‘Stoppen-met-roken’
Wonen en zorg in de Achterhoek Roken is nog steeds doodsoorzaak nummer 1. Jaarlijks gaan 20.000 mensen in Nederland te
Een bredere visie Azora speelt in op de vraag van senioren naar een optimaal woon- en zorgklimaat. Met meer professionaliteit in hoogwaardige zorg en een woonaanbod dat meegroeit met de wensen vullen wij daarvoor belangrijke basisvoorwaarden in. Maar Azora wil meer zijn. Wij streven naar een zorg op maat die recht doet aan de wensen en waarde van ieder mens. Daarin staan wij samen sterker en bereiken we samen meer.
vroeg dood en wereldwijd zijn dat er zelfs vier miljoen. De overheid probeert op alle mogelijke manieren de mens van zijn rookverslaving af te helpen. Het wordt de roker steeds moeilijker gemaakt en misschien lijkt het beleid hier en daar wat doorgeslagen, het belang van stoppen met roken wordt er alleen nog maar extra door onderstreept.
Samen verder Azora Stichting Azora bestaat uit Verpleeg- en Revalidatiecentrum Antonia, Zorgcentrum De Bettekamp, Zorgcentrum Debbeshoek, Verpleeghuis Den Es, Zorgcentrum Gertrudis, Verpleeghuis ‘s-Gravenwal, Zorgcentrum Maria Magdalena Postel en Zorgcentrum De Schuylenburgh.
Helmkamp 7091 HS Dinxperlo Tel.: 0315 - 65 58 88
Wilt u informatie over: Definitief ontharen d.m.v. Ellipse Light nu ook voor blond, grijs en rood haar
Permanente make-up: voor wenkbrauwen, lippen en ogen
zij zorgt voor anderen
wij zorgen voor haar Randstad Gezondheidszorg: Dé specialist als je wilt werken in de zorg- of welzijnssector.
Rimpelbehandeling: Bio Skin jetting/ Cellex-C/ fruitzuurpeeling/ kruidenpeeling/ medische peeling/ dermabrassie/ Botox-instituutbehandeling (geen inspuiting)/ rimpelinspuitingen worden uitsluitend door een arts gedaan. hoogst persoonlijk
Verwijderen van: couperose/ steelwratjes/ lipomen/ bloedblaasjes/ kleine spatadertjes/ pigmentvlekken/ ouderdomsvlekken/ zwangerschapsmasker/ tattoos.
U kunt met ons een afspraak maken, zodat wij er de tijd voor kunnen nemen om u goed te informeren HUIDVERBETERING,-VERZORGING PERMANENTE MAKE-UP ELLIPSE-LIGHT ONTHARING
Terborgseweg 8 7005 BA Doetinchem (0314) 37 30 70 www.randstadgezondheidszorg.nl
De Rode van Heeckerenstraat 7 7131 EP Lichtenvoorde Tel: 0544-371509 www.francine.nl
[email protected]
In november 2002 is in het Slingeland Ziekenhuis heel voorzichtig een start gemaakt met een polikliniek Stoppen-met-roken. Aloys Heutinck, consulent longziekten en ooit zelf een straffe roker, probeert samen met Maritha Spekschoor de roker een handvat te geven om de strijd tegen de sigaret aan te gaan. Voorlopig worden de ‘stoppers’ echter nog alleen naar de poli doorverwezen via de longarts maar in de toekomst kan dat ook via de huisarts. “Vroeger moesten de rokers altijd op eigen wilskracht het maar voor elkaar zien te krijgen om te stoppen”, aldus Heutinck. “Nu denken we daar iets anders over. We bieden ondersteuning. We proberen de rokers inzicht te geven in hun verslavingsgedrag. We willen weten waarom ze ooit zijn begonnen en proberen ze er dan van te overtuigen dat ze afscheid moeten gaan nemen van een vijand en niet van een vriend.” Samen met de consulent wordt een datum vastgesteld waarop definitief wordt gestopt. En dan begint de weg om de roker voor te bereiden op die laatste sigaret. “En dat is niet gemakkelijk. De verslaving is hevig. Van de verslaving zit
negentig procent tussen de oren en is tien procent lichamelijk. We proberen met een combinatie van ‘verhaal en middel’ de roker van zijn verslaving af te helpen.” Heutinck geeft aan dat het ten allen tijde zinvol is om met roken te stoppen. “Het is inmiddels bewezen dat er altijd een rendement is. Ook al ben je zeventig jaar, dan nog is het zinvol om te stoppen.” Na twee dagen is de nicotine uit het bloed. Na een aantal jaren is er nog steeds wat restschade, maar er is een aanzienlijke verbetering. De grootste groep ‘stoppers’ stopt om gezondsheidsredenen. “Het helpt als de dokter het zegt.” Een deel stopt om het verslavingsmechanisme te doorbreken en dat zijn volgens Heutinck de mensen met de meeste kans op succes. “Ik ben zelf inmiddels zeven jaar gestopt. Ik kon als roker echt nog geen honderd meter hard lopen en nu loop ik een halve marathon. Je krijgt er zoveel voor terug als je niet meer rookt. Mensen die stoppen om gezondheidsredenen merken ook heel snel dat ze meer lucht hebben. Ze zijn vrijwel direct minder benauwd. Dat geeft een steuntje in de rug. Want het blijft moeilijk. Afleren is lastiger dan aanleren.” De mensen die de stoppen-met-roken-poli bezoeken krijgen gedoseerd informatie mee. Eventueel worden medicijnen voorgeschreven om dat lichamelijke deel te vergemakkelijken. De stopdag wordt goed doorgenomen. Er wordt ook gesproken over het ‘gewicht’. “Alle stoppers komen wat aan. Zo’n twee tot drie kilo. De stofwisseling wordt namelijk weer normaal. Die is al
• Aloys Heutinck
die jaren te snel geweest, waardoor er eigenlijk altijd wat teveel is gegeten. Nu moet het patroon weer normaal gemaakt worden. En het is natuurlijk niet de bedoeling dat de nicotineprikkel wordt omgezet in een eet-prikkel. Niet van de ene verslaving in de andere vervallen. En die paar kilo, dat is geen probleem. Vaak heeft het toenemen van het lichaamsgewicht ook te maken met ouder worden. En dus niet alleen met het stoppen met roken. Het is de jas van het leven.” Gebleken is dat van de mensen die hun sigaret hebben afgezworen en die dat een jaar hebben volgehouden, nog maar vijf procent weer in de oude gewoonte terugvalt. Van de rokers die in 2002 via de polikliniek in het Slingeland Ziekenhuis hebben getracht te stoppen is zeventien procent daarin geslaagd. Het tweede jaar was het al 26 procent die zich ex-roker mocht gaan nomen. Een duidelijk stijgende lijn. Heutinck verwacht aan het eind van dit jaar zelfs op een stop-percentage van dertig procent te zijn uitgekomen.
Schoonmaak • • • • • •
Per jaar maken we 85.800 toiletten schoon. Per jaar wordt er ongeveer 28000 m2 glas gewassen. Per jaar worden er ongeveer 3.150.000 papieren handdoekjes gebruikt om je handen mee af te drogen. Per jaar wordt er 27.002 rol toiletpapier gebruikt. Per jaar wordt er 114.500 km gang machinaal gereinigd. Per jaar wordt er 10.010.000 m2 per jaar schoon gemaakt met ongeveer 50 medewerkers per dag.
• Isabel ter Heerdt
kleur: C M Y K
Werken bij Azora En voor u, die graag mee wil werken aan de realisering van die doelstelling: Azora biedt ook banen op maat, dus uitstekende arbeidsvoorwaarden en zeer gemotiveerde collega's. Neem daarom gerust eens contact op met onze personeelsdienst.
• • • • •
pagina 05 + 20
Kwaliteit Snelle levering Korte lijnen Persoonlijk advies Courantpapier
Vorm 05
Azora, een nieuwe naam De Achterhoek is het mooiste stukje Nederland. Een streek om te leven en oud te worden. Wanneer u wat ouder bent en, minder of meer, hulp nodig heeft, dan kunt u nu vertrouwen op de ondersteuning van Azora. Azora is een organisatie met drie verpleeghuizen en vijf zorgcentra in de Zuidwest Achterhoek. Wij bieden kwaliteit in zorg en wonen voor senioren. Azora onderscheidt zich door een echte betrokkenheid bij het welzijn van iedereen die in onze huizen woont en werkt. Met duizend collega's vormen wij een complete, krachtige en flexibele organisatie die streeft naar optimale zorg en mooi wonen. Daarbij mogen wij bouwen op de inzet van alle medewerkers en veel vrijwilligers. Samen staan we sterker en bereiken we meer voor ouderen in de Achterhoek.
Spoedeisende hulp belangrijke ingang ziekenhuis
Een niet-medicamenteuze pijntherapie voor chronisch patiënten, dat is de TENS-therapie. Hennie
De spoedeisende hulp van het Slingeland Ziekenhuis beschikt sinds vorig jaar juni over een fon-
Hubert en Lucia Neijenhuis, beide fysiotherapeut in het Slingeland Ziekenhuis zijn er razend ent-
kelnieuwe afdeling. De nieuwe ingang is ten opzichte van de oude zo’n tien meter opgeschoven
housiast over. “Het is geen nieuwe behandeling maar helaas nog wel steeds vrij onbekend. En
en is opgesplitst in een ingang voor patiënten die met ambulancevervoer naar het ziekenhuis
onbekend maakt onbemind. Gelukkig kunnen we langzamerhand constateren dat de TENS-
komen, met vlak daarnaast een ingang voor patiënten die met eigen vervoer komen. Met de
therapie steeds vaker wordt toegepast. Ook specialisten verwijzen steeds vaker patiënten met
komst van de nieuwe afdeling is de logistiek van de patiëntenstroom verbeterd en is tevens de
chronische pijn door voor de TENS -behandeling. Want daar is de behandeling voor bedoeld,
privacy van de patiënt meer gewaarborgd. Er zijn nu meerdere ruimtes beschikbaar waardoor er
voor mensen die chronisch pijn hebben en eigenlijk alles al hebben geprobeerd.”
meer patiënten in een bepaalde tijd voor onderzoek en behandeling terecht kunnen.
• Lucia Neijenhuis en Hennie Hubert
Na een week of twee wordt samen met de fysiotherapeut bekeken welk resultaat de TENS-behandeling heeft opgeleverd. “We vragen de patiënt een pijn-score-formulier in te vullen. Zowel voor, tijdens en na de behandeling moet dat formulier ingevuld worden. Op die manier proberen wij inzicht te krijgen in de pijn. De patiënt moet de gradatie van de pijn invullen, van onuitstaanbare, nauwelijks te verdragen pijn tot geen pijn of klachten.” Gebleken is inmiddels dat twee-derde deel van de mensen baat heeft bij de behandeling. De een in een meerdere mate dan de ander. De ervaring heeft geleerd dat al bij een geringe positieve reactie de patiënt vaak door wil gaan met deze vorm van pijnbestrijding. “Het apparaat werkt niet genezend. Er zijn ook geen bijwerkingen. Als er een positief resultaat is, dan gaan we bekijken hoe er misschien nog meer verbetering kan worden aangebracht. Over het algemeen komen patiënten tweemaal voor behandeling. Soms is het nodig dat iemand drie of vier keer terugkomt. Bij voldoende resultaat krijgt de patiënt het apparaat in bruikleen mee naar huis.” Verschillende zorgverzekeraars leveren deze producten en de patiënt krijgt het gratis in bruikleen.
De batterijen en de plakkers worden vergoed. Mensen met een pacemaker kunnen de TENS niet gebruiken. “En wanneer er geen resultaat is, dan gaat de patiënt terug naar de arts of specialist.” Er is zeer recent op de afdeling fysiotherapie een onderzoek naar de effectiviteit van de TENSbehandelingen afgerond. Dit onderzoek heeft gelopen van 1 januari tot 1 juli 2004. Gebleken is dat 58 procent van de patiënten zoveel baat heeft bij de TENS dat ze besluiten om het apparaatje te blijven gebruiken. TENS-behandelingen kunnen worden gebruikt bij pijnklachten op het gebied van diverse specialismen. Behandeling kan alleen plaatsvinden op verwijzing van arts of specialist.
FSP
(Facilitair Service Punt)
Wist u dat het FSP gemiddeld 20.000 meldingen per jaar verwerkt?
• Ilse Onland
De nieuwe afdeling spoedeisende hulp is vrijwel volledig geautomatiseerd en digitaal. “Tot 2002 waren we analoog”, vertelt chirurg en traumatoloog Sjoerd van der Meer. “Nu beschikt elke kamer over een computer die is aangesloten op het netwerk.” Marcel Rekers, hoofd intensive care en interim hoofd spoedeisende hulp beaamt het belang: “De patiënt wordt nu 1 keer ingevoerd en daar kunnen alle afdelingen gebruik van maken. Binnenkort gaan we ook de patiëntenlogistiek en registratie op de Spoedeisende Hulp digitaliseren.” Door automatisering komen er behalve de patiëntgebonden ook andere belangrijke gegevens beschikbaar. “Om zo efficiënt mogelijk te werken is het belangrijk om inzicht te hebben in hoe er gewerkt wordt. Bijvoorbeeld hoe lang een patiënt op Spoedeisende Hulp in behandeling is, maar ook hoeveel patiënten er op jaarbasis voor welk specialisme komen. Gegevens betreffende aantal, oorzaak en aard van ongevallen gaan naar de regionale en landelijke traumaregistratie. Dat is dus een wetenschappelijk belang. de privacy van de patiënt is uiteraard te allen tijde gewaarborgd.” De ingang van de spoedeisende hulp is, naast de hoofdingang, een belangrijke ingang van het ziekenhuis. Per jaar komen zo’n dertien- tot veertienduizend patiënten via deze ingang naar binnen. “Hier moeten de patiënten op het goede spoor in het ziekenhuis worden gezet. Dat betekent
• Marcel Rekers en Ria Schlief
opvang, diagnose stellen, een eerste behandeling geven en verdere behandeling in gang zetten.” Traumaopvang is een specialistische opvang. “Iedereen die er bij betrokken is heeft een speciale scholing gehad. Zowel de medische specialisten, de arts-assistenten als de verpleegkundigen”, vertelt Van der Meer. “We werken volgens een stappenplan: het ABC-schema. Het is een protocol dat begint bij de meest bedreigende functies. A staat voor airway = ademweg; B voor breathing = ademhaling en C voor circulation = bloedsomloop. Dus, treat first what kills first.” Het stappenplan hoort bij het ATLS-systeem: Advanced Trauma Life Support. “Deze manier van werken is in 1995 in Amerika begonnen”, legt Van der Meer uit. “Niet lang hierna is het hier ingevoerd. Binnen ATLS kent iedereen zijn taak en werk volgens een bepaalde systematiek. Dat geldt voor de traumatoloog, de anesthesioloog, de röntgenlaborant, de verpleegkundige en verder iedereen die bij de opvang betrokken is. Ernstig gewonden behandel je niet alleen. Dat is teamwork. Daar is structuur voor nodig. ATLS biedt die structuur.” Spoedeisende Hulp verpleegkundige Ria Schlief legt uit dat op deze manier alles systematisch wordt afgewerkt en er dus niets wordt vergeten. Na opvang van elke ernstig gewonde patiënt wordt binnen vijf dagen het gehele verloop van de opvang met alle betrokken disciplines doorgesproken. Hoe de opvang is verlopen, hoe de patiënt is aangetroffen, hoe lang het heeft geduurd enzovoort. “Dat is zinvol. Zo worden verbeterpunten zichtbaar.” De nieuwe afdeling spoedeisende hulp is goed ingericht voor de opvang van patiënten die acuut zorg nodig hebben. De acute kamer ligt in een rechte lijn tegenover de ambulance-ingang. Op de Röntgenkamer en op de acute kamer kunnen alle röntgenfoto’s gemaakt worden en op iedere behandelkamer kan bewakingsapparatuur worden aangesloten. De afdeling beschikt over een brandwondendouche en brandwondenkamer en er is
• Maarten Knikkink, gipsmeester en Sjoerd v.d. Meer, chirurg een kamer met sluis voor patiënten die mogelijk besmettelijk zijn. “Deze kamer wordt ook gebruikt voor triage”, vertelt Van der Meer. “Door triage wordt volgens protocol beoordeeld hoe snel er zorg nodig is: acute, op zeer korte termijn of binnen afzienbare tijd. Bij elke patiënt die binnenkomt wordt dat beoordeeld door een verpleegkundige.” De nieuwe afdeling beschikt tevens over een overlegkamer voor artsen en verpleegkundigen. Overleg in een afgescheiden kamer geeft meer privacy voor de patiënt. “Deze afdeling zoals die nu is georganiseerd is goed in staat optimale zorg aan een traumapatiënt te geven”, aldus Van der Meer. “Maar in de toekomst zullen er meer diagnostische mogelijkheden komen op de afdeling Spoedeisende Hulp om de patiënt in het zogenaamde ‘gouden uur’ zo snel mogelijk te behandelen. Er zullen nog modernere en geavanceerdere hulpmiddelen op deze afdeling komen om in dat eerste uur na het ongeval adequaat te kunnen handelen.” Voor iedereen staat er 24 uur per dag een team hulpverleners klaar. Voor klachten met een huisartsgeneeskundig karakter tijdens kantooruren bij de huisarts en buiten kantooruren op de huisartsen-post. Voor spoedeisende hulp op de Spoedeisende Hulp. Van der Meer hecht eraan om te vermelden dat via de ingang van de Spoedeisende Hulp niemand die denkt spoedeisende hulp nodig te hebben wordt weggestuurd. “Iedereen die rechtsstreeks op de Spoedeisende Hulp komt wordt altijd gezien door een arts. Betreft het hulp met een huisartsgeneeskundig karakter, dan verwijzen we na de beoordeling door een arts naar de huisarts.”
kleur: C M Y K
Het TENS-apparaatje, dat gemakkelijk draagbaar is en in de broekzak past, bevat batterijen of een accu. Er worden kabeltjes in bevestigd die op hun beurt weer aan elektroden worden vastgemaakt. De zelfklevende elektroden worden zo dicht mogelijk bij de pijnbron vastgeplakt op de huid. De benodigde frequentie wordt ingesteld en door kleine stroompjes moet vervolgens de pijnprikkel onderbroken worden. “De eerste keer dat een patiënt bij ons komt gaan
we uitgebreid de werking van het apparaat uitleggen. De TENS werkt als een vorm van stimulatiebehandeling. Vergelijk het met wanneer je jeuk hebt, dan ga je krabben. Stoot je je hoofd, dan ga je wrijven. Een stimulatie dus. De TENS stimuleert je zenuwstelsel en behandelt dus in feite in ‘je computer’. De elektrische prikkel op de huid onderbreekt de pijnprikkel. Door de stimulatie wordt endorfine vrijgemaakt en de patiënt voelt zich beter. Het is een begrijpelijk verhaal waar iedereen achter kan staan. Je hoeft er ook niet in te geloven. De TENS-therapie is wetenschappelijk bewezen en in de praktijk uitgetest.” Na de uitleg krijgt de patiënt een paar weken het apparaatje mee naar huis. Thuis kan de patiënt zelf zoeken waar voor hem de perfecte plek is om de plakkers op de huid te bevestigen. “Omdat het hier om mensen gaat die al heel veel hebben geprobeerd om van hun pijn af te komen is het belangrijk om er de tijd voor te nemen. Vaak zijn deze mensen sceptisch als ze aan de TENS-therapie beginnen. Ze hebben er niet echt veel vertrouwen meer in en dat vertrouwen moeten we zien op te bouwen.”
pagina 07 + 18
TENS staat voor Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie. Met een handig apparaat worden gerichte lichaamspunten elektrisch gestimuleerd waardoor pijn en klachten verminderen. “Mensen die chronisch pijn hebben, hebben vaak al van alles geprobeerd”, aldus Hubert. “Van manuele therapie, tot spuiten en fysiotherapie. Noem maar op. En nog steeds blijft de pijn. Die groep mensen kunnen wij misschien iets bieden. Voor die groep mensen kan de TENS-therapie uitkomst bieden. Gebleken is dat twee-derde van de mensen in beperkte tot grote mate baat heeft bij deze therapie.”
Vorm 07
Fysiotherapie: TENS behandeling biedt uitkomst bij pijn
Vorm 08
Ontwikkelingen reumatologie staan niet stil
pagina 08 + 17
Bureau patiëntenvoorlichting breidt aanbod informatie uit Enigszins verscholen naast het bezoekersrestaurant op de begane grond, bevindt zich het
De reumatologen van het Slingeland Ziekenhuis beoefenen hun vak in de volle breedte en
Bureau Patiëntenvoorlichting. Drie enthousiaste dames zijn er verantwoordelijk voor optimale
diepte. Zij zijn opgeleid in de interne geneeskunde en hebben zich daarna speciaal gericht op
voorlichting en informatie naar patiënten en familie. Deze voorlichting gebeurt door middel van
de aandoeningen van het bewegingsapparaat. De reumatoloog is als het ware de internist
folders, brochures of via de website. Het drietal bestaat uit Silvia van den Berg coördinator,
voor aandoeningen van het bewegingsapparaat.
José Bijloo en Silvia van Aalst.
kleur: C M Y K Silvia van Aalst en José Bijloo zijn beide jaren als verpleegkundige werkzaam geweest. Een ‘verleden’ waar het Bureau Patiëntenvoorlichting heel duidelijk een voordeel mee heeft. “Wij proberen met de ogen van de patiënt de behoefte aan informatie te bekijken. Wat wil de patiënt weten van zijn ziekte en van de behandeling. Door onze ervaring hebben we daar een redelijke kijk op.” Silvia van de Berg heeft gezondheidswetenschappen gestudeerd waar voorlichting en communicatie een belangrijk onderdeel van zijn. “Goede informatie is voor een patiënt van heel groot belang. Zeker als een patiënt slecht nieuws krijgt gebeurt het regelmatig dat niet alles wat door de arts wordt verteld ook wordt ‘opgeslagen’. Dan is het van belang om het juiste voorlichtingsmateriaal mee naar huis te kunnen nemen.” De medewerkers van het Bureau Patiëntenvoorlichting lichten dus zelf niet voor. “Wij adviseren hoe de voorlichting goed kan worden afgestemd op de behoefte die er bij de patiënten bestaat. Daarvoor maken we gebruik van hulpmiddelen zoals folders of een website. De behandelend arts geeft natuurlijk informatie over de medische situatie van de patiënt. Maar daar-naast is er vaak behoefte aan aanvullende informatie over ziekte en gezondheid. En die informatie is bij ons verkrijgbaar.” Het foldermateriaal dat verkrijgbaar is bij het bureau kan worden onderverdeeld in twee categorieën: de interne en de externe informatiefolders. De interne folders behandelen de aan het Slingeland Ziekenhuis gerelateerde zaken. Een goed voorbeeld daarvan is het boekje Opname in het Slingeland Ziekenhuis. Hierin kan de patiënt alle belangrijke informatie vinden die te maken heeft met de opname. Er staan adviezen in over mee te nemen kleding maar ook de bezoektijden zijn erin te vinden evenals de rechten en plichten
die een patiënt heeft. Bijvoorbeeld informatie over de WGBO, de wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Bij een opname is het namelijk van belang dat de patiënt weet wat er gaat gebeuren en waarom. In de WGBO is vastgelegd dat de hulpverlener de plicht heeft om de patiënt duidelijke informatie te geven. De patiënt heeft er dus recht op te weten waarom allerlei onderzoeken worden gedaan of wat een bepaalde behandeling voor gevolgen kan hebben. De patiënt mag zelfs het onderzoek weigeren wanneer hij of zij bezwaren heeft. Maar naast rechten heeft een patiënt ook plichten. Zo vermeldt het informatieboekje dat er van de patiënt wordt verwacht dat hij of zij de hulpverlener duidelijk en volledig informeert. Want alleen dan kan de goede diagnose worden gesteld en kan een deskundige behandeling volgen. “Belangrijke informatie dus die voor de patiënt van groot belang is”, vertelt José Bijloo. Het Bureau Patiëntenvoorlichting kent een reeks van deze interne folders. Gemakkelijk te herkennen aan de vormgeving: wit en blauw. Folders die ook door de medewerkers zelfs worden samengesteld.
zelf ook mee werken. Het is een beetje de bijbel op dit gebied. Wij vinden het goed om deze mogelijkheid ook aan de patiënten aan te bieden. En ingewikkeld om ermee werken is het niet. Iemand die internet een beetje kent, kan gemakkelijk zijn weg vinden in deze encyclopedie. Maar er komt ook een instructiekaart te hangen. En even bij ons binnenlopen en vragen blijft natuurlijk tot de mogelijkheden behoren.” Patiënteninformatiewijzer “Communicatie is complex, zeker in een ziekenhuis”, aldus de dames van het Bureau Patiëntenvoorlichting. “Om dat goed te laten verlopen moet ook de patiënt zijn aandeel aan de communicatie leveren. Dat betekent dat de patiënt zich goed moet voorbereiden en van te voren moet nadenken over te stellen vragen. De patiënt heeft recht op informatie maar hij heeft ook zelf een eigen verantwoordelijkheid. Het is een samenwerking. De patiënt kan het niet alleen en de arts kan het niet alleen. En wij helpen de patiënt om goed geïnformeerd te worden.” Een mooi voorbeeld is patiënteninformatiewijzer: een mapje met daarin de hele route die de patiënt moet doorlopen. “Informatie op maat dus. Alleen dat wat voor die patiënt van belang is. En gedoseerd. Het mapje wordt uitgebreid wanneer een extra toevoeging noodzakelijk is.”
De externe folders betreffen het materiaal dat bijvoorbeeld door patiëntenverenigingen wordt uitgegeven. “Wij screenen deze folders op begrijpbaarheid, leesbaarheid en we kijken of er geen belangrijke informatie ontbreekt. Natuurlijk willen Wie thuis al iets wil weten over het Slingeland we ook niet dat de folder commercieel is. Ziekenhuis kan de digitale snelweg op. Via Regelmatig leggen we de zaak voor aan een arts www.slingelandziekenhuis.nl is heel gebruikersom zeker te zijn dat het een goede folder vriendelijk al veel informatie te verkrijgen. betreft.” Patiënten mogen ten allen tijde binnenlopen bij het Bureau om voorlichting te halen. “Maar • Silvia van Aalst, José Bijloo en Silvia van den Berg wij proberen om via de polikliniek de informatie al bij de patiënt te krijgen. Wij willen de patiënt goed geïnformeerd het ziekenhuis weer uit krijgen.” In het najaar wordt het aanbod aan informatie nog verder uitgebreid. Dan komt er een informatiezuil waarop twee computers beschikbaar zijn. Eén computer voor mensen in een rolstoel en één voor staande patiënten. Hierop is een medische encyclopedie te raadplegen. “Het is een encyclopedie waar we
• Jan Bürer
“Reuma is een verzamelnaam voor zo’n 150 verschillenden ziektes, syndromen en aandoeningen”, vertelt J. Bürer, reumatoloog. “In Nederland wordt het begrip reuma soms ten onrechte gebruikt. Dat is verwarrend. De bekendste reumatische aandoening is de chronische gewrichtsreuma: reumatoïde artritis. Dat is echt een vervelende ziekte. Dat maakt je gewrichten kapot als je er niets aan doet.” Volgens de Nederlandse reumatologen lijdt 1 procent van de westerse bevolking aan deze aandoening. De groep mensen met chronische reumatoïde artritis is een groep die de reumatoloog veel ziet en die de zorg van de reumatoloog nodig heeft. Een groep die tot voor kort wel kon worden behandeld met zware anti-reumamedicijnen maar die niet kon worden genezen. “Maar er zijn nieuwe ontwikkelingen te melden”, aldus Bürer, “Er is een wonder-medicijn gekomen. Door uitgebreid wetenschappelijk onderzoek van het afweersysteem is ontdekt dat de zogenaamde Tumor necrosis factoralpha blokker de ernstige vormen van deze reuma-aandoening veel rustiger kan krijgen. Dat betekent dat de mensen die altijd de meeste last van de ziekte hebben gehad nu vaak goed te behandelen zijn.” Het nieuwe medicijn heeft echter een schaduwzijde. “Het is enorm duur. Op jaarbasis kost een behandeling voor 1 patiënt zo’n 13.000 euro. Dat betekent dat je het niet zo maar aan iedereen kunt geven. Dit is alleen voor mensen die het echt heel hard nodig hebben.” De overheid heeft landelijk geregeld dat voor
behandeling toestemming moet worden gevraagd voor vergoeding van het medicijn. Aan een centrale commissie moet worden aangetoond dat de ziekte ernstig genoeg is om te behandelen. Aan een aantal criteria moet worden voldaan en is dat het geval dan gaat er een positief advies naar de ziektekostenverzekeraar. “Dan volgt er een behandeling van drie maanden. Daarna moet opnieuw een aanvraag worden ingediend. Er moet worden aangetoond dat er een verbetering is opgetreden. Van te voren is vastgesteld hoe groot die verbetering moet zijn. Wordt daar aan voldaan dan volgt een tweede positief advies. En dan kan de patiënt vervolgens levenslang een behandeling krijgen met de tnf-alpha blokkers.” Het nieuwe medicijn heeft naast de financiële schaduwzijde nog een bijwerking: “Er kan een verhoogde kans zijn op bepaalde infecties. En deze infecties verlopen dan ook nog eens ernstiger. Op de grote groep is het aantal patiënten dat dit negatieve effect heeft te verwaarlozen maar bij het individu telt het natuurlijk sterk. Toch blijkt dat zelfs in het geval van infecties de patiënt toch graag het medicijn blijft gebruiken”, vertelt de reumatoloog. Voor de groep die met het medicijn behandeld kan worden betekent het een enorme stap voorwaarts. “Het leven krijgt weer kwaliteit. Een aantal voelt zich zelfs niet meer ziek. Ze hebben minder pijn, zijn minder stijf en niet of aanzienlijk minder moe. Het is echt een verschil van dag en nacht. Sommigen kunnen zelfs hun werk of hun hobby weer opnemen. Want als je chronisch ziek bent dan heb je vaak nergens zin in. Dus ook deze negatieve gevoelens verdwijnen.” Het tnf-alpha blokkerende medicijn is sinds een paar maanden ook toegestaan voor patiënten met de ziekte van Bechterew en voor mensen met Artritis Psoriatica. “Ook hier blijkt het te werken. Maar ook hier geldt het aanvraagsysteem bij de overheid voor de vergoeding.” Sinds twee jaar heeft het Slingeland Ziekenhuis een derde reumatoloog: mevrouw Irene Idema. “Er was behoefte aan een derde dokter”, aldus Bürer. “De wachtlijsten werden te lang.” Bürer en Idema vormen met Peter Lanting een maatschap. Bürer en Lanting zijn naast het
Slingeland Ziekenhuis ook werkzaam in het streekziekenhuis in Winterswijk. Reumaconsulente De reumaconsulente is een gespecialiseerde verpleegkundige waarmee de reumatologen steeds beter en nauwer samenwerken. In Doetinchem zijn twee consulentes werkzaam en ze hebben een eigen spreekuur. Ze adviseren over praktische zaken zoals bad, lift, traplift, parkeerkaart en uitkering, ze geven voorlichting over de ziekte en het medicijngebruik. Ze hebben een eigen verantwoordelijkheid maar werken goed samen met de reumatoloog. “In de toekomst worden hun werkzaamheden waarschijnlijk nog verder uitgebreid”, verwacht Bürer. Een andere nieuwe ontwikkeling is het gebruik van de echografie. “Het werkt goed en gemakkelijk bij weke-delen reuma”, vertelt Bürer. “Het heeft een aanvullend karakter op de Röntgenonderzoeken, de Röntgenfoto’s, en het is minder belastend voor de patiënt.” Ook voor de reumatologie staan de ontwikkelingen niet stil. Het nieuwe ‘wonder-medicijn’ is een grote stap vooruit voor de patiënt.
www Informatie over het Slingeland Ziekenhuis? Kijk op de website www.slingelandziekenhuis.nl
Gynaecologie zet belangrijke stappen voorwaarts
Slingeland Ziekenhuis uitgebreid met afdeling plastische chirurgie
De afdeling gynaecologie van het Slingeland Ziekenhuis heeft lange tijd gewerkt met een team van
De jongste afdeling binnen het Slingeland Ziekenhuis is de afdeling plastische chirurgie.
vier gynaecologen. Sinds begin 2003 is dat aantal uitgebreid en op dit moment zijn zes gynaecolo-
Op 1 december van het vorig jaar is de afdeling gestart terwijl de eerste operaties in januari van
gen werkzaam op een afdeling waar veel nieuwe ontwikkelingen zijn. “Mede dankzij de uitbreiding
dit jaar hebben plaats gevonden. “Een nieuwe afdeling opstarten betekent een organisatie van
van het team kunnen we ons nu goed toeleggen op nieuwe mogelijkheden binnen ons vakgebied
niets naar iets brengen”, vertelt Edwin van Onselen, plastisch chirurg. “Heel belangrijk is de
en dat levert een behoorlijke kwaliteitsverbetering op”, aldus Frans Reijnders, gynaecoloog.
kwaliteitsbewaking. Alles moet er zijn. Op dit moment kunnen we zeggen dat we in de laatste fase daarvan zitten.” Samen met Paul Kouwenberg, eveneens plastisch chirurg, geeft Van
• Eveline Tepe, gynaecoloog
Nieuwe technieken Omdat de mensen steeds ouder worden en ze een goede kwaliteit van leven willen, wordt op tal van gebieden nieuwe technieken ontwikkeld. Voor een verzakking van de baarmoeder bijvoorbeeld, of voor incontinentie. Voor dit laatste is een samenwerking met de urologen gestart. “Incontinentie is lang een probleem geweest waar niet zo gemakkelijk over werd gesproken”, weet Reijnders. “Dat is gelukkig
Want: “Zonder plastisch chirurg is een ziekenhuis invalide”, aldus Van Onselen.
• Frans Reijnders, gynaecoloog • Edwin van Onselen veranderd. De stap naar de huisarts is sneller gemaakt en met goede oefentherapie is veel te bereiken. Brengt dat niet het gewenste resultaat, dan kan een operatieve ingreep uitkomst bieden. Een betrekkelijk simpele ingreep met een heel mooi resultaat.” Vrouwen die last hebben van overmatige menstruatie ondergingen vroeger meestal een baarmoederverwijdering. Tegenwoordig kan dit probleem ook worden opgelost door een kijkoperatie in de baarmoeder, een zogenaamde hysteroscopische operatie. Hierbij wordt door een klein buisje via de baarmoedermond weefsel van de binnenkant van de baarmoeder verwijderd. Fertiliteit Bij de fertiliteitsonderzoeken en - behandelingen (onderzoek en behandeling gericht op de vruchtbaarheid) kan eveneens een kwaliteitsverbetering worden gemeld. Er is een apart fertiliteitsspreekuur gestart. Doktersassistentes zijn hiervoor speciaal opgeleid. Zij hebben de tijd, de aandacht en de expertise die nodig is om een goede invulling aan dit spreekuur te geven, waarbij zij werken onder supervisie van de gynaecoloog. “De onderzoeken en de behandelingen zijn vaak intensief”, vertelt Eveline Tepe. “Soms moeten de mensen iedere dag terugkomen. En dat lukt niet bij een gynaecoloog.” Co-assistent “Gelukkig wordt onze polikliniek binnenkort uitgebreid, wat ook nodig is met al die nieuwe ontwikkelingen. Daarbij komt nog dat vanaf volgend jaar co-assistenten een deel van hun opleiding ook op de afdeling gynaecologie kunnen krijgen. “Dat we in staat zijn om deze opleiding te kunnen bieden zegt natuurlijk wel iets over onze groep”, vinden de beide gynaecologen.
Zo'n vijftig jaar geleden is de plastische chirurgie ontstaan. Door de vele oorlogsgewonden vroeg in Engeland een aantal chirurgen zich af, of er niet iets gedaan kon worden voor deze groep. Er volgde een snelle ontwikkeling. En inmiddels is het experimentele stadium van vijftig jaar geleden uitgegroeid tot een belangrijke specialisatie die in alle grote opleidingsziekenhuizen en in alle algemene ziekenhuizen aanwezig is. “De plastisch chirurgen onderscheiden zich door de manier van handelen”, vertelt Van Onselen. “Wij hebben de kennis van de anatomie van het gehele lichaam gecombineerd met zogenaamd 'gentle tissue handling'. Wij zijn erop getraind het weefsel niet te beschadigen. Wij behoren tot de doeners onder de specialisten, tot de snijdende groep. Onze speciale kennis maakt dat we bepaalde dingen kunnen doen. Wij kunnen heel delicaat weefsel verplaatsen.” Van Onselen legt uit dat zijn specialisatie op een
aantal pijlers rust. Als eerste noemt hij de reconstructieve chirurgie. “Na grote trauma's of na kanker waar delen van het lichaam zijn weggenomen, kunnen we met plastische chirurgie weer iets nieuws maken. Dat heeft veelal in de eerste plaats een functioneel effect maar direct daarna ook een cosmetisch effect.” Over cosmetische chirurgie wil Van Onselen niet praten. “Dat bestaat niet. Neem bijvoorbeeld een hazenlip. Het is in de eerste plaats functioneel om dat te opereren en daarna ook cosmetisch. Het hoort allemaal bij elkaar. Cosmetische chirurgie wordt in een bepaalde hoek gedrukt en dat is lang niet altijd terecht. Heeft een vrouw hele kleine borsten waar ze graag iets aan wil laten doen, dan wordt dat heel anders beoordeeld dan wanneer een vrouw na kanker een borst mist en daar iets aan wil laten doen. Terwijl de ingreep in beide gevallen van groot belang is voor de vrouw.” De plastisch chirurg werkt volgens Van Onselen meer aan de 'buitenkant' dan zijn collega's. “Elke dokter verbetert iets maar bij ons is het resultaat vaak visueel goed te beoordelen.” Hij noemt het verwijderen van huidkanker in zichtbare gebieden, of bij kinderen de hazenlip en de flaporen. Maar ook bij ingewikkelde botbreuken, verlammingen, genitale chirurgie en bij reconstructies na kanker is de plastisch chirurg van groot belang. Ook transseksuele operaties worden door de plastisch chirurg gedaan. “Ons specialisme is niet afgebakend voor een bepaalde groep zoals dat wel het geval is bij bijvoorbeeld de kinderarts, de cardioloog of de gynaecoloog.”
Inkoop & Logistiek • • • • • •
Het SZ heeft in 2003 262 ton huishoudelijk afval afgevoerd. Dit komt overeen met 487 huishoudens uit Doetinchem. Het SZ heeft in 2003 85 ton papier afgevoerd. Dit komt overeen met 584 huishoudens uit Doetinchem. Het SZ heeft in 2003 29 ton incontinentie materiaal afgevoerd. Het elektriciteitsverbruik is 5,2 miljoen kWh geweest. Dit komt overeen met ongeveer 1567 huishoudens. Het gasverbruik was 994.000 kub. Dit komt overeen met ongeveer 511 huishoudens uit Doetinchem. Specifiek ziekenhuis afval is 32 ton geweest.
De jongste afdeling van het Slingeland Ziekenhuis is er ook voor mensen die denken een operatie nodig te hebben. Maar of dat ook gebeurt hangt af van het advies van de plastisch chirurg. “Pas na een consult kunnen we bekijken wat we gaan doen en of we wat gaan doen.” Overigens meldt Van Onselen wel dat de verzekering niet altijd alles vergoed. In vijftig jaar is veel gebeurd op het gebied van plastisch chirurgie. En nog steeds gaat de ontwikkeling in razend tempo verder. “We staan nog aan het begin. Wat nu erg in de belangstelling staat is tissue engineering. Iemand heeft bijvoorbeeld geen oor. We boetseren met kraakbeen een oor en plaatsen dat in het lichaam om het te laten groeien. Is het voltooid dan halen we het eruit en wordt het geplaatst. Maar er kan ook steeds meer in een laboratorium. Het wordt mogelijk om delen van het lichaam te vervangen. Het is nog toekomst maar soms kan de ontwikkeling ook grote sprongen maken en is de toekomst misschien dichterbij dan men denkt. Ja, het is een boeiend vakgebied.”
kleur: C M Y K
Gynaecologisch oncoloog Voor kwaadaardige gynaecologische aandoeningen heeft het Slingeland Ziekenhuis een samenwerkingsverband met het universiteits ziekenhuis van Nijmegen. Gynaecologische oncologen komen naar het Doetinchemse Ziekenhuis om specialistische operaties uit te voeren. “De patiënt kan hierdoor in veel gevallen in het eigen ziekenhuis blijven en de nazorg wordt door de eigen specialist gedaan. Dat is voor veel mensen heel prettig.”
Onselen vorm en inhoud aan de nieuwe afdeling plastisch chirurgie. Een belangrijke afdeling.
pagina 09 + 16
Pijnstilling “Pijnstilling tijdens de baring bestond vroeger slechts uit een warm bad of een warme douche”,
legt Reijnders uit. “Tegenwoordig wordt steeds vaker een ruggenprikverdoving toegepast. Tien procent van de bevallingen in het Slingeland Ziekenhuis gebeurt inmiddels op die manier. Dat kan dankzij de goede samenwerking met de anesthesisten.” De verloskundige zorg in het Slingeland Ziekenhuis wordt ondersteund door een eigen groep verloskundigen. Dit zijn speciaal opgeleide verloskundigen die in dienst zijn van het ziekenhuis en werken onder supervisie van de dienstdoende gynaecoloog. Alle toekomstige moeders en vaders worden voor een bevalling in het Slingeland ziekenhuis goed voorgelicht. Iedere eerste dinsdag van de maand is er een voorlichtingsavond waarbij een verpleegkundige, een verloskundige en een gynaecoloog de aanstaande ouders vertellen hoe een bevalling in het ziekenhuis kan verlopen. Overigens zijn ook aanstaande ouders die thuis bevallen welkom bij deze avonden. Immers ook zij kunnen onverwacht toch nog naar het Slingeland Ziekenhuis moeten, waar overigens jaarlijks zo'n duizend bevallingen plaats vinden.
Vorm 09
De vraag naar gynaecologische hulp neemt toe. Het gynaecologisch aanbod eveneens. Zowel op het gebied van verloskunde, gynaecologie als vruchtbaarheid zijn belangrijke nieuwe stappen gezet. “De prenatale diagnostiek biedt steeds meer mogelijkheden”, vertelt gynaecoloog Eveline Tepe. “Tijdens de zwangerschap kan gewezen worden op de mogelijkheid om eventuele afwijkingen bij het kind op te sporen. In speciale centra waar wij mee samenwerken vindt de prenatale diagnostiek plaats. Daar wordt bijvoorbeeld een vlokkentest gedaan of een vruchtwaterpunctie. We doen hier wel een zogenaamde prenatale screening. Wanneer de zwangerschap 11 weken is gevorderd kunnen we een nekplooimeting bij het kind doen en een tripletest, dat is een bloedbepaling bij de moeder. Met de resultaten kunnen we een kansberekening op afwijkingen maken en eventueel doorverwijzen naar het centrum Arnhem of Nijmegen. Binnen de prenatale screening kan bij 20 weken zwangerschap een uitgebreide echoscopie worden uitgevoerd om bijvoorbeeld een open ruggetje op te sporen. Wanneer afwijkingen worden geconstateerd verwijzen wij door naar het centrum voor prenatale diagnostiek”, aldus Eveline Tepe. De vraag naar prenatale screening neemt toe. De informatie over deze mogelijkheden vindt zijn weg naar aanstaande ouders en steeds vaker wordt door hen zekerheid gezocht in een vroeg stadium.
Vorm 10 pagina 10 + 15
Logopedie kan helpen bij slikproblematiek
Transmuraal en Educatief Centrum nieuw op terrein ziekenhuis
De groep logopedisten van het Slingeland Ziekenhuis bestaat uit Baukje Zorko, Marissa Dorgelo en
Afgelopen voorjaar is op het terrein van het Slingeland Ziekenhuis het TEC geopend. Het
Nathalie Reulink. De eerste twee dames werken al geruime tijd op de logopedie en Baukje heeft
Transmuraal & Educatief Centrum, kortweg TEC genoemd is een modern gebouw waarvan alle
naast de parttime functie in het ziekenhuis ook een praktijk in Wehl, waar eveneens Marissa
vierkante meters optimaal worden gebruikt. In het gebouw bevinden zich de huisartsenpost, de
Dorgelo parttime werkt. Nathalie Reulink is net afgestudeerd en heeft de bedoeling om eveneens
dienstapotheek, de trombosedienst, twee transferverpleegkundigen van het Slingeland
naast haar parttime baan in een praktijk te gaan werken. “Want dat is heel gebruikelijk in ons vak.
Ziekenhuis, de Thuiszorgwinkel, de bloedbank, Beter Horen en Roessingh Revalidatie Techniek.
Parttime werken. Overigens hebben we hier met z’n drieën samen wel een hele baan. Dus kan er
De bovenste verdieping is geheel in gebruik als Educatief Centrum.
iedere dag van de week een beroep op logopedie worden gedaan”, aldus Baukje Zorko. • Baukje Zorko en Nathalie Reulink
kleur: C M Y K
Iedere ochtend van 08.00 uur tot ongeveer 13.00 uur is er een logopedist aanwezig. Soms is het noodzakelijk om bij een patiënt aanwezig te zijn wanneer er gegeten wordt. Want dat is namelijk een van de nieuwe gebieden waarop logopedie zich steeds vaker gaat richten: de slikproblematiek. “Logopedie staat eigenlijk op vier pijlers”, vertelt Baukje Zorko. “Stem, spraak, taal en gehoor. Daar is de pijler slikproblemen bijgekomen.” Slikproblemen kunnen voorkomen bij mensen die bijvoorbeeld een beroerte hebben gehad. Of bij chronische ziektes zoals bijvoorbeeld Parkinson. Ook voor en na een operatie in het keel- en mondgebied kunnen slikproblemen optreden. Maar ook bij patiënten die om een geheel andere reden in het ziekenhuis liggen en verzwakt zijn, kan het slikken moeilijk zijn. En soms neemt de ouderdom een slikprobleem met zich mee. “Onze patiënten bevinden zich eigenlijk door het gehele ziekenhuis heen”, vertellen de logopedisten. “Meestal worden deze mensen naar ons doorverwezen door de neuroloog en wanneer dat gebeurt dan gaan we het slikken bekijken. Is het slikken van een slechte kwaliteit maar is er kans op een snelle verbetering dan kan gekozen worden voor een sonde via de neus. Komt alles helemaal niet goed op gang en gaat het vermoedelijk lang duren dan wordt gekozen voor de PEG-sonde: een sonde die door de buikwand rechtstreeks in de maag wordt geplaatst. En kan de patiënt bijvoorbeeld wel wat ingedikt vocht drinken, zeg maar op vla-dikte, dan gaan we dit met de patiënt oefenen.” De logopedist beschikt voor het oefenen over verschillende compensatietechnieken. Technieken om de motoriek van de mond te verbeteren. “Kiezen op elkaar, tong tegen het gehemelte, doorbijten, slikken en naslikken. Met daarop weer verschillende varianten. Dat zijn adviezen die we de patiënten geven. En van daaruit proberen we langzaam te gaan bouwen tot we uitkomen bij normaal eten en drinken.” Niet altijd loopt de uitgezette weg zo voorspoedig als de logopedist zich had voorgesteld. “En soms moet je dan weer terug naar de sonde.” Het is duidelijk dat een heel nauw overleg met de verpleegkundige en met de keuken van
doorslaggevend belang is. In het medisch dossier zit dan ook een groen blad speciaal voor de para-medici waarop de bevindingen en adviezen van de logopedist snel en gemakkelijk te vinden zijn. “Voor de familie houden we een schriftje bij. Dat ligt bij de patiënt en zo blijft ook de familie van de vorderingen op de hoogte. Soms schrijft de familie er zelf opmerkingen in. Zo stond er laatst: Hoi Baukje, we waren bij vader en we zien hoe hij vooruitgaat. Dat zijn leuke dingen.” Patiënten die moeite hebben met slikken kunnen zich gemakkelijk verslikken. “Ook daar kunnen we soms adviezen bij geven. Zo is de houding van de patiënt heel belangrijk. Het tempo waarin wordt gegeten en de medicatie kunnen van invloed zijn. Soms is het ook de slecht passende gebitsprothese en soms moet het bestek worden aangepast.” Wanneer het voedsel blijft steken in de slokdarm wordt samen met de radioloog een ‘slikfoto’ gemaakt. “We blijven dan bij de patiënt. Tijdens het onderzoek moet de patiënt een contrastmiddel slikken waardoor de weg via de mond, door de slokdarm naar de maag goed kan worden bekeken. Blijkt de slikfunctie helemaal te ontbreken, dan kunnen we als logopedisten niets meer doen. Dan moet er worden doorverwezen naar een specialist.” Gelukkig kan in veel gevallen de logopedie wel een uitkomst bieden. “Vaak blijven we bij de patiënt als er wordt gegeten. En wanneer van de vla-dikte-dranken kan worden overgegaan tot iets stevigers, dan laten we bijvoorbeeld een proefmaaltijd maken. Dat gaat in nauw overleg met de keuken. Vuistregel is en blijft overigens dat wij opbouwen maar dat bij terugval te allen tijde de verpleegkundige de zaak weer kan terugdraaien.” Overigens kunnen patiënten zodra ze uit het ziekenhuis worden ontslagen en toch nog behoefte hebben aan begeleiding van een logopedist, hiervoor terecht bij een logopedist in de eigen woonomgeving. Maar de logopedie in het ziekenhuis doet nog meer. Zo wordt er bijvoorbeeld onderzoek gedaan bij patiënten met afasie. Hiervoor wordt een behandeling gezocht via de logopedie evenals bij dysarthrie en slikproblemen bij neuro-
logische patiënten. “Met logopedie boeken we goede resultaten. Natuurlijk blijft het altijd afhankelijk van bijvoorbeeld de mate van beschadiging in de hersenen. Is de beschadiging te groot voor een oplossing via oefeningen dan zoeken we een alternatieve vorm van communicatie. Hiervoor is het belangrijk om vooral de familie goed te begeleiden en te steunen. Instrumenten hiervoor kunnen gebaren en aanwijzen zijn. Ook misschien via ja of nee zinnen. Of met een kleine computer wanneer er nog wel gebruik van de vingers kan worden gemaakt. Voordat we echter tot een bepaalde methode overgaan moet eerst goed worden onderzocht wat er allemaal is uitgevallen.” Ook voor de logopedie geldt dat er steeds nieuwe ontwikkelingen komen. “We moeten door bijscholing op de hoogte blijven van wat er speelt. Het paramedisch kwaliteitsregister dwingt ons daar ook min of meer toe. En die kwaliteit is belangrijk.”
Colofon De Slingeland Ziekenhuiskrant is een uitgave van het Slingeland Ziekenhuis Doetinchem. Deze uitgave verschijnt als speciale bijlage bij de Gelderse Post Doetinchem, IJsselstreek, Wischpost, Liemers Lantaren en Achterhoek Nieuws Zuid in een oplage van 101.356 exemplaren. Slingeland Ziekenhuis: Saskia de Ree-Steenbergen (eindredactie) Tekst: Lideke Simon Foto's: Toon Hendriks Charles Keijser Vormgeving: WCGO / Mark Siebelink Coördinatie/exploitatie: Lideke Simon Website: www.slingelandziekenhuis.nl September 2004
“We zijn heel blij met de komst van het TEC”, vertelt Arie Sparreboom, directeur van het Slingeland Ziekenhuis. “Met de thuiszorg, de huisartsenpost en al die andere huurders. Maar voor ons ziekenhuis is ook de opleidingsverdieping erboven heel belangrijk. In het opleidingscentrum zit zelfs een grote medische bibliotheek. We leiden natuurlijk ook veel op. Dat is onze tweede kernactiviteit.” Huisartsenpost Oude IJssel is geen echte nieuwkomer op het ziekenhuisterrein. In oktober 2001 heeft deze post een onderkomen gekregen in het beheersgebouw. Dit voorjaar is zij verhuisd naar het souterrain van het TEC. Net als de dienstapotheek is de huisartsenpost geopend tussen 17.00 en 8.00 uur en in het weekend en op feestdagen. De Huisartsenpost zit gelijkvloers met de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis. Vlak voordat de huisartsenpost opengaat, wordt een crashkar van het ziekenhuis op de huisartsenpost gezet. Deze kar bevat instrumenten en medicatie voor reanimatie. Na sluitingstijd wordt de kar weer teruggebracht. Dienstapotheek Oude IJssel is gehuisvest op de begane grond van het TEC. Er zijn vijftien apotheken uit de regio betrokken bij deze dienstapotheek, uit Doetinchem, Hengelo, Zelhem, Varsseveld, Wehl/Kilder, Terborg, Ulft, Gendringen, Silvolde en 's-Heerenberg. De apotheek van Dinxperlo overweegt deelname. De
dienstapotheek streeft naar dezelfde regionale dekking als de huisartsenpost Oude IJssel. Nu er een dienstapotheek is, zijn de apotheken in de regio ‘s nachts gesloten. Voor de patiënten die van de huisartsenpost een recept meekrijgen, is dat geen probleem. Immers, de dienstapotheek zit een verdieping hoger in het TEC. Dienstapotheek Oude IJssel is opgezet naar het voorbeeld van dienstapotheek Salland in Deventer. Er wordt niet bereid, er zijn alleen kant-en-klare artikelen verkrijgbaar. De enige uitzondering daarop is het aanmaken van antibiotica-dranken. De dienstapotheek is er ook niet voor herhalingsrecepten. Insteek van de dienstapotheek is dat mensen uit de nood worden geholpen tot hun eigen apotheek weer open is. Alle deelnemende apotheken hebben hun computer gekoppeld aan de computer van de dienstapotheek. Op die manier kan er medicatiebewaking plaatsvinden van de patiënten die de dienstapotheek bezoeken. Een aantal jaren geleden telde Nederland 22 regionale bloedbanken. In 1998 is dat aantal teruggebracht naar negen. In 2002 is men naar één landelijke bloedbank gegaan, verdeeld over vier regionale divisies. Die landelijke bloedbank heet Sanquin Bloedbank en is door de minister van VWS aangewezen om er voor te zorgen dat er in Nederland voldoende donorbloed voorhanden is. Stichting Sanquin Bloedvoorziening heeft als enige in Nederland het recht om bloed in te zamelen. Doetinchem valt onder Regio Zuidoost van Sanquin Bloedbank, waarvan het regiokantoor in Nijmegen gevestigd is. In Doetinchem wordt uiteraard al jarenlang bloed ingezameld. Vroeger gebeurde dat bij de Spoedeisende Hulp in het Slingeland Ziekenhuis, daarna is men verhuisd naar Partycentrum Hart van Doetinchem en sinds dit voorjaar is Sanquin Bloedbank weer terug op het
ziekenhuisterrein. En wel op de eerste verdieping van het TEC. Audicien Beter Horen zit al op twee locaties in Doetinchem en heeft er met haar vestiging in het TEC een derde locatie bij. De andere twee vestigingen zitten aan de Walstraat (centrum) en de Terborgseweg. Hoortoestellen worden steeds kleiner en beter. Bovendien is door de opkomst van de walkman het helemaal geen raar gezicht meer dat iemand iets in zijn of haar oor heeft. Op dit moment worden hoortoestellen nog door de zorgverzekeraars vergoed, maar in 2006 houdt dat waarschijnlijk op. Duidelijk zichtbaar op de begane grond aan de voorkant van het TEC bevindt zich de thuiszorgwinkel van Sensire. De Doetinchemse thuiszorgwinkel was voorheen gevestigd in de stad, bij schouwburg Amphion. Op de eerste verdieping van het TEC-gebouw heeft Sensire nog meer ruimtes in gebruik. Daar hebben de medewerkers voor specifieke zorg hun kantoor, zoals de diabetesverpleegkundige, incontinentieverpleegkundige en de oncologieverpleegkundige. Op de begane grond, boven de huisartsenpost, bevindt zich een vestiging van Roessingh Revalidatie Techniek. Hier kan men terecht voor protheses, ortheses (voor ondersteuning en correctie), maar bijvoorbeeld ook voor steunkousen. De vestiging in het TEC is twee hele dagen en een dagdeel geopend. De openingstijden sluiten aan op de spreekuren van de revalidatieartsen. Roessingh Revalidatie Techniek is nog wat zoekende wat betreft de openingsuren. Ze werken veel op afspraak.
European Care Hotel Doetinchem Villa De Ooijman
Veel nieuwe ontwikkelingen op gebied van kaakchirurgie
Care Hotel Doetinchem
Voor de mens achter dementie.
“Een moeilijk vak. Ongelooflijk technisch en ook heel theoretisch.
Onlangs is in Doetinchem ECH Villa De Ooijman officieel geopend door staatssecretaris Clemence Ross. Villa De Ooijman is een European Care Hotel dat nauw samenwerkt met de hoofdvestiging in Heino.
Het behelst geneeskunde en materiaalkunde. Voor kaakchirurgie heb je absoluut een driedimensionaal inzicht nodig. En dat hebben we gelukkig alle drie”, aldus Marcel Larik, mede doelend op zijn twee collega’s Rob Mooren en Martien de Koning. Sinds decem-
European Care Hotel Heino Persoonlijke aandacht ECH Villa De Ooijman is een particuliere woonzorgvoorziening die haar bewoners persoonlijke aandacht biedt in een sfeer van kleinschaligheid. Aansluitend op hun belevingswereld kunnen mensen ongestoord rondlopen in het woongedeelte van het huis. Ze worden betrokken bij de dagelijkse activiteiten zoals bijvoorbeeld het koken. Voor de begeleiding van deze kwaliteitszorg, waarbij voor de AWBZ-zorg een samenwerkingsverband met een landelijk erkende thuiszorgorganisatie bestaat, is een vast team van medewerkers 24 uur per dag actief.
Geschikt voor tijdelijk verblijf Verblijven in ECH Heino of ECH Villa De Ooijman, tijdelijk of permanent, is ideaal. Het garandeert zorg voor de één en vrijheid voor de ander. En woont u niet bij ECH Heino, geen probleem het zorgteam kan u ook (AWBZ) thuiszorg bieden in de breedste zin van het woord.
Zorg vanuit het hart thuis!
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
• Innovatievezorg
European Care Hotel Doetinchem Villa De Ooijman Mevrouw E.M. Dijkstra-de Bie Wrangelaan 9 7004 GG Doetinchem Tel. (0314) 372 600 Fax (0314 372 609
• Zorgteam bij u thuis Care Hotel Heino B.V.
De kaakchirurg begeeft zich op een aantal vakgebieden. Zo behoort traumatologie in het hoofd- en halsgebied tot het vakgebied van de kaakchirurg, evenals speekselklierchirurgie, de reconstructieve chirurgie van de onder- en bovenkaak, de implantologie en de dento alveolaire chirurgie waaronder het verwijderen van verstandkiezen valt, wortelpuntoperaties en kleine correcties aan de kaak. “We constateren dat er steeds meer verschuivingen plaatsvinden van kliniek naar polikliniek”, vertellen Larik en Mooren. “Steeds meer wordt plaatselijke verdoving toegepast. En omdat er meer poliklinisch kan worden gedaan, loopt de wachttijd terug. En dat is voor de patiënten belangrijk.” De kaakchirugie heeft veel raakvlakken met andere specialisaties en op een aantal vlakken zelfs overlappingen. “Dat maakt ons vak zo boeiend. We doen veel meer dan de mensen soms denken. Overigens varieert dat per ziekenhuis en zelfs per land. In Duitsland is het gebied waarop de kaakchirurg actief is nog groter”, aldus de Doetinchemse kaakchirurgen. “Wij doen natuurlijk veel priegelwerk. Met het begrip gentle tissue handling begint dan ook onze opleiding. Enkele technieken die bijvoorbeeld de plastisch chirurg doet, beheersen wij ook. Zo komen patiënten met kwaadaardigheden in het gezicht via de dermatoloog bij ons als er gesneden moet worden. Hoewel sommige dermatologen ook zelf snijden. Maar wij halen op onze beurt bijvoorbeeld bij een neusfractuur er vaak een KNO-arts bij.”
Wonen in stijl De stijlvolle Villa De Ooijman is gelegen in het bosrijke buitengebied van Doetinchem. Het riante onderkomen telt elf ruime kamers, een royale woonkamer met diverse zitjes, een gezellige open keuken en een inpandig zwembad. In de ruime tuin rondom de villa is het fantastisch om te wandelen en te genieten van de natuur.
• Zorg en verpleging na operatie
aanwezig wat er nodig is.
European Care Hotel Heino De heer C. van Laar Statenweg 3 8141 SH Heino Tel. (0572) 398 600 Of: (06) 518 435 47
Implantologie Tandheelkundige implantaten behoren tot het vakgebied van de kaakchirurg. Nieuwe ontwikkelingen volgen elkaar op dit gebied in rap tempo op. “Dat heeft alles met materialen te maken”, vertelt Mooren. “Was het tot voor twee jaar nog standaard dat een implantaat drie maanden nodig had om in te groeien en dat gedurende die periode de kaak niet teveel kon worden belast, tegenwoordig is dat met het nieuwste materiaal teruggebracht tot zes weken.” Ook esthetisch is er vooruitgang geboekt. “De plaats van het implantaat voor de voortanden is veranderd. We bekijken nu eerst waar de ideale
• Vlnr. Martien de Koning, Rob Mooren en Marcel Larik
plek is voor het implantaat en daar passen we het bot op aan. En er is nog resultaat te halen met tissue engineering op plaatsen waar het bot of tandvlees weg is.” De kaakchirurgen melden veel nieuwe ontwikkelingen in materiaal. “Het kunstbot met een deel eigen bot bestaat al. Wat de toekomst wordt is een soort mal van chemisch materiaal dat veel op bot lijkt. Daar kan het eigen bot in aangroeien. De mal is van een zodanige samenstelling dat die uiteindelijk weer verdwijnt. De benodigde weefselvermeerdering kan via verschillende manieren verkregen worden. Het toverwoord daarin is de stamceltechniek. Dat wordt de toekomst, daar gaan we naartoe. En hoe lang dat nog duurt...” Endoscopische chirurgie Voor de behandeling van kaakkopfracturen zijn eveneens ontwikkelingen te melden. “De endoscopische chirurgie. Het staat in ons vakgebied nog wat in de kinderschoenen maar het is echt nieuw. Met endoscopische chirurgie kunnen we via een klein sneetje in de huid een scoop inbrengen. Een scoop is een klein buisje waardoor we met behulp van een camera kunnen opereren. Het voordeel is dat de snee minimaal is, dat er minder weefsel wordt verplaatst en dat de kans op complicaties is verkleind.” Mooren geeft aan veel mogelijkheden te zien voor deze vorm van opereren in de kaakgewrichtschirurgie. Ook op het gebied van distractie is nieuws te melden. Distractie is een techniek om een te kort botstuk te corrigeren. “Dit gebeurde altijd op een bepaalde leeftijd, als de patient is uitgegroeid. Nu zijn we in staat om via een nieuwe techniek bij jonge mensen van 12 of 13 jaar, en soms nog jonger, een ernstige afwijking aan de kaak te opereren. Dat kan om een kaakverbreding of -verlenging gaan. De jonge patiëntjes
hebben van deze afwijkingen niet alleen functieproblemen maar vaak ook psychische problemen. Een grote stap vooruit is dit dus voor ons ziekenhuis.” Wensen En hoewel de afdeling kaakchirurgie over veel nieuwe mogelijkheden kan beschikken, er blijven ook nog een aantal wensen bestaan. Een wens van de kaakchirurgen, die overigens op korte termijn al in vervulling gaat, is de mogelijkheid om bijvoorbeeld twee dagen per week in het ziekenhuis samen te werken met een gespecialiseerde tandarts voor heel bijzondere tandheelkunde. “Een soort tussenstation tussen tandarts en kaakchirurg. Deze tandarts is er voor een bepaalde groep patiënten, zoals de angst-patiënten, de mensen met kaakgewrichtsklachten en de mensen met slaapproblemen door snurken. Want voor de sociale problematiek rondom snurken kan een apparaatje worden aangemeten dat de kaak een beetje naar voren houdt. Dat kan een speciale tandarts doen.” “Een boeiend vak”, sluiten de kaakchirurgen af. “Een vak dat volop in beweging is. Via congressen en cursussen zoals volgend jaar in Zwitserland, blijven we op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen. Dat is belangrijk. Dat betekent kwaliteit.”
kleur: C M Y K
Beide vestigingen liggen in een schilderachtige omgeving. Professionele zorgverleners bieden de zorg die u nodig hebt. Afgestemd op uw behoefte.
En hoewel de polikliniek op dit moment wordt aangepast, is alles
pagina 11 + 14
In het ECH in Heino kunt u ook al wonen als u nog geen zorg nodig heeft. Mocht dat in de toekomst wel het geval zijn dan staan de professionals 24 uur per dag voor u klaar. In uw eigen appartement. Ook voor tijdelijke revalidatiezorg na bijvoorbeeld ziekenhuisopname kunt u heel goed bij het European Care Hotel in Heino terecht.
ber 2000 vormen deze drie kaakchirurgen een maatschap.
www Informatie over het Slingeland Ziekenhuis? Kijk op de website www.slingelandziekenhuis.nl
Vorm 11
Villa De Ooijman is hét antwoord op de toenemende vraag naar een ideale woonomgeving voor dementerenden. In dit prachtige monument vinden bewoners namelijk de gewenste combinatie van zelfstandigheid, respect en zorg op maat.
Vorm 12 pagina 12 + 13
Cardiologie start nieuwe ‘hartfalen-poli’
Slingeland Ziekenhuis heeft open dag op zondag 10 oktober
De ontwikkelingen op het gebied van cardiologie staan niet stil. Door betere behandelingen
Op zondag 10 oktober houdt het Slingeland Ziekenhuis een open dag. Van 11.00 tot 16.00 uur is
overleven patiënten steeds vaker een hartinfarct. De prehospitale trombolyse die inmiddels zo’n
iedereen van harte welkom om de opengestelde afdelingen te komen bekijken. Uit voorgaande
twee jaar geleden is gestart, is daar zeker debet aan. Dit project is samen met de GGD, de
jaren is gebleken dat er heel veel belangstelling is voor deze open dag. En dat heeft waarschijn-
ambulancedienst, het Slingeland Ziekenhuis en het Beatrix Ziekenhuis in Winterswijk opgestart
lijk alles te maken met de wijze waarop de bezoekers worden ontvangen.
en houdt in dat al in de thuissituatie de patiënt medicijnen krijgt toegediend. De ambulancebroeder kan de diagnose stellen, er kan thuis al een ECG worden gemaakt omdat alle ziekenauto’s tegenwoordig de apparatuur aan boord hebben, en met stolseloplossende medicijnen kan vervolgens het infarct worden beperkt. Want dat is volgens Henk Drost, cardioloog, het toverwoord: infarctgrootte-beperking. “Daardoor overleven meer patiënten een hartinfarct. Maar het
kleur: C M Y K
hart heeft wel een tik gehad en dus zullen er in de toekomst meer mensen komen met een verminderde pompfunctie van het hart, patiënten dus met hartfalen.”
• Henk Drost, cardioloog Hartfalen wordt volgens Drost de epidemie van de toekomst. Patiënten zullen door hartfalen vaker voor controle naar het ziekenhuis moeten komen. In september van dit jaar start daarom een nieuwe polikliniek: de hartfalenpoli. “Hiervoor zijn twee verpleegkundigen opgeleid die onder supervisie van de cardiologen patiënten intensief controleren en eventueel de medicatie bijstellen. Op deze manier moet het minder vaak noodzakelijk zijn dat de patiënten worden opgenomen.” De vijf cardiologen die aan het Slingeland Ziekenhuis zijn verbonden stellen zich veel van de nieuwe poli voor. De hartfalenpoli is gerealiseerd naast de bestaande polikliniek cardiologie. “De beide verpleegkundigen werken ieder twee dagdelen op de hartfalenpoli en doen daar eigenlijk een soort dokterswerk. Maar daar zijn ze voor
opgeleid. En overigens, ze werken al op de polikliniek cardiologie”, vertelt Drost. Nieuw is eveneens de dit jaar opgezette ‘eerste harthulp’. “We hebben twee bedden beschikbaar gemaakt voor mensen die met hartklachten worden opgenomen. Twee observatiebedden. Belangrijk is om snel te weten wat er aan de hand is. In een korte periode wordt een scala aan onderzoek gedaan. Zo wordt er een hartfilmpje gemaakt, een fietstest gedaan en een bloedonderzoek. In een snel tempo kan worden bekeken wat de reden van de klachten is. En vervolgens is het snel mogelijk om de patiënt of door te sturen naar de hartbewaking of weer naar huis te laten gaan.” Voor de cardioloog is de automatisering, die uiteraard ook in het Slingeland Ziekenhuis steeds meer terrein wint, een bijzonder instrument. Via het beeldscherm kan hij aan zijn bureau, dus op afstand, de patiënt op bijvoorbeeld de hartbewaking volgen. “Natuurlijk blijft de patiënt centraal en zal het nooit de bedoeling zijn om alles vanaf afstand te beoordelen. Het is belangrijk en het blijft belangrijk om vaak zelf de patiënt te zien.
Service •
•
huisdrukkerij: Nemat Afshar
Huisdrukkerij: 2,8 miljoen kopieën per jaar drukwerk/productie: 2,4 miljoen per jaar
Maar door de mogelijkheden die de computer met zich meebrengt wordt wel veel tijd bespaard. De cardioloog kan nu ieder gewenst moment van de dag de toestand van een patiënt bekijken. Zonder dat hij daarvoor eerst veel lange gangen doormoet.” De ontwikkelingen op het gebied van de cardiologie gaan met een rap tempo. Voor de patiënt is dat vaak letterlijk van levensbelang. Er worden steeds minder mensen met een hartinfarct opgenomen. De laatste jaren een daling van zo’n 10 procent, een landelijke trend. “Betere behandelingen van bijvoorbeeld de bloeddruk en het cholesterolgehalte zijn daar de oorzaak van. Ook de betere resultaten van dotteren maakt de kans op fatale infarcten veel kleiner.” Drost meldt dat de patiënten steeds ouder worden. “We streven allemaal naar een langer en een beter leven. Ook de ouderen kunnen we nog wat bieden. Soms zijn patiënten 85 jaar en kun je toch nog opereren en soms is dat bij een 65-jarige niet meer mogelijk. Maar duidelijk is wel dat we steeds meer kunnen doen.”
“Wij proberen op alle afdelingen die meedoen aan de open dag de bezoekers ook echt wat te laten zien”, vertelt Saskia de Ree, PRfunctionaris van het Slingeland Ziekenhuis. “Dus kom je op de OK, dan zie je wat er op de OK gebeurt. Kom je in de keuken, dan zie je bijvoorbeeld hoe het eten wordt geportioneerd. Voor de eerste keer doet ook de apotheek mee. Iedereen mag door de apotheek lopen en zien hoe het daar gaat. Maar ook onze nieuwe afdeling dialyse is opengesteld. De bezoekers kunnen gaan kijken hoe het er uit ziet. En op de afdeling plastische chirurgie kan worden bekeken wat daar allemaal wordt gedaan. De afdeling Spoedeisende Hulp is open en daar worden zelfs Lotus-slachtoffers ingezet om de bezoekers duidelijk te maken hoe er wordt gewerkt.” Saskia de Ree meldt dat de mensen die vorige keer de open dag hebben bezocht, deze keer weer veel andere nieuwe ontwikkelingen kunnen bekijken. “Vernieuwingen en ontwikkelingen staan niet stil in ons ziekenhuis. Dat willen we graag allemaal laten zien. Daar zijn we ook trots op. We zijn trots op ons ziekenhuis en met veel liefde willen we laten zien waar we hier met z’n allen mee bezig zijn. Wat er allemaal is en wat we allemaal kunnen.” De route door het ziekenhuis wordt goed aangegeven en kan van twee verschillende kanten worden gestart. “De route is vrij lang. Overal staan gastvrouwen die goed herkenbaar zijn om vragen te beantwoorden. Er zijn
• Saskia de Ree-Steenbergen, PR-functionaris
verschillende plaatsen waar de mensen een glaasje water kunnen drinken. En wanneer de route voor sommigen toch te lang blijkt te zijn, dan kunnen ze via de gastvrouwen de route onderbreken.” Iedereen in het verzorgingsgebied van het Doetinchemse ziekenhuis krijgt de kans het ziekenhuis tijdens de open dag eens van een andere kant te bekijken. Ook het nieuwe TECgebouw is open, daar kan een kijkje worden genomen bij onder andere de bloedbank en bij Sensire. “Niet bij de huisartsenpost. Die is gewoon in bedrijf.” Uiteraard zijn ook de verschillende patiëntenafdelingen niet voor het publiek toegankelijk. De dagelijkse zorg gaat immers gewoon door en de rust moet voor de patiënt gewaarborgd blijven. Naast de informatie op de verschillende afdelingen kan de bezoeker tevens veel voorlichtingsmateriaal vinden tijdens de open dag. Zo is de Patiënten Advies Raad aanwezig evenals de Stichting Vrienden van het Slingeland Ziekenhuis. Ook is er een stand over de opleidingen in het ziekenhuis en heeft de Doetinchemse bibliotheek er een informatiepunt. Aan het eind van de route krijgen de bezoekers koffie met iets lekkers aangeboden in het auditorium. Gruitpoort Het centrum voor kunstzinnige vorming De Gruitpoort zorgt voor een luchtig accent tijdens de open dag. Buiten brengt een straattheater de nodige sfeer en binnen zijn er bijvoorbeeld demonstraties van houtsnijden en grafiek. Er is een tentoonstelling van grafiek en een karikatuurtekenaar, allemaal verzorgt door De Gruitpoort. In de verschillende wachtkamers is er voor kinderen circus en grimeren. Ook kunnen de kids ‘te gek op de foto’. Ze kunnen zich als arts verkleden of als verpleegster en worden op die manier ‘te
• Archieffoto open dag 2002
gek’ op de foto gezet. De Gruitpoort heeft drie informatiestands tijdens de open dag waar het filmhuis, het theater, het cursusaanbod en algemene informatie verkrijgbaar is. Ook via www.gruitpoort.nl is overigens over het centrum voor kunstzinnige vorming van alles te vinden.
Open dag 8 oktober kinderafdeling Alle scholen in de regio zijn uitgenodigd om een kijkje te nemen op de kinderafdeling. Op vrijdag 8 oktober in de ochtend komen de groepen 1 tot en met 4. 's Middags komen de groepen 4 tot en met 8. De schooljeugd en hun onderwijzers krijgen informatie over bijvoorbeeld gezonde voeding en over het belang van sporten. Maar ook over: buisjes in je oren, hoe gaat dat precies, en hoe verloopt de voorbereiding op een operatie. De rondleiding wordt afgesloten met een optreden van Warboel.
Vorm 12 pagina 12 + 13
Cardiologie start nieuwe ‘hartfalen-poli’
Slingeland Ziekenhuis heeft open dag op zondag 10 oktober
De ontwikkelingen op het gebied van cardiologie staan niet stil. Door betere behandelingen
Op zondag 10 oktober houdt het Slingeland Ziekenhuis een open dag. Van 11.00 tot 16.00 uur is
overleven patiënten steeds vaker een hartinfarct. De prehospitale trombolyse die inmiddels zo’n
iedereen van harte welkom om de opengestelde afdelingen te komen bekijken. Uit voorgaande
twee jaar geleden is gestart, is daar zeker debet aan. Dit project is samen met de GGD, de
jaren is gebleken dat er heel veel belangstelling is voor deze open dag. En dat heeft waarschijn-
ambulancedienst, het Slingeland Ziekenhuis en het Beatrix Ziekenhuis in Winterswijk opgestart
lijk alles te maken met de wijze waarop de bezoekers worden ontvangen.
en houdt in dat al in de thuissituatie de patiënt medicijnen krijgt toegediend. De ambulancebroeder kan de diagnose stellen, er kan thuis al een ECG worden gemaakt omdat alle ziekenauto’s tegenwoordig de apparatuur aan boord hebben, en met stolseloplossende medicijnen kan vervolgens het infarct worden beperkt. Want dat is volgens Henk Drost, cardioloog, het toverwoord: infarctgrootte-beperking. “Daardoor overleven meer patiënten een hartinfarct. Maar het
kleur: C M Y K
hart heeft wel een tik gehad en dus zullen er in de toekomst meer mensen komen met een verminderde pompfunctie van het hart, patiënten dus met hartfalen.”
• Henk Drost, cardioloog Hartfalen wordt volgens Drost de epidemie van de toekomst. Patiënten zullen door hartfalen vaker voor controle naar het ziekenhuis moeten komen. In september van dit jaar start daarom een nieuwe polikliniek: de hartfalenpoli. “Hiervoor zijn twee verpleegkundigen opgeleid die onder supervisie van de cardiologen patiënten intensief controleren en eventueel de medicatie bijstellen. Op deze manier moet het minder vaak noodzakelijk zijn dat de patiënten worden opgenomen.” De vijf cardiologen die aan het Slingeland Ziekenhuis zijn verbonden stellen zich veel van de nieuwe poli voor. De hartfalenpoli is gerealiseerd naast de bestaande polikliniek cardiologie. “De beide verpleegkundigen werken ieder twee dagdelen op de hartfalenpoli en doen daar eigenlijk een soort dokterswerk. Maar daar zijn ze voor
opgeleid. En overigens, ze werken al op de polikliniek cardiologie”, vertelt Drost. Nieuw is eveneens de dit jaar opgezette ‘eerste harthulp’. “We hebben twee bedden beschikbaar gemaakt voor mensen die met hartklachten worden opgenomen. Twee observatiebedden. Belangrijk is om snel te weten wat er aan de hand is. In een korte periode wordt een scala aan onderzoek gedaan. Zo wordt er een hartfilmpje gemaakt, een fietstest gedaan en een bloedonderzoek. In een snel tempo kan worden bekeken wat de reden van de klachten is. En vervolgens is het snel mogelijk om de patiënt of door te sturen naar de hartbewaking of weer naar huis te laten gaan.” Voor de cardioloog is de automatisering, die uiteraard ook in het Slingeland Ziekenhuis steeds meer terrein wint, een bijzonder instrument. Via het beeldscherm kan hij aan zijn bureau, dus op afstand, de patiënt op bijvoorbeeld de hartbewaking volgen. “Natuurlijk blijft de patiënt centraal en zal het nooit de bedoeling zijn om alles vanaf afstand te beoordelen. Het is belangrijk en het blijft belangrijk om vaak zelf de patiënt te zien.
Service •
•
huisdrukkerij: Nemat Afshar
Huisdrukkerij: 2,8 miljoen kopieën per jaar drukwerk/productie: 2,4 miljoen per jaar
Maar door de mogelijkheden die de computer met zich meebrengt wordt wel veel tijd bespaard. De cardioloog kan nu ieder gewenst moment van de dag de toestand van een patiënt bekijken. Zonder dat hij daarvoor eerst veel lange gangen doormoet.” De ontwikkelingen op het gebied van de cardiologie gaan met een rap tempo. Voor de patiënt is dat vaak letterlijk van levensbelang. Er worden steeds minder mensen met een hartinfarct opgenomen. De laatste jaren een daling van zo’n 10 procent, een landelijke trend. “Betere behandelingen van bijvoorbeeld de bloeddruk en het cholesterolgehalte zijn daar de oorzaak van. Ook de betere resultaten van dotteren maakt de kans op fatale infarcten veel kleiner.” Drost meldt dat de patiënten steeds ouder worden. “We streven allemaal naar een langer en een beter leven. Ook de ouderen kunnen we nog wat bieden. Soms zijn patiënten 85 jaar en kun je toch nog opereren en soms is dat bij een 65-jarige niet meer mogelijk. Maar duidelijk is wel dat we steeds meer kunnen doen.”
“Wij proberen op alle afdelingen die meedoen aan de open dag de bezoekers ook echt wat te laten zien”, vertelt Saskia de Ree, PRfunctionaris van het Slingeland Ziekenhuis. “Dus kom je op de OK, dan zie je wat er op de OK gebeurt. Kom je in de keuken, dan zie je bijvoorbeeld hoe het eten wordt geportioneerd. Voor de eerste keer doet ook de apotheek mee. Iedereen mag door de apotheek lopen en zien hoe het daar gaat. Maar ook onze nieuwe afdeling dialyse is opengesteld. De bezoekers kunnen gaan kijken hoe het er uit ziet. En op de afdeling plastische chirurgie kan worden bekeken wat daar allemaal wordt gedaan. De afdeling Spoedeisende Hulp is open en daar worden zelfs Lotus-slachtoffers ingezet om de bezoekers duidelijk te maken hoe er wordt gewerkt.” Saskia de Ree meldt dat de mensen die vorige keer de open dag hebben bezocht, deze keer weer veel andere nieuwe ontwikkelingen kunnen bekijken. “Vernieuwingen en ontwikkelingen staan niet stil in ons ziekenhuis. Dat willen we graag allemaal laten zien. Daar zijn we ook trots op. We zijn trots op ons ziekenhuis en met veel liefde willen we laten zien waar we hier met z’n allen mee bezig zijn. Wat er allemaal is en wat we allemaal kunnen.” De route door het ziekenhuis wordt goed aangegeven en kan van twee verschillende kanten worden gestart. “De route is vrij lang. Overal staan gastvrouwen die goed herkenbaar zijn om vragen te beantwoorden. Er zijn
• Saskia de Ree-Steenbergen, PR-functionaris
verschillende plaatsen waar de mensen een glaasje water kunnen drinken. En wanneer de route voor sommigen toch te lang blijkt te zijn, dan kunnen ze via de gastvrouwen de route onderbreken.” Iedereen in het verzorgingsgebied van het Doetinchemse ziekenhuis krijgt de kans het ziekenhuis tijdens de open dag eens van een andere kant te bekijken. Ook het nieuwe TECgebouw is open, daar kan een kijkje worden genomen bij onder andere de bloedbank en bij Sensire. “Niet bij de huisartsenpost. Die is gewoon in bedrijf.” Uiteraard zijn ook de verschillende patiëntenafdelingen niet voor het publiek toegankelijk. De dagelijkse zorg gaat immers gewoon door en de rust moet voor de patiënt gewaarborgd blijven. Naast de informatie op de verschillende afdelingen kan de bezoeker tevens veel voorlichtingsmateriaal vinden tijdens de open dag. Zo is de Patiënten Advies Raad aanwezig evenals de Stichting Vrienden van het Slingeland Ziekenhuis. Ook is er een stand over de opleidingen in het ziekenhuis en heeft de Doetinchemse bibliotheek er een informatiepunt. Aan het eind van de route krijgen de bezoekers koffie met iets lekkers aangeboden in het auditorium. Gruitpoort Het centrum voor kunstzinnige vorming De Gruitpoort zorgt voor een luchtig accent tijdens de open dag. Buiten brengt een straattheater de nodige sfeer en binnen zijn er bijvoorbeeld demonstraties van houtsnijden en grafiek. Er is een tentoonstelling van grafiek en een karikatuurtekenaar, allemaal verzorgt door De Gruitpoort. In de verschillende wachtkamers is er voor kinderen circus en grimeren. Ook kunnen de kids ‘te gek op de foto’. Ze kunnen zich als arts verkleden of als verpleegster en worden op die manier ‘te
• Archieffoto open dag 2002
gek’ op de foto gezet. De Gruitpoort heeft drie informatiestands tijdens de open dag waar het filmhuis, het theater, het cursusaanbod en algemene informatie verkrijgbaar is. Ook via www.gruitpoort.nl is overigens over het centrum voor kunstzinnige vorming van alles te vinden.
Open dag 8 oktober kinderafdeling Alle scholen in de regio zijn uitgenodigd om een kijkje te nemen op de kinderafdeling. Op vrijdag 8 oktober in de ochtend komen de groepen 1 tot en met 4. 's Middags komen de groepen 4 tot en met 8. De schooljeugd en hun onderwijzers krijgen informatie over bijvoorbeeld gezonde voeding en over het belang van sporten. Maar ook over: buisjes in je oren, hoe gaat dat precies, en hoe verloopt de voorbereiding op een operatie. De rondleiding wordt afgesloten met een optreden van Warboel.
Vorm 10 pagina 10 + 15
Logopedie kan helpen bij slikproblematiek
Transmuraal en Educatief Centrum nieuw op terrein ziekenhuis
De groep logopedisten van het Slingeland Ziekenhuis bestaat uit Baukje Zorko, Marissa Dorgelo en
Afgelopen voorjaar is op het terrein van het Slingeland Ziekenhuis het TEC geopend. Het
Nathalie Reulink. De eerste twee dames werken al geruime tijd op de logopedie en Baukje heeft
Transmuraal & Educatief Centrum, kortweg TEC genoemd is een modern gebouw waarvan alle
naast de parttime functie in het ziekenhuis ook een praktijk in Wehl, waar eveneens Marissa
vierkante meters optimaal worden gebruikt. In het gebouw bevinden zich de huisartsenpost, de
Dorgelo parttime werkt. Nathalie Reulink is net afgestudeerd en heeft de bedoeling om eveneens
dienstapotheek, de trombosedienst, twee transferverpleegkundigen van het Slingeland
naast haar parttime baan in een praktijk te gaan werken. “Want dat is heel gebruikelijk in ons vak.
Ziekenhuis, de Thuiszorgwinkel, de bloedbank, Beter Horen en Roessingh Revalidatie Techniek.
Parttime werken. Overigens hebben we hier met z’n drieën samen wel een hele baan. Dus kan er
De bovenste verdieping is geheel in gebruik als Educatief Centrum.
iedere dag van de week een beroep op logopedie worden gedaan”, aldus Baukje Zorko. • Baukje Zorko en Nathalie Reulink
kleur: C M Y K
Iedere ochtend van 08.00 uur tot ongeveer 13.00 uur is er een logopedist aanwezig. Soms is het noodzakelijk om bij een patiënt aanwezig te zijn wanneer er gegeten wordt. Want dat is namelijk een van de nieuwe gebieden waarop logopedie zich steeds vaker gaat richten: de slikproblematiek. “Logopedie staat eigenlijk op vier pijlers”, vertelt Baukje Zorko. “Stem, spraak, taal en gehoor. Daar is de pijler slikproblemen bijgekomen.” Slikproblemen kunnen voorkomen bij mensen die bijvoorbeeld een beroerte hebben gehad. Of bij chronische ziektes zoals bijvoorbeeld Parkinson. Ook voor en na een operatie in het keel- en mondgebied kunnen slikproblemen optreden. Maar ook bij patiënten die om een geheel andere reden in het ziekenhuis liggen en verzwakt zijn, kan het slikken moeilijk zijn. En soms neemt de ouderdom een slikprobleem met zich mee. “Onze patiënten bevinden zich eigenlijk door het gehele ziekenhuis heen”, vertellen de logopedisten. “Meestal worden deze mensen naar ons doorverwezen door de neuroloog en wanneer dat gebeurt dan gaan we het slikken bekijken. Is het slikken van een slechte kwaliteit maar is er kans op een snelle verbetering dan kan gekozen worden voor een sonde via de neus. Komt alles helemaal niet goed op gang en gaat het vermoedelijk lang duren dan wordt gekozen voor de PEG-sonde: een sonde die door de buikwand rechtstreeks in de maag wordt geplaatst. En kan de patiënt bijvoorbeeld wel wat ingedikt vocht drinken, zeg maar op vla-dikte, dan gaan we dit met de patiënt oefenen.” De logopedist beschikt voor het oefenen over verschillende compensatietechnieken. Technieken om de motoriek van de mond te verbeteren. “Kiezen op elkaar, tong tegen het gehemelte, doorbijten, slikken en naslikken. Met daarop weer verschillende varianten. Dat zijn adviezen die we de patiënten geven. En van daaruit proberen we langzaam te gaan bouwen tot we uitkomen bij normaal eten en drinken.” Niet altijd loopt de uitgezette weg zo voorspoedig als de logopedist zich had voorgesteld. “En soms moet je dan weer terug naar de sonde.” Het is duidelijk dat een heel nauw overleg met de verpleegkundige en met de keuken van
doorslaggevend belang is. In het medisch dossier zit dan ook een groen blad speciaal voor de para-medici waarop de bevindingen en adviezen van de logopedist snel en gemakkelijk te vinden zijn. “Voor de familie houden we een schriftje bij. Dat ligt bij de patiënt en zo blijft ook de familie van de vorderingen op de hoogte. Soms schrijft de familie er zelf opmerkingen in. Zo stond er laatst: Hoi Baukje, we waren bij vader en we zien hoe hij vooruitgaat. Dat zijn leuke dingen.” Patiënten die moeite hebben met slikken kunnen zich gemakkelijk verslikken. “Ook daar kunnen we soms adviezen bij geven. Zo is de houding van de patiënt heel belangrijk. Het tempo waarin wordt gegeten en de medicatie kunnen van invloed zijn. Soms is het ook de slecht passende gebitsprothese en soms moet het bestek worden aangepast.” Wanneer het voedsel blijft steken in de slokdarm wordt samen met de radioloog een ‘slikfoto’ gemaakt. “We blijven dan bij de patiënt. Tijdens het onderzoek moet de patiënt een contrastmiddel slikken waardoor de weg via de mond, door de slokdarm naar de maag goed kan worden bekeken. Blijkt de slikfunctie helemaal te ontbreken, dan kunnen we als logopedisten niets meer doen. Dan moet er worden doorverwezen naar een specialist.” Gelukkig kan in veel gevallen de logopedie wel een uitkomst bieden. “Vaak blijven we bij de patiënt als er wordt gegeten. En wanneer van de vla-dikte-dranken kan worden overgegaan tot iets stevigers, dan laten we bijvoorbeeld een proefmaaltijd maken. Dat gaat in nauw overleg met de keuken. Vuistregel is en blijft overigens dat wij opbouwen maar dat bij terugval te allen tijde de verpleegkundige de zaak weer kan terugdraaien.” Overigens kunnen patiënten zodra ze uit het ziekenhuis worden ontslagen en toch nog behoefte hebben aan begeleiding van een logopedist, hiervoor terecht bij een logopedist in de eigen woonomgeving. Maar de logopedie in het ziekenhuis doet nog meer. Zo wordt er bijvoorbeeld onderzoek gedaan bij patiënten met afasie. Hiervoor wordt een behandeling gezocht via de logopedie evenals bij dysarthrie en slikproblemen bij neuro-
logische patiënten. “Met logopedie boeken we goede resultaten. Natuurlijk blijft het altijd afhankelijk van bijvoorbeeld de mate van beschadiging in de hersenen. Is de beschadiging te groot voor een oplossing via oefeningen dan zoeken we een alternatieve vorm van communicatie. Hiervoor is het belangrijk om vooral de familie goed te begeleiden en te steunen. Instrumenten hiervoor kunnen gebaren en aanwijzen zijn. Ook misschien via ja of nee zinnen. Of met een kleine computer wanneer er nog wel gebruik van de vingers kan worden gemaakt. Voordat we echter tot een bepaalde methode overgaan moet eerst goed worden onderzocht wat er allemaal is uitgevallen.” Ook voor de logopedie geldt dat er steeds nieuwe ontwikkelingen komen. “We moeten door bijscholing op de hoogte blijven van wat er speelt. Het paramedisch kwaliteitsregister dwingt ons daar ook min of meer toe. En die kwaliteit is belangrijk.”
Colofon De Slingeland Ziekenhuiskrant is een uitgave van het Slingeland Ziekenhuis Doetinchem. Deze uitgave verschijnt als speciale bijlage bij de Gelderse Post Doetinchem, IJsselstreek, Wischpost, Liemers Lantaren en Achterhoek Nieuws Zuid in een oplage van 101.356 exemplaren. Slingeland Ziekenhuis: Saskia de Ree-Steenbergen (eindredactie) Tekst: Lideke Simon Foto's: Toon Hendriks Charles Keijser Vormgeving: WCGO / Mark Siebelink Coördinatie/exploitatie: Lideke Simon Website: www.slingelandziekenhuis.nl September 2004
“We zijn heel blij met de komst van het TEC”, vertelt Arie Sparreboom, directeur van het Slingeland Ziekenhuis. “Met de thuiszorg, de huisartsenpost en al die andere huurders. Maar voor ons ziekenhuis is ook de opleidingsverdieping erboven heel belangrijk. In het opleidingscentrum zit zelfs een grote medische bibliotheek. We leiden natuurlijk ook veel op. Dat is onze tweede kernactiviteit.” Huisartsenpost Oude IJssel is geen echte nieuwkomer op het ziekenhuisterrein. In oktober 2001 heeft deze post een onderkomen gekregen in het beheersgebouw. Dit voorjaar is zij verhuisd naar het souterrain van het TEC. Net als de dienstapotheek is de huisartsenpost geopend tussen 17.00 en 8.00 uur en in het weekend en op feestdagen. De Huisartsenpost zit gelijkvloers met de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis. Vlak voordat de huisartsenpost opengaat, wordt een crashkar van het ziekenhuis op de huisartsenpost gezet. Deze kar bevat instrumenten en medicatie voor reanimatie. Na sluitingstijd wordt de kar weer teruggebracht. Dienstapotheek Oude IJssel is gehuisvest op de begane grond van het TEC. Er zijn vijftien apotheken uit de regio betrokken bij deze dienstapotheek, uit Doetinchem, Hengelo, Zelhem, Varsseveld, Wehl/Kilder, Terborg, Ulft, Gendringen, Silvolde en 's-Heerenberg. De apotheek van Dinxperlo overweegt deelname. De
dienstapotheek streeft naar dezelfde regionale dekking als de huisartsenpost Oude IJssel. Nu er een dienstapotheek is, zijn de apotheken in de regio ‘s nachts gesloten. Voor de patiënten die van de huisartsenpost een recept meekrijgen, is dat geen probleem. Immers, de dienstapotheek zit een verdieping hoger in het TEC. Dienstapotheek Oude IJssel is opgezet naar het voorbeeld van dienstapotheek Salland in Deventer. Er wordt niet bereid, er zijn alleen kant-en-klare artikelen verkrijgbaar. De enige uitzondering daarop is het aanmaken van antibiotica-dranken. De dienstapotheek is er ook niet voor herhalingsrecepten. Insteek van de dienstapotheek is dat mensen uit de nood worden geholpen tot hun eigen apotheek weer open is. Alle deelnemende apotheken hebben hun computer gekoppeld aan de computer van de dienstapotheek. Op die manier kan er medicatiebewaking plaatsvinden van de patiënten die de dienstapotheek bezoeken. Een aantal jaren geleden telde Nederland 22 regionale bloedbanken. In 1998 is dat aantal teruggebracht naar negen. In 2002 is men naar één landelijke bloedbank gegaan, verdeeld over vier regionale divisies. Die landelijke bloedbank heet Sanquin Bloedbank en is door de minister van VWS aangewezen om er voor te zorgen dat er in Nederland voldoende donorbloed voorhanden is. Stichting Sanquin Bloedvoorziening heeft als enige in Nederland het recht om bloed in te zamelen. Doetinchem valt onder Regio Zuidoost van Sanquin Bloedbank, waarvan het regiokantoor in Nijmegen gevestigd is. In Doetinchem wordt uiteraard al jarenlang bloed ingezameld. Vroeger gebeurde dat bij de Spoedeisende Hulp in het Slingeland Ziekenhuis, daarna is men verhuisd naar Partycentrum Hart van Doetinchem en sinds dit voorjaar is Sanquin Bloedbank weer terug op het
ziekenhuisterrein. En wel op de eerste verdieping van het TEC. Audicien Beter Horen zit al op twee locaties in Doetinchem en heeft er met haar vestiging in het TEC een derde locatie bij. De andere twee vestigingen zitten aan de Walstraat (centrum) en de Terborgseweg. Hoortoestellen worden steeds kleiner en beter. Bovendien is door de opkomst van de walkman het helemaal geen raar gezicht meer dat iemand iets in zijn of haar oor heeft. Op dit moment worden hoortoestellen nog door de zorgverzekeraars vergoed, maar in 2006 houdt dat waarschijnlijk op. Duidelijk zichtbaar op de begane grond aan de voorkant van het TEC bevindt zich de thuiszorgwinkel van Sensire. De Doetinchemse thuiszorgwinkel was voorheen gevestigd in de stad, bij schouwburg Amphion. Op de eerste verdieping van het TEC-gebouw heeft Sensire nog meer ruimtes in gebruik. Daar hebben de medewerkers voor specifieke zorg hun kantoor, zoals de diabetesverpleegkundige, incontinentieverpleegkundige en de oncologieverpleegkundige. Op de begane grond, boven de huisartsenpost, bevindt zich een vestiging van Roessingh Revalidatie Techniek. Hier kan men terecht voor protheses, ortheses (voor ondersteuning en correctie), maar bijvoorbeeld ook voor steunkousen. De vestiging in het TEC is twee hele dagen en een dagdeel geopend. De openingstijden sluiten aan op de spreekuren van de revalidatieartsen. Roessingh Revalidatie Techniek is nog wat zoekende wat betreft de openingsuren. Ze werken veel op afspraak.
Gynaecologie zet belangrijke stappen voorwaarts
Slingeland Ziekenhuis uitgebreid met afdeling plastische chirurgie
De afdeling gynaecologie van het Slingeland Ziekenhuis heeft lange tijd gewerkt met een team van
De jongste afdeling binnen het Slingeland Ziekenhuis is de afdeling plastische chirurgie.
vier gynaecologen. Sinds begin 2003 is dat aantal uitgebreid en op dit moment zijn zes gynaecolo-
Op 1 december van het vorig jaar is de afdeling gestart terwijl de eerste operaties in januari van
gen werkzaam op een afdeling waar veel nieuwe ontwikkelingen zijn. “Mede dankzij de uitbreiding
dit jaar hebben plaats gevonden. “Een nieuwe afdeling opstarten betekent een organisatie van
van het team kunnen we ons nu goed toeleggen op nieuwe mogelijkheden binnen ons vakgebied
niets naar iets brengen”, vertelt Edwin van Onselen, plastisch chirurg. “Heel belangrijk is de
en dat levert een behoorlijke kwaliteitsverbetering op”, aldus Frans Reijnders, gynaecoloog.
kwaliteitsbewaking. Alles moet er zijn. Op dit moment kunnen we zeggen dat we in de laatste fase daarvan zitten.” Samen met Paul Kouwenberg, eveneens plastisch chirurg, geeft Van
• Eveline Tepe, gynaecoloog
Nieuwe technieken Omdat de mensen steeds ouder worden en ze een goede kwaliteit van leven willen, wordt op tal van gebieden nieuwe technieken ontwikkeld. Voor een verzakking van de baarmoeder bijvoorbeeld, of voor incontinentie. Voor dit laatste is een samenwerking met de urologen gestart. “Incontinentie is lang een probleem geweest waar niet zo gemakkelijk over werd gesproken”, weet Reijnders. “Dat is gelukkig
Want: “Zonder plastisch chirurg is een ziekenhuis invalide”, aldus Van Onselen.
• Frans Reijnders, gynaecoloog • Edwin van Onselen veranderd. De stap naar de huisarts is sneller gemaakt en met goede oefentherapie is veel te bereiken. Brengt dat niet het gewenste resultaat, dan kan een operatieve ingreep uitkomst bieden. Een betrekkelijk simpele ingreep met een heel mooi resultaat.” Vrouwen die last hebben van overmatige menstruatie ondergingen vroeger meestal een baarmoederverwijdering. Tegenwoordig kan dit probleem ook worden opgelost door een kijkoperatie in de baarmoeder, een zogenaamde hysteroscopische operatie. Hierbij wordt door een klein buisje via de baarmoedermond weefsel van de binnenkant van de baarmoeder verwijderd. Fertiliteit Bij de fertiliteitsonderzoeken en - behandelingen (onderzoek en behandeling gericht op de vruchtbaarheid) kan eveneens een kwaliteitsverbetering worden gemeld. Er is een apart fertiliteitsspreekuur gestart. Doktersassistentes zijn hiervoor speciaal opgeleid. Zij hebben de tijd, de aandacht en de expertise die nodig is om een goede invulling aan dit spreekuur te geven, waarbij zij werken onder supervisie van de gynaecoloog. “De onderzoeken en de behandelingen zijn vaak intensief”, vertelt Eveline Tepe. “Soms moeten de mensen iedere dag terugkomen. En dat lukt niet bij een gynaecoloog.” Co-assistent “Gelukkig wordt onze polikliniek binnenkort uitgebreid, wat ook nodig is met al die nieuwe ontwikkelingen. Daarbij komt nog dat vanaf volgend jaar co-assistenten een deel van hun opleiding ook op de afdeling gynaecologie kunnen krijgen. “Dat we in staat zijn om deze opleiding te kunnen bieden zegt natuurlijk wel iets over onze groep”, vinden de beide gynaecologen.
Zo'n vijftig jaar geleden is de plastische chirurgie ontstaan. Door de vele oorlogsgewonden vroeg in Engeland een aantal chirurgen zich af, of er niet iets gedaan kon worden voor deze groep. Er volgde een snelle ontwikkeling. En inmiddels is het experimentele stadium van vijftig jaar geleden uitgegroeid tot een belangrijke specialisatie die in alle grote opleidingsziekenhuizen en in alle algemene ziekenhuizen aanwezig is. “De plastisch chirurgen onderscheiden zich door de manier van handelen”, vertelt Van Onselen. “Wij hebben de kennis van de anatomie van het gehele lichaam gecombineerd met zogenaamd 'gentle tissue handling'. Wij zijn erop getraind het weefsel niet te beschadigen. Wij behoren tot de doeners onder de specialisten, tot de snijdende groep. Onze speciale kennis maakt dat we bepaalde dingen kunnen doen. Wij kunnen heel delicaat weefsel verplaatsen.” Van Onselen legt uit dat zijn specialisatie op een
aantal pijlers rust. Als eerste noemt hij de reconstructieve chirurgie. “Na grote trauma's of na kanker waar delen van het lichaam zijn weggenomen, kunnen we met plastische chirurgie weer iets nieuws maken. Dat heeft veelal in de eerste plaats een functioneel effect maar direct daarna ook een cosmetisch effect.” Over cosmetische chirurgie wil Van Onselen niet praten. “Dat bestaat niet. Neem bijvoorbeeld een hazenlip. Het is in de eerste plaats functioneel om dat te opereren en daarna ook cosmetisch. Het hoort allemaal bij elkaar. Cosmetische chirurgie wordt in een bepaalde hoek gedrukt en dat is lang niet altijd terecht. Heeft een vrouw hele kleine borsten waar ze graag iets aan wil laten doen, dan wordt dat heel anders beoordeeld dan wanneer een vrouw na kanker een borst mist en daar iets aan wil laten doen. Terwijl de ingreep in beide gevallen van groot belang is voor de vrouw.” De plastisch chirurg werkt volgens Van Onselen meer aan de 'buitenkant' dan zijn collega's. “Elke dokter verbetert iets maar bij ons is het resultaat vaak visueel goed te beoordelen.” Hij noemt het verwijderen van huidkanker in zichtbare gebieden, of bij kinderen de hazenlip en de flaporen. Maar ook bij ingewikkelde botbreuken, verlammingen, genitale chirurgie en bij reconstructies na kanker is de plastisch chirurg van groot belang. Ook transseksuele operaties worden door de plastisch chirurg gedaan. “Ons specialisme is niet afgebakend voor een bepaalde groep zoals dat wel het geval is bij bijvoorbeeld de kinderarts, de cardioloog of de gynaecoloog.”
Inkoop & Logistiek • • • • • •
Het SZ heeft in 2003 262 ton huishoudelijk afval afgevoerd. Dit komt overeen met 487 huishoudens uit Doetinchem. Het SZ heeft in 2003 85 ton papier afgevoerd. Dit komt overeen met 584 huishoudens uit Doetinchem. Het SZ heeft in 2003 29 ton incontinentie materiaal afgevoerd. Het elektriciteitsverbruik is 5,2 miljoen kWh geweest. Dit komt overeen met ongeveer 1567 huishoudens. Het gasverbruik was 994.000 kub. Dit komt overeen met ongeveer 511 huishoudens uit Doetinchem. Specifiek ziekenhuis afval is 32 ton geweest.
De jongste afdeling van het Slingeland Ziekenhuis is er ook voor mensen die denken een operatie nodig te hebben. Maar of dat ook gebeurt hangt af van het advies van de plastisch chirurg. “Pas na een consult kunnen we bekijken wat we gaan doen en of we wat gaan doen.” Overigens meldt Van Onselen wel dat de verzekering niet altijd alles vergoed. In vijftig jaar is veel gebeurd op het gebied van plastisch chirurgie. En nog steeds gaat de ontwikkeling in razend tempo verder. “We staan nog aan het begin. Wat nu erg in de belangstelling staat is tissue engineering. Iemand heeft bijvoorbeeld geen oor. We boetseren met kraakbeen een oor en plaatsen dat in het lichaam om het te laten groeien. Is het voltooid dan halen we het eruit en wordt het geplaatst. Maar er kan ook steeds meer in een laboratorium. Het wordt mogelijk om delen van het lichaam te vervangen. Het is nog toekomst maar soms kan de ontwikkeling ook grote sprongen maken en is de toekomst misschien dichterbij dan men denkt. Ja, het is een boeiend vakgebied.”
kleur: C M Y K
Gynaecologisch oncoloog Voor kwaadaardige gynaecologische aandoeningen heeft het Slingeland Ziekenhuis een samenwerkingsverband met het universiteits ziekenhuis van Nijmegen. Gynaecologische oncologen komen naar het Doetinchemse Ziekenhuis om specialistische operaties uit te voeren. “De patiënt kan hierdoor in veel gevallen in het eigen ziekenhuis blijven en de nazorg wordt door de eigen specialist gedaan. Dat is voor veel mensen heel prettig.”
Onselen vorm en inhoud aan de nieuwe afdeling plastisch chirurgie. Een belangrijke afdeling.
pagina 09 + 16
Pijnstilling “Pijnstilling tijdens de baring bestond vroeger slechts uit een warm bad of een warme douche”,
legt Reijnders uit. “Tegenwoordig wordt steeds vaker een ruggenprikverdoving toegepast. Tien procent van de bevallingen in het Slingeland Ziekenhuis gebeurt inmiddels op die manier. Dat kan dankzij de goede samenwerking met de anesthesisten.” De verloskundige zorg in het Slingeland Ziekenhuis wordt ondersteund door een eigen groep verloskundigen. Dit zijn speciaal opgeleide verloskundigen die in dienst zijn van het ziekenhuis en werken onder supervisie van de dienstdoende gynaecoloog. Alle toekomstige moeders en vaders worden voor een bevalling in het Slingeland ziekenhuis goed voorgelicht. Iedere eerste dinsdag van de maand is er een voorlichtingsavond waarbij een verpleegkundige, een verloskundige en een gynaecoloog de aanstaande ouders vertellen hoe een bevalling in het ziekenhuis kan verlopen. Overigens zijn ook aanstaande ouders die thuis bevallen welkom bij deze avonden. Immers ook zij kunnen onverwacht toch nog naar het Slingeland Ziekenhuis moeten, waar overigens jaarlijks zo'n duizend bevallingen plaats vinden.
Vorm 09
De vraag naar gynaecologische hulp neemt toe. Het gynaecologisch aanbod eveneens. Zowel op het gebied van verloskunde, gynaecologie als vruchtbaarheid zijn belangrijke nieuwe stappen gezet. “De prenatale diagnostiek biedt steeds meer mogelijkheden”, vertelt gynaecoloog Eveline Tepe. “Tijdens de zwangerschap kan gewezen worden op de mogelijkheid om eventuele afwijkingen bij het kind op te sporen. In speciale centra waar wij mee samenwerken vindt de prenatale diagnostiek plaats. Daar wordt bijvoorbeeld een vlokkentest gedaan of een vruchtwaterpunctie. We doen hier wel een zogenaamde prenatale screening. Wanneer de zwangerschap 11 weken is gevorderd kunnen we een nekplooimeting bij het kind doen en een tripletest, dat is een bloedbepaling bij de moeder. Met de resultaten kunnen we een kansberekening op afwijkingen maken en eventueel doorverwijzen naar het centrum Arnhem of Nijmegen. Binnen de prenatale screening kan bij 20 weken zwangerschap een uitgebreide echoscopie worden uitgevoerd om bijvoorbeeld een open ruggetje op te sporen. Wanneer afwijkingen worden geconstateerd verwijzen wij door naar het centrum voor prenatale diagnostiek”, aldus Eveline Tepe. De vraag naar prenatale screening neemt toe. De informatie over deze mogelijkheden vindt zijn weg naar aanstaande ouders en steeds vaker wordt door hen zekerheid gezocht in een vroeg stadium.
Vorm 08
Ontwikkelingen reumatologie staan niet stil
pagina 08 + 17
Bureau patiëntenvoorlichting breidt aanbod informatie uit Enigszins verscholen naast het bezoekersrestaurant op de begane grond, bevindt zich het
De reumatologen van het Slingeland Ziekenhuis beoefenen hun vak in de volle breedte en
Bureau Patiëntenvoorlichting. Drie enthousiaste dames zijn er verantwoordelijk voor optimale
diepte. Zij zijn opgeleid in de interne geneeskunde en hebben zich daarna speciaal gericht op
voorlichting en informatie naar patiënten en familie. Deze voorlichting gebeurt door middel van
de aandoeningen van het bewegingsapparaat. De reumatoloog is als het ware de internist
folders, brochures of via de website. Het drietal bestaat uit Silvia van den Berg coördinator,
voor aandoeningen van het bewegingsapparaat.
José Bijloo en Silvia van Aalst.
kleur: C M Y K Silvia van Aalst en José Bijloo zijn beide jaren als verpleegkundige werkzaam geweest. Een ‘verleden’ waar het Bureau Patiëntenvoorlichting heel duidelijk een voordeel mee heeft. “Wij proberen met de ogen van de patiënt de behoefte aan informatie te bekijken. Wat wil de patiënt weten van zijn ziekte en van de behandeling. Door onze ervaring hebben we daar een redelijke kijk op.” Silvia van de Berg heeft gezondheidswetenschappen gestudeerd waar voorlichting en communicatie een belangrijk onderdeel van zijn. “Goede informatie is voor een patiënt van heel groot belang. Zeker als een patiënt slecht nieuws krijgt gebeurt het regelmatig dat niet alles wat door de arts wordt verteld ook wordt ‘opgeslagen’. Dan is het van belang om het juiste voorlichtingsmateriaal mee naar huis te kunnen nemen.” De medewerkers van het Bureau Patiëntenvoorlichting lichten dus zelf niet voor. “Wij adviseren hoe de voorlichting goed kan worden afgestemd op de behoefte die er bij de patiënten bestaat. Daarvoor maken we gebruik van hulpmiddelen zoals folders of een website. De behandelend arts geeft natuurlijk informatie over de medische situatie van de patiënt. Maar daar-naast is er vaak behoefte aan aanvullende informatie over ziekte en gezondheid. En die informatie is bij ons verkrijgbaar.” Het foldermateriaal dat verkrijgbaar is bij het bureau kan worden onderverdeeld in twee categorieën: de interne en de externe informatiefolders. De interne folders behandelen de aan het Slingeland Ziekenhuis gerelateerde zaken. Een goed voorbeeld daarvan is het boekje Opname in het Slingeland Ziekenhuis. Hierin kan de patiënt alle belangrijke informatie vinden die te maken heeft met de opname. Er staan adviezen in over mee te nemen kleding maar ook de bezoektijden zijn erin te vinden evenals de rechten en plichten
die een patiënt heeft. Bijvoorbeeld informatie over de WGBO, de wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Bij een opname is het namelijk van belang dat de patiënt weet wat er gaat gebeuren en waarom. In de WGBO is vastgelegd dat de hulpverlener de plicht heeft om de patiënt duidelijke informatie te geven. De patiënt heeft er dus recht op te weten waarom allerlei onderzoeken worden gedaan of wat een bepaalde behandeling voor gevolgen kan hebben. De patiënt mag zelfs het onderzoek weigeren wanneer hij of zij bezwaren heeft. Maar naast rechten heeft een patiënt ook plichten. Zo vermeldt het informatieboekje dat er van de patiënt wordt verwacht dat hij of zij de hulpverlener duidelijk en volledig informeert. Want alleen dan kan de goede diagnose worden gesteld en kan een deskundige behandeling volgen. “Belangrijke informatie dus die voor de patiënt van groot belang is”, vertelt José Bijloo. Het Bureau Patiëntenvoorlichting kent een reeks van deze interne folders. Gemakkelijk te herkennen aan de vormgeving: wit en blauw. Folders die ook door de medewerkers zelfs worden samengesteld.
zelf ook mee werken. Het is een beetje de bijbel op dit gebied. Wij vinden het goed om deze mogelijkheid ook aan de patiënten aan te bieden. En ingewikkeld om ermee werken is het niet. Iemand die internet een beetje kent, kan gemakkelijk zijn weg vinden in deze encyclopedie. Maar er komt ook een instructiekaart te hangen. En even bij ons binnenlopen en vragen blijft natuurlijk tot de mogelijkheden behoren.” Patiënteninformatiewijzer “Communicatie is complex, zeker in een ziekenhuis”, aldus de dames van het Bureau Patiëntenvoorlichting. “Om dat goed te laten verlopen moet ook de patiënt zijn aandeel aan de communicatie leveren. Dat betekent dat de patiënt zich goed moet voorbereiden en van te voren moet nadenken over te stellen vragen. De patiënt heeft recht op informatie maar hij heeft ook zelf een eigen verantwoordelijkheid. Het is een samenwerking. De patiënt kan het niet alleen en de arts kan het niet alleen. En wij helpen de patiënt om goed geïnformeerd te worden.” Een mooi voorbeeld is patiënteninformatiewijzer: een mapje met daarin de hele route die de patiënt moet doorlopen. “Informatie op maat dus. Alleen dat wat voor die patiënt van belang is. En gedoseerd. Het mapje wordt uitgebreid wanneer een extra toevoeging noodzakelijk is.”
De externe folders betreffen het materiaal dat bijvoorbeeld door patiëntenverenigingen wordt uitgegeven. “Wij screenen deze folders op begrijpbaarheid, leesbaarheid en we kijken of er geen belangrijke informatie ontbreekt. Natuurlijk willen Wie thuis al iets wil weten over het Slingeland we ook niet dat de folder commercieel is. Ziekenhuis kan de digitale snelweg op. Via Regelmatig leggen we de zaak voor aan een arts www.slingelandziekenhuis.nl is heel gebruikersom zeker te zijn dat het een goede folder vriendelijk al veel informatie te verkrijgen. betreft.” Patiënten mogen ten allen tijde binnenlopen bij het Bureau om voorlichting te halen. “Maar • Slivia van Aalst, José Bijloo en Silvia van den Berg wij proberen om via de polikliniek de informatie al bij de patiënt te krijgen. Wij willen de patiënt goed geïnformeerd het ziekenhuis weer uit krijgen.” In het najaar wordt het aanbod aan informatie nog verder uitgebreid. Dan komt er een informatiezuil waarop twee computers beschikbaar zijn. Eén computer voor mensen in een rolstoel en één voor staande patiënten. Hierop is een medische encyclopedie te raadplegen. “Het is een encyclopedie waar we
• Jan Bürer
“Reuma is een verzamelnaam voor zo’n 150 verschillenden ziektes, syndromen en aandoeningen”, vertelt J. Bürer, reumatoloog. “In Nederland wordt het begrip reuma soms ten onrechte gebruikt. Dat is verwarrend. De bekendste reumatische aandoening is de chronische gewrichtsreuma: reumatoïde artritis. Dat is echt een vervelende ziekte. Dat maakt je gewrichten kapot als je er niets aan doet.” Volgens de Nederlandse reumatologen lijdt 1 procent van de westerse bevolking aan deze aandoening. De groep mensen met chronische reumatoïde artritis is een groep die de reumatoloog veel ziet en die de zorg van de reumatoloog nodig heeft. Een groep die tot voor kort wel kon worden behandeld met zware anti-reumamedicijnen maar die niet kon worden genezen. “Maar er zijn nieuwe ontwikkelingen te melden”, aldus Bürer, “Er is een wonder-medicijn gekomen. Door uitgebreid wetenschappelijk onderzoek van het afweersysteem is ontdekt dat de zogenaamde Tumor necrosis factoralpha blokker de ernstige vormen van deze reuma-aandoening veel rustiger kan krijgen. Dat betekent dat de mensen die altijd de meeste last van de ziekte hebben gehad nu vaak goed te behandelen zijn.” Het nieuwe medicijn heeft echter een schaduwzijde. “Het is enorm duur. Op jaarbasis kost een behandeling voor 1 patiënt zo’n 13.000 euro. Dat betekent dat je het niet zo maar aan iedereen kunt geven. Dit is alleen voor mensen die het echt heel hard nodig hebben.” De overheid heeft landelijk geregeld dat voor
behandeling toestemming moet worden gevraagd voor vergoeding van het medicijn. Aan een centrale commissie moet worden aangetoond dat de ziekte ernstig genoeg is om te behandelen. Aan een aantal criteria moet worden voldaan en is dat het geval dan gaat er een positief advies naar de ziektekostenverzekeraar. “Dan volgt er een behandeling van drie maanden. Daarna moet opnieuw een aanvraag worden ingediend. Er moet worden aangetoond dat er een verbetering is opgetreden. Van te voren is vastgesteld hoe groot die verbetering moet zijn. Wordt daar aan voldaan dan volgt een tweede positief advies. En dan kan de patiënt vervolgens levenslang een behandeling krijgen met de tnf-alpha blokkers.” Het nieuwe medicijn heeft naast de financiële schaduwzijde nog een bijwerking: “Er kan een verhoogde kans zijn op bepaalde infecties. En deze infecties verlopen dan ook nog eens ernstiger. Op de grote groep is het aantal patiënten dat dit negatieve effect heeft te verwaarlozen maar bij het individu telt het natuurlijk sterk. Toch blijkt dat zelfs in het geval van infecties de patiënt toch graag het medicijn blijft gebruiken”, vertelt de reumatoloog. Voor de groep die met het medicijn behandeld kan worden betekent het een enorme stap voorwaarts. “Het leven krijgt weer kwaliteit. Een aantal voelt zich zelfs niet meer ziek. Ze hebben minder pijn, zijn minder stijf en niet of aanzienlijk minder moe. Het is echt een verschil van dag en nacht. Sommigen kunnen zelfs hun werk of hun hobby weer opnemen. Want als je chronisch ziek bent dan heb je vaak nergens zin in. Dus ook deze negatieve gevoelens verdwijnen.” Het tnf-alpha blokkerende medicijn is sinds een paar maanden ook toegestaan voor patiënten met de ziekte van Bechterew en voor mensen met Artritis Psoriatica. “Ook hier blijkt het te werken. Maar ook hier geldt het aanvraagsysteem bij de overheid voor de vergoeding.” Sinds twee jaar heeft het Slingeland Ziekenhuis een derde reumatoloog: mevrouw Irene Idema. “Er was behoefte aan een derde dokter”, aldus Bürer. “De wachtlijsten werden te lang.” Bürer en Idema vormen met Peter Lanting een maatschap. Bürer en Lanting zijn naast het
Slingeland Ziekenhuis ook werkzaam in het streekziekenhuis in Winterswijk. Reumaconsulente De reumaconsulente is een gespecialiseerde verpleegkundige waarmee de reumatologen steeds beter en nauwer samenwerken. In Doetinchem zijn twee consulentes werkzaam en ze hebben een eigen spreekuur. Ze adviseren over praktische zaken zoals bad, lift, traplift, parkeerkaart en uitkering, ze geven voorlichting over de ziekte en het medicijngebruik. Ze hebben een eigen verantwoordelijkheid maar werken goed samen met de reumatoloog. “In de toekomst worden hun werkzaamheden waarschijnlijk nog verder uitgebreid”, verwacht Bürer. Een andere nieuwe ontwikkeling is het gebruik van de echografie. “Het werkt goed en gemakkelijk bij weke-delen reuma”, vertelt Bürer. “Het heeft een aanvullend karakter op de Röntgenonderzoeken, de Röntgenfoto’s, en het is minder belastend voor de patiënt.” Ook voor de reumatologie staan de ontwikkelingen niet stil. Het nieuwe ‘wonder-medicijn’ is een grote stap vooruit voor de patiënt.
www Informatie over het Slingeland Ziekenhuis? Kijk op de website www.slingelandziekenhuis.nl
Spoedeisende hulp belangrijke ingang ziekenhuis
Een niet-medicamenteuze pijntherapie voor chronisch patiënten, dat is de TENS-therapie. Hennie
De spoedeisende hulp van het Slingeland Ziekenhuis beschikt sinds vorig jaar juni over een fon-
Hubert en Lucia Neijenhuis, beide fysiotherapeut in het Slingeland Ziekenhuis zijn er razend ent-
kelnieuwe afdeling. De nieuwe ingang is ten opzichte van de oude zo’n tien meter opgeschoven
housiast over. “Het is geen nieuwe behandeling maar helaas nog wel steeds vrij onbekend. En
en is opgesplitst in een ingang voor patiënten die met ambulancevervoer naar het ziekenhuis
onbekend maakt onbemind. Gelukkig kunnen we langzamerhand constateren dat de TENS-
komen, met vlak daarnaast een ingang voor patiënten die met eigen vervoer komen. Met de
therapie steeds vaker wordt toegepast. Ook specialisten verwijzen steeds vaker patiënten met
komst van de nieuwe afdeling is de logistiek van de patiëntenstroom verbeterd en is tevens de
chronische pijn door voor de TENS -behandeling. Want daar is de behandeling voor bedoeld,
privacy van de patiënt meer gewaarborgd. Er zijn nu meerdere ruimtes beschikbaar waardoor er
voor mensen die chronisch pijn hebben en eigenlijk alles al hebben geprobeerd.”
meer patiënten in een bepaalde tijd voor onderzoek en behandeling terecht kunnen.
• Lucia Neijenhuis en Hennie Hubert
Na een week of twee wordt samen met de fysiotherapeut bekeken welk resultaat de TENS-behandeling heeft opgeleverd. “We vragen de patiënt een pijn-score-formulier in te vullen. Zowel voor, tijdens en na de behandeling moet dat formulier ingevuld worden. Op die manier proberen wij inzicht te krijgen in de pijn. De patiënt moet de gradatie van de pijn invullen, van onuitstaanbare, nauwelijks te verdragen pijn tot geen pijn of klachten.” Gebleken is inmiddels dat twee-derde deel van de mensen baat heeft bij de behandeling. De een in een meerdere mate dan de ander. De ervaring heeft geleerd dat al bij een geringe positieve reactie de patiënt vaak door wil gaan met deze vorm van pijnbestrijding. “Het apparaat werkt niet genezend. Er zijn ook geen bijwerkingen. Als er een positief resultaat is, dan gaan we bekijken hoe er misschien nog meer verbetering kan worden aangebracht. Over het algemeen komen patiënten tweemaal voor behandeling. Soms is het nodig dat iemand drie of vier keer terugkomt. Bij voldoende resultaat krijgt de patiënt het apparaat in bruikleen mee naar huis.” Verschillende zorgverzekeraars leveren deze producten en de patiënt krijgt het gratis in bruikleen.
De batterijen en de plakkers worden vergoed. Mensen met een pacemaker kunnen de TENS niet gebruiken. “En wanneer er geen resultaat is, dan gaat de patiënt terug naar de arts of specialist.” Er is zeer recent op de afdeling fysiotherapie een onderzoek naar de effectiviteit van de TENSbehandelingen afgerond. Dit onderzoek heeft gelopen van 1 januari tot 1 juli 2004. Gebleken is dat 58 procent van de patiënten zoveel baat heeft bij de TENS dat ze besluiten om het apparaatje te blijven gebruiken. TENS-behandelingen kunnen worden gebruikt bij pijnklachten op het gebied van diverse specialismen. Behandeling kan alleen plaatsvinden op verwijzing van arts of specialist.
FSP
(Facilitair Service Punt)
Wist u dat het FSP gemiddeld 20.000 meldingen per jaar verwerkt?
• Ilse Onland
De nieuwe afdeling spoedeisende hulp is vrijwel volledig geautomatiseerd en digitaal. “Tot 2002 waren we analoog”, vertelt chirurg en traumatoloog Sjoerd van der Meer. “Nu beschikt elke kamer over een computer die is aangesloten op het netwerk.” Marcel Rekers, hoofd intensive care en interim hoofd spoedeisende hulp beaamt het belang: “De patiënt wordt nu 1 keer ingevoerd en daar kunnen alle afdelingen gebruik van maken. Binnenkort gaan we ook de patiëntenlogistiek en registratie op de Spoedeisende Hulp digitaliseren.” Door automatisering komen er behalve de patiëntgebonden ook andere belangrijke gegevens beschikbaar. “Om zo efficiënt mogelijk te werken is het belangrijk om inzicht te hebben in hoe er gewerkt wordt. Bijvoorbeeld hoe lang een patiënt op Spoedeisende Hulp in behandeling is, maar ook hoeveel patiënten er op jaarbasis voor welk specialisme komen. Gegevens betreffende aantal, oorzaak en aard van ongevallen gaan naar de regionale en landelijke traumaregistratie. Dat is dus een wetenschappelijk belang. de privacy van de patiënt is uiteraard te allen tijde gewaarborgd.” De ingang van de spoedeisende hulp is, naast de hoofdingang, een belangrijke ingang van het ziekenhuis. Per jaar komen zo’n dertien- tot veertienduizend patiënten via deze ingang naar binnen. “Hier moeten de patiënten op het goede spoor in het ziekenhuis worden gezet. Dat betekent
• Marcel Rekers en Ria Schlief
opvang, diagnose stellen, een eerste behandeling geven en verdere behandeling in gang zetten.” Traumaopvang is een specialistische opvang. “Iedereen die er bij betrokken is heeft een speciale scholing gehad. Zowel de medische specialisten, de arts-assistenten als de verpleegkundigen”, vertelt Van der Meer. “We werken volgens een stappenplan: het ABC-schema. Het is een protocol dat begint bij de meest bedreigende functies. A staat voor airway = ademweg; B voor breathing = ademhaling en C voor circulation = bloedsomloop. Dus, treat first what kills first.” Het stappenplan hoort bij het ATLS-systeem: Advanced Trauma Life Support. “Deze manier van werken is in 1995 in Amerika begonnen”, legt Van der Meer uit. “Niet lang hierna is het hier ingevoerd. Binnen ATLS kent iedereen zijn taak en werk volgens een bepaalde systematiek. Dat geldt voor de traumatoloog, de anesthesioloog, de röntgenlaborant, de verpleegkundige en verder iedereen die bij de opvang betrokken is. Ernstig gewonden behandel je niet alleen. Dat is teamwork. Daar is structuur voor nodig. ATLS biedt die structuur.” Spoedeisende Hulp verpleegkundige Ria Schlief legt uit dat op deze manier alles systematisch wordt afgewerkt en er dus niets wordt vergeten. Na opvang van elke ernstig gewonde patiënt wordt binnen vijf dagen het gehele verloop van de opvang met alle betrokken disciplines doorgesproken. Hoe de opvang is verlopen, hoe de patiënt is aangetroffen, hoe lang het heeft geduurd enzovoort. “Dat is zinvol. Zo worden verbeterpunten zichtbaar.” De nieuwe afdeling spoedeisende hulp is goed ingericht voor de opvang van patiënten die acuut zorg nodig hebben. De acute kamer ligt in een rechte lijn tegenover de ambulance-ingang. Op de Röntgenkamer en op de acute kamer kunnen alle röntgenfoto’s gemaakt worden en op iedere behandelkamer kan bewakingsapparatuur worden aangesloten. De afdeling beschikt over een brandwondendouche en brandwondenkamer en er is
• Maarten Knikkink, gipsmeester en Sjoerd v.d. Meer, chirurg een kamer met sluis voor patiënten die mogelijk besmettelijk zijn. “Deze kamer wordt ook gebruikt voor triage”, vertelt Van der Meer. “Door triage wordt volgens protocol beoordeeld hoe snel er zorg nodig is: acute, op zeer korte termijn of binnen afzienbare tijd. Bij elke patiënt die binnenkomt wordt dat beoordeeld door een verpleegkundige.” De nieuwe afdeling beschikt tevens over een overlegkamer voor artsen en verpleegkundigen. Overleg in een afgescheiden kamer geeft meer privacy voor de patiënt. “Deze afdeling zoals die nu is georganiseerd is goed in staat optimale zorg aan een traumapatiënt te geven”, aldus Van der Meer. “Maar in de toekomst zullen er meer diagnostische mogelijkheden komen op de afdeling Spoedeisende Hulp om de patiënt in het zogenaamde ‘gouden uur’ zo snel mogelijk te behandelen. Er zullen nog modernere en geavanceerdere hulpmiddelen op deze afdeling komen om in dat eerste uur na het ongeval adequaat te kunnen handelen.” Voor iedereen staat er 24 uur per dag een team hulpverleners klaar. Voor klachten met een huisartsgeneeskundig karakter tijdens kantooruren bij de huisarts en buiten kantooruren op de huisartsen-post. Voor spoedeisende hulp op de Spoedeisende Hulp. Van der Meer hecht eraan om te vermelden dat via de ingang van de Spoedeisende Hulp niemand die denkt spoedeisende hulp nodig te hebben wordt weggestuurd. “Iedereen die rechtsstreeks op de Spoedeisende Hulp komt wordt altijd gezien door een arts. Betreft het hulp met een huisartsgeneeskundig karakter, dan verwijzen we na de beoordeling door een arts naar de huisarts.”
kleur: C M Y K
Het TENS-apparaatje, dat gemakkelijk draagbaar is en in de broekzak past, bevat batterijen of een accu. Er worden kabeltjes in bevestigd die op hun beurt weer aan elektroden worden vastgemaakt. De zelfklevende elektroden worden zo dicht mogelijk bij de pijnbron vastgeplakt op de huid. De benodigde frequentie wordt ingesteld en door kleine stroompjes moet vervolgens de pijnprikkel onderbroken worden. “De eerste keer dat een patiënt bij ons komt gaan
we uitgebreid de werking van het apparaat uitleggen. De TENS werkt als een vorm van stimulatiebehandeling. Vergelijk het met wanneer je jeuk hebt, dan ga je krabben. Stoot je je hoofd, dan ga je wrijven. Een stimulatie dus. De TENS stimuleert je zenuwstelsel en behandelt dus in feite in ‘je computer’. De elektrische prikkel op de huid onderbreekt de pijnprikkel. Door de stimulatie wordt endorfine vrijgemaakt en de patiënt voelt zich beter. Het is een begrijpelijk verhaal waar iedereen achter kan staan. Je hoeft er ook niet in te geloven. De TENS-therapie is wetenschappelijk bewezen en in de praktijk uitgetest.” Na de uitleg krijgt de patiënt een paar weken het apparaatje mee naar huis. Thuis kan de patiënt zelf zoeken waar voor hem de perfecte plek is om de plakkers op de huid te bevestigen. “Omdat het hier om mensen gaat die al heel veel hebben geprobeerd om van hun pijn af te komen is het belangrijk om er de tijd voor te nemen. Vaak zijn deze mensen sceptisch als ze aan de TENS-therapie beginnen. Ze hebben er niet echt veel vertrouwen meer in en dat vertrouwen moeten we zien op te bouwen.”
pagina 07 + 18
TENS staat voor Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie. Met een handig apparaat worden gerichte lichaamspunten elektrisch gestimuleerd waardoor pijn en klachten verminderen. “Mensen die chronisch pijn hebben, hebben vaak al van alles geprobeerd”, aldus Hubert. “Van manuele therapie, tot spuiten en fysiotherapie. Noem maar op. En nog steeds blijft de pijn. Die groep mensen kunnen wij misschien iets bieden. Voor die groep mensen kan de TENS-therapie uitkomst bieden. Gebleken is dat twee-derde van de mensen in beperkte tot grote mate baat heeft bij deze therapie.”
Vorm 07
Fysiotherapie: TENS behandeling biedt uitkomst bij pijn
Vorm 06
rentlin gelderse linnen service rentlin • textielverzorging rentlin • linnenverhuur
pagina 06 + 19
• bedrijfskleding • disposables ISO 9002 CERTIFICAAT TEXTIELVERZORGING
Voltastraat 33, 7006 RT Doetinchem Bezoek onze website:www.gls.nl, E-mail:
[email protected]
Praktijk Chiropractie Doetinchem kleur: C M Y K
GEREGISTREERD
CHIROPRACTOR STICHTING CHIROPRACTIE NEDERLAND
Dhr. R. Alsemgeest D.C. Mw. A.K. Jonasson D.C. Dhr. M.J. van der Steen D.C. Chiropractoren De Veentjes 21 - 03 7001 DL Doetinchem Tel.: (0314) 32 34 25
$E !MICON WINKEL $OETINCHEM )*SSELKADE -AANDAG TM VRIJDAG TOT EN VAN TOT UUR
$E !MICON BUS !ALTEN 0ARKEERPLAATS DE (OVEN ACHTER DE %DAH -AANDAG TOT UUR $ONDERDAG TOT UUR gS (EERENBERG 0ARKEERPLAATS SPORTHAL /UDE $OETINCHEMSEWEG 7OENSDAG TOT UUR $IDAM 0ARKEERPLAATS 'EZONDHEIDS CEN TRUM 7ILHELMINASTRAAT 7OENSDAG TOT UUR
partner in de zorg
Fatima staat voor: … Veelvormig … Veelkleurig … Persoonlijk
Apotheek Service Punt belangrijke schakel tussen ziekenhuis en thuis
Mensen met een verstandelijke handicap kunnen bij Fatima rekenen op zorg, begeleiding en ondersteuning, zowel binnen diverse woningen in de regio als op de hoofdlocatie in Nieuw Wehl. Daarbij willen we zoveel mogelijk maatwerk leveren. Dit betekent dat we heel goed moeten luisteren naar de zorgvraag van de bewoners en cliënten. Op deze wijze kunnen we ervoor zorgen dat de vraag van deze mensen zo goed mogelijk beantwoord wordt door onze dienstverlening.
Het Apotheek Service Punt, ofwel het ASP, is de schakel tussen het ziekenhuis en de openbare apo-
Levensverhaal als uitgangspunt
theken. Het ASP is opgericht in samenwerking met de Apothekers Vereniging Slingeland en het
Uitgangspunt bij het bieden van passende zorg en begeleiding is het levensverhaal van de bewoner. De invulling van het levensverhaal doet hij of zij zelf. Daarbij kunnen ouders of verwanten ook een rol hebben. Voor iedere vorm van zorg geldt; Gewoon waar mogelijk en speciaal waar nodig. De woning waarin de bewoner woont is een voorbeeld van zijn of haar keuze. Hierbij is er altijd sprake van 24-uurszorg door gekwalificeerde medewerkers. Deskundige ondersteuning wordt o.a. geboden door de artsen, orthopedagogen, psychologen, logopedisten en fysiotherapeuten.
Slingeland Ziekenhuis en bestaat inmiddels sinds 1992. Het doel is de kwaliteit van zorg te verbete-
Bij Fatima en in de regio bieden we een breed scala aan mogelijkheden voor dagbesteding. We realiseren dagbesteding-op-maat voor zowel bewoners van Fatima als externe cliënten. De variatie is groot: van snoezelen tot werken in een bedrijf, van het verzorgen van de dieren en deelname aan de tuingroep tot het helpen in de sjop, het creatief bezig zijn of werken aan een eigen kunstwerk in het atelier!
Kwaliteit bieden we door: • • • •
wonen op maat; dagbesteding op maat: uitdaging en ontspanning; persoonlijke inzet van medewerkers gekoppeld aan kennis; het verzorgen van de BBL opleidingen VP en SPW op kwalificatieniveau 4.
Voor meer informatie www.fatima.nl
'OED VERZEKERD
!MICON
ren. Het is een service aan de patiënt om de overgangssituatie waar het geneesmiddelen betreft, zo goed mogelijk te laten verlopen. Door als intermediair op te treden tussen ziekenhuis apotheek en openbare apotheek wordt de kans op fouten bij geneesmiddelenoverdracht geminimaliseerd. Karin Munsterman zwaait de scepter in het ASP. “Het ASP zorgt voor de afstemming van de ontslagmedicatie van de patiënt”, vertelt ze. “De verpleegafdeling meldt als er ontslag in zicht is. Via de computer wordt vervolgens een lijst met de medicatie van de patiënt uitgedraaid die door de behandelend arts wordt nagekeken. Dan zijn er verschillende mogelijkheden. Is het medicijn bijvoorbeeld al thuis gebruikt of is het pas in het ziekenhuis gebruikt. Moet de patiënt er thuis mee doorgaan of juist ermee stoppen. Misschien is er zelfs nieuwe medicatie nodig of moet de sterkte worden aangepast. Al deze gegevens komen bij mij terecht en ik zorg dat per fax de eigen apotheek van de patiënt op de hoogte wordt gebracht. De patiënt kan vervolgens na het ontslag rechtsstreeks naar de apotheek waar de medicatie al klaar ligt. En gaat de patiënt bijvoorbeeld naar een verzorgingshuis, dan worden de medicijnen daar gebracht. De wachttijden worden op deze manier veel kleiner. En als een medicijn niet in voorraad is, dan kan de eigen apotheek het bestellen, zodat het in huis is als de patiënt komt.”
Andersom zou volgens Karin Munsterman dezelfde procedure moeten gelden. “Om de service nog beter te maken en fouten in de geneesmiddelenvoorziening zo klein mogelijk te houden willen we ook graag met de opnamemedicatie aan het werk gaan. In een aantal ziekenhuizen in het land wordt al op die manier gewerkt en je hoort allemaal goede geluiden. We willen voordat de patiënt wordt opgenomen een lijst opvragen bij de eigen apotheek met daarop de medicijnen die worden gebruikt. Nu komen patiënten vaak met een tasje met verschillende flesjes en doosjes of ze weten helemaal niet welke medicijnen ze gebruiken. Een lijst van de eigen apotheek kan een dag voor de opname bij de afdeling worden gebracht waar de patiënt zal worden opgenomen. De verpleegkundigen en de arts kunnen dan duidelijk zien welke geneesmiddelen er thuis worden gebruikt.” Helaas moet Karin Munsterman constateren dat nog niet aan alle randvoorwaarden hiervoor is voldaan. “We zitten met een probleem in formatieplaatsen en de automatisering blijft een struikelblok.” Maar als het aan haar lag, zou ze er het liefst al vandaag mee starten. Karin Munsterman zorgt eveneens voor de verspreiding van de diabetes startpakketten en de urologiepakketten. “Wanneer de diagnose diabetes is, krijgt de patiënt een pakket mee. Deze pakketten worden door de diabetesverpleegkundigen en de verpleegkundigen op de afdeling uitgereikt. Ik zorg voor de aanvulling. Dus ook voor de bestelling. Hetzelfde geldt voor de urologiepakketten. Die krijgen patiënten mee als overbrugging wanneer ze naar huis mogen.” Karin heeft haar werkplek op dit moment vlakbij de medewerkers van de ziekenhuis apotheek. “Dat is prettig. Zij kunnen voor mij invallen als ik er niet ben. En wanneer ik met een vraag zit, kan ik gemakkelijk even overleggen.” Een nieuwe ontwikkeling is het TEC-gebouw. Op het terrein van het ziekenhuis bevindt zich in dit nieuwe gebouw de Huisartsenpost, de apotheek en Sensire. “Op dit moment draaien een aantal leden van de Apothekers Vereniging Slingeland hun diensten in de dienstapotheek. Binnen 1,5 jaar zal de dienstapotheek ook overdag gebruikt worden, zodat de patiënt na ontslag direct hier de medicijnen kan ophalen. Karin is
• Karin Munsterman
manager van de dienstapotheek in het TEC. Toch hoopt ze dat haar werkplek in de buurt van de collega’s van de ziekenhuis apotheek blijft. “Dat contact vind ik erg fijn en hoop ik in stand te kunnen houden.”
Voeding Dagelijkse hoeveelheden van gerechten verstrekt door de centrale keuken: • Vlees: 98.550 porties • Vleesjus: 105.850 porties • Groente: 105.850 porties • Mixvoeding: 3.650 porties • Aardappelen: 94.900 porties • Aardappelpuree: 20.075 porties • Appelmoes: 25.550 porties • Toetjes: 10.950 liter (45.625 porties)
• Ingrid Papen
Vorm 04 pagina 04 + 21
Interne geneeskunde uitgebreid met nefroloog en dialyseafdeling
Wachtlijsten Orthopedie aanzienlijk verkort
De maatschap van de internisten in het Slingeland Ziekenhuis is in omvang toegenomen. Een
Verkorting van de wachttijd. Dat is het uitgangspunt geweest bij het uitzetten van een nieuwe
negende specialist is de groep komen versterken. Deze negende man werd nodig door de komst
logistieke route voor patiënten die een heupprothese nodig hebben. Zorgvuldig is met verschil-
van een dialyseafdeling. Iets wat al veel langer op de verlanglijst van de internisten stond, maar
lende partijen overlegd en na een periode van aftasten en ontwikkelen kan inmiddels worden
wat er nog nooit van was gekomen. Stuwende kracht tot de realisering werd zorgverzekeraar
geconcludeerd dat er flinke winst is geboekt. Was vroeger de wachtlijst voor een nieuwe heup
Amicon. Die zorgde ervoor dat er snel plannen werden gemaakt en dat ook snel de afdeling kon
zes tot zeven maanden, nu is dat aanzienlijk verkort en het streven is om binnenkort uit te
worden geopend. Afgelopen 1 juni is de Doetinchemse dialyse-afdeling een feit geworden.
komen op vier tot zes weken. Tel daar nog eens een paar weken voor de polikliniek bij op en de wachttijd voor een heupprothese is teruggebracht tot maximaal acht weken.
kleur: C M Y K
De nieuwe specialist is Job Huussen, nefroloog. “Een nefroloog is een internist die nierziekten als aandachtsgebied heeft”, legt Huussen uit. Voor zijn komst werd bij een gewenste dialyse contact gezocht met een ziekenhuis in Arnhem, Nijmegen of zelfs Ede/Wageningen. “Soms moest een aantal telefoontjes worden gepleegd om een patiënt geplaatst te krijgen. Dat betekende voor de patiënt vaak reizen en dat is natuurlijk een zware belasting”, vertelt Foeke de Vries, internist. Het Slingeland Ziekenhuis heeft voor haar dialyseafdeling toestemming voor veertien stoelen. Iedere stoel is twee keer per dag te bezetten. Iedere dialyse-patiënt komt per week drie keer. Dat betekent dat in totaal 56 mensen te behandelen zijn. Op dit moment zijn zeven stoelen open en kunnen 26 mensen in het Doetinchemse ziekenhuis terecht. Als de verpleegkundigenformatie het toelaat volgen in de rest van dit jaar nog drie stoelen. “Dialyse vergt een zeer gespecialiseerde verpleging”, vertelt Huussen. “Net als op de intensive care. Niet iedereen is daar geschikt voor of heeft de ambitie die richting uit te gaan.” De opleiding voor de dialyse-verpleegkunde is tot nu toe steeds in Arnhem of Nijmegen geweest maar vanaf deze maand september start er tevens een opleiding in het Slingeland Ziekenhuis. Het meerendeel van de patiënten voor de Doetinchemse dialyse-afdeling komt uit deze regio die loopt vanaf het grensgebied met Duitsland tot aan Enschede en aan de andere kant Boxmeer. “Er was duidelijk een tekort aan dialyse capaciteit. Mensen uit deze regio kwamen soms zelfs in Nieuwegein of Venlo terecht. • Afdeling nierdialyse
Dialyse-mogelijkheden in de eigen regio betekent voor de patiënten een verbetering van de kwaliteit van leven. Dit geeft heel veel winst.” Een nieuwe ontwikkeling op het gebied van de dialyse is de capd, continue ambulant peritoneaal dialyse. “Dit is een andere vorm van nierfunctievervanging”, vertelt Huussen. “Via de buik wordt gespoeld en de patiënt kan dit thuis doen. Het duurt zo’n dertig minuten en moet tot vier keer per dag worden gedaan. Het grote voordeel is dat de patiënt mobieler is en bijvoorbeeld op reis kan. Het nadeel is dat hij gedwongen is iedere dag met zijn ziekte bezig te zijn.” Hoezeer de ontwikkelingen ook voortschrijden en hoezeer de kwaliteit van leven voor de patiënt ook verbetert, toch blijft het volgens Huussen een kunstmatige vorm. “Een nieuwe nier is beter”, vindt hij. “Maar daarvoor is een wachtlijst van vier tot vijf jaar. Een alternatief is een transplantatie met een nier van een levende donor. Vroeger was dat veelal van een bloedverwant. Dat is nu anders. Ook de partner of een vriend kan donor zijn. Dat betekent geen wachtlijst. Zodra de donor past, kan de procedure starten. De ontvanger wordt in een eigen centrum voorbereid en de donor wordt altijd in Nijmegen nagekeken door een nefroloog. Die beoordeelt of de donor de operatie zonder teveel risico kan ondergaan en of er misschien in de toekomst problemen te verwachten zijn. Zo is er een afscheiding van donor en ontvanger en kan de procedure zo zorgvuldig mogelijk verlopen.” Transplanteren gebeurt niet in het Slingeland Ziekenhuis. “Maar dat moeten we ook niet willen. Dat brengt zoveel logistieke problemen met zich mee. Het is beter om de ervaring op dat gebied te concentreren in een aantal centra.” Naast de nieuwe dialyse-afdeling is er nòg een belangrijke aanvulling op de afdeling interne geneeskunde. “Dat is de komst van de derde maag/darm/leverarts, dokter Van den Hazel”, vertelt internist De Vries. “Nu kunnen we een afdeling op poten gaan zetten waarbij de polikliniek en de functieafdeling samensmelten. Deze nieuwe maag/darm/lever-unit moet zor-
• Foeke de Vries, internist gen voor een snelle afhandeling van onderzoeken. Tevens starten we daarbij in september van dit jaar een verpleegkundig spreekuur.” De eisen die aan de organisatie van de nieuwe unit worden gesteld zullen hoog zijn. “Het betreft namelijk grote aantallen patiënten. Dat komt mede omdat de meeste ziekenhuizen deze specialisten niet in huis hebben.” Stamcellen Nieuwe ontwikkelingen zijn ook te melden vanuit de oncologie en de hematologie. “Transplantatie met eigen stamcellen”, aldus De Vries. “De stamcellen worden geïsoleerd, vervolgens ingevroren en op een bepaald moment weer opnieuw in de bloedbaan gebracht. Dit is belangrijk voor kankerpatiënten. Wanneer namelijk voor een behandeling chemo nodig is, kan dat als bijwerking hebben dat het beenmerg de chemo niet overleeft. Door het inbrengen van de eigen stamcellen groeit het beenmerg weer uit. Deze patiënten werden tot nu toe in Nijmegen behandeld. Dat blijft ook zo maar als de stamcellen zijn getransplanteerd volgt nog een ziekbed van enkele weken. En dat ziekbed wordt van Nijmegen verplaatst naar Doetinchem. Er is al de nodige zorg-ervaring opgedaan bij mensen met acute leukemie. Die zorg lijkt op de zorg na stamceltransplantatie. Ook de infrastructuur is hier al aanwezig. Daarom is het niet een al te grote inspanning om dit hier te doen. Per jaar zal het om zo’n tien tot twintig patiënten gaan.” De differentiatie in de maatschap van de internisten is belangrijk volgens De Vries. “Je praat over kwaliteit”, vindt hij. “De mogelijkheden voor algemene ziekenhuizen liggen natuurlijk op een ander niveau dan voor een academisch ziekenhuis. Maar het is heel inspirerend om met elkaar samen te werken.”
“Door de vergrijzing neemt het aantal mensen met heupslijtage toe. Dat heeft tot gevolg dat de druk op de wachtlijst toeneemt. Om toch voldoende patiënten te kunnen helpen aan een heupprothese is het dus noodzakelijk om de doorstroom te versnellen”, vertelt Han Bakens, orthopeed. “We moeten de periode die de patiënt in het ziekenhuis verblijft verkorten zodat er ruimte wordt gecreëerd voor iemand anders.”
kelijk was. Uiteindelijk bleek dat de nazorg het probleem was. Nu doen we dat dus anders. Eerst wordt de hulp geregeld, dan de operatiedatum en dan bespreken we de ontslag-criteria. Bijvoorbeeld de patiënt moet eerst kunnen lopen voordat hij ontslagen kan worden. Dat is een kwaliteitsbewaking die in het belang van de patiënt is. En het resultaat is dat de bedden niet langer oneigenlijk worden gebruikt.”
Om de strijd tegen de lange wachtlijsten aan te gaan zijn drie projecten opgestart: Nazorg Implantaten Project, het Samen Sterk programma en het verpleegkundig spreekuur. Binnen het project Nazorg Implantaten wordt, voordat de datum van de operatie een feit is, de nazorg geregeld. Samen met het RIO (Regionaal Indicatie Orgaan) en de Thuiszorg wordt de vorm van nazorg geïndiceerd en geregeld. En blijkt bijvoorbeeld na de opnameperiode in het ziekenhuis nog een nazorg van zes weken in een verzorgingshuis noodzakelijk dan is dat op het moment van opname allemaal al geregeld. Afdelingshoofd René Ketelaar legt uit dat patiënten met een nieuwe heupprothese vroeger soms onnodig lang in het ziekenhuis lagen. “We vroegen ons af hoe dat kwam. De patiënt was eigenlijk al zover genezen dat opname niet langer noodza-
Samen Sterk De mensen die voor een heupprothese in aanmerking komen zijn volgens Ketelaar te verdelen in de groep zeventig- en tachtigjarigen en de groep die jonger is: de vijftigers, of de vitale ouderen. “In het Samen Sterk programma willen we de tweede groep, dus de vijftigers en de vitale ouderen, in vijf dagen een heupprothese geven. Dat betekent op maandag de operatie en vijf dagen later ontslag uit het ziekenhuis. Tenzij er complicaties zijn natuurlijk. Voor de andere groep neemt het traject acht dagen in beslag.” Voor de ‘vijfdaagse’ groep is een speciaal handboek ontwikkeld waarin per dag wordt vermeld wat er allemaal moet gebeuren en welke vorderingen er gemaakt moeten worden. “Revalideren is bij een nieuwe heupprothese het belangrijkste”,
• Roelof Kuipers, orthopeed (Han Bakens afwezig) en René Ketelaar, hoofdverpleegkundige
aldus Bakens en Ketelaar. “De patiënt moet het besef hebben dat hij na de operatie niet ziek is. Het gaat om het verhelpen van een ongemak. Hij moet dus aan het werk om te revalideren. En met dat besef is het mogelijk dat de patiënt na vijf dagen het ziekenhuis weer verlaat.” Naast het verkorten van de opnameduur is het voor een snelle doorstroom van de patiënten ook noodzakelijk om de ‘productie’ op de operatiekamer te verhogen. “Daar wordt nu ziekenhuisbreed aan gewerkt”, vertelt Bakens. “Nieuw is dat zonder pauze de gehele dag wordt doorgewerkt. De verschillende medische teams wisselen elkaar af maar die wisseling sluit naadloos op elkaar aan. Daar zit geen tijdverlies meer tussen. Per dag levert dat een tijdwinst op van zo’n twee uur. We hebben zeven operatiekamers, dus hebben we een winst van veertien uur.” Om in te spelen op de extra mogelijkheden die er door de nieuwe wijze van werken op de opertiekamer is ontstaan, is er een snellere instroom van patiënten noodzakelijk. Drie keer per week is daarom een verpleegkundig spreekuur in het leven geroepen. Twee zeer ervaren verpleegkundigen: Toos van Asselt en Gerrie Buunk, begeleiden hier de patiënten die aanspraak maken op een nieuwe heup en die door één van de orthopeden zijn doorverwezen. “Deze verpleegkundigen kunnen de patiënt prima inschatten en bekijken wat er nodig is. Zij kunnen ze opvangen na de operatie en hebben een uitstekende kijk op praktische zaken.” Met dit spreekuur lijkt de cirkel rond: de opnametijd is verkort, door meer capaciteit op de OK kunnen meer patiënten geopereerd worden, de doorstroom op de verpleegafdeling is versneld door het vijfdagen-plan en de instroom is versneld met het verpleegkundig spreekuur.
‘Slingeland Ziekenhuis kwalitatief hoogstaand’ Algemeen directeur Arie Sparreboom blikt terug: “De plannen zijn altijd concreet geweest en
overvoeding het grote probleem is.
we hebben ze in een korte doorlooptijd kunnen realiseren.”
“Ondervoeding is niet altijd even goed te herkennen”, vertelt diëtist Tineke van Amersfoort. “Ook forse en dikkere mensen kunnen namelijk ondervoed zijn.” Van ondervoeding wordt in de medische wereld gesproken op het moment dat iemand in zes maanden tijd ongeveer tien procent van zijn of haar lichaamsgewicht ongewenst verliest. Of in drie maanden vijf procent. “Dan raken de voorraden in het lichaam op en ontstaan er tekorten.”
rijke rol in kunnen spelen.” Maar in het ziekenhuis is volgens de diëtist ook meer aandacht voor het probleem ondervoeding nodig. “Bij opname worden lengte en gewicht nagegaan. Hier zou standaard ook gevraagd moeten worden of de patiënt ongewenst is afgevallen. En weet de patiënt niet hoeveel kilo’s er af zijn, kijk dan naar de ringen of naar de kleding. Daar valt ook vaak uit af te lezen of iemand is afgevallen.”
Gewenst afvallen is volgens Van Amersfoort een heel ander verhaal. “Ons lichaam beschikt over een regelmechanisme waardoor we bij gewenst afvallen vetten verliezen maar de spiermassa intact blijft. Bij een ziekte kan de stofwisseling zich moeilijker aanpassen. Dan volgt er eiwit verlies en nemen de spieren af. Er ontstaat vermindering van weerstand en patiënten krijgen een grotere kans op doorliggen en bijkomende infecties. Er ontstaat een algehele zwakte. Door het eten aan te passen kan er behoorlijk wat bereikt worden. We proberen in zo’n situatie de gehele dag te benutten. We zorgen ‘s avonds voor nog een lekker hapje of een extra tussendoortje. Lekkere hapjes met eiwitten en soms een dieetpreparaat, dranken. We rekenen dan natuurlijk op de medewerking van de • Vlnr. Tineke van Amersfoort, L. Mulder en M. van Beek verpleging, want het is niet de bedoeling dat de hapjes er de volgende morgen nog staan. En in een uiterste geval overleggen we de mogelijkheid voor sonde-voeding.” Er kan volgens de diëtist veel bereikt worden met voeding, ook bij kanker. Bij bepaalde vormen van kanker waardoor een verstoorde stofwisseling ontstaat, wordt met bijvoeding echter nog niet echt veel resultaat geboekt. “Heel voorzichtig zijn er aanwijzingen dat met bepaalde visvetten misschien iets bereikt kan worden.” Het snel en ongewenst gewicht verliezen kan volgens Van Amersfoort verschillende oorzaken hebben. “Het kan door verwaarlozing komen. Bij oudere mensen bijvoorbeeld die niet meer voldoende goed voor zichzelf kunnen zorgen en nauwelijks meer voor zichzelf een goede maaltijd koken. Ook bij alcoholisten zie je dat ze soms slecht voor zichzelf zorgen. Maar er kan ook een ziekte zijn die de oorzaak is van het gewichtsverlies. Bij langdurige diarree of bij grote wonden waarbij eiwit verlies optreedt.” Van Amersfoort vindt dat vanuit de thuissituatie al een signaal moet komen dat er ondervoeding dreigt. “De huisarts zou hier een belang-
Eén van de plannen van een paar jaar geleden was het invoeren van betaald parkeren. “Daar is inmiddels iedereen aan gewend. En natuurlijk is het niet prettig om te moeten betalen voor parkeren maar we hebben ermee beoogd dat het personeel niet kris kras de auto neerzet. Er werken hier tenslotte 1600 man. Nu zijn de beste plaatsen voor het bezoek. De scheiding die we wilden tussen personeel en bezoek is dus een succes geworden. En klachten over betalen krijgen we niet meer.”
Overvoeding Overvoeding is het probleem van deze tijd. Het lijkt alsof de mens steeds dikker wordt. “De gevolgen van overgewicht zijn niet gering. Diabetes of een verstoorde vetstofwisseling, risico’s voor hart en bloedvaten, de gewrichten, hoge bloeddruk kunnen door het overgewicht ontstaan.” De balans tussen eten en wat er nodig is lijkt ver te zoeken. “De mensen en helaas ook de kinderen zijn veel te weinig actief, ze zitten veel te veel. Gingen vroeger de kids nog op de fiets naar school, tegenwoordig worden ze maar al te vaak met de auto gebracht. En overal en altijd is er wat te eten. Tussendoortje hier en tussendoortje daar. En lang niet altijd is het nodig om te eten.” De mensen moeten weer actief gemaakt worden, vindt Van Amersfoort. “Daar kan op verschillende manieren aan worden gewerkt. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld sporten aanbieden. En minder vette happen in de kantine. De huisarts kan wijzen op de risico’s.” De diëtist meldt dat het ongezonde vet vooral rond de buik zit. Van Amersfoort ziet graag dat er goede voorlichting komt, dat de kennis van producten wordt vergroot zodat goede keuzes kunnen worden gemaakt. “Want mensen die willen afvallen bezuinigen op de aardappel maar gaan wel royaal met vlees om. Men eet te weinig groente en fruit.” Tijdens de open dag van het Slingeland Ziekenhuis op 10 oktober willen de diëtisten de problematiek rondom het overgewicht en de ondervoeding centraal stellen. Via voorlichting willen ze proberen de bezoekers inzicht te geven in risico’s en gevolgen van overgewicht en ondervoeding.
De bouw van het Regionaal Geestelijk Gezondheidscentrum, het RGC, wordt eveneens binnenkort gestart. Volgend voorjaar begint aan het eind van de parkeerplaats de realisatie van het nieuwe gebouw. Het plan om het gebouw op palen te zetten en op die manier de parkeerruimte te behouden, is afgeblazen. “De gebouwen mogen maximaal veertien meter hoog worden. Op palen is dus geen optie. Nu hebben we ervoor gekozen om een parkeerkelder onder het gebouw te maken.” Gerealiseerd is inmiddels het TEC-gebouw. “Daar wordt al volop gebruik van gemaakt. Bijvoorbeeld de huisartsenpost, de bloedbank, de dienstapotheek en Sensire bezetten daar een ruimte. Het gebouw is zo ingericht dat we iedere vierkante meter kunnen gebruiken. Zo heeft het souterrain een bepaalde daglichtconstructie waardoor ook die ruimte optimaal benut kan worden.” Volgens Sparreboom is deze manier van omgaan met ruimte heel modern. “Dat is ook het beleid. Met weinig vierkante meters heel veel doen. Natuurlijk is er wel nagedacht over het eventueel
verplaatsen van het hele ziekenhuis. Maar tweederde deel is rond 1990 gebouwd en dat kun je in zo korte tijd niet afschrijven. Het is in Nederland gebruikelijk dat een ziekenhuis zo’n veertig jaar meegaat. En dan zou je dit moeten slopen. Dat is geen optie. Dat wil en kan niemand betalen.” Tijdens de bouw van het nieuwe RGC verwacht Sparreboom wel enige problemen rondom het parkeren. “We zijn een stuk parkeerterrein tijdelijk kwijt. We zijn met de gemeente in gesprek om tijdelijk een stuk grond naast het ziekenhuis daarvoor te gebruiken.” In het nieuwe gebouw komt GGNet. “GGNet is ontstaan uit een fusie van het psychiatrisch ziekenhuis Warnsveld, RIAGG Doetinchem en RIBW Doetinchem. Onze eigen PAAZ-afdeling wordt daarin geïntegreerd. Overigens wordt er nu al veel samengewerkt.” Om juist het nieuwe RGC op het terrein van het Slingeland Ziekenhuis te plaatsen heeft te maken met de visie van het Doetinchemse ziekenhuis. “Het mag niet uitmaken of je nu een kapotte nier hebt of een psychische stoornis. Je hoort in dezelfde gezondheids-setting terecht te kunnen.” Opleidingen De tweede kernactiviteit van het ziekenhuis is opleiden. “In de zorg zijn veel specifieke beroepen. Die moet je zelf wel opleiden. Op die manier kun je ook messcherp zijn ten aanzien van de kwaliteit. Er worden hier bijvoorbeeld zo’n 11 internisten opgeleid. En artsen voor de tropen, huisartsen en verpleegkundigen. We willen dialyse-verpleegkundigen gaan opleiden, Röntgen-laboranten, ja alle gespecialiseerde verpleegkundigen.” Volgens Sparreboom moeten de specialisten die opleiden hun vak altijd optimaal bijhouden. “Want hoe kun je een nieuwe collega opleiden als je zelf niet up to date in je vakgebied bent. En dat zegt iets over kwaliteit. We mogen stellen dat het Slingeland ziekenhuis zich aan de bovenkant bevindt wanneer het om kwaliteit gaat. We zien hier in huis veel personeel met veel specialistische kennis over
• Arie Sparreboom, algemeen directeur bijvoorbeeld stoma, diabetes of moeilijke wonden. We zien dat specialisten in toenemende mate para-medici laten meelopen in spreekuren. Het probleem is alleen dat je altijd moet uitkijken tot hoever je gaat. Waar je de grens trekt wat je als ziekenhuis nog doet. Een grens tussen thuiszorg en ziekenhuiszorg. Want bijvoorbeeld iemand met diabetes kan op een gegeven moment goed door een diabetes-verpleegkundige worden begeleid. Dat kan heel goed vanuit de thuissituatie. Vroeger mocht een ziekenhuis geen thuiszorg bieden, die wet is veranderd. Inmiddels zijn we gestart met een eigen afdeling van specialistische thuiszorg.” Vernieuwingen Sparreboom is trots op de vernieuwingen in het ziekenhuis. “De afdeling Spoedeisende Hulp en de dialyse-afdeling zijn gloednieuw. De trombosedienst, de bloedbank in het TEC-gebouw, nu ook op middagen en avonden. Veel nieuwe specialisten zijn erbij gekomen, de laatste zes jaar zijn we van 60 tot 90 specialisten uitgegroeid. We hebben gelukkig het oplopen van de wachttijden kunnen terugbrengen. Bij de meeste vakken geldt nu een wachttijd van drie tot zes weken. De MRI is inmiddels vijf dagen in full swing. We hebben gepland om een nieuwe gamma camera aan te schaffen. We doen weliswaar al jarenlang aan nucleaire geneeskunde. Een gamma camera is een belangrijk instrument bij diagnostisch onderzoek bij de kankerbestrijding. En de laatste stap van wat een groot algemeen ziekenhuis in huis hoort te hebben is een uitbreiding van de mogelijkheid voor neurologische hernia-operaties. We werken daarvoor samen met het ziekenhuis Enschede en dat willen we geleidelijk uitbouwen. Als we dat hebben gerealiseerd dan is ons pakket helemaal vol. Dan zijn we voor het eerst echt compleet.” Niet zonder trots vertelt Sparreboom dat het Doetinchemse ziekenhuis ook financieel gezond is. “We hebben 2003 als tiende jaar op rij met een positief resultaat kunnen afsluiten. En voor 2004 ontwikkelt het zich heel gezond. Dankzij onze financiële positie kunnen we groeien en zorgen dat alle faciliteiten op orde zijn.”
kleur: C M Y K
De afgelopen jaren heeft het Slingeland Ziekenhuis veel plannen gemaakt en uitgevoerd.
den gesteld dat in de kliniek de ondervoeding een groot probleem is en dat in de polikliniek de
pagina 03 + 22
In het Slingeland Ziekenhuis werken zes diëtisten. En hoewel de taak heel veelzijdig is, kan wor-
Vorm 03
Diëtisten binden strijd aan met overvoeding en ondervoeding
Vorm 02
Gasthuis
pagina 02 + 23
Vrijwillige Terminale Thuiszorg Afscheid nemen van het leven doen de meeste mensen graag in hun eigen vertrouwde omgeving. De partner, kinderen, familie en vrienden willen graag hun dierbare de laatste zorg geven. Deze zorg is zwaar en kan zelfs op een gegeven moment te zwaar worden. De Vrijwillige Terminale Thuiszorg kan dan ondersteunen. De vrijwilligers zijn geschoold in eenvoudig verzorgende handelingen en in het omgaan met stervenden en hun naasten. Zij kunnen zowel overdag als ‘s nachts worden ingezet.Voor de diensten worden geen kosten in rekening gebacht.
Het gasthuis Sravana is een gewoon huis waar de gasten en hun naasten op waardige wijze afscheid van elkaar kunnen nemen. Geschoolde vrijwilligers, die worden aangestuurd door een coördinator, zijn samen met verpleegkundigen van de thuiszorg werkzaam in het gasthuis. De gast krijgt 24 uur zorg die niet afwijkt van de zorg die thuis ook geboden kan worden. De huisarts blijft de medisch behandelaar. Voor een verblijf in het gasthuis wordt een minimale eigen bijdrage gevraagd. De medische- en verpleegkundige zorg wordt net als thuis vergoed door de zorgverzekeraar. De familie kan tegen vergoeding blijven overnachten.
kleur: C M Y K
:
Stichting Sravana biedt zorg aan mensen die in de laatste fase van hun leven zijn aangekomen. Bij deze zorg staan de eigen wensen en de behoeften van de patient en de familie centraal. Dat betekent dat Sravana de zorg bij u aan huis kan bieden of in gasthuis Sravana. Stichting Sravana ondersteunt met de Oppasdienst mensen die thuis voor een chronisch ziek of dementerend familielid of partner moeten zorgen.
Oppasdienst Mantelzorgers zijn mensen die thuis 24 uur per dag zorgen voor een partner of familielid met dementie of een chronische ziekte. Dit kan een heel zware taak zijn. Om deze mensen te ondersteunen is er de vrijwillige oppasdienst. Geschoolde vrijwilligers nemen bijvoorbeeld een dagdeel van de week de taken voor zorg over. De mantelzorger krijgt zo de gelegenheid even weg te gaan of even iets voor zichzelf te doen. Voor de diensten worden geen kosten in rekening gebacht.
VAC-therapie biedt uitkomst bij slecht genezende wonden Marga Diks en Helga Delfsma zijn verpleegkundig consulent wondverzorging en decubitus. Op het gebied van de wondverzorging zijn nieuwe ontwikkelingen te melden. “Een nieuwe therapie voor slecht genezende wonden”, aldus Marga Diks. Slecht genezende wonden zijn wonden die niet binnen een bepaalde termijn sluiten. Vaak grote wonden met veel wondvocht. Wonden die het gevolg kunnen zijn van een operatie en die een slechte genezing hebben omdat bijvoorbeeld de patiënt een slechte circulatie heeft, of bepaalde medicijnen gebruikt of in een heel slechte conditie is. Maar ook chronische wonden die het gevolg zijn van ontstekingen of wonden bij diabetespatiënten of mensen met slechte vaten, genezen soms moeilijk. Voor deze patiënten kan, wanneer eerst een aantal criteria goed is bekeken, Vacuüm Assistant Closure, kortweg VAC-therapie genoemd, een uitkomst bieden. “Zo’n twee jaar geleden zijn we met VAC-therapie begonnen”, aldus Marga Diks. “Het is een nieuwe en actieve manier om door middel van lokale onderdruk wondgenezing te bevorderen.” Bij de VAC therapie wordt in de wond een spons geplaatst. De spons moet precies op maat bin-
nen de wondranden passen. Er wordt een slang in de spons geplaatst en vervolgens wordt de spons met wondfolie afgeplakt. De slang wordt aangesloten op een vacuümsysteem waardoor het vocht uit de wond wordt gezogen. “Vocht houdt de genezing tegen”, vertelt Diks. “In dat vocht kunnen ook bacteriën zitten en viezigheid. Via de pomp wordt dat afgezogen en omdat de wond goed is afgeplakt kunnen er van buitenaf geen andere bacteriën meer bij komen.” Zodra de patiënt is aangesloten op het systeem kan hij eigenlijk naar huis. Met behulp van de wijkverpleging, die hiervoor speciaal is geschoold, kan de behandeling thuis verder plaatsvinden. “Het resultaat is wonderbaarlijk”, vertelt de consulente. “Soms krijgen we wonden waarvan we echt niet weten wat we er mee moeten. Dan biedt de VAC-therapie uitkomst en gaat de genezing aanzienlijk sneller.” Twee keer per week moet de spons worden gewisseld. “Terwijl anders een wond soms drie
• Helga Delfsma (links) en Marga Diks keer per dag moet worden verschoond.” Tijdens de open dag in het Slingeland Ziekenhuis op 10 oktober wordt de VAC-therapie gedemonstreerd.
Sportarts pleit voor meer bewegen
Ho
e k un t u
Sinds mei vorig jaar heeft sportarts Leo Heere een middag per week spreekuur in het Slingeland Ziekenhuis. De rest van de week werkt Heere als sportarts in Papendal. Sport en bewegen is zijn vakgebied.
Sr
av
an
a
st
eu
n en
Stichting Sravana is ten dele afhankelijk van subsidies, giften, sponsors en legaten. U kunt Sravana steunen met een gift, donatie, notariële schenking of testamentaire begunstiging aan de Stichting Vrienden van Sravana. Wanneer u kiest om donateur te worden biedt u Sravana een vaste bron van inkomsten. Maar uiteraard zijn eenmalige giften ook van harte welkom. Neem voor meer informatie contact op met Stichting Vrienden van Sravana Groot Hagen 2 7009 AM Doetinchem Telefoon (0314) 368990 Fax (0314) 368999 E-mail:
[email protected] Bankrekening 93.61.87.352
prioriteit had in de wereld van de geneeskunde. “Rust was altijd het advies. Neem maar voldoende rust dan gaat het met een paar weken wel weer over.” Tegenwoordig denkt men daar anders over. “We bewegen veel te weinig. Omdat er te weinig aan beweging wordt gedaan, ook bij de jeugd, komen er steeds meer mensen met overgewicht. Dat resulteert weer in meer aandoeningen en blessures. Te dikke mensen hebben meer kans op diabetes type 2 en met bewegen is overgewicht te bestrijden. Maar meer aandoeningen zijn met bewegen heel goed te bestrijden of zelfs te voorkomen. Het is van belang dat we bewegen gaan inbouwen in ons dagelijks bestaan.” • Leo Heere, sportarts “Mijn terrein is sport en bewegen. Met bewegen kun je heel veel bereiken”, vertelt Heere. Hij legt uit dat in het verleden bewegen nooit een hoge
Veelal via de huisarts komen de patiënten bij de sportarts terecht. “Mensen met blessures, maar bijvoorbeeld ook met vaak onschuldige hartritmestoornissen. Ze willen weten hoe ze kunnen
bewegen, wat goed voor hen is. Samen gaan we bekijken welke sport aanspreekt en wat er medisch geschikt is.” De sportarts heeft duidelijk een adviserende taak. Hij tast af wat de mensen kunnen en wat ze willen. “Want het moet wel leuk zijn om te doen.” De mens is gemaakt om te bewegen vindt Heere. “Iets dat in het verleden veel te weinig werd erkend.” Sommige aandoeningen zijn duidelijk te verhelpen of te voorkomen door goed te bewegen. De sportarts diagnostiseert en behandelt sport- en bewegings gerelateerde aandoeningen. “Daar horen ook blessures bij. En soms moeten mensen geremd worden in hun mate van sporten of bewegen.” Heere verzorgt ook sportkeuringen voor mensen die sporten of willen gaan sporten. Op de afdeling cardiologie wordt er testen gedaan en volgt een op maat gesneden advies.