Stedelijk Museum Lier F. Van Cauwenberghstraat 14 2500 Lier tel. 03 8000 396
[email protected] www.lier.be
HARLEFIJN IN HET MUSEUM! Een educatief pakket voor 2de, 3de kleuterklas en 1ste leerjaar in het Stedelijk Museum Lier Dit is een handleiding voor Harlefijn in het museum!, een educatief pakket in het Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly in Lier. Met deze gebruiksaanwijzing begeleid je kinderen op een speelse manier en op hun eigen niveau bij het museumbezoek.
PRAKTISCHE INFO > adres Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly Florent Van Cauwenberghstraat 14, 2500 Lier Museumtelefoon: 03 8000 396 Reservatietelefoon: 03 480 11 96 (keuze 3) Reservatiefax: 03 489 26 54 Reservatiemail:
[email protected] Download het reservatieformulier op: musea.lier.be > openingsuren Maandag gesloten Openingsuren: dinsdag tot en met zondag van 10 tot 12 en van 13 tot 17 uur; Voor scholen open vanaf 9 uur. > bereikbaarheid Het museum ligt op 5 minuten wandelen van de Grote Markt. Bus: Grote Markt Trein: station Lier Auto: ondergrondse parking ‘Grote Markt’ tegenover het museum – inrit via Kapucijnenvest > toegangsprijs Gratis > toegankelijkheid & oriëntatie Alles is gelijkvloers. Het museum bestaat uit drie zalen: de roze, de groene en de gele. Het onthaal (de museumbalie) bevindt zich op het einde van de inkomgang. Kapstokken en lockers staan net voor en onder de trap. Om naar de toiletten te gaan, sla je achter de trap het hoekje om.
1
VOORAF IN DE KLAS Om de kinderen voor te bereiden op het museumbezoek kan je vooraf in de klas volgende vragen stellen: • Wie is al in een museum geweest? • Wat is een museum? • Wat kan je in een museum zien? • Waarom verzamelt een museum dingen en blijven die er voor altijd bewaard? Achteraan deze handleiding vind je een afbeelding van Harlekijn. Je kan de afbeelding uitknippen en aan de kinderen tonen. Harlekijn staat op een schilderij in het museum. Hij popelt om de kinderen mee te nemen op een spannende en leuke tocht langs zijn lievelingsschilderijen. 1. Aankomst in het museum
> thema: museumregels
> richttijd: 10 minuten
> OD Nederlands 1.3, 1.5; OD Muzische vorming 1.1
De suppoost achter de balie noteert het aantal leerlingen, helpt jassen aan de kapstok hangen en begeleidt je naar de startplaats. De kinderen gaan rond het karretje zitten. De suppoost legt je uit hoe de geluidsinstallatie werkt - je bedient op eenvoudige wijze een iPod - en zet het eerste nummertje op. Jullie luisteren naar Harlekijn die dit vertelt:
Hallo! Oeps, een beetje onbeleefd van mij. Ik speel een liedje en ik heb me niet eens voorgesteld. Ik ben Harlekijn. Je ziet me nog niet, dat komt zo dadelijk. Welkom in dit museum. O wacht, misschien ben je nog nooit in een museum geweest. Een museum is een gebouw waarin dingen worden tentoongesteld en waar er van alles is om te zien, te horen, te voelen en te ruiken. Doe maar eens… wat zie je… wat hoor je… wat ruik je? Net zoals een school heeft een museum ook zo zijn regeltjes. Want de kostbare kunstwerken hier zijn zo boeiend om naar te kijken en van te genieten dat we graag willen dat iedereen dat nog heel lang kan blijven doen. We moeten dus voorzichtig zijn en daarom maakten we een lijstje met regels. Mag ik vragen dat de juf of de meester aan de zijkant van het karretje opdrachtenkaartje 1 neemt en iemand aanduidt om schuifje 1 open te doen? Tot zo… Neem uit de zijkant van het karretje opdrachtenkaartje 1. Lees het kaartje en voer met de kinderen de opdracht uit. In het schuifje liggen foto’s van situaties die wel en niet mogen in een museum. De foto’s verdeel je onder de kinderen. Neem het groene en het rode doekje uit het schuifje en leg ze open op de grond. De kinderen bekijken of hun foto een situatie voorstelt die in het museum is toegestaan of niet. Dingen die wel mogen, komen op het groene doekje, dingen die niet mogen op het rode. Leg zelf uit waarom, of zoek samen met de kinderen naar de juiste reden. Antwoorden: Mag wel: • Kijken: dat is leuk. • Wandelen: om naar een ander schilderij te gaan, wandel je rustig door de zalen. • Zitten: als je moe bent, zit je rustig op de grond. • Vinger opsteken: zo kan je iets vragen of vertellen. • Wijzen: zo duid je iets aan waarover je praat.
2
Mag niet • Gillen: daarmee stoor je andere mensen. • Rennen: je kan vallen en iets beschadigen of andere mensen storen. • Een schilderij aanraken: zo beschadig je het. • Vechten: vechten mag nooit. • Met een rugzak in het museum rondlopen: je kan makkelijk tegen een kunstwerk stoten en het beschadigen. • Tegen de muur leunen: zo kom je te dicht bij een schilderij. Ben je moe? Ga rustig zitten op de grond. • Eten: je kan overal vlekken maken. • Een kunstwerk meenemen: stelen mag nooit. • Glijden: glijden over de vloer of de helling mag nooit.
Vraag, wanneer de opdracht afgelopen is, aan de kinderen om in de gele zaal op zoek te gaan naar een schilderij met een harlekijn. Wie het vindt, gaat voor het schilderij zitten. Tip: de harlekijn heeft een geruit pak aan. 2. De Harlekijn
> thema: vormen
> richttijd: 15 minuten
> OD Muzische vorming 1.1
Iedereen zit op de grond voor De Harlekijn van Floris Jespers. Zet het tweede nummertje op. Luister samen met de kinderen naar Harlekijn:
Wil iemand van jullie mijn kraag eens aandoen? Neem hem maar uit het schuifje met cijfer 2. Bekijk me nog eens goed. Nee, ik kauw niet op een kauwgom, dat vind ik vies en trouwens... in een museum... Nee nee, ik kauw op een takje. En wat heb ik in mijn rechterhand? Juist, een bloem. Ik ruik graag bloemen. Alle bloemen, maar de blauwroze ruiken het zoetst. Wat denk je, is het dag of nacht? Nacht hè, want ik geniet van het maanlicht en je ziet ook een ster. Het is nacht. Het is donker, maar door de groene tintelingen is het toch een levendige fonkelnacht, vind je niet? Ik blijf graag lang wakker en dan speel ik wat gitaar. Of ik speel mijn lievelingsspel. Wat zou dat zijn? Kijk eens goed. Juist, het dobbelspel. Ik smijt graag met de teerlingen, maar zoals je ziet, verlies ik vaak…. tegen mezelf, hahaha! Juf of meester neemt u opdrachtenkaartje 2 aan de zijkant van de kar en duidt u iemand aan die de voorwerpen uit schuifje met cijfer 2 neemt? Neem uit de zijkant van het karretje opdrachtenkaartje 2. Lees het kaartje en voer met de kinderen de opdracht uit. In het schuifje ligt de figuur Harlekijn, versneden in puzzelstukken. Maak groepjes van twee, geef per groepje een set puzzelstukken en een magnetisch blad papier. Vraag aan de kinderen om goed te kijken naar het schilderij en met de vormen de figuur van Harlekijn opnieuw te maken. Vraag, wanneer de opdracht afgelopen is, aan de kinderen om in de roze zaal op zoek te gaan naar een schilderij met dansende mensen op een groot feest. Wie het vindt, gaat op het kussen zitten voor het schilderij. 3
Achtergrondinfo bij de Harlekijn: > Titel: Harlekijn > Kunstenaar: Floris Jespers (Antwerpen 1889 – 1965 Antwerpen) > Materiële gegevens: achterglasschildering > Jaartal van vervaardiging: 1925 > Inhoudelijke info: De harlekijn of clown staat in het werk van de Antwerpse schilder Floris Jespers symbool voor de kunstenaar - het thema was populair gemaakt door Picasso in zijn roze en blauwe periode. Dit schilderij is een églomisé of achterglasschildering. Deze techniek was afkomstig uit de Duitse en Oostenrijkse volkskunst en was opnieuw in zwang gebracht door de Duitse expressionistische kunstenares Gabriëlle Munter. Floris Jespers kan hierover gehoord hebben van zijn vriend, de dichter Paul Van Ostaijen, die na de Eerste Wereldoorlog een tijd in Duitsland heeft gewoond. Achterglasschilderen was vrij veeleisend, omdat de schilder moest beginnen met de details en kleur- en lichtaccenten, en pas op het laatste de grondlaag kon aanbrengen: exact het omgekeerde van de gewone schildertechniek dus. Floris Jespers pronkte graag met zijn virtuositeit, vandaar dat deze werkwijze hem aansprak. Tijdens een televisie-uitzending heeft hij ooit live in enkele minuten tijd een achterglassschildering gemaakt, waarbij de kijker hem doorheen het glas aan het werk kon zien. Dit is één van Floris Jespers’ betere werken uit de jaren 1920, volgens velen zijn beste periode. Kenmerkend voor een expressionistisch werk als dit is het kleurgebruik en de vereenvoudiging, de vervorming tot geometrische motieven. 3. De Dans der bruid
> thema: dans en muziek
> richttijd: 10 minuten
> OD Muzische vorming 4.1 en 1.3.
Iedereen zit op de grond voor De dans der bruid. Zet het derde nummertje op. Luister samen met de kinderen naar Harlekijn:
Het is feest. Tussen de bomen dansen mensen op doedelzakmuziek. De bruid danst mee en is herkenbaar aan haar losse haren en donkere jurk. De boeren dansen per twee en toch lijkt het alsof iedereen zot draait in een beweging zonder begin of einde. Dat is typisch voor een boerendans: hun armen en benen zwieren naar alle kanten. Zij houden zich niet aan danspasjes. De rijke mensen in de stad vonden dat dat niet kon: zij hielden hun armen tegen hun lichaam gedrukt en dansen in ordelijke rijen. Je moest je beheersen, zeker in het openbaar! Juf of meester, neemt u opdrachtenkaart 3 en duidt u iemand aan om de voorwerpen uit schuifje 3 te nemen? Zet het muziekfragment op (onder audio) Oefen de boerendans: - Plaats de kinderen in volksdansformatie: per twee in een cirkel, de armen in elkaar gehaakt - Zet het muziekfragment op (onder audio) en dans zoals de personages op het schilderij: zwieren met de armen en de benen. Bekijk op de Ipad (onder video) het filmpje met de dans van rijke mensen. Bespreek het verschil met de boerendans van het schilderij: boeren dansen wild, zwieren met armen en benen; rijke mensen 4
schrijden traag door de zaal, maken kleine knikjes door de knieën, bewegen heel beheerst. Oefen de hoofse dans: • Zet de kinderen per twee in een rij, hand tegen hand op schouderhoogte. • Zet het videofragment op en laat ze op de muziek naar voor stappen, eventueel naar elkaar kijken, knikken, buigen, van richting veranderen. Neem uit schuifje 4 het flesje met natuurlijke bloemolie. Doe op de pols van elk kindje één druppeltje. Vraag de kinderen de schilderijen te zoeken die ruiken zoals hun pols. Wie ze vindt, gaat op de grond zitten voor de schilderijen. De schilderijen hangen naast elkaar. De Bloemen van Pieter Faes en van Jan Frans Eliaerts hangen in de blauwe zaal.
Achtergrondinfo bij de Dans der Bruid > Titel: De dans der bruid > Kunstenaar: een anonieme tijdgenoot van Pieter Bruegel I > Jaartal van vervaardiging: midden 16e eeuw > Inhoudelijke info: Dit paneel is een vrij getrouwe, waarschijnlijk eigentijdse kopie van een schilderij van Pieter Bruegel dat bewaard wordt in The Detroit Institute of Arts. De bovenste strook (plank) werd in de negentiende eeuw vervangen en volgt compositorisch het origineel niet. Het hele feest, dat we uit de hoogte bekijken, wordt omsloten door vier donkere boomstammen. Het zwieren en zwaaien met armen en benen werd als typisch beschouwd voor de vierende bevolking van het platteland. De burgers in de stad dansten als het ware in het gelid en hielden de armen tegen het lichaam gedrukt. Ook in de opvoeding werd er op gehamerd dat je je bewegingen moest beheersen en dat je de controle over je lichaam niet mocht verliezen, zeker niet in het openbaar. En dat is nu juist wat je hier ziet.
4. Bloemenruikers
> thema: filosofie
> richttijd: 10 minuten
> OD Nederlands 1.5, 2.3, 2.5, 2.6, OD Muzische vorming 1.1, 6.5, OD Wereldoriëntatie 1.6
Iedereen zit op de grond voor de Bloemenruiker van Pieter Faes en Jan Frans Eliaerts. Zet het vierde nummertje op. Luister samen met de kinderen naar de Harlekijn.
Deze 2 schilderijen lijken wel heel erg op mekaar hè. Allebei boeketten en heel erg mooi samengesteld, vind je niet? Noem eens alle kleuren op die je in deze bloemenpracht ziet... Psssst… ik verklap jullie een geheim. Alle apen apen apen na. Oeps, nee, dat wist je al, nee ik bedoel: sommige schilders schilderen schilders na. De schilder van het ene schilderij was een leerling van de schilder van het andere schilderij. Leerling en meester: dan mag het hè … na-apen. Welke gelijkenis zie je nog? Heel juist: het vogelnestje. Psssst… ik verklap jullie nog een geheim, iets wat echt niemand anders weet: in deze vaas staan 5
bloemen die in verschillende seizoenen bloeien, in verschillende periodes van het jaar dus, die kunnen dan ook nooit tegelijkertijd bloeien en in een vaas staan. Maar ja, ’t is niet echt hè, op schilderijen kan alles. Schilderijen zijn net als sprookjes om te kijken. Maar pas op, het is misschien niet echt, maar het leeft wel, dit schilderij. Let maar eens op de druiven, zo supersappig… mmmm… ik proef ze al. En het vogelnestje en verder… bzzzz… twee vliegen… bzzzz… een bij… en… ooooh… een lieveheersbeestje. Juf of meester, neemt u opdrachtenkaartje 4 en leest u de opdracht voor? Wilt u ook iemand vragen het schuifje met het cijfer 4 open te doen? Neem uit de zijkant van het karretje opdrachtenkaartje 4. Lees het kaartje en voer met de kinderen de opdracht uit. Neem uit het schuifje de stoffen bloemen en verdeel ze onder de kinderen. Vraag hen om hun bloem op de schilderijen te zoeken. Start een vraaggesprek over nep en echt en over vergankelijkheid. • Welke bloemen kennen de kinderen? • Welke gelijkenis en welk verschil is er tussen de stoffen bloem en de geschilderde bloem. En wat is het verschil met een echte bloem? • Maak het heel stil. Kijk naar het schilderij, doe dan je ogen toe en stel je het schilderij opnieuw voor, met alle kleuren, bloemen, diertjes, …. Hoor je de vliegen? Ruik je de pas geplukte bloemen? Voel je de zachte bloemblaadjes? Proef je het sap van de druiven in je mond? Word je er vrolijk van? Waaraan denk je? Of voel je misschien niets? • Wat is verwelken? Hoe ziet een verwelkte bloem eruit? Wanneer verwelkt een bloem? Kunnen stoffen bloemen verwelken? Blijven bloemen op een schilderij altijd bestaan? • Wat vinden de kinderen het mooiste: een stoffen bloem, een echte bloem of een schilderij met een bloem? Vraag de kinderen een familieportret te zoeken in de roze zaal. Op het schilderij zitten oude en jonge mensen rond een tafel. Ze hebben bijna allemaal zwarte kleren aan. Wie het vindt, gaat op de grond zitten voor het schilderij.
Achtergrondinfo bij de bloemenruikers > Titel: Bloemenruiker > Kunstenaar: Pieter Faes (Meer 1750 - 1814 Antwerpen) > Jaartal van vervaardiging: 1793 > Materiële gegevens: olieverf op paneel > Titel: Bloemenruiker > Kunstenaar: Jan Frans Eliaerts (Deurne 1761 - 1848 Antwerpen) > Jaartal: 1835 > Materiële gegevens: oliverf op doek
6
> Inhoudelijke info: Het stilleven wordt net als het landschap en de genreschilderkunst beschouwd als een specialiteit van de Lage Landen. Oorspronkelijk verwezen stillevens vaak naar de vergankelijkheid van alle dingen: voedsel kan bederven of uit de keuken geroofd worden door katten, insecten kruipen over het fruit, elk boeket zal verwelken. Later getuigden stillevens soms uitsluitend van virtuositeit of decoratieve charme, soms ook van een mystieke aandacht voor nederige dingen. Stillevens zijn een wat onderschatte vorm van schilderkunst, waarin een meester nog altijd verbluffende resultaten kan boeken. Vanaf de zeventiende eeuw ontwikkelden kunstenaars boeketten tot virtuoze composities, met een volledig doordachte schikking en belichting. In de achttiende eeuw nemen ze vaak de zwierige rococovormen van kamerlambriseringen en meubels over. Het bloemstuk van de Antwerpse schilder Pieter Faes stamt uit 1793 en is een mooi voorbeeld van die decoratieve aanpak. Op een marmeren plaat staat een klassieke vaas, gevuld met onder meer rozen, pioenen, tulpen en appelbloesem - schilders zetten dikwijls bloemen uit verschillende seizoenen bij elkaar. Het boeket heeft een spontane, vloeiende S-vorm. Ernaast liggen een vogelnest en een tros sappige druiven. Twee vliegen, een bij en een lieveheersbeestje verlevendigen de compositie. De naam van de kunstenaar staat geschreven op de zijkant van het marmer. Pieter Faes heeft vele van deze mooie werken op zijn naam staan. Jan Frans Eliaerts was een trouwe opvolger van Pieter Faes. Eliaerts schilderde dit werk in 1835. Zoals in het werk van Faes zien we hier een marmeren plaat met de naam van de kunstenaar erin, de vaas met het rijke, gevarieerde, in een S-vorm zakkende boeket van wilde en gecultiveerde bloemen (met rozen, winde, iris, korenbloem, klaproos, narcis en oostindische kers) en het vogelnestje. Het was een gouden formule, die nog steeds zou kunnen werken.
5. Familieportret
> thema: groepsgevoel
> richttijd: 10 minuten
> OD Nederlands 1.5, 2.3, 2.10, 5.4, OD Muzische vorming 1.1, 3.2
Iedereen zit op de grond voor het Familieportret van Frans Floris. Zet het vijfde nummertje op. Luister samen met de kinderen naar Harlekijn:
De schilder wilde laten zien dat alles goed gaat met deze familie. Er is vrede en liefde, voel je dat? Frans Floris heeft goed nagedacht over wat hij op dit schilderij zou zetten en hoe. Hij koos voor een tafel waarrond iedereen kan zitten en staan: een tafel met eten en drinken is altijd gezellig. Mama en papa van de twee kindjes spelen samen muziek. Om dat te kunnen, moet je goed overeenkomen met elkaar. En zo te zien lukt het prima! Op het virginaal – een oude kleine piano – staat een duifje afgebeeld met takjes in haar bek. Dat wil zeggen dat er liefde in de lucht hangt. Tantes en nonkels raken elkaar aan: zij zijn vrienden en voelen zich samen sterk. Opa is al overleden, zijn portret hangt achteraan tegen de muur. Zo is hij er ook nog een beetje bij en kan hij zien dat alles goed gaat met zijn gezin.
7
De twee kinderen links dansen op de muziek van hun ouders. Gaat het er bij jullie thuis op feestjes ook zo leuk aan toe? En als er een foto genomen wordt? Zien jullie familiefoto’s er ook zo uit? Vertel eens? Juf of meester, neemt u opzij opdrachtenkaartje 5 en iemand van jullie mag nu het schuifje met cijfer 5 opendoen en de voorwerpen die daar liggen eruit nemen. Verkleed jullie met die spulletjes en ga gezellig dicht bij elkaar staan. Als een gelukkig gezin, of een super voetbalploeg. Amuseer je en zo meteen komt een fotograaf een foto maken. Iemand van de kinderen neemt de verkleedkleren uit het schuifje. Verdeel ze onder de groep. Laat de kinderen goed naar het schilderij kijken terwijl ze zich verkleden. Herkennen ze de kleren en de attributen? Laat de groep poseren zoals de mensen op het schilderij: op een manier waarop het duidelijk is dat er veel vriendschap en samenhorigheid is onder elkaar. De kinderen kunnen elkaar omarmen, aankijken, aanraken, een vreugdezwaai maken … De museumsuppoost neemt de foto en drukt meteen een postkaart af om mee te nemen naar de klas. Op de lijst van het schilderij staat een Latijnse spreuk waarin vaak het woordje concordia voorkomt. Dat betekent: samen één. Zoek met de kinderen naar een naam voor de groep en noteer hem in het witte randje rond de foto. Groepsfoto genomen? De kinderen zitten op het kussen en luisteren een laatste keer naar Harlekijn. Zet het zesde nummertje op. Fantastisch! Geweldig! Enig! Zo mooi hoe jullie op de foto staan! Zonder te bewegen, maar zo gewoon, zo vlot, zo speels, zo ongedwongen. Al dat stijve harken gedoe, daar houden wij, harlekijnen, niet van. Kijk nog eens naar jullie foto, hoe graag jullie mekaar zien. Lachen en knuffelen en mekaar vastpakken, daar gaat het leven toch over… ik vind dat harlefijn! Zo… ons bezoek aan het museum zit erop. Ik hoop dat jullie het een beetje leuk vonden, ik vond het echt super en gezellig en tof! Mag ik nog één wens doen vóór jullie vertrekken? Ja? Dan wens ik dat jullie het hier zo fijn vonden dat jullie binnenkort nog naar andere musea gaan om naar andere schilderijen te gaan kijken. Want elk schilderij heeft iets moois, iets grappigs, of iets verrassends. O ja, toch nog één kleine opdracht: onderaan de kar is een verborgen schuif zoek die en neem de platen en sterren eruit en geef ze aan de juf of meester Wel, je mag een ster geven aan het schilderij dat je hier, in dit museum, het mooiste of het boeiendste, het leerrijkste of het grappigste vond. Doe maar en hopelijk... tot ziens! De groeten, in vond het - ik meen het - echt harlefijn. Neem de sterren en de platen van de schilderijen uit de verborgen schuif onderaan van de koffer. Deel de sterren uit aan de kinderen, leg de platen op de grond. Vraag aan de kinderen welk schilderij ze het mooiste, het boeiendste, het leerrijkste of het grappigste vonden. Iedereen kleeft de sticker op de achterkant van de afbeelding van het schilderij dat hem/ haar het meeste bijblijft.
8
Achtergrondinfo bij het Familieportret > Titel: Familieportret > Frans Floris > Jaartal van vervaardiging: 1561 > Materiële gegevens: olieverf op paneel > Inhoudelijke info: Een familie zit en staat rond een tafel, in levendige groepjes. Aan de muur kijkt het portret van de overleden vader en echtgenoot toe: een schilderij in het schilderij, met een opschrift dat zijn sterfjaar vermeldt, 1559. De doden en de levenden horen hier samen: daarop wijst de tekst op de lijst rond dit tafereel. Er staat: «Zoals er in heel het leven niets gelukkigers kan zijn dan een eensgezind huwelijk en een bed zonder twist; zo is er niets aangenamers dan zijn eensgezinde nakomelingen met onbevlekte inborst van de vrede te zien genieten.» Wie zijn deze mensen? Links schilt een oudere dame, sinds twee jaar weduwe, een appel; rechts bespeelt haar oudste zoon de luit en zijn vrouw het virginaal. Een hondje, symbool van trouw, springt op tegen haar knie; onder de tafel zien we een ichneumon of Egyptische faraorat, een diersoort die toen nog niet lang in Europa bekend was. Omdat de ichneumon slangen aanvalt, kon hij symbool staan voor Christus, die de duivel versloeg. Het broodje en de wijn en het witte doek op tafel zouden ook naar Christus en de eucharistie kunnen verwijzen. De twee kinderen links zijn waarschijnlijk van het musicerende echtpaar. Achter de weduwe zouden haar ongehuwde zoon en dochter kunnen staan, naast de luitspeler zijn zus en haar man, en achter de vrouw aan het virginaal mogelijk haar ouders en zus. De dame die het kleinste kind op schoot heeft, is misschien een oudere verwante. We zien dus meer dan een kerngezien; en de schilder heeft er alles aan gedaan om hun concordia, hun eensgezindheid te benadrukken. Je portret laten schilderen was een ernstige zaak. De opdrachtgevers hebben dus heel zeker gezegd welke indruk zij op het paneel wilden maken. De rustige kleuren, de verwijzingen naar het christelijke gedachtegoed, de afbeelding van muziek die op zich een symbool is van harmonie, een vrucht als de granaatappel met haar vele zaden in één schil, alles wijst in de richting van eendracht, vrede en welvaart. De schilder, Frans Floris, was in zijn tijd de belangrijkste kunstenaar van Antwerpen - zijn broer, Cornelis, bouwde het Antwerpse stadhuis. Frans Floris had lang in Italië gestudeerd en schilderde als eerste in de Nederlanden mythologische taferelen (naast de traditionele godsdienstige). Hij vernieuwde ook de portretkunst: voordien werden personen in groepsportretten altijd stijf en statisch voorgesteld. Floris bedacht voor deze onbekende familie een natuurlijke omgeving, een kamer met gezelligheid en een gedekte tafel. Zo was geen enkele familie in de Nederlanden ooit voorgesteld.
9
TECHNISCHE FICHE Coördinatie: Stedelijke Musea Lier Vormgeving kar: Els Verstraete Schrijnwerkerij kar: Stad Lier Tekst en stem Harlekijn: Johan De Paepe Opnames: SAMWD Lier Naar een idee van Els Claes, Romy De Rydt, Jolien De Weerdt en Caroline Heylen voor hun eindwerk aan de Katholieke Hogeschool Kempen, campus Vorselaar, Departement Lerarenopleiding, academiejaar 2007-2008.
10