STATUTEN MAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND DE ONDERLINGE ZIEKENKAS LA CAISSE MUTUELLE

STATUTEN

MAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND DE ONDERLINGE ZIEKENKAS LA CAISSE MUTUELLE

Gevestigd te BRUSSEL

Erkend bij Koninklijk Besluit, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 29.12.1994.

Gelet op de Wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen en haar uitvoeringsbesluiten ;

Gelet op de Wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering en haar uitvoeringsbesluiten ;

Na beraadslaging heeft de Algemene Vergadering, samengekomen te Brussel op 22.09.1994, met het aanwezigheidsquorum en de meerderheid van stemmen zoals vereist in de wet, beslist de statuten van de maatschappij van onderlinge bijstand als volgt vast te leggen :

Gecoördineerde versie van de statuten dd. 01.07.2009

1

HOOFDSTUK I STICHTING, BENAMING, DOELEINDEN, MAATSCHAPPELIJKE ZETEL EN OMSCHRIJVING VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND.

Artikel 1 Ingevolge de fusie, met ingang van 1 januari 1995, tussen De Onderlinge Ziekenkas (518), het Verbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen, van Banken, van Verzekeringen en van Openbare en Private Instellingen (509) en de Mutualiteit van de Generale FEMUGE (517), werd vanaf 01.01.1995 te Brussel een maatschappij van onderlinge bijstand met de benaming DE ONDERLINGE ZIEKENKAS gesticht, overeenkomstig de bepalingen van artikel 70 § 2 van de Wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en landsbonden van ziekenfondsen. Zij is opgericht voor onbeperkte duur.


2

Artikel 2 De doeleinden van de maatschappij van onderlinge bijstand zijn, in het kader van artikel 3 b) en c) van de Wet van 6 augustus 1990 : 1. 2.

het toekennen van uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid aan zijn leden; het verlenen van hulp, voorlichting, begeleiding en bijstand met het oog op het bevorderen van het fysiek, psychisch of sociaal welzijn.

De aansluiting bij de dienst Dagelijkse Vergoedingen zoals omschreven in deze statuten is verplicht.


3

Artikel 3 De maatschappelijke zetel van de vereniging is gevestigd te 1080 Sint Jans Molenbeek en haar werkingsgebied strekt zich uit over het geheel van het Belgisch grondgebied. De vereniging richt zich tot al de personen die in België hun hoofdverblijfplaats hebben, alsmede tot de personen die hun hoofdverblijfplaats in het buitenland hebben, doch aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen zijn. Om van de voordelen voorzien door deze statuten te kunnen genieten dienen de leden tot één van de hierna volgende categorieën te behoren : Categorie A : advocaten van een Belgische Balie Categorie B : notarissen, gerechtsdeurwaarders en juristen Categorie C : artsen, tandartsen, apothekers, logopedisten, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, psychologen en dierenartsen Categorie D : overige leden die een andere aanvaarde beroepsactiviteit hebben.


4

HOOFDSTUK II TOETREDINGSVOORWAARDEN

Artikel 4 §1.

Om als lid van de vereniging aanvaard te worden moet het kandidaat-lid de volgende voorwaarden vervullen : 1. 2.

3.

4. 5.

6.

een administratief toetredingsformulier invullen en ondertekenen; een vertrouwelijk medisch inlichtingsblad door de aanvrager in te vullen en te ondertekenen, waarop hij een verklaring op zijn eer geeft over zijn huidige gezondheidstoestand en desgevallend over vroeger opgelopen aandoeningen en/of ongevallen; het ondergaan van een medisch onderzoek, uitgebreid met een ECG bij rust, een urine- en een bloedonderzoek, uitgevoerd door een geneesheer aangeduid door De Onderlinge Ziekenkas. Bovendien kunnen één of meerdere bijkomende onderzoeken gevraagd worden of mogen door De Onderlinge Ziekenkas, mits akkoord van de betrokkene, bijkomende inlichtingen ingewonnen worden; in geval van zwangerschap wordt de aansluiting en het medisch onderzoek daartoe uitgesteld tot na de bevalling; de leeftijd van 45 jaar niet overschreden hebben; geen beroep uitoefenen dat een buitengewoon gevaar voor ziekte of ongeval oplevert; bij de bepaling van de categorieën wordt rekening gehouden met de opgegeven beroepsactiviteit en het ermee gepaard gaande risiko van arbeidsongeschiktheid; niet aangesloten zijn bij een gelijkaardige dienst ingericht door een vereniging die valt onder toepassing van de Wet op de Ziekenfondsen en de Landsbonden van de Ziekenfondsen dd. 06.08.1990.

§ 2.

De Raad van Bestuur beslist zonder verhaal over de al dan niet aanvaarding van een kandidaat-lid alsook over de toegestane afwijkingen.

§ 3.

De personen die op 31 december 1994 in regel zijn met hun bijdragen voor de dienst Daguitkeringen georganiseerd door het ziekenfonds "Verbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen, van Banken, van Verzekeringen en van Openbare en Private Instellingen, zullen als leden van de maatschappij van onderlinge bijstand aanvaard worden met ingang van 1 januari 1995 in één van de categorieën voorzien in artikel 45, 1) II.E. In afwijking van de toetredingsvoorwaarden bepaald in § 1, zullen deze leden aanvaard worden zonder vragenlijst noch medisch onderzoek. De leeftijdsgrens van 45 jaar is op hen niet van toepassing. Er is geen wachttijd vereist.


5

Artikel 5

§ 1.

De aansluiting begint te lopen de eerste dag van de maand waarin het kandidaat-lid alle vereiste toetredingsvoorwaarden volbracht heeft en nadat De Onderlinge Ziekenkas een gunstig besluit genomen heeft, en dit voor zover dat de bijdrage vereffend werd voor het einde van de hieropvolgende maand.

§ 2.

Een kandidaat-lid dat aan al zijn verplichtingen voldaan heeft maar door De Onderlinge Ziekenkas niet aanvaard wordt, heeft recht op de terugbetaling van de door hem betaalde bijdragen, eventueel mits aftrek van de veroorzaakte administratieve onkosten. Een kandidaat-lid waarvan de niet-aanvaarding het gevolg is van het vrijwillig niet volbrengen van één der voorziene verplichtingen, heeft geen recht op terugbetalingen.


6

HOOFDSTUK III ONTSLAG, SCHRAPPING EN UITSLUITING VAN LEDEN

Artikel 6 § 1.

De aansluiting bij de dienst dagvergoedingen is van onbepaalde duur. Het lid kan de aansluiting beëindigen mits de opzegging tenminste één maand op voorhand en via aangetekend schrijven aan de mutualistische entiteit medegedeeld wordt. De bijdragen blijven verschuldigd tot het einde van de aansluiting.

§ 2.

In geval van overlijden neemt de aansluiting een einde op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het overlijden heeft plaatsgevonden.

§ 3.

De aansluiting is van rechtswege beëindigd wanneer het lid: * zijn hoofdverblijfplaats niet langer meer in België heeft en niet meer onderworpen is aan de Belgische sociale zekerheid; * opgehouden heeft zijn beroepsactiviteit uit te oefenen, voor zover dit niet het gevolg is van een vergoede arbeidsongeschiktheid.


7

Artikel 7 De Onderlinge Ziekenkas kan van rechtswege een lid schrappen dat, nadat het daartoe bij aangetekend schrijven aangemaand werd, sedert zes maanden zijn bijdragen niet meer betaald heeft. Het lid moet al de achterstallige bijdragen, vermeerderd met boeten, aanmaningskosten en intresten, betalen. De schrapping vindt plaats met ingang van de eerste dag van het eerstvolgende kwartaal.


8

Artikel 8 Kunnen als lid van de vereniging uitgesloten worden, de leden die zich schuldig maken aan een inbreuk op de Wetten van 9 augustus 1963 en 6 augustus 1990 of hun uitvoeringsbesluiten. Bovendien kunnen uitgesloten worden de leden die : 1. 2. 3. 4. 5.

vrijwillig nadeel berokkenen aan de belangen van de vereniging; een al dan niet voorwaardelijke in kracht van gewijsde gegane veroordeling oplopen voor een inbreuk op de goede zeden, verduistering van gelden of misbruik van vertrouwen; een bestuurslid of een personeelslid bij het uitoefenen van zijn dienst beledigen of bedreigen; weigeren zich te voegen naar de statuten, het huishoudelijk reglement en het bijzonder reglement van de vereniging; zich in de vereniging doen aanvaarden door middel van valse of onvolledige verklaringen, ongeacht het tijdstip waarop deze tekortkoming vastgesteld wordt. In dit geval kunnen eventueel genoten vergoedingen teruggevorderd worden. Het lid heeft nochtans geen recht op terugbetaling van de door hem betaalde bijdragen.

De uitsluitingsbeslissing wordt getroffen door de Raad van Bestuur (of de persoon of commissie daartoe aangewezen door de Raad van Bestuur ingevolge de mogelijkheid tot bevoegheidsdelegatie - artikel 23 van de Wet van 6 augustus 1990), na het lid gehoord te hebben in zijn verweermiddelen. De Raad van Bestuur of de door hem aangestelde commissie, neemt na het lid gehoord te hebben in zijn verweermiddelen, de beslising inzake de uitsluiting. Biedt het lid zich niet aan op de dag en het uur hiervoor gesteld, dan wordt het geacht aan zijn rechten op verdediging te verzaken. De uitbetaling van tussenkomsten wordt vanaf de vaststelling van één der gewraakte feiten opgeschort, totdat het geschil definitief geregeld wordt. In dit geval wordt de betaling van de bijdrage eveneens onder dezelfde voorwaarden geschorst.


9

Artikel 9 Het ontslag, de schrapping en de uitsluiting geven geen recht op enige vergoeding.


10

HOOFDSTUK IV ORGANEN VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND

Afdeling 1 - De Algemene Vergadering. Samenstelling Artikel 10 De Algemene Vergadering is samengesteld uit afgevaardigden die in elke kieskring door de leden voor een hernieuwbare periode van zes jaar verkozen worden. Het aantal afgevaardigden per kieskring wordt als volgt berekend : twee afgevaardigden voor de eerste begonnen schijf van 500 leden bedoeld bij artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 7 maart 1991 en één bijkomende afgevaardigde voor iedere volgende volledige schijf van 1.000 leden. De leden kunnen plaatsvervangers voor de Algemene Vergadering kiezen.


11

Artikel 10 bis : Kieskringen Met het oog op de verkiezing van de afgevaardigden bij de Algemene Vergadering wordt het ziekenfonds in twaalf kieskringen opgesplitst. Categorie A1 : advocaten van de Balies Antwerpen, Mechelen, Turnhout, Hasselt en Tongeren Categorie A2 : advocaten van de Balies van Gent, Dendermonde, Oudenaarde, Brugge, Ieper, Veurne en Kortrijk Categorie A3 : advocaten van de Balie van Brussel – Nederlandse Orde en van de Balie Leuven Categorie A4 : advocaten van de Balies van Liège, Verviers, Eupen, Namur, Marche, Dinant, Neufchâteau en Arlon Categorie A5 : advocaten van de Balie Mons, Charleroi en Tournai. Categorie A6 : advocaten van de Balie van Bruxelles – Ordre Francophone en de Balie van Nivelles Categorie B1 : Nederlandstalige notarissen, gerechtsdeurwaarders en juristen Categorie B2 : Franstalige notarissen, gerechtsdeurwaarders en juristen Categorie C1 : Nederlandstalige artsen, tandartsen, apothekers, logopedisten, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, psychologen en dierenartsen Categorie C2 : Franstalige artsen, tandartsen, apothekers, logopedisten, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, psychologen en dierenartsen Categorie D1 : overige Nederlandstalige leden die een andere aanvaarde beroepsactiviteit hebben Categorie D2 : overige Franstalige leden die een andere aanvaarde beroepsactiviteit hebben Maken deel uit van een bepaalde kieskring en zijn er stemgerechtigd de leden behorende tot de overeenkomstige ledencategorie.


12

Voorwaarden van kiesrecht en verkiesbaarheid Artikel 11 § 1.

Om stemgerechtigd te zijn voor de verkiezing van de afgevaardigden bij de Algemene Vergadering : a) b) c) d)

§ 2.

moet men lid zijn van de vereniging; moet men meerderjarig of ontvoogd zijn; moet het lid in regel zijn met zijn bijdragen; moet men sedert ten minste 12 maanden vóór de verkiezingsdatum zijn.

aangesloten

Om verkiesbaar te zijn tot afgevaardigde bij de Algemene Vergadering : a) b) c)

moet men stemgerechtigd zijn in de zin van §1; moet men van goed gedrag en zeden zijn en niet ontzet zijn uit de burgerrechten; mag men niet behoren tot het personeelsbestand van de vereniging noch ontslagen zijn als personeelslid van de vereniging;

Een lid kan zich maar kandidaat stellen in de kieskring waarin het stemgerechtigd is.


13

Verkiezingsprocedure Artikel 12 Per individuele brief en/of door middel van de publicaties bestemd voor de leden worden de leden op de hoogte gebracht van : 1. de oproep tot de kandidaturen en de wijze van kandidatuurstelling; 2. de uiterste datum voor het indienen van de kandidaturen; 3. de opsplitsing van het ziekenfonds in kieskringen en het aantal toe te wijzen mandaten per kieskring; 4. de data die uit de verkiezingsprocedure voortvloeien. De leden die zich kandidaat willen stellen, beschikken over een termijn van 15 kalenderdagen te tellen vanaf de datum waarop de oproep tot de kandidaturen verzonden werd, de poststempel dient hierbij als bewijs, of vanaf het einde van de maand waarin de publicaties hun toegezonden worden.


14

Artikel 13 De kandidatuurstelling gebeurt per aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van de vereniging. De Voorzitter die vaststelt dat de kandidaat niet aan de bij artikel 11 § 2 van deze statuten voorziene verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, deelt per aangetekende brief de betrokken kandidaat zijn gemotiveerde weigering om hem op de lijst te plaatsen mede, binnen een termijn van 15 kalenderdagen vanaf de dag na de datum waarop de kandidatuur verzonden werd. De kandidaat die deze gemotiveerde weigering betwist, beschikt over een termijn van 10 werkdagen volgend op de datum waarop de betwiste beslissing is ingetreden, om bij aangetekend schrijven een klacht neer te leggen bij de Controledienst. De Controledienst beschikt over 20 werkdagen om kennisgeving te doen van zijn beslissing aan de betrokken kandidaat, alsmede aan de Voorzitter van de vereniging.


15

Artikel 14 De Raad van Bestuur van het ziekenfonds stelt voor iedere kieskring de kandidatenlijsten samen, aan de hand van de ontvangen kandidaturen. Alle kandidaten moeten op de lijst voorkomen.


16

Artikel 15 De verkiezingsdatum alsmede de lijst met kandidaten die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen, moeten per post en/of via de publicaties aan de stemgerechtigde personen worden medegedeeld binnen een maximumtermijn van 90 kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van oproep tot de kandidaten. De verkiezingen vangen aan ten laatste binnen de 30 dagen die volgen op deze mededeling.


17

Kiesbureaus Artikel 16 De organisatie van en het toezicht op de kiesverrichtingen worden toevertrouwd aan een kiesbureau samengesteld uit een voorzitter, een secretaris en twee bijzitters. Het kiesbureau wordt samengesteld ten laatste 30 dagen vóór de aanvang van de kiesverrichtingen. De voorzitter en de bijzitters van het kiesbureau worden aangesteld door de Raad van Bestuur. De secretaris wordt aangewezen door de voorzitter uit de personeelsleden van de vereniging. De kandidaten voor de verkiezing mogen geen deel uitmaken van het kiesbureau. Het kiesbureau neemt de nodige maatregelen om het regelmatig verloop van de kiesverrichtingen te verzekeren. Voor elk stembureau duidt de voorzitter bovendien een secretaris aan, onder de personeelsleden van de vereniging, teneinde toezicht uit te oefenen op de kiesverrichtingen bij de stembureaus, en de stembiljetten onverwijld aan het kiesbureau te overhandigen.


18

Opstelling van kiezerslijsten Artikel 17 De hoedanigheid van kiezer wordt vastgesteld door de inschrijving op de kiezerslijsten. Het kiesbureau stelt, per kieskring, de kiezerslijsten op. Ze vermelden naam, voornaam, lidnummer en adres van iedere kiezer.


19

De stemming Artikel 18 De stemming is vrij en gebeurt per brief. De Voorzitter van het kiesbureau verstuurt ten minste 10 dagen vóór de verkiezingsperiode, de oproepingsbrief alsook het stembiljet naar de kiezer. De kiezer dient het naar behoren door hem ingevulde stembiljet, in een omslag gestoken en gesloten, over de post te verzenden naar de Voorzitter van De Onderlinge Ziekenkas. Dit alles moet aankomen vóór de sluiting van de stemming. Er zal in dit verband een uiterste datum (poststempel geldt als bewijs) vastgelegd worden voor de verzending van de stembiljetten. De stembiljetten die na deze datum gepost werden, zullen niet meer in aanmerking genomen worden.


20

Artikel 19 De kiezer mag niet meer dan één stem uitbrengen. De naamstem wordt uitgebracht in het stemvak achter de naam en voornaam van de kandidaat aan wie de kiezer zijn stem wil geven. Indien de kiezer zich kan verenigen met de volgorde waarin de kandidaten voorkomen op de lijst samengesteld door de Raad van Bestuur, dan brengt hij zijn stem uit in het stemvak bovenaan op die lijst. Stemmen bij volmacht is verboden.


21

Telling van de stemmen Artikel 20 Binnen de 7 werkdagen na de verkiezingsperiode gaat het kiesbureau over tot de telling van de uitgebrachte stemmen. De afgevaardigden worden verkozen in volgorde van het aantal bekomen stemmen. De uitgebrachte lijststemmen worden verdeeld over de kandidaten, in volgorde van hun rangschikking op de lijst, met het oog op het bereiken van het vereiste quorum. Het vereiste quorum wordt bereikt door het aantal geldig uitgebrachte stemmen te delen door het aantal in de desbetreffende kieskring te begeven mandaten. Bij gelijkheid van stemmen voor meerdere kandidaten voor het laatste toe te kennen mandaat is de volgorde van de lijst beslissend. De eerste vijf niet verkozen kandidaten worden als plaatsvervangers aangeduid. Zijn ongeldig : -

andere stembiljetten dan die welke aan de kiezer zijn overhandigd; stembiljetten waarop meer dan één stem werd uitgebracht; stembiljetten waarop niet gestemd is; stembiljetten met schrappingen of overschrijvingen; stembiljetten die een aanwijzing bevatten welke de identificatie van de kiezer mogelijk maakt.

Het kiesbureau maakt een proces-verbaal op van de kiesverrichtingen, met opgave van het aantal uitgebrachte stemmen, het aantal geldige stemmen, de wijze van controle van de identiteit van de kiezers, van de uitslag van de stemming en de kieskringen waarvoor geen verkiezingen werden gehouden om de redenen vermeld in Artikel 21 van deze statuten.


22

Vrijstelling van het organiseren van verkiezingen Artikel 21 Wanneer het aantal kandidaten in een kieskring gelijk is aan of kleiner is dan het aantal toe te kennen effectieve mandaten, dan worden deze kandidaten van rechtswege verkozen. In voorkomend geval hebben er geen stemverrichtingen plaats in de betrokken kieskring.


23

Publicatie van de resultaten Artikel 22 De leden worden per post of door middel van de publicaties bestemd voor de aangeslotenen van de vereniging ingelicht over de uitslagen van de stemming, uiterlijk 15 kalenderdagen na het afsluiten van de verkiezingsperiode. Elke betrokken partij die de resultaten of het verloop van de stemming wenst te betwisten, moet hiertoe bij aangetekend schrijven, een gemotiveerde vraag richten aan de Controledienst en dit binnen de 10 werkdagen na de datum waarop het betwiste verloop of resultaat is ingetreden. De Controledienst beschikt over 20 werkdagen om kennisgeving te doen van zijn beslissing aan de betrokken partijen.


24

Artikel 23 De publicaties en/of brieven beoogd door de artikelen 12, 15, 18 en 22 van deze statuten worden tegelijkertijd overgemaakt aan de Controledienst en aan de leden van de vereniging. De samenstelling van het kiesbureau en een dubbel van het proces-verbaal van de kiesverrichtingen worden onmiddellijk medegedeeld aan de Controledienst.


25

Installatie van de Algemene Vergadering Artikel 24 De nieuwe Algemene Vergadering wordt geïnstalleerd binnen een termijn van maximum 30 kalenderdagen na de datum van afsluiting van de verkiezingsperiode. Een beroep bij de Controledienst schort de periode van 30 dagen op. Ze kan maximum vijf raadgevers bij de Algemene Vergadering verkiezen, op voordracht van de Raad van Bestuur. Deze raadgevers hebben raadgevende stem. De directieleden van de vereniging mogen de Algemene Vergadering met raadgevende stem bijwonen.


26

Verlies van de hoedanigheid van afgevaardigde Artikel 25 § 1.

Verliest de hoedanigheid van afgevaardigde bij beslissing van de Algemene Vergadering van het ziekenfonds : 1) 2) 3) 4) 5)

§ 2.

hij die een lid van de Raad van Bestuur in de uitoefening van zijn ambt belastert; hij die tijdens een vergadering een afgevaardigde of een lid van de Raad van Bestuur bedreigt of beledigt; hij die daden stelt die de belangen van de vereniging schaden; hij die weigert zich te onderwerpen aan de statuten en aan de reglementen van de vereniging; hij die een al dan niet voorwaardelijke in kracht van gewijsde gegane veroordeling opgelopen heeft wegens eerroof, inbreuk op de goede zeden, verduistering van gelden of misbruik van vertrouwen;

Verliest van rechtswege de hoedanigheid van afgevaardigde, de persoon die geen lid meer is van de vereniging.

§ 3. De persoon die de hoedanigheid van afgevaardigde verliest om één van de redenen vermeld in §1 en 2, wordt vervangen door de eerste plaatsvervanger. De volgorde van de plaatsvervangers wordt bepaald door de verkiezingsuitslag.


27

Bevoegdheden van de Algemene Vergadering Artikel 26 De Algemene Vergadering beraadslaagt en beslist over de volgende aangelegenheden : 1) 2) 3) 4) 5)

de statutenwijzigingen; de verkiezing en de afzetting van de bestuurders; de goedkeuring van de begrotingen en jaarrekeningen; de aanstelling van één of meer bedrijfsrevisoren; de samenwerking met de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen, bedoeld in art.43 van de Wet van 6 augustus 1990; 6) de ontbinding van de vereniging. De Algemene Vergadering kan aan de Raad van Bestuur de bevoegdheid delegeren te beslissen over de aanpassingen van de bijdragen. Deze delegatie is geldig voor één jaar en is hernieuwbaar.


28

Artikel 27 De Algemene Vergadering wordt door de bestuurders bijeengeroepen, in de gevallen bepaald in de wet of in de statuten, alsook wanneer ten minste 1/5 van de afgevaardigden bij de Algemene Vergadering erom verzoekt. De bijeenroeping mag bij individueel bericht gebeuren of bij een bericht in een publicatie verspreid onder alle afgevaardigden van de Algemene Vergadering van de vereniging. Dit bericht moet verstuurd of gepubliceerd worden uiterlijk 30 kalenderdagen vóór de datum van de Algemene Vergadering en bevat tevens de agenda van deze vergadering.


29

Artikel 28 De Algemene Vergadering wordt ten minste éénmaal per jaar samengeroepen met het oog op de goedkeuring van de jaarrekening en de begroting. Elke afgevaardigde bij de Algemene Vergadering moet uiterlijk 8 dagen vóór de datum van de Algemene Vergadering over documentatie beschikken die de volgende gegevens bevat : 1) het activiteitenverslag van het afgelopen dienstjaar met een overzicht van de werking van de verschillende diensten en activiteiten; 2) de opbrengst van de ledenbijdragen en hun wijze van aanwending, opgesplitst over de verschillende diensten en activiteiten; 3) het ontwerp van jaarrekeningen, omvattende de balans, de resultatenrekening en de toelichting, alsmede het verslag van de revisor; 4) het ontwerp van begroting voor het volgende dienstjaar, zowel globaal als opgesplitst over de verschillende diensten en activiteiten. Elk lid van de vereniging kan op eenvoudige aanvraag een synthese van deze documentatie bekomen.


30

Artikel 29 De beslissingen worden geldig genomen indien minstens de helft van de afgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en bij eenvoudige meerderheid van de uitgebrachte stemmen, behalve in gevallen waarin de wet of deze statuten het anders bepalen. Indien het vereiste aanwezigheidsquorum de eerste maal niet is bereikt, wordt een tweede Algemene Vergadering bijeengeroepen die geldig beraadslaagt, welke ook het aantal aanwezige afgevaardigden zij en welke ook het voorwerp van de beraadslaging zij. Elke afgevaardigde bij de Algemene Vergadering beschikt over één stem. Bij verhindering van een afgevaardigde bij de Algemene Vergadering kan deze volmacht geven aan een andere afgevaardigde of aan een plaatsvervanger. Elke afgevaardigde mag slechts houder zijn van één volmacht.


31

Afdeling 2 - Raad van Bestuur Artikel 30 De Raad van Bestuur van de vereniging is samengesteld uit minimum 10 en maximum 15 bestuurders. De Raad van Bestuur mag niet voor meer dan één vierde samengesteld zijn uit personen die bezoldigd worden door de vereniging. Beide geslachten moeten vertegenwoordigd zijn in de Raad van Bestuur, ieder via tenminste 1 mandaat. Om lid te zijn van de Raad van Bestuur moet men meerderjarig en van goed zedelijk gedrag zijn. Het is evenwel niet vereist deel uit te maken van de afgevaardigden bij de Algemene Vergadering. Men is niet meer verkiesbaar, zodra men de leeftijd van 67 jaar heeft bereikt. Het mandaat van bestuurder is onbezoldigd. Presentiegelden, waarvan het bedrag vastgesteld wordt door de Algemene Vergadering, en de terugbetaling van gemaakte onkosten kunnen eventueel voorzien worden.


32

Artikel 31 De Raad van Bestuur wordt door de afgevaardigden bij de Algemene Vergadering verkozen voor een termijn van 6 jaar. De kandidaturen worden uiterlijk 15 dagen vóór de Algemene Vergadering bij aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van de Raad van Bestuur. De voorzitter stelt een kandidatenlijst op. Onverminderd het recht van de afgevaardigden bij de Algemene Vergadering om zich kandidaat te stellen, kan de Raad van Bestuur ook zijn eigen kandidatenlijst voorstellen. Als het aantal kandidaten groter is dan het aantal te begeven mandaten, vindt er een geheime stemming plaats. Elke afgevaardigde bij de Algemene Vergadering beschikt over één stem. De kandidaten die het grootst aantal stemmen behalen, zijn verkozen. Als het aantal kandidaten gelijk is aan het aantal te begeven mandaten, zijn de kandidaten automatisch verkozen. Plaatsvervangende bestuurders kunnen onder dezelfde voorwaarden verkozen worden. De Raad van Bestuur kan maximum vijf raadgevers verkiezen. Ze hebben een raadgevende stem. De directieleden van de vereniging kunnen de vergaderingen van de Raad van Bestuur met raadgevende stem bijwonen.


33

Artikel 32 De vervanging van overleden of ontslagnemende bestuurders vindt plaats op de volgende Algemene Vergadering. De op deze wijze verkozen bestuurder beëindigt het mandaat van de bestuurder die hij vervangt. Het ontslag, de afzetting of de uitsluiting uit de vereniging hebben automatisch het einde van het mandaat als bestuurder tot gevolg. Hetzelfde geldt in geval van verlies van de hoedanigheid van afgevaardigde bij de Algemene Vergadering, wanneer het in deze hoedanigheid is dat de bestuurder verkozen was. De Algemene Vergadering kan beslissen tot de afzetting van een bestuurder. Hiervoor moet twee derde van de leden aanwezig zijn en moet de beslissing met een meerderheid van twee derde van de stemmen worden genomen. Een bestuurder die vijf opeenvolgende keren afwezig is zonder gemotiveerde reden, wordt beschouwd als ontslagnemend. De beslissingen van de Raad van Bestuur worden genomen indien minstens de helft van de bestuurders aanwezig zijn en bij eenvoudige meerderheid van de uitgebrachte stemmen.


34

Artikel 33 De Raad van Bestuur is belast met het dagelijks bestuur en oefent alle bevoegdheden uit die de Wet van 6 augustus 1990 niet uitdrukkelijk aan de Algemene Vergadering toevertrouwd heeft. De vaststelling van de bijdragen uitgezonderd, kan de Raad van Bestuur, onder zijn verantwoordelijkheid, daden van dagelijks bestuur of een deel van zijn bevoegdheden delegeren aan zijn voorzitter of aan één of meer van de bestuurders of personeelsleden. De Raad van Bestuur komt bijeen vóór elke Algemene Vergadering om de agenda van deze laatste vast te stellen. Hij kan ook dringend bijeenkomen op uitnodiging van de voorzitter of op verzoek van drie bestuurders.


35

Artikel 34 De Raad van Bestuur kiest in zijn midden een voorzitter, een ondervoorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen gecumuleerd worden.


36

Artikel 35 De voorzitter is belast met de leiding van de Algemene Vergadering en van de Raad van Bestuur; hij waakt over de uitvoering van de statuten en van de bijzondere reglementen; hij vertegenwoordigt de vereniging in al zijn betrekkingen met de Openbare Besturen; hij treedt op namens de vereniging als eiser of als verweerder in alle gerechtszaken. De voorzitter kan nochtans een algemene of bijzondere volmacht geven aan de secretaris, aan een lid van de Raad van Bestuur of aan een personeelslid om met de Openbare Besturen te onderhandelen en namens de vereniging op te treden in gerechtszaken. De voorzitter heeft het recht de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering uitzonderlijk bijeen te roepen.


37

Artikel 36 De ondervoorzitter vervangt de voorzitter ingeval deze afwezig of belet is. De voorzitter kan hem al of een gedeelte van zijn macht overdragen. Bij ontstentenis van de voorzitter en de ondervoorzitter zullen de leden van de Raad van Bestuur iemand onder hen aanduiden die de functies van voorzitter tijdelijk zal waarnemen.


38

Artikel 37 De secretaris verricht al het nodige schrijfwerk, hij tekent de briefwisseling, hij stelt de processen-verbaal op van de vergaderingen en ondertekent mede de betalingsmandaten. Hij is belast met de bewaring van het archief. Hij neemt bovendien de algemene leiding waar van het secretariaat en is verantwoordelijk, ten aanzien van de Raad van Bestuur, voor de goede gang van zaken in de diensten. Hij treedt op namens de vereniging als eiser of als verweerder in alle gerechtszaken. Bij volmacht van de Raad van Bestuur wordt hem het bestuur, de aanwerving en het ontslag van het bij de maatschappij van onderlinge bijstand tewerkgestelde personeel toevertrouwd. Mits goedkeuring van de Raad van Bestuur kan hij zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan een lid van de directie van de vereniging aan wie hij volmacht geeft.


39

Artikel 38 De penningmeester is verantwoordelijk tegenover de Raad van Bestuur voor de geldverhandelingen van de vereniging, het bijhouden van de boekhouding zoals door de reglementering is voorgeschreven, en het opmaken van de statistieken. Hij brengt verslag uit over de financiële toestand. Mits goedkeuring van de Raad van Bestuur kan hij zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan een lid van de directie van de vereniging aan wie hij volmacht geeft.


40

HOOFDSTUK V DE DIENSTEN VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND : GEWAARBORGDE VOORDELEN, BIJZONDERE AANSLUITINGSVOORWAARDEN, BIJDRAGEN, ALGEMENE BEPALINGEN.

Artikel 39 §1.

De vereniging keert aan de arbeidsongeschikte leden een dagelijkse vergoeding uit volgens de tarieven voorzien door hun aansluiting opgenomen in de bijlagen van deze statuten. Deze uitkeringen zijn voorzien per werkdag, zon- en wettelijke feestdagen uitgezonderd. De voorziene uitkeringen mogen, samengevoegd met andere vervangingsinkomens, het normale persoonlijke beroepsinkomen niet overschrijden. Om aanspraak te kunnen maken op de voordelen van deze dienst moeten de arbeidsongeschikte leden voldaan hebben aan alle toetredingsvoorwaarden, hun wachttijd volbracht en hun bijdragen, waarvan het bedrag opgenomen is in de bijlagen van de statuten, betaald hebben.

§2.

§3.

De dekkingsvoorwaarden kunnen slechts gewijzigd worden op basis van objectieve en duurzame elementen en enkel op een wijze die evenredig is met deze elementen. De bijdragen kunnen slechts verhoogd worden behoudens de aanpassing aan de gezondheidsindex, wanneer de reële en significante stijging van de kostprijs van de gewaarborgde prestaties of wanneer de evolutie van de te dekken risico’s dit vereist of in geval van significante en uitzonderlijke omstandigheden.


41

Artikel 40 §1.

De vergoedingen worden uitgekeerd in geval van arbeidsongeschiktheid tengevolge van ziekte of ongeval indien de economische invaliditeit of indien de fysiologische invaliditeit meer dan 65 % bedraagt en indien het lid iedere persoonlijke beroepsactiviteit gestaakt heeft. Indien de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een aandoening, kwetsuur, gebrek of ziektetoestand die bestond op het ogenblik van de aansluiting en die het onderwerp uitmaakt van een beperking van het recht op prestaties zoals beschreven in artikel 48 van de statuten worden de vergoedingen toegekend à rato van 10 % met een maximum van 5 euro per dag.

§2.

De graad van arbeidsongeschiktheid wordt bij de aangifte bepaald door de behandelende geneesheer en daarna door de geneesheer directeur aangesteld door De Onderlinge ziekenkas. De economische invaliditeit wordt gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid bepaald in functie van het uitgeoefend hoofdberoep van het lid en wordt na één jaar arbeidsongeschiktheid bepaald in functie van de algemene arbeidsmarkt. De fysiologische invaliditeit wordt bepaald overeenkomstig de vermindering van de lichamelijke integriteit. Voor de bepaling van de fysiologische graad van invaliditeit wordt de schaal van de OBSI als indicatie weerhouden.

§3.

De vergoedingen worden enkel toegekend in geval van een arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van een ziekte of een ongeval.

§ 4.

Voor de reeksen en/of formules waarvoor een vergoeding voorzien is in geval van hospitalisatie tijdens de carentieperiode, worden de vergoedingen vanaf de eerste dag van hospitalisatie uitgekeerd en dit voor de volledige duur ervan.

§ 5.

In het kader van een herstel wordt bij een gedeeltelijke werkhervatting gedurende een beperkte periode de vergoeding à rato van 50 % uitbetaald, mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de geneesheer directeur van De Onderlinge Ziekenkas. De geneesheer directeur van De Onderlinge Ziekenkas bepaalt de duur van deze periode.

§ 6.

In geval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal toegekend. Wordt als ongeval aanzien iedere plotse gebeurtenis waarvan de oorzaak of één van de oorzaken buiten het organisme van de getroffene ligt en die de dood tot gevolg heeft. Wordt ermee gelijkgesteld : • onvrijwillige verdrinking • het overlijden als gevolg van het redden van in gevaar verkerende personen of goederen • onvrijwillige vergiftiging en verstikking.


42

Beoogd worden zowel de ongevallen overkomen tijdens het privé-leven als deze tijdens zijn aangegeven beroepsbezigheden. Het overlijden moet zich voordoen binnen het jaar na het verzekerde ongeval dat er de oorzaak van is. Ongevallen overkomen naar aanleiding van een lichaamsoefening tijdens een sportcompetitie of –exhibitie waarvoor de inrichter toegangsgeld ontvangt en waarvoor de deelnemers in het om het even welke vorm een bezoldiging ontvangen zijn niet gewaarborgd. Ongevallen overkomen ter gelegenheid van de beoefening van een sport of activiteit waaraan buitengewone gevaren verbonden zijn, zoals auto- of motorrennen, rally’s luchtsporten, diepzeeduiken, onderaardse en stratosferische activiteiten, zijn evenmin gewaarborgd.


43

Artikel 41 §1.

De arbeidsongeschiktheid is verondersteld te zijn ingetreden de dag aangeduid op het door de behandelende geneesheer ondertekend attest. Dit attest dient aan de geneesheerdirecteur te worden overhandigd of per post verzonden, uiterlijk vier dagen voor het verstrijken van de carentieperiode en uiterlijk één maand na de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Dit attest dient de volgende elementen te bevatten : de begindatum van de arbeidsongeschiktheid en haar vermoedelijke duur; de nauwkeurige diagnose; In geval van vertraging bij het overhandigen of verzenden van het attest is de arbeidsongeschiktheid verondersteld in te gaan de dag van de overhandiging of neerlegging ter post.

§ 2.

Het attest dat een arbeidsongeschiktheid verlengt dient uiterlijk toegezonden binnen de acht dagen na het verstrijken van de periode van arbeidsongeschiktheid, zoniet vervalt het recht op vergoeding vanaf de eerste dag van de verlenging tot op de dag dat dit verlengingsattest toekomt. Het attest moet duidelijk de verwachte duur van de verlenging vermelden. De geneesheer-directeur van de vereniging bepaalt de duur en de graad van de arbeidsongeschiktheid. Gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid dient op het einde van iedere kalendermaand en op de dag van de werkherneming een nieuw geneeskundig getuigschrift aan de geneesheer directeur toegezonden te worden. Bij werkhervatting is eveneens een getuigschrift, ingevuld door de behandelende geneesheer, binnen de vier dagen vereist met vermelding van de datum van werkhervatting.

§ 3.

Arbeidsongeschiktheid tengevolge van het chronisch vermoeidheidssyndroom en fibromyalgie komt slechts in aanmerking voor tussenkomsten indien voldaan wordt aan de bepalingen zoals voorzien in artikel 40 en indien het lid het bewijs voorlegt van de erkenning van de diagnose door een door het RIZIV erkend referentiecentrum voor chronisch vermoeidheidssyndroom.

§ 4.

Het kapitaal bij overlijden door ongeval wordt betaald aan de bij De Onderlinge Ziekenkas aangewezen begunstigde of, bij ontstentenis, aan de testamentaire erfgenaam of, bij ontstentenis van deze, aan de wettelijke erfgenamen van de aangeslotene tot en met de 2e graad.


44

Hiervoor dient de begunstigde volgende documenten te overhandigen : 1. een ongevalaangifte met vermelding van de datum en omstandigheden van het ongeval, gegevens betreffende het proces-verbaal van vaststelling, het notitienummer van het geopend strafdossier alsook het gevolg hieraan gegeven, de identiteit van de notaris die gelast is met de uitvoering van de erfenis; 2. het medisch attest dat het overlijden vaststelt en de oorzaak ervan vermeld; 3. de akte van bekendheid Bij ontstentenis van een aangewezen of testamentaire begunstigde en van wettelijke erfgenamen worden de begrafeniskosten die daadwerkelijk zijn gedragen, terugbetaald tot een bedrag van 2.500 euro aan de natuurlijke persoon die ze heeft gemaakt.


45

Artikel 42 Ongeacht de aflevering van de getuigschriften van aangifte en verlenging waarvan sprake in artikel 41, is ieder arbeidsongeschikt lid dat zijn recht op vergoeding wil behouden, verplicht : •

onmiddellijk iedere hervatting, ook gedeeltelijke of tijdelijke, van zijn beroepsactiviteit of van iedere andere winstgevende of bezoldigde activiteit te melden;

•

onmiddellijk kennis te geven van opname in een verzorgingsinstelling of van iedere wijziging van verblijfplaats in het land. De eventuele controlekosten zullen in ieder geval ten laste gelegd worden van de leden die zonder geldige reden verzuimd hebben deze bepalingen na te leven;

•

voor ieder verblijf in het buitenland de voorafgaandelijke toelating verkrijgen, ook indien het een verblijf voor behandeling of herstel betreft; plaats en tijdstip van elk verblijf dient duidelijk gemeld te worden;

•

zich neer te leggen bij controlebezoeken ten huize die uitgevoerd worden door een geneesheer van de vereniging;

•

in geval van hospitalisatie een bewijs voor te leggen met de vermelding van de begin- en einddatum van opname;

•

gevolg te geven aan iedere oproep voor controle indien het lid de woonst mag verlaten. Het lid dat hieraan geen gevolg kan geven, wordt geacht in de woonst of de naaste omgeving ervan te verblijven.


46

Artikel 43 Een nieuwe arbeidsongeschiktheid die ontstaat binnen de 30 kalenderdagen voor zelfstandigen, of 14 kalenderdagen voor de weddetrekkenden, volgend op de werkhervatting, wordt beschouwd als de voortzetting van de vorige ongeschiktheid, op voorwaarde dat het dezelfde ziekte of hetzelfde ongeval betreft die/dat de oorzaak is geweest van de vorige ongeschiktheid. Het arbeidsongeschikt lid dat het werk herneemt zonder schriftelijke toelating van de behandelende geneesheer, kan bij hervalling binnen de dertig dagen geen aanspraak maken op vergoeding.


47

Artikel 44 §1.

Het recht op uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid wordt ontzegd in de volgende gevallen : 1. zo het arbeidsongeschikt lid zich niet werkelijk op Belgisch grondgebied bevindt op het tijdstip dat hij om die prestaties verzoekt en er geen controle mogelijk is; 2. zo de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een aandoening die bestond vóór de aansluiting op voorwaarde dat vóór de aansluiting een arts deze aandoening, of de symptomen die geleid hebben tot de diagnose van deze aandoening, vastgesteld heeft en de aangeslotene deze ervaren heeft en hiervan geen melding heeft gemaakt op het vertrouwelijk medische inlichtingenblad, ingevuld ter gelegenheid van de aansluiting. De vereniging kan echter het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende de gezondheidstoestand op het vertrouwelijk medisch inlichtingenblad, ingevuld ter gelegenheid van de aansluiting, niet inroepen om de tussenkomst te weigeren of te beperken nadat een periode van 24 maanden verstreken is vanaf de aansluiting, wanneer deze gegevens betrekking hebben op een ziekte of aandoening waarvan de symptomen zich op het ogenblik van de aansluiting reeds hadden gemanifesteerd en die niet vastgesteld werd door een arts binnen diezelfde periode van 24 maanden. 3. zo de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een zwangerschap, gedurende de periode van 7 weken vóór en 8 weken na de bevalling of miskraam. De stopzetting van de activiteiten dient nochtans vanaf het begin van de periode van arbeidsongeschiktheid aan de vereniging gemeld te worden; 4. zo de arbeidsongeschiktheid gedekt is door een bijzondere wetgeving met uitzondering van deze betreffende de verplichte ziekteverzekering, of zo deze arbeidsongeschiktheid haar oorsprong vindt in de vermindering van arbeidsgeschiktheid welke recht geeft op een invaliditeitspensioen toegekend krachtens een wet of een openbare verordening; 5. zo de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een behandeling met louter esthetische doeleinden, tenzij de vereniging hiervoor haar voorafgaandelijke toestemming verleend heeft; 6. zo de arbeidsongeschiktheid voortspruit uit een ongeval overkomen naar aanleiding van een lichaamsoefening tijdens een sportcompetitie of -exhibitie waarvoor de inrichter toegangsgeld ontvangt en waarvoor de deelnemers in om het even welke vorm een bezoldiging ontvangen; 7. zo de arbeidsongeschiktheid voortspruit uit een ongeval overkomen ter gelegenheid van de beoefening van een sport of activiteit waaraan buitengewone gevaren verbonden zijn, zoals auto- of motorennen, rally's, luchtsporten, diepzeeduiken, onderaardse en stratosferische activiteiten;


48

8. 9. 10. 11.

12. 13. 14.

15.

16.

17.

18.

zo de arbeidsongeschiktheid voortspruit uit een door het lid gepleegde zware fout; zo het arbeidsongeschikt lid zich opzettelijk gekwetst, doen kwetsen of ziek gemaakt heeft; zo het arbeidsongeschikt lid weigert de gepaste medische behandeling en de nodige maatregelen tot herstel van zijn gezondheid te volgen; zo het arbeidsongeschikt lid zijn verblijfplaats gewijzigd heeft zonder dat hij hiervan aan de vereniging melding heeft gemaakt, of wanneer hij zich naar het buitenland begeeft zonder voorafgaandelijke toestemming van de geneesheer aangesteld door de vereniging; zo de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een oorlogsfeit, burgeroorlog, volksoproer of -opstand; zo het lid zijn beroepsactiviteit of zijn sociaal statuut wijzigt zonder voorafgaandelijk de vereniging daarvan op de hoogte te brengen; zo de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een ongeval overkomen in staat van dronkenschap of onder invloed van verdovingsmiddelen of opwekkende middelen of ten gevolge van opzettelijk misbruik van medicatie, of zo de arbeidsongeschiktheid voortvloeit uit alcoholisme, toxicomanie of opzettelijk misbruik van medicatie; zo de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van : • kennelijk roekeloze daden; • behandelingen die het lid op zichzelf heeft toegepast; zo de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van atoomkernreacties of van radioactiviteit of ioniserende stralen die geen deel uitmaken van een medische behandeling; zo de arbeidsongeschiktheid te wijten is aan de handeling van een derde en ze onder de verantwoordelijkheid van deze laatste valt, voor zover de maatschappij van onderlinge bijstand ten gepaste tijde op de hoogte werd gebracht van het feit dat de verantwoordelijkheid in hoofde van de derde deed ontstaan. In dit laatste geval is het lid, in toepassing van artikel 40 van de Wet van 06.08.1990 betreffende de ziekenfondsen, ertoe gehouden De Onderlinge Ziekenkas te subrogeren in al zijn rechten die hij tegenover de derde verantwoordelijke zou kunnen laten gelden, en dit ten belope van de door de maatschappij van onderlinge bijstand uitbetaalde bedragen. Bijgevolg mag het lid geen enkele overeenkomst afsluiten met de derde verantwoordelijke en/of degene die de uitkeringen bestemd om de schade te dekken verschuldigd is, zonder uitdrukkelijke geschreven toestemming van De Onderlinge Ziekenkas. In geval door het lid toch dergelijke overeenkomst zou worden afgesloten ondanks bovenstaand verbod, zal het lid gehouden zijn De Onderlinge Ziekenkas te vergoeden voor iedere uitkering en/of uitgave die niet zou kunnen gerecupereerd worden bij de derde verantwoordelijke als gevolg van deze overeenkomst. zo de arbeidsongeschiktheid is ontstaan tijdens de wachttijd.


49

In voorkomend geval kan de maatschappij van onderlinge bijstand de totaal uitgekeerde vergoedingen terugvorderen vanaf het begin van het lopende ziektedossier. § 2.

De uitbetaling van de vergoedingen wordt onmiddellijk gestopt : 1.

2.

zo het arbeidsongeschikt lid zich aan de controle onttrokken heeft of geweigerd heeft zich te voegen naar de door de raad of de geneesheer aangesteld door de vereniging opgelegde controlemaatregelen; zo het arbeidsongeschikt lid aangetroffen wordt in het lokaal waar hij zijn beroep uitoefent of als hij zich bezighoudt met winstgevend werk of handelszaken.

§ 3.

Bij meerdere inbreuken op de bepalingen van §1 en §2 kan de vereniging het lid uitsluiten van de voordelen van de dienst overeenkomstig artikel 8.

§ 4.

De uitbetaling van het kapitaal voorzien bij overlijden door ongeval wordt niet toegekend bij: v ongevallen overkomen wanneer de aangeslotene • een luchtvaartuig bestuurt of tijdens de vlucht een activiteit uitoefent die in verband staat met het toestel of met de vlucht • onbekwaam is zijn handelingen te beheersen • een van de hierna vermelde gevallen van grove schuld heeft begaan: o staat van dronkenschap of alcoholintoxicatie van meer dan 1.5 g/l bloed o onder invloed van verdovende middelen of opwekkende middelen of opzettelijk misbruik van medicatie o weddenschappen of uitdagingen o beoefening van sportactiviteiten in zulke omstandigheden dat zij volgens de mening van specialisten roekeloze daden vormen o vrijwillig deelneemt aan vechtpartijen of andere gewelddaden v ongevallen voortvloeiend uit: • oorlog, staking of oproer, daarin begrepen burgeroorlog of gewelddaden met collectieve drijfveer, al dan niet gepaard gaand met opstand tegen het gezag; de dekking wordt evenwel gehandhaafd gedurende veertien dagen vanaf het begin van de vijandelijkheden wanneer de aangeslotene verrast wordt door het uitbreken van een oorlog in het buitenland • natuurrampen overkomen in België • rechtstreeks of onrechtstreeks uit de wijziging van de atoomkern, de radioactiviteit en de voortbrenging van ioniserende stralingen • opzet, zelfmoord of zelfmoordpoging van de aangeslotene.


50

Gewaarborgde voordelen. 1) DIENST DAGELIJKSE VERGOEDINGEN De Maatschappij van Onderlinge Bijstand bepaalt in functie van de uitgeoefende beroepsactiviteit de categorie waarbij een kandidaat lid zich kan aansluiten. Het kandidaat lid heeft de keuze tussen de verschillende reeksen of formules in de aan hem of haar toegewezen beroepscategorie.

Artikel 45 Volgende reeksen en formules worden voorzien.

I. Leden aangesloten vóór 01.01.1994. I. A.

Leden zelfstandigen die een beroepsactiviteit met een verlaagd risico op arbeidsongeschiktheid uitoefenen (categorie 104).

I. A. 1. Leden tot de pensioenleeftijd. I. A. 1.1. Basisreeksen. De carentieperiode bedraagt 8, 14 of 30 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.


51

I. A.1.2.

Individuele reeksen.

De carentieperiode bedraagt 8 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd. De bijdrage van de individuele reeks wordt verminderd met de bijdrage van de basisreeks, die afzonderlijk geïnd wordt.

I. A. 2. Leden boven de pensioenleeftijd. I. A. 2.1. Basisreeksen. De carentieperiode bedraagt 14 kalenderdagen. De rechten zijn volledig uitgeput nadat het lid in totaal driehonderd dagvergoedingen genoten heeft. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.


52

Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

I. A. 2.2. Individuele reeksen. De carentieperiode bedraagt 14 kalenderdagen. De rechten zijn volledig uitgeput nadat het lid in totaal driehonderd dagvergoedingen genoten heeft. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €. De bijdrage van de individuele reeks wordt verminderd met de bijdrage van de basisreeks, die afzonderlijk geïnd wordt.

I. B. Leden die een beroepsactiviteit met een normaal risico op arbeidsongeschiktheid uitoefenen (categorie 105). I. B. 1. Leden tot de pensioenleeftijd. I. B. 1.1. Leden zelfstandigen die op datum van 01.01.94 de leeftijd van 45 jaar niet bereikt hadden. De carentieperiode is bepaald op 8 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd.


53

De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar. De bijdragen zijn bepaald in functie van de bereikte leeftijd tot de leeftijd van 44 jaar voleind; vanaf 45 jaar wordt een gelijkblijvende bijdrage gevraagd. De aanpassing van de bijdragen in functie van de bereikte leeftijd geschiedt vanaf de maand volgend op de maand waarin de leeftijd van het lid wijzigt. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

I.B.1.1.bis Leden zelfstandigen die op datum van 01.01.94 de leeftijd van 45 jaar bereikt hadden. De carentieperiode is bepaald op 8 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.


54

I.B.1.2. Leden weddetrekkenden die op datum van 01.01.94 de leeftijd van 45 jaar niet bereikt hadden. De carentieperiode is bepaald op 30 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar. De bijdragen zijn bepaald in functie van de bereikte leeftijd tot de leeftijd van 44 jaar voleind; vanaf 45 jaar wordt een gelijkblijvende bijdrage gevraagd. De aanpassing van de bijdragen in functie van de bereikte leeftijd geschiedt vanaf de maand volgend op de maand waarin de leeftijd van het lid wijzigt. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

I.B.1.2.bis Leden weddetrekkenden die op datum van 01.01.94 de leeftijd van 45 jaar bereikt hadden. De carentieperiode is bepaald op 30 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend.


55

Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

I. B. 1.3.

Leden functionarissen en onderwijzend personeel.

De vergoedingen worden toegekend vanaf de dag dat er weddeverlies ontstaat. De voorziene tussenkomsten worden uitgekeerd tot aan de normale pensioenleeftijd. Onder normale pensioenleeftijd wordt verstaan de leeftijd van normale oppensioenstelling van toepassing in de dienst waarin het lid werkzaam is. De maximum eindleeftijd is bepaald op 65 jaar. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

I. B. 2. Leden zelfstandigen boven de pensioenleeftijd. De carentieperiode bedraagt 14 kalenderdagen. De rechten zijn volledig uitgeput nadat het lid in totaal driehonderd dagvergoedingen genoten heeft. De maximum eindleeftijd is bepaald op 70 jaar. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard.


56

De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

I. C.

Leden zelfstandigen die een beroepsactiviteit met een verhoogd risico op arbeidsongeschiktheid uitoefenen (categorie 120 en 150).

I. C. 1. Reeksen met eindleeftijd 60/65 jaar en met een carentietijd van 14 dagen. De carentieperiode is bepaald op 14 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De eindleeftijd is deze zoals zij bepaald werd door het lid bij het invoege treden van dit artikel. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.


57

I. C. 2. Reeksen met eindleeftijd 55/60 jaar en met een carentietijd van 30 dagen. De carentieperiode is bepaald op 30 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De eindleeftijd is deze zoals zij bepaald werd door het lid bij het invoege treden van dit artikel. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

I. D.

Leden van de beroepsvereniging der geneesheren verbonden aan de O.C.M.W. Ziekenhuizen van Antwerpen (categorie 100).

De carentieperiode is bepaald op 30 kalenderdagen. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend.


58

Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.


59

II.

Leden aangesloten vanaf 01.01.1994.

II. A. Leden zelfstandigen die beroepsactiviteit met een verlaagd risico op arbeidsongeschiktheid uitoefenen (categorie 104). II. A. 1.

Leden tot de pensioenleeftijd.

II. A. 1.1. Basisreeksen. De carentieperiode bedraagt 8, 14 of 30 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.. Voor de te vervullen toetredingsformaliteiten wordt verwezen naar artikel 4 van deze statuten.

II. A.1.1. bis Basisreeksen. Geldig vanaf 01.01.1999. De carentieperiode is bepaald op 14 of 30 kalenderdagen. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar, met uitzondering voor de reeksen F voorbehouden aan de notarissen, waarvan de aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 67 jaar.


60

Afhankelijk van de gekozen formule worden, ingeval van arbeidsongeschiktheid, de vergoedingen jaarlijks gerevaloriseerd met 2,5 %. Onder revalorisatie van de vergoeding wordt verstaan een forfaitaire verhoging ingeval van uitkering met 2,5 % per jaar van arbeidsongeschiktheid in een meetkundige reeks. Voor een tussenkomst van 1,00 € per dag wordt volgende bijdrage gevraagd :

Carentieperiode Zonder Revalorisatie Met Revalorisatie

Zonder tussenkomsten bij hospitalisatie tijdens de carentieperiode 14 d 30 d 4.44 € 3.96 € 5.28 €

4.44 €

Met tussenkomsten a rato van 100% bij hospitalisatie tijdens de carentieperiode 14 d 30 d 5.04 € 4.68 € 5.88 €

5.52 €

Met tussenkomsten a rato van 150% bij hospitalisatie tijdens de carentieperiode 14 d 30 d 5.40 € 5.04 € 6.24 €

5.88 €

Indien gekozen werd voor een formule met tussenkomsten bij hospitalisatie tijdens de carentietijd dan worden de vergoedingen toegekend voor de hospitalisatiedagen tijdens de carentietijd. Het maximum bedrag per dag bedraagt 250 € zonder rekening te houden met een eventuele revalorisatie of een verhoogde tussenkomst van 150 % voor de hospitalisatiedagen tijden de carentietijd. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.. Voor de te vervullen toetredingsformaliteiten wordt verwezen naar artikel 4 van deze statuten.

II. A. 1.2. Individuele reeksen. De tussenkomst kan verschillen naargelang de gedekte periode. De eerste periode dekt de eerste drie maanden van arbeidsongeschiktheid. De tweede periode gaat van de vierde tot en met de twaalfde maand van arbeidsongeschiktheid. De derde periode houdt een dekking in vanaf één jaar arbeidsongeschiktheid tot de eindleeftijd.


61

De carentieperiode is bepaald op 8 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. Voor de wijzigingen vanaf 01.01.2007, is het minimumbedrag bepaald op 10 € per dag; het maximumbedrag is bepaald op 250 € per dag. Het minimumbedrag voor de periode 3 bedraagt 10 €. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. De bijdragen zijn afhankelijk van de leeftijd op het ogenblik van de aansluiting bij de individuele formule. Ingeval van verhoging van de verzekerde bedragen, worden de bijdragen berekend op basis van de leeftijd bereikt bij de aanvraag tot verhogingen dit voor het totaal verzekerde bedrag. Ingeval van verlaging van de verzekerde bedragen, worden de bijdragen berekend op basis van de leeftijd bij aansluiting bij de verhoogde voordelen. De bijdragen vermeld in de bijlagen van de statuten zijn berekend voor een tussenkomst van 24,79 € per dag. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

II. A. 2. Leden boven de pensioenleeftijd. II. A. 2.1. Basisreeksen. De carentieperiode bedraagt 14 kalenderdagen. De rechten zijn volledig uitgeput nadat het lid in totaal driehonderd dagvergoedingen genoten heeft. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend.


62

Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.

II. A. 2.1.bis basisreeksen geldig vanaf 01.07.2004. De carentieperiode is bepaald op 14 kalenderdagen. De rechten zijn volledig uitgeput nadat het lid in totaal driehonderd dagvergoedingen genoten heeft. Voor een bijdrage van 124,92 € per jaar worden volgende tussenkomsten voorzien : 24,79 € per dag. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd. Voor de wijzigingen vanaf 01.01.2007, is het minimumbedrag bepaald op 10 € per dag; het maximumbedrag is bepaald op 250 € per dag. Het minimumbedrag voor de periode 3 bedraagt 10 €. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

II. A. 2.2. Individuele reeksen. De carentieperiode bedraagt 14 kalenderdagen. De rechten zijn volledig uitgeput nadat het lid in totaal driehonderd dagvergoedingen genoten heeft. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend.


63

Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €. De bijdrage van de individuele reeks wordt verminderd met de bijdrage van de basisreeks, die afzonderlijk geïnd wordt. Er worden geen nieuwe leden meer aanvaard.

II. B. Leden die een beroepsactiviteit met een normaal risico op arbeidsongeschiktheid uitoefenen (categorie 105). II. B. 1. Leden tot de pensioenleeftijd. II. B. 1.1. Reeksen met eindleeftijd 65 jaar. De tussenkomst kan verschillen naargelang de gedekte periode. De eerste periode dekt de eerste drie maanden van arbeidsongeschiktheid. De tweede periode gaat van de vierde tot en met de twaalfde maand van arbeidsongeschiktheid. De derde periode houdt een dekking in vanaf één jaar arbeidsongeschiktheid tot de eindleeftijd. De voorziene tussenkomsten worden uitgekeerd na het verstrijken van de gekozen carentietijd. Voor de leden zelfstandigen is de keuze van de carentietijd vrij : 8, 14 of 30 kalenderdagen; voor de leden weddetrekkenden is deze bepaald op 30 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. Voor de wijzigingen vanaf 01.01.2007, is het minimumbedrag bepaald op 10 € per dag; het maximumbedrag is bepaald op 250 € per dag. Het minimumbedrag voor de periode 3 bedraagt 10 €. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar. Bij eindleeftijd 65 jaar zijn de bijdragen bepaald in functie van de bereikte leeftijd tot de leeftijd van 44 jaar voleind; vanaf 45 jaar wordt een gelijkblijvende premie gevraagd. De aanpassing van de bijdragen in functie van de bereikte leeftijd geschiedt vanaf de maand volgend op de maand waarin de leeftijd van het lid wijzigt. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard.


64

De bijdragen vermeld in de bijlagen van de statuten zijn berekend voor een tussenkomst van 24,79 € per dag. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

II. B. 1.2. Reeksen met eindleeftijd 60 jaar. De tussenkomst kan verschillen naargelang de gedekte periode. De eerste periode dekt de eerste drie maanden van arbeidsongeschiktheid. De tweede periode gaat van de vierde tot en met de twaalfde maand van arbeidsongeschiktheid. De derde periode houdt een dekking in vanaf één jaar arbeidsongeschiktheid tot de eindleeftijd. De voorziene tussenkomsten worden uitgekeerd na het verstrijken van de gekozen carentietijd. Voor de leden zelfstandigen is de keuze van de carentietijd vrij : 8, 14 of 30 kalenderdagen; voor de leden weddetrekkenden is deze bepaald op 30 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. Voor de wijzigingen vanaf 01.01.2007, is het minimumbedrag bepaald op 10 € per dag; het maximumbedrag is bepaald op 250 € per dag. Het minimumbedrag voor de periode 3 bedraagt 10 €. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 60 jaar. Bij eindleeftijd 60 jaar zijn de bijdragen bepaald in functie van de bereikte leeftijd tot de leeftijd van 39 jaar voleind; vanaf 40 jaar wordt een gelijkblijvende premie gevraagd. De aanpassing van de bijdragen in functie van de bereikte leeftijd geschiedt vanaf de maand volgend op de maand waarin de leeftijd van het lid wijzigt. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. De bijdragen vermeld in de bijlagen van de statuten zijn berekend voor een tussenkomst van 24,79 € per dag.


65

Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

II. B. 2.

Leden zelfstandigen boven de pensioenleeftijd.

De carentieperiode bedraagt 14 kalenderdagen. De rechten zijn volledig uitgeput nadat het lid in totaal driehonderd dagvergoedingen genoten heeft. De maximum eindleeftijd is bepaald op 70 jaar. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

II.C.

Leden die een beroepsactiviteit met een licht verhoogd risico op arbeidsongeschiktheid uitoefenen (categorie 110).

De tussenkomst kan verschillen naargelang de gedekte periode. De eerste periode dekt de eerste drie maanden van arbeidsongeschiktheid. De tweede periode gaat van de vierde tot en met de twaalfde maand van arbeidsongeschiktheid. De derde periode houdt een dekking in vanaf één jaar arbeidsongeschiktheid tot de eindleeftijd. De voorziene tussenkomsten worden uitgekeerd na het verstrijken van de carentietijd. De carentietijd bedraagt 30 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd.


66

Voor wijzigingen vanaf 01.01.2004, is het minimumbedrag bepaald op 10 € per dag; het maximumbedrag is bepaald op 50 € per dag. Het minimum bedrag voor periode 3 bedraagt 10 €. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 60 jaar. Bij eindleeftijd 60 jaar zijn de bijdragen bepaald in functie van de bereikte leeftijd tot de leeftijd van 39 jaar voleind; vanaf 40 jaar wordt een gelijkblijvende premie gevraagd. De aanpassing van de bijdragen in functie van de bereikte leeftijd geschiedt vanaf de maand volgend op de maand waarin de leeftijd van het lid wijzigt. De bijdragen vermeld in de bijlagen van de statuten zijn berekend voor een tussenkomst van 24,79 € per dag. Voor de te vervullen toetredingsformaliteiten wordt verwezen naar artikel 4 van deze statuten. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.

II. D. Leden van de beroepsvereniging der geneesheren verbonden aan de O.C.M.W. Ziekenhuizen van Antwerpen (categorie 100). De carentieperiode is bepaald op 30 kalenderdagen. De aansluiting wordt beëindigd bij het bereiken van de 65 jaar. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.


67

De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd. Voor de te vervullen toetredingsformaliteiten wordt verwezen naar artikel 4 van deze statuten.

II.E.

Overgedragen leden van de dienst Daguitkeringen van het ziekenfonds “Verbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen, van Banken, van Verzekeringen en van Openbare en Private Instellingen (categorie 200)

De carentieperiode is bepaald op 14 kalenderdagen. In geval van hospitalisatie en voor de duur ervan worden de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De eindleeftijd is deze zoals zij bepaald werd door het lid bij het invoege treden van dit artikel. De bijdragen zijn onafhankelijk van de leeftijd.. Er worden geen nieuwe aansluitingen meer aanvaard. Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.


68

III. Leden aangesloten na 01.01.2000 III. A.

Leden die een beroepsactiviteit met een verlaagd risico op arbeidsongeschiktheid uitoefenen (categorie 104).

Deze tussenkomst kan verschillen naargelang de gedekte periode. De eerste periode dekt de eerste drie maanden van arbeidsongeschiktheid. De tweede periode gaat van de vierde tot en met de twaalfde maand van arbeidsongeschiktheid. De derde periode houdt een dekking in na één jaar arbeidsongeschiktheid tot de eindleeftijd. De keuze van de carentietijd is vrij : 8, 14, 30, 90 of 180 kalenderdagen. Ingeval van keuze van de carentietijd op 8, 14 of 30 dagen, worden in geval van hospitalisatie en voor de duur ervan, de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De keuze van de eindleeftijd is vrij : 60 of 65 jaar. De kandidaat leden hebben de keuze uit volgende formules : Ø constante rente Ø stijgende rente na schade (stijging van de uitkeringen met 2,5 % per jaar van arbeidsongeschiktheid op meetkundige wijze) Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €. Voor de wijzigingen vanaf 01.01.2007, is het minimumbedrag bepaald op 10 € per dag; het maximumbedrag is bepaald op 250 € per dag. Het minimumbedrag voor de periode 3 bedraagt 10 €. De bijdragen zijn bepaald in functie van de leeftijd op het ogenblik van de toetreding tot de individuele formule. In geval van een latere verhoging van de voorziene tussenkomsten worden, voor het supplement, de bijdragen berekend rekening houdend met de leeftijd op het ogenblik van deze verhoging.


69

De bijdragen vermeld in de bijlagen van de statuten zijn berekend voor een tussenkomst van 24,79 € per dag. Voor de te vervullen toetredingsformaliteiten wordt verwezen naar artikel 4 van deze statuten.

III. B

Leden die een beroepsactiviteit met een normaal risico op arbeidsongeschiktheid uitoefenen (categorie 105).

Deze tussenkomst kan verschillen naargelang de gedekte periode. De eerste periode dekt de eerste drie maanden van arbeidsongeschiktheid. De tweede periode gaat van de vierde tot en met de twaalfde maand van arbeidsongeschiktheid. De derde periode houdt een dekking in na één jaar arbeidsongeschiktheid tot de eindleeftijd. De keuze van de carentietijd is vrij : 8, 14, 30, 90 of 180 kalenderdagen. Voor de leden weddetrekkenden is de carentieperiode bepaald op 30 kalenderdagen. Ingeval van keuze van de carentietijd op 8, 14 of 30 dagen, worden in geval van hospitalisatie en voor de duur ervan, de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De keuze van de eindleeftijd is vrij : 60 of 65 jaar. De kandidaat leden hebben de keuze uit volgende formules : Ø constante rente Ø stijgende rente na schade (stijging van de uitkeringen met 2,5 % per jaar van arbeidsongeschiktheid op meetkundige wijze) Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €. Voor de wijzigingen vanaf 01.01.2007, is het minimumbedrag bepaald op 10 € per dag; het maximumbedrag is bepaald op 250 € per dag. Het minimumbedrag voor de periode 3 bedraagt 10 €.


70

Bij eindleeftijd 65 jaar zijn de bijdragen bepaald in functie van de bereikte leeftijd tot de leeftijd van 48 jaar voleind; vanaf 49 jaar wordt een gelijkblijvende premie gevraagd. Bij eindleeftijd 60 jaar zijn de bijdragen bepaald in functie van de bereikte leeftijd tot de leeftijd van 43 jaar voleind; vanaf 44 jaar wordt een gelijkblijvende premie gevraagd. De aanpassing van de bijdragen in functie van de bereikte leeftijd geschiedt vanaf de maand volgend op de maand waarin de leeftijd van het lid wijzigt. De bijdragen vermeld in de bijlagen van de statuten zijn berekend voor een tussenkomst van 24,79 € per dag. Voor de te vervullen toetredingsformaliteiten wordt verwezen naar artikel 4 van deze statuten.

IV. A. Leden die een medische of paramedische beroepsactiviteit met een normaal risico op arbeidsongeschiktheid uitoefenen (categorie 115). Volgende beroepsactiviteiten komen in aanmerking : geneesheren, apothekers, kinesitherapeuten, tandartsen, dierenartsen, logopedisten, verpleegkundigen, vroedkundigen, ergotherapeuten, psychologen.

IV.A.1.

Leden tot de pensioenleeftijd.

Deze tussenkomst kan verschillen naargelang de gedekte periode. De eerste periode dekt de eerste drie maanden van arbeidsongeschiktheid. De tweede periode gaat van de vierde tot en met de twaalfde maand van arbeidsongeschiktheid. De derde periode houdt een dekking in na één jaar arbeidsongeschiktheid tot de eindleeftijd. De keuze van de carentietijd is vrij : 8, 14, 30, 90 of 180 kalenderdagen. Voor de leden weddetrekkenden is de carentieperiode bepaald op 30 kalenderdagen. Ingeval van keuze van de carentietijd op 8, 14 of 30 dagen, worden in geval van hospitalisatie en voor de duur ervan, de vergoedingen vanaf de eerste dag uitgekeerd. De keuze van de eindleeftijd is vrij : 60 of 65 jaar. De kandidaat leden hebben de keuze uit volgende formules : Ø constante rente Ø stijgende rente na schade (stijging van de uitkeringen met 2,5 % per jaar van arbeidsongeschiktheid op meetkundige wijze)


71

Aan de vrouwelijke leden wordt, ingeval van bevalling, na voorlegging van het geboorteattest, een bevallingspremie ten bedrage van 750 € toegekend. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €. Voor de wijzigingen vanaf 01.01.2007, is het minimumbedrag bepaald op 10 € per dag; het maximumbedrag is bepaald op 250 € per dag. Het minimumbedrag voor de periode 3 bedraagt 10 €. De bijdragen zijn bepaald in functie van de leeftijd op het ogenblik van de toetreding. Ingeval van een latere verhoging van de voorziene tussenkomsten worden, voor het supplement, de bijdragen berekend rekening houdend met de leeftijd op het ogenblik van deze verhoging. De bijdragen vermeld in de bijlagen van de statuten zijn berekend voor een tussenkomst van10 € per dag. Voor de te vervullen toetredingsformaliteiten wordt verwezen naar artikel 4 van deze statuten.

IV. A.2.

Leden zelfstandigen boven de pensioenleeftijd.

De tussenkomst kan verschillen naargelang de gedekte periode. De eerste periode dekt de eerste drie maanden van arbeidsongeschiktheid. De tweede periode gaat van de vierde tot en met de twaalfde maand van arbeidsongeschiktheid. De carentieperiode bedraagt 14 kalenderdagen. De rechten zijn volledig uitgeput nadat het lid in totaal driehonderd dagvergoedingen genoten heeft. De maximum eindleeftijd is bepaald op 70 jaar. De bijdragen blijven ongewijzigd gedurende de volledige aansluiting. Voor de wijzigingen vanaf 01.01.2007, is het minimumbedrag bepaald op 10 € per dag; het maximumbedrag is bepaald op 250 € per dag. De bijdragen vermeld in de bijlagen van de statuten zijn berekend voor een tussenkomst van 10 € per dag.


72

Voor de toetredingsvoorwaarden wordt verwezen naar artikel 50§3 van de statuten. Ingeval van overlijden door ongeval wordt een kapitaal ten bedrage van 25.000 € toegekend. Aan de leden die ingevolge hun gezondheidstoestand zich in een situatie bevinden, die door de Raad van Bestuur of zijn aangestelde als behartigenswaardig wordt beschouwd, kan een éénmalige tussenkomst verleend worden waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 2.500 €.


73

2) DIENST BESTUUR - ADMINISTRATIEVE KAS Artikel 46 Deze dienst heeft als doel het hoofd te bieden aan uitgaven van administratieve aard. Het bedrag van de bijdrage voor deze dienst is opgenomen in de bijlagen aan de statuten.


74

Bijzondere aansluitingsvoorwaarden. Artikel 47 MUTATIE of TRANSFER Kandidaat-leden die voorheen genoten van een gelijkaardige waarborg dienst dagvergoedingen kunnen een aanvraag voor mutatie of transfer naar een reeks of formule met eenzelfde niveau van waarborgen, indienen. In geval van mutatie of transfer geldt de bepaling van maximumleeftijd niet en is er evenmin een wachttijd voorzien. De geneesheer directeur van De Onderlinge Ziekenkas kan, op basis van de gegevens vermeld in het aansluitingsdossier en het vertrouwelijk medisch inlichtingenblad, het kandidaat-lid ontslaan van het vervullen van een medisch onderzoek zoals omschreven in artikel 4 van deze statuten. Worden als gelijkaardige waarborg dienst dagvergoedingen beschouwd de diensten dagvergoedingen georganiseerd door een andere mutualistische entiteit die valt onder toepassing van de Wet op de Ziekenfondsen en Landsbonden van Ziekenfondsen van 6 augustus 1990, die vergoedingen voorzien voor arbeidsongeschiktheden langer dan één jaar. Worden eveneens als een gelijkaardige waarborg dienst dagvergoedingen beschouwd de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen die vergoedingen voorzien voor een periode langer dan één jaar zoals bepaald in artikel 138bis van de Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst.


75

Artikel 48 De Raad van Bestuur is gemachtigd de aansluiting van een lid te aanvaarden met een beperking van het recht op prestaties voorzien bij deze statuten voor een welbepaalde aandoening, kwetsuur, gebrekkigheid of ziektetoestand, voor zover deze aandoening, kwetsuur, gebrekkigheid of ziektetoestand reeds bestond vóór de definitieve aanvaarding van het lid en vermeld werd op het vertrouwelijk medische inlichtingenblad ingevuld door het kandidaat lid. Deze beperking van het recht op prestaties, moet, uiterlijk binnen de maand na het beëindigen van de wachttijd, aangezegd worden aan het lid. De aanzegging van de beperking van het recht op prestaties, op basis van een geneeskundig advies, zal een omschrijving geven van de aandoening, de kwetsuur, het gebrek of de ziektetoestand waarvoor de vergoedingen zullen beperkt worden.


76

Artikel 49


77

Artikel 50 (goedkeuring onder voorbehoud – Raad van 27 juli 2009) OVERGANG VAN EEN REEKS OF FORMULE Een niet arbeidsongeschikt lid kan op ieder ogenblik aanvragen naar een andere reeks of formule van de dienst "Dagelijkse Vergoedingen" over te gaan. § 1.

De overgang naar een reeks of formule waarvan de voorziene uitkeringen lager zijn geschiedt op eenvoudige aanvraag van het lid.

§ 2.

De overgang naar een reeks of formule waarvan de voorziene vergoedingen hoger zijn is mogelijk tot de maximumleeftijd van 50 jaar. Deze overgang geschiedt onder dezelfde voorwaarden als die bepaald voor de toetreding. De geneesheer directeur van De Onderlinge Ziekenkas kan, op basis van de gegevens vermeld in het aansluitingsdossier en vertrouwelijk medisch inlichtingenblad, het lid ontslaan van het vervullen van een medisch onderzoek zoals omschreven in artikel 4 van deze statuten. Er wordt geen nieuwe wachttijd vereist.

§ 3.

De overgang voor zelfstandigen naar een reeks of formule boven de wettelijke pensioenleeftijd is mogelijk onder de volgende voorwaarden : • niet arbeidsongeschikt zijn op het ogenblik van het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd; • goedkeuring van de geneesheer-directeur van De Onderlinge Ziekenkas verstrekt op basis van de gegevens vermeld in het aansluitingsdossier en het vertrouwelijk medisch inlichtingenblad.


78

Artikel 51 WIJZIGING VAN SOCIAAL STATUUT OF BEROEPSACTIVITEIT Ingeval het lid van sociaal statuut of beroepsactiviteit wijzigt dient hij hiervan de mutualistische entiteit binnen de maand in te lichten. Binnen de dertig dagen na kennisname van de wijziging heeft de mutualistische entiteit het recht de aansluiting bij de reeks of formule aan te passen overeenkomstig de nieuwe situatie. In geval van dergelijke aanpassing geldt geen beperking inzake maximum leeftijd en wordt geen wachttijd toegepast.


79

Artikel 52


80

Bijdragen. Artikel 53

§ 1.

De bijdragen zijn jaarlijks en op voorhand te betalen. De mogelijkheid van trimestriële betaling wordt voorzien, op voorwaarde dat er een domiciliëringsopdracht bestaat. Ingeval de aansluiting beëindigd wordt, blijven de bijdragen verschuldigd tot het einde van de maand welke de ontslagdatum voorafgaat.

§ 2.

De bijdragen zijn als beroepskosten fiscaal volledig aftrekbaar. Een bewijs van de betaalde bijdragen wordt op eenvoudig verzoek afgeleverd.


81

Artikel 54

De bijdragen die niet worden betaald binnen de bepaalde termijn en op de voorgestelde wijze, zullen na een aangetekende ingebrekestelling verhoogd worden met aanmaningskosten, thans 7,5 € verhoogd met 10 % van het saldobedrag der nog verschuldigde bijdragen, met een minimum van 25 €. Eveneens zal er automatisch een verwijlintrest aan 10 % per jaar verschuldigd zijn op de achterstallige bijdragen vanaf de vervaldag.


82

Artikel 55 De leden waarvan een nieuwe arbeidsongeschiktheid erkend wordt vanaf 01.01.97 genieten van een vrijstelling tot betaling van de bijdragen vanaf het ogenblik dat de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan één jaar. De periode van vrijstelling van de bijdragen is gelijk aan de periode van erkenning van invaliditeit. Deze bepaling is enkel van toepassing voor de leden aangesloten bij een reeks of formule van artikel 45 I.A.1.2 – I.B.1.1. – I.B.1.1.bis – I.B.1.2. – I.B.1.2.bis – I.B.1.3.- I.C. - II.A.1.2.- II.B.1.1.II.B.1.2.- II.C.- III.A.- III.B – IV.A.1.


83

Algemene bepalingen Artikel 56 : Wachttijden § 1.

Ieder lid moet, vooraleer van de voorziene voordelen te kunnen genieten, de vereiste wachttijd van zes maanden volbracht hebben.

§ 2.

In volgende gevallen wordt er evenwel geen wachttijd voorzien: Ø voor aansluitingen bij de in artikel 45 II.A.1.1. en artikel 45 II.A.1.1.bis voorziene reeksen of formules; Ø in geval van mutatie of transfer zoals voorzien in artikel 47; Ø in geval van overgang naar een andere reeks of formule zoals voorzien in artikel 50; Ø in geval van aanpassing tengevolge van een wijziging van sociaal statuut of beroepsactiviteit zoals voorzien in artikel 51.


84

Artikel 57 : Verjaring § 1.

De vordering tot betaling van de tussenkomst verjaart 2 jaar na het einde van de maand waarin de verstrekking of het feit waarop ze betrekking had, plaatsvond.

§ 2.

De vordering tot terugbetaling van de bijdragen verjaart 5 jaar te rekenen vanaf het moment dat het foutieve karakter van de inschrijving werd vastgesteld.

§ 3.

Van deze verjaringstermijnen mag niet afgeweken worden.


85

Artikel 58 : Controle De vereniging kan alle administratieve controles organiseren en van zijn leden de aflevering eisen van alle fiscale, sociale en administratieve documenten die het nuttig acht, om de naleving door zijn leden van alle verplichtingen voortspruitend uit wettelijke, statutaire en reglementaire bepalingen na te gaan.


86

Artikel 59 : Geschillen § 1.

De Raad van Bestuur beslist over alle gevallen die niet voorzien worden door de statuten of de reglementen van De Onderlinge Ziekenkas. Deze statuten en reglementen kunnen steeds geconsulteerd worden op de zetel van de vereniging of in één van haar lokale burelen.

§ 2.

Elk meningsverschil tussen de vereniging en het lid aangaande de graad van bestendige invaliditeit of van tijdelijke ongeschiktheid of nopens een kwestie van medische aard kan door een medisch college, als volgt samengesteld, beslecht worden : elke partij duidt een geneesheer aan; bij gebrek aan akkoord tussen beide geneesheren wordt bij gemeen overleg tussen hen een derde geneesheer aangesteld of, bij ontstentenis hiervan, door de Voorzitter van de Arbeidsrechtbank van de woonplaats van de verweerder op verzoek van de meest gerede partij. Dit college van geneesheren beslist rekening houdend met de bepalingen van dit bijzonder reglement. Elke partij betaalt het ereloon van haar geneesheer; de kosten en erelonen van de derde geneesheer worden gemeenschappelijk gedragen.


87

HOOFDSTUK VI : ONTVANGSTEN, UITGAVEN EN BELEGGINGEN.

Artikel 60 De vereniging houdt zijn boekhouding bij overeenkomstig artikel 29 van de Wet van 6 augustus 1990. De ontvangsten van iedere dienst bestaan uit : 1. 2. 3. 4.

de bijdragen; de toelagen van de openbare besturen; de giften en legaten alsook de verschillende ontvangsten en opbrengsten voor de diensten; de aan iedere dienst toekomende intresten en winsten op aandelen.

De diensten moeten een aandeel dragen in de bestuurskosten evenals de uitgaven die voortspruiten uit de toepassing van deze statuten.


88

Artikel 61 Het maatschappelijk vermogen van de vereniging mag niet worden aangewend voor andere doeleinden dan deze uitdrukkelijk bij onderhavige statuten bepaald.


89

Artikel 62 De maatschappelijk fondsen dienen belegd overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen terzake.


90

HOOFDSTUK VII : WIJZIGINGEN AAN DE STATUTEN, ONTBINDING EN VEREFFENING, VERDELING VAN DE GELDEN.

Artikel 63 De statuten kunnen enkel gewijzigd worden door de Algemene Vergadering die hiertoe bijeengeroepen wordt en beraadslaagt overeenkomstig de Wet van 6 augustus 1990. Er kan slechts tot statutenwijzigingen worden besloten indien de helft van de afgevaardigden aanwezig is en de beslissing met de meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen wordt genomen. Zo het vereiste aanwezigheidsquorum niet is bereikt kan een tweede Algemene Vergadering bijeengeroepen worden die geldig beraadslaagt welke ook het aantal aanwezige afgevaardigden zij.


91

Artikel 64 De vereniging kan ontbonden worden bij beslissing van de Algemene Vergadering die daartoe speciaal is bijeengeroepen overeenkomstig de bepalingen van artikel 45 van de Wet van 6 augustus 1990.


92

Artikel 65 In geval van stopzetting en ontbinding van de diensten bedoeld in artikel 2 van deze statuten beslist de Algemene Vergadering over de toewijzing van de reservefondsen overeenkomstig artikel 48 van de Wet van 6 augustus 1990.


93

HOOFDSTUK VIII INWERKINGTREDING

Artikel 66 Deze statuten treden in werking vanaf 1 juli 2009 zoals door de Algemene Vergadering dd. 4 juni 2009 vastgesteld, zoals goedgekeurd door de Controledienst voor de Ziekenfondsen.


94

STATUTEN MAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND DE ONDERLINGE ZIEKENKAS LA CAISSE MUTUELLE

Recommend Documents