Statencommissie voor het Fysieke Domein
VERSLAG van de vergadering van 29 februari 2008 Aanwezig: de leden Aarts, Camp, Camps, Coppus, Diederen, Franssen, Frische (agendapunt 5.2), Heijmans, Heinrichs (voorzitter), Huijts, Van der Linden, Litjens, Loonen, Medendorp, Titulaer, Van Tulder, Visser, Voncken-Janssen, Wassenberg, Wessels. Commissiegriffier mw. Mijnes, griffie mw. Steeghs. GS worden vertegenwoordigd door de heer Driessen, met ambtelijke ondersteuning van B. Tijssen, M. Zonderland, mw. G. Louwers, J. Geraedts Afwezig met kennisgeving: de dames Tans en De Vries, gedeputeerde Kersten. Afwezig: de heer Janssen Verslag: Mw. Diederen (bureau Taalvorm)
1. Opening, mededelingen voorzitter en vaststellen agenda Mededelingen voorzitter: - Mevrouw De Vries wordt vervangen door de heer Coppus. - De heer Visser (SP) is aanwezig voor de toelichting op zijn initiatiefvoorstel - De aangereikte stukken van gedeputeerde Driessen inzake Edco zijn ter kennisname uitgedeeld en maken geen deel uit van de agenda. De commissie stelt vervolgens de agenda ongewijzigd vast. 2. Spreekrecht burgers Achtereenvolgens wordt ingesproken door: - Agendapunt 5.3: wethouder H. Nijskens namens de gemeente Roerdalen en mevrouw M. Thevissen namens het comité Verontruste bewoners De Meer Groen. De tekst als aangereikt door beide insprekers wordt gevoegd bij het verslag. - Agendapunt 7.4: M. Dinissen van Stichting behoud Leropperveld/Linnerveld. De tekst als aangereikt door de inspreker wordt gevoegd bij het verslag. De voorzitter concludeert dat wat naar voren is gebracht wordt meegenomen bij de behandeling van de desbetreffende agendapunten. 3. Vaststelling verslag vorige vergadering en actielijst 3.1 Vaststelling verslag vergadering d.d. 18 januari 2008 Toevoegen de vragen van de heer Wessels bij agendapunt 7.7 (N280-west), te weten: “D66 (Wessels) vraagt of de mogelijkheid bezien is het onderzoek te knippen, aangezien er wellicht verschillende oplossingen in meerdere trajecten mogelijk zijn. Is er inderdaad een second opinion? Kan de portefeuillehouder reageren op wat de insprekers naar voren hebben gebracht?” Met inachtneming van deze toevoeging wordt het verslag vastgesteld. 3.2 Actielijst - Nr. 36 (Wro-dag): de vraag van dhr. Wessels of er al een datum bekend is (graag minimaal een maand van te voren aangeven) is uitgezet en antwoord wordt afgewacht. - Nr. 47 (circuit de Peel): wordt besproken bij de doorgeschoven mededelingen portefeuillehouder 1801-2008 (zie agendapunt 8.1). 080317-0224
4. Statenvoorstellen 4.1 Begrenzing kwetsbare gebieden EHS in Kader van Wet Ammoniak en Veehouderij In de visie van GL (Van Tulder) betekent de nieuwe wet een verzwakking van het beleid tegen de verzuring. Een aantal kwetsbare gebieden gaat nu buiten de beschermingsstatus vallen. Weliswaar zijn de criteria helder, maar men kan er op tweeërlei manieren mee omgaan: 1. Men kan ze hanteren om kwetsbare gebieden te beschermen; 2. Men kan ze hanteren om de bescherming op deze gebieden te verminderen. Voor dat laatste hebben GS kennelijk gekozen. Spreekster acht het voorstel nog niet rijp voor behandeling in de staten. In navolging van de brief van de Milieufederatie, Staatsbosbeheer, Limburgs Landschap en Natuurmonumenten verzoekt zij GS het onderzoek nog eens goed over te doen en zorg te dragen voor een betere ecologische onderbouwing. Zij wil nadrukkelijk horen dat het onderzoek zorgvuldig is geweest en dat alles is meegenomen. SP (Coppus) deelt de mening dat de wet absoluut geen verbetering is en dat bovendien de ruimte die de wet biedt niet door GS wordt aangegrepen ten faveure van de kwetsbare natuurgebieden. Uitgangspunt van de provincie moet juist zijn om de veeteeltsector innovatief te verbeteren en de ammoniakuitstoot te verminderen. In de tweede plaats kan men zich afvragen of het niet zo is, dat dit voorstel de reconstructie juist tegenwerkt. Het doel was om bedrijven die bij kwetsbare natuurgebieden gelegen zijn elders ruimte te geven. Kaldenbroek zou aanvankelijk de status ‘zeer kwetsbaar’ krijgen. De gemeente Horst aan de Maas is hiertegen, omdat de vestiging van een bedrijf dan kan worden aangevochten. Dit terwijl de milieufederatie zonder meer van oordeel is dat het een zeer kwetsbaar gebied betreft, evenals een zeldzaam natuurgebied. De argumentatie is niet goed onderzocht. Hij verzoekt GS dit goed te bekijken. Kortom: er zijn voldoende aanwijzingen voor hiaten in het stuk. Wat de SP betreft moeten GS hun huiswerk overdoen en het stuk terugnemen. PvdD (Wassenberg) is van mening dat deze wetgeving door GS wordt misbruikt om bedrijven met intensieve veehouderij te beschermen. In plaats daarvan zou men juist alles in het werk moeten stellen om de ammoniakuitstoot- en depositie tegen te gaan. De feiten zijn ernstig. Limburg had 25.000ha natuur die beschermwaardig was, en daarvan heeft het college er 10.000 afgehaald. Een afname dus met 40%. Een ander punt is, dat de eigenaren van natuurterreinen geen mogelijkheid hebben gehad om zienswijzen in te dienen. Hij wijst er tot slot op dat het vigerende dierenrechtensysteem in 2015 gaat stoppen. Op dat moment kunnen de sluizen opengaan voor een verdere invasie van varkens en kippen. Als dat inderdaad zo is, kan er maar beter geen beschermwaardige natuur in de buurt zijn. De PvdD acht het stuk niet rijp voor de staten. Voor het CDA (Voncken) is het duidelijk dat de voorbereiding van het stuk wél goed is geweest. Het CDA heeft hierbij twee kanttekeningen: 1. De Snep is op grond van de gewijzigde aanwijzingscriteria als ‘zeer kwetsbaar’ gebied bestempeld. Het CDA kan daarmee instemmen, maar vraagt tegelijkertijd aandacht voor de consequenties voor de twee nabij gelegen varkenshouderijen. De fractie stelt voor deze bedrijven alsnog in aanmerking te doen komen voor de provinciale verplaatsingsregeling. 2. T.a.v. Kaldenbroek wijst zij erop dat dit gebied pas na 1 mei 1988 natuur is geworden. Toen in 1988 de ammoniakregelgeving werd geïntroduceerd, is in de wet verankerd dat het ammoniakbeleid zich zou beperken tot de op dat moment bestaande natuur. Nieuwe natuur werd vanaf toen vrije natuur. De provincie kán dit gebied helemaal niet als kwetsbaar gebied aanwijzen. De Milieufederatie weet dit als geen ander. De suggestie dat de provincie de status van het gebied neerwaarts wil bijstellen om de komst van grote veehouderijen mogelijk te maken getuigt van onbetrouwbaarheid en is bijzonder smakeloos. Het CDA kan met het voorstel instemmen. De ter inzage liggende kaarten ontvangt zij in de toekomst indien mogelijk graag digitaal. 080317-0224
2
VVD (Litjens) is geschrokken van de redenen die de gemeente Horst aan de Maas durft aan te voeren. Hoe zij het principiële recht van burgers meent te kunnen afserveren. Inspraak is het meest democratische beginsel/recht die een burger maar kan hebben. Ten aanzien van díe locaties waarop dit van toepassing is (met name Kaldenbroek), maakt de VVD een duidelijk voorbehoud. Voor het overige mag het voorstel naar PS. PvdA (Medendorp) is het helemaal met de laatste spreker eens. Verder doet ook het aanstaande verschil in het aantal hectaren het ergste vrezen. Doorslaggevend op dit punt zijn de reacties van instanties als Milieufederatie en Natuurmonumenten. Zij eisen een betere ecologische onderbouwing van de keuzen. De PvdA wil dit verzoek honoreren en is voorstander van een second opinion. D66 (Wessels) wenst eveneens meer inzicht te verkrijgen alvorens ‘ja’ te zeggen. In het bijzonder of er wel zo nodig 10.000 hectaren natuur moeten verdwijnen. Hij stelt voor dat vanuit de Staten zelf een onderzoek wordt uitgevoerd. Volgens gedeputeerde Driessen zijn de staten verkeerd bezig als ze GS verwijten dat er inspraak c.q. zienswijzen gehonoreerd zijn. Hij neemt afstand van de reactie van de Milieufederatie, want die zou de wet- en regelgeving zeker moeten kennen. Verder is het zo, dat GS niet verantwoordelijk zijn voor de inspraak bij de gemeenten. Het kan zijn dat sommige partijen niet blij zijn met de wet, maar het is en blijft het wettelijke kader waaraan het rijk bewust invulling heeft gegeven. Aanvullend zijn er andere, generieke wettelijke maatregelen genomen om de ammoniakuitstoot vanaf 2012 met 60% te beperken. Daarnaast is er een forse inkrimping van de intensieve veehouderij geweest, en wel met 33%. Deze gegevens logenstraffen het beeld dat door de fracties en de natuurorganisaties geschetst wordt. Ten aanzien van Kaldenbroek is niets anders gebeurd dan het toepassen van de wet. De kwestie was weliswaar fout voorbereid, maar fouten worden er overal wel eens gemaakt. Het voorstel van het CDA om de twee varkenshouderijen in De Snep onder de verplaatsingsregeling te laten vallen klinkt sympathiek, maar houdt ook het gevaar van precedentwerking in. Daarbij komt dat deze bedrijven niet per se hoeven ophouden te bestaan. De wet biedt ruimte voor ontwikkelingsmogelijkheden. Daarin hebben de bedrijven een eigen verantwoordelijkheid. Hij is echter bereid het verzoek van het CDA nader te bekijken. Samenvattend is de gedeputeerde overtuigd van de juistheid/correctheid van het voorstel, dat bovendien nog ter goedkeuring aan het ministerie van LNV moet worden voorgelegd. Een dubbele check dus! De voorzitter stelt vast dat de commissie verdeeld is. Niet duidelijk is of er al dan niet geteld dient te worden met gewogen stemmen, hij komt hierop terug zodra dit duidelijk is. 5. Sonderende stukken 5.1 Initiatiefvoorstel Investeren in Duurzaam Huishouden (IDH) SP (Visser) is bereid – mede gelet op de afwezigheid van de gedeputeerde - de vragen schriftelijk in ontvangst te nemen en via de griffie te beantwoorden. D66 (Wessels) overhandigt daarop zijn vragen. VVD (Aarts) vindt dat behandeling van het voorstel niet mag afhangen van het al dan niet aanwezig zijn van een gedeputeerde. Hij wenst nu mondeling te reageren. Hij complimenteert de heer Visser met zijn goede bedoelingen, maar vindt een aantal zaken onpraktisch en onhandig. Waarom een hoofdsom uitlenen als men de rente in feite wil subsidiëren. Naderhand zullen de termijnen geïnd moeten worden, met alle bureaucratie en risico’s van dien. Verder denkt hij dat hiermee partijen gesubsidieerd gaan worden die dat volstrekt niet nodig hebben. De corporaties bijvoorbeeld zijn rijk genoeg om hier zelf invulling aan te geven. De VVD is er niet van overtuigd dat met het uittrekken van deze middelen het doel gediend wordt. Integendeel! CDA (Van der Linden) vindt het voorstel sympathiek, maar heeft een aantal bedenkingen. 1. Het verlenen van een renteloos voorschot betekent sec dat alle aanvragen apart door GS behandeld dienen te worden. 080317-0224
3
Dit brengt een enorme bureaucratie met zich. 2. De woningcorporaties zouden hier ook voor in aanmerking komen. Hoe rijmt de SP dit met het al bestaande voornemen van de corporaties om vanwege hun verantwoordelijke positie zelf te gaan investeren in duurzaamheidsprojecten en -initiatieven? 3. In 2007 heeft minister Verhoeven in haar begroting de motie inzake zonneboilers opgenomen. Daarnaast worden ook de woningcorporaties gestimuleerd tot massale inkoop hiervan. 4. Als het doorgaat, moet het een en-en-en-verhaal worden van gemeenten, provincie en rijk. Tot slot verneemt de CDA-fractie graag van de gedeputeerde de stand van zaken rond een voorstel van het CDA inzake duurzaamheidsinvesteringen, gedaan in de vorige bestuursperiode. GL (Van Tulder) staat in beginsel positief tegenover het voorstel, met dien verstande dat zij een wat algemenere omschrijving zou kiezen, meer in de zin van de condities waaraan men moet voldoen. Dit om te voorkomen dat het voorstel, gelet op alle innovatieve ontwikkelingen, over een jaar achterhaald is. Zij zou bovendien graag een berekening willen zien omdat ze het vermoeden heeft dat de perceptiekosten van particuliere of individuele gebruikers hoger zouden kunnen zijn dan de investeringen. In dat geval zou een subsidie handiger zijn dan een lening. PvdA (Medendorp) vindt het een sympathiek voorstel, maar heeft ook enkele concrete vragen. 1. Waarom zo veel doelgroepen, en waarom niet een kwetsbare of moeilijke doelgroep gekozen om een programma op te maken? 2. Er wordt geen keuze gemaakt tussen investeringen in de schil (bijv. tochtvrij maken) en innovatieve investeringen. 3. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen eigenaar en huurder. 4. Gezien het vorenstaande, hoe haalbaar is het voorstel, wat kost het, is het wel een rol die de provincie moet vervullen? SP (Visser) zal met de vragen aan de slag gaan en naar de commissie terugkomen. De voorzitter stelt vast dat hiermee het voorstel nu afdoende behandeld is. 4.1 Begrenzing kwetsbare gebieden EHS in Kader van Wet Ammoniak en Veehouderij De voorzitter geeft aan dat er geen aanknopingspunten zijn voor gewogen stemming en hij inventariseert en concludeert dat 9 commissieleden voor uitstel zijn en de andere 9 voor doorgeleiding naar PS. De stemmen staken, hierin voorziet het reglement niet. Hier wordt op teruggekomen. 5.2
Notitie inzake ontwikkelingen op het terrein van bestuurlijke organisatie Toegevoegd vanuit de vergadering van 22 februari 2008: Versterking bestuurskracht Noord-Limburg, brief van GS d.d. 30-10-2007 (stuknummer 2007/44613) en Verklaring van de gemeenteraad van Sevenum d.d. 05-11-2007 m.b.t. voorstel van college tot kennisneming van bestuurskrachtprofiel van de gemeente Sevenum (stuknummer 2007/45470) (nrs. 6 en 7 lijst ingekomen stukken) SP (Coppus) heeft de volgende vier vragen/opmerkingen: 1. GS geven m.b.t. kleine gemeenten consequent aan dat de bestuurskracht op lange termijn ontoereikend is. Is dat een automatisme op basis van het inwonertal? 2. Hadden GS niet al van tevoren kunnen weten dat Beesel zelfstandig kan blijven? 3. Zijn GS bereid om het referendum in Sevenum af te wachten alvorens een besluit te nemen? 4. Wordt de uitslag meegewogen? GL (Van Tulder) zegt dat gemeenten vaak heel goed in staat zijn zelf te bepalen of zij in de toekomst hun primaire rol wel of niet goed kunnen vervullen. Deze standpunten moeten door de provincie serieus worden genomen. V.w.b. Beesel is dat gebeurd. Nu nog het resultaat van het referendum in Sevenum afwachten. Ook dit dient gerespecteerd te worden.
080317-0224
4
PvdA (Heijmans) stemt eveneens in met de zelfstandigheid van Beesel. Wel bevat de notitie nog drie pijnpunten: 1. Meerlo-Wanssum zal zijn eigen afweging moeten maken. Compliment voor de heer Driessen voor zijn rol in dezen. 2. Het zou van daadkracht getuigen en de positie van Meijel alleen maar steviger maken, als de gemeenteraad zich unaniem achter het college van B&W zou scharen. 3. In welke mate zal de uitkomst van het referendum in Sevenum doorslaggevend zijn? Tot slot stelt de PvdA voor de donatie van tien mln. euro aan te wenden voor projecten met een regionale uitstraling, passend binnen het provinciale beleid. PNL (Franssen) zegt dat het stuk helder is en voor zich spreekt. De bestuurskrachtmonitor is echter niet alles bepalend, er moet ook oog zijn voor de omgeving en de standpunten van de gemeenten. Prima dat voor Beesel een oplossing is gevonden. Gelet op de omgeving vindt hij een zelfstandig Sevenum niet echt een optie, maar het is desondanks op zijn plaats het referendum af te wachten. Evenals de PvdA hoopt ook híj dat de raad van Meijel tot inkeer zal komen. De kwestie Arcen en Velden heeft zich gelukkig vanzelf opgelost. Kortom: de gedeputeerde mag in volle vaart doorgaan met zijn proces in NoordLimburg, om vervolgens door te gaan met Zuid-Limburg. D66 (Wessels) heeft de indruk dat de provincie weliswaar de regierol speelt, maar toch veel aan de gemeenten zelf over laat. Hoever kunnen de gemeenten de toekomst overzien? Denkt men dan aan 10, 15 of bijvoorbeeld 20 jaar? Anders gezegd: wat is de duurzaamheid van het proces? En hoe moeten PS straks omgaan met een van de onderdelen in het totaalpakket? D66 wil Sevenum de komende weken niet voor de voeten lopen, maar er zal straks toch een totaalafweging gemaakt dienen te worden. Verder een korte opmerking over een viertal gemeenten: Meerlo-Wanssum is goed bezig. Wat Meijel betreft akkoord met het gestelde door de PvdA. Inzake Beesel akkoord met de vraag van de SP. Tot slot verwijst hij naar een passage van een document in Arcen en Velden: ‘Wanneer na verloop van de gewenningstermijn de inwoners van Arcen en Velden meer lokale heffingen gaan betalen, worden deze extra inkomsten voor de fusiegemeente aangewend ten gunste van de hiervoor vermelde ideeën.’ D66 is van mening dat de buit niet van tevoren kan worden uitonderhandeld. Wat vindt de gedeputeerde? CDA (Frische) sluit zich aan bij de complimenten aan het adres van de heer Driessen. Het CDA streeft naar herindeling van onderop met een groot draagvlak onder de bevolking. De resultaten van de bestuurskrachtmonitor zijn daarbij van grote betekenis, alsook de samenhang in de regio. T.o.v. Beesel hebben GS de juiste keuze gemaakt. V.w.b. Meijel hoopt hij dat de raad binnenkort tot inzicht komt om zo tot een sterke, robuuste gemeente rondom Helden te komen. In de kop van Limburg is eveneens de nodige dynamiek te zien. Ook daar zal een robuuste gemeente een sterkere positie in de regio met zich brengen. Wat Sevenum betreft is het zo, dat men daar niet de ogen mag sluiten voor de bestuurskrachtmonitor. Ook hier weer moet de kracht van de regio meewegen. Het CDA zal dan ook voor een totaaloplossing gaan. Dat neemt niet weg dat het referendum in de standpuntbepaling wordt meegenomen. Tot slot zijn er ook in Zuid-Limburg ontwikkelingen gaande die op de sympathie van het CDA kunnen rekenen. Gedeputeerde Driessen licht toe dat de gemeenten in belangrijke mate zelf invulling geven aan de metingen in het kader van de bestuurskrachtmonitor. Om die reden zal hij ook niet vooruitlopen op het referendum in Sevenum. Het regiem hoort daar thuis. De manier waarop het referendum wordt gepresenteerd (Zijn de voor- en nadelen geobjectiveerd op een rij gezet?), zal in de afrondende opvatting worden meegenomen. In de richting van de PvdA bevestigt hij dat het bedrag van tien mln. euro wordt ingezet voor de inhoud van de regionale agenda. Hij is het eens met D66 dat men de pot niet mag verteren voordat de samenvoeging tot stand is gekomen. In het algemeen wil hij kwijt dat als het om herindeling gaat, GS eerst alle discussies willen afronden en dan pas conclusies zullen trekken. Hij zal de staten verder op de hoogte houden van de ontwikkelingen in Zuid-Limburg. 080317-0224
5
4.1 Begrenzing kwetsbare gebieden EHS in Kader van Wet Ammoniak en Veehouderij De voorzitter geeft aan dat er in de geest van artikel 59 van de Provinciewet opnieuw moet worden gestemd, waarbij – indien de stemmen weer mochten staken – de voorzitter beslist. De commissie stemt hiermee in. De voorzitter inventariseert opnieuw. Voor zijn de leden: Voncken, Camps, Titulaer, Litjens, Camp, Aarts, Huijts, Loonen, Van der Linden. Tegen zijn de leden: Van Tulder, Wassenberg, Wessels, Heijmans, Medendorp, Visser, Coppus, Diederen, Franssen. De uitslag van de stemming is andermaal 9 voor en 9 tegen. Vervolgens besluit de voorzitter dat de nog niet beantwoorde vragen zorgvuldig worden beantwoord ruim voor de statenvergadering en dat het voorstel wordt doorgeleid naar PS. Hij zal het presidium hiervan in kennis stellen. 5.3 Voorontwerp POL-aanvulling bedrijfslocatie De Meer Roermond De heer Tijssen van de afdeling RO geeft aan de hand van dia’s een korte presentatie. GL (Van Tulder) constateert dat er voorbijgegaan wordt aan het uitgangspunt om vooral die ruimte te gebruiken die al beschikbaar is. Dat geldt voor de locatie St. Joost. De stukken, ook de uitgereikte, staan vol tegenstrijdige berichten, het is een chaos. De VORm toepassen omdat er geld nodig is voor de natuurvisie in Roermond is de omgekeerde wereld. De gedeputeerde lapt alle beleidsuitgangspunten aan zijn laars. In de POL-aanvulling staat op pag. 7, par. 2.2: Verstedelijking en steeds intensiever ruimtegebruik leggen een toenemend beslag op de open ruimte in het landelijke gebied en verminderen de diversiteit van landschap en groen. Dit zijn dé argumenten om Edco op een bestaand bedrijventerrein te vestigen. In hetzelfde stuk tekst staat een vreemde kronkel in de redenering: “vanwege de ligging van de locatie De Meer betekent dit strikt genomen een toename van bedrijvigheid in het landelijk gebied. De toename is echter dermate marginaal…” GS formuleren eerst een uitgangspunt om Edco niet te vestigen en zeggen dan dat de toename marginaal is. Het rapport staat vol met dergelijke kronkels. GL is tegen deze POL-aanvuling en tegen de vestiging van Edco. D66 (Wessels) zegt dat het allemaal niet lekker voelt. Is het waar of niet waar dat een vestiging van Edco op St. Joost toch tot de mogelijkheden behoort? SP (Diederen) stelt dat Edco op zijn minst de schijn heeft gewekt niet volledig te zijn geweest in de informatieverstrekking en daardoor bestuurders op het verkeerde been heeft gezet. Een majeur distributiebedrijf als dit hoort thuis in Venlo en niet in De Meer. Trotse bestuurders deden een jaar geleden kond van een win-winsituatie voor zowel het landschap als de economie. Edco zou zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid volledig oppakken. Amper een jaar later spreekt men van een gebouw van 32m hoogte. Wanneer precies wisten GS van die hoogte? De informatie van de zijde van GS is absoluut ontoereikend. Een goede behartiging van het publieke belang is hier ver te zoeken. Wat in ieder geval vaststaat, is dat er landbouwgronden zullen verdwijnen waar nu ook koeien in de wei lopen. Het is nog maar de vraag of die koeien straks terugkeren. Er zijn voorbeelden over de onwilligheid van marktpartijen in dezen (affaire Stienstra versus provincie)? Heeft de provincie daar lering uit getrokken? Een ander punt is dat Edco in twee fasen zou bouwen. Waar is het al of niet doorgaan van de tweede fase van afhankelijk? Het moge duidelijk zijn dat de SP tegen vestiging van Edco op De Meer is (horizonvervuiling). De PCOL beschouwt de notitie als naar De Meer toegeschreven. Hoe zullen GS met dit advies omgaan? Volgens PvdD (Wassenberg) proberen GS zo veel mogelijk mist te strooien. Zij willen persé voorkomen dat Edco op St. Joost terechtkomt en zijn vastbesloten om vast te houden aan het VORm-instrument. De PvdD is tegen deze POL-aanvulling en tegen vestiging van Edco in De Meer.
080317-0224
6
VVD (Litjens) is ervan overtuigd dat de hele procedure volledig transparant is geweest. Andere bedrijventerreinen zijn om diverse redenen afgevallen. Daar komt bij, dat Edco een nadrukkelijke voorkeur voor Roermond heeft. De zojuist gegeven presentatie liet zien dat het gebouw daar wél kan. Bovendien heeft de gemeente Roerdalen niet aangetoond dat het níet kan. De geachte statenleden zouden beter moeten begrijpen hoe het marktmechanisme in elkaar steekt. Men mag niet alleen maar rekening met de natuur houden. PvdA (Heijmans) staat op het volgende standpunt: als vestiging op St. Joost niet tot de mogelijkheden behoort, komt Tradeport Venlo op de tweede plaats, ook al wordt het 2010. Het is sowieso twijfelachtig of Edco al dit jaar in De Meer kan bouwen gezien het besluit van de gemeenteraad van Roerdalen (inclusief de VVD) om alle juridische mogelijkheden te onderzoeken om het gebied De Meer te behouden voor de landbouw en/of de natuur. En een bedrag van tien mln. euro aan compensatiegelden vindt de PvdA geen argument. Wat voorop moet staan is een adequaat, krachtdadig ruimtelijk beleid. PNL (Franssen) neemt afstand van de opmerking van de VVD over de natuur. Het is voldoende bekend dat de natuur in Nederland in rap tempo achteruitgaat. Hij hekelt eveneens de voortdurende stroom aan informatiestukken die hem bereiken. Hij deelt de mening van de PvdA over de tien mln. euro. GS dienen een goed ruimtelijke beleid te formuleren. St. Joost en Tradeport zijn uitstekende alternatieven die het bekijken waard zijn. Edco in De Meer zou een te grote inbreuk op het landschap betekenen.De PNL zal het voorstel dan ook niet steunen. CDA (Voncken) wijst op de nadrukkelijke voorkeur van Edco voor Roermond. De daarmee gemoeide arbeidsplaatsen zijn er meer dan welkom. Dat alles neemt niet weg, dat het ruimtelijke beleid in orde hoort te zijn. Op dit moment is de info tegenstrijdig. Enkele vragen: Heeft Edco de tijd om te wachten op Tradeport Noord? Men moet dit afzetten tegen de te verwachten procedures m.b.t. De Meer. Kan Edco garanderen dat de meeste arbeidsplaatsen vanuit Roermond worden ingevuld? Berust de inzet van mensen uit de sociale werkvoorziening op een harde toezegging? Zal Edco daadwerkelijk nog eens naar de bouwhoogte kijken? De provincie moet van haar kant crade to cradle als een harde voorwaarde stellen. Er moet een gebouw komen waar de hele omgeving trots op kan zijn. En Roermond en Roerdalen moeten de handen in elkaar slaan en samen bekijken hoe zij die tien mln. euro goed kunnen besteden. Samenvattend stelt het CDA vestiging op St. Joost op de eerste plaats. Mocht dat niet lukken, kan men akkoord gaan met De Meer, maar wel onder de eerdergenoemde voorwaarden. De gedeputeerde wijst op de kern van de discussie, namelijk: waar is de beste vestigingsplaats. Het bedrijf is nu verdeeld over 17 locaties en dat is bijzonder onfunctioneel. Het bedrijf heeft haast en wil op korte termijn zaken doen. Tradeport in Venlo is te beperkt en bovendien maakt de gemeente Venlo andere keuzen. St. Joost is evenmin een alternatief. Dat is al aan het begin geverifieerd. Bijlage 10 is hier heel duidelijk in. In de opzet is gekozen voor een stukje regionale bedrijvigheid alsmede voor meerdere bedrijven. Bovendien kan de eerste gronduitgifte pas in 2009 plaatsvinden en de laatste in 2010. Een bijkomende factor is dat de gemeente Echt/Susteren niet het totale gebied in eigendom heeft. De heer Heijmans zegt bij interruptie dat de gemeente al op 31 januari 2009 de eerste gronden kan leveren. Verder is de gemeente in het voortraject ambtelijk noch bestuurlijk benaderd met de vraag of er voor Edco gronden beschikbaar zijn. Gedeputeerde Driessen zegt dat de stukken spreken van uitdrukkelijke contacten waarbij het bedrijf Edco aan de orde geweest is. Bijkomende vraag is, of een bedrijf als Edco qua omvang wel in dat gebied kan. Gelet op de uitgangspunten van St. Joost (twee landmarks, regionale bedrijven, enkele bedrijven van ca. 5ha) lijkt dit geen optie, nog los van de periode die qua grondpositie daarmee gemoeid is. Bovendien zou ook de schoonheid langs de A2 in het geding komen. Alles afwegende zijn GS tot de slotsom gekomen dat De Meer uitstekende mogelijkheden biedt en prima past in de uitgangspunten van het POL. Vervolgens geeft hij een korte toelichting op de VORm: dit instrument 080317-0224
7
is ontstaan om, waar financiële meerwaarde ontstaat door bedrijvigheid te ontwikkelen, in te zetten t.b.v. maatschappelijke en natuurdoeleinden. Uiteindelijk gaat het erom dat er zich een bedrijf wil vestigen en dat er een economische vraag is naar een stukje werkgelegenheid. Wat dat laatste betreft is de aard van de werkzaamheden deels zeer geschikt voor de sociale werkvoorziening en werkgelegenheid voor de eigen omgeving. Verder heeft het bedrijf toegezegd nog eens naar de bouwhoogte te kijken en men zal rekening houden met het duurzaamheidseffect. Hier geldt ook dat de verbindingszone door de vestiging van Edco versterkt zal worden. Wat betreft de natuur worden er weliswaar landbouwgronden onttrokken, maar daar komt aanvullende natuur voor in de plaats. GS gaan uit van een kwaliteitstoevoeging op meerdere plekken. Tot slot deelt hij mee dat de PCOL niet negatief geadviseerd heeft, maar meer onderbouwing wenste. De vragen waren terecht. Hij gaat ervan uit dat wanneer de argumenten van GS worden voorgelegd, de PCOL tot een andere conclusie zal komen. De voorzitter acht het punt hiermee afdoende behandeld is en stelt vast dat de behandeling anderhalf uur geduurd heeft, aanleiding om over spreektijden voor commissieleden en gedeputeerden na te denken. 6. Controlerende stukken Niet van toepassing. 7.
Informerende stukken
Bespreekstukken uit de vergadering van SCFD d.d. 18 januari en 22 februari 2008 7.1 Uit PS 14-12-2007: brief van de Zuidelijke Rekenkamer inzake rapport Binnen- en Buitenring Parkstad Limburg + reactie van GS d.d. 18-12-2007 n.a.v. de brief van de Zuidelijke Rekenkamer Het is de bedoeling, aldus de voorzitter, dat de commissie het presidium adviseert n.a.v. het rapport. Het presidium zal vervolgens een voorstel aan PS doen over wat er dient te gebeuren met de aanbevelingen van de Zuidelijke rekenkamer. CDA (Titulaer) vraagt om een overzicht van het besluitvormings- en uitvoeringstraject bij de gemeenten, GS en PS. (Wie neemt waar welke beslissing en wie is waarvoor verantwoordelijk.) GL (Van Tulder) vindt de reactie van GS op het rapport van de rekenkamer negatief. Men moet dit zien als een ondersteuningsrapport en niet als een afrekening. GroenLinks onderschrijft de aanbevelingen. De voorzitter constateert dat de aanbevelingen worden onderschreven en de commissie aan het presidium adviseert dat de aanbevelingen kunnen worden overgenomen. De gedeputeerde zegt voor de volgende vergadering een update van het besluitvormingsproces toe. 7.2 Plan van aanpak Attentiepunten PPS, brief GS d.d. 18-09-2007 (stuknummer 2007/38596) Wordt doorgeschoven naar de volgende vergadering. Bespreekstukken vanaf de lijst ingekomen stukken 7.3 Risico’s vestiging NGB en LOG te Grubbenvorst, brief van Handelsvereniging ZON Venlo d.d. 1001-2008 (brief nr. 2 lijst ingekomen stukken) en Tijd voor invulling Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s), info van LLTB d.d. 23-01-2008 (brief nr. 8 lijst ingekomen stukken) Wordt doorgeschoven naar de volgende vergadering.
080317-0224
8
7.4
Grenscorrectie Leropperveld, brief van Stichting Behoud Leropperveld Linnerveld d.d. 13-02-2008 (brief nr. 10 lijst ingekomen stukken) SP (Diederen) verwijst naar de achterliggende gedachte van destijds, nl. om garanties te geven dat Leropperveld de eerste 25 jaar niet bij Roermond zou komen. Nu blijkt de bevoegdheid bij GS te liggen. De SP vraagt zich af hoe dit zich verhoudt tot datgene wat hierover in 1990 werd verteld. Als tweede noemt hij het Roerdal, waar heel veel belastinggeld naartoe is gegaan om een autosnelweg te ondertunnelen. Het zou van respect getuigen als andere procedures netjes zouden worden uitgevoerd en dat er niet te pas en te onpas dingen gebeuren die niet in de lijn der verwachting liggen. GL (Van Tulder), D66 (Wessels) en VVD (Litjens) vragen naar de stand van zaken. PvdA (Heijmans) merkt op dat de gemeenteraad van Roerdalen een initiatiefvoorstel heeft neergelegd waarbij opdracht werd verstrekt om een onderzoek in te stellen naar de vestiging van twee agrarische bedrijven nabij Lerop. De raad vraagt daarbij om een aantal kwaliteitseisen in acht te nemen. Daarmee heeft de raad van Roerdalen de opening gegeven tot vestiging van beide landbouwbedrijven in het Leropperveld. Grenscorrecties zijn nu niet meer aan de orde. PNL (Franssen) hoopt dat de twee bedrijven snel tot uitvoering kunnen komen. CDA(Voncken) vindt beide bedrijfsvestigingen volledig gerechtvaardigd. Zij hoopt dan ook op een snelle oplossing zodat de grenscorrecties niet meer nodig zijn. Gedeputeerde Driessen heeft de afgelopen week begrepen dat er sprake is van een positieve insteek en de bereidheid om de twee locaties op te pakken. E.e.a. wordt nu op uitvoerbaarheid getoetst. De voorzitter stelt vast dat het punt hiermee afdoende behandeld is. Lijst ingekomen stukken De commissie heeft kennisgenomen van de inhoud van de desbetreffende stukken (voorzover niet benoemd tot bespreekpunt). 8. 8.1
Actieve informatieplicht/mededelingen portefeuillehouder Portefeuillehouder Driessen (zowel de mededelingen uit vergadering SCFD van 18 januari/22 februari als de recente mededelingen) 8.2 Portefeuillehouder Kersten (er zijn geen mededelingen voor deze vergadering) Agendapunt wordt doorgeschoven naar de volgende vergadering. 9. Vaststelling voorraadagenda Is niet behandeld. Volgt op 28-03 aan de hand van geactualiseerde versie. 10. Werkbezoeken De commissiegriffier zal alle leden een overzicht sturen met mogelijke werkbezoeken, met het verzoek aan te vullen en een prioritering aan te brengen. 11. Rondvraag en sluiting Rondvraag CDA (Van der Linden) vraagt naar de stand van zaken m.b.t. de toezegging van GS over de WOR. CDA (Loonen) verwijst naar een persbericht van de ministerraad om geld beschikbaar te stellen voor het versterken van de milieueducatie en witte vlekken landelijk in te vullen. Is dat beleid bij het college van GS bekend en in hoeverre wordt dit gekoppeld aan de motie inzake inventarisatie van natuur- en milieueducatie? Kan daar op korte termijn uitvoering aan gegeven worden? 080317-0224
9
D66 (Wessels) merkt op dat er v.w.b. het kamperen bij de boer aan de gemeenten handreikingen gedaan zouden worden. Is dat al in werking? Gedeputeerde Driessen zal de vragen schriftelijk beantwoorden. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 18.15 uur.
Aldus vastgesteld tijdens de vergadering van de Statencommissie voor het Fysieke Domein van 28 maart 2008.
De commissiegriffier,
De voorzitter,
C.J.H. Mijnes-Gijzen
J.W. Heinrichs
080317-0224
10