Startnota afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen
Auteur: Dimitri Strybos Met deze startnota wil de OVAM de betrokken partijen op de hoogte brengen van het initiatief om een milieubeleidsovereenkomst voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen te onderhandelen met de sector. Deze startnota vormt het startpunt van de onderhandelingen en schetst de belangrijkste doelstellingen van het Vlaamse Gewest. De startnota is ook een uitnodiging aan de betrokken partijen om hun visie of opmerkingen kenbaar te maken.
1
Situering
1.1
Historiek Sinds 2007 bestaat er een vrijwillig opgericht Europees inzamel- en recyclageprogramma voor fotovoltaïsche zonnepanelen onder de naam “PV CYCLE”. PV CYCLE werd opgericht door 5 Europese producenten en invoerders van fotovoltaïsche zonnepanelen en de Europese en Duitse beroepsfederaties van de fotovoltaïsche industrie. PV CYCLE heeft zich als doel gesteld om alle fotovoltaïsche zonnepanelen die op de markt werden gebracht sinds 1990 door PV CYCLE leden in te zamelen en te laten verwerken met een recyclagepercentage van ten minste 80% tegen 2015 en 85% tegen 2020. PV CYCLE heeft ondertussen 216 leden die de financiële en operationele verantwoordelijkheid dragen; daarnaast zijn er ook nog 29 geassocieerde leden. PV CYCLE vertegenwoordigt ongeveer 90% van het totaal van op de Europese markt gebrachte fotovoltaïsche zonnepanelen (referentiejaar 2010). De inzameldiensten van PV CYCLE bestaan uit twee mogelijkheden, volledig gratis voor de eindgebruiker, sinds de start van PV CYCLE in 2007. Voor de kleine hoeveelheden zonnepanelen (< 40 stuks) kan de eindbezitter deze zelf binnenbrengen bij één van de erkende PV CYCLE inzamelpunten of de installateur brengt de afgedankte zonnepanelen nà ontmanteling zelf via reverse logistics terug naar zijn bedrijf of een ander bedrijf waar de inzamelcontainer van PV CYCLE staat. Voor de grote hoeveelheden (> 40 stuks) biedt PV CYCLE een op-maat-gemaakte ophaaldienst. Voor de kleine hoeveelheden zijn er momenteel (juni 2012) in Vlaanderen 15 erkende PV CYCLE inzamelpunten. In België staat Recupel sinds 2001 in voor de inzameling en de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparaten. Bij de opstart van Recupel was er enkel een oplossing voor de aanvaardingsplicht van huishoudelijke AEEA. Sinds januari 2007 biedt Recupel eveneens een oplossing voor professionele AEEA. Recupel haalde in 2011 meer dan 110.000 ton op en behoort tot de Europese top. Op dit moment worden afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen nog niet ingezameld via het Recupel-systeem. Om een maximale inzameling en een performante verwerking te garanderen, heeft de Vlaamse Regering beslist om vanaf 1 januari 2013 een aanvaardingsplicht in te voeren voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. Sinds door de Vlaamse Regering is beslist dat er een aanvaardingsplicht komt voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen, is de markt in zonnepanelen echter grondig gewijzigd. Eind mei 2012 besliste de Vlaamse Regering om de waarde van groenestroomcertificaten met ingang van 1 augustus 2012 te verlagen van 230€ naar 90€. Daardoor is de markt in fotovoltaïsche zonnepanelen volledig
1/10
stilgevallen, en bestaan er bij vele producenten/invoerders grote onzekerheden over het voortbestaan van de sector in Vlaanderen.
1.2
Wetgevend kader
1.2.1
Europese regelgeving Tot nog toe was er nog geen Europese regelgeving omtrent afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. Binnen het kader van de huidige AEEA – RL (richtlijn 2002/96/EG voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) werden zonnepanelen expliciet uitgezonderd van de scope. De AEEA – RL is sinds 2008 echter in herschikking (recast). Eind 2011 werd een compromis bereikt tussen de Europese Commissie, de Raad en het Parlement. Op 24 juli 2012 werd de herschikte richtlijn officieel gepubliceerd (richtlijn 2012/19/EU van 4 juli 2012). De lidstaten hebben tot uiterlijk 14 februari 2014 de tijd om de richtlijn te implementeren in nationale of regionale wetgeving. In de herschikte AEEA – RL vallen afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen wel onder de scope. Dit wil zeggen dat afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen beschouwd worden als AEEA, en dat de wettelijke bepalingen van de herschikte AEEA – RL van toepassing zullen worden op afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. In de herschikte AEEA – RL wordt geen specifieke inzameldoelstelling voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen opgelegd. Wel wordt vermeld dat de Europese Commissie de wenselijkheid van een aparte inzameldoelstelling voor zonnepanelen binnen de drie jaar moet onderzoeken. De kans bestaat dus dat er binnen een aantal jaar toch een aparte inzameldoelstelling wordt geformuleerd voor afgedankte zonnepanelen vanuit Europa. Inzake de recyclagedoelstellingen vallen afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen volgens de herschikte AEEA – RL onder de doelstellingen van categorie 4 (consumentenapparatuur en fotovoltaïsche panelen). Volgende doelstellingen zijn van toepassing: ― 13/08/2012 tot 14/08/2015: 75% nuttige toepassing en 65% recyclage; ― 15/08/2015 tot 14/08/2018: 80% nuttige toepassing en 70% recyclage; ― vanaf 15/08/2018: 85% nuttige toepassing en 80% recyclage. Uiteraard kunnen de lidstaten bij hun implementatie van de herschikte AEEA – RL op bepaalde vlakken verder gaan dan wat de richtlijn oplegt als minimum.
1.2.2
VLAREMA Het VLAREMA legt vanaf 1 januari 2013 een aanvaardingsplicht op voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. Op vlak van de inzameling wordt opgelegd dat alle beschikbare afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen ingezameld moeten worden. Op vlak van verwerking wordt opgelegd dat alle ingezamelde afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen moeten worden verwerkt met toepassing van de beste beschikbare technieken voor nuttige toepassing. De implementatie van de herschikte AEEA-RL in het VLAREMA is voorzien in het voorjaar van 2014. Vanaf dan vallen afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen dus onder de scope van de aanvaardingsplicht AEEA.
2/10
1.3
Intergewestelijke context Net zoals het Vlaamse Gewest moeten het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest uiterlijk op 14 februari 2014 de herschikte AEEA – RL hebben geïmplementeerd in regionale wetgeving. Dit houdt in dat ook in de twee andere gewesten de producenten van fotovoltaïsche zonnepanelen ofwel een collectief systeem moeten uitwerken via een milieubeleidsovereenkomst ofwel via individuele afvalpreventie- en afvalbeheerplannen moeten voldoen aan de aanvaardingsplicht voor AEEA. De OVAM zal de andere gewesten betrekken bij de komende MBO-onderhandelingen. Idealiter wordt er een beheersorganisme opgericht dat opereert in België op een nationaal niveau.
2
Inhoudelijke krachtlijnen Hieronder worden de voor het Vlaamse Gewest belangrijkste krachtlijnen weergegeven van de te onderhandelen milieubeleidsovereenkomst voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen.
2.1
Betrokken partijen Volgende partijen zullen actief betrokken zijn bij de te onderhandelen milieubeleidsovereenkomst: ― PV Vlaanderen (sectorfederatie voor fotovoltaïsche zonne-energie): PV Vlaanderen vertegenwoordigt de Vlaamse producenten/invoerders en voor een deel ook de installateurs van fotovoltaïsche zonnepanelen; ― Agoria (federatie van de technologische industrie): Agoria vertegenwoordigt een aantal producenten/invoerders van fotovoltaïsche zonnepanelen; ― ICGME (syndicale kamer van de groothandelaars in elektrisch materiaal): ICGME vertegenwoordigt een aantal producenten/invoerders van fotovoltaïsche zonnepanelen; ― Nelectra (federatie voor de elektrosector): Nelectra vertegenwoordigt de installateurs van fotovoltaïsche zonnepanelen; ― Fedelec (beroepsfederatie voor elektrotechnische ondernemers): Fedelec vertegenwoordigt de installateurs van fotovoltaïsche zonnepanelen; ― LVMEB (Landelijke Vereniging van de Meesters Elektriciens van België): LVMEB vertegenwoordigt de installateurs van fotovoltaïsche zonnepanelen; ― PV CYCLE: PV CYCLE is opgericht als een Europees vrijwillig terugname- en recyclagesysteem voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. Naar aanleiding van de recast van de AEEArichtlijn is het doel van PV CYCLE om per lidstaat een AEEA-compliant terugnamesysteem te bezitten met een pan-Europese aansturing. Hun leden zijn de Europese en internationale producenten, invoerders, verdelers en herverkopers van fotovoltaïsche zonnepanelen; Volgende partijen zullen tijdens de onderhandelingen eveneens betrokken worden, maar zullen eerder als waarnemer aan het overleg deelnemen, en zullen de MBO dus niet mee ondertekenen: ― Recupel: Recupel is het beheersorganisme voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) in België; ― BIM (Brussels Instituut voor Milieubeheer); ― OWD (Office Wallon des déchets) ; ― Edora (Waalse federatie voor hernieuwbare energie); ― RBF (Renewable Business Facilitator): Waalse federatie van installateurs van zonnepanelen.
3/10
2.2
Looptijd van de milieubeleidsovereenkomst Volgens het nieuwe MBO-decreet kan een milieubeleidsovereenkomst afgesloten worden voor de duur van acht jaar. Omdat het voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen de eerste maal is dat er een milieubeleidsovereenkomst wordt afgesloten, de markt in zonnepanelen sterk evolueert, de maximale duur van een milieubeleidsovereenkomst in de andere gewesten vijf jaar is en de betrokken federaties het belang hebben aangegeven van een gelijke duurtijd van de MBO’s in de drie gewesten, wordt een looptijd van vijf jaar voorgesteld.
2.3
Milieudoelstellingen De te onderhandelen milieubeleidsovereenkomst heeft tot doel het collectieve beheer van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen te optimaliseren, rekening houdend met de in het Materialendecreet verankerde principes van duurzaam materialenbeheer en het sluiten van materiaalkringlopen. In de te onderhandelen milieubeleidsovereenkomst moeten maatregelen opgenomen worden die maximaal bijdragen aan volgende algemene milieudoelstellingen: ― het vrijwaren van de gezondheid van de mens en het milieu tegen de potentieel schadelijke invloed van de productie en het beheer van afvalstoffen; ― het tegengaan van de uitputting van hernieuwbare en niet-hernieuwbare hulpbronnen, de verspilling van materialen en energie in het algemeen en de schadelijke gevolgen voor mens en milieu, verbonden aan materiaalgebruik en -verbruik.
2.4
Maatregelen om de milieudoelstellingen te bereiken
2.4.1
Preventie en hergebruik In overeenstemming met de afvalhiërarchie inzake de preventie en het beheer van afvalstoffen (ladder van Lansink) moet aan de preventie van afvalstoffen de absolute prioriteit gegeven te worden. De fotovoltaïsche zonnepanelen industrie werkt hieraan ten volle mee aangezien haar producten een garantie ontvangen betreffende de voortbrenging van energie aan 80% van hun capaciteit gedurende 20 à 25 jaar. De producenten/invoerders en het beheersorganisme moeten in de mate van het mogelijke inspanningen leveren met het oog op het verhogen van de milieuvriendelijkheid (ecodesign) en recycleerbaarheid (design for recycling, design for disassembly) van nieuw op de markt gebrachte fotovoltaïsche zonnepanelen. Het beheersorganisme moet in de mate van het mogelijke aan haar leden informatie verschaffen over de mogelijkheden aangaande preventie (gericht op het minimaliseren van de milieu-impact) en moet haar leden aanmoedigen en indien mogelijk ondersteunen in initiatieven ter bevordering van deze preventie. Om ervoor te zorgen dat consumenten degelijk geïnformeerd kunnen worden inzake de milieuvriendelijkheid en recycleerbaarheid van de verschillende op de markt beschikbare fotovoltaïsche zonnepanelen, moet het beheersorganisme de verschillende technologieën in kaart brengen vanuit een levenscyclusperspectief. Ook moet er in de mate van het mogelijke rekening gehouden worden met de duurzaamheid (zowel met milieu-, gezondheids- als sociale aspecten) van de productie van zonnepanelen. Fotovoltaïsche zonnepanelen hebben een relatief lange levensduur (gemiddeld tussen de 20 en 30 jaar). Er wordt vermoed dat ze meestal maar zullen worden afgedankt indien ze na de garantieperiode (die kan oplopen tot 20 jaar en meer) defect raken of aanzienlijk afnemen in rendement. Net zoals andere AEEA moeten afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen in regel een selectie op
4/10
herbruikbaarheid ondergaan. Echter kan men zich de vraag stellen of voorbereiding voor hergebruik van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen van 20 jaar en ouder nog zinvol is. De kosten gerelateerd aan de selectie op herbruikbaarheid en de voorbereiding voor hergebruik moeten hier worden afgewogen tegen de baten op vlak van afvalpreventie en energiebesparing. De wenselijkheid van een selectie op herbruikbaarheid moet gedurende de MBO-onderhandelingen bekeken worden. Tijdens de looptijd van de MBO moet het beheersorganisme een studie uitvoeren naar de haalbaarheid van een selectie op herbruikbaarheid en voorbereiding voor hergebruik van ingezamelde afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. 2.4.2
Maximale inzameling van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen In het VLAREMA wordt opgelegd dat alle beschikbare afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen ingezameld moeten worden. Om dit te kunnen verwezenlijken moet er een gebiedsdekkend netwerk zijn van inzamelpunten waar zowel particuliere als bedrijfsmatige ontdoeners gratis terecht kunnen met hun afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. Om ervoor te zorgen dat afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen zo veel mogelijk via het inzamelnetwerk van het beheersorganisme worden ingezameld moet het beheersorganisme actief communiceren, bijvoorbeeld a.d.h.v. sensibilliseringscampagnes, naar verschillende doelgroepen toe (consumenten, bedrijven, installateurs, ...). Momenteel worden er nog maar heel weinig fotovoltaïsche zonnepanelen afgedankt. Dit komt omdat fotovoltaïsche zonnepanelen een relatief lange levensduur hebben (25 jaar en meer). Maar aangezien begin jaren ’90 de eerste fotovoltaïsche zonnepanelen op de markt kwamen, zullen er tussen dit en 10 jaar een toenemend aantal worden afgedankt. Wat betreft Vlaanderen zijn de eerste betekenisvolle MW (megawatt) pas geïnstalleerd in 2009. Om voorbereid te zijn op de toekomstige hoeveelheden te verwerken afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen, is het belangrijk dat er een inschatting gemaakt wordt van wat precies de hoeveelheid aan afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen zal zijn die de komende jaren (en vooral vanaf 2029) zal gegenereerd worden.
2.4.3
Performante recyclage en nuttige toepassing volgens BBT Het VLAREMA legt op dat afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen verwerkt moeten worden met toepassing van de beste beschikbare technieken voor nuttige toepassing. Het beheersorganisme moet, in nauw overleg met de OVAM en binnen de eerste wee jaar van de looptijd van de MBO, een onafhankelijke studie laten uitvoeren naar de verschillende verwerkingstechnieken voor de nuttige toepassing van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen, met als bedoeling om afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen te kunnen laten verwerken conform de beste beschikbare techniek. De doelstellingen inzake nuttige toepassing en recyclage die worden opgelegd in de herschikte AEEArichtlijn (zie § 1.2.1), moeten hierbij als minimumgrens beschouwd worden. De gevaarlijke stoffen en onderdelen moeten maximaal gerecycleerd en nuttig toegepast worden in hiervoor vergunde inrichtingen. Binnen het kader van duurzaam materialenbeheer is het eveneens van groot belang dat zeldzame metalen en andere zogenaamde kritieke grondstoffen die eventueel aanwezig zijn in afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen (bijvoorbeeld indium, gallium, selenium, 1 2 tellurium) , zo veel mogelijk gerecycleerd worden (met inachtneming van het BATNEEC -principe).
1
Deze metalen bevinden zich evenwel enkel in kleine hoeveelheden in dunne film zonnepanelen (bvb. CdTe-, CIS en CIGStechnologie) en praktisch niet in siliciumhoudende zonnepanelen, die de overgrote meerderheid vormen van de tot nu toe in Vlaanderen geïnstalleerde zonnepanelen. 2
Best Available Technology Not Entailing Excessive Cost
5/10
2.5
Belangrijke aandachtspunten
2.5.1
Financiering van de aanvaardingsplicht Onderscheid huishoudelijke versus professionele AEEA Conform de AEEA-RL maakt het VLAREMA een onderscheid tussen huishoudelijke AEEA (AEEA van huishoudelijke of vergelijkbare aard) en professionele AEEA (AEEA van andere gebruikers dan huishoudens of vergelijkbare gebruikers). Naar financiering toe is dit een belangrijk onderscheid, aangezien voor professionele AEEA andere financieringsregelingen kunnen overeengekomen worden dan diegene die van toepassing zijn voor huishoudelijke AEEA. In de praktijk houdt een classificatie als professionele AEEA meestal in dat de klant pas op het moment van afdanking moet betalen voor de inzameling en verwerking van het afgedankte product, en niet bij de aankoop. Volgens de definitie van huishoudelijke AEEA, zoals opgenomen in de herschikte AEEA-RL wordt afval van EEA die waarschijnlijk zowel door particuliere huishoudens als door andere gebruikers dan particuliere huishoudens wordt beschouwd, in elk geval als huishoudelijk AEEA aangemerkt. Aangezien fotovoltaïsche zonnepanelen zowel door huishoudens als door bedrijven worden gebruikt moeten ze overeenkomstig de Europese definitie dus als huishoudelijk AEEA beschouwd worden. In het ontwerp-FAQ document, dat bij de herschikte AEEA-RL hoort, wordt deze visie bevestigd door de Europese Commissie. Wat betreft de financiering van de aanvaardingsplicht houdt deze classificatie als huishoudelijk AEEA in dat de producent/invoerder (of het beheersorganisme) altijd de verantwoordelijkheid draagt voor de inzameling en verwerking van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen, en dat de ontdoener (zowel particulier of bedrijf) zich altijd gratis kan ontdoen van zijn afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. De incentive om afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen aan het collectieve systeem te overhandigen, is veel groter indien dit gratis kan dan wanneer de ontdoener hiervoor nog moet betalen op het moment van afdanking. Financieringsmodel Volgens de OVAM lijkt een voorgefinancierd inzamel- en verwerkingssysteem voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen aangewezen. Dit biedt de garantie dat voldoende financiële middelen aanwezig zijn op het moment dat de zonnepanelen in hun afvalfase terechtkomen. Bovendien is dit een fair systeem. Een pay-as-you-go systeem zou de huidige consumenten bevoordelen omdat er de eerste jaren nagenoeg geen zonnepanelen zullen worden afgedankt en dus ook geen kosten zijn. Gegeven de lange levensduur van de zonnepanelen zal een volledig voorgefinancierd inzamel- en verwerkingssysteem aanleiding geven tot de opbouw van aanzienlijke provisies. Mogelijks is het aangewezen een mechanisme in te bouwen om het evenwicht te bewaren tussen de garanties die een voorgefinancierd systeem biedt enerzijds en een aanvaardbaar niveau van provisies anderzijds. De federaties van installateurs van fotovoltaïsche zonnepanelen delen hieromtrent de visie van de OVAM en zijn voorstander van een voorgefinancierd systeem. De federaties van producenten/invoerders van fotovoltaïsche zonnepanelen wensen zich op dit moment nog niet uit te spreken voor of tegen een bepaald financieringsmodel. Ze wensen de consequenties van een voorgefinancierd systeem eerst grondig te onderzoeken in een voorbereidende studie. De voor- en nadelen van een dergelijk model, evenals van alternatieve modellen van financiering, zoals een 'pay-as-you-go'-systeem, waarbij producenten/invoerders de inzameling en verwerking pas financieren op het moment dat het afval (zowel het 'historische' afval als het 'nieuwe'
6/10
3
afval ) ontstaat, zullen in de studie onderzocht worden. De producenten/invoerders willen hun uiteindelijke keuze voor een bepaald financieringsmodel laten afhangen van de uitkomst van de voorbereidende studie. PV CYCLE is geen voorstander van een voorfinanciering. Volgens een door hen in 2009 uitgevoerde studie is voorfinanciering zo goed als onbetaalbaar voor afgedankte zonnepanelen (o.a. door de lange levensduur). Ook zijn ze geen voorstander van een milieubijdrage. PV CYCLE verkiest een ‘pay-as-you-go’-model met wederkerige garantie. Dit betekent dat elk bedrijf, lid van het terugnamesysteem, contractueel garandeert dat elkeen instaat voor de financiering van het ontstane afval van het andere lid indien deze laatste uit de markt treedt, vrijwillig of gedwongen (bijvoorbeeld naar aanleiding van een faillissement).Tijdens de MBO-onderhandelingen zal een onderbouwde keuze van financieringsmodel gemaakt worden. Hierbij zullen volgende principes gehanteerd worden: - het financieringsmodel moet in lijn liggen met de indeling als huishoudelijke AEEA; - de consument mag nooit twee maal betalen; - eventuele financiële reserves moeten beperkt worden tot een aanvaardbaar niveau en moeten zorgvuldig beheerd worden; - er moet een eenduidige afspraak zijn over de financiering van de terugname van fotovoltaïsche panelen op de markt gebracht vóór de datum van invoering van de aanvaardingsplicht; - het financieringsmodel moet rekening houden met een discontinue sector (mogelijks grote daling van aantal producenten/invoerders); - er moet een duidelijke afspraak zijn over welke kosten die elke betrokken actor zal dragen (bvb. producenten/invoerders t.o.v. installateurs); - indien er twee of meer beheersorganismen opgericht worden, moet het financieringsmodel grotendeels hetzelfde zijn. 2.5.2
Samenwerking met de gemeenten Volgens artikel 3.2.1.1, §3, van het VLAREMA moeten huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld in samenwerking met de gemeenten, en moeten de netto kosten voor deze inzameling en scheiding van de afvalstoffen vergoed worden door de producenten. Het beheersorganisme moet conform het VLAREMA dus een regeling treffen met de gemeenten betreffende de inzameling van fotovoltaïsche zonnepanelen die afgedankt worden door particuliere ontdoeners. Voor bedrijfsmatig afval, bijvoorbeeld fotovoltaïsche zonnepanelen die door een bedrijf worden afgedankt, of fotovoltaïsche zonnepanelen die door een professionele installateur worden gedemonteerd bij een particulier, moet niet worden samengewerkt met de gemeenten. In de praktijk gaat het hier dus alleen om de sporadische gevallen dat een particuliere consument zelf zijn/haar fotovoltaïsche zonnepanelen demonteert en afdankt, en deze niet zou vervangen door nieuwe fotovoltaïsche zonnepanelen. Uiteraard moeten de kosten en baten van zo een samenwerking gunstig zijn. De producenten geven aan dat het niet kostenefficiënt is om een opvangnet te voorzien via de containerparken, aangezien fotovoltaïsche zonnepanelen de komende jaren slechts in heel beperkte mate zullen worden afgedankt. Bovendien zal de afdanking ervan in de meeste gevallen plaatsvinden via de installateurs. Zelfs indien er gekozen zou worden om per intercommunale slechts één containerpark te voorzien van een recipiënt voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen, zou dit inhouden dat deze in de meeste gevallen gewoon leeg zullen zijn de komende jaren. De OVAM stelt dan ook voor om de inzameling van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen, zeker de eerste vijf jaar, alleen te laten verlopen via een gebiedsdekkend netwerk van inzamelpunten bij installateurs van fotovoltaïsche zonnepanelen, waar zowel installateurs als particuliere ontdoeners gratis terecht kunnen met hun afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen.
3
Met historisch afval wordt hier bedoeld: afval ontstaan uit fotovoltaïsche zonnepanelen die geïnstalleerd werden vóór de datum van inwerkingtreding van de aanvaardingsplicht (vóór 1 januari 2013). Met nieuw afval wordt bedoeld: afval ontstaan uit fotovoltaïsche zonnepanelen die geïnstalleerd werden na de datum van inwerkingtreding van de aanvaardingsplicht (na 1 januari 2013).
7/10
Aangezien samenwerking met de gemeenten, zeker de eerste vijf jaar, niet effectief en kostenefficiënt is voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen, wordt voorgesteld om het VLAREMA op dit punt te herzien. In het ontwerp tot wijziging van het VLAREMA, principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 20 december 2013, is opgenomen dat samenwerking met de gemeenten voor de inzameling van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen niet verplicht is. 2.5.3
Rapportageverplichtingen Het beheersorganisme moet een transparant systeem uitwerken voor het registreren van de inzameling en verwerking van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. Het VLAREMA legt op dat de producenten/invoerders, via het beheersorganisme, jaarlijks aan de OVAM moeten rapporteren over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de aanvaardingsplicht. Deze rapportering moet gevalideerd worden door een onafhankelijke keuringsinstelling die geaccrediteerd is op basis van de norm ISO 17020 volgens een door OVAM opgesteld lastenboek dat specifieke richtlijnen oplegt voor de validatie van de rapporteringsgegevens in het kader van de aanvaardingsplicht en de controle op de wettelijke verplichtingen betreffende het beheer van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen.
2.6
Maatregelen die het Vlaamse Gewest zal opnemen Het Vlaamse Gewest zal bij de andere gewestelijke autoriteiten pleiten voor een harmonisering van de regelgeving inzake de aanvaardingsplicht voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen en de aanvaardingsplicht voor AEEA. Het Vlaamse Gewest verbindt zich tot controle van de strikte toepassing door alle actoren van de aanvaardingsplicht en tot verbalisering van de overtredingen.
2.7
Overzicht krachtlijnen per thema Onderstaande tabel geeft per thema (zie hiervoor artikel 3.2.1.2, §2, van het VLAREMA) de krachtlijnen voor de te onderhandelen MBO: Thema Preventie en hergebruik
Krachtlijnen ―
―
―
―
Selectieve inzameling
― ―
Inspanningen leveren met het oog op het verhogen van de milieuvriendelijkheid (ecodesign) en recycleerbaarheid (design for recycling, design for disassembly) van nieuw op de markt gebrachte fotovoltaïsche zonnepanelen. In kaart brengen van de milieuvriendelijkheid van de op de markt beschikbare fotovoltaïsche zonnepanelen, op basis van een levenscyclusperspectief. Producenten/invoerders moeten in de mate van het mogelijke rekening houden met de duurzaamheid van productie van zonnepanelen bij hun aankoopbeleid. Studie naar de haalbaarheid en wenselijkheid van selectie op herbruikbaarheid en voorbereiding voor hergebruik van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. Maximale inzameling van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. Voorzien in een gebiedsdekkend netwerk van inzamelpunten waar ontdoeners gratis terecht kunnen met afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen.
8/10
Thema
Verwerking
Krachtlijnen ―
Een inschatting maken van de te verwachte aantallen afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen die de komende jaren zullen vrijkomen.
―
Onderzoek via een onafhankelijke studie naar de beste beschikbare technieken voor de verwerking van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. Verwerking van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen conform beste beschikbare technieken en de doelstellingen inzake nuttige toepassing en recyclage van de herschikte AEEA-RL. Maximale recyclage van gevaarlijke stoffen en onderdelen, en van zeldzame metalen en andere kritieke grondstoffen.
―
―
Registratie afvalstoffenstromen
―
Uitwerking van een transparant systeem voor het registreren van de inzameling en verwerking van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen.
―
Onderzoek naar de kosten en baten van een samenwerking met de gemeenten vs. alternatieve manieren om te voorzien in een opvangnet voor de particuliere ontdoener. Voorzien in een opvangnet voor particuliere ontdoeners die hun afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen zelf afdanken.
Onderbouwing van het behalen van de doelstellingen Vergoeding van rechtspersonen van publiek recht
―
Sensibilisering
―
Communicatie naar verschillende doelgroepen (consumenten, bedrijven, installateurs, invoerders ...) over: ― mogelijkheden inzake preventie; ― het inzamelnetwerk van het beheersorganisme, met als doel een maximale inzameling van afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen via het inzamelnetwerk van het beheersorganisme.
Eigen controlesysteem
―
Voorzien in een controlesysteem, o.a. voor de auditering van de rapportagecijfers en het voldoen aan de wettelijke bepalingen (via ISO17020).
Rapportering
―
Jaarlijkse rapportering aan de OVAM.
Financiering inzameling en verwerking
―
Op basis van een voorbereidende studie, waarin de voor- en nadelen van verschillende financieringsmodellen tegen elkaar worden afgewogen, ontwikkelen de producenten/invoerders een financieel model. ― Basisprincipes: - afdanking moet gratis zijn voor de ontdoener; - financieringsmodel in lijn met de classificatie als huishoudelijke AEEA; - consument mag nooit 2x betalen; - aanvaardbaar niveau van financiële reserves; - In rekening brengen van discontinue markt; - eenduidige afspraak over financiering historische stocks; - duidelijke afspraak over de kosten die elke betrokken actor zal dragen; - gelijkaardig financieringsmodel indien 2 of meer
9/10
Thema
Krachtlijnen beheersorganismen.
3
Duurtijd van de onderhandelingen Er wordt gestreefd om de onderhandelingen over het ontwerp van MBO af te ronden binnen een termijn van zes maanden.
10/10