Start Veilig! Europese Week voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk 23 - 27 oktober 2006 Informatiepakket Start Veilig! Achtergrondinformatie over de campagne Een veilige en gezonde start in de loopbaan van jongeren
Te veel jonge mensen raken gewond op het werk. In Europa lopen jongeren in de leeftijdsgroep van 18 tot en met 24 jaar ten minste 50% meer risico op een arbeidsongeval dan werknemers in andere leeftijdsgroepen. Werkgevers moeten meer werk maken om jonge werknemers te beschermen en jongeren moeten zich meer bewust worden van veiligheids- en gezondheidsaspecten wanneer ze tot de arbeidsmarkt toetreden. In dit informatiepakket worden de belangrijkste kwesties van de campagne ‘Start Veilig’ samengevat. Meer gedetailleerde informatie, inclusief casestudies, zijn te vinden op de campagnewebsite (http://ew2006.osha.eu.int).
1
Inhoud Samenvatting
Het vraagstuk – waarom veiligheid en gezondheid op het werk (OSH) een probleem is voor jonge mensen • De kwetsbaarheid van jongeren • Enkele mogelijke oorzaken • Voor wie is dit van belang?
Wat kan hieraan worden gedaan: op de werkplek • Wat jongeren kunnen doen • De verantwoordelijkheden van werkgevers en toezichthouders • Voorbeelden van goede praktijken van werkgevers
Wat kan hieraan worden gedaan: voordat jongeren gaan werken • Het belang van de integratie van veiligheid en gezondheid op het werk in het onderwijs
Introductie van ‘Start Veilig’ • Een veilige start voor jongeren • Doeleinden • Wat ‘Start Veilig’ te bieden heeft • Hoe hieraan deel te nemen
Over het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk
2
Samenvatting Te veel jonge mensen raken gewond op het werk. In Europa lopen jongeren in de leeftijdsgroep van 18 tot en met 24 jaar ten minste 50% meer risico op een ongeval dan werknemers in andere leeftijdsgroepen. Jongeren zijn ook meer kwetsbaar voor arbeidsgerelateerde ziekten die zich sluipend ontwikkelen. Achter de statistische gegevens gaan verhalen van individuele personen schuil: jongeren die voor de rest van hun leven te lijden zullen hebben onder de gevolgen van een ongeval of de aantasting van hun gezondheid of die de dood vonden terwijl ze nog een heel leven voor zich hadden. Jongeren zijn bijzonder kwetsbaar in werkomgevingen waar er onvoldoende voorzieningen zijn op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk (OSH). Het is mogelijk dat ze onvoldoende ervaring hebben, fysiek en mentaal onvolgroeid zijn en zich niet goed bewust zijn van veiligheids- en gezondheidsaspecten. Ze beschikken wellicht over onvoldoende vaardigheid en hebben niet genoeg training gehad. Ze zijn mogelijk niet goed op de hoogte van de plichten van hun werkgever en hun eigen rechten en verantwoordelijkheden en hebben misschien onvoldoende zelfvertrouwen om OSH-kwesties ter sprake te brengen. Het kan zijn dat werkgevers op hun beurt vergeten rekening te houden met de kwetsbaarheid van jonge mensen door hun een passende training, toezicht en bescherming te bieden en werk te geven dat voor hen geschikt is. De kwetsbaarheid van jongeren op het werk gaat jonge werknemers zelf aan, hun werkgevers en toezichthouders, personen die betrokken zijn bij veiligheid en gezondheid op het werk en bij onderwijs en beleidsmakers. We moeten er allemaal voor zorgen dat jongeren hun loopbaan op een veilige en gezonde manier starten. Veel van de ongevallen en gezondheidsproblemen waarbij jonge werknemers betrokken zijn, kunnen worden voorkomen. Jongeren zijn ontvankelijk voor informatie over veiligheid en gezondheid op de werkplek en zijn bereid maatregelen te nemen om zich te beschermen wanneer ze op de hoogte zijn van mogelijke gevaren. Het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk ('het Agentschap') biedt jonge werknemers een informatiepakket waarin wordt uiteengezet waarop ze moeten letten. Het Agentschap moedigt hen aan te protesteren of werk te weigeren wanneer werkgevers lichtvaardig omspringen met mogelijke gevaren. Werkgevers zijn wettelijk verplicht rekening te houden met de bijzondere kwetsbaarheid van jonge werknemers en jongeren te beschermen tegen risico’s waarvan zij zich wellicht niet bewust zijn. Zij moeten een risicobeoordeling uitvoeren en zorgen voor passende training en toezicht. Werkgevers zouden verder moeten gaan dan enkel hun wettelijke verplichtingen en een echte betrokkenheid bij veiligheid en gezondheid tonen. Dit is ook goed voor het bedrijf. Het onderwijs in veiligheid en gezondheid op het werk mag niet worden uitgesteld tot jongeren tot de arbeidsmarkt toetreden. OSH moet in het onderwijs worden geïntegreerd – tot een integraal deel van het leerprogramma worden gemaakt, om jongeren een risicopreventiecultuur bij te brengen. Voorbeelden uit heel Europa tonen hoe OSH op een vindingrijke en doeltreffende wijze kan worden onderwezen. De campagne ‘Start Veilig’ heeft twee belangrijke aandachtsgebieden: op de werkplek – werkgevers en jongeren meer bewust maken van risico’s en hen erop wijzen wat er gedaan kan worden om deze te beperken; en in het onderwijs – een risicopreventiecultuur bijbrengen. ‘Start Veilig’ is de campagne van het Agentschap voor 2006, gewijd aan de veiligheid en gezondheid op het werk van jonge mensen. De campagne wordt gesteund door alle lidstaten van de EU, vakbonden en werkgeversorganisaties, jongerenorganisaties en de onderwijssector. Het hoogtepunt van de campagne is de Europese Week voor veiligheid en gezondheid op het werk, die wordt gehouden van 23-27 oktober 2006.
3
Het Agentschap stelt in het kader van de campagne ‘Start Veilig’ een reeks bronnen beschikbaar (onder meer via de speciaal hieraan gewijde website op http://ew2006.osha.eu.int). De evenementen en activiteiten die rond de campagne worden georganiseerd, omvatten Awards voor goede praktijken en een videowedstrijd voor scholen. Mensen kunnen hun betrokkenheid tonen door het handvest voor ‘Start Veilig’ te ondertekenen. Organisaties en individuele personen worden aangemoedigd aan de campagne deel te nemen, hun eigen evenementen voor de Europese Week te organiseren en ertoe bij te dragen dat jongeren een veilige start in hun loopbaan maken.
4
Het vraagstuk – waarom veiligheid en gezondheid op het werk (OSH) een probleem is voor jonge mensen De kwetsbaarheid van jongeren Te veel jongeren raken gewond op het werk. In Europa lopen jongeren in de leeftijdsgroep van 18 tot en met 24 jaar ten minste 50% meer risico op een arbeidsongeval dan werknemers in andere leeftijdsgroepen.1 Jongeren lopen niet alleen meer risico op ongevallen – zij zijn ook meer vatbaar voor arbeidsgerelateerde gezondheidsproblemen die zich sluipend ontwikkelen.
Gezondheid en veiligheid op het werk en jongeren – enkele statistieken van de EU De EU25 telt circa 43 miljoen werknemers in de leeftijdsgroep van 15 tot en met 29 jaar, van wie 5 miljoen werknemers jonger zijn dan 20 (Arbeidskrachtenenquête 2004). Jaarlijks overlijden in Europa circa 430 werknemers onder de 25 jaar op het werk (cijfers van 2002 voor de EU15 uit de Europese statistiek van arbeidsongevallen (ESAO), Eurostat). Ieder jaar gebeuren er in Europa ongeveer 714 000 arbeidsongevallen waarbij werknemers in de leeftijdsgroep van 18 tot en met 24 jaar betrokken zijn en die ernstig genoeg zijn om te leiden tot drie of meer verloren werkdagen (ongeveer 16% van het totale aantal arbeidsongevallen zonder dodelijke afloop – gegevens van 2002 voor de EU15 uit de ESAO, Eurostat). De incidentie van arbeidsongevallen zonder dodelijke afloop per 100 000 werknemers is bij werknemers van 18 tot en met 24 jaar meer dan 40% hoger dan bij de totale beroepsbevolking. Dit verschijnsel wordt in alle sectoren van de economische bedrijvigheid waargenomen (Eurostat: http://epp.eurostat.cec.eu.int/ Population and social conditions/ Health (Bevolking en maatschappelijke omstandigheden/ Gezondheid)). De jongste groep werknemers (in de leeftijdsgroep van 15 tot en met 24 jaar) wordt het meest blootgesteld aan zwaar lichamelijk werk (Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden 2000/ Age and working conditions in the European Union (Leeftijd en arbeidsomstandigheden in de Europese Unie), Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, 2003). Werken met zeer hoge snelheid en korte termijnen komt het meest voor onder jonge werknemers. Jongeren worden vaker blootgesteld aan repetitieve bewegingen en korte, repetitieve taken dan de gemiddelde werknemer, alsook aan extreme temperaturen op de werkplaats. Jongere werknemers worden ook meer blootgesteld aan lawaai en trillingen op de werkplaats (Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden, gegevens uit enquêteresultaten van de Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden 1995 en 2000 door Prevent, http://www.eurofound.eu.int/working/surveys/index.htm).
5
Achter de statistische gegevens gaan verhalen van individuele personen: jongeren die voor de rest van hun leven lijden onder de gevolgen van een ongeval of de aantasting van hun gezondheid of die de dood vinden terwijl ze nog een heel leven voor zich hadden.
Een 18-jarige leerling-monteur overleed nadat hij vier dagen daarvoor ernstig verbrand was na een ontploffing. Hij hielp zijn manager een mengsel van benzine en diesel vanuit een vuilnisvat in een afvalverwijderingstank te lozen toen het mengsel ontplofte. Naast de tank bevond zich een uitlaatkoker van een gasboiler en die werd op dat moment ingeschakeld: de benzinedamp ontvlamde tot een gigantische vuurbal. De jonge man was het vak aan het leren en was afhankelijk van de zorgplicht van de manager en de garagehouder. De houding van het bedrijf was dat gezondheid en veiligheid een kwestie van gezond verstand was, die aan de ervaring van de werknemers kon worden overgelaten. Een 17-jarig meisje raakte een deel van haar vinger kwijt binnen een uur nadat ze was begonnen met haar vakantiebaantje. De vinger was geplet in een machine in de bakkerij waar ze werkte. De automatische veiligheidsgrendel was defect: daarvan was melding gemaakt, maar er was geen onderhoud gepland, ze had niet de juiste training gekregen en de persoon die haar moest begeleiden was zich er niet van bewust dat ze met de machine werkte. Een 19-jarige die een cursus van tien maanden volgde, vond een baantje bij een elektriciteitsbedrijf. Hij werkte er nog maar twee maanden toen hij werd overgeplaatst naar het personeel voor de verlichting. Op bevel van zijn werkgever werkte hij aan voorschakelapparaten voor fluorescentielampen van 120 V die "heet" waren (de elektriciteit liep er nog door) zonder veiligheidsmatten, draadbeproeving, veiligheidshandschoenen, instructies of een blauwdruk van het bedradingsschema. Hij vond onmiddellijk de dood toen er 347 volt door zijn lichaam ging. Een leerling-kapster moest de door haar gekozen loopbaan opgeven nadat ze dermatitis had ontwikkeld. Haar huid reageerde op de producten die ze moest gebruiken: haar handen kregen in zo’n erge mate sneeën en blaren dat ze niet eens een mes en vork kon vasthouden.
Enkele mogelijke redenen Jongeren zijn bijzonder kwetsbaar in een werkomgeving zonder voldoende gezondheids- en veiligheidsvoorzieningen. Waarom? Enkele mogelijke redenen zijn: •
jonge werknemers hebben onvoldoende ervaring, zijn fysiek en mentaal onvoldoende volwassen en zijn zich weinig bewust van gezondheids- en veiligheidsaspecten;
6
•
werkgevers laten na met deze factoren rekening te houden door passende opleiding, toezicht en bescherming te bieden en jongeren in werksituaties te plaatsen die voor hen geschikt zijn.
De jongerenfactor Jonge mensen zijn vaak onervaren en niet vertrouwd met hun rol op de werkplaats en met hun omgeving. Ze kunnen fysiek of mentaal minder geschikt zijn om bepaalde taken te verrichten. Door hun gebrek aan ervaring zullen ze de risico’s van ongevallen of een slechte gezondheid minder snel herkennen dan oudere werknemers en onvoldoende aandacht schenken aan gezondheids- en veiligheidsaspecten. Als zij de risico’s wel herkennen, kan het zijn dat ze minder goed in staat zijn de juiste maatregelen te nemen. Het is mogelijk dat jonge mensen onvoldoende vaardigheid en training hebben in het werk dat ze krijgen en niet goed op de hoogte zijn van de plichten van hun werkgevers en van hun eigen rechten en verantwoordelijkheden. Het kan ook zijn dat ze niet genoeg zelfvertrouwen hebben om OSH-kwesties ter sprake te brengen of dat ze overenthousiast zijn in het laten zien dat ze hun toevertrouwde taken kunnen verrichten. De werkgeversfactor Werkgevers kunnen zich op hun beurt onvoldoende bewust zijn van de bijzondere kwetsbaarheid van jonge mensen op de werkplaats wegens hun onvolwassenheid, hun gebrek aan ervaring en aan inzicht in OSH-kwesties. Zij geven jonge werknemers wellicht werk dat niet voor hen geschikt is. Ze geven hun misschien geen passende instructies, training en toezicht (jongeren hebben op dat gebied meer nodig dan oudere werknemers).
Voor wie is dit van belang? De kwetsbaarheid van jongeren op het werk gaat de jonge werknemers zelf aan, hun werkgevers en toezichthouders, de personen die betrokken zijn bij veiligheid en gezondheid op het werk, het onderwijs en de beleidsmakers. Ieder van ons moet ervoor zorgen dat jongeren hun werk op een veilige en gezonde manier starten.
Wat kan hieraan worden gedaan: op de werkplek Veel van de ongevallen en gezondheidsproblemen waarbij jonge werknemers betrokken zijn, kunnen worden voorkomen. Verschillende groepen mensen kunnen maatregelen treffen.
Wat jongeren kunnen doen Er zijn aanwijzingen dat jonge werknemers ontvankelijk zijn voor informatie over veiligheid en gezondheid op het werk en dat ze bereid zijn maatregelen te nemen om zich te beschermen wanneer ze op de hoogte zijn van mogelijke gevaren en weten waar ze hulp kunnen krijgen. Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk wijst uit dat jonge werknemers de nationale instantie die verantwoordelijk is voor veiligheid en gezondheid op het werk vaak minder goed kennen dan werknemers in andere leeftijdsgroepen. Daar
7
tegenover staat dat jonge werknemers meer geïnteresseerd zijn in veiligheid en gezondheid en sneller dan oudere werknemers geneigd zijn om de beste praktijken te volgen wanneer ze deze kennen.2 Het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk (‘het Agentschap’) biedt jonge werknemers uitgebreide informatie aan. Hierin wordt hun getoond op welke risico’s ze moeten letten en wordt hun geadviseerd: • de juiste beschermingsmiddelen en kleding te gebruiken; • na te gaan wat ze moeten doen in een noodsituatie; • ongevallen te rapporteren; • opmerkzaam te zijn op de eerste tekenen van problemen; • adviezen en instructies te volgen; • met werkgevers samen te werken op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk en veiligheidsprocedures te volgen om zichzelf en hun collega's te beschermen. Daarnaast is het voor jonge werknemers vaak moeilijk te protesteren of werk te weigeren wanneer werknemers lichtvaardig omspringen met mogelijke dreigingen. Het Agentschap biedt jonge mensen informatie aan waarin wordt uitgelegd: • wat ze moeten doen wanneer ze denken dat iets niet veilig is; • tot wie ze zich kunnen wenden voor advies; • wat ze in een noodsituatie of bij een ongeval moeten doen. Onze boodschap aan jonge werknemers luidt als volgt: • stel vragen als je iets niet zeker weet; • ken je rechten en zorg dat je weet waar je hulp kunt vragen; • voer taken pas uit nadat je passende training hebt ontvangen; • wees zelfbewust en spreek je uit wanneer er een probleem is.
De verantwoordelijkheden van werkgevers en toezichthouders Jongeren kunnen een bijzonder risico lopen wegens hun gebrek aan ervaring, training en bewustzijn van de gevaren. Ze hebben goede raad, informatie en toezicht nodig en passend, veilig en gezond werk. Voor jongeren onder de 18 jaar, onder wie jongeren die in het kader van hun beroepsopleiding stage lopen en jongeren die een bijbaantje hebben naast hun school of studie, gelden er specifieke regelingen ten aanzien van beperkingen van hun blootstelling aan gevaren en met betrekking tot hun werktijden. Wetgeving – bescherming voor iedereen Iedere werkplek zou over een degelijk arbozorg- en veiligheidssysteem moeten beschikken dat iedereen beschermt. Binnen dat systeem dient in het bijzonder aandacht te worden besteed aan de kwetsbaarheid van jonge en beginnende werknemers. De plichten van werkgevers ten aanzien van hun werknemers, ongeacht hun leeftijd, omvatten:
8
•
•
•
•
• • • •
het identificeren van gevaren en het uitvoeren van een risicobeoordeling.1 Hierbij moet niet alleen worden gedacht aan jongeren die voltijds werken, maar ook aan jonge tijdelijke werknemers, die bijvoorbeeld tijdens weekenden of schoolvakanties helpen, en jongeren die een beroepsopleiding volgen of stage lopen; het implementeren van voorzieningen om de veiligheid en de gezondheid op het werk te waarborgen, op basis van de risicobeoordeling. Hiertoe behoren speciale voorzieningen voor jonge of beginnende werknemers en afspraken met aanwervingskantoren/uitzendbureaus, werkervarings- en stagebureaus, organisatoren van vakopleidingen, enzovoorts; het verzorgen van de nodige organisatie, waaronder specifiek toezicht, en het aanduiden van toezichthouders die over de nodige bekwaamheid en tijd beschikken om hun taken te verrichten; het vaststellen van speciale maatregelen voor kwetsbare personen, onder wie jonge en beginnende werknemers, zoals het verbod voor deze personen om gevaarlijke uitrusting te gebruiken; het leveren van informatie over mogelijke risico’s voor jonge mensen tijdens hun werk en over de geldende preventiemaatregelen; het geven van een passende opleiding, instructie en informatie wanneer jongeren worden aangetrokken, bij een verandering van werk of veranderingen op de werkplek; het beschermen van bijzonder kwetsbare groepen, zoals jonge werknemers met speciale behoeften; het overleggen met jonge werknemers en hun vertegenwoordigers over veiligheids- en gezondheidskwesties, zoals voorzieningen voor jonge mensen.
Wetgeving – Speciale bescherming voor jongeren onder de 18 jaar2 Voordat jongeren beginnen te werken, moet er een risicobeoordeling worden uitgevoerd die betrekking heeft op de werkplek; de fysische, biologische en chemische agentia; de werkuitrusting en het gebruik hiervan; de werkprocessen, de bewerkingen en organisatie van het werk, alsook training en opleiding. De stelregel is dat jongeren onder de 18 GEEN taken mogen verrichten die: • hun fysieke of mentale capaciteit te boven gaan; • hen blootstellen aan stoffen die giftig of kankerverwekkend zijn; • hen blootstellen aan straling; • extreme hitte lawaai of trillingen inhouden; • risico’s inhouden die ze wegens hun gebrek aan ervaring of opleiding of hun onvoldoende aandacht voor de veiligheid waarschijnlijk niet zullen herkennen of vermijden. Wie nog geen 18 jaar is, maar wel de minimumleeftijd voor het verlaten van de school heeft bereikt, kan deze taken onder zeer speciale omstandigheden verrichten, wanneer: 1 Een gevaar is alles wat ziekte of letsel kan veroorzaken. Het risico is de waarschijnlijkheid dat dat ook zal gebeuren. 2 Deze informatie is gebaseerd op de minimumeisen van Richtlijn 94/33/EG van de Raad betreffende de bescherming van jongeren op het werk. Het is mogelijk dat de wet in uw lidstaat strenger is, bijvoorbeeld met betrekking tot de minimumleeftijd waarop kinderen mogen werken, beperkingen die gelden voor hun werkuren en verboden taken.
9
• • •
het werk onmisbaar is voor zijn/haar beroepsopleiding; het werk wordt uitgevoerd onder toezicht van een bevoegd persoon; de risico’s zoveel mogelijk beperkt zijn.
Het is niet toegestaan om jonge werknemers werk te laten uitvoeren waarbij een aanzienlijk risico blijft bestaan, ondanks alle inspanningen om dat onder controle te krijgen. Er bestaan beperkingen op werktijden voor jonge werknemers. Jongeren krijgen ook langere pauzes dan ouderen en zij mogen doorgaans geen nachtwerk doen. Meer informatie over de veiligheid van jonge werknemers, inclusief bijkomende informatiebladen, is beschikbaar op de website van het Agentschap op http://ew2006.osha.eu.int/ Advies over preventie en voorbeelden van goede praktijken voor specifieke risico's en werkplekken zijn te vinden op: http://osha.europa.eu/. Overige informatiebronnen zijn de nationale autoriteiten, vakbonden en brancheorganisaties. Zie voor de volledige tekst van Richtlijn 94/33/EG van de Raad betreffende de bescherming van jongeren op het werk: http://osha.europa.eu/data/legislation/18. De richtlijn legt minimumeisen vast. Het is dus belangrijk om de volledige vereisten van uw nationale wetgeving en richtsnoeren na te kijken. Training Bij een training moet het volgende aan bod komen: • welke specifieke gevaren in relatie tot het werk; • welke gevaren over het algemeen op de werkplek schuilen; • wat jongeren moeten doen om zichzelf te beschermen; • wat jongeren moeten doen als ze menen dat iets onveilig is; • naar wie ze moeten gaan om advies te vragen; • wat te doen in een noodsituatie, bij een ongeval of bij eerstehulp; • dat jonge werknemers de verantwoordelijkheid hebben om met hun werkgevers mee te werken wanneer het gaat om veiligheid. Toezicht Naast training hebben jongeren in de regel meer toezicht nodig dan ouderen. Onder hen vallen ook studenten op een stage- of opleidingsplaats en beginnende werknemers. Werkgevers moeten: • noodzakelijke maatregelen op het gebied van toezicht vaststellen; • ervoor zorgen dat toezichthouders voldoende getraind zijn in risico’s en preventieve maatregelen die specifiek van toepassing zijn op jongeren. De voordelen van een goede veiligheid en gezondheid op het werk (OSH) Werkgevers moeten procedures instellen en maatregelen treffen voor de veiligheid en gezondheid op het werk en onmiddellijk reageren op problemen. Maar ze moeten meer doen dan alleen aan hun wettelijke
10
verplichtingen voldoen. Werkgevers moeten het goede voorbeeld geven en een echte betrokkenheid op het gebied van veiligheid en gezondheid tonen. Dit is in het eigen belang van de werkgevers: een goed veiligheidsmanagement is goed voor het bedrijf en een teken van een efficiënte organisatie. Maatregelen om jongeren op het werk veilig te laten werken draagt bij aan de bescherming van alle werknemers en de reputatie van de werkgever versterkt, waardoor deze de meest getalenteerde werknemers kan aantrekken.
Voorbeelden van goede praktijken Samenwerking tussen bedrijfsleven en scholen Een door het Agentschap medegefinancierd project dat gericht is op de uitwisseling van goede praktijken op het gebied van veiligheid en gezondheid onder jongeren van 15-18 jaar die in hun vrije tijd werken. Het project bevorderde de samenwerking tussen scholen en plaatselijke ondernemingen in de landbouw-, bouw- en supermarktsector bij de ontwikkeling van leerprogramma’s op scholen. Bron: Europees Agentschap, ‘Educating teenagers in the hazards of the workplace’ (Scholing van tieners in de gevaren op de werkplek), in het rapport ‘Promoting Health and Safety in European Small and Medium-sized Enterprises (SMEs), SME funding scheme 2003-2004’ (Bevordering van veiligheid en gezondheid in MKB/KMO’s in Europa, MKB-subsidieregeling 2003-2004), blz. 15 http://osha.europa.eu/publications/reports/ag05001/full_publication_en.pdf.
Een elektriciteitsbedrijf heeft 400 stagiairs tussen 16 en 21 jaar. De meesten volgen een vierjarige praktijkopleiding in de richting ‘elektriciteit’, wat leidt tot een kwalificatie. Zij volgen allemaal gedurende een volle week een introductiecursus in veiligheidsregels en -normen die van hen worden verwacht, zodat ze vanaf hun eerste dag op de werkvloer bijdragen tot de veiligheid op het werk. Ze leren de basisbeginselen van een risicobeoordeling en beoordelen risico’s op het werk terwijl alles nog vers in hun geheugen ligt. Ze krijgen een volledige set werkkleding van het bedrijf, waaronder de relevante persoonlijke beschermingsmiddelen, en leren hoe ze deze moeten gebruiken. De training omvat tevens bezoeken ter plaatse en praktijkoefeningen op een simulatiewerkplaats. Tussen 1994 en 1996 moest circa 30% van de leerlingen op een zeker moment naar het ziekenhuis voor de behandeling van een arbeidsgerelateerd letsel. Bij het bedrijf gebeuren ongevallen met leerlingen nu slechts eens in de zoveel jaren. http://www.wiseup2work.co.uk/concept_2/CaseStudy1.pdf
Een gasleverancier heeft een introductieprogramma verkeersveiligheid voor leerlingen die in het kader van hun werk met bestelbussen rijden. Het programma van een halve dag is speciaal ontwikkeld voor jongeren in samenwerking met een niet-gouvernementele verkeersveiligheidsorganisatie. Het omvat een individuele rijtest onder begeleiding van een erkende rij-instructeur. Bij het programma wordt niet alleen gekeken naar het gedrag van stagiairs tijdens de test in het voertuig, maar ook naar hun houding, kennis en inschatting van gevaren in een risicobeoordeling op papier. In 2006 zullen 560 nieuwe leerlingen de training volgen. Het succes is toe te schrijven aan de ondersteuning en inzet van alle bedrijfsniveaus, een holistische benadering en het gebruik van statistische gegevens over botsingen tussen voertuigen en incidenten om het programma te actualiseren. Het programma kan eenvoudig worden toegepast in uiteenlopende
11
bedrijven met een soortgelijk veiligheids- en gezondheidsbeleid. http://www.wiseup2work.co.uk/concept_2/CaseStudy2.pdf
Bescherming van de oren van jonge werknemers Volgens een verslag van de Waarnemingspost voor risico’s van het Agentschap worden steeds meer jongere werknemers aan lawaai blootgesteld (zie Europees Agentschap, 2005, ‘Noise in figures, Risk Observatory Thematic 2 Report’ [Geluidshinder in cijfers, Tweede thematische verslag van de Waarnemingspost voor risico’s], Publicatiebureau van de Europese Unie). Een kleine rockclub voerde veranderingen door in de constructie en de werkorganisatie om de geluidsniveaus te dempen met behoud van de geluidskwaliteit. De oplossing behelsde het werken met musici, eigenaars van ontmoetingscentra en geluidstechnici. Er werden veranderingen aangebracht aan het podium, de speakers en de positionering hiervan en de akoestiek. De bar werd buiten de belangrijkste concerthal geplaatst. Er werd een training aangeboden en informatie verspreid. Het centrum wordt sindsdien gebruikt voor korte universitaire cursussen voor zelfopgeleide geluidstechnici. Bron: Rapport van het Agentschap TE6905812ENC - Prevention of risks from occupational noise in practice (Preventie van beroepsrisico’s wegens lawaai in de praktijk), praktijkgeval 7, p. 35 http://osha.europa.eu/publications/reports/6905812.
Veilig scheikundepracticum Een universiteit was bezorgd over de veiligheid van scheikundestudenten tijdens hun practica, het feit dat de studenten zich onvoldoende bewust waren van risico's en dat ze een veiligheidsbewustzijn moesten ontwikkelen voor hun toekomstige loopbaan. Een werkgroep, waarbij de studenten betrokken waren, analyseerde de problemen en stelde oplossingen voor. Een van de maatregelen was de vaststelling van basisregels voor het scheikundepracticum. Zo moeten studenten een risicoanalyse verrichten voordat ze met hun experimenten beginnen. Deze basisregels zijn opgenomen in de handleiding voor practica die aan alle studenten wordt verstrekt. Bron: Safety for Chemistry Students (Veiligheid voor scheikundestudenten), in ‘Practical prevention of risks from dangerous substances at work’(Preventie van risico’s van gevaarlijke stoffen op het werk in de praktijk), praktijkgeval 2.3, p. 19. http://osha.europa.eu/publications/reports/106/index_6.htm.
Wat kan hieraan gedaan worden: voordat jongeren gaan werken Het onderwijs in veiligheid en gezondheid op het werk mag niet worden uitgesteld totdat jongeren tot de arbeidsmarkt toetreden. Het moet deel uitmaken van het onderwijsprogramma onderwijsinstellingen en afgestemd zijn op de realiteit van het beroepsleven van iedere dag. We willen dat de ingenieurs, ontwerpers, architecten, medische studenten en zakenlui van de toekomst zich van risico’s bewust zijn en goed geïnformeerd zijn over OSH in hun beroep. Jongeren op een vroege leeftijd met deze waarden vertrouwd maken helpt een preventiecultuur op het werk bevorderen.
12
Het belang van de integratie van veiligheid en gezondheid op het werk in het onderwijs De werknemers van morgen hebben een goede scholing nodig in de veiligheids- en gezondheidsaspecten van hun toekomstige loopbaan. Dit betekent meer dan weten hoe er aan de voorschriften moet worden voldaan – risicomanagement en een ‘OSH-mentaliteit’ moeten een integraal deel uitmaken van het leven van mensen en niet een optionele aanvulling hierop zijn. Wanneer jongeren op de werkplek komen, moeten ze zich reeds bewust zijn van OSH-kwesties en bijdragen tot een risicopreventiecultuur. De integratie - of ‘mainstreaming’ – van veiligheid en gezondheid op het werk in het onderwijs is van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van deze preventiecultuur. Het lesgeven in risicobewustzijn en veiligheid en gezondheid moet als een hoge prioriteit worden gezien door iedereen die betrokken is bij het onderwijs aan en de bescherming van jongeren. Wat zijn de beste manieren om veiligheids- en gezondheidsbewustzijn in het onderwijs aan jongeren op te nemen? In heel Europa zijn er veel voorbeelden van een doeltreffende integratie van veiligheid en gezondheid op het werk in het onderwijs. Deze omvatten projecten waarbij het Agentschap betrokken was. Zij tonen dat: • in projecten voor jonge kinderen gebruik moet worden gemaakt van vindingrijkheid en spel; • projecten de eigen omgeving van kinderen kunnen gebruiken als bron van voorbeelden van risico’s, waarbij ook de ouders bij het proces kunnen worden betrokken; • veiligheid en gezondheid op het werk kan worden geïntegreerd in het lesmateriaal van andere vakken of afzonderlijk worden behandeld; • het lesgeven op dit terrein vanaf het begin van de schooltijd van start moet gaan; • bij het leren van veiligheid en gezondheid op het werk als levenslange vaardigheid docenten moeten worden betrokken die samenwerken met werkgevers, werknemers en hun vertegenwoordigers, ouders en leerlingen en veiligheids- en gezondheidsdeskundigen; • het onderwijs in veiligheid en gezondheid op het werk een combinatie moet zijn van theorie en praktijk; • docenten en trainers zelf moeten worden getraind in het onderwijs in risico's en veiligheid en gezondheid op het werk en toegang moeten hebben tot leermiddelen die leerlingen motiveren.
Introductie van ‘Start Veilig’ Een veilige start voor jongeren De twee voornaamste aandachtsgebieden van de campagne ‘Start Veilig’ zijn: • op de werkplek: werkgevers en jonge werknemers meer bewust maken van de risico’s voor jonge mensen en hen erop wijzen wat er gedaan kan worden om deze risico’s te beperken; • in het onderwijs: jongeren een risicopreventiecultuur bijbrengen voordat ze tot de arbeidsmarkt toetreden.
13
Dit zijn de voornaamste terreinen waarop we kunnen optreden en trachten het aantal jongeren dat op het werk gewond raakt, te beperken. ‘Start Veilig’ is de campagne van het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk voor 2006. De campagne is gewijd aan de veiligheid en de gezondheid op het werk voor jonge mensen. ‘Start Veilig’ wordt gesteund door alle lidstaten van de EU, kandidaat-lidstaten en EVA-landen, het Oostenrijkse en Finse EU-voorzitterschap, het Europees Parlement en de Europese Commissie, Europese vakbonden en werkgeversorganisaties, jongerenorganisaties en de onderwijssector. Het hoogtepunt van de campagne is de Europese Week voor veiligheid en gezondheid op het werk, die wordt gehouden van 23-27 oktober 2006. De Europese Weken zijn jaarlijkse evenementen waarbij veiligheid en gezondheid op het werk wordt bevorderd en alle belanghebbenden worden betrokken. Dit jaar zullen de activiteiten in het kader van de Europese Week verder reiken dan de werkplek – de campagne van 2006 bevordert tevens risicopreventie op scholen, onderwijsinstanties, universiteiten en in de onderwijssector in bredere zin, richt zich tot beleidsmakers op onderwijsgebied en betrekt jongerenorganisaties.
Doeleinden ‘Start Veilig’ probeert jonge werknemers, hun vertegenwoordigers, hun werkgevers en toezichthouders te betrekken bij de beperking van de kwetsbaarheid van jongeren op de werkplek. De campagne probeert ook de onderwijssector ertoe aan te moedigen jongeren op werk voor te bereiden en individuele scholen en studenten zelf te betrekken. Het uiteindelijke doel van ‘Start Veilig’ is het aantal jonge mensen dat gewond raakt of een slechte gezondheid krijgt (nu of in de toekomst) als gevolg van hun werk, te beperken. ‘Start Veilig’ bevordert de doeltreffende voorbereiding van jongeren op de veiligheids- en gezondheidsaspecten in hun loopbaan en het doeltreffende management van OSH van jonge mensen op de werkplek. Ofschoon vele aspecten van de campagne ‘Start Veilig’ voor vele uiteenlopende mensen van belang zijn, zijn sommige doelstellingen van de campagne gericht op specifieke groepen. Jonge werknemers moeten zich meer inspannen om zichzelf te beschermen: • alle jonge werknemers moeten zich bewust zijn van veiligheids- en gezondheidskwesties op het werk, het belang van OSH, hun rechten en verantwoordelijkheden en weten waar ze terecht kunnen voor hulp en informatie. Werkgevers en toezichthouders moeten zorg dragen voor het management van OSH van jonge mensen: • werkgevers moeten kwaliteitsbanen creëren voor jonge werknemers waarin ze veilig zijn; • werkgevers en toezichthouders moeten zich bewust zijn van de risico’s voor jonge mensen, hoe ze ontstaan en wat ze hieraan moeten doen; • werkgevers moeten jonge werknemers opnemen in risicobeoordelingen en passende aanvullende maatregelen invoeren om hen te beschermen (zorgen voor een passende verdeling van de taken, rekening houden met de geringe ervaring en vaardigheden van jongeren, enz.);
14
•
werkgevers moeten ervoor zorgen dat alle jonge en beginnende werknemers een introductietraining en toezicht krijgen, bijvoorbeeld door een jonge werknemer bij een oudere begeleider te plaatsen.
Docenten, OSH-instanties en centra voor arbeidsvoorziening moeten met elkaar samenwerken om OSH op een doeltreffende wijze in het onderwijs te integreren: • schoolverlaters moeten zich bewust zijn van veiligheids- en gezondheidskwesties op het werk en van hun eigen rechten en verantwoordelijkheden; • studenten die een universitaire of beroepsopleiding volgen, waaronder bedrijfscursussen en beroepscursussen in vakken als techniek, ontwerp, architectuur, medicijnen en bedrijfsadministratie, moeten relevante OSH-training en –informatie ontvangen; • OSH moet een integraal deel uitmaken van de opstelling en organisatie van werkervarings- of stageprogramma’s; • werkgelegenheidsregelingen en banencentra voor jongeren moeten hun klanten informatie over veiligheid en gezondheid op het werk verstrekken – zowel jonge werknemers als werkgevers. Beleidsmakers moeten het management van OSH van jonge mensen en de integratie hiervan in het onderwijs bevorderen: • beleidsmakers moeten in werkgelegenheidstrategieën voor jongeren speciale aandacht schenken aan OSH-kwesties; • beleidsmakers moeten ernaar streven jongeren over veiligheid en gezondheid op het werk te informeren en hen uit te rusten; • beleidsmakers moeten ervoor zorgen dat voorlichting over risico’s deel uitmaakt van het onderwijs aan ieder kind; • beleidsmakers moeten de integratie van veiligheid en gezondheid op het werk in het beleid en in activiteiten ter bevordering van de werkgelegenheid van jongeren bevorderen.
Wat ‘Start Veilig’ te bieden heeft Het Agentschap maakt, in het kader van de campagne ‘Start Veilig’, een reeks bronnen beschikbaar, om mensen bewust te maken van de kwetsbaarheid van jongeren op de werkplek en hen erop te wijzen wat er gedaan kan worden om deze jongeren minder kwetsbaar te maken. Enkele van deze bronnen zijn: • • • •
Informatiepakketten in alle officiële talen van de lidstaten van de EU Posters en folders voor bewustmaking Een meertalige campagnewebsite op het adres http://ew2006.osha.eu.int RISQ, een interactief online-magazine voor jongeren, met informatie, quizzen en wedstrijden, animaties, videoclips en e-cards
15
• • • • •
Informatiebladen (factsheets) voor werkgevers, toezichthouders, ouders en jongeren Een boekje en een database op de website met voorbeelden van goede praktijken Een magazine met meer technische informatie Handige tips voor het organiseren en leiden van activiteiten in de Europese Week Links naar bronnen op verwante Europese en internationale sites en nog veel meer
Hoe hieraan deel te nemen Daarnaast wordt er een reeks evenementen en activiteiten rond de campagne ‘Start Veilig’ georganiseerd waaraan men kan deelnemen. Wie mag er meedoen? Aan de campagne mogen alle organisaties en personen op plaatselijk, nationaal en internationaal niveau deelnemen, zoals: • Veiligheids- en gezondheidsinstanties • Openbare en particuliere organisaties, waaronder het MKB/KMO’s • Vakbonden en veiligheidsvertegenwoordigers • Managers, toezichthouders en werknemers • De onderwijssector – scholen, universiteiten en onderwijsautoriteiten • Jongerenorganisaties • Werkervaringsbureaus en aanbieders van trainingen Enkele activiteiten zijn: • Veiligheidsdemonstraties en stands • Film-, video- en multimediapresentaties • Trainingen, seminars en workshops • Affichewedstrijden en quizzen • Ideeënbussen • Identificatie van de diverse gevaren • Tentoonstellingen en open dagen • Reclame- en promotiecampagnes • Persconferenties en media-activiteiten De campagne ‘Start Veilig’ omvat ook Awards voor goede praktijken, waarmee speciale aandacht wordt geschonken aan de organisaties die bijzondere en vernieuwende bijdragen hebben geleverd aan de bevordering van de veiligheid en gezondheid van jonge werknemers en de integratie van OSH in het onderwijs op scholen, universiteiten en in centra voor beroepsopleidingen. De winnaars ontvangen hun prijs tijdens het slotevenement van de Europese Week in Bilbao. Daarnaast organiseert het Agentschap een aantal wedstrijden, zoals een videowedstrijd voor scholen en de ‘Europese Jonge Filmmaker van het jaar’. Zij die de boodschap van veiligheid en gezondheid op uiterst
16
doeltreffende en creatieve wijze overbrengen, ontvangen eveneens een prijs tijdens genoemd slotevenement in Bilbao. Er zullen nog veel meer speciale evenementen en activiteiten worden gehouden in heel Europa, om de kernboodschappen van de campagne aan alle organisaties, groot en klein, openbaar en particulier, plaatselijk, nationaal en internationaal, over te brengen. Vele van deze evenementen en activiteiten zullen worden gecoördineerd door het netwerk van nationale focal points van het Agentschap in de lidstaten van de EU. 2006 is het jaar waarin vele verschillende groepen mensen – veiligheids- en gezondheidsinstanties, openbare en particuliere organisaties, bedrijven op werkplaatsniveau, waaronder het MKB/KMO’s, vakbonden en veiligheidsvertegenwoordigers, managers, toezichthouders en werknemers, scholen, universiteiten en cursusaanbieders, jongerenorganisaties, arbeidsbureaus – de kans hebben deel te nemen aan een campagne om ongevallen en een slechte gezondheid te voorkomen, jonge mensen te beschermen en ze een veilige start in hun loopbaan te geven. Mensen kunnen hun betrokkenheid tonen door het online-handvest van de campagne ‘Start Veilig’ van het Agentschap te ondertekenen op het adres: http://ew2006.osha.eu.int. Men kan ondersteunend materiaal voor de campagne downloaden en er zijn verschillende mogelijkheden om sponsor of campagnepartner te worden. Organisaties die hun eigen evenement voor de Europese Week willen organiseren, kunnen op onze website terecht voor voorbeelden van goede praktijken en forums om ideeën uit te wisselen, feedback te geven en na te gaan wat anderen doen. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de nationale instantie voor veiligheid en gezondheid op het werk of onze website bezoeken (http://ew2006.osha.eu.int). Help jongeren een veilige start in hun loopbaan te maken.
Over het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk Het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk is gevestigd in het Spaanse Bilbao en is door de Europese Unie opgericht om informatie over veiligheid en gezondheid op het werk te verstrekken. Het Agentschap heeft een netwerk van nationale focal points opgezet die informatie binnen afzonderlijke landen coördineren en verspreiden, en werkt als katalysator op de ontwikkeling en verspreiding van informatie die de veiligheid en de gezondheid op het werk in Europa verbetert. Door het samenbrengen van vertegenwoordigers van regeringen, werkgevers- en werknemersorganisaties en vooraanstaande gezondheids- en veiligheidsdeskundigen in elk van de 25 lidstaten van de EU en daarbuiten biedt het Agentschap een betrouwbare, evenwichtige en onpartijdige bron van informatie op het gebied van veiligheid en gezondheid. Ga voor meer informatie naar de website van het Agentschap: http://osha.europa.eu.
17
REFENTIES 1
Eurostat, Work and Health in the EU - a statistical portrait 1994-2002 (Werk en gezondheid in de EU – een statistisch overzicht 1994-2002), blz. 35. 2 Health and Safety Executive (Verenigd Koninkrijk), Obstacles Preventing Employee Involvement in Health and Safety (Obstakels voor de betrokkenheid van werknemers bij veiligheid en gezondheid), 2005.
18