Toolkit Changemakers
Stap 3: Je boodschap over brengen: werkvormen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
“Hot Chair” over sekse en geweld Hoe noem je jongens/mannen en hoe noem je meisjes/vrouwen? Mannelijkheidscoderingen en vrouwelijksheidscoderingen De status van meisjes en jongens/vrouwen en mannen Discussie aan de hand van stellingen Dilemmaspel Incident-methode ‘Tips voor oplossingen’ spel Van idee naar plan in sneltreinvaart Geweld in perspectief Vraagmethode
www.wecan.nl
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
“Hot chair” over sekse en geweld Doel Tijdsduur Moeilijkheidsgraad Groepsgrootte Werkvorm Toelichting vorm Middelen
Om het thema sekse en geweld ter sprake te brengen Min. 20 minuten Eenvoudig 6-30 Als introductie op het onderwerp, om de discussie op gang te brengen werk- De begeleider zorgt voor de begeleiding en stelt vragen
Werkwijze
Ruimte met een kring van stoelen, voor iedere deelnemer 1, plus 1 lege stoel 1) Vraag deelnemers om op één van de stoelen te gaan zitten. Één stoel blijft leeg. 2) Nadat jij een stelling voorleest moeten degenen die het ermee eens zijn een nieuwe stoel kiezen. 3) Vraag zowel aan degenen die gingen verzitten als aan de zittenblijvers naar hun reden. Voorbeelden van stellingen: • Het is erger voor vrouwen dan voor mannen om een slechte naam te hebben. • Het is goed dat er prostituees zijn, anders zouden mannen veel meer vrouwen verkrachten. • Sommige vrouwen lokken seksuele intimidatie/aanranding uit. • Mannen hebben altijd zin in seks. • Een vrouw die veel seks heeft met verschillende mannen is een hoer. • Mannen hebben van nature niet meer talent voor leiding geven dan vrouwen. • Vrouwen zijn van nature zorgzamer. • Mannen zijn van nature agressiever dan vrouwen. • De reputatie (of de naam) van een familie en een gemeenschap is belangrijker dan het vertrouwen in een individu. • Het is beter voor een kind als het de eerste 2 jaar voornamelijk verzorgd wordt door de moeder (dan door de vader).
Nabespreking Aandachtspunten
Na elke stelling kort nabespreken door te vragen naar de mening: Hoe bedoel je dat? Waarom denk je dat? Etc. Vraag door op sekse- stereotype denkbeelden: hoe komen deelnemers aan die ideeën? En vinden ze deze ideeën ook rechtvaardig?
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
Hoe noem je jongens/mannen en hoe meisjes/vrouwen? Doel Tijdsduur Moeilijkheidsgraad Groepsgrootte Werkvorm Middelen Werkwijze
Bewustwording van associaties over vrouwelijkheid en mannelijkheid Min. 20 minuten Eenvoudig Niet meer dan 30 Groepsgesprek onder leiding van begeleider Papier en pennen/stiften 1. Maak kleine groepen van 4-5 deelnemers per groep. 2. Vraag de groep om alle verschillende woorden voor ‘jongens en mannen’ te bedenken en deze meteen op te schrijven. Vraag hetzelfde met alle woorden die gebruikt worden voor meisjes en vrouwen. Gebruik voor elke sekse een apart papier. Denk ook aan woorden voor mannen en vrouwen die zich anders gedragen dan de norm. 3. Wissel uit over de woorden, bijvoorbeeld door de volgende vragen te stellen: • Wanneer worden jongens/mannen zo genoemd en waarom? • Wat betekenen de woorden? • Worden de woorden heel verschillend gebruikt? Als dat zo is, waarom is dat zo denk je? • Hoe reageer jij als/wanneer je zo (als één van deze woorden) genoemd wordt en waarom reageer je zo? • Wie gebruikt deze woorden? • Hoe wil jij genoemd worden en hoe niet?
Nabespreking
Aandachtspunten
Bijvoorbeeld over het verschil tussen benamingen over ‘echte’ mannen en vrouwen of het verschil tussen ‘goede/slechte’ mannen en vrouwen. Wat impliceren deze eventuele verschillen. Je kunt ze eventueel ook vragen om gebaren met handen te laten zien.
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
Mannelijkheidscoderingen & vrouwelijkheidscoderingen in de Nederlandse cultuur Doel Tijdsduur Moeilijkheidsgraad Groepsgrootte Werkvorm Werkwijze
Bewustwording van de rol van seksesocialisatie 100 minuten Moeilijk Niet meer dan 20 In tweetallen (vrouwen bij vrouwen, mannen bij mannen) 1. Inleiding: coderingen in de Nederlandse cultuur (25 min.) In verschillende culturen en tijden zijn er verschillende seksecoderingen. Onder ‘seksecoderingen’ verstaan we opvattingen en denkbeelden die mannen en vrouwen tijdens het socialisatieproces hebben meegekregen over wat in een bepaalde context gewenst en ongewenst rolgedrag is voor de sekse waartoe zij worden gerekend. Het gaat dus over de beelden van hoe de ideale vrouw en de ideale man zich gedraagt. Deze opvattingen en denkbeelden zijn voor iedereen uiteraard weer verschillend, ze zijn sterk afhankelijk van verschillende factoren van een persoon zoals sociaal economische positie, culturele achtergrond, leeftijd, seksuele voorkeur, levensovertuiging, regionale verbondenheid en politieke voorkeur. Binnen de Nederlandse cultuur zijn er wel een aantal dominante opvattingen en denkbeelden te signaleren. De volgende coderingen zijn, in meer en mindere mate, te herkennen in verschillende onderdelen van de Nederlandse cultuur: zie volgende pagina Deze coderingen geven aan hoe vrouwen en mannen status vorm geven. Mannen hebben vaak andere ideeën over wanneer zij zijn ‘geslaagd’ of ‘succesvol’ zijn dan vrouwen en visa versa. Wanneer een man wel een gezin met kinderen heeft maar geen betaalde baan, is er een grote kans dat hij voelt dat zijn status is aangetast. Zijn omgeving zal hem hier veelal in bevestigen. Een vrouw zonder betaalde baan maar met een gezin met kinderen, krijgt hele andere reacties vanuit haar omgeving. Vanuit de vrouwelijkheidscoderingen zal een vrouw zelf ook minder het gevoel hebben te falen dan een man in dezelfde positie. Coderingen geven veel vrouwen en mannen een gevoel van zekerheid: je hebt als het ware ‘iets om op terug te vallen’. Wanneer ze in knel dreigen te komen, te maken hebben met stress of tegenslagen, worden de coderingen vaak nog belangrijker. De coderingen vormen dan een leidraad om met de problemen om te gaan. Ze beïnvloeden dus sterk de copingstrategie van een persoon. Bijvoorbeeld: een vrouw die zich verdrietig voelt, kan zich hierdoor nog emotioneler en afhankelijker van anderen op gaan stellen dan zij doet als zij zich goed voelt. Een man die zich verdrietig voelt, kan zich juist nog ‘harder’ gaan opstellen naar anderen. Opdracht 1: bespreek in tweetallen de volgende vragen aan de hand van de coderingen (voor de coderingen: zie verder):
Toolkit Changemakers
Nabespreking
Aandachtspunten
www.wecan.nl
• Welke coderingen herken je bij jezelf (welke het meest?) • Welke coderingen roepen aversie of irritatie bij je op? • Welke coderingen zie je vooral bij vrouwen/mannen om je heen? Vrouwen kijken naar vrouwelijkheidscoderingen en mannen naar mannelijkheidscoderingen. Eventueel kun je dit ook omdraaien. Hoe ging het? Welke coderingen zijn actueel en welke zijn meer out-dated. Ken je verschillen in mannelijkheids/vrouwelijksheidscoderingen in andere culturen, klasse, religies, seksuele voorkeur etc. Leg duidelijk uit dat coderingen algemeen geformuleerd zijn, maar natuurlijk per persoon verschillen.
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
Behorende bij werkvorm mannelijheids/ vrouwelijksheidscoderingen Kopieer deze voor je deelnemers
Traditionele Nederlandse mannelijkheidscoderingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Een betaalde baan is voor mij het belangrijkste in mijn leven. Ik ben handelings- en prestatiegericht, ik hou van competitie en wil me bewijzen en onderscheiden van anderen. Ik hoor de kost te verdienen voor mijzelf en voor degenen die afhankelijk van mij zijn. Ik concurreer: ik moet eigenlijk beter, sneller, sterker en efficiënter zijn dan anderen. Ik ben zelfstandig, onafhankelijk en kan eigenlijk alles alleen. Ik heb geen hulp nodig. Ik heb mezelf onder controle, ik ben niet bang en huil niet. Ik ben agressief, laat niet over mij heen lopen en weet me te beheersen, ik ben rationeel en zelfverzekerd. Ik hoor degenen die van mij afhankelijk zijn te beschermen en hun problemen op te lossen. Ik ben geen slachtoffer. Ik ervaar intimiteit vooral via seksualiteit.
Vragen: A Welke coderingen herken je bij jezelf (welke het meest?) B Welke coderingen roepen aversie of irritatie bij je op? C Welke coderingen zie je vooral bij je vrouwelijke cliënten?
Traditionele Nederlandse vrouwelijkheidscoderingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Ik ben pas iemand als ik een partner en kinderen heb. Ik hoor rekening te houden met de behoeften en wensen van anderen. Ik ben primair verantwoordelijk voor de sfeer in huis, de kwaliteit van relaties, de opvoeding van kinderen en zorg voor het huishouden Ik ontleen mijn identiteit vooral aan relaties met anderen. Ik hoor me niet beter voor te doen of teveel te onderscheiden van anderen. Ik mag me niet te seksueel uitdagend gedragen, noch de andere sekse negeren. Ik mag me kwetsbaar, afhankelijk en emotioneel opstellen. Ik mag hulp en steun vragen van anderen als ik problemen heb. Ik hoor er aantrekkelijk uit te zien en besteed aandacht aan mijn voorkomen. Ik hoor mij vooral liefdevol, aardig en vriendelijk op te stellen (agressie en boosheid horen niet bij mij). Ik hoor mij niet te zelfstandig te gedragen. Intimiteit een essentiële voorwaarde voor seksueel contact.
Vragen: A Welke coderingen herken je bij jezelf (welke het meest?) B Welke coderingen roepen aversie of irritatie bij je op? C Welke coderingen zie je vooral bij je vrouwelijke cliënten?
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
De status van meisjes/vrouwen en jongens/mannen Doel Tijdsduur Moeilijkheidsgraad Groepsgrootte Werkvorm Middelen Werkwijze
Nabespreking Aandachtspunten
Bewustwording van verschillen in status in de maatschappij tussen meisjes en jongens/vrouwen en mannen Min. 20 minuten Gemiddeld Niet meer dan 30 Groepsbrainstorm, tweetallen en groepsdiscussie. Papier en stiften 1. Brainstorm met de hele groep: wat geeft vrouwen status volgens de maatschappij/omgeving? Wat geeft mannen status volgens de maatschappij/omgeving? Schrijf alle ideeën op de flap-over of bord. 2. Laat in tweetallen een ordening maken: welke 1-5 punten zijn het meest belangrijk? 3. Laat elk tweetal hun lijst vergelijken met het tweetal naast hen. 4. Vraag deze viertallen dan om samen een lijst te maken van hoe zij het graag willen hebben. 5. Daarna uitwisseling en discussie in de hele groep: • Is er verschil tussen de eerste lijstjes en de tweede? • Hoe komt dat? • Waartoe zijn we zowel in staat als ook bereid om te veranderen? • Hoe kunnen we dit doen? Stel de vraag aan de deelnemers of ze hier eerder over nagedacht hebben en of ze nieuwe inzichten hebben gekregen. Je kunt in 2 groepen werken en de vrouwen de lijst voor de vrouwen laten maken en de mannen die voor de mannen
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
Discussie aan de hand van stellingen Tijdsduur Doel Moeilijkheidsgraad Werkvorm Middelen Werkwijze
Nabespreking Aandachtspunten
20 a 30 minuten Deelnemers leren een eigen mening te vormen over sekse en geweld Gemiddeld Discussie aan de hand van stellingen Een ruimte waarin de deelnemers kunnen rondlopen 1. De zaal wordt ingedeeld in twee delen, eens en oneens. 2. Lees een vraag voor en vraag de deelnemers een antwoord te kiezen door naar een kant van de zaal te lopen. 3. Vraag aan een aantal deelnemers waarom zij voor een bepaalde hoek kiezen. Daag vervolgens de deelnemers uit om met elkaar in discussie te gaan en uit te leggen waarom ze een andere mening hebben. 4. Maak na iedere vraag een korte samenvatting van wat er zoal gezegd is en of deelnemers van mening zijn veranderd. 5. Maak op het einde van de discussie een grotere samenvatting. Voorbeeldstellingen: • Als jij wordt mishandeld door je partner, ga je meteen bij hem/haar weg. • In iedere goede relatie valt wel eens een klap. • Een vrouw zomaar in haar billen knijpen in het openbaar vervoer is onvergefelijk. • Het is intimiderend wanneer je wordt nagefloten op straat. • Om meer vrouwen in de top van grote bedrijven te krijgen zou er een quotum ingesteld moeten worden. • Vrouwen die met elkaar zoenen doen dat om mannen op te geilen. • Vaderschapsverlof moet minstens 2 weken zijn. • Ik heb er geen probleem mee dat ik op allerlei formulieren mijn sekse in moet vullen. • Het is tijd dat mannen zich emanciperen. Vraag aan een aantal deelnemers waar zij door deze oefening over na zijn gaan denken. Zijn zij van mening veranderd? • Kies de stellingen die passen bij wat jij wilt bereiken. • Houd de tijd in de gaten. Gebruik als je weinig tijd hebt niet alle vragen maar kies er een paar uit. • Zorg dat de deelnemers elkaar laten uitspreken. • Geef iedereen evenveel gelegenheid om zijn zegje te doen. • Laat verschillende zienswijzen aan het woord. Ook al je het er zelf niet mee eens bent! • Toon waardering voor de inbreng van de deelnemers. • Probeer vooroordelen niet weg te nemen maar vraag vooral door. Waarom heeft deze deelnemer deze mening? Wat is zijn/haar motivatie? • Vraag door als de bedoeling van een uitleg van een deelnemers niet duidelijk is. Bijvoorbeeld: o “Kun je uitleggen wat je daarmee bedoeld?” of: o “Ik begrijp het niet helemaal”. “Kun je het nog een keer proberen uit te leggen?” • Vat de discussie samen als die dreigt te stokken. • Wanneer deelnemers over geheel andere thema’s gaan praten, is het belangrijk hen er op te wijzen dat dit niet bij de discussie hoort.
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
Dilemma-spel Doel Tijdsduur Moeilijkheidsgraad Groepsgrootte Werkvorm Middelen Werkwijze
Om het onderwerp roddelen in relatie tot seksualiteit te bespreken Min. 20 minuten Gemiddeld 8-30 Docent vraagt door om reflectie en discussie te stimuleren Ruimte waarin je kunt bewegen 1. Lees het dilemma voor in de groep. Er zijn 5 mogelijkheden, voor elke is een aparte hoek/deel van de ruimte. De deelnemers moeten een standpunt innemen door in één van de hoeken te gaan staan. Eén daarvan is een “open hoek” voor een alternatieve optie van de deelnemers. Als iemand alleen staat in een hoek, ga er dan zelf bij staan. Vraag de deelnemers om hun keuze toe te lichten. 2. Maak duidelijk dat het altijd okay is om van hoek te wisselen als je van mening verandert. Deze oefening heeft geen “foute” of “goede”antwoorden. Het belangrijkste is dat deelnemers nadenken over dit punt, hun motivatie uitleggen en naar elkaar luisteren. 3. Vraag de groep door op hun antwoorden (zie hieronder). Dilemma 1: Over jouw nieuwe buurvrouw wordt veel geroddeld in de buurt. Er wordt gezegd dat ze steeds van vriend wisselt. De buurt noemt haar een slet. Jij kent jouw buurvrouw zelf nog nauwelijks. Op een dag begint ze buiten op straat ‘een praatje’ met je. Wat doe je: a. Ik keer me snel van haar af. Met zo’n type wil ik niks te maken hebben. b. Ik durf niet zo goed met haar te praten, dus ik hou het heel kort. Ik wil liever niet met haar gezien worden. c. Ik praat gezellig met haar. Wat mensen over haar zeggen, is voor mij niet belangrijk. d. Ik praat met haar en word ondertussen erg kwaad dat de buurt haar zo behandelt. De eerste de beste voorbijganger zal ik er meteen op aanspreken. e. Iets anders, namelijk….. Doorvragen: • Hoeveel risico loopt een man hier om onderwerp van roddel en slechte naam te worden? • Als dat zo is, is er verschil in hoe zij hiermee om zullen gaan, denk je? • Als het niet zo is, hoe komt dat? Dilemma 2: Op een verjaardagfeestje raak je in gesprek met een man en
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
vrouw die binnenkort samen een kind krijgen. Zij hebben besloten dat als de baby er is zij 2 dagen in de week gaat werken en hij 40 uur. Hoe reageer je?
Nabespreking
Aandachtspunten
1) Prima! Lijkt mij een logische keus. 2) Ik zou hen graag vragen of zij dit besluit goed hebben overwogen. Maar het zijn nogal mondige types dus ik houd mijn mond. 3) Ik ga met hen hierover het gesprek aan. Heeft hij er goed over nagedacht dat hij zijn kind straks echt maar weinig ziet? En heeft zij er goed over nagedacht dat zij straks bijna volledig financieel afhankelijk van hem is? 4) Ik maak subtiel duidelijk dat ik vind dat ze zeer ongeëmancipeerd zijn. 5) Iets anders, namelijk: … Eventueel kan er aan deelnemers worden gevraagd hoe zij het vinden om over deze thema’s te praten. Praten zij hier onderling vaker over? Op welke manier? Het is belangrijk om oog te hebben voor het groepsproces. Stimuleer iedereen zijn/haar eigen keuze te maken.
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
De incident-methode Doel
Tijdsduur Moeilijkheidsgraad Groepsgrootte Werkvorm Werkwijze
Met de incidentmethode wordt een voorbeeldsituatie/incident ter plekke ingebracht. Met name voorbeelden/incidenten met concrete vragen als "hoe zou jij dit aanpakken" lenen zich hiervoor Tussen de 20 en 40 minuten Moeilijk, ervaring in werken met groepen is nodig Niet groter dan 6 mensen Groepsgesprek, onder strenge begeleiding Iemand verteld een voorbeeld waarover hij/zij advies wil over hoe anderen dit zouden aanpakken. Het moet wel een echte situatie zijn, geen verzonnen. Het kan bijvoorbeeld gaan over wat je doet als iemand een hand op je bil legt in het openbaar vervoer, of een promotie op het werk waarvoor je bent overgeslagen en je vermoedt dat dat is vanwege je sekse. Stap 1: Instructie: De inbrenger geeft informatie over het incident. Stap 2: Informatie: De anderen krijgen gelegenheid open of feitelijke vragen te stellen. De inbrenger geeft zoveel mogelijk antwoord naar hoe het incident feitelijk gelopen is. Stap 3: Analyse: In een open discussie wordt het incident met elkaar geanalyseerd en proberen de deelnemers te komen tot een gemeenschappelijke probleemanalyse. Stap 4: Besluitvorming: Vervolgens bedenkt ieder voor zich hoe zij/hij met deze situatie zou omspringen. De oplossingen worden om de beurt ingebracht waarna de inbrenger vertelt hoe zij/hij de situatie heeft opgelost.
Nabespreking Aandachtspunten
Stap 5: Discussie: Bij de afronding kan besproken worden wat ieder ervan heeft geleerd. Er kunnen tevens conclusies getrokken worden over een mogelijke aanpak van de anderen bij dergelijke situaties. Verschillende interpretaties van de situatie leiden vaak tot verschillende oplossingen. Is de inbrenger van het incident tevreden over de aangedragen oplossingen? Niet teveel problematiseren, of bij het probleem stilstaan, oplossingsgerichte vragen stellen
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
Tips voor oplossingen-spel Doel Tijdsduur Moeilijkheidsgraad Groepsgrootte Werkvorm Middelen Werkwijze
Nabespreking Aandachtspunten
Oplossingen inventariseren, wegen en kiezen 45 minuten Middelmatig 6 tot 10 mensen Werkopdracht Post-its, stiften Deel post-its uit, stiften of kaartjes en leidt het thema wat je wilt bespreken/probleem waarvoor je een oplossing wilt in. Dat kan bijvoorbeeld zijn: • Wat kun je doen als je denkt dat je buurvrouw door haar man geslagen wordt. • Wat doe je als je steeds door hetzelfde groepje jongens in de wijk wordt nagefloten. • Wat doe je als je het gevoel hebt dat je op je werk niet serieus wordt genomen op basis van je kwaliteiten Opdracht: • Laat iedere deelnemer 1 of meer tips over de oplossing op postits noteren. De tips kunnen uit literatuur komen maar ook op basis van eigen ervaringen. • Laat de deelnemers de post-its op een flap/muur plakken. • Laat de deelnemers samen vervolgens minstens 10 tips kiezen die interessant zijn voor de discussie. • Discussieer over de haalbaarheid van iedere tip Vragen wat het opleverde voor de deelnemers. Houd er rekening mee dat er bij beginnende deelnemers en bij onbekendheid met het onderwerp minder ideeën komen. Bij deelnemers met veel ervaring en bij grotere groepen is er meer tijd nodig voor discussie.
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
Van idee naar concreet plan in sneltreinvaart Doel
In korte tijd ideeën omzetten in concrete plannen voor de WE CAN campagne Tijdsduur 30 minuten Moeilijkheidsgraad Eenvoudig/gemiddeld Groepsgrootte 6-30 Werkvorm Interviewen in drietallen Toelichting werk- De begeleider zorgt voor de begeleiding en stelt vragen vorm Middelen Formulieren Werkwijze Ga aan de slag met een ‘nieuws’ idee wat je als individu of organisatie vanuit de WE CAN campagne kan gaan doen. Vragen: • Welke geweldsvorm wil jij verminderen? • Schrijf op het bijgeleverde A4 een idee op hoe je dat zou kunnen doen. • Denk (kort!!) zelf alvast na over de volgende vragen, en maakt evt. aantekeningen hierover op een leeg blad. o Wat wil je bereiken/het doel van je idee/plan? o Wanneer vind je jouw plan geslaagd? (bv hoeveel mensen uit welke groep heeft jou idee bereikt?) o Hoe kun je dit gaan aanpakken? Heb je anderen nodig om mee samen te werken? Hoe ga je hen betrekken? Heb je middelen nodig? (bv financiën, ruimte). Weet je hoe je aan deze middelen kun komen? Dit deel duurt 5 minuten: let op de tijd!
Nabespreking Aandachtspunten
• In drietallen bespreken jullie elkaars plan: o Licht kort mondeling je plan toe, wat het doel is, op wie is je plan gericht en wanneer is het geslaagd. Probeer dit zo kort mogelijk te doen, alsof je je plan aan iemand in de lift verteld. o Stel elkaar vragen over het plan, probeer de ander uit te dagen, het te verhelderen als iets je niet duidelijk is. o Wat maakt het plan sterk en wat is een valkuil in het plan? o Schrijf kort het uiteindelijk plan op het WE CAN formulier. Dit duurt de rest van de 20 minuten. Hoe was het om zo vlug iets concreets te bedenken? Blijven stimuleren en porbeer de dingen zo concreet mogelijk te maken. Tijd bewaken!
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
Formulier behorende bij ‘Van idee naar concreet plan in sneltreinvaart’ Geef een korte beschrijving van je idee:
Wat is het doel van je plan waarin je je idee uitwerkt? Probeer dit in één zin te beschrijven
Hoe kun je dit gaan aanpakken? (Kijk ook naar de voorbeelden)
Wie verwacht je dat er komen/meedoen?
Wanneer vind je jouw plan geslaagd?
Voornaam & achternaam: Plaats: Emailadres:
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
Geweld in perspectief Doel
Inzicht krijgen in hoe je geweld definieert, het idee over geweld verbreden en nieuwe inspiratie voor actie Tijdsduur Min. 30 minuten Moeilijkheidsgraad Eenvoudig/gemiddeld Groepsgrootte 6-30 Werkvorm Groepsgesprek Toelichting werk- De begeleider zorgt voor de begeleiding en stelt vragen vorm Middelen Kaartjes met vormen van geweld, in de brede zin van het woord. In verband met copyrights kunnen wij hiervan geen voorbeelden geven Werkwijze Leg de werkvorm uit. Vraag 1: Wat versta jij onder geweld? (opschrijven voor jezelf) Aantal kaartjes met vormen van geweld laten zien in powerpointpresentatie. De deelnemers hebben er een afdruk van. Vraag 2: Welke 3 raken jou persoonlijk het meest? (Meegemaakt of veel gezien of omdat niemand er oog voor heeft. Evt. op volgorde leggen?). Vraag 3 Welke situatie zou jij niet als geweld definiëren? Bespreken plenair -> discussie (welke wel en welke niet, etc) Vraag 4: Aan welke thema ga jij werken of werk je al? Vraag 5: Krijgen alle thema’s voldoende aandacht? Welke niet? Hoe zou dat komen?
Nabespreking Aandachtspunten
Gezamenlijk bespreken. Hoe vond je het om op deze manier over geweld te praten? Zorg dat verschillende vormen van geweld aan bod komen, ook de vormen die niet iedereen als zodanig beschouwd
Toolkit Changemakers
www.wecan.nl
Vraagmethode Doel Tijdsduur Moeilijkheidsgraad Groepsgrootte Werkvorm Middelen Werkwijze
Nabespreking Aandachtspunten
Het gebruiken van de kennis van alle deelnemers voor bepaald inzicht Ongeveer 20 minuten Gemakkelijk Niet meer dan 30 Met een groep samen een vraag beantwoorden Bord / flap-over, krijt / stift, papier • Schets het kader: (doel, onderwerp). • Stel de startvraag en zet deze op het bord of flap-over. Voorbeelden van startvragen: 1. Wat versta je onder geweld tegen vrouwen. 2. Hoe stop je geweld tegen vrouwen. 3. Welke vormen van genderongelijkheid zie je? • Je vraagt alle deelnemers een of meerde antwoorden te geven en schrijft alles op. Maak geen schifting tussen 'goede' en 'foute' antwoorden. Blijf het tempo aanmoedigen. Noteer alle antwoorden. • Als de stroom opdroogt, vat de trainer samen en kan je groeperingen maken, die je relateert aan de startvraag. Voorbeelden: 1. ad.1: groeperen van geweldsvormen; bv fysiek geweld, intimidatie, ongelijkheid op de arbeidsmarkt. 2. ad.2: groeperen oplossingen, bv. politieke oplossingen, oplossing vanuit organisaties, individuele oplossingen. 3. ad.3: groepen vormen van ongelijkheid, bv. zorg en arbeid, media en beeldvorming etc. Waren er antwoorden die de deelnemers hoorden van andere deelnemers, die hen verbaasden of nieuwsgierig maakten? • Bij inventarisatie tempo hoog houden (letterlijk notuleren/snel schrijven/ niet doorvragen. ‘Lawaai organiseren’). • Lachen mag! • Negeren mag! • Startvraag zo formuleren dat je voldoende bouwstenen krijgt.