18 |
| 19
Op de montagetafel bij wim verstappen
de einde van de wereld te blijven drammen, moesten een tijdje beschaamd de mond houden. De massa die jarenlang getergd was met verhalen over de verschrikkingen van de atoombom, ontdekte dat je er ook om lachen
Stanley Kubrick DR. STRANGELOVE : Het verstoren van de realiteitsillusie
kon. En het beroemde einde – als de atoombommen je om de oren ploffen, terwijl Vera Lynn ‘We’ll meet again, don’t know where, don’t know when, but I know we’ll meet again some sunny day’ zingt –, precies die troost geeft waarvoor alle publieken al door alle eeuwen heen naar het theater zijn gekomen: ‘Het is een rotzooitje hier jongens, maar we komen er wel door.’ In latere films kon Kubrick zijn gevoelens over menselijke agressiviteit veel beter articuleren. Maar een onderwerp waarmee je zo direct met je publiek communiceert als de atoombom in 1964 was, dat vind je maar eens in je leven. Het is geen geheim dat Dr. Strangelove niet precies volgens een nauwkeurig voorbereid draaiboek gemaakt is. Op de montagetafel ziet men soms ook aan details nog dat shots anders gebruikt zijn dan bedoeld. Minder bekend is dat de Russen het helemaal geen leuke film vinden. Er zitten in het verhaal een paar erg flauwe grappen ten koste van de Sovjet-ambassadeur in Washington (Kubrick was kennelijk bang dat hij
In 1964, toen Kubricks Dr. Strangelove, or how I learned to stop worrying or
met zijn film in de ‘soft on commies’-hoek gedrukt zou worden), maar dat
love the bomb in de bioscopen kwam, zat de hele wereld in angst en beven
is niet de reden dat ze in Moskou niets van Dr. Strangelove moeten heb-
over atoombommen. De Russen hadden ze op dat moment ook eindelijk
ben. Gesprekken met Russen hebben mij tot de overtuiging gebracht dat
en het was een gegeven feit dat die communisten (of de Pakistani en de
communisten ook maar mensen zijn, en dat ze de film wél leuk gevonden
Brazilianen) nu eenmaal niet dat verantwoordelijkheidsgevoel hebben dat
zouden hebben als de plot omgekeerd werd en een gekke vliegenier in een
ons Ariërs zo siert, die terughoudendheid als het er om gaat dat er écht
Tupolev 26 ‘Backfire’ door alle Amerikaanse luchtafweer heen Washington
mee gegooid moet worden. De ‘Doomsday’-profeten beleefden gouden
had platgegooid…
tijden. Zeer tot het ongenoegen van het publiek, dat wel eens een nacht niet uit hun slaap gehouden wilde worden met griezelverhalen over het
1-3.
verschrikkelijke einde van de mensheid dat voor de deur stond.
Het openingsshot van de film, wat bergtoppen die door het wolkendek
En met Dr. Strangelove schoot Kubrick dus in de roos zoals je maar
heensteken, waarboven de camera aanvliegt op die bergtoppen (1). Een
een keer in je leven in de roos kunt schieten. De film vertelt: Er komt een
commentaarstem spreekt een paar inleidende woorden. Het is niet moei-
atoomoorlog; wij veroorzaken hem, niet de Russen; de hele wereld gaat
lijk dit shot te zien als een voorproefje op de ‘time machine’ waar David
naar God; maar de mensheid overleeft het.
tegen het eind van 2001 A Space Odyssey doorvliegt, of de opening van
Alle zeikerds die interessant probeerden te doen door over het naderen-
The Shining. Veel verder in de film is er een (getruceerd) shot waar een
20 |
| 21 B-52 over een rechthoekig patroon van ijsbergen vliegt, dat nog veel meer aan 2001 A Space Odyssey doet denken (2). De titelachtergrondbeelden zijn echt origineel materiaal dat door de public relations dienst van het Strategic Air Command aan alle filmdiensten ter wereld beschikbaar wordt gesteld. Verder in de film komen wij nog vaak opnames tegen van een voorbij vliegende bommenwerper, en dat materiaal is vaak getruceerd: een bewegende achtergrond waar een model van een B-52 ingeprint is. De derde afbeelding, van een shot later in de film, laat zien hoe geraffineerd dat soms gedaan is: een B-52 in volle vlucht, en zelfs de schaduw van het vliegtuig loopt mee over de wolken; als dat geen écht ongetruceerd beeld is... Wie de tijd krijgt het beeld te bestuderen (wat men in de bioscoop nooit heeft), ziet dat de schaduw niet van een B-52 is, maar van een B-17 uit de tweede wereldoorlog. De filmbommenwerper is dus getruceerd over een archiefopname waarin een B-17 zijn eigen schaduw filmt (3). Lef van Kubrick. 4-7. De titelscène volgt direct op het openingsshot (1). Glibberige vioolmuziek, ‘Try a little tenderness’, begeleidt de beelden van een B-52 bommenwerper die in volle vlucht bijgetankt wordt door een KC-135A (de militaire voorganger van het eerste burgerstraalvliegtuig in Amerika, de Boeing 707). Het wat obscene inbrengen van de benzine-buis, het zachte wiegen van de twee vliegtuigen, de wetenschap dat sinds Freud vliegen hetzelfde wil zeggen als neuken, de muziek, het weer uitnemen van de benzineslang nadat die muziek zijn ei gelegd heeft en nog wat naloopt na het hoogtepunt; het helpt allemaal dat men naar een geile scène zit te kijken: de titelachtergrond maakt duidelijk dat deze film iets over atoombommenwerpers gaat vertellen dat nog nóóit verteld is (5, 6). De titels zijn zelf ook heel merkwaardig. In feite zijn ze onleesbaar door een omgekeerde logica, waarbij de naam heel klein staat maar de functie heel groot. Peter Sellers (4) is de enige uitzondering, maar Kubrick zelf bijvoorbeeld is kleiner geschreven dan het AND van ‘Directed and produ-
22 |
| 23 ced’ (7). Het is weer eens wat anders. En het werkt geestig en deze film moet een komedie worden tenslotte. 8-10. Een van de successen van Kubrick in deze film is dat Peter Sellers drie rollen speelt in het verhaal. Dit is een hoogstandje, want het verstoort de werkelijkheidsillusie waar het publiek zo dol op is. De reden dat het lukt, is dat Sellers drie zulke kompleet verschillende karakters neerzet, dat men eigenlijk niet op de gedachte komt als bioscoopbezoeker dat het weleens dezelfde acteur zou kunnen zijn. Kennelijk acht Kubrick zulke verstoringen van de realiteitsillusie essentieel. Het is zijn ‘Verfremdungseffekt.’ 11-12. Ook een beroemd shot uit de film (11), kijkt u goed want het is de enige keer (afgezien van een glimp in Playboy) dat er een vrouw te zien is. Kubrick laat het ons welgeteld 100 seconden zien. De vrouw is op een hotelkamer aan het overwerken met een generaal (George C. Scott) die buiten beeld op het toilet zit als de eerste oorlogsmelding wordt doorgebeld. Op de montagetafel blijkt dat de scène langer geweest is dan de tijd die wij nu zien, want Miss Scott maakt de mondbeweging al voor een volgende zin, die echter weggeknipt is. Het zou realistischer zijn geweest als dit meisje naakt geweest was. Men is geneigd te denken dat de moraal van 1964 kennelijk wel atoomoorlogen maar geen naakt toestond, en zoiets wil Kubrick er ook mee zeggen. Als Scott de kamer binnenkomt en het duidelijk is dat hij weg moet omdat de Plicht roept (12), vraagt hij ‘Waar is mijn broek?’ en gaat er ook nog even naar zoeken. Niet uit verstrooidheid, maar om aan te geven dat het absurd is dat hij een broek aan heeft in deze scène. Het meisje dat Kubrick op de Playboy-foto later nog even laat zien heeft overigens ook een handdoek keurig over haar billen gedrapeerd, wat zelfs toen al op Playboy-foto’s beslist niet meer gebruikelijk was. De film zit boordevol gore woordspelingen (Onze B-52 is er op uit Laputa
24 | in Rusland te bombarderen, maar Laputa komt in mijn atlas niet voor, het is gewoon Spaans voor De Hoer), maar ontwijkt nadrukkelijk en bewust direct visueel naakt. Bekijk de namen van de rollen bij cast & credits van de film maar eens. Neem er desnoods een woordenboek bij. Het is inderdaad een ‘Strangelove’ wat hier gebeurt. Ikzelf vind de afstand die Kubrick hier van sex houdt, terwijl hij het soms nergens anders over lijkt te hebben (zijn de witte exploderende atoombomwolken aan het slot iets anders dan een grote ejaculatie?), een van de meest intrigerende dingen van de film. Het valt echter buiten het kader van dit montagetafel-verhaal. Dr. Strangelove is opgebouwd volgens de techniek van de ‘samengestelde cliffhanger.’ Een cliffhanger is de laatste regel van een feuilleton waarbij de held aan één hand aan de rots boven het ravijn hangt (de cliff) en men gespannen uitkijkt naar het volgende deel. Kubrick geeft in deze film steeds korte scènes die ophouden als men er vat op begint te krijgen: hij gaat direct naar het volgende tafereel dat heel ergens anders speelt zodra het publiek zich afvraagt: ‘Hé, wat gebeurt hier, hoe moet dat verder?’ Het antwoord op die vraag wordt uitgesteld tot we enkele scènes verder (tevens enkele nieuwe cliffhangers verder) de draad weer oppakken als we terugkomen op dat tafereel. Goed toegepast geeft deze techniek de bioscoopbezoeker het gevoel dat hij naar een ontzettend spannende film zit te kijken. Het proces is echter puur intellectueel en zit hem in wat men niet te zien krijgt (Zoals de film ook sexy is zonder dat men vrouwen te zien krijgt). 13-16. De scène die we nu gaan bekijken duurt 4,5 minuut, en beschrijft een Russische raketaanval op onze Amerikaanse bommenwerper. We beginnen dan ook met de B-52 die aan komt vliegen. De tweede piloot van de B-52; de man die rechts voor in de cockpit zit (14). In het raampje voor hem zien we een wolk buiten; zonder twijfel een trucage.
| 25
26 |
| 27 Het zwarte lid van de bemanning (15) drinkt straks een kop koffie. Hij is de man die straks de bom moet werpen en hij heeft nu nog maar weinig te maken met de berekeningen die de tweede piloot maakt. Het instrumentenbord is in het decor van Ken Adam geheel getekend, daar zit geen echt wijzertje tussen, maar op film ziet het er heel geloofwaardig uit, ook door het geweldige licht van Gilbert Taylor. De camera zwenkt weg naar de navigator (16) die het instrumentenbord met de ‘bommenwerper’ deelt. 17-21. Close-up van deze man, die kennelijk naar het radarscherm zit te kijken. Het wordt afwisselend licht en donker. Hoewel dit in werkelijkheid bij radarschermen weinig het geval is, die geven een constant licht af, suggereert het wel dat onze man een radarscherm bekijkt en staat het visueel spannend dat het licht even wegvalt. Als het signaal op het radarscherm een halve cirkel heeft beschreven, komt linksonder een ‘blimp’ op het beeld (18, 19). We zien het signaal nog drie keer op het scherm rond gaan, en elke keer komt de blimp iets dichter bij het centrum. De muziek bij de scène (een trommelthema, ondersteund door wat koper en een trommel) is nu alleen nog maar wat tromgeroffel. We horen de stem van de radar-operator/navigator die de blimp herkent, identificeert als raket, braaf de afstanden doorgeeft aan de captain (evenveel mijl als er cirkels tussen zijn) en verder onbegrijpelijk vakjargon uitslaat. Nog even zien we het gezicht van de radar-operator, om de overgang gemakkelijker te maken (anders zouden we ons kunnen afvragen of de captain in de volgende schot soms naar het radarscherm kijkt). Bovendien heeft de man een urgente opdracht voor zijn captain: ‘Commence evasive action immediately.’ Het lichtsignaal begint en eindigt horizontaal op de schnitt, zodat het visueel aansluit op de lichtstreep waar de ogen van de operator zich in bevinden. 22-27. Onze captain maakt een ferme beweging in zijn stoel. Men heeft het hem
28 |
| 29 niet tweemaal hoeven zeggen dat hij een uitwijkende beweging moet maken voor de raket. De B-52 gaat hard omlaag zodat de horizon beneden in beeld komt en de zee met ijsbergen eronder te zien is, en trekt dan weer stijl op naar de lege hemel (23 - 25). Het hele shot duurt nog geen vijf seconden. De trommelmuziek is ineens niet meer te horen, er is alleen luid vliegtuiglawaai. Kubrick is dol op dit soort complete veranderingen van geluidsdecor, ze houden de toeschouwer wakker. De captain, King Kong, kijkt van zijn instrumentenbord opzij naar buiten. Hij zoekt de raket (27). 28-35. Het ronddraaiende licht op het radarscherm, de trommel roffelt weer en de technische kreten vliegen ons om de oren. De blimp komt nog steeds iedere keer dichterbij. Het interieur van de cockpit (31). Door het raam zien we de horizon door het beeld draaien (truc) terwijl de captain zijn hand op de gasmanettes legt, in het kader van de voortgezette ‘evasive action’. De radaroperator kijkt omhoog (32) en slaat dan de ogen weer op het scherm. Eerst nu weten we ook weer wat en wie we zien. Het beeld werkt zo in het begin verwarrend, bruskerend, het houdt de kijker op het randje van zijn stoel. Laten we wel wezen, behalve dit soort cinematografische goochelkunsten is er niets te zien dat écht spannend is. Het radarscherm (34, 35) dat weer een keer rond gaat. Is dat nou spannend, een Russische raketaanval waarvan we niets anders zien dan een lichtvlekje op een donker scherm? Is dat visueel interessant? Helaas, de harde praktijk heeft bewezen dat deze puur mechanische verbeelding van een gevaarlijke raketaanval door een bewegend lichtpuntje (onderstreept door wat onbegrijpelijk vakjargon en wat simpel tromgeroffel) tot de spannende bioscoopscènes gerekend moet worden. Het is niet wat je ziet dat telt, het is wat je erbij moet denken dat het spannend of opwindend maakt. 36-37. De B-52 die de hoogte in schiet, als het ware optisch omhoog geslagen
30 |
| 31
door de opgaande beweging van het licht op het radarscherm van 35. 38. King Kong aan het roer. 39. De cockpit met buiten de scheve horizon die aangeeft in wat voor beweging het vliegtuig ligt. 40-41. Wie goed kijkt ziet hier een crewlid dat van zijn instrumenten omhoog kijkt. Door die beweging komt er een ‘flare’ door een lichtbron achter hem, die nu directer in de lens schijnt en het beeld optisch verziekt. Leuk grapje, Kubrick, maar het publiek wil een óórlogsfilm en moet je dan niet wat meer laten zien dan een flare? 42. King Kong. De afwisseling van de beelden wordt al even voorspelbaar als het ritme van het tromgeroffel dat we af en toe horen. Zou dat dan toch het geheim van de scène zijn? 43. Het radarscherm. 44-46. De B-52 die de (onzichtbare) achtervolger van zich af probeert te schudden door nog zo’n felle omhoog-weer omlaag-beweging. 47. De radar-operator. Ze raken de raket kwijt, zegt hij.
32 |
| 33 48-49. Wat losse beelden van andere bemanningsleden, ritmisch gemonteerd op het tromgeroffel. Op een spannend moment (gaat de raket hen nou raken of niet?) werkt het altijd goed om wat in tijd te rekken door reacties van anderen dan de hoofdpersonen op de spanning te tonen. En dat doet Kubrick hier geheel volgens het boekje. 50-51. De tweede piloot. Door het raam maakt de (getruceerde) achtergrond een heftige beweging, wat optisch bijdraagt tot spanning. Maar het is optisch, gekunsteld, niet realistisch, en er gebeurt geen moer in deze scène. Hij is alleen gemaakt door iemand die echt verstand heeft van bioscoop. Als je explosies hoort, hangt de emotie die dat opwekt niet primair af van wat je precies hoort, maar van de omstandigheid dat je wist dat het vanavond vuurwerk is, danwel op de invasie zit te wachten. Hier is dat de situatie, en dat is genoeg. Het is zelfs spannender als het beeld in feite abstract is - als muziek. 52. De radar-operator. 53-55. Het radarscherm dat vier keer rond gaat. De blimp beweegt zich nog wel ongeveer richting centrum, maar niet meer zo rechtstreeks, er zit een afwijking in. Zouden de maatregelen waar men het in vakjargon over had succes krijgen? 56-57. De B-52 maakt weer zo’n uitwijkende beweging. 58-61. Het radarscherm dat rond gaat; de vlek wordt dan ineens groter. De trompet doet weer mee in de muziek. De stem van de radarman, die nog
34 |
| 35
steeds alle afstanden en richtingen afroept, slaat nu ineens zenuwachtig een octaaf de hoogte in en is onverstaanbaar vervormd door oversturing. Wij kijkers vrezen het ergste. 62-63. Jawel, er explodeert nu een paneeltje in het dak van de B-52. 64-65. Captain King Kong beweegt met een schok naar voren. Dat hij vooraan uit de scherpte is, onderstreept dat het een onvoorbereide beweging is, de cameraman heeft het als het ware niet voorzien en heeft dus ook niet met de scherpte gevolgd. 66. De bommenwerper kijkt geschrokken. 67-68. Een korte collage van abstracte lichtpatronen. Alle bioscoopbezoekers ter wereld zitten op de punt van hun stoel in de wetenschap dat de B-52 dodelijk getroffen is. Sirenes loeien op het geluid in plaats van muziek, zodat geheel geen misverstand mogelijk is. 69-74. Kubrick komt hierna met een reeks moeilijk uitgelichte taferelen, vuurwerk dat als men het op de keper beschouwt in zijn totaliteit heel weinig vertelt. Het enige detail dat zonder moeite te plaatsen is, is een brandblusser waarnaar gegrepen wordt (71), maar verder zijn het mensen die met paniek op het gezicht door flikkerend licht lopen (72), of abrupte bewegingen over het instrumentenbord (73). Daar horen we de captain eindelijk iets zeggen dat we als leek begrijpen: ‘Full power.’ Deze woorden wekken de indruk alsof men de ramp (of wat wij daar van te zien gekregen hebben,
36 |
| 37 vooral veel rook dat mooie flares geeft in zo’n vliegtuig dat vol spotlampjes hangt) weer onder controle begint te krijgen. 75-77. En jawel, we zien hoe het vliegtuig over een ijsberg heen weet te komen. En omdat de trompetten wat triomfaal weer inzetten kan dit niet anders betekenen of Captain King Kong heeft zijn B-52 weer in bedwang. Maar in feite heeft Kubrick ons zo goed als niets laten zien, geen sterke actie of grote acteerprestaties. 78. Dit is het begin van de volgende scéne. Nu kan men zich afvragen: wat is nu de cliffhanger van de vorige scéne? We weten toch dat het vliegtuig het gehaald heeft! Is het niet spannender om op te houden vóór duidelijk is dat het vliegtuig de explosie overleeft? De cliffhanger is echter niet de vraag óf het vliegtuig de aanval doorstaat - het is (zoals mensen die de film kennen, weten) juist dát het de aanval doorstaat. Daardoor ontstaan complicaties die voor de bioscoopbezoeker oneindig veel wezenlijker zijn, dan wat de radaroperator precies riep toen het geluid onverstaanbaar werd. Immers, de kijker weet dat de Russen een ‘Doomsday’-machine hebben, en dat als er één Amerikaanse bommenwerper doorkomt, honderden atoombommen automatisch tot explosie zullen komen, die de hele wereld voor een eeuw ongeschikt voor menselijk leven zullen maken. En dat ene vliegtuig is er nu door.
Wim Verstappen
Deze analyse is eerder gepubliceerd in Skoop, jaargang 16, nr. 8, oktober 1980, 26-34. Afbeeldingen Dr. Strangelove by courtesy of Columbia Pictures © 1964 © Tekst 2014 Stichting Continue Speelfilmproductie/Wim Verstappen Scorpio Films