STAGEVERSLAG
Naam: Tessa Jansen Studentnummer: 2096262 Opdracht: Stageverslag televisiestage
Datum: 13-09-2010 Periode: Juni - augustus 2010 PCN: 175497
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Inleiding De afgelopen drie maanden heb ik stage gelopen bij het NOS Jeugdjournaal, een televisieprogramma met nieuws speciaal voor kinderen. In dit stageverslag reflecteer ik op deze periode en vertel ik wat ik allemaal geleerd heb tijdens mijn stage, wat me opviel aan het werk en vertel ik wat voor programma het Jeugdjournaal is. Tijdens deze stage wilde ik aantonen dat ik goed kan werken bij een televisieprogramma en in een redactie. Ik wilde oefenen met monteren, goede productiesheets maken en leuke teksten schrijven op een goed niveau. In dit verslag reflecteer ik op mijzelf en beschrijf ik mijn goede en zwakke punten. Verder schrijf ik in dit verslag over alle aspecten van mijn stageplek. Hoe werkt de redactie, wie doet wat? Hoe maak je elke een journaal speciaal voor kinderen? Wat voor beelden en teksten gebruik je en ook vooral welke gebruik je niet? In dit stageverslag lees je al mijn avonturen als stagiaire bij het NOS Jeugdjournaal. Ter voorbereiding voor mijn sollicitatiegesprek bij het Jeugdjournaal heb ik heel veel afleveringen van het Jeugdjournaal teruggekeken en veel informatie gelezen op internet. Zo wist ik bijvoorbeeld nog niet dat er ook een middaguitzending en een tijdschrift was. Ik probeerde zelf te kijken wat voor items er gebruikt worden in het Jeugdjournaal. Welke onderwerpen worden behandeld en vooral: op welke manier? Wat is typisch Jeugdjournaal? Ik probeerde me zo veel mogelijk te verdiepen in het programma, maar ik vond dat best wel lastig. Dat kwam vooral omdat ik al jaren niet meer naar het programma had gekeken. Het sollicitatiegesprek ging voor mijn gevoel ook helemaal niet zo goed. In de trein naar huis bedacht ik me ineens nog allemaal dingen die ik had moeten zeggen. Vervolgens duurde het ook een tijdje voordat ik bericht kreeg. Dat maakte me nogal zenuwachtig en ik had zelfs al verwacht dat ik het niet was geworden. Daarom was ik al verder gaan solliciteren, onder andere bij ANP Video. Ik was dan ook best verrast toen ik alsnog gebeld werd door het Jeugdjournaal met het bericht dat ik daar stage mocht komen lopen. Dat was echt een verassing, maar ik ben blij dat ik naar het Jeugdjournaal mocht en ik heb de sollicitatie bij ANP Video laten schieten. Vanaf toen was het eigenlijk nog maar twee weken voordat de stage zou beginnen. Toen heb ik elke dag het Jeugdjournaal gekeken en het nieuws goed bijgehouden. 's Ochtends maakte ik vaak een lijstje met onderwerpen waarvan ik dacht dat die best eens 's avonds in het Jeugdjournaal zouden kunnen komen. Dat was nog best lastig. Maar met veel plezier en in een instelling dat ik heel veel wilde leren, begon ik aan mijn stage. Dit stageverslag bestaat uit drie delen. Deel I is een verslag over mijn journalistiek handelen tijdens mijn stage. In deel II reflecteer ik op het NOS Jeugdjournaal. En als laatste, deel III, een analyse van het programma.
2
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Deel I - de stage Het NOS Jeugdjournaal is een journaal speciaal voor kinderen van 9 tot 12 jaar. Elke dag maakt de redactie een uitzending van ongeveer tien minuten met zoveel mogelijk nieuws en aan het einde een weerbericht. De eerste maand van mijn stage (juni) was er ook nog een middaguitzending op de doordeweekse dagen. Dat was een uitzending van vijf minuten aan het eind van de middag, maar daar werd heel slecht naar gekeken. Daarom stopte het ook. De laatste week van mijn stage werd er juist gekeken of het mogelijk was om een ochtendjeugdjournaal te maken. Dat ging goed en de eerste uitzending was op 6 september. Het Jeugdjournaal heeft ook een website waar heel actief aan gewerkt wordt. Elke dag staat er een nieuwe stelling op de site, waarop kinderen kunnen reageren in het gastenboek. Er staan veel nieuwsberichten en filmpjes op de site. Het zijn vaak wel dezelfde onderwerpen als in de uitzending, maar ook wat extra's en de filmpjes zijn meestal op een andere manier gemonteerd. Het Jeugdjournaal is hét nieuwsprogramma voor kinderen in groep zes, zeven en acht van de basisschool en ook voor kinderen in de brugklas. De doelgroep is erg belangrijk en daar wordt ook constant aan gedacht. Met het plannen van onderwerpen, interviewen en de manier waarop een tekst wordt geschreven. Bij elk onderwerp wordt er naar kinderen gezocht in die doelgroep en die worden dan ook geïnterviewd. Er zijn ook heel veel kinderen die reageren, mailtjes sturen of in het gastenboek schrijven. De redactie en de studio van het Jeugdjournaal zitten in het videocentrum van de NOS op het mediapark in Hilversum. Jeugd heeft drie blokken met bureaus op de grote redactie van de NOS. Ik vind Jeugd een heel gezellige redactie, maar er wordt hard gewerkt. Het was voor mij de eerste keer dat ik echt ging werken op het Mediapark. Ik was er al wel eens geweest, maar dan voornamelijk bij Beeld en Geluid. Ik was best wel verbaasd over al die bedrijven en binnen het videocentrum al die journalisten, apparatuur en de professionaliteit. Het was zo anders dan op school en op Curaçao (waar ik al eerder stage gelopen heb, bij een nieuwswebsite). Doordat alles zo professioneel is, is er ook een heldere en duidelijke taakverdeling op de redactie. In totaal werken er ongeveer dertig mensen bij Jeugd, maar per dag zijn het er ongeveer tien die dienst hebben. Iedereen kan in het rooster zien wat zijn of haar taak voor die dag is, want er zijn verschillende diensten. In het begin moest ik dat even leren en herkennen wie welke taak heeft, omdat je dan nog niet precies weet wie wat doet en waar ze dan zitten (want iedereen heeft dan ook een speciaal bureau). Er is altijd één planner van maandag t/m donderdag en op vrijdag zijn er twee planners. Op zaterdag is er dan weer één en op zondag is er geen planner. Als stagiaire had je ook af en toe een planningsdienst, afgekort jpl (JeugdPlanning). De planner werkt van 9:30 t/m 18:00 uur. Als planner beantwoordt je alle telefoontjes, check je de mail en plan je de onderwerpen voor de volgende dag. De dag begint met het doorspitten van de mail. Je selecteert welke mails (eventueel) interessant zijn voor de uitzending en welke weg kunnen. Veel mails roepen nog vragen op en die bel je dan na of stop je meteen in de dagmap. Bij het Jeugdjournaal plannen ze één dag voor uit. Dus als een onderwerp pas over een paar weken is, stop je het meteen in de map, dat wordt dan later nagebeld. Vervolgens kijk je in de map voor de volgende dag en check je op de computer of er al onderwerpen in de lijst voor morgen staan. Die zijn dan al eerder gepland. Omdat ik in de zomervakantie stage liep, was er niet altijd veel nieuws of onderwerpen om te plannen. Dan gingen we op zoek naar andere onderwerpen of plande we een onderwerp voor de serie Dwars. De onderwerpen die er zijn, worden nagebeld om te checken of er kinderen aanwezig zijn, wat de leeftijden zijn en wat er die dag precies gaat gebeuren. In overleg met de eindredacteur wordt er een keuze gemaakt. Meestal zijn het één of twee onderwerpen die gepland worden, omdat er niet meer tijd of ruimte is in de uitzending. Deze onderwerpen bel je dan meestal nog een keer na om de laatste afspraken te maken en dan maak je een productiesheet. Daarin zit informatie over het onderwerp, de insteek en eventuele vragen, het dagprogramma, productie-informatie en altijd wat achtergrondinformatie. Die productiesheet mail je dan naar de maker en je belt hem of haar altijd nog even om het telefonisch uit te leggen. Ook loop je altijd even langs productie om een cameraploeg te regelen. Dan is er de internetredactie die uit twee personen bestaat en meestal nog een stagiaire. Er is één JINT-er. Deze redacteur schrijft berichten voor de site, houdt de gastenboeken en de website in de gaten en checkt het nieuws. Als stagiaire vond ik dit een hele leuke dienst, omdat je verschillende dingen mocht doen. Berichten schrijven, filmpjes monteren en de gastenboeken bijhouden. 3
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Daardoor ben je echt de hele dag bezig. De JINT-dienst begint, net als de planning, om 9:30 en duurt tot 18:00 uur. De tweede internetdienst is de JINTv-er. Dat staat voor JINT-video. Die dienst begint om 8:30 uur tot 17:00 uur. Deze redacteur is als eerste op de redactie 's ochtends en start de dag op. Kranten lezen, de beeldtelexen bekijken en een lijstje maken voor die dag. Ik heb die dienst ook één keer gedaan, terwijl stagiaires dat normaal gesproken niet doen. Ik moest het toen doen, omdat er niet genoeg mensen waren om te werken. Ik vond het zelf een hele leuke dienst, omdat je de hele dag aan het monteren bent. Ik heb toen geloof ik wel vijf of zes filmpjes gemaakt. De JINT-ers zijn in principe de hele dag met de website bezig, maar springen af en toe ook nog bij om voor de uitzending iets te maken. Ik vond de JINT-diensten het leukste, omdat je veel kon produceren en de hele dag bezig was met teksten schrijven en filmpjes monteren. De presentator komt meestal rond tien uur en helpt de hele dag mee met de uitzending. Soms moet de presentator veel doen (als er weinig mensen zijn) en soms alleen maar een kortje maken. Aan het eind van de middag worden ze geschminkt en wordt er een promo opgenomen voor zes uur. Rond half zeven is er een repetitie voor de uitzending en daarna om 18:45 uur de uitzending zelf. De eindredacteur en de regisseur zitten de hele dag op de redactie en houden overzicht, leiden de vergadering, regelen dingen, verdelen taken en kijken teksten na. Ook kun je met al je vragen bij hen terecht. Elke dag is er een verslaggever en een redacteur die hem of haar bijstaat. Zij beginnen meestal rond tien uur, zodat de verslaggever nog op pad kan gaan (als er nog niets gepland is). Onderwerpen die al gepland zijn, worden gemaakt door een redacteur die meestal vanaf huis naar de locatie vertrekt. Verder zijn er ook nog de 'gewone' redacteuren die aan de uitzending werken. Deze dienst, de JRD, begint om 10:30 uur tot ongeveer 19:00 uur, na de uitzending. Als stagiaire heb je deze dienst ook en dan maak je vaak kortjes, de headlines, de Straks of de Kwoot of haal je reportages binnen van de verslaggever. Je doet dus van alles om te zorgen dat alles klaar is voor de uitzending. Na de uitzending is er met de overgebleven redacteuren een kleine evaluatie over de uitzending. Normaal gesproken gaan stagiaires eigenlijk nooit zelf op reportage. De eerste week ben ik een keer mee geweest met een verslaggever om te kijken hoe het allemaal in z'n werk gaat. Dat vond ik echt heel erg leuk om te zien en ik mocht toen ook al zelf een aantal kinderen interviewen. Daarom was ik ook heel erg blij toen ik zelf op reportage mocht. Het was een vooropname en 's avonds laat in Friesland, maar dat maakte me niets uit. Want het was een onderwerp over luchtballonnen en ik mocht (natuurlijk!!) mee in een luchtballon. Samen met de cameraman en twee kinderen. Echt super leuk en ik ben ook erg tevreden met de reportage die ik daar van gemaakt heb. De dag nadat ik alles gefilmd had, mocht ik dan de hele dag monteren en 's avonds kwam het in de uitzending. Een paar weken daarna mocht ik nog een keer op reportage, dit keer naar een kindercircus in Noord-Brabant. Een heel ander onderwerp dan de luchtballonnen, maar heel erg leuk. Ook dat was een leuk item geworden, alhoewel ik het me wel anders had voorgesteld. De cameraman had niet precies de shots gemaakt die ik zelf in mijn hoofd had, maar ik had er toch nog een mooi verhaal van kunnen maken. Ik heb heel veel geleerd die twee keer, vooral het interviewen van de kinderen en het werken met een cameraman. Je moet hem toch duidelijk maken wat voor ideeën je hebt en wat hij moet filmen. Gelukkig is dat goed gegaan en het was ook erg gezellig, zodat ik bijna niet het idee had dat ik aan het werken was. Ik vond vooral het redactieproces heel interessant om mee te maken, omdat ik daar erg nieuwsgierig naar was. Hoe werkt dat bij een professioneel programma, hoe gaan die vergaderingen en discussies? Elke dag is er een vergadering om 10:30 uur. Er is een rondje nieuws, waarin iedereen onderwerpen kan aandragen en mag vertellen wat-ie wil (natuurlijk wel relevant voor de uitzending). De eindredacteur heeft al een lijst voor die dag (die samengesteld was door de JINTv-er) en die wordt dan besproken tijdens de vergadering. Over sommige onderwerpen wordt gediscussieerd. Moeten we dat wel brengen, vinden kinderen het interessant en hoe maken we het dan? Andere onderwerpen zijn duidelijk kortjes of een uitsmijter. Ook wordt er over de aanpak gesproken, bijvoorbeeld bij politieke onderwerpen. Hoe maak je die onderwerpen begrijpelijk voor kinderen? De vergadering duurt meestal een half uurtje, maar kan ook flink uitlopen. Ook wordt er een stelling bedacht voor de website, altijd over een onderwerp dat zeker in de uitzending komt. Vervolgens gaat iedereen aan de slag. De onderwerpen van de lijst worden verdeeld onder de JRD-redacteuren. Ik moest dan meestal kortjes maken of een ander onderwerp uitzoeken en nabellen. Aan het eind van de dag maakte je dan nog de Kwoot of de headlines. De 'grotere' onderwerpen worden altijd gemaakt door de ervaren redacteuren. Ik heb als stagiaire één keer een langer onderwerp gemaakt (naast mijn twee reportages). Iedereen gaat aan de slag met teksten, beeld en ideeën. Elke redacteur bespreekt dat met de eindredacteur of met de andere redacteuren als je er niet uitkomt. De eindredacteur leest de teksten na en helpt met beeld als je er niet uitkomt. Rond zes uur moet alles meestal wel af zijn, anders wordt het een beetje stressen. Soms kan dat niet anders, en dan is een item pas een paar minuten voor de uitzending klaar. 4
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Met de redacteuren kijk je samen naar de uitzending en daarna is er nog een korte evaluatie met de eindredacteur, regisseur en de presentator. Het Jeugdjournaal is echt een programma dat samen gemaakt wordt en iedereen is bereid om elkaar te helpen. Dat is een fijne sfeer om in te werken. Er is nooit ruzie om wie welke onderwerpen maakt en iedereen gunt elkaar ook alles. Soms had je als stagiaire namelijk meer te doen dan een gewone redacteur, maar daar hoefde ik me dan echt geen zorgen om te maken, want dat vond niemand erg. Ook als ik vragen had of als mijn item nagekeken moest worden, dan was er altijd iemand om je te helpen. Als stagiaire draai je dus drie diensten: planning, internet en redactiedienst. De eerste twee weken van mijn stage was een inwerkprogramma. Je keek bij elke dienst een keertje mee over de schouder van de redacteur. Zo kreeg je een goed beeld van alle aspecten en diensten van het Jeugdjournaal. De eerste paar keren bij planning, kreeg je een onderwerp wat je kon nabellen, mocht regelen en dus een productiesheet van moest maken. In het begin ging het nog niet zo soepel, maar na een aantal keren planning snapte ik beter wat je moest doen en werd ik er ook veel sneller in. Ik heb ook een keer alleen planning gedaan (omdat er iemand ziek was) en dat verliep goed. Het is veel bellen, vragen stellen en dingen regelen. Vervolgens moet je al die informatie overzichtelijk in een sheet zetten. Ik liet mijn sheet meestal nog nakijken door de andere planner, zodat ik zeker wist dat alle informatie erin stond. Omdat je zelf alles geregeld heb, zit alle informatie in je hoofd, maar kan het soms voor komen dat je belangrijke info vergeet in de sheet te zetten, omdat je denkt dat de maker het wel zal begrijpen. Het leuke aan planning is dat alles eigenlijk altijd wel lukt. Zodra je vertelt dat je van het Jeugdjournaal bent, wordt er veel voor je geregeld. Het is ook erg leuk om het item de volgende dag in de uitzending te zien. Vooral als het er inderdaad precies zo uit ziet als jij in gedachten had. Soms valt het ook tegen, omdat je zelf een idee had, maar dat de maker het toch anders gemaakt heeft. Daarom vond ik het ook erg leuk om twee items zelf te maken, ook al had ik die niet zelf gepland. Daardoor snapte ik wel dat de planning heel belangrijk is, omdat het voor de redacteur heel fijn is als alles goed geregeld is op de locatie. Zoals ik al eerder schreef, vond ik de internetdienst de leukste dienst tijdens mijn stage. Lekker monteren, teksten schrijven en vooral: het wordt meteen gepubliceerd. Je ziet dus meteen wat jij gemaakt hebt en hoeft niet tot de uitzending te wachten. Bovendien als er iets fout is, kan je het altijd nog veranderen. Ik heb ook de technische kant van internet geleerd. Hoe publiceer je berichten, zet je foto's erbij en hoe kijk je naar de reacties van de kinderen. Ook is de manier van monteren voor internet anders dan voor de uitzending. Je houdt het kort, maar het kan altijd langer. Je hebt geen maximum aantal minuten, zoals bij de uitzending. Gelukkig had ik dat allemaal snel onder de knie, misschien ook wel omdat ik al internetervaring had van mijn stage bij Versgeperst op Curaçao. De JINT-er is eigenlijk de eindredacteur van de website en kijkt alle berichten na. Vervolgens mag je de berichten zelf publiceren, foto's erbij zoeken en zorgen dat het goed op de site terecht komt. Tijdens het monteren kun je altijd terecht bij een editor of iemand anders van de redactie. Ik liet mijn filmpjes ook altijd even checken voordat ik ze ging posten. Maar de JRD-dienst was ook een erg leuke dienst, vooral als je veel mocht doen. Sommige dagen was het stressen, terwijl andere dagen juist weer heel rustig waren. Ik maakte vooral veel kortjes. Dat lijkt saai, maar ik vond het erg leuk om te doen. Ik merkte ook dat ik er steeds beter en sneller in werd. Deed ik eerst de hele dag over drie kortjes, de laatste maand deed ik het in twee uur. En dan was het ook goed, klopten alle teksten en zat het leuk in elkaar. Ook maakte ik vaak de headlines, de kwoot of de straks. Dat waren kleine taken, maar wel belangrijk dat iemand het deed. Ik liet sowieso alles nakijken, omdat het natuurlijk wel goed in de uitzending moest. Ik kreeg vaak goede feedback en meestal moest ik wat kleine dingetjes veranderen. Een bepaald shot omwisselen of de tekst aanpassen. Ik mocht heel veel zelfstandig werken en dat vond ik erg fijn. Zo kon ik zelf laten zien wat ik kan en gewoon mijn eigen ding doen. Wanneer het moest, kon ik iedereen om hulp vragen, maar ik vond het ook lekker om alles zelf uit te zoeken. Natuurlijk hield ik wel de tijd in de gaten, want alles moest op tijd klaar zijn. Ik heb heel veel geproduceerd tijdens mijn stage. Eigenlijk heb ik elke dag wel iets gemaakt, waardoor ik vooral veel beter en sneller ben geworden in monteren. Ik heb productiesheets gemaakt, veel internetberichten en internetfilmpjes gemaakt en veel items voor de uitzending, waaronder twee zelfgemaakte reportages. In mijn weekverslagen heb ik steeds een aantal producten gestopt, waardoor je het beginpunt en het eindresultaat goed kon zien. Ik zal hieronder van elk item een voorbeeld laten zien: 1.Productiesheet
5
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
ONDERWERP Nederland is door naar de achtste finales!! Toch wordt er vanavond nog wel gevoetbald en wel tegen Kameroen. Het voetbal blijft spannend. Veel kinderen volgen het WK en gaan dus vanavond ook naar de wedstrijd kijken. Net als volwassenen doen ook veel kinderen mee met poultjes. Daarin kunnen ze gokken wat de uitslag van de wedstrijd wordt. Groep 7 van basisschool de Hasselbraam in Eindhoven is gek van het WK. Voor elke wedstrijd van Nederland hangt de juf een papier op de deur van de klas waarop de kinderen kunnen schrijven hoeveel ze denken dat het wordt. De kinderen die winnen krijgen een Gogo van de C1000 als cadeau. De klas is versierd met oranje vlaggen, slingers en ballonnen. Nu hangt er dus een brief met Kameroen - Nederland. In de klas zitten 28 kinderen die allemaal mee mogen doen. Ook in andere groepen op de school leeft het WK. De kinderen hebben vandaag gewoon les, maar kunnen de hele dag nog inschrijven op de lijst. Vrijdag wordt dan bekend wie de winnaar is. Nederland is officieel al door naar de volgende ronde, maar de kinderen gaan zeker kijken. Tijdens Nederland-Denemarken keek de hele school in een blokhut, vlakbij school. Ze liepen toen in een oranjeoptocht daar naar toe en keken vervolgens naar de wedstrijd. Ook heeft de hele school een WK-viering gehad waarbij groep 7 een dans deed op het WK-nummer Waving Flags. INSTEEK Een voorbeschouwing voor de wedstrijd Nederland-Kameroen. De kinderen in de klas mogen meedoen aan een poule en mogen daar zelf op schrijven wat ze denken dat de stand wordt. Veel kinderen in de klas zijn gek op het WK en hebben daar ook wat over te zeggen. Ze kijken niet alleen naar Nederland. Er zijn ook een paar kinderen die het voetbal niet zo leuk vinden. We gaan dus in de klas filmen ter voorbereiding van de wedstrijd 's avonds om 20:30 uur. De kinderen mogen zelf op de lijst schrijven wat zij denken dat de uitslag wordt. De klas is oranje versierd, met oranje vlaggen, slingers en overal voetballertjes. Er zijn een aantal kinderen die erg veel van het WK weten en er veel over te vertellen hebben Luuk, Abel, Yeiner, Merlijn en Lizzy. Maar ook een paar kinderen die het WK niet zo heel leuk vinden. Zij gingen bijvoorbeeld niet meekijken naar de wedstrijd Nederland-Denemarken. Dat zijn Kiki en Thirza. We kunnen de oranjeklas filmen. Een aantal kinderen dat inschrijft op de lijst. Daarna wat interviewtjes in de klas. Eventuele Vragen: - Is de wedstrijd vanavond nog spannend, we zijn toch al door? - Gaan ze winnen vanavond, wat heb je ingevuld? - Heb je al iets gewonnen bij de andere wedstrijden? - Wat vinden de kinderen van het WK? - Speelt Nederland goed? Worden we wereldkampioen? - Waarom vind je het niet leuk? - Doe je wel mee aan de poule? - Ben je blij als het WK is afgelopen? UPDATE/GARING Tej (06 - 47 94 10 22) Normaal is juf Corinne in groep 7, maar zij gaat morgen op vakantie. Er is dus een invaller. De klas en de invaller worden 's ochtends ingelicht door de directrice. De middagpauze begint om 12:00 uur, maar mochten we nog wat meer tijd nodig hebben is dat geen probleem. CONTACTPERSONEN & TELEFOONNUMMERS Basisschool de Hasselbraam Tuinstraat 6 5611 PL Eindhoven Telefoonnummer: 040 - 211 44 94 Gesproken met Juf Corinne 06 - 52 07 44 17 Gesproken met directrice Simone Czech 040 - 211 44 94 TV Productie-info Tijd + locatie : 11:00 uur aanwezig. Basisschool de Hasselbraam, Tuinstraat 6, 5611 PL Eindhoven Verslaggever : Michelle Veldkamp (mve) Faciliteiten : Tegenover de school is een kleine parkeerplaats. Daar kun je parkeren. Overige productie-info : De directrice Simone wacht ons op. Als ze er om een of andere reden toch niet kan zijn, dan vragen naar Jan. ACHTERGRONDINFORMATIE Oranje start donderdag in het laatste groepsduel met Kameroen waarschijnlijk met dezelfde basis als in de voorgaande wedstrijden tegen Denemarken en Japan.
6
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Wel namen halverwege de achter gesloten deuren afgewerkte training van dinsdag Khalid Bouhlarouz, Demy de Zeeuw en Klaas-Jan Huntelaar in het basisteam de plaatsen in van Gregory van der Wiel, Nigel de Jong en Robin Van Persie. Dat drietal is al 'belast' met een gele kaart. Een tweede keer geel betekent automatisch een schorsing voor de achtste finales. Dinsdagavond vliegt de selectie naar Kaapstad, waar donderdag het duel met Kameroen wordt gespeeld. Oranje is al zeker van een plaats in de achtste finales. Arjen Robben heeft maandag voor het vertrek van Oranje naar Kaapstad zelf aangegeven dat hij donderdag eventueel zijn rentree kan maken tegen Kameroen. "Het zou kunnen", aldus de aanvaller, die ruim twee weken geleden tegen Hongarije een hamstringblessure opliep. "Inmiddels heb ik weer voluit getraind en dat ging goed. Het is echter niet zo dat ik er in kom en er even binnen een kwartier drie inschiet. Ik heb wel speelminuten nodig om in het ritme te komen." Het Nederlands elftal speelt in zijn laatste groepswedstrijd op het WK tegen Kameroen donderdag in het uittenue. De ploeg van bondscoach Bert van Marwijk treedt in Kaapstad aan een wit shirt, blauwe broek en witte kousen. Oranje speelde op het WK de eerste twee groepswedstrijden in het traditionele oranje thuistenue. Nederland vormt samen met Hongarije en Tsjecho-Slowakije het drietal landen dat twee keer een finale speelde en nog nooit wereldkampioen werd. In 1974 verloor Oranje van West-Duitsland (2-1) en vier jaar later was wederom het gastland te sterk. Argentinië won na verlenging met 3-1. Drie spelers waren actief in alle veertien WK-duels die Nederland in de jaren zeventig speelde: Wim Jansen, Ruud Krol en Johnny Rep. Een ander record is in handen van Aron Winter; hij was als enige Nederlander actief op drie toernooien (1990, 1994, 1998). In de aanloop naar het toernooi in Zuid-Afrika verspeelde Oranje geen punt in kwalificatiegroep 9. Vijf spelers waren actief in alle acht wedstrijden: Klaas-Jan Huntelaar, Dirk Kuijt, Joris Mathijsen, André Ooijer en Giovanni van Bronckhorst. Huntelaar en Kuijt scoorden beiden drie keer. In totaal maakten elf spelers zeventien treffers.
2. Internetbericht & internetfilmpje Link van het filmpje: http://static.nos.nl/jeugdjournaal/artikelen/2010/7/30/surfeninhlkoudwater.html Surfen in de regen, mist en ijskoud water. Bij de Cold Water Classics in Zuid-Afrika is het vooral heel erg koud. Vier surfers doen mee aan het toernooi om de beste surfer in koud water te worden. Er was veel publiek voor de derde wedstrijd van het toernooi in het Zuid-Afrikaanse Cape Peninsula. Gemiddeld is het zeewater waar de mannen op surfen maar tien graden. Niet zo gek, want in Zuid-Afrika is het nu midden in de winter. De Zuid-Afrikaan Greg Emslie won. Elk jaar zijn er vijf wedstrijden in het toernooi. De volgende wedstrijd in koud water surfen is in Canada, in oktober. Het water daar is dan ook maar tien graden. Er zijn al wedstrijden geweest in Tasmanië en Schotland en de laatste wedstrijd is in Californië. De winnaar krijgt een prijs van 38.000 euro.
3. Reportages Dit is de link van mijn reportage over luchtballonnen: http://static.nos.nl/jeugdjournaal/artikelen/2010/7/29/luchtballonnenrecordinjoure.html Dit is de link van mijn reportage over het kindercircus: http://static.nos.nl/jeugdjournaal/artikelen/2010/8/14/circusmetalleenmaarkinderen.html Deze twee reportages waren daarom ook het hoogtepunt van mijn stage. Ik vond het hartstikke leuk om zelf op pad te gaan, nieuwe mensen te leren kennen en een goed item te maken. Daarnaast was het ook erg leerzaam om op een professionele redactie te werken. De feedback die ik kreeg, heb ik steeds gebruikt om een nog beter item te maken de volgende keer. Ook dacht ik goed na over mijn teksten en mijn items die ik monteerde. Dieptepunt vind ik moeilijk om te zeggen, want er was niet iets wat heel erg tegen viel of wat heel erg slecht was. Soms waren er dagen dat er weinig te doen was, dat was niet echt leuk, maar uiteindelijk ging die dag toch weer heel snel voorbij. Ook merkte ik dat ik soms heel snel werkte, waardoor ik veel te vroeg klaar was en dan ging ik gewoon wat rustiger werken. Vooral op de planning was het af en toe erg rustig, zeker als er weinig onderwerpen waren om te plannen. Qua filmpjes of berichten heb ik niet echt iets wat heel slecht was, anders was het niet gepubliceerd of gepost, denk ik. Ook al was het beeld slecht of was er te weinig beeld, dan probeer je daar toch iets moois van te maken. Maar als het beeld echt te slecht was, dan werd het item gewoon niet gemaakt. Ik vond de drie maanden echt heel snel voorbij gaan en daarom ben ik ook blij dat ik nog twee maanden mag blijven om een paar dagen per week te werken. Drie maanden is best kort voor een stage, want de eerste maand ben je vooral bezig om alles en iedereen te leren kennen. De twee maand maak je al kleine dingen en probeer je alles onder de knie te krijgen en dus heb je pas de derde maand echt het idee dat je meedraait als redactielid en dat je alles weet van de redactie, monteren en de manier van werken.
7
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Ik ben erg tevreden over mijn werkzaamheden bij het Jeugdjournaal, ik vind dat ik heel veel gemaakt heb en dat het ook een goede kwaliteit had. Ik ben sneller geworden met monteren, heb heel veel geoefend met het schrijven van teksten en heb veel geproduceerd. De stagedoelen die ik had opgeschreven aan het begin van mijn stage, heb ik zeker gehaald. Vooral het beter leren monteren en het schrijven van goede teksten is verbeterd, vind ik zelf. Ook van de andere redacteuren kreeg ik vaak feedback. Dat waren vaak kleine opmerkingen over mijn items. Het omdraaien van een shot, de tekst of de muziek die ik wilde gebruiken. Aan al die tips heb ik heel veel gehad en ook gebruikt bij een volgend item. De beoordeling van mijn stagebegeleider was:
Tessa had een wat onhandige start. Toen ze gebeld werd dat ze was aangenomen, moest ze er even over nadenken. Niet zo heel handig als je je eerste stappen in de tv-wereld zet. Maar gelukkig was dit snel vergeten, want Tessa heeft zich bewezen als een hardwerkende en talentvolle stagiaire. Tessa heeft een vlotte pen en maakt weinig taalfouten. Als redacteur op de planning werkte ze vlot en helder. Ook heeft Tessa items gemaakt. Niet alleen kortjes of een uitsmijtje, maar ook twee eigen items! En dat heeft ze prima gedaan. Kortom, dikke pluim. Ze schrijft zelf: 'ik wil klaar zijn om in de tv wereld aan de slag te gaan'. En dat is ze zeker. Vandaar dat ze nog eventjes bij ons blijft werken. Ik heb tijdens mijn stage zo veel geleerd van alle mensen op de redactie. Iedereen werkt anders en gaf me ook ander advies. Maar zo kon ik uiteindelijk mijn eigen manier en stijl van werken vinden en dat was fijn. Ik heb gelukkig nooit heel slecht commentaar gehad of dat iets echt helemaal fout was. Dat vond ik leuk om te horen, want het betekende dat ik toch wel iets geleerd heb op school. Ik vind wel dat ik het monteren zelf, pas echt tijdens mijn stage heb geleerd. Op school was je soms zo lang bezig en hier ben je gewoon elke dag met Avid bezig, dus je wordt vanzelf veel beter. De journalisten van het Jeugdjournaal zijn zo goed en professioneel. Ik heb zo veel van hen geleerd door met hen samen te werken. De eerste paar dagen was ik nog zo onder de indruk van alles dat ik vooral veel heb meegekeken. Het was interessant om te zien dat iedereen zijn eigen manier van werken heeft. De een begint bijvoorbeeld met het schrijven van de tekst, de ander bekijkt eerst het beeld of begint meteen met monteren. Door met verschillende journalisten te werken, heb ik mijn eigen manier van werken ontwikkeld. Bovendien heb ik heel veel geleerd van het redactieproces. Hoe iedereen met elkaar communiceert, elkaar vragen stelt, elkaar helpt en vooral hoe goed er over onderwerpen nagedacht wordt. Daardoor is het altijd duidelijk waarom we iets wel of niet maken. Als journalist bij het Jeugdjournaal heb je ontzettend veel invloed op kinderen. Wij bepalen wat zij 's avonds zien op het journaal, dus wat wij denken dat belangrijk voor hen is of wat wij denken dat ze moeten weten. Soms zijn onderwerpen te heftig en worden ze niet gedaan. Maar soms zijn er dagen met alleen maar licht nieuws, maar dan maken we het toch. Bepaalde onderwerpen zijn gewoon echt niet interessant voor kinderen. Ook op de planning merkte ik de invloed van het Jeugdjournaal. Zodra je vertelde dat je van het NOS Jeugdjournaal was, werd er bijna alles voor je geregeld. Dat is ook een groot verschil, wanneer je belt en zegt dat je student journalistiek bent. Ik vond het erg interessant om een kijkje te nemen op de redactie van de NOS, zo'n grote organisatie en er werken zoveel mensen. Iedereen heeft z'n eigen taakje en er zijn zoveel verschillende functies. Zo zijn er mensen speciaal voor ondertiteling en bij productie is bijna niets onmogelijk. Omdat de NOS van de publieke omroep is, was er geen commerciële druk, tenminste daar heb ik niks van gemerkt. Wel kun je merken dat er steeds meer bezuinigd moet worden. Er konden wel twee journalisten naar Zuid-Afrika voor het Jeugdjournaal (tijdens het WK), maar bij de overstromingen in Pakistan was daar geen geld voor. Het kost gewoon heel veel geld. Qua vergoedingen zat het allemaal wel goed, want ik kreeg een mooie stagevergoeding en in de periode dat mijn Ov-kaart niet geldig was en ik dus de kaartjes moest kopen, kreeg ik dat allemaal vergoed. Het beleid van de NOS is gewoon objectief nieuws brengen op alle mogelijke manieren. Radio, televisie, teletekst, alles zit bij de NOS in hetzelfde gebouw. Het Jeugdjournaal is maar een klein onderdeel van de grote NOS, maar zeker niet onbelangrijk. Tijdens mijn stage heb ik nooit aanvaringen meegemaakt, want eigenlijk liep alles hartstikke soepel. Soms was er wel eens niet goed geregeld op locatie, maar dat werd altijd opgelost. Iedereen was erg flexibel en deed gewoon z'n best en dat is fijn om mee te werken, want je doet zelf ook extra je best om alles goed te laten lopen. Ik ben zelf heel netjes als het op mijn producten aankomt, bijna perfectionistisch. En ik merkte dat de rest van de redactie ook netjes werkt, er is maar een uitzending en dan moet alles perfect zijn. Je kunt het niet één uur later opnieuw doen, alleen op internet slopen er af en toe foutjes in. Maar dat was zo aangepast.
8
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Er zijn veel mensen die reageren op het Jeugdjournaal en dan met name kinderen. Ze schrijven in het gastenboek of sturen een mailtje. Ook komen er af en toe klachten van ouders, dat ze bepaalde onderwerpen te heftig vinden voor hun kinderen, bijvoorbeeld items over stierenvechten. De reden waarom het Jeugdjournaal toch vaak dat soort onderwerpen maakt, is om kinderen ook te leren dat het een deel van een cultuur is, ook al vinden wij het in Nederland dierenmishandeling. Dat soort onderwerpen wordt altijd goed overwogen. Ik was zelf erg verbaasd en verrast hoe groot alles bij de NOS is. Vooral na een dagje productie verbaasde het me hoeveel geld er bij de NOS beschikbaar is. Eigenlijk wist ik het al wel een beetje, maar als je het dan op een computerscherm ziet staan, dan pas merk je dat het echt waar is. Mijn visie op het Jeugdjournaal is vooral dat het voor mij bevestigd is, hoe professioneel iedereen is. Ook al is het een programma voor kinderen, het is echt serieus werk en er wordt heel serieus over onderwerpen gesproken. Daarom zijn onderwerpen in het Jeugdjournaal vaak duidelijker en beter uitgelegd dan in het gewone Journaal. En dat vind ik erg knap, want het is soms nog best lastig om een moeilijk onderwerp duidelijk te maken aan kinderen. Daarom vind ik het Jeugdjournaal een hele goede stageplek voor tv-stagiaires en ik raad het ook iedereen aan. Ik heb deze drie maanden zoveel geleerd op verschillende aspecten van het tv-maken. Als stagiaire krijg je eerst twee inwerkweken, waardoor je alles en iedereen een keertje ziet en leert kennen. Vervolgens mag je zelf aan de slag gaan, maar als je wilt, begeleidt iedereen je en helpt je als je iets moeilijk vind. Ook al ben je stagiaire, je wordt gezien als een van de redactieleden. En dat is fijn om zo te werken, want je hebt niet het idee dat je lastig bent of dat er niets voor je te doen is. De begeleiding is erg goed, niet alleen van de stagebegeleider, maar eigenlijk van iedereen op de redactie. Niemand is te beroerd om je te helpen en eigenlijk begeleidt iedereen je wel een beetje. De ene keer op het gebied van het schrijven van een tekst, de andere keer helpt een editor je met monteren. Of je kijkt met de eindredacteur naar je eigen teksten en in de evaluatie geeft iedereen je tips of opmerkingen over je item. Het is één groot proces van leren en begeleiden en dat is me erg goed bevallen. Ik heb gelukkig geen vervelende dingen meegemaakt, maar als dat zo zou zijn, weet ik zeker dat ik zowel vanuit school als vanuit de stage goede begeleiding zou hebben. Omdat het vakantie was tijdens mijn stage, was mijn begeleider natuurlijk niet op school, maar ik weet dat ik het hem altijd had kunnen bellen als er echt een probleem was. Ik vind het lastig om een aanbeveling aan de stage te doen, het enige wat ik kan bedenken is om de stage een maand langer te maken. Dan heb je twee maanden dat je echt kan werken op de redactie en dan heb je alles onder de knie. Misschien geldt dat ook wel voor school. Het verschil tussen schoolopdrachten en de praktijk is zo groot, maar dat lijkt me ook lastig om te veranderen. Terwijl je op school een uitzending in vier weken maakt, doe je dat bij het Jeugdjournaal elke dag. Het enige wat ik op school nog zou willen, is meer opdrachten waarbij je kunt monteren. Ter voorbereiding, dat moet je eigenlijk allemaal zelf doen, vind ik, daar kan school niet veel bij helpen. Bovendien moet je op stage gewoon erg je best doen, maar als je het werk leuk vind, is dat niet zo'n probleem, denk ik.
9
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Deel II - stageplan Ter voorbereiding op mijn stage heb ik een stageplan geschreven. Dat staat hieronder: Stagedoelstellingen van de stagiaire Deze zomer ga ik stage lopen bij het NOS Jeugdjournaal in Hilversum. Ik wil tijdens deze stage veel leren op televisiegebied. Ik wil zorgen dat ik klaar ben om bij een televisieprogramma te werken en dat ik op een goed niveau kan werken. Vorig schooljaar heb ik al veel geleerd over televisie, maar nog lang niet genoeg. De basis van bureauredactie, montage en filmen heb ik geleerd. Maar tijdens mijn stage wil ik dat verbeteren. Ook wil ik veel oefenen met bureauredactie. Hoe bereid ik items zo goed mogelijk voor en zorg ik dat de planning klopt? Veel informatie verzamelen zodat de verslaggever alles heeft als hij of zij op pad is. Wat ik vooral wil oefenen bij het Jeugdjournaal is het bedenken van de juiste invalshoeken. Bij het Jeugdjournaal is dat erg belangrijk en ik moet het voor kinderen zo duidelijk mogelijk maken. Dus ook moeilijke onderwerpen zo maken dat iedereen het snapt. Ik moet de juiste teksten schrijven voor het programma en ook berichten voor de website. De teksten moeten leuk zijn en er mogen geen moeilijke woorden gebruikt worden. Tenzij ze duidelijk worden uitgelegd. Ik moet proberen duidelijk te schrijven. Ook het plannen van onderwerpen wil ik verder leren. Ik ben erg nieuwsgierig naar de uitzending zelf. Hoe ziet het eruit achter de schermen? Hoe en waar wordt het Jeugdjournaal opgenomen? Ik heb geen idee of dat mogelijk is om een keer bij een uitzending te zijn, maar het lijkt me erg leerzaam. Ook hoe de items aan elkaar worden gepraat en hoe de filmpjes eruit zien. Ik wil graag deel zijn van de redactie en als volledig redactielid werken op de redactie van het Jeugdjournaal. Ik hoop dat ik af en toe ook items mag monteren. Ik heb daar ervaring mee door filmpjes die ik op school heb gemaakt en van mijn stage bij Versgeperst.com. Ik wil beter en sneller worden in monteren. Monteren is zo belangrijk en ik heb het nog te weinig gedaan om een echte televisiejournalist te zijn. Internetberichten schrijven gaat goed, omdat ik daar meer ervaring mee heb. Ik vind het ook leuk om korte berichten te schrijven. En bij het Jeugdjournaal moet dat op een simpele en begrijpelijke manier gedaan worden. Ik ben een harde werker ben die met elk onderwerp enthousiast aan de slag gaat. Ik bedenk de invalshoeken en wat we met het onderwerp gaan doen. Wie bellen we? Welke kinderen gaan we iets vragen en wat? Speelt dit nieuws wel bij kinderen? Hoe denken zij erover? Wat brengen we in beeld, waar gaan we filmen? En vervolgens alles regelen. Ik schrijf mijn stageplan aan de hand van de elf competenties die de school heeft opgesteld. Per competentie vertel ik wat die competentie inhoudt, wat mijn pluspunten en minpunten zijn en wat ik wil leren tijdens mijn stage. Competenties 1. Onderwerpen en invalshoeken bedenken Waarom kies je nu juist dat onderwerp voor het Jeugdjournaal? Wat voor nieuws gebruiken zij in de uitzending? Nieuws over dieren of over sport? Wat vinden kinderen belangrijk? Ik moet invalshoeken en onderwerpen bedenken die relevant zijn voor de doelgroep. Ik wil leren om creatiever te zijn en een leuke draai aan een onderwerp te geven, zodat het voor kinderen duidelijk is. Sterkte-zwakte Soms kan ik nog wel eens te enthousiast over een onderwerp worden. Dan verzin ik allerlei invalshoeken die in de praktijk helemaal niet kunnen of duidelijk zijn. Ik moet eerst goed bedenken wat ik met een onderwerp wil doen en dan pas aan de slag gaan. Ik ben creatief en denk goed na over een onderwerp. Hoe kunnen we dit het beste doen en wat is leuk? Een keertje iets anders doen dan elk jaar. Doel Tijdens mijn stage wil ik mijn creativiteit vergroten en leuke invalshoeken voor kinderen bedenken. Hoe is het om bij een ‘kinder’-programma te werken? Ik wil creatief denken en tijdens vergaderingen goede onderwerpen aankaarten. Ik wil zelfstandig kunnen werken, zodat ik aan het eind van mijn stage goede onderwerpen kan bedenken. 10
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
2. Plannen Plannen is niet een van mijn sterkte punten, omdat ik vaak dingen vergeet. Ook komt het wel eens voor dat mijn planning niet klopt of dat er dingen tussen komen, waardoor ik andere dingen weer vergeet. Voor mij helpt het vooral om alles duidelijk op te schrijven en steeds te checken waar ik mee bezig ben. Ik moet werken met deadlines en daarom mijn werk goed plannen en met anderen overleggen. Ik ben flexibel en kan goed omgaan met veranderingen in bijvoorbeeld de planning. Daarnaast houd ik me altijd aan mijn afspraken en zorg ik dat alles op tijd af is. Sterkte-zwakte Af en toe kan ik nogal chaotisch worden, waardoor ik dingen kan vergeten. Dat is erg vervelend en ook slecht voor een journalist. Door alles op te schrijven en goed te plannen, zorg ik dat alles klopt en geregeld is. Verder ben ik flexibel, mocht er iets mis gaan. Doel Mijn planning beter maken en zorgen dat ik niets meer vergeet. Ik moet met anderen goed overleggen en zorgen dat alles goed loopt en op tijd af is voor de uitzending. Als er iets verandert in de planning los ik dat meteen op of verbeter het. Hoe gaat de redactie om met lastige situaties? Daar wil ik veel van leren, zodat ik dat zelf ook kan toepassen. 3. Informatie verzamelen Voor elk onderwerp moet ik de juiste informatie zoeken. Hoe gaat dat in zijn werk bij het Jeugdjournaal? Hoor en wederhoor, geldt dat ook hier? Wat is de mening van kinderen? Hoe vaak worden volwassenen geïnterviewd en hoe stel je hen de juiste vragen en laat je hen het juiste antwoord geven? Ook al gaat het over kinderen, moet ik toch kritisch zijn. Waarom vinden zij iets? Wat vinden kinderen van een bepaald onderwerp? Ik moet onderwerpen goed checken en mezelf afvragen of kinderen het interessant vinden. Zoveel mogelijk informatie verzamelen en alleen het belangrijkste nieuws verwerken in het item. Ook kijken naar het nieuws uit het buitenland dat interessant kan zijn voor Nederlandse kinderen. Sterkte-zwakte Kritisch zijn op de informatie die ik vind en alles checken. Klopt dit wel? Ook niet te veel informatie verzamelen, waardoor je geen keus meer kunt maken en te veel informatie krijgt. Ik moet af en toe ook kritischer zijn, maar onderwerpen checken gaat goed. Doel Hoe komt het Jeugdjournaal aan nieuws? Hebben ze bepaalde bronnen of gebruiken ze alleen persberichten of websites? Werken ze ook via een netwerk, hebben ze overal contacten? Dat wil ik allemaal te weten komen tijdens mijn stage. Ook wil ik leren welke informatie belangrijk is voor de uitzending en welke informatie ik beter weg kan laten. 4. Selectie maken uit de verzamelde informatie Uit alle informatie die ik verzamel, moet ik natuurlijk net de juiste info selecteren. En dat vind ik af en toe nog wel eens lastig. Wat is belangrijk voor het Jeugdjournaal? Is het belangrijk dat je alles tot in detail vertelt of kun je ook dingen weglaten? Wat maakt het nieuwswaardig voor kinderen? Wat willen kinderen zien en horen? Bij het Jeugdjournaal moet het nieuws altijd iets positiefs hebben, dus dat is ook belangrijk om te onthouden. Opmerkelijke quotes moet ik gebruiken in een verhaal. Sterkte-zwakte In een jaar tijd heb ik veel geleerd op het gebied van televisie. Daarvoor was het toch vooral heel veel schrijven voor het medium krant. Nieuws op televisie is sneller. Dan heb je veel minder tijd voor een quote en moet het compact en helder zijn in een paar seconden. Dat geldt dus ook voor het Jeugdjournaal. Het lastig om te zeggen als een persoon te lang antwoord geeft op een vraag en dat het korter moet. Dan denk ik: ‘dat knip ik er wel uit’, terwijl het makkelijker is om te vragen of die persoon het opnieuw wil doen. Daarin mag ik wat brutaler worden. Doel Ik moet leren om op een goede manier een item voor kinderen te maken en daarvoor de juiste informatie te selecteren. Wat vinden kinderen leuk om te zien en te horen? Mag dat speels zijn of moet het altijd serieus? Hoe verwerkt de redactie van het Jeugdjournaal de informatie? Hoe bepalen zij wat belangrijk is? Wat laten ze (expres) weg in een item? Allemaal dingen die ik graag wil leren.
11
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
5. Informatie ordenen Met een televisie-item moet je een duidelijk verhaal vertellen. Het verhaal komt maar één keer voorbij, je kunt het niet meer teruglezen zoals in de krant. Het verhaal moet een goede opbouw hebben, maar de kijker moet wel meteen denken: ‘oh, dit is interessant!’. Het begin is dus belangrijk. Dan kan met een goede quote of een leuk beeld. Daarnaast is opbouw van het programma ook erg belangrijk. Begin je met het slechte nieuws? En moet er altijd een leuk of positief bericht aan het einde? Sterkte-zwakte Ordenen vind ik niet zo lastig. Af en toe vind ik een begin maken nog moeilijk bij items. Wat is het leukste om te laten zien? Moet je meteen alle informatie geven of kan je daar ook mee wachten en laat je eerst wat beelden zien? Hoe zitten de meeste filmpjes van het Jeugdjournaal in elkaar? En de voiceoverteksten? Wat staat daarin, wat voor informatie krijgt de kijker te horen en te zien? Doel Ik wil leren hoe de opbouw van het programma is en hoe de items worden gemonteerd. Wat is die typische Jeugdjournaalstijl? Het moet natuurlijk wel altijd herkenbaar zijn. De geschiedenis is erg belangrijk bij veel onderwerpen en ik vind dat het Jeugdjournaal het altijd heel duidelijk uitlegt. En welke informatie laat je zien met beeld en welke met grafics? Soms is het Jeugdjournaal duidelijker dan het gewone Journaal. Bijvoorbeeld met conflict in het Midden-Oosten of de rellen in Thailand. Op die manier items maken, dat wil ik ook leren, want daar heb je veel aan. 6. Informatie presenteren Ik moet mijn items presenteren in goed Nederlands en duidelijk vormgeven voor de doelgroep. In dit geval zijn het kinderen tussen de 9 en 12 jaar. Wat voor woorden kennen zij? Wat vinden zij interessant om te horen en hoe maak je zinnen voor deze doelgroep? Gebruik je moeilijke woorden? Natuurlijk zo min mogelijk, maar als het echt moet? Leg je die dan ook uit? Daarnaast moet de tekst natuurlijk ook bij het beeld passen. Ik wil graag leren om goede teksten te schrijven voor het Jeugdjournaal. Wat ik vooral wil oefenen is het maken van productiesheets en de voorbereidingen voor items uitdenken tot in de puntjes. Alles moet duidelijk zijn en in goed Nederlands geschreven zijn. Sterkte-zwakte Ik ben goed in Nederlands en maak over het algemeen duidelijke en goede producten. Of dat nu teksten of productiesheets zijn, de spelling is (bijna) altijd correct. Omdat ik het nog niet zo vaak heb gedaan, wil ik vooral werken aan het maken van productiesheets. Ik ben nauwkeurig en zorg dat alle informatie verzameld is, zodat er een item gemaakt kan worden. Ik hoop dat ik ook tijd krijg om kleine items te monteren, omdat dat iets is wat ik graag wil verbeteren. Daarnaast vind ik het schrijven van berichten voor de website ook erg leuk om te doen. Doel Ik wil vooral leren om goede productiesheets te maken en verschillende items te plannen. Ook het denken in beeld en creatieve invalshoeken bedenken wil ik graag verbeteren. Ik hoop dat ik zelf ook veel mag schrijven en dat ik veel leer van de redacteuren die daar werken. 7. Reflecteren op eigen producten Ik moet kritisch op mezelf kunnen zijn. En dat vind ik soms best lastig. Wanneer ik iets goed vind, hoeft dat niet te betekenen dat iemand anders dat ook vindt. Ik ga op stage om te leren en dat wil ik ook graag. Ik kan goed met kritiek omgaan en ben niet bang om fouten te maken of vragen te stellen wanneer ik iets niet begrijp. Soms wil ik het wel liever eerst zelf uitzoeken voordat ik iets vraag, maar ik zal nooit te lang bezig blijven met één vraag of iets wat ik niet snap. Ik moet werken aan mijn producten en zorgen dat ze steeds beter worden. Sterkte-zwakte Soms vind ik het lastig om kritiek te krijgen, zeker als ik erg hard gewerkt heb aan een item. Maar zoals ik al zei, ik ga op stage om te leren en kritiek is daarom erg belangrijk. Doordat ik ook best perfectionistisch ben, moet ik af en toe even slikken als ik kritiek krijg. Ik wil alles perfect doen, maar dat gaat nu eenmaal niet altijd. Van dat soort momenten moet ik juist leren en zorgen dat ik het de volgende keer beter doe. Doel Leren van alle kritiek die ik zal krijgen tijdens mijn stage. Wat zijn (nog steeds) mijn zwaktepunten, wat kan ik verbeteren? En al die kritiek meenemen, zodat het volgende product beter is. Ik ga op stage om beter te worden en te leren. Dan moet ik ook fouten maken en kritiek krijgen. 12
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
8. Literatuuronderzoek verrichten en onderzoek doen naar de journalistieke werkelijkheid Wat is het Jeugdjournaal? Is dat alleen een programma van tien minuten of is er meer? Wat voor rol heeft de website en wat doen zij nog meer? Hoe goed kennen kinderen het Jeugdjournaal en hoeveel mensen kijken het? Wat is de rol van scholen? Heeft het Jeugdjournaal een belangrijke functie voor kinderen? Allemaal vragen waarop ik antwoord ga zoeken tijdens mijn stage. Sterkte-zwakte Ik wil veel opsteken van mijn periode bij het Jeugdjournaal. Niet alleen de praktijk maar ook alle informatie rondom het programma. Hoe groot is de impact? Wat voor rol heeft het Jeugdjournaal in de Nederlandse media? Ook inhoudelijk wil ik veel leren over het Jeugdjournaal. Doel Niet alleen werken bij het Jeugdjournaal, maar ook echt weten wat voor programma het is. Wat voor mensen werken er? Wat is het voor organisatie? Wat is het verschil met de andere journaals? Hoe wordt er gewerkt? Vragen waarop ik antwoord ga zoeken tijdens mijn stage. 9. Samenwerken met een redactie Samenwerken is ontzettend belangrijk in de journalistiek. Je kunt niet alles alleen doen en je moet je houden aan afspraken die je maakt met anderen. Ik moet zelf initiatief tonen en zelfstandig werken. Op school heb ik al veel geoefend met samenwerken en dat ging altijd prima. Ik ben iemand die zich aan afspraken houdt en iemand waarop je kunt vertrouwen. Met de vergadering wil ik elke dag een aantal onderwerpen hebben die ik zelf kan aandragen. Onderwerpen waarvan ik denk dat ze in het Jeugdjournaal moeten, met een goede invalshoek erbij. Discussies en brainstormen over een onderwerp vind ik leuk en ik ben niet bang om mijn mening te geven. Sterkte-zwakte Ik kan goed samenwerken met anderen en ben geen moeilijk persoon om mee te werken. Maar ik kan ook prima alleen en zelfstandig mijn eigen ding doen. Ik vind het erg vervelend als andere personen hun afspraken niet nakomen. Ik ben niet verlegen en geef mijn mening als daarom gevraagd wordt. Doel Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen manier van werken en ik dus ook. Maar ik ben goed in mezelf aanpassen en wanneer dat moet, zal ik dat zeker doen. Maar ik denk dat ik prima pas in het team van het Jeugdjournaal. Ik werk hard en ben serieus en zorg dat al mijn opdrachten af zijn wanneer dat moet. Verder wil ik graag volledig lid zijn van de redactie en goed meewerken met de rest. 10. Als beginnend journalist bij een bedrijf kunnen werken Bij journalistiek is de praktijk ontzettend belangrijk. Dan leer je pas het echte werk, de snelheid, het monteren, het werken met anderen en het maken van televisie. Dat merkte ik ook al tijdens mijn stage bij Versgeperst.com. In een paar maanden had ik al zo veel geleerd. Ik moet me goed inzetten voor het Jeugdjournaal en een eigen inbreng hebben. Ik hoop en denk dat ik veel ga leren van de ervaren journalisten die daar werken. Zij geven me tips, advies en commentaren hoop ik, waardoor ik heel veel kan leren in drie maanden. Sterkte-zwakte Ik denk dat ik een goede werknemer ben. Ik ben serieus en werk hard aan mijn opdrachten. Verder vind ik het geen probleem om iemand te helpen. Ik hoop dat ik snel gewend ben aan het Jeugdjournaal zodat ik als volwaardig redactielid kan werken. Doel Ik wil leren hoe het is om bij het Jeugdjournaal te werken. Samenwerken met ervaren journalisten en van hen leren hoe het is om bij het Jeugdjournaal te werken.
13
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
11. Reflecteren op maatschappelijke verschijnselen en ontwikkelingen. Ik vind het Jeugdjournaal een heel interessant programma. Ik keek het zelf vroeger ook. Het is een belangrijk programma in de opvoeding van kinderen, vind ik zelf. Je leert over dingen die in de wereld gebeuren en je begrijpt het ook, omdat het op een goede manier wordt verteld. Ik hoop dat ik veel eigen ideeën kan aandragen en dat mijn onderwerpen worden uitgewerkt. Bovendien wil ik veel dingen regelen en goede productiesheets te maken. Sterkte-zwakte Ik hoop dat ik elke dag iets nieuws ga leren bij het Jeugdjournaal. Wat dat betreft weet je nog zo weinig en dat leer je allemaal tijdens een stage. Ik ben erg leergierig en ik vind het leuk om iets nieuws te leren. Dingen die ik nog niet weet, elke dag brengt weer iets nieuws. Ook ben ik niet bang om fouten toe te geven of om hulp te vragen. Ik moet me wel goed inleven in de beleefwereld van kinderen en vanuit hen denken. Doel Alles leren wat er te leren valt over het Jeugdjournaal. Hoe komen items tot stand? Wie zijn de journalisten, wat is het voor redactie? Hoe komen ze aan nieuws? Ik wil na drie maanden precies weten wat het Jeugdjournaal is en hoe er gewerkt wordt. Ik wil graag klaar zijn om in de televisiewereld aan de slag te gaan. Speciaal voor het Jeugdjournaal heb ik vijf concrete stagedoelen beschreven waaraan ik wilde werken tijdens mijn stage. Die waren als volgt: 1. Leuke invalshoeken bedenken voor onderwerpen die geschikt zijn voor het Jeugdjournaal. 2. Items snel en goed monteren. Ook bijpassende teksten schrijven bij de items die geschikt zijn voor het Jeugdjournaal. 3. Goede productiesheets maken en vooral items goed plannen. Ook ervoor zorgen dat de juiste informatie aanwezig en correct is. 4. Leren van alle kritiek die ik tijdens deze stage krijg. Ook tips meteen toepassen, zodat ik echt vooruit ga. 5. Samenwerken in een redactie en als volwaardig redactie meedraaien. Goede onderwerpen inbrengen in de vergadering en actief zijn. Zoals ik hierboven ook al genoemd heb, heb ik ontzettend veel geleerd tijdens mijn stage bij het Jeugdjournaal. Ik wilde klaar zijn om in de televisiewereld aan de slag te gaan en ik denk dat ik wel zover ben. Natuurlijk moet ik nog steeds heel veel leren en ervaring opdoen, maar alleen al in deze drie maanden ben ik met sprongen vooruit gegaan. Ik denk dat ik vooral veel geleerd heb met het maken van productiesheets, aangezien ik dat op school nog niet veel geoefend had en ook best chaotisch daarin kan zijn. Tijdens mijn stage heb ik geleerd om structureel te werken en duidelijke en heldere productiesheets te maken. In mijn beoordeling heb ik dan ook een G gekregen voor plannen en organiseren en structureren. Daar ben ik erg blij om, want dat wilde ik graag verbeteren en dat is goed gelukt. Vooral het schrijven van goede teksten heb ik veel geoefend. De eerste paar weken ging het wat moeizamer, maar langzaamaan begreep ik het steeds beter en kwamen de zinnen er zo uit. Ik ben ook blij dat ik voor schrijfcapaciteiten een G heb gekregen, dat geeft toch aan dat ik het goed gedaan heb. De leuke invalshoeken verzinnen, daaraan heb ik niet zoveel gewerkt en dat gaf mijn stagebegeleider ook al aan. Zij zei dat het ook bijna niet mogelijk is, omdat je de eerst drie maanden met van alles en nog wat bezig bent, vooral met plannen. Die leuke invalshoeken komen vanzelf wel, zei ze. Met name omdat ik nu twee maanden langer mag blijven, krijg ik nu de tijd om aan die invalshoeken te werken. En dat vind ik leuk, omdat ik op die manier erg origineel bezig kan zijn en kan proberen om leuke onderwerpen te plannen. Ik ben zeker een deel van de redactie geweest en heb de uitzendingen van erg dichtbij meegemaakt. Ik heb ook een paar keer bij de regie gezeten, waardoor ik er echt live bij was. Dat was heel interessant om te zien, zo professioneel en iedereen heeft z'n eigen taak en weet ook precies wat hij of zij moet doen. Dat is erg leerzaam om te zien. Daarnaast heb ik zeker geleerd om te monteren. Ik heb bijna elke dag wel een item gemonteerd, waardoor ik veel beter en sneller geworden ben in het monteren van filmpjes. Dat was eigenlijk mijn belangrijkste stagedoel, omdat ik dat erg belangrijk vind als je bij de televisie werkt. Je moet kunnen monteren en dat is me zeker gelukt. Ik ben erg tevreden over wat ik geleerd heb op het gebied van monteren. Zeker de dagen dat ik op planning zat, heb ik goed gewerkt en geprobeerd om zoveel mogelijk te regelen voor het item. Dat vond ik erg leuk om te doen, zeker als het item dan de volgende dag in de uitzending zat en het precies zo was zoals ik had bedacht.
14
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Competenties 1: Ik wist voor mijn stage niet precies wat voor onderwerpen er nu echt in het Jeugdjournaal passen. Ik had wel een klein idee, iets met dieren of als er iets opmerkelijks gebeurt. Tijdens de vergadering werd het steeds duidelijker welke onderwerpen echt bij het Jeugdjournaal passen. En dan vooral op wat voor manier ze gemaakt worden. Ik vind dat ik best creatief gewerkt heb, vooral met het schrijven van teksten. Met het bedenken van onderwerpen nog niet echt, omdat daar maar weinig ruimte voor was. Ik vond het erg leuk om bij een kinderprogramma te werken en dat heeft me zeer geholpen met het schrijven van makkelijke teksten. 2: Ik denk dat ik vooral mijn competentie plannen erg verbeterd heb en dat heb ik ook gehoord tijdens mijn beoordeling. Ik heb netjes, gestructureerd gewerkt en goede productiesheets gemaakt. Alle informatie was correct en aanwezig en ik ben eigenlijk nooit iets vergeten. Het was fijn om per dag te werken en zo te weten dat je elke dag iets af moest hebben. Tijdens mijn beoordeling kreeg ik ook te horen dat ik flexibel ben en dat klopt ook wel. Ik vind het niet erg om een keertje in te vallen of langer door te werken als het moet. Dit stagedoel heb ik zeker bereikt. Het was ook interessant om te zien hoe de redactie omging met veranderingen in het programma. Soms was het dan ineens even stressen, maar het is uiteindelijk altijd goed gegaan. Iedereen werkt gewoon erg hard om er het beste van te maken. 3: Ik vond het erg leuk om bij elk item alle informatie te verzamelen. Via internet of via het archief, telefoontjes, alles om maar genoeg informatie te verzamelen. En vooral bij planning moest je veel checken over de onderwerpen. Iedereen vindt zijn eigen onderwerp natuurlijk heel interessant voor het Jeugdjournaal, maar is dat ook zo? Je checkte bijvoorbeeld altijd of er kinderen kwamen en wat voor leeftijden ze zijn. Ik weet nu inmiddels hoe het Jeugdjournaal aan haar nieuws komt en ik heb geleerd hoe ik die informatie moet verzamelen en moet checken. 4: In het begin was het nog even zoeken naar de juiste informatie die je in berichten gebruikt, want persberichten geven vaak niet alle informatie. En omdat je voor kinderen schrijft, moet er vaak veel info in of juist bepaalde info weer uit. Zo zeg je bijvoorbeeld altijd dat Madrid de hoofdstad van Spanje is. En nooit alleen de stad Madrid. Je gebruikt veel informatie die voor volwassenen overbodig is. Maar soms moet je juist weer bepaalde informatie weglaten, want dat snappen kinderen toch niet of is niet interessant voor het onderwerp. Ook probeerde je het bericht altijd een beetje positief te eindigen. Het is voor iedereen natuurlijk persoonlijk, maar ik heb zeker geleerd hoe ik een goed bericht moet maken, welke informatie ik moet gebruiken en welke juist niet. De ene redacteur deed dat weer op een andere manier dan ik, maar ik heb uiteindelijk mijn eigen schrijfstijl ontwikkeld. 5: Vooral voor kinderen is het erg belangrijk dat het verhaal duidelijk is en dat ze het snappen. Het moet niet te snel gaan, maar aan de andere kant, het is wel televisie, dus het moet nu eenmaal snel. Het eerste beeld van een item moet je grijpen en zorgen dat je wilt blijven kijken. Dat heb ik wel geleerd, want ik wilde soms het beste beeld tot later bewaren, maar dan is de kijker al niet meer geïnteresseerd. Ook probeerde de redactie altijd met een luchtig onderwerp te eindigen. Vaak was het iets geks, zoals de grootste pizza ter wereld of twee tijgertjes die zijn geboren. Ik heb ook geleerd om af en toe de kijker gewoon te laten kijken. Dus geen voiceover, maar gewoon achtergrondgeluid. Vooral met heel spannend beeld, de tekst die je dan voorleest, blijft meestal toch niet hangen. Je wilt geboeid naar het beeld kijken. Ik heb zeker geleerd hoe ik een goed televisie-item moet maken en dat komt vooral door de andere redacteuren op de redactie. Zij hebben me veel tips gegeven. 6: Ik heb tijdens mijn beoordeling een G voor mijn schrijfcapaciteiten gekregen. Mijn Nederlands is goed en ik schrijf goede productiesheets en teksten zonder spelfouten. Ik ben blij dat ik deze competentie goed beheers en ik let er ook altijd goed op, wanneer ik items inlever. Af en toe moest ik goed nadenken over de woorden die ik gebruikte in mijn berichten. Kennen kinderen dat woord of moet je het uitleggen? Het moet natuurlijk ook niet te kinderachtig worden. Ik heb geleerd om vooral korte zinnen te maken die duidelijk zijn. Daarnaast heb ik ook veel geoefend met het schrijven van teksten die bij het beeld passen. En dat is soms wel lastig, want je moet niet letterlijk beschrijven wat je op het beeld ook al ziet. En toch moet het bij elkaar passen, dus dat was soms wel even puzzelen. Ik heb deze competentie zeker verbeterd tijdens mijn stage, vooral door het maken van productiesheets.
15
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
7: Reflectie vind ik altijd een moeilijk onderdeel. Ik ben vrij kritisch op mezelf, maar ook snel tevreden als iets goed is gegaan. Vooral met de twee items die ik zelf gemaakt had, was ik erg tevreden. In ieder geval vanuit het oogpunt dat dit mijn eerste eigen reportages waren en ze precies zo waren als ik het wilde. Daarnaast zou er natuurlijk best wat verbeterd kunnen worden, maar ik begin nog maar net. Ik heb veel goede kritieken gehad tijdens mijn stage en eigenlijk maar weinig slechte commentaren. Met de kritiek die ik kreeg, deed ik veel. Meestal paste ik het meteen aan in het item waarmee ik bezig was. Wanneer het item al af was, onthield ik de kritiek en gebruikte het om de volgende keer nog beter te werken. Ik heb tijdens deze stage zeker geleerd om te luisteren naar andermans kritiek en daar beter van te worden. 8: Voordat ik met mijn stage begon, had ik maar een beperkt beeld van het Jeugdjournaal. Ik kende het alleen van televisie en kon een beetje bedenken wat voor redactie er achter zou zitten. Dat beeld is wel geheel veranderd en duidelijker geworden. Tijdens deze drie maanden heb ik werkelijk alles geleerd over het Jeugdjournaal. Van de rolverdeling tot budgetten, van telefoon opnemen tot samen lunchen. Ook merkte ik hoeveel invloed het Jeugdjournaal heeft wanneer je belt. Bijna alle kinderen kennen het programma, kijken het en nemen het ook serieus. Daarnaast zijn er ook heel veel andere mensen die het Jeugdjournaal kijken. Ik heb tijdens mijn stage zeker geleerd over de organisatie, het programma en alles daarom heen. Het was ook heel interessant om een tijdje deel uit te maken van het programma. 9: Het was voor mij eigenlijk de eerste keer dat ik echt moest samenwerken op een redactie. Tijdens mijn stage op Curaçao waren we ook een redactie, maar ook vriendinnen en huisgenoten. Dat ging zeker serieus, maar er was toen ook genoeg tijd om te lachen en soms iets minder serieus te zijn. Bij het Jeugdjournaal was het gelukkig niet zo streng. Zolang er maar gewerkt werd en alles op tijd af was. Het was leuk om samen te werken met deze professionele journalisten en van hen te leren. In de vergaderingen was ik niet bang om iets toe te voegen of te vertellen. Soms luisterde ik aandachtig naar discussies om te kijken hoe zij met onderwerpen omgaan. In deze drie maanden heb ik al een beetje mijn eigen stijl ontwikkeld en ik voelde me ook echt een deel van de redactie. 10: Ik merk dat ik tijdens mijn stages het meeste geleerd heb, tijdens mijn gehele opleiding. Natuurlijk, op school krijg je de basis, maar tijdens stages leer je het echte werk. En dat vond ik echt heel leuk. Qua snelheid viel het me nog een beetje tegen, maar dat komt omdat het Jeugdjournaal maar één uitzending heeft, aan het einde van de dag. Dus je kon heel relaxed werken, er was een hele lage tijdsdruk. Dat vond ik eigenlijk niet zo erg, want daardoor had ik veel tijd om op mijn gemak te monteren en teksten te schrijven. Ik heb ook heel veel geleerd van de redactie. Het was een super leuke tijd tijdens mijn stage bij het Jeugdjournaal. Ik ben blij dat ik twee maanden langer mag blijven. 11: Het Jeugdjournaal is, in mijn ogen, een heel belangrijk programma in de opvoeding van kinderen. Of althans voor hun wereldbeeld. In elke uitzending zitten belangrijke onderwerpen, maar toch is er ook nog plaats voor de leuke onderwerpen. Ik heb zelf niet zo heel veel onderwerpen aangedragen, maar ik hoop dat ik daar nu alsnog de kans voor krijg. Ik vond het leuk om dingen te regelen en dat ging ook goed. Wat dat betreft heb ik elke dag wel iets nieuws geleerd op verschillende gebieden. Ik ben er nog lang niet, maar ben weer drie maanden verder als journalist. Daarnaast heb ik geleerd wat voor programma het Jeugdjournaal is, heb ik er gewerkt en heb ik een steentje bijgedragen aan de uitzendingen. Ik heb ook alle tijd gehad om aan mijn stagedoelen te werken. Vooral snel en goed monteren heb ik veel kunnen oefenen en dat doel heb ik ook ruimschoots gehaald. Het schrijven van teksten ging ook steeds beter, waardoor ik er sneller in werd en creatiever met het maken van de eerste zin en de opbouw van het bericht of de tekst voor het item. Ik had niet verwacht dat ik het maken van productiesheets zo leuk zou vinden, maar ik vond het echt een van de leukste dingen, vooral als alle informatie compleet was, de cameraploeg geregeld en de verslaggever op pad ging. Ik zou iedereen deze stage aanraden, omdat je op zoveel gebieden iets kunt leren, dat er altijd ruimte is om aan jouw eigen doelen te werken. Ik vind dat ik klaar ben om in de televisiewereld aan de slag te gaan.
16
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Deel III - Jeugdjournaal Er zijn op televisie natuurlijk heel wat nieuwsprogramma's en programma's voor kinderen. Maar de combinatie van kinderen en nieuws vind je op televisie alleen terug bij het Jeugdjournaal. Het NOS Jeugdjournaal is het enige nieuwsprogramma speciaal voor kinderen. Werken bij een nieuwsprogramma voor kinderen lijkt makkelijk, maar dat is het juist niet. Journalistiek en nieuws voor kinderen is misschien nog wel tien keer lastiger dan nieuws voor volwassenen. Dat merk je ook bij de journalisten van het Jeugdjournaal. Zij weten dat hen een moeilijke taak staat en dat ze beter na moeten denken over onderwerpkeuzes dan bijvoorbeeld journalisten bij het Journaal of Netwerk. De grens tussen wat wel en wat niet kan, is dun. Bepaalde onderwerpen, zoals oorlogen of rampen, zijn te belangrijk om niet te laten zien. Maar welke beelden laat je dan zien? En wat vertel je? Hoe leg je kinderen een natuurramp uit of de reden waarom twee landen ruzie hebben met elkaar? Over dat soort onderwerpen wordt constant nagedacht bij het Jeugdjournaal. Beelden kunnen soms erg schokkend zijn, maar zien kinderen tegenwoordig niet alles al op internet? De redactie gaat daar in principe niet van uit. Veel ouders schermen hun kinderen daar een beetje van af, maar je weet nooit wat kinderen allemaal tegen komen. Daarnaast is het Jeugdjournaal ook een goed platform voor kinderen. Waar alle andere programma's het onderwerp van de 'grote mensen-kant' bekijken, kiest het Jeugdjournaal altijd het kind als invalshoek, zoals bijvoorbeeld bij zeilster Laura. De eerste uitzending van het Jeugdjournaal was op 5 januari 1981. De NOS maakte toen voor de eerste keer een journaal voor kinderen. Eigenlijk was het een proef voor twee jaar. Maar in die eerste twee jaar keken er zoveel mensen naar het programma, dat iedereen vond dat het moest blijven. Daarom werd Jeugd binnen de NOS een eigen redactie, met een eigen budget, eigen presentatoren en eigen zendtijd. In die eerste paar jaar werd het Jeugdjournaal maar vijf keer per week uitgezonden. Nu, in 2010, is er elke een uitzending van tien minuten en is er sinds kort ook een ochtendjournaal, van vijf minuten. In die jaren is er ook nog een middaguitzending geweest van vijf minuten en inmiddels is er ook een Jeugdjournaalmagazine op de markt. Daarnaast is, vind ik, het Jeugdjournaal heel belangrijk voor de jeugd. Iedereen die ik ken, keek vroeger naar het Jeugdjournaal of heeft er wel eens van gehoord. Het is dus bekend bij iedereen en een programma wat veel aanzien heeft, in mijn ogen. Sommige mensen doen er juist kinderachtig over, maar ik vind dat het programma heel professioneel met nieuws omgaat en dingen goed uitlegt. Nadat het Jeugdjournaal in Nederland was begonnen, kwamen er langzaamaan over de hele wereld journaals voor kinderen. Onder andere op de Nederlandse Antillen, in Suriname, Zuid-Afrika en in Noorwegen. Toen ik op Curaçao was, heb ik zelf ook een kijkje genomen bij het Jeugdjournaal daar. Nu, na mijn stage hier, kan ik zeggen wat een wereld van verschil dat is. De redactie daar bestaat uit drie mensen die elke week één uitzending maken. De studio is een kantoorruimte die behangen is met kleurrijk papier, de presentatrice maakt zichzelf op en er is één camera en één licht. Bovendien wordt de uitzending niet live gedaan, maar opgenomen. Het verschil is echt ontzettend groot met het Jeugdjournaal in Nederland. Hier zijn elke dag twee uitzendingen, de redactie is tien keer zo groot, er is een professionele studio, professionele cameramensen en ga zo maar door. Het Jeugdjournaal is er 365 dagen per jaar, dus ook in het weekend, de zomervakantie en met kerstmis. Doordat de doelgroep maar erg klein en jong is, namelijk 9 t/m 12 jaar, vernieuwt die zich dus constant. Dat betekent veel herhalen, want de kinderen hebben een achterstand als het gaat om het volgen van nieuws. Dat betekent dat veel informatie wordt weggelaten en andere informatie juist steeds herhaald wordt. Het Jeugdjournaal maakt daarom veel gebruikt van graphics en landkaarten. Je mag er nooit van uitgaan dat kinderen weten dat Madrid de hoofdstad van Spanje is. Dat vertel je telkens weer opnieuw. Natuurlijk is het Jeugdjournaal een journalistiek programma met dezelfde regels en werkwijze als andere journaals. Maar het is meer dan alleen een journaal. Doordat je een kleine en jonge doelgroep hebt, geeft dat ook een bepaalde verantwoordelijkheid. Kinderen moeten iets van het nieuws opsteken, het is nooit de bedoeling om ze bang of in de war te maken. Daarom is het ook niet verboden bij het Jeugdjournaal om te zeggen: "Je denkt misschien..." of "het was even schrikken...". Vooral de website is erg belangrijk voor het programma. Kinderen kunnen daar hun mening kwijt of meer informatie en tips lezen. Bovendien is het ook belangrijk voor hen om meningen van andere kinderen te lezen. Dan weten ze dat ze niet alleen zijn als ze een bepaald onderwerp eng of juist heel leuk vonden.
17
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Wat de redactie ook nog altijd verbaasd, is hoe veel kinderen vaak weten en te vertellen hebben. Tijdens interviews over bepaalde onderwerpen zijn er altijd kinderen die veel meer weten dan je had verwacht. Kinderen zijn vaak op de hoogte van alles wat er speelt. Ze horen het thuis, in de klas of op het schoolplein van vriendjes. En mede daardoor is het Jeugdjournaal zo belangrijk. Het informeert kinderen, maar stelt ze ook gerust of laat ze ook vrolijk nieuws zien. Dat negatieve nieuws blijft beter hangen, dus alleen al daarom sluit het Jeugdjournaal altijd af met iets positiefs of vrolijks. Zodat je niet met een verdrietig gevoel naar bed moet. Het lijkt allemaal heel simpel, maar volgens mij is er goed over nagedacht over de formule van de uitzending. En die verandert ook constant, want geen uitzending is hetzelfde. Daarnaast is er ook ruimte om te experimenteren, om een keer moeilijke onderwerpen aan te pakken of een thema-uitzending te maken, zoals bij de verkiezingen. Het Jeugdjournaal heeft geen concurrentie van andere kindernieuwsprogramma's, simpelweg omdat die er gewoon niet zijn. Je hebt veel kinderprogramma's, maar het Jeugdjournaal is toch een programma apart. Daarnaast heb je natuurlijk veel tijdschriften voor kinderen, zoals Kidsweek. Maar dat is toch anders dan bewegend beeld. Het Jeugdjournaal is snel en kort (elke dag maar tien minuten), maar langer blijven kinderen misschien ook niet geboeid. Bij alles wat de redactie van het Jeugdjournaal tegenkomt, vraagt de journalist zich af: zijn er kinderen bij betrokken? Wat merken kinderen hiervan? Wat zijn de gevolgen voor kinderen? Daardoor wordt meteen duidelijk of het onderwerp voor kinderen interessant genoeg is en dus in het Jeugdjournaal past. Tijdens mijn stage kwamen er vooral veel mailtjes binnen met klachten over een onderwerp met stierenvechten. Ouders verbazen zich waarom we niet zeggen dat dit slecht is of verboden moet worden. Maar dan zouden we een mening geven. Het is juist de bedoeling om de kinderen te leren dat stierenvechten bestaat en dat het in bepaalde landen bij de cultuur hoort en een sport is. Dan is het aan de kinderen zelf om een mening daarover te vormen. Het is niet aan het Jeugdjournaal om te zeggen wat wel en niet mag. Kinderen zijn zo gek nog niet, dus zij kunnen goed een mening vormen over datgene wat ze zien. Vaak zijn het de ouders die iets te heftig vinden of zich niet kunnen vinden in de informatie. Maar er wordt natuurlijk wel geselecteerd, want je laat niet alles zien aan kinderen. Bepaalde bloederige beelden van stierenvechten, laat je weg. Dat kan je niet laten zien aan kinderen. Het belangrijkste wat de journalisten van het Jeugdjournaal zich afvragen, is: is dit beeld relevant? Bij stierenvechten moet je gewoon wat beeld laten zien, maar je kunt er voor kiezen om de meest bloederige beelden weg te laten. Kinderen weten toch wel wat er gaat gebeuren, dat hoeft niet in geur en kleur verteld te worden. Het Jeugdjournaal is daarin erg duidelijk en professioneel. Elk onderwerp wordt tot in de puntjes uitgedacht, want het gaat erom hoe het gepresenteerd wordt. De tekst, het beeld en geluid moet kloppen en het moet kinderen aanspreken. Het feit dat er ook veel oudere mensen naar het Jeugdjournaal kijken, geeft aan hoe duidelijk bepaalde onderwerpen worden uitgelegd. Niet kinderachtig of saai, maar alleen de informatie die je echt moet weten, die echt belangrijk is. Wat voor het Jeugdjournaal ontzettend belangrijk is, is de stelling en het gastenboek op internet. Daarin zie je pas echt wat kinderen van een onderwerp vinden. En soms kan dat heel erg afwijken van wat de redactie dacht dat de kinderen zouden antwoorden. Zo was er een stelling over een jongen van een jaar of 12 die aan stierenvechten deed. Hij werd door de stier aangevallen en viel op de grond. De redactie dacht dat veel kinderen zouden zeggen dat het zielig was voor de jongen. Maar juist heel veel kinderen schreven dat het de eigen schuld is van die jongen. Dan moest hij maar niet gaan stierenvechten. Dat is erg interessant om te zien. Die meningen gelden natuurlijk niet voor alle kinderen, maar over het algemeen denken ze dan toch weer anders over een onderwerp dan je van tevoren bedacht had. In Nederland bestaat het Jeugdjournaal uit verschillende blokken die samen tien minuten zijn. Vaak wordt er geopend met het grootste nieuwsverhaal. Dat kan eigen nieuws zijn of gewoon het belangrijkste nieuws van die dag. Soms komen er dan nog twee grote verhalen of juist een blok met korte berichten. Het laatste item (duurt ongeveer een minuut) is vaak wat luchtiger en een leuke afsluiter van het nieuws. Echt als laatste komt het weerbericht. Soms zijn er ook speciale onderdelen. Zo was er in de zomer de Jeugdjournaalbus, waarmee vier weken door het land werd gereden en nieuwsitems werden gemaakt met kinderen. Ook heb je een serie die Dwars heet, waarbij kinderen kunnen mailen als hen iets dwars zit. Het Jeugdjournaal probeert dan te bemiddelen en dat is erg leuk om te zien. Soms zijn er ook speciale thema-uitzendingen, zoals bij de verkiezingen, Irak-oorlog of de kredietcrisis. Elke zaterdag is er bovendien een Jeugdjournaal Weekoverzicht. Dat geeft een overzicht van de belangrijkste items van die week en duurt meestal zestig minuten. Het zijn gewoon de items die in de uitzendingen zijn geweest van die week. Er wordt niets nieuws voor opgenomen. Ook is er elk jaar een Jeugdjournaal Jaaroverzicht met het belangrijkste nieuws van dat jaar. 18
STAGEVERSLAG JEUGDJOURNAAL TESSA JANSEN
Het Nederlandse Jeugdjournaal haalt het nieuws niet alleen uit de telexen en de kranten en tv-programma's. Van allerlei kanten komen er tips op de redactie, vaak via de mail of telefoon. Bedrijven sturen hun persberichten op en scholen en sportclubs vertellen wat voor evenementen zij hebben gepland. Ook het interviewen van kinderen is een vak apart. Je zorgt altijd dat je op dezelfde hoogte als hen zit of staat en je moet duidelijke en korte vragen stellen. Het liefst ook open vragen of desnoods zeg je: 'vertel daar eens over...'.Ook is het meestal de bedoeling dat het kind alleen is en dat er geen volwassene in de buurt is om het antwoord in te fluisteren. Het goede aan het Jeugdjournaal is dat er een duidelijke balans is in het nieuws. Natuurlijk, als er slecht nieuws is, dan blijft dat ook slecht nieuws. Maar toch proberen ze er altijd iets goeds van te maken, zoals: de hulp is onderweg. Dat stelt kinderen toch een beetje gerust. Maar als er niets positiefs te melden is, dan wordt dat ook niet gedaan. Het Jeugdjournaal behandelt niet alle onderwerpen die in het nieuws voorbijkomen. Het is echt een beperkt deel van het nieuws dat interessant is voor kinderen. Het grote nieuws is altijd interessant, vooral omdat de kinderen dat om hen heen overal te horen krijgen. Daarnaast zijn rampen, bekende mensen, sport en dieren ook heel interessant voor kinderen. Vandaar dat er ook veel dierennieuws in het Jeugdjournaal zit. Vaak denken mensen dat het Jeugdjournaal een simpele versie is van het gewone Journaal. Dat is dus absoluut niet zo. Het NOS Jeugdjournaal is een uniek programma met eigen richtlijnen. Ik heb naast mijn eigen ervaringen, ook deze bronnen gebruikt voor deel III van mijn stageverslag: http://www.volkskrant.nl/multimedia/article1283900.ece/Nieuws_voor_kinderen_mag_niet_te_eng http://www.docukit.nl/inhoud/docukit.asp?tree=NEW142&nummer=NEW142 Ook heb ik informatie gehaald uit readers die ik kreeg aan het begin van mijn stage. Daarin stonden de huisregels, werkwijze en andere handige tips van het Jeugdjournaal.
19