STAGEONDERZOEK Nederlandse ambassade te Santiago de Chile
Chileense belangen bij visserij in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan.
Zwaardvis
Horsmakreel
MA Europees Beleid Opleiding Europese Studies Universiteit van Amsterdam Elise Vinkenborg, 0342920 Docentbegeleider: P.W. Zuidhof Stagecoördinator: L.K. Marácz Stagebegeleider: Maarten Rusch 2 juni – 22 augustus 2008
Dit document is opgesteld door een stagiaire van Hare Majeteits Ambassade te Santiago de Chile. De ambassade aanvaardt geen enkele juridische aansprakelijkheid voor de inhoud van dit document, noch het gebruik ervan.
Samenvatting
Een grote bijdrage aan de economische groei in Chili werd gerealiseerd door de creatie van nieuwe exportsectoren tijdens het militaire regime onder generaal Pinochet. De factoren die het meeste van invloed zijn geweest op het succes van de Chileense vissector zijn het neoliberalisme, de uitbreiding van zeggenschap over de Exclusieve Economische Zone (EEZ) in de zee en goedkope arbeid. Dankzij deregulatie en privatisering kregen ondernemers de kans om de onderontwikkelde sector succesvol te maken. Geografisch gezien kan de groei van de vissector worden verklaard door het feit dat de kuststaat een rijkdom aan natuurlijke factoren bezit waardoor zich veel vissen binnen en rondom zijn EEZ begeven. Om te voorkomen dat bepaalde vissoorten door overbevissing met uitsterven bedreigd raken heeft het staatssecretariaat voor de visserij (SUBPESCA) vanaf de jaren tachtig wetten aangenomen die maxima stellen aan het totaal te vangen vis. In 2001 is er een wet ingevoerd die zowel de industriële als artisanale visserij tot 2012 aan een quotasysteem heeft verbonden. Artisanale vissers wilen een groter percentage toebedeeld krijgen en strijden voor erkenning van hun visserij-activiteiten als beroep waardoor ze aanspraak zullen kunnen maken op sociale rechten. Zij krijgen weinig overheidsaandacht omdat ze haast niks bijdragen aan de Chileense economie. Slechte samenwerking tussen belangenorganisaties van artisanale vissers draagt niet bij aan verbetering van hun situatie. Buiten de EEZ worden Chileense artisanale visser geconfronteerd met concurrentie van Spaanse vissers die vissen op de zwaardvis. Dit heeft geresulteerd in het zwaardvisgeschil tussen Chili en de EU waarover begin 2009 een permanente bilaterale overeenkomst zal worden gesloten. De Chileense regering stelt zich toegankelijk op voor een overeenkomst daar er economisch gezien voor hen weinig te halen valt. Industriële vissers hebben het dankzij grootkapitaal en sterke lobby voor hun rechten beter voor elkaar dan artisanale vissers. Toch hebben ook zij te kampen met problemen. Er is een binnenlands conflict ontstaan tussen de noordelijke en zuidelijke regio’s van Chili over de verdeling van quota van horsmakreel. Daarnaast is bij visserij op de zwaardvis buiten de EEZ sprake van concurrentie met Europese en Aziatische vloten. Het quotasysteem heeft de totaal toegestane vangsten van Chileense vissers van horsmakreel sterk gelimiteerd. Internationale vloten zijn daarentegen niet aan regels gebonden. Door middel van decreet 123 heeft Chili zijn havens voor internationale vissersvloten gesloten en is getracht concurrentie te doen laten afnemen. Dit is echter niet gelukt. Het sluiten van zijn havens heeft de internationale onderhandelingspositie van Chili geschaad en economisch gezien verliezen voor de werkgelegenheid in havensteden met zich meegebracht. Sinds 2006 wordt getracht een multilaterale Regionale Visserij Beheers-Organisatie (RVBO) op te zetten voor visserij in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan. Aangezien steeds minder horsmakreel aanwezig is in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan en de daardoor fellere lobby vanuit de industriële sector is het onderhandelingsstandpunt van Chili over de RVBO verhard.
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding……………………………………………………………………………………………...5
2. Geschiedenis Chileense visserij..........................................................................................................6 2.1 Neoliberalisme………………………………………………………………………………………6 2.2 Gouvernementele instellingen………………………………………………………………………7 2.3 Opkomst industriële visserij………………………………………………………………………...8 2.4 Opkomst artisanale visserij………………………………………………………………………….9 2.5 Huidige situatie Chileense visserij…………………………………………………………………10
3. De Chileense viswet………………………………………………………………………………...11 3.1 Het quotasysteem…………………………………………………………………………………..11 3.2 Problemen artisanale vissers omtrent het quotasysteem…………………………………………...14 3.3 Geschil tussen industriële vissers omtrent de quotaverdeling van horsmakreel…………………...14
4. Belangen artisanale vissers………………………………………………………………………..16 4.1 Onderlinge verdeeldheid belangenorganisaties……………………………………………………16 4.2 De strijd voor sociale rechten……………………………………………………………………...17
5. Voor Chili relevante visserijverdragen……………………………………………………...……19 5.1 VN Zeerechtverdrag……………………………………………………………………….………19 5.2 Galápagos akkoord………………………………………………………………………………...20 5.3 Associatieakkoord met de EU……………………………………………………………………...21
6. Concurrentie Chileense visserij…………………………………………………………………...22 6.1 Toegang tot Chileense havens (Decreet 123)…………………………………………………….. 22 6.2 Visserij op de zwaardvis…………………………………………………………………………..25 6.3 Het zwaardvisgeschil met de EU………………………………………………………………….26 6.4 Visserij op de horsmakreel………………………………………………………………………...29 6.5 Oprichting RVBO………………………………………………………………………………….31 6.6 Controleprobleem RVBO………………………………………………………………………….32
7. Conclusie...........................................................................................................................................35 8. Bronvermelding................................................................................................................................36 9. Interviews…………………………………………………………………………………………..38 10. Websites…………………………………………………………………………………………...39
3
A f k or t i n g e n ASIPES: Asosiación de industriales pesqueros ASONAVE: Asociación nacional de agentes de naves de Chile BBP: Bruto Binnenlands Product BWTC: Bilaterale Wetenschappelijke en Technische Commissie CONAPACH: Confederación Nacional de Pescadores Artesanales de Chile CONFEPACH: Confederación Nacional de Federaciónes de Pescadores Artesanales de Chile CONVEMAR: Convención de las Naciones Unidas sobre el Derecho del Mar CORPESCA: Corporación de pesca CPPS: Comisión Permanente del Pacífico Sur DIRECTEMAR: Dirección General del Territorio Marítimo y Marina Mercante EEZ: Exclusieve Economic Zone EU: Europese Unie FAO: Food and Agriculture Organization FIP: Fondo de Investigación Pesquera GATT: General Agreement on Tariffs and Trade GPS: Global Positioning System IFOP: Instituto de Fomento Pesquero INPESCA: Instituto de investigación Pesquera ITLOS: International Tribunal for The Law of the Sea ITQ: Individual Transferable Quota LMCA: Límite Máximo de Captura ORP: Organización Regional de Pesca PFA: Pelagic Freezer-trawler Association RAE: Registro Artesanal de Extracción RVBO: Regionale Visserij Beheers-Organisatie SERNAPESCA: Servicio Nacional de Pesca SIEP: Sistema de Información Estadístico Pesquero SONAPESCA: Sociedad Nacional de Pesca SPRFMO: South Pacific Regional Fisheries Management Organization SUBPESCA: Subsecretaría de Pesca TAC: Total Allowable Catch UNCLOS: United Nations Convention on the Law of the Sea UNFSA: United Nations Agreement on Straddling Fish Stocks and Highly Migratory Fish Stocks VN: Verenigde Naties VMS: Vessel Monitoring Systeem WTO: World Trade Organisation
4
1 Inleiding
Chili is een internationale voorloper geweest met betrekking tot het vormen van een juridische 200 mijlszone langs zijn kust, ook wel bekend als de Exclusieve Economische Zone (EEZ). In 1947 claimde Chili als één van de eerste landen ter wereld zeggenschap te hebben over dit gebied 4,33 keer zo groot als Chili’s landoppervlak.1 Nadat Chili in 1952 samen met Peru en Ecuador een permanentie commissie had gevormd om over de exploitatie en het behoud van maritieme rijkdommen in de Pacifische Oceaan te spreken (CPPS), werd met de Declaratie van Santiago over de Maritieme Zone politieke soevereiniteit binnen de EEZ gegenereerd. In 1979 voegde Colombia zich bij deze organisatie. Exclusieve rechten over de zee waren voor de kuststaten van de zuidoostelijke Pacifische Oceaan van belang omdat de visserijsector werkgelegenheid creëert en de garantie van genoeg voedsel voor de bevolking verzekert. Daarnaast werd door de soevereiniteit controle bemachtigd over de instandhouding van de ecologische biomassa. Dit onderzoek richt zich op Chileense politieke en economische belangen bij visserij in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan. Bepaald wordt welke afwegingen er zowel binnenslands als op internationaal vlak door de Chileense regering worden en zijn gemaakt om tot beleid te komen. Een weergave van de geschiedenis van de Chileense visserij geeft aan waarom binnen de Chileense EEZ de afgelopen decennia wetten in werking zijn getreden die werkzaamheden van Chileense artisanale en industriële vissers aan quota verbinden. Nader zal worden ingegaan op de situatie waarin artisanale vissers zich bevinden en op een conflict tussen industriële vissers over de verdeling van de vangst. Om het kader te schetsen waarbinnen Chili internationaal betrokken is in de visserij zal vervolgens een overzicht worden gegeven van relevante verdragen waaraan Chili zich heeft verbonden. Deze hebben onder andere internationale erkenning van de Chileense EEZ met zich meegebracht. Vervolgens zal worden bepaald welke belangen een rol hebben gespeeld bij het sluiten van Chileense havens voor buitenlandse vissers. Visserij op de zwaardvis door Spaanse vissers heeft hierbij een rol gespeeld. Omdat de Spaanse vissersvloot als een bedreiging werd gezien is hun aanwezigheid uitgemond in het Zwaardvisgeschil tussen Chili en de EU. Tenslotte zal de internationale visserij op de horsmakreel worden toegelicht omdat de visserij hierop qua omvang het belangrijkste is voor Chili. Chili ondervindt concurrentie van voornamelijk Chinese en Europese vissers op deze soort. Bepaald wordt hoe groot de invloed van visserij buiten de EEZ op de Chileense economie en politiek is. Tenslotte zal worden ingegaan op het opzetten van een Regionale Visserij Beheers-Organisatie (RVBO). Deze wil een einde maken aan ongereguleerde visserij buiten de EEZ’s van de betrokken landen.
1 FAO: Het territoriale gebied van Chili op land beslaat 756,252 km2, de territoriale wateren van de 12 mijlszone beslaan 120,857 km2 en die van de EEZ en de gebieden rondom de eilanden in de oceaan die tot Chili behoren (van 12 tot 200 mijl) beslaan 3,150,739 km2.
5
2 Geschiedenis Chileense visserij
2.1 Neoliberalisme De industriële visserij in Chili was in het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw erg bloeiend. In 1964-1965 ontstonden er echter problemen als gevolg van El Niño, de om de vijf à tien jaar voorkomende uitzonderlijke opwarming van het zeewater die een afzwakking van het visbestand met zich meebrengt en daarmee een slechte periode inluidt voor de visvangst. De vrij toegang van Chileense vissers tot de zee leidde daarnaast tot overkapitalisatie in zowel de visserij als de visverwerkingsector, waardoor de maximale duurzame opbrengst in gevaar kwam. Daarom nam de overheid maatregelen met als doel de sector te herreguleren en werd de industriële vloot genationaliseerd. Voorafgaand aan de machtsovername van Pinochet in 1973 bracht deze nationalisering echter slechts bescheiden economische groei met zich mee. Dit veranderde toen het regime onder Pinochet ernaar streefde om net als in andere sectoren van de economie die afhankelijk zijn van natuurlijke bronnen, hervormingen door te voeren. Vanaf het begin van de jaren zeventig onderging de Chileense visindustrie ontwikkelingen die tot en met het midden van de jaren negentig tot een gemiddelde jaarlijkse groei van 8-9 procent leidden. (Figuur 1)
Figuur 1. Chileense vangsten 1970-1995. Bron: FAO 2
Hervormingen die onder het regime van Pinochet plaatsvonden waren gebaseerd op theorieën van econoom en Nobelprijs winnaar Milton Friedman die vanaf 1946 verbonden was aan de Graduate School of Business van de Universiteit van Chicago. Friedman richtte zich met een sterke voorkeur voor het neoliberalisme op de aanbodkant van de economie. Een geringe invloed van de overheid met
2 Anchoveta = ansjovis; Pilchard = sardine; Jack Mackerel = horsmakreel
6
weinig beperkingen voor het bedrijfsleven en het vrijemarktkapitalisme vormen de kernbegrippen van deze stroming die ook wel bekend staat als de Chicago-school. Het verhaal gaat dat Pinochet weinig van economie wist maar op basis van de algemene filosofie van het liberalisme ruimte liet aan de ‘Chicago Boys’, jonge Chileense economen die onder Friedman hadden gestudeerd. In de jaren tachtig resulteerden economische hervormingen in het opbloeien van de wijn-, fruit-, hout- en vissector. Deze sectoren putten allemaal uit natuurlijke bronnen. De Chileense export was niet meer geheel afhankelijk van fluctuerende koperprijzen als exportproduct waardoor de handelsbalans van het land minder kwetsbaar werd. In 1982 verklaarde Friedman dat hij de sterke groei van de Chileense economie als een ‘economisch wonder’ zag. Vanuit neoliberalistisch oogpunt is de voortdurende groei van de visserijsector te verklaren door de combinatie van de vrije markt met een sterke maar kleine staat die zich zo min mogelijk bemoeit met ondernemers die grote financiële risico’s accepteren en investeren in onderontwikkelde sectoren, ook al waren die niet efficiënt, competitief of winstgevend.
2.2 Gouvernementele instellingen In lijn met de neoliberale filosofie werd aan het einde van de jaren zeventig het management van de visserij grondig herzien en de gouvernementele controle in de sector gedereguleerd. Het in 1976 onder het Ministerie van Economische Zaken vallende staatssecretariaat voor de visserij (SUBPESCA) werd samen met de in 1978 opgerichte nationale visserijdienst (SERNAPESCA) belast met het management van de Chileense visserij. Visserij werd bij dit ministerie ondergebracht omdat de collega van Pinochet bij de Marine die het Ministerie van Economische Zaken beheerde, José Radic Prado, tegelijkertijd zeggenschap wilde hebben over maritieme aangelegenheden. Thans wordt overwogen om visserij weer terug te brengen naar het Ministerie van Landbouw waar het vroeger ook toe behoorde. SUBPESCA is als overheidsorgaan verantwoordelijk voor het formuleren en regelen van beleid voor de Chileense visserij en aquacultuur3, alsmede het nemen van initiatieven voor de economische ontwikkeling van de sector zonder daarbij uit het oog te verliezen dat het behoud van de visstand en de zorg voor het milieu van groot belang zijn voor toekomstige generaties. SERNAPESCA is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het visserijbeleid, daarmee relevante wetgeving en regels in acht nemende. De instelling is voornamelijk belast met de inspectie van vissersboten op naleving van wetgeving betreffende vangstquota daarbij gebruik makend van een satellietsysteem. Een andere belangrijke taak is de controle van certificaten en het waarborgen van de kwaliteit van exportproducten.
3 Aquacultuur is het proces waarbij vissen, schaaldieren en schelpdieren kunstmatig in vijvers en bassins worden gehouden om deze vervolgens te kunnen verhandelen. In Zuid-Chili richt de aquacultuur zich voornamelijk op de zalmkweekindustrie ten bate van exportmarkten in Westerse landen. Internationaal gezien is Chili de tweede producent van Zalm, na Noorwegen.
7
2.3 Opkomst industriële visserij Tussen 1974 en 1978 werd de industriële vloot in Chili geprivatiseerd en slaagden nieuwe ondernemers er door middel van lobbyen in het op vergunningen gebaseerde systeem van toegang tot de havens te vervangen door een systeem van vrije toegang. Privatisering leidde ertoe dat industriële bedrijfjes met het oog op een groter winstperspectief fuseerden en een meerderheid van de bedrijven in handen kwam van welvarende families, waarvan de Anacleto Angelini en de Coloso groep de belangrijkste waren. De Angelini groep is niet alleen marktleider in de vissector, maar ook in de bossector en de gas- en oliesector. Daarnaast bezit deze groep, die één van de drie grote familieconglomeraten in Chili is, veel kapitaal in de energiesector en verzekeringsmarkt. De Coloso groep heeft niet alleen een groot aandeel in visserij, maar ook in de mijnsector en de energiemarkt.4 Winsten werden door de vissers gebruikt om te diversifiëren. Industriële visserij richtte zich voornamelijk op de vangst van ansjovis, sardine en horsmakreel. (Figuur 1) De gevolgen van El Niño in 1972 en 1973 waren dat de horsmakreel en de sardine verder naar het Zuiden migreerden waardoor industriële expansie werd aangemoedigd. Verscheidende vissersbedrijven in het zuiden gingen gebruik maken van pelagische trawlers. Deze boten vissen met grote vierzijdige zweefnetten op vissoorten die op enige afstand van de zeebodem leven. Afhankelijk van de sterkte van het licht zwemmen ze dichtbij het wateroppervlak of dieper in de zee. Op de trawlers worden de vissen verwerkt en ingevroren. Een groot deel van de opbrengst uit deze industriële vorm van visserij wordt tot vismeel verwerkt. Tussen 1974 en 1981 nam de pelagische visserij in de zuidelijke havenstad Talcahuano toe met 75 procent. In het noorden van Chili werden in dezelfde periode de grote en krachtige boten ook ingezet en groeide de inkomsten van de industriële vissector met 58 procent. Hoewel de visvangst vanaf het begin van de jaren zeventig sterk was toegenomen, veranderde de samenstelling van de vangst nadat er in 1977 in zowel het noorden als zuiden van Chili veel minder ansjovis aanwezig was. In het noorden domineerde de vangst van sardine en namen vangstcijfers toe tot aan 1.6 miljoen ton in 1980. Het jaar daarop bereikte de vangst van horsmakreel een piek van 435.000 ton. In het zuiden van Chili werd in dit jaar daarentegen meer horsmakreel gevangen dan sardine, met cijfers van respectievelijk 400.000 en 80.000 ton.5 De winstgevende combinatie van technologische ontwikkeling, deregulatie, privatisering en industriële concentratie zorgde tot en met de jaren tachtig voor een toenemende groei van de Chileense visserij. Bezorgdheid over het behoud van de pelagische visstand in het noorden van Chili leidde er ondanks de economische voorspoed echter toe dat SUBPESCA een aantal adhoc maatregelen moest invoeren. Zo werden regels opgesteld die verboden onvolgroeide vis te vangen, werd het tijdens
4 Andere bedrijven die hedendaags de relatief gesloten vissector domineren zijn: Itata (familie Sarquis); El Golfo (groep Yaconi Santa Cruz); Camanchaca (familie Fernandez Valdés); Pesca Chile (Spaans kapitaal); Frio Sur (joint venture Ijslands en Chileens kapitaal) en Bio Bio (familie Stengel). 5 A.A. Ibarra, C.Reid en A. Thorpe, ‘The Political Economy of Marine Fisheries Development in Peru, Chile and Mexico’, Journal of Latin American Studies, Nr. 2, 2000, pp. 516.
8
bepaalde seizoenen niet toegestaan om te vissen en werden totaal toegestane vangsten (Total Allowable Catches - TAC’s) bepaald. Deze maatregelen hadden echter weinig effect gezien vele schepen zich niet aan de regels hielden of in andere gebieden gingen vissen. Ondanks dat dominante bedrijven in het noorden lobbyden voor mildere regelgeving, werd in 1986 met de inwerkingtreding van decreet 436 de wetgeving aangescherpt, waardoor de pelagische visserij werd bevroren met een maximale toegestane vangst gelijk aan die van het jaar daarvoor. Gezien de visserij in het zuiden van Chili niet door overbevissing werd bedreigd bleef deze ongereguleerd.6 De nieuwe wet zorgde er alsnog niet voor dat de druk op het behoud van de pelagische visstand werd ontnomen. Hoewel de vangst op horsmakreel -met een grotere vangst dan drie miljoen ton- in 1991 toenam, stortte de vangst op sardine in en kwam die terecht op een niveau dat voor het laatst in het midden van de jaren zeventig was behaald. Als gevolg hiervan gingen schepen zich concentreren op de vooralsnog onbenutte vangst van haring. De haringvangst nam toe van 18.000 ton in 1988 tot 560.000 ton in 1991, totdat deze visserij ook ten onderging aan overbevissing.7 Eenzelfde patroon van ongecontroleerde groei van de vangst resulterend in een bedreiging voor het behoud van de visstand is kenmerkend voor de diepzeevisserij van Chili. Anders dan Peru was Chili niet helemaal afhankelijk van pelagische vangsten. Diepzeevisserij vond voornamelijk plaats op heek (in gedroogde vorm bekend als stokvis) in Patagonië en de Zuidelijke Pacific. De vangst op deze soort genereerde significante exportinkomsten dankzij de hoge vraagprijs per product. Ondanks dat de visserij op de Zuid Pacifische heek bijna op een maximaal niveau zat, was het geld dat te verdienen was met diepzeevisserij een stimulans voor internationale bedrijven om zich hierop te richten en werd het de belangrijkste commerciële activiteit van Chili gedurende de jaren tachtig. Omdat de visserij kredietwaardig bleek te zijn namen investeringen van veelbelovende exportgeoriënteerde instellingen zoals de Inter-American Development Bank en Chilean Development Corporation in deze sector van de Chileense economie toe.
2.4 Opkomst artisanale visserij Door toenemende druk op de internationale stokvismarkt, hoge vraagprijzen, rivaliteit tussen industriële visbedrijven en het wegblijven van regelgeving betreffende de toegang van schepen tot visrijke gebieden werd het eind jaren zeventig ook voor artisanale vissers interessant om deel uit te maken van de visserijsector. Zij slaagden er in om op brede schaal verbeterd materiaal in te zetten. Dit droeg bij tot een groei van hun vloot in Regio XI tussen 1979 en 1989 met maar liefst 340 procent.8 Als gevolg van overbevissing was er tegen 1989 steeds minder Stokvis voorradig in het Patagonische kustgebied, nam de concurrentie tussen leveranciers toe en moesten steeds meer bedrijfjes zich failliet 6 Julio Peña-Torres, The Political Economy of Fishing Regulation: The case of Chile, University of London. Marine Resource of Economics, Volume 12, 1997, pp. 258-259. 7 A.A. Ibarra, C.Reid en A. Thorpe, ‘The Political Economy of Marine Fisheries Development in Peru, Chile and Mexico’, Journal of Latin American Studies, Nr. 2, 2000, pp. 517. 8 Idem.
9
verklaren. Dit resulteerde in de vraag van vissers aan de overheid om in te grijpen. Om het hoofd te kunnen bieden aan de industriële visserij werd door de artisanale vissers de nationale confederatie van artisanale vissers CONAPACH opgericht. Deze organisatie is tegen de invoering van een quotasysteem voor artisanale vissers en vind deze vorm van het aan banden leggen van activiteiten van artisanale vissers ongepast. Toen de pesident van CONAPACH, Humberto Chamorro, in 1998 liet weten sympathie te hebben voor de overheidsmaatregel ontstond er onderlinge verdeeldheid binnen CONAPACH omdat zijn standpunt niet door iedereen werd gevolgd. Daarom richtte Chamorro met zijn volgelingen CONFEPACH op; een nieuwe belangenorganisatie voor artisanale vissers. In hoofdstuk 3.2 en hoofdstuk 4 zal nader worden ingegaan op problemen tussen beide organisaties en politieke belangen die zij hebben.
2.5 Huidige situatie Chileense vissector De mijnbouw levert Chili zes keer meer opbrengsten dan de vissector. (Figuur 2) Belangen van de Chileense regering in de visserij zijn dan ook niet puur economisch. Hoewel de mijnsector vanwege een hoge vraagprijs van koper en een monopoliepositie voor Chili veel geld genereert voor het Bruto Binnenlands Product (BBP), vervult de vissector op sociaal en politiek gebied een belangrijke rol. Door de lange kust die Chili bezit en de grote hoeveelheid mensen die afhankelijk zijn van werkgelegenheid op zee of aan wal moet de overheid maatregelen treffen om zowel belangen van artisanale als industriële vissers te behartigen. Vanwege een beperkt budget en tegenstrijdige belangen is dit nogal gecompliceerd. Gezien de industriële visserij in handen is van een aantal welvarende families die goede relaties hebben met de Chileense regering, hebben deze vissers sociale rechten verworven. Artisanale vissers zijn achtergesteld gebleven en de situatie waarin zij zich bevinden geniet weinig aandacht. In de komende twee hoofdstukken zal worden ingegaan op problemen binnen Chili betreffende het quotasysteem en de positie van artisanale vissers. Daarna wordt een beeld geschetst van hoe Chili zich op internationaal vlak positioneert en hoe het land omgaat met concurrentie in de visserij op vissoorten die van binnen de EEZ naar de vrije toegankelijke oceaan migreren.
10
Aandeel Chileense sectoren Bruto Binnenlands Product in 2006 17,4%
16,7%
11,5%
10,7% 7,9%
7,4%
7,2% 5,8% 4,3%
4,0%
3,0%
2,7%
Bo an uw de l, Ho re ca Tr an C s po om rt Fi m na un nc ica ië t ie le di en st W en oo n se Pu ct bl or ie ke se ct or O ve rh ei d
H
Vi ss
er ij M ijn b El ou ek w tri In ci du te it, st rie G as ,W at er
La nd bo uw
,V ee te el
t, B
os b
ou w
1,3%
Figuur 2. Bron: Centrale bank Chili
3. De Chileense viswet
3.1 Het quotasysteem Eind 1989 deed de regering een voorstel voor een Chileense viswet.9 Onder de derde titel van de Chileense viswet uit 1989 staan normen voor industriële vissers vermeld en onder de vierde titel kunnen artisanale vissers terugvinden aan welke regels zij gebonden werden. De wet had tot doel om tot een systeem te komen dat het behoud van de visstand in overeenstemming met economisch rendement zou brengen. Dit wilde de regering doen door middel van individueel overdraagbare quota (ITQ’s) voor industriële visserij op vissoorten die volledig geëxploiteerd waren. Artisanale vissers zouden zich voortaan moeten inschrijven in een landelijke register, maar mochten vrij blijven vissen. Pas als een vissoort door overbevissing werd bedreigd zou de inschrijving worden gesloten en quota worden toegewezen aan geregistreerde schepen. De directe goedkeuring van de wet werd verhinderd vanwege twijfels over de constitutionele geldigheid en de overgang naar het democratische systeem in Chili. Er ontstond een conflict tussen de staat en dominante firma’s in de noordelijke industriële visserij (die krachtig tegen de regeling lobbyden) omdat vangstlimieten een beperking van activiteiten met zich mee zou brengen. In september 1991 werd na uitgebreid overleg tussen de regering en vertegenwoordigers van de industriële vissector een compromis gesloten in de vorm van decreet 430. Volgens de toenmalige ondersecretaris voor visserij, Patricio Pavez, streefde het decreet ernaar om ‘efficiënt om te gaan met het visbestand zodat op de lange termijn netto sociaal voordeel zou kunnen worden geleverd’.10 Er werd bepaald of visserij activiteiten volledig geëxploiteerd, in herstel of in
9 Ley General de Pesca y Acuicultura, N˚ 18.892. 10 Fisheries country profile FAO, 2004.
11
opkomst waren. Voor visserij op soorten die volledig geëxploiteerd of in herstel waren werden veilingen gehouden zodat vissers vergunningen van ITQ’s konden bemachtigen. Voor visserij in opkomende industrieën werden minder strikte regels opgesteld. Een grote verandering die decreet 430 met zich meebracht is dat een einde werd gemaakt aan de vrije toegang tot de Chileense EEZ. Gezien decreet 430 er niet in is geslaagd de groei van visserij-inspanningen in bedwang te houden, zag de Chileense regering, net als Peru, het belang in van verdere regulatie door middel van een nieuwe viswet die globale en individuele vangstquota zou bepalen. Ondanks dat artisanale vissers dit probeerden te frustreren is er in 2001 een wet11 ingevoerd die de Chileense visserij verbond aan een strikt quotasysteem. Deze wet had in eerste instantie een geldigheidsduur van twee jaar maar is uiteindelijk met een duur van tien jaar verlengd tot 2012.12 Elk jaar opnieuw wordt bepaald hoeveel ton zowel de artisanale als de industriële vissers mogen vissen. Het percentage daarvan is voor de gehele periode van tien jaar vastgesteld. Voor artisanale vissers is gebaseerd op artikel 3, 4 en 47 van laatstgenoemde viswet een quotasysteem voor artisanale vissers (R A E ) in werking getreden. De RAE verdeelt quota aan organisaties van artisanale vissers en individuele artisanale vissers in bepaalde seizoenen over de Chileense regio’s die in figuur 3 staan weergegeven. Argumenten voor de invoering van dit systeem (dat voor de vangst van heek, ansjovis, sardine en horsmakreel is ingevoerd) zijn dat de toetreding van nieuwe vissers wordt tegengegaan en traditionele vissers worden erkend.13 Via de viswet hebben artisanale vissers het exclusieve recht verworven om binnen vijf mijl langs de kust te vissen. Om te verzekeren dat industriële vissers geen gebruik maken van dit gebied worden zij verplicht hun positie via een satellietsysteem (GPS) aan SERNAPESCA te melden.
11 Ley N˚ 19.713. 12 door middel van Ley N˚ 19.849. 13 Evaluación social y económica de la implementación del regimen artesanal de extracción (RAE) en la pesquería pelágica de las regiónes de Valparaíso, del BioBío, de los Ríos, y de los lagos. Fondo de investigación pesquera. pp.3.
12
Regio I: Tarapaca Havens in Arica en Iquique Regio II: Antofagasta Havens in Tocopilla en Mejillones
Regio III: Atacama Haven in Caldera Regio IV: Coquimbo Haven in Coquimbo Regio V: Valparaíso Havens in Valparaíso en San Antonio Regio Metropolitana Regio VI: Libertador B. O’Higgins Regio VII: Maule Geen industriële havens Regio VIII: Bio-Bio Havens in Tomé, Talcahuano, Coronel en Lota Regio IX: Araucania Geen industriële havens Regio X: Los Lagos Havens in Corral, Valdivia, Puerto Montt, Calbuco, Castro en Chaitén Regio XI: Aisen del Gral. Carlos Ibañez del Campo Haven Puerto Aisén en Puerto Chacabuco
Regio XII: Magallanes y de la Antartica Chilena Haven Puerto Natales en Punto Arenas
Figuur 3. Industriële havens in Chili. Bron: www.camera.cl Het systeem van vangstlimieten voor industriële vissers (LMCA) staat in artikel 2 van de viswet opgenomen en bracht met zich mee dat het voor deze vissers voordelig was om associaties te vormen waardoor zij met een beperkter aantal schepen efficiënter konden werken. De vangst van horsmakreel, sardine, ansjovis, heek, zeepaling en garnalen is verbonden aan het quotasysteem. Hoewel de verdeling van quota voor artisanale vissers per regio wordt bepaald, zijn die voor industriële vissers onderverdeeld in vijf zones waarin ze gebonden zijn aan maximale vangstlimieten. In seizoenen waarin vissoorten zich voortplanten is het voor de vissers verboden om uit te varen. De verschillende gebieden waar binnen industriële vissers op de voor hun vastgestelde quota mogen vissen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Regio I - II Regio III - ІV Regio V - IX Regio X Regio X – XIII
13
3.2 Problemen van artisanale vissers omtrent het quotasysteem CONAPACH is het oneens met de quotaverdeling voor artisanale vissers over regio’s en vindt dat de ruimte waarbinnen zij hun activiteiten kunnen uitvoeren gelijk moet worden gesteld aan die van hun industriële rivalen.14 SERNAPESCA benadrukt echter de noodzakelijkheid van de kleinere gebieden voor artisanale vissers. In de eerste plaats wordt er door artisanale vissers binnen hun exclusieve vijf mijlszone voornamelijk gevist op niet migrerende schelp- en schaaldieren. De industriële visserij richt zich daarentegen meer op vissoorten die zich verplaatsen waardoor behoefte is aan bredere regio’s om ze te vangen. Daarnaast veroorzaakte vrije visserij van artisanale vissers vóór 1990 langs de gehele Chileense kust problemen. Als vissoorten zich in bepaalde gebieden begaven gingen alle artisanale vissers daarheen om er op te vissen tot er niks meer over was. Door de onderverdeling per regio zijn artisanale vissers zich meer gaan bekommeren over het behoud van de visstand en de bescherming van hun gebied tegen illegale visserij door vissers uit andere regio’s. De gebondenheid van artisanale vissers aan regio’s heeft voor minder gedupeerden als gevolg van concurrentie gezorgd.15 Artisanale vissers vinden het daarnaast onterecht dat ze veel kleinere percentages van de TAC’s toebedeeld hebben gekregen dan industriële vissers en willen een groter aandeel in de visserij. CONFEPACH heeft voorgesteld om jaarlijks vijf procent van quota die door de industriële vissers onbenut is gebleven op te slokken.16 Industriële vissers dit een belachelijk idee. Zij ondervinden concurrentie van internationale visserij en kunnen daardoor de afgelopen jaren niet vangen wat ze toebedeeld is. Hierdoor valt er volgens hen dan ook niks te verdelen.17
3.3 Geschil tussen industriële vissers omtrent de verdeling van quota horsmakreel Visserij op de horsmakreel is qua omvang de belangrijkste visserij activiteit van Chili. Een overzicht van de vangst van horsmakreel staat in tabel 1 weergegeven. In 2007 maakten industriële en artisanale vangsten samen 32 procent uit van de totale vangst van het land. Het quotasysteem regelt dat artisanale vissers recht hebben op vijf procent van het totaal en dat industriële vissers de rest mogen vangen van de 1,5 miljoen ton Horsmakreel die in 2007 als TAC is gesteld. Dit is veel minder dan zij tien jaar geleden deden. In figuur 1 op pagina 5 is te zien dat in 1995 nog meer dan vier miljoen ton werd gevangen.
14 Interview met secretaris generaal Cosme Carraciolo van CONAPACH. 15 Interview met Braulio Cubillos Segovia, hoofd afdeling informatiesystemen en statistieken visserij bij SERNAPESCA. 16 Powerpoint-presentatie gemaakt door president Gemaakt door Humberto Chamorro A. van CONFEPACH. ‘Perspectivas sobre la ley de pesca y la pesca artesanal en Chile.’ (www.confepach.cl) 17 Interview met directeur Héctor Bacigalupo van SONAPESCA.
14
Regio
Artisanale Industriële
Maand Industriële vissers
Totaal
vissers
vissers
XV
9
33.334
I
-
110.370
II
126
28.622
Jan
-
III
9.899
-
Feb
-
IV
17.406
2.192
Maart
349
V
4.674
152
April
15.165
VI
-
-
Mei
56.198
VII
271
-
Jun
132.977
VIII
15.861
807.794
Jul
49.315
IX
4
-
Aug
3.320
XIV
63
7.262
Sept
39
X
747
-
Okt
5
XI
42
-
Nov
4
XII
-
-
Dec
25
Totaal
49.102
989.726
257.397
1.296.225
(4%)
(76%)
(20%)
(100%)
1,2%
24,3%
6,3%
31,9%
Percentage totale
buiten EEZ
visserij Chili
Tabel 1. Chileense visserij op Horsmakreel uitgedrukt in ton, 2007. Bron: SERNAPESCA
Binnen Chili is sprake van onenigheid tussen de twee noordelijke regio’s (I en II) en de achtste regio (VIII) van het land betreffende de quotaverdeling van de horsmakreel. In tabel 1 is te zien dat de vangstcijfers in deze gebieden landelijk gezien het hoogste zijn. De gelimiteerde visserij die de Chileense viswet genereerde heeft met zich meegebracht dat de werkgelegenheid voor industriële vissers in het noorden sterk is afgenomen en meer dan 5.000 mensen hun baan verloren.18 CORPESCA is de organisatie die belangen vertegenwoordigd van industriële vissers in het noorden. De Angelini groep is de grootste aandeelhouder in visserij op horsmakreel in dit gebied.19 CORPESCA wil dat visserij in de zuidelijke achtste regio minder van de TAC krijgt toebedeeld. De visie van de organisatie is dat hun quota, die tien procent van de nationale vangst beslaat, niet in verhouding staat met de negentig procent die de zuidelijke vissers toebedeeld hebben gekregen. Belangenvertegenwoordiger van industriële vissers in de achtste regio, ASIPES, stelt daar tegenover dat de noordelijke vloot tegen de wet in vissen kleiner dan 26 centimeter vangt. Zij verklaren dat de
18 Interview met directeur Héctor Bacigalupo van SONAPESCA. 19 Andere belangrijke partijen die deel uitmaken van Corpesca zijn de familie Lecaros Menéndez en de familie Camanchaca. Zij bezitten bedrijven van Francisco Cifuentes en Jorge Fernández die vismeel en visolie produceren.
15
horsmakreel vanuit het zuiden naar het noorden migreert om zich voort te planten. De vangst van onvolwassen, kleine vissen brengt met zich mee dat ze niet terug kunnen migreren naar de achtste regio en de soort met uitsterven wordt bedreigd. Vissers uit de noordelijke havens van Iquique en Antogafasta stellen dat deze bedreiging wel meevalt gezien het kleine percentage vis dat ze mogen vangen. De consensus over migratiecycli van horsmakreel heeft een rol gespeeld in het conflict. Een gedeelte van de horsmakreel zwemt vanuit het noorden van Chili richting Peru en een ander gedeelte zwemt na zich voort te planten terug naar de achtste regio. Verschillende studies hebben een andere invalshoek over het aantal soorten in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan. Het is onduidelijk of er meerdere soorten horsmakreel zijn of er één soort is die onder andere condities in de oceaan anders groeit.20 Hoewel ASIPES stelt dat sprake is van één soort, zijn vissers uit het noorden ervan overtuigd dat er een tweede, kleinere soort is. Dit legitimeert hun vangst van vissen korter dan 26 centimeter. Bij besprekingen tussen de rivalen uit het noorden en het zuiden is het niet gebleven. Na een golf van ontslagen in het noorden, werden met grote agressie diverse manifestaties en protesten in de belangrijkste havensteden gevoerd, waarin de overheid gevraagd werd de vangstquota met 100.000 ton te verruimen. Hoewel het tijdens besprekingen tussen Corpesca en het Ministerie van Economische Zaken leek alsof de quota zou worden uitgebreid omdat de overheid een nieuw sociaal conflict wilde voorkomen is dit uiteindelijk niet gebeurd. 21
4. Artisanale visserij
4.1 Onderlinge verdeeldheid belangenorganisaties CONAPACH en CONFEPACH behartigen nationale belangen van artisanale vissers. Hoewel vertegenwoordigers van beide organisaties van mening zijn dat belangrijke veranderingen in de Chileense viswet moeten worden doorgevoerd kenmerken ze zich door een verschillende strategie om hun doel te bereiken. CONAPACH staat bekend als een radicale organisatie die veel de straat op gaat om door middel van manifestaties uiting te geven aan frustraties. Hun strijd voor meer sociale, politieke en economische rechten gaat gepaard met aversie tegen elke vorm van het huidige overheidsbeleid. De Secretaris Generaal van CONAPACH, Cosme Carraciolo, is van mening dat industriële visserij zo ver mogelijk moet worden beperkt en het liefst moet verdwijnen. Visserijactiviteiten van Chileense vissers zouden zich alleen moeten richten op het vangen van vis die direct bedoeld is voor menselijke consumptie. De industrie is teveel gericht op het vangen van vis die wordt geëxporteerd voor andere doeleinden, zoals de verwerking tot veevoer. Daarnaast pleit Carraciolo sterk tegen het toenemende aandeel dat de Chileense zalmindustrie inneemt. Zalm in kwekerijen wordt gevoerd met vangsten van de industriële vloot. Voor het kweken van één kilo zalm is er zeven kilo horsmakreel nodig, en dat wordt niet alleen door CONAPACH, maar ook door 20 Interview met ex-staatssecretaris Carlos Hernández van SUBPESCA, nu werkzaam als onderzoeker bij FAO. 21 Myriam Mellado: ‘La nueva gran disputa de los Angelini.’, Qué pasa, augustus 2007, p.26-31.
16
milieuorganisaties als veel te veel gezien.22 Demonstraties van CONAPACH worden met harde hand neergeslagen door Chileense autoriteiten zonder dat ze enige verandering in de omstandigheden van artisanale vissers met zich meebrengen. CONFEPACH tracht via onderhandelingen met de regering tot compromissen en oplossingen te komen. De organisatie vertegenwoordigt meer dan 17.000 vissers en zoekt gericht naar oplossingen om hun arbeidsomstandigheden te verbeteren. Hugo Arancibia Zamorano, de president van CONFEPACH, verwijt het CONAPACH te spreken over ontwikkeling van de artisanale sector zonder met concrete voorstellen te komen. Vanaf 2000 is CONFEPACH inhoudelijk gericht op zoek naar manieren om huidige wetgeving te hervormen zonder daarbij een doel uit ogen te verliezen. Tegelijkertijd wordt wel gerealiseerd dat de industriële visserij economisch gezien belangrijker is voor Chili en dat veel artisanale vissers afhankelijk zijn van de industrie. Daarom is het onmogelijk om hele grote veranderingen door CONFEPACH
inneemt
te voeren.23 Vanwege de kritische maar objectievere positie die wordt
deze
organisatie
door
SUBPESCA
als
belangrijkste
belangenvertegenwoordiger van artisanale vissers gezien. Het is moeilijk voor de Chileense overheid om met CONAPACH en CONFEPACH samen naar oplossingen te zoeken omdat ze slecht samenwerken.24
4.2 De strijd voor sociale rechten Een belangrijk thema waar CONFEPACH onderhandelingen over voert met SUBPESCA is de erkenning van werkzaamheden van artisanale vissers als beroep in plaats van activiteit. Artisanale visserij wordt door de regering als onbelangrijke economische inkomstenbron gezien waar weinig geld voor moet worden vrijgemaakt. Vissers kunnen niet rekenen op sociale steun in geval zij arbeidsongeschikt raken of er geen vis beschikbaar is in de zee. Door het gebrek aan sociale rechten kunnen zij ook niet rekenen op een pensioen. Wanneer het werk dat artisanale vissers verrichten officieel wordt erkend zullen hun arbeidsomstandigheden verbeteren.25 Dit zal echter niet gebeuren gezien hun inspanningen weinig bijdragen aan de Chileense economie.26 Wetgeving is dan ook gericht op bescherming en behoud van de visstand en niet op commercie. Industriële vissers hebben wel sociale rechten. Hoewel ongeveer twintig procent van de artisanale vissers hun vangst aan de industrie leveren kunnen zij niet op steun van de overheid rekenen.27 Volgens SONAPESCA is de prioriteit die uitgaat naar rechten voor industriële vissers te verklaren met het gegeven dat hun vangst van één ton vis tien keer meer economische waarde genereert en vijf keer zoveel mensen aan het werk zet.28
22 Interview secretaris generaal Cosme Carraciolo van CONAPACH. 23 Interview met president Don Hugo Arancibia Zamorano van CONFEPACH. 24 Interview met Braulio Cubillos Segovia, hoofd afdeling informatiesystemen en statistieken visserij bij SERNAPESCA. 25 Interview met president Don Hugo Arancibia Zamorano van CONFEPACH. 26 Interview met hoofd afseling onderzoek vissector Alejandro Gertosio Ramírez, SUBPESCA. 27 Interview met ex-staatssecretaris Carlos Hernández van SUBPESCA, nu werkzaam als onderzoeker bij FAO. 28 Interview met directeur Héctor Bacigalupo van SONAPESCA.
17
Artisanale vissers voelen zich niet alleen gediscrimineerd ten opzichte van industriële vissers, maar ook ten opzichte van mijnwerkers die vanwege de grote economische opbrengst die zij leveren aan de Chileense economie altijd volop in de belangstelling staan. SERNAPESCA vindt dat gedupeerde artisanale vissers moeten inzien dat zij meer geld kunnen verdienen als ze een commerciële verkoopsmentaliteit ontwikkelen. In de huidige situatie verdienen ze weinig geld terwijl in de supermarkt veel wordt betaald voor hun product. Artisanale vissers moeten op zoek gaan naar een mechanisme om hun situatie te verbeteren. Sociale factoren zoals het gebrek aan educatie- dragen bij aan de slechte handelsmentaliteit van de vissers. Door middel van
professionalisering zouden ze zelfstandig kunnen worden. Dit is problematisch omdat veel
artisanale vissers historisch gezien afhankelijk zijn van (industriële) kapitalisten die hen nieuwe boten en materiaal leveren. In ruil daarvoor moeten zij hun vangst aan hen afstaan voor een lage, vaste prijs. Er is geen sociale hulp of steun van de overheid of een Chileense instelling om deze situatie te doorbreken en de vissers te helpen zich te concentreren op andere bedrijvigheid. Zij kunnen hun vis niet kunnen verkopen aan de hoogste bieder en hun prijs baseren op het marktmechanisme. Er zijn tot nog toe weinig artisanale vissers in geslaagd iets voor zich zelf op te zetten.29 De komst van illegale vissers en nieuwe toetreders van buiten de sector tot artisanale visserij zorgt voor toenemende concurrentie waar traditionele vissers niet tegen opgewassen zijn.30 Ten tijde van economische malaise in andere Chileense sectoren zien veel Chileense arbeiders een kans op een betere toekomst door als artisanale visser aan de slag te gaan. Velen hiervan schrijven zich echter niet in in het nationale register waardoor de markt ontransparant is. Hoewel 42.000 artisanale vissers staan ingeschreven in het nationale register (zie tabel 2), zijn er naar schatting in werkelijkheid meer dan 100.000 vissers actief. 31
29 Interview met Braulio Cubillos Segovia, hoofd afdeling informatiesystemen en statistieken visserij bij SERNAPESCA. 30 Interview met president Don Hugo Arancibia Zamorano van CONFEPACH. 31 Interview met ex-staatssecretaris Carlos Hernández van SUBPESCA, nu werkzaam als onderzoeker bij FAO.
18
REGIO I II III IV V VI VII VIII IX X XI XII TOTAAL
Vakbonden zelfstandige vissers 22 28 19 18 37 16 21 53 7 240 32 12 505
Gildes
Coöperaties
Regionale federaties
Totaal aantal organisaties
2 1 3 29 7 0 3 19 2 38 13 2 119
2 0 0 4 3 0 0 4 0 12 0 3 28
1 2 2 3 3 2 1 2 1 11 7 1 36
27 31 24 54 50 18 25 78 10 301 52 18 688
Totaal aantal artisanale vissers 2 748 1 691 1 615 7 498 4 275 794 995 6 913 924 11 405 1 932 1 301 42 091
Tabel 2. Artisanale vissers ingeschreven in het vissersregister van Chili, mei 2008. Bron: Sonapesca
Confepach wil van de verhoogde bedragen die artisanale vissers voor hun vaarbewijs moeten betalen af. Deze zijn echter ingevoerd om projecten te financieren om mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt te steunen, dus het geld blijft in de artisanale sector.32 De Chileense regering is niet van plan in de toekomst meer geld te besteden aan artisanale vissers. Vooral niet voor vissers die geen verleden hebben met het uitvoeren van hun activiteit.
5. Voor Chili relevante visserijverdragen 5.1 VN Zeerechtverdrag Soevereiniteit van landen over hun kustgebied is de basis van het VN Zeerechtverdrag33 dat in 1982 werd getekend en in 1994 voor 149 landen in werking is getreden. In het verdrag zijn bepalingen opgenomen die nationale jurisdictie over bepaalde zones in de zee vastleggen. Tevens regelt het wereldwijd het internationaal recht met betrekking tot het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en het voorkomen van milieuverontreiniging in zeeën, hoewel effecten voor de bescherming van de visstand nog niet overal worden waargenomen. Chili nam in 1973 tijdens de derde conferentie van het VN Zeerechtverdrag actief deel aan de onderhandelingen over de erkenning van de 200 mijlszone. De onderhandeling resulteerden in de erkenning voor kuststaten van absolute jurisdictie over territoriale wateren die gemeten vanaf de laagwaterlijn een gebied van twaalf zeemijl beslaan. In dit gebied is de kuststaat vrij om wetten uit te vaardigen en elke hulpbron te gebruiken. Twaalf mijl verder, oftewel 24 mijl van de basislijn, is de ‘aansluitende zone’ te vinden. Binnen deze zone, die overigens niet door alle kustlanden geclaimd wordt, kon een land beperkte jurisdictie uitoefenen, bijvoorbeeld met betrekking tot smokkel of illegale immigratie. De EEZ’s van landen verlegden de exploitatierechten
32 Interview met directeur Héctor Bacigalupo van SONAPESCA. 33 United Nations Convention on the Law of the Sea, 10 december 1982.
19
van landen betreffende de visserij tot 200 mijl uit de kust. Binnen deze territoriale visserszone verwierven internationale schepen het recht van ‘onschuldige passage’. In decreet 430 uit 1991 voerde Chili de zogenaamde Mar Presencial34 in. Deze Chileense uitvinding wil zeggen dat Chili bijzondere interesse toont in het deel aangrenzend aan zijn EEZ. De internationale gemeenschap zag de Chileense Mar Presencial als een unilaterale maritieme claim van zeggenschap buiten zijn EEZ en een manier om de grens zoals die door het VN Zeerechtverdrag werd gedefinieerd te overschrijden. Dit is echter niet het geval. Chili heeft enkel de intentie aangegeven buiten zijn EEZ aanwezig te opereren voor het verkrijgen van informatie over maritieme activiteiten van andere staten. Met deze informatie kan de invloed van internationale visserij op Chileense visserij worden achterhaald.35 De toegevoegde waarde van de Mar Presencial is duidelijk. Gezien gedurende de jaren negentig weinig informatie door internationale vissers betreffende hun aanwezigheid en vangsten in de zuidoostelijke Pacific werd vrijgegeven (aan de FAO) was de Chileense overheid afhankelijk van eigen informatie van haar marine. Deze informatie werd essentieel gevonden omdat de confrontatie met ongereguleerde visserij op sterk migrerende soorten direct effect had voor het bepalen van overheidsbeleid.36
5.2 Galápagos akkoord Om bescherming te bieden aan vissoorten die van binnen naar buiten EEZ’s van kuststaten migreren, trachtten Chili, Colombia, Ecuador en Peru in 1997 tijdens de vijfde bijeenkomst van de CPPS tot een kaderovereenkomst te komen. Partijen kwamen inhoudelijk overeen dat samenwerking over een toekomstig verdrag open zou moeten staan voor derde staten indien zij prioriteit zouden geven aan bescherming en behoud van maritieme rijkdommen in internationale wateren. In 2000 leidden onderhandelingen tot het Galápagos verdrag37 dat als doel had in de zee levende wezens te beschermen, en in het bijzonder sterk migrerende soorten.38 Chili ratificeerde het Galápagos verdrag in 2001. Het is tot op heden echter niet in werking getreden gezien Colombia het niet wil ratificeren en bepaald is dat alle deelnemende staten dat moeten doen. Chili heeft gepoogd via een amendement de status quo van dit vereiste te veranderen, maar daar heeft Peru niet mee ingestemd. Hier zijn twee verklaringen voor: ten eerste zou Peru hierdoor nationale regelgeving betreffende het aanmeren van internationale schepen moeten aanscherpen, wat negatieve economische gevolgen met zich mee brengt voor met name de werkgelegenheid. De tweede reden is dat Peru geen groot belang heeft bij visserij
34 Mar presencial, artikel 124 en 172 uit decreet 430. 35 M.A. Orellana, ‘The Swordfish Dispute between the EU and Chile at the ITLOS and the WTO’, Nordic Journal of International Law, Nr. 1, 2002, pp. 71-72. 36 Idem, pp. 72. 37 Acuerdo marco para la conservación de los recursos vivos marinos en la alta mar del Pacífico Sudeste, getekend in Santiago de Chile op 14 augustus 2000 (nog niet van kracht). 38 Galápagos akkoord, artikel 2.
20
op de migrerende horsmakreel en zwaardvis, omdat het land zich vooral richt op het vissen van tonijn.39 Vanwege het grensconflict met Chili voelde Peru zich ook niet geneigd Chili bij te staan door middel van samenwerking in het te sluiten akkoord. Chili startte een lobby om Colombia ervan te overtuigen het akkoord te ratificeren, maar dit had geen succes.40 Het Galápagos verdrag bepaalt expliciet dat visserij in de vrij toegankelijke oceaan ondergeschikt is aan wetgeving, belangen en duurzaamheidstandaarden van kuststaten die gelden binnen de territoriale zones van de kuststaten. Wetten die buiten de EEZ’s worden ingevoerd mogen niet minder strikt zijn dan nationale maatregelen, moeten overeenstemmen met nationale wetgeving en mogen de effectiviteit daarvan niet ondermijnen.41 Multilaterale samenwerking kwam door het Galápagos akkoord niet van de grond omdat andere landen met visserijactiviteiten in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan niet werden betrokken bij het bepalen van de inhoud van de tekst. De EU heeft het Chili verweten alleen te willen onderhandelen met Pacifische kuststaten waardoor de onwil om samen te werken met landen die vissen in de Zuidoostelijke Pacifische oceaan naar voren kwam. Zo bleef Chili bijvoorbeeld tijdens onderhandelingen met China over petities halsstarrig bij zijn streven.42 Door deze drukkende instelling mist het land groeikansen en verslechtert zijn reputatie.
5.3 Associatieakkoord met de EU Na een onderhandelingsperiode van drie jaar werd in november 2002 een Associatieakkoord tussen Chili en de EU gesloten dat in februari 2003 in werking trad. Het akkoord stelt onder andere technische normen en standaarden voor de invoer van vrije handel en een proces om geschillen op te lossen. Door de vrije toegang tot elkanders markt werden wederzijdse investeringen en het gebruik van financiële diensten mogelijk gemaakt. De visserijsector was één van de meest gevoelige sectoren voor Chili tijdens onderhandelingen over het akkoord. Er is geen echte overeenstemming over visvangst tot stand gekomen omdat de netelige vraag over de toegang van Europese visserijschepen tot Chileense havens ontweken werd. Terwijl Spanje verschillende malen aandrong op toegang tot de Chileense territoriale wateren en havens sprak Chili over de noodzaak om de aanwezige visbestanden te beschermen. In het Associatieakkoord zijn vrijhandelsbepalingen opgenomen die 90 à 95 procent van handel in vis en visserijproducten met een periode van tien jaar tot 2013 hebben geliberaliseerd.43 Het akkoord stelt regels over de registratie van schepen van Europese eigenaars, vergunningen, quota en de transfer van EU-schepen naar Chili. In het kader van investeringsbepalingen is een afzonderlijk
39 Interview vicepresident Carlos Manterola Carlson van ASONAVE. 40 Verklaring van vicepresident Carlos Manterola Carlson van ASONAVE: ‘Frente al Acuerdo Galápagos’ in april 2007. 41 Galápagos akkoord, artikel 5.1.e. 42 Archief ambassade 43 E. Nachtergaele en G. Zwaenepoel, Beschouwingen rond het associatieakkoord EU-Chili Algemene Directie Economisch Potentieel, Dienst Buitenlandse Economische Relaties Trefpunt Economie 2004/3A, pp. 5.
21
protocol inzake de visserij opgenomen waarin voorwaarden voor Europese investering staan vermeld. Onder Chileense jurisdictie kunnen Europese ondernemingen joint-ventures oprichten. De industriële Chileense visserijsector heeft echter een gesloten karakter vanwege dominantie grote corporaties die de markt overheersen. Als een Europees bedrijf wil deelnemen in een bestaand Chileens bedrijf moet de meerderheid van de aandelen in Chileense handen blijven. Het verkrijgen daarvan is alleen mogelijk wanneer Chileense investeerders dezelfde kansen in het thuisland van Europese investeerder hebben. Het probleem is niet dat wettelijke restricties buitenlandse investeringen belemmeren, maar de afwezige interesse van Chileense bedrijven in joint-ventures. Chileense industriële visserijbedrijven worden beheerst door familiekapitaal en functioneren goed zonder hulp van buitenaf. De belangrijkste doelstelling van het Associatieakkoord is het bevorderen van verdere ontwikkeling en gemeenschappelijke bescherming van democratische waarden, zoals de eerbied voor de rechten van de mens, de vrijheid van het individu en de principes van de rechtsstaat als de basis van de democratische maatschappij. Ondanks deze loffelijke principes werden onderhandelingen over het akkoord gekarakteriseerd door de uitsluiting van de Chileense civil society. Zo werden belangen van kustgemeenschappen en artisanale vissers genegeerd en kregen zij geen toegang tot informatie over kwesties die een directe invloed op hun leven of levensonderhoud hadden. 44 Arancibia Zamorano van Confepach is van mening dat Chili akkoorden sluit met de grootste producenten en concurrenten ter wereld zonder dat Chileense vissers politiek gezien iets hebben in te brengen: ‘Er wordt door de Chileense regering vanuit commercieel oogmerk gehandeld omdat de Chileense economie erg gunstig wordt beïnvloed door de verkoop van grondstoffen. Het gaat Chili om het sluiten van akkoorden als product; politieke belangen binnen het land worden daarbij buiten beschouwing gelaten. Omdat de Chileense economie afhankelijk is van internationale handel heeft Europa ten tijde van onderhandelingen over het Associatieakkoord eisen kunnen stellen. Zo moet Chileense vis die wordt geëxporteerd aan strenge kwaliteitseisen voldoen.’45
6. Concurrentie Chileense visserij
6.1 Toegang tot Chileense havens Het Chileense visserijbeleid om de visstand te beschermen werd buiten de EEZ door zowel Chileense als internationale industriële vloten ondermijnd. Omdat de Chileense overheid zeggenschap wilde behouden over vissoorten die de grens van haar EEZ passeren, heeft dit ertoe geleid dat in mei 2004 decreet 123 werd ingevoerd. Het decreet bestaat uit één artikel, waarvan passage c de belangrijkste is. Hierin staat vermeld dat buitenlandse vissersvloten die willen aanmeren in Chileense havens met Chileense autoriteiten dienen samen te werken en deze samenwerking moet resulteren in
44 J.N. Cárdenas, P.I. Melillanca en P.D. Cabrera, ‘The EU-Chile association agreement and the fisheries and aquaculture sector in Chile. Issues Arising.’, Centro Ecocéanos, Puerto Montt, Chili, 2005, pp.5 45 Interview met president Don Hugo Arancibia Zamorano van CONFEPACH.
22
conserveringsmaatregelen die verenigbaar zijn met Chileense wetgeving. In resolutie 1659 uit 2004 worden technische voorwaarden voor toegang tot Chileense havens geëxpliciteerd. Hierin worden havens aangewezen waar buitenlandse schepen mogen aanmeren en staat vermeld welke gegevens buitenlandse schippers met Chileense autoriteiten moeten delen. Vereist wordt dat ze exacte gegevens verschaffen en controle aan boord toestaan. Ingevolge het decreet en de resolutie moeten buitenlandse reders die willen aanlanden in Chili hun positie melden met behulp van het Vessel Monitoring Systeem (VMS).46 De melding moet geschieden door de bevoegde autoriteit van de vlagstaat van het vaartuig. Dit om aan te tonen dat de visserij legaal was. Hoewel EU-schepen voorzien zijn van het VMS, wilden zij niet aan de regels voldoen en hebben zij sinds de inwerkingtreding van genoemde wetgeving geen gebruik meer gemaakt van de Chileense havens. Het aanmeren in Chileense havens zou namelijk een einde maken aan hun ongecontroleerde visserij. Decreet 123 kan als een sanctiemaatregel van Chili worden gezien om internationale vissers de toegang tot hun havens te ontzeggen en ze te dwingen om voor overslag, wisseling van scheepsbemanning en benzine langere vaarroutes te maken naar onder andere Peru en Panama. Het kost schepen van de Nederlandse Pelagische Vriestrawler Associatie (PFA) tien dagen om vanuit het gebied waar zij vissen op de Horsmakreel naar de Peruaanse havens en terug te varen. Dit in tegenstelling tot de twee dagen die staan voor een retour naar de havens van Chili. Met de inwerkingtreding van het decreet zijn dus acht dagen verloren gegaan waarin gevist kon worden. Chinese en Griekse boten bezitten speciale mogelijkheden om overscheping van vis in de oceaan te realiseren, zij bezitten namelijk boortorens aan boord. Hoewel boten van de PFA in bijna alle aspecten beter ontwikkeld waren dan die van hun concurrenten, waren zij gemaakt om overslag aan de kust te verwezenlijken. Om een oplossing te bieden aan het probleem dat ontstond als gevolg van het decreet is de PFA gebruik gaan maken van transportschepen die overslag in volle zee kunnen realiseren. Deze boten vervoeren de vis direct vanaf de trawlers door het Panamakanaal richting plaats van bestemming. 47 Voor werkzaamheden die in Chileense havens plaatsvonden heeft decreet 123 grote economische gevolgen met zich mee gebracht. In tabel 3 is te zien dat voordat Chili zijn havens sloot voor internationale concurrenten er gemiddeld 176 schepen per jaar aanmeerden. Asonave is een organisatie die belangen van bedrijven in de Chileense havens vertegenwoordigt. Chileense bedrijven verwierven geen inkomsten meer uit het bevoorraden van de grote vissersschepen van levensmiddelen en ook reparaties werden niet meer uitgevoerd. Tevens werd in de toeristische sector geen geld meer verdiend met het leveren van diensten tijdens de dagen dat bemanning in de havensteden was. Zo was er bijvoorbeeld regelmatig behoefte van bemanning die wekenlang geen land onder voeten had gehad aan medische verzorging. Tenslotte bracht de toegang van internationale boten tot Chileense havens 46
Dit is een systeem waarmee de positie, snelheid, koers en vangstinformatie van boten wordt gevolgd door satellieten. De signalen worden door de satellieten naar een monitoringcentrum gezonden. 47 Archief ambassade
23
belastingopbrengsten met zich mee die nu verloren zijn gegaan. Verliezen die gepaard zijn gegaan met de gevolgen van decreet 123 worden door Asonave geschat op meer dan 80 miljoen dollar per jaar.48 Gezien de schepen van de PFA tegenwoordig gebruik maken van transportschepen hebben zij vanaf begin 2008 weer enkele malen gebruik gemaakt van de haven in Valparaíso voor de bevoorrading van levensmiddelen en de aanschaf van benzine. Dit is mogelijk omdat deze schepen geen vis aan boord hebben. Hoewel dit gunstig is voor werkgelegenheid in de havenstad, staan de inkomsten niet in verhouding met die van voor de inwerkingtreding van decreet 123.
Haven
2002
2003
2004
Totaal
Arica
0
1
2
3
Iquique
1
0
3
4
Coquimbo
0
1
5
6
Valparaíso
5
15
29
49
Talcahuano
4
9
10
23
Ancud
11
4
1
16
Punta Arenas
72
125
103
300
Bahía Posesión
34
49
45
128
Totaal
127
204
198
529
Tabel 3. Aantal internationale boten aangemeerd in Chileense havens. Bron: Asonave.
Hoewel de Chileense regering het doel had om sterk migrerende vissoorten te beschermen tegen overbevissing en concurrentie op de visserij ervan tegen te gaan, heeft decreet 123 dit niet kunnen verwezenlijken. Na de inwerkingtreding van het decreet is de concurrentie van visserij op de zwaardvis en de horsmakreel niet afgenomen en heeft de internationale vloot gezocht naar manieren om te kunnen blijven vissen zonder daarvoor gebruik te maken van Chileense havens. De Chileense overheid moet inzien dat de invoering van decreet 123 niet alleen op commercieel gebied consequenties heeft gehad voor Chili, maar ook in internationale relaties met in het bijzonder de EU, Japan, Korea, China en Rusland effect heeft. Hoewel Chili in vergelijking met andere ZuidAmerikaanse landen een voorloper is in het sluiten van vrijhandelsverdragen, heeft het land er voor gekozen zijn havens te sluiten. Deze twee beleidskeuzes gaan volstrekt tegen elkaar in. Het is begrijpelijk dat internationale vissers informatie over hun vangst niet met Chileense autoriteiten willen delen, gezien Chili geen enkele bevoegdheid heeft om te controleren hoeveel er buiten zijn EEZ gevangen is. De controle van nationale vissers die in de ongereguleerde zuidoostelijke Pacifische Oceaan vissen vindt nergens rechtsgrondslag. De enige reden waar Chili controles mee kan legitimeren is door zich te verschuilen achter het duurzaamheidaspect. Duidelijk is echter dat alle
48 Interview vicepresident Carlos Manterola Carlson van ASONAVE.
24
landen die vissen in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan zoveel mogelijk willen vangen en dus vooral economische belangen hebben in toekomstige samenwerking.
6.2 Visserij op de zwaardvis De zwaardvis is een vissoort dat bestand is tegen sterk uiteenlopende temperaturen en daardoor kan overleven in zowel de koude Humboldtstroom langs de Zuid-Amerikaanse kust als de diepe zee in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan. Tijdens zijn leven legt de zwaardvis lange afstanden af zonder daarbij rekening te houden met de exclusieve zeggenschap van kuststaten over bepaalde gebieden. De hoge temperatuursweerstand van de vis staat het toe dat hij tot gemiddeld vijfhonderd meter diepte kan jagen naar de pijlinktvis -zijn belangrijkste prooi, de heek en de horsmakreel. De zwaardvis is volwassen als hij tussen de vijf en zeven jaar oud is. Mannetjes bereiken een gemiddelde leeftijd van zeven jaar en vrouwtjes kunnen twaalf jaar worden. Vanaf 1985 werd het vissen op zwaardvis voor Chileense artisanale vissers interessant vanwege een hoge vraagprijs vanuit de VS. De vissers ontwikkelden een efficiënte technologie om op de soort te jagen. Toenemende vraag vanuit de VS zorgde voor een exportgeoriënteerde visserij waar vanaf 1989 ook industriële vissers binnen de EEZ van Chili deel van uitmaakten. Toch werd het grootste deel van de Chileense zwaardvis met 1806 ton in 2007 nog steeds gevangen door artisanale vissers. (Zie tabel 4) Industriële vissers vingen met 740 ton slechts 29% van de totale Chileense vangst. Ton
Aandeel totale visserij Chili
Artisanale vissers
1.806 (71%)
0,12%
Industriële vissers binnen EEZ
114 (4%)
0,005%
Industriële vissers buiten EEZ
626 (25%)
0,19%
Totaal
2.546 (100%)
0,06%
Tabel 4. Chileense visserij op de Zwaardvis in ton, 2007. Bron: Sernapesca
Toen in 1990 tussen dertig en vijftig graden zuiderbreedte in de Pacifische Oceaan Spaanse en Aziatische vissersboten werden gesignaleerd zijn Chileense vissers buiten hun EEZ gaan vissen. Uit tabel 5 valt op te maken dat Chili en Spanje verreweg het grootste aandeel hebben in visserij op zwaardvis en dat zij op grote afstand worden gevolgd door concurrenten uit Japan en Uruguay. De Spaanse vangsten zijn bedoeld voor de Europese markt. Naar verluid bevinden zich momenteel 27 Spaanse schepen in het gebied waar de zwaardvis leeft.49 Met de toename van visserij op de zwaardvis buiten de exclusieve zone van Chili ging een afname van het aantal vissen binnen de EEZ gepaard. Artisanale bedrijfjes die gebruik maakten van drijfnetten kregen steeds minder vis ter beschikking en konden hun werkzaamheden niet vervolgen. Dit had grote invloed op de leefomstandigheden van 49 Informatie Europese Commissie
25
vissers in kustgemeenschappen die afhankelijk waren van het vissen op deze soort. Natuurlijke 1996 ton
1997 ton
1998 ton
1999 ton
2000 ton
2001 ton
2002 ton
2003 ton
2004 ton
2005 ton
Chili
3.145
4.040
4.492
2.925
2.973
3.262
3.523
3.848
3.268
3.979
China China, Taiwan
-
-
-
-
-
-
-
-
56
140
20
21
1
1
9
2
9
117
263
130
Colombia
-
-
6
-
-
1
…
…
1
…
Ecuador
…
…
…
…
…
617
508
263
53
193
Japan
388
270
694
404
355
1.267
1.267
878
869
675
Korea Rep
-
19
4
3
-
-
-
-
-
9
Peru
1
-
57
42
20
356
278
80
28
27
Spanje
772
2.039
1.346
1.121
1.807
828
6.322
5.674
5.605
2.599
Uruguay Totale vangst
-
-
-
-
-
-
-
-
343
494
4.326
6.389
6.600
4.496
5.164
6.333
11.907
10.860
10.486
8.246
Land
omstandigheden droegen tevens bij aan een constante afname van het bestand.
Tabel 5. Internationale visserij op de Zwaardvis in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan, 2007. Bron: FAO Visserij Statistieken, Productie vangst, Jaarboek 2005 Vol. 100/1, pp. 239
Toen El Niño in het begin van de jaren negentig ongewoon hard toesloeg beschuldigden Chileense vissers de Spanjaarden ervan in paargebieden grote hoeveelheden onvolwassen zwaardvis te vangen. Het Spaanse antwoord hierop was dat het bestand afnam door de grootschalige vangst van Chileense vissers op horsmakreel, één van de belangrijkste prooien van de zwaardvis. Tegelijkertijd verweten de Spanjaarden het artisanale vissers dat ze teveel volwassen zwaardvis vingen die daardoor niet de mogelijkheid kregen zicht voort te planten. Gezien het bestand als gevolg van commerciële activiteiten afnam, nam de Chileense overheid vanaf 1990 wetgeving aan die ertoe moest bijdragen dat het voortbestaan van de zwaardvis gegarandeerd zou zijn.
6.3 Het zwaardvisgeschil met de EU Het zwaardvisgeschil tussen Chili en de EU vind zijn oorsprong in decreet 598 dat afstamt van de Chileense viswet uit 1991. Volgens artikel 1 van dit decreet zijn alle maatregelen ter bescherming van de zwaardvis die binnen de EEZ gelden ook van kracht wanneer zij zich buiten de Chileense territoriale zone bevinden. Artikel 2 verbiedt het schepen, ongeacht hun nationaliteit, aan te meren in Chileense havens als ze zich niet aan Chileense wetgeving houden. In augustus 2000 werd wetgeving verder aangescherpt door middel van de in resolutie 1.048 opgenomen verplichting voor non-
26
artisanale vissers om hun positie met behulp van het VMS aan de Chileense Marine door te geven om toegang tot de Chileense havens te kunnen krijgen. 50 De EU is sterk tegen de toepassing van regels die invloed hebben buiten de EEZ van Chili en beschouwt ze als een gevaar voor wetgeving betreffende de vrijheid van visserij in gemeenschappelijke oceanen uit het VN Zeerechtverdrag. De EU beargumenteert dat door afwezigheid van een multilaterale regionale organisatie in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan die regels stelt, de vlagstaat van een schip als enige bron van gezag kan gelden. Chili stelt daar tegenover dat de EU zowel heeft gefaald haar eigen Spaanse zwaardvissers te controleren als om samen te werken met kuststaten voor het behoud van het bestand. De Chileense regering heeft twee argumenten voor de invoering van haar wetten gegeven: Ten eerste hebben ze niet het doel Chileense gezag tot buiten de EEZ te laten reiken, maar staat de bescherming van het visbestand centraal. Ten tweede maakt de wetgeving geen onderscheid inzake de nationaliteit van het schip waarop de maatregel beperkingen oplegt. De duurzaamheidwetten zijn op gelijke basis ingesteld voor Chileense en buitenlandse schepen. De Chileense overheid stelt dat de Spaanse vloot niet op basis van nationaliteit ontzegd is om Chileense havens te betreden, maar omdat Chileense regelgeving met betrekking tot de sterk migrerende zwaardvis niet wordt nagekomen.51 Er zijn vraagtekens te zetten bij deze argumentatie. Door zich achter milieuoverwegingen te verschuilen is niet naar voren gekomen welke andere belangen een rol hebben gespeeld. En die zijn er wel degelijk. Ambassadeur Jorge Berguño van het Chileense Ministerie van Buitenlandse Zaken is aangesteld om onderhandelingen betreffende het zwaardvisgeschil te voeren. Hij benadrukt dat hoewel de visserij van zwaardvis de Chileense economie weinig oplevert (zie tabel 4), veel artisanale vissers grote sociale en politieke belangen hebben bij een toekomst in deze branche. Daarom moet Chili een akkoord over bilaterale samenwerking met de EU sluiten. Hierin moet voorop komen te staan dat het maximaal aantal EUschepen dat jacht maakt op de zwaardvis is bereikt. Het doet Berguño genoegen dat de Europese Commissie de afgelopen twee à drie jaar een werkplan begint te accepteren waar ze voorheen niet mee akkoord wilde gaan. Dit werkplan gaat nader in op gebieden in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan waar gevist kan worden en (paar)seizoenen waarin het verboden moet worden. Ook stelt het eisen aan de minimale lengte van gevangen zwaardvis. Chileense vissers hebben geen problemen met laatstgenoemde gespecificeerde wetgeving omdat de VS alleen grote vissen wil importeren.52 Het conflict tussen Chili en de EU resulteerde in twee rechtsgangen: Chili spande een zaak aan bij het internationaal tribunaal van het VN Zeerechtverdrag in Hamburg terwijl de Commissie zich in Parijs vervoegde bij het Wereld Handelsorganisatie (WTO) tribunaal. Laatstgenoemde zou kunnen regelen dat EU-schepen toegang tot de Chileense havens zouden krijgen op grond van artikel V en XI 50 Deze maatregel is een ander element waar het zwaardvisgeschil tussen de EU en Chili zich op berust en staat opgenomen in artikel 2(g) van resolutie 1.048. 51 M.A. Orellana, ‘The Swordfish Dispute between the EU and Chile at the ITLOS and the WTO’, Nordic Journal of International Law, Nr. 1, 2002, pp. 61. 52 Interview ambassadeur Berguño van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Chili.
27
van de Wereldovereenkomst voor Tarieven en Handel (GATT) uit 1994 dat de vrijheid van toegang regelt. De Europese Commissie verklaarde dat het haar opererende schepen in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan onder Chileense wetgeving53 niet toegestaan was zwaardvis te ontladen in de Chileense havens, zelfs niet als de vis alleen tijdelijk moest worden opgeslagen of worden overgeladen op andere schepen. Het VN Zeerechtverdrag zou ervoor kunnen pleiten dat Chili recht heeft op volle soevereiniteit over zijn havens en dat deze zeggenschap gepaard gaat met het mogen weigeren van buitenlandse schepen. Na verscheidene diplomatieke overlegrondes tussen partijen om buiten juridische wegen tot een oplossing te komen en pogingen om een Bilaterale Wetenschappelijke en Technische Commissie (BWTC) te laten bemiddelen in het conflict, nodigde Chili op 17 juli 2000 de EU uit om de zaak op grond van gedwongen arbitrage onder Annex VII van het VN-Zeerechtverdrag op te lossen. In daaropvolgende bijeenkomsten in New York en Hamburg werd het idee ontwikkeld om een speciale kamer van het internationale tribunaal van het VN Zeerechtverdrag op te richten om de zaak op te lossen. Eind januari 2001 kwamen de EU en Chili dankzij bemiddeling daarvan in de vorm van een tijdelijke bilaterale overeenkomst overeen dat de procedures voor de WTO en het VNtribunaal zouden worden uitgesteld. Indien afspraken die werden gemaakt niet zouden functioneren zouden de zaken worden hervat. Onderhandelingen over het Associatieakkoord tussen Chili en de EU hebben invloed gehad op de overeenstemming die in 2001 is bereikt. De vrijhandelsovereenkomst stond hoog op de Chileense politieke agenda en onenigheid betreffende het aanmeren in Chileense havens werd door onderhandelaars van het akkoord als een ‘stone in the shoe’ gezien, een obstakel dat het hogere doel tot vrije handel in de weg zat.54 Er werd een tijdelijke overeenkomst opgesteld waarin het Spaanse vissers werd toegestaan om binnen en buiten de Chileense EEZ onder supervisie van Chileense autoriteiten te vissen. Het ging om vier schepen die traditioneel gevist hadden in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan. Het werd deze schepen toegestaan jaarlijks 1.000 ton te vangen, officieel alleen voor wetenschappelijke doeleinden. In realiteit verkozen de Spaanse vissers het aanmeren bij goedkopere Peruviaanse havens om aan deze regeling (en daarmee gepaard gaande controle) te ontkomen. Verdere afspraken die tussen Chili en de EU werden gemaakt betroffen de heroprichting van de BWTC en de oprichting van een multilateraal samenwerkingsforum voor de bescherming van de Pacifische Oceaan.55 Elk jaar gaan Chili en de EU terug naar de rechtbank om tot een oplossing te komen. Tot december 2007 heeft dit telkens geresulteerd in het verlengen van de geldigheid van de tijdelijke overeenkomst met een extra jaar. Aangezien de zaak al erg lang loopt is besloten door partijen in september 2008 in Brussel bijeen te komen en is als deadline voor een eindoplossing 53 De aanklacht is gegrond op artikel 165 van de Chileense Ley de Pesca, die werd bevestigd door decreet 430 op 28 september 1991 en uitgebreid met decreet 598 van 15 oktober 1999. 54 M.A. Orellana, ‘The Swordfish Dispute between the EU and Chile at the ITLOS and the WTO’, Nordic Journal of International Law, Nr. 1, 2002 , pp. 69. 55 Evaluación social y económica de la implementación del regimen artesanal de extracción (RAE) en la pesquería pelágica de las regiónes de Valparaíso, del BioBío, de los Ríos, y de los lagos. Fondo de investigación pesquera. pp.3.
28
januari 2009 gesteld. Het ziet ernaar uit dat een akkoord voor visserij op de zwaardvis een beperking voor de inspanningen van de EU met zich mee zal brengen. De omstandigheden om een goede deal voor het tribunaal te krijgen zijn vanwege een afname van het zwaardvisbestand slechter dan enkele jaren geleden. Hoewel de EU concessies zal moeten doen stelt Chili zich open voor onderhandelingen over toekomstige samenwerking.56
6.4 Visserij op de horsmakreel Horsmakreel wordt voor verschillende doeleinden gebruikt. De vis wordt verwerkt tot vismeel en visolie, ingevroren of geconserveerd in potten en blikken. De grote vraag naar Chileense vismeel en visolie is te danken aan de schaarste op wereldniveau die bestaat voor de vervaardiging ervan. Binnenlandse vraag naar vismeel en visolie wordt met veertig procent gedomineerd door de zalmsector. Er is een tekort ontstaan van Chileense visolie op de interne markt. Hoewel Chili jarenlang één van de grootste exporteurs is geweest van visolie is de handelsstroom daarvan de laatste jaren omgekeerd en wordt het nu geïmporteerd. China is met 39,5 procent de grootste importeur van vismeel. Hierna volgen Japan, Taiwan, Spanje en Italië.
27% 39%
China Japan Taiwan Spanje Italië
5% 5%
Anderen 10%
14%
Figuur 4. Landen die vismeel importeren vanuit Chili. 2005. Bron: IFOP
Op de internationale markt heeft toenemende interesse in vismeel ervoor gezorgd dat de internationale prijs die voor een ton wordt betaald in 2006 tot boven 1000 Amerikaanse dollar is gestegen. Uit figuur 5 valt op te maken dat de prijs voor de drie belangrijkste varianten van vismeel die door Chili worden geëxporteerd vanaf 2005 over de kop is geslagen. Dit valt te verklaren door onderlinge prijsafspraken die ondernemers hebben gemaakt.
56 Informatie Europese Commissie.
29
Comportamiento de Precios FOB Nacionales por Tipo de Harina
1350 1250
Estándar Prime S.Prime Mar-06 856,3 802,9 817,9 Abr-06 859,3 832,6 864,3 May-06 897,2 878,3 902,7 Jun-06 1.019,8 937, 6 1.003,9 Jul-06 1.160,4 1.066,2 1.224,5 Ago-06 1.280,7 1.238,7 1.310,5
1150
Precio FOB US$/t
1050 950 850 750 650 550
Estándar Prime Super Prime
450
Ago-06
Feb-06
Ago-05
Feb-05
Ago-04
Feb-04
Ago-03
Feb-03
Ago-02
Feb-02
Ago-01
Feb-01
Ago-00
Feb-00
Ago-99
350
Figuur 5. Evolutie prijs vismeel, per type. Bron: IFOP Met een totale vangst van 1,3 miljoen ton horsmakreel werd de toegeschreven quota van 1,5 miljoen ton voor Chileense vissers in 2007 niet gehaald (zie tabel 1). Over geheel 2008 gezien ziet het er naar uit dat nog minder wordt gevangen door Chileense vissers. Dat zij niet alle vis kunnen vangen die hen toegeschreven wordt is te verklaren door migratie van de soort naar het gebied buiten de EEZ van Chili waar sprake is van vrije visserij. Artisanale vissers zijn zich meer gaan richten op de vangst van aardine omdat die vanwege grote beschikbaarheid in de zee langs de kust en een goede stuksprijs het meest winstgevend is gebleken. In regio III en IV richten ze hun werkzaamheden meer op het vangen van ansjovis gezien het met de conditie daarvan het beste is gesteld.57 Chileense industriële vissers die enkele jaren geleden nog voornamelijk binnen hun exclusieve zone visten moesten zich met de horsmakreel mee verplaatsten.58 Zij worden buiten hun EEZ direct aan concurrentie van de internationale vloot onderworpen. In totaal wordt momenteel door 34 buitenlandse en 48 Chileense boten intensief op horsmakreel gevist.59 In het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw ondervond Chili voor het eerst concurrentie buiten zijn territoriale zones van de Russen en de Polen.60 Vanwege het grote bestand horsmakreel had deze concurrentie echter geen grote invloed op de Chileense visserij. Daarnaast beëindigden de Russen en de Polen hun activiteiten toen aan het einde van het decennium ontwikkelingen plaatsvonden in Europa die alle aandacht genoten. Aan het begin van deze eeuw groeide belangstelling opnieuw en arriveerden Chinese en Europeaanse vissers. De Nederlandse PFA bezit zes van de acht Europese boten. Zij vissen onder Nederlandse, Duitse en Lituaanse vlag. Hun boten kenmerken zich door hun grote formaat en zijn uiterst winstgevend. De horsmakreel die zij
57 Antecedentes de la pesquería de Jurel. 58 Interview ambassadeur Maquieira van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Chili. 59 Interview ambassadeur Maquieira van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Chili. 60 Informatie Europese Commissie.
30
vangen wordt aan boord ingevroren en naar het land van bestemming gevaren zonder daarvoor de haven in het thuisland te passeren. Ondanks dat de Chileense regering zich aan het VN Zeerechtverdrag heeft verbonden en zoveel mogelijk vrijhandelsovereenkomsten sluit als mogelijk is, spreken industriële vissers van ‘piraterij’ als ze het hebben over de vissersactiviteiten in de vrij toegankelijke oceaan van hun rivalen.61 Hoewel quota voor Chileense vissers ook buiten hun EEZ gelden zijn internationale vloten niet aan een TAC gebonden en worden ze niet gecontroleerd.
6.5 Oprichting Regionale Visserij Beheers-Organisatie Sinds 2006 trachten de kustlanden, met name Australië, Nieuw Zeeland en Chili, een Regionale Visserij Beheers-Organisatie (RVBO) op te zetten in de zuidelijke Pacifische Oceaan62 met als taak belangenconflicten tussen naties bij de exploitatie van levende rijkdommen in de zee te voorkomen en een duurzaam evenwicht voor deze soorten in stand te houden. Er hebben sindsdien vijf bijeenkomsten plaatsgevonden waarbij tijdens de derde bijeenkomst in Reñaca in het voorjaar van 2007 overeenstemming is bereikt tussen alle betrokken partijen om de vangst te bevriezen op basis van de op dat moment aanwezige schepen. Dat wilde zeggen dat er in 2008 en 2009 niet meer additionele schepen aan de slag zouden gaan om op horsmakreel te vissen. Met het akkoord van Reñaca kon de aandacht nu op de toekomst worden gericht en moesten de mogelijkheden voor nauwere samenwerking bekeken worden. Gezien de bevriezingsmaatregel pas later (op 1 januari 2008) in werking zou treden zag de EU de mogelijkheid om vlak voor het sluiten van de deadline nog een tweetal schepen binnen te brengen in de Pacifische Oceaan en hun totaal daarmee te verhogen naar acht schepen. Ook andere internationale vloten, zoals die van Rusland zijn snel nog met boten gekomen. Dat is slecht ontvangen bij Chileense industriële vissers. Zij beschouwen deze toename van concurrentie ‘not in line with the spirit of the agreement’63 en zijn ontevreden over de manier waarop Chileense vertegenwoordigers over het akkoord hebben onderhandeld. De bevriezingsperiode had volgens hen per direct in moeten gaan.64 De Chileense overheid hoopte binnen de periode gesteld in het akkoord van Reñaca de aandacht op de toekomst van de pelagische visserij te kunnen richten. Dit gaat echter niet lukken want bij de onderhandelingen over de RVBO staat nog veel ter discussie. Ten eerste zal op basis van wetenschappelijke adviezen moeten worden bepaald over welk gebied van de Pacifische Oceaan de organisatie zeggenschap zal krijgen. Het migratieniveau van de horsmakreel zal hiervoor bepalend zijn. De kwestie die een grote rol speelt is de vraag of er zich één of meerdere soorten Horsmakreel in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan bevinden. Volgens de Russen is er sprake van drie of vier verschillende soorten, maar volgens Chileense onderzoeksinstituten is dit er maar één. Als wordt 61 Interview met directeur Héctor Bacigalupo van SONAPESCA. 62 Ook wel bekend als de South Pacific Regional Fisheries Management Organization (SPRFMO). 63 Archief ambassade. 64 Interview met directeur Héctor Bacigalupo van SONAPESCA.
31
vastgesteld dat er maar één soort is zal dit in het voordeel van Chili spreken. Het land kan dan aantonen dat de RVBO een grote prioriteit moet stellen aan het behoud van de Horsmakreel en maximale vangstlimieten moet stellen. Als de toekomstige organisatie uit gaat van meerdere soorten in verschillende gebieden, zullen concurrenten van Chili beargumenteren dat er genoeg vis is om ook in de toekomst gestaag door te kunnen vissen. Tijdens onderhandelingen over de RVBO is nog niet overeen gekomen hoe besluitvorming plaats moet vinden. Onduidelijk is of een meerderheid voldoet of dat unanimiteit wordt vereist. Ook zal moeten worden gesteld wie welke bevoegdheden toebedeeld zal krijgen. Twijfel bestaat of er een onafhankelijk technisch comité met invloed moet komen of dat nationale vertegenwoordigers (met economische en politieke belangen) de meeste richting zullen geven aan toekomstig beleid. Een punt waar Chili zich hard voor maakt is overeenstemming van regelgeving van de organisatie met nationale wetten. Minimummaten voor de vangst spelen hierbij een rol, maar ook zal moeten worden bepaald in welke mate internationale vloten het recht krijgen om in de toekomst te vissen. Historische aanwezigheid in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan speelt hierbij een rol. De Russische vloot heeft lange tijd geen visserijactiviteiten uitgevoerd maar wil op basis daarvan een aandeel in de toekomstige verdeling van de vangst verwerven. Het zal niet makkelijk zijn een stelsel te bedenken waarin alle landen instemmen met de grootte van ieders vloot en de verdeling en handhaving van een TAC-stelsel. Vooral niet gezien het bestand horsmakreel bedreigd wordt en er ook aandacht uit moet gaan naar beperking van de vangstinspanning. Mochten conflicten ontstaan naar aanleiding van het ingevoerde systeem, dan is het de vraag op welke manier rechtvaardig naar een oplossing kan worden gezocht. Volgens ambassadeur Maquieira zal het onmogelijk zijn om in de toekomstige RVBO tot een systeem te komen dat daadwerkelijk goed zal functioneren omdat een onafhankelijk controlemechanisme niet geaccepteerd zal worden door deelnemende landen. Volgens de Europese Commissie zouden Australië, Nieuw Zeeland en Chili een grotere EU-rol in de onderhandelingen moeten accepteren gezien de ruime ervaring die met dergelijke organisaties elders in de wereld is opgedaan door deze vierde visserijmogendheid in de wereld.65
6.6 Controleprobleem RVBO De VN-Overeenkomst van New York uit 1995 inzake het management en behoud van over grote afstanden trekkende visbestanden66 bevestigt een fundamentele rol van RVBO’s in de totstandkoming van internationale samenwerking. Gesteld wordt dat staten die nog geen lid zijn van zo’n organisatie en visbelangen hebben in de zone, moeten toetreden of instemmen met de regels ervan. Daarnaast moeten maatregelen voor de instandhouding en het beheer van bestanden binnen EEZ’s van kuststaten verenigbaar zijn met maatregelen van RVBO’s. Een logische gevolg van een verantwoord en
65 Archief ambassade. 66 New York Agreement related to the conservation and management of straddling Fish Stocks and Highly Migratory Fishstocks. United Nations.
32
duurzaam beheer van de visstand is de controle op de visserijactiviteit. Daarom is een belangrijk aspect voor de RVBO dat adequate controleregelingen worden ingesteld om de daadwerkelijke uitvoering van de door de organisaties getroffen besluiten te garanderen. In 1995 nam de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de VN bij consensus een gedragscode voor verantwoorde visserij aan.67 Deze beoogt enerzijds verantwoorde visserij in overeenstemming te brengen met internationale wetgeving. Anderzijds wil de gedragscode het noodzakelijke kader bieden om staten te helpen hun institutionele en beheersinstrumenten te verbeteren. Een onderdeel richt zich op de controle van vlagstaten op hun visserijactiviteiten. Zij moeten de naleving en het behoud van beheersmaatregelen verzekeren en efficiënte mechanismen instellen om activiteiten van hun vloot te controleren. Het nietbindende karakter van de gedragscode van de FAO betekent een wezenlijk gebrek om effectief te zijn in de strijd tegen illegale visserij. De wereldwijde toenemende rol van RVBO’s heeft van het controleaspect een zeer prangende kwestie gemaakt. Europese en Aziatische vloten zullen niet instemmen met een onafhankelijk controle-orgaan in de Pacifische Oceaan. Hierdoor kan wel een akkoord worden gesloten dat de toekomst van visserij regelt, maar is het de vraag of men zich aan gestelde regels zal houden.68 EU-vissersvloten in internationale wateren worden door hun vlagstaat niet aan wetgeving onderworpen en dus ook niet gecontroleerd. De industriële vissers zetten direct hun koers richting het land waarmee zij handel drijven en meren met hun vangst niet aan in nationale havens. Ook Aziatische en Russische vissers kunnen ongelimiteerd hun werkzaamheden verrichten. Een probleem waar de RVBO in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan tegenaan loopt is dat Chileense wetgeving zich baseert op de gedachte dat buitenlandse vloten net zo goed (of slecht) moeten worden behandeld als Chileense vloten. Door het sluiten van zijn havens heeft Chili een poging gedaan om internationale vissers te dwingen in overleg met Chili wetgeving aan te nemen om zo te voorkomen dat de zuidoostelijke Pacifische Oceaan over twintig jaar is leeggevist. Hoewel China en de EU een handelsakkoord hebben gesloten met Chili zal harmonisatie van visserijwetgeving geen oplossing bieden omdat regels over bijvoorbeeld de grootte van de vloot gebaseerd zijn op verschillende omstandigheden in de zeeën van hun continent.69 Ondanks dat de Chileense regering heeft laten weten in onderhandelingen over de RVBO niet te willen spreken over het openen van zijn havens voor buitenlandse vissers, is dit alleen een onderhandelingspunt voor een goede compromis. Wanneer de RVBO in werking is getreden zal Chili zijn havens in het kader van vrije handel openen en zal decreet 123 buiten werking treden.70 De Europese Commissie probeert door middel van een onderhandelingsmandaat niet alleen tot een oplossing voor de horsmakreel te komen, maar ook visserij op andere soorten te regelen. Ze wil tot
67 Zie meer uitgebreid in ‘What is the Code of Conduct for Responsible Fisheries’, FAO, 2001, http://www.fao.org/DOCREP/003/X9066E/X9066E00.htm 68 Interview ambassadeur Maquieira van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Chili. 69 Informatie uit mailcontact met José Miguel Torres van de delegatie van de Europese Commissie in Santiago de Chile. 70 Interview met Alejandro Gertosio Ramírez van SUBPESCA.
33
een bilaterale overeenkomst voor de zwaardvis komen die correspondeert met een multilaterale oplossing. 71 De zaken staan echter los van elkaar omdat ze een verschillend tijdspad hebben.
71 Interview met José Miguel Torres en Daniela Vatter van de delegatie van de Europese Commissie in Santiago de Chile.
34
7. Conclusies •
Families met grootkapitaal en veel aandeel in alle sectoren van de Chileense maatschappij
hebben een grote invloed op besluitvorming van de overheid over visserij. Hoewel de Chileense vissector maar 1,3 procent bijdraagt aan het BBP, heeft de invloed van deze kapitalisten ervoor gezorgd dat industriële vissers sociale rechten hebben en kunnen rekenen op overheidssteun in moeilijke tijden. Artisanale vissers bevinden zich in een veel minder stabiele situatie en hebben weinig geld en middelen om voor zichzelf op te komen. Zij worden door de Chileense regering als een last in plaats van een inkomstenbron gezien. •
Artisanale vissers moeten een nieuwe markt opzetten waarin zij zelf de schakel vormen tussen
hun geleverde product en de supermarkt die het verkoopt. Tevens moeten hun belangenorganisaties beter samenwerken en zoeken naar een manier om toetreding van vissers zonder traditioneel verleden in de sector tegen te gaan. Sociale problemen dragen samen met een gebrek aan overheidssteun bij aan een situatie die moeilijk te doorbreken is. •
De Chileense regering zal zich niet hard maken om zoveel mogelijk uit de toekomstige
bilaterale zwaardvisovereenkomst met de EU te slepen. Dit komt omdat de vangst van zwaardvis weinig economische inkomsten genereert en vooral door artisanale vissers op de soort wordt gevist. •
Hoewel de Chileense regering na overeenstemming over de op te richten RVBO bereid zal
zijn decreet 123 buiten werking te laten treden, is het voor de economie van het land beter dat nu al te doen. Er zijn niet voor niets vrijhandelsovereenkomsten gesloten met onder andere China en de EU. •
Het is onbegrijpelijk dat SONAPESCA zich hard maakt voor het dichthouden van havens voor
buitenlandse vissers gezien de concurrentie in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan er sinds de inwerkingtreding van decreet 123 niet minder op is geworden. •
Toekomstige toegang tot zijn havens kan Chili bij onderhandelingen over de RVBO niet
gebruiken als inzet om concessies te vragen en tot een gunstig(er) aandeel in de TAC te komen. Er is namelijk geen belang meer van internationale vissers bij de intrekking van decreet 123 omdat zij andere manieren hebben gevonden om te kunnen blijven vissen. •
Het falen van een internationale organisatie die conservatie als doel heeft is een gevaar voor de
toekomst van de Chileense vissector. Hoewel alle landen die in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan vissen pleiten voor duurzaamheid en behoud van de visstand, wil elk land zoveel mogelijk commerciële voordelen slepen uit het te sluiten multilaterale akkoord. Ondanks dat veel onderzoek naar het bestand horsmakreel in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan wordt gedaan, blijven de onderhandelingen in handen van managers. De kans is groot dat zij over tien jaar niet meer kunnen spreken over verdeling van quota omdat er simpelweg niks te verdelen valt. •
Om overbevissing tegen te gaan moet Chili zich in onderhandelingen over de RVBO hard
maken voor de oprichting van een onafhankelijk controle-orgaan.
35
8. Bronvermelding Burke, W., ‘Unregulated High Seas Fishing and Ocean Governance’, in Van Dyke (ed.), Freedom for the Seas in the 21st Century, Island Press, 1993. Bases administrativas y términos básicos de referencia. Proyecto FIP N˚2008-35. Evaluación social económica de la implementación del regimen artesanal de extracción (RAE) en la pesquería pelágica de las regiónes de Valparaíso, del BioBío, de los Ríos, y de los lagos. Fondo de investigación pesquera. pp.1-10 Cárdenas, J.N., P.I. Melillanca en P.D. Cabrera, ‘The EU-Chile association agreement and the fisheries and aquaculture sector in Chile. Issues Arising.’, Centro Ecocéanos, Puerto Montt, Chili, 2005. Commissie van de Europese Gemeenschappen. Mededeling van de Commissie aan de Raad van het Europees Parlement. Deelneming van de Europese Gemeenschap aan Regionale Visserijorganisaties. Brussel, 08.12.1999. COM (1999) 613 definitief. Dossier Visserij ambassade. FAO, Food and Agriculture Organization of the United Nations. La república de Chile. Fisheries country profile. 2004. Humberto Chamorro A., Perspectivas sobre la ley de pesca y la pesca artesanal en Chile. Powerpointpresentatie CONFEPACH Ibarra, A.A., C.Reid en A. Thorpe, ‘The Political Economy of Marine Fisheries Development in Peru, Chile and Mexico’, Journal of Latin American Studies, Nr. 2, 2000, pp. 503-527. Mellado, M., ‘La nueva gran disputa de los Angelini’, augustus 2007, Qué pasa., pp. 26-31. Nachtergaele, E. en G. Zwaenepoel, Beschouwingen rond het associatieakkoord EU-Chili Algemene Directie Economisch Potentieel, Dienst Buitenlandse Economische Relaties Trefpunt Economie 2004/3A Orellana, M.A., ‘The Swordfish Dispute between the EU and Chile at the ITLOS and the WTO’, Nordic Journal of International Law, Nr. 1, 2002 , pp. 55-81 Peña-Torres, J., The Political Economy of Fishing Regulation: The case of Chile, University of London. Marine Resource of Economics, Volume 12, pp 253-280, 1997
36
Wetgeving Ley Nº 18.892 de 1989 y sus modificaciones - Ley General de Pesca y Acuicultura, cuyo texto refundido, coordinado y sistematizado ha sido fijado por el Decreto Nº 430. Ley del limite máximo de captura por armador, N˚ 19.173, 2001. Ley N˚ 19.849, Prorroga la vigencia de la Ley N˚ 19.173, establece un nuevo nivel de patente pesquera industrial e introduce modificaciónes a la ley general de pesca, 2002 Resolución Nº 1659/04. Ministerio de Economia Fomento y reconstrucción Servicio Nacional de Pesca. Establece procedimiento para autorizar el ingreso a puertos Chilenos de naves pesqueras de pabellón extranjero. Valparaíso, 28 december 2004. Decreto Supremo Nº 123. Ministerio de Economia Fomento y Reconstrucción Subsecretaria de Pesca. Aprueba politica por naves pesqueras de bandera extranjera que pescan en el mar adyacente. Santiago, 3 mei 2004. Resolución N˚ 1.048. Establece fecha de exigencia de posicionador de naves que indica. Valparaíso, 13 juni 2000. United Nations convention of the Law of the Sea, 10 december 1982.
37
9 . I n t er v i ew s 10-6-2008 James Yeomans, derde secretaris Australische ambassade. 24-6-2008 Daniela Vatter en Jose Miguel Torres, afdeling Economische en Commerciële zaken van de delegatie van de Europese Commissie. 26-6-2008 Jorge Gonzáles de la Rocha, hoofd afdeling visserij en aquacultuur FAO. 27-6-2008 Cosme Carraciolo, secretaris generaal CONAPACH. 27-6-2008 Braulio Cubillos Segovia, hoofd afdeling informatiesystemen en statistieken visserij (SIEP) SERNAPESCA. 2-7-2008 Don Hugo Arancibia Zamorano, president CONFEPACH. 8-7-2008 Carlos Hernández, ex-staatssecretaris SUBPESCA, nu werkzaam als onderzoeker bij FAO. Ambassadeur Jorge Berguño, vertegenwoordiger Chili in onderhandelingen over het zwaadvisgeschil tussen Chili en de EU, Ministerie Buitenlandse Zaken. 1-8-2008 Héctor Bacigalupo, directeur SONAPESCA. 5-8-2008 Alejandro Gertosio Ramírez, hoofd afdeling onderzoek vissector SUBPESCA. Carlos Manterola Carlson, vicepresident en dagelijks bestuur ASONAVE. 6-8-2008 Ambassadeur Maquieira vertegenwoordiging Chili in onderhandelingen over de RVBO in de zuidoostelijke Pacifische Oceaan, Ministerie van Buitenlandse Zaken.
38
10. Websites http://www.asipes.cl www.fao.org http://www.delchl.ec.europa.eu/en/index.htm http://www.cape-cffa.org/ http://www.puresalmon.org/ http://www.conapach.cl http://www.corpesca.cl http://www.europa-eu-un.org http://www.ecoceanos.cl http://www.chilepesquero.cl http://www.fipasur.cl/noticias/2003/20031030.htm http://www.sonapesca.cl http://www.sernapesca.cl/index.php http://www.salmonchile.cl/frontend/index.asp http://www.iflos.org/e/?cmd=9 http://www.southpacificrfmo.org/ http://www.fip.cl/ www.asil.org/insights/insigh60.htm http://ec.europa.eu/fisheries/cfp_en.htm http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/external_relations/rfos/wcpfc_en.htm http://mundomaritimo.cl/noticias/noticia.asp?idNoticia=4071 http://www.ine.cl
39