Stagecahier – Informatie en tips die stages doen werken Suggesties en ervaringen van uw collega’s gebundeld
Stages zijn een cruciaal onderdeel van een elektrotechnische opleiding. Daarover is iedereen het wel eens. Tegelijk ervaren veel scholen praktische moeilijkheden bij de organisatie van stages en krijgen ze regelmatig te maken met grote en kleine obstakels die een succesvolle en efficiënte stage in de weg staan. Mirakelformules voor de perfecte stage bestaan er niet. Maar door ervaringen en tips samen te leggen kunnen scholen elkaar alvast inspireren en ondersteunen. En dat is precies wat dit cahier op het oog heeft.
De beste manier om jongeren te laten kennismaken met de bedrijfsrealiteit, is nog altijd de stage.1
Het cahier, verzameling van ervaringen en informatie Op 14 mei vond in de marge van ,een workshop over stages plaats. Leerkrachten, technisch adviseurs en CLB-medewerkers wisselden er van gedachten en vertelden over hun positieve en negatieve ervaringen. Hiermee was de basis voor dit cahier gelegd. Daarnaast heeft Stroom-Opwaarts nog gesprekken gevoerd met afzonderlijke scholen over hun stageaanpak en hebben we heel wat publicaties en artikels doorgenomen. Al dit materiaal is overzichtelijk gebundeld in dit stagecahier. Af en toe zult u het merken: sommige tips spreken elkaar een tikkeltje tegen. Onlogisch? Toch niet, want er zijn evenveel tips als er meningen zijn. Veel plezier met dit cahier!
Een slechte stageervaring is vaak veel nefaster voor de jongere dan helemaal geen stageervaring.
Alle citaten zijn genoteerd op de workshop over stages op 14 mei (finale
1
,) en
tijdens verschillende telefoongesprekken die Stroom-Opwaarts heeft gevoerd ter voorbereiding van dit cahier.
2
c a hi e r | S T A G E S
Genoteerd! Blokstages versus alternerende stages: uw collega’s vergelijken Sommige scholen zweren bij blokstages, andere vinden dat alternerende stages meer vruchten afwerpen. Stroom-Opwaarts heeft zijn oor te luisteren gelegd bij leerkrachten en technisch adviseurs en heeft hun argumenten pro het ene of het andere systeem voor u genoteerd. ➔ pagina 25.
Wie zoekt de stageplaats: de jongere of de leerkracht? De jongere die zelf zijn stageplaats zoekt, krijgt al een goede sollicitatietraining. Toch zijn er ook goede redenen waarom leerkrachten de stageplek zoeken en toewijzen. ➔ pagina 26.
Werkplekleren in het voltijds onderwijs In het deeltijds onderwijs is werkplekleren heel gewoon. Maar ook in het voltijds onderwijs is deze efficiënte leerstrategie mogelijk. Op pagina 27 leest u er meer over.
Ook bedrijfsstages voor leerkrachten Vanaf het schooljaar 2008-2009 wordt het leerkrachten gemakkelijker gemaakt om een bedrijfsstage te volgen. Meer hierover op pagina 29.
Tot slot: een lijst met de interessantste informatiebronnen Dit cahier sluit af met een lijst van de interessantste en bruikbaarste informatie die op internet te vinden is. Het gaat onder meer over inlichtingen over het wettelijke kader, modeldocumenten ter ondersteuning van de stageadministratie en tips om de arbeidsattitudes bij de leerlingen te stimuleren. Voor uw gemak hebben we de url’s uit de lijst ook op de Stroom-Opwaartswebsite geplaatst.
3
Dit cahier past in het onderwijsbeleid van Vormelek Vormelek wil efficiënt kunnen inspelen op de noden en behoeftes van het elektrotechnisch onderwijs. Daarom hebben we op 14 mei van dit jaar een convenant ondertekend, waarin Syntra, de onderwijsnetten en Vormelek zich engageren tot meer en betere samenwerking. Zo komt Vormelek met u praten, tijdens een workshop bijvoorbeeld. Maar wij staan ook open voor individuele gesprekken en afspraken. Hoe kunnen we ùw school specifiek ondersteunen? Op het vlak van stages, maar evengoed op andere domeinen, zoals didactisch materiaal en bedrijfscontacten. Contacteer onze opleidingsadviseur Veerle Van Antenhove (veerle.van.antenhove@ vormelek-formelec.be – 02 476 16 76) voor meer uitleg over geprivilegieerde samenwerking met Vormelek.
Wat vindt u van de campagne Stroom-Opwaarts en wat denkt u over de samenwerking tussen Vormelek en het onderwijs? Vormelek wil het weten. Om de samenwerking met het onderwijs te kunnen bijsturen en verbeteren. Laat uw stem horen op forum.stroomopwaarts.be.
Focus op voltijds onderwijs Dit cahier is in eerste instantie bestemd voor de 3e en 4e graad van het voltijds onderwijs. Daarbinnen gaat de aandacht naar de afdelingen die voorbereiden op directe tewerkstelling. Het gaat met andere woorden over de richtingen - elektrische installatietechnieken (3e graad TSO) - elektrische installaties (3e graad BSO) - industriële elektriciteit (7e jaar BSO)
Én interessant voor deeltijds leren Met onder meer topics over krachtige leeromgevingen en attitudesturing bij jongeren is dit cahier ook interessant voor lesgevers uit het deeltijds leren.
Dit is het derde cahier van Stroom-Opwaarts. Het wordt opgestuurd naar scholen met elektrotechnische richtingen. Het kan ook in pdf-formaat worden gedownload van de Stroom-Opwaartswebsite (www.stroomopwaarts.be – via het menu voor scholen en opleidingscentra). Op de website vindt u ook de twee andere cahiers, die respectievelijk gaan over de promotie van elektrotechnisch onderwijs en over praktijk op school.
4
c a hi e r | S T A G E S
Inhoudstafel Slimme tips en beproefde strategieën om stageperikelen aan te pakken 1. Stagekwaliteit garanderen
06
2. Organisatie en administratie onder controle houden 12 3. De gepaste attitude bevorderen
15
4. Omgaan met verwachtingen en evaluaties
17
5. Werkgevers sensibiliseren
21
Genoteerd
25
Blokstages versus alternerende stages: uw collega’s vergelijken Wie zoekt de stageplaats, de jongere of de leerkracht? Werkplekleren in het voltijds onderwijs
En dan nog dit:
ook bedrijfsstages voor leerkrachten
29
Informatiebronnen
30
5
1
Slimme tips en beproefde strategieën om stageperikelen aan te pakken Stagekwaliteit garanderen
De workshops en telefonische interviews met leerkrachten en technisch adviseurs hebben enkele knelpunten en obstakels aan het licht gebracht. U leest ze hier, samen met slimme tips en beproefde strategieën om al deze stageperikelen aan te pakken.
Een stage voor jongeren uit het TECHNISCH ONDERWIJS is niet evident: de stage is nogal kort en de jongere heeft door het beperkt aantal praktijkuren vaak onvoldoende ervaring om goed te kunnen meedraaien. ➔ De stage focussen op observatieopdrachten Op die manier kan de leerling toch nog kennismaken met het arbeidsleven. Tegelijk wordt frustratie bij jongeren en stagebieder vermeden. De jongere komt niet zozeer praktijkervaring opdoen, hij komt vooral zijn ogen de kost geven.
➔ De stage aanvullen door een bezoek aan een VDAB- of ander opleidingscentrum Uw RTC-centrum kan u vertellen welke opleidingscentra in de regio praktijklessen elektriciteit inrichten. De contactgegevens van uw RTC-centrum vindt u via www.ond.vlaanderen.be/rtc/. Goed om te weten: vanaf dit schooljaar 2008-2009 hebben leerlingen uit de 3e graad TSO-BSO recht op 72 uur gratis praktijkopleiding in een VDAB-centrum. Meer info op www.ond.vlaanderen. be/nieuws/2008p/0701-competentiecentra.htm
6
c a hi e r | S T A G E S
Stages in een VIJFDE JAAR, zeker bij het BEGIN van het SCHOOLJAAR, zijn niet zo succesvol: de leerlingen staan technisch nog niet ver genoeg. Voor zowel de stagebieder als de jongere niet altijd een positieve ervaring. ➔ De stage in de mate van het mogelijke inrichten op het einde van het schooljaar ➔ Focussen op observatieopdrachten ➔ Extra investeren in de voorbereiding van de stage De ‘cultuurshock’ is minder groot als de jongere vooraf goed weet wat hij kan verwachten: dat er ook vuile klusjes zijn bijvoorbeeld, of dat je als beginneling nog niet zelfstandig kunt werken, ... Bedrijfsbezoeken vooraf of observatiestages zijn prima als introductie.
Stages zijn te kort. Zodra de leerling ingewerkt is, is de stage alweer voorbij. ➔ Deelexamens vervangen door stages Daardoor kan de stageperiode langer duren.
➔ Kiezen voor een alternerend stagesysteem Bij een alternerende stage krijgen leerlingen gedurende een langere periode de kans om zich in te werken.
➔ Stages in de schoolvakanties laten doorlopen Jongeren kunnen, als ze dat willen, hun stage laten doorlopen in de vakantie. Verplichten kan – om evidente redenen – niet.
7
Onze BSO-leerlingen lopen 4 weken stage. Dat is lang genoeg om een hele werf te doen en dus geconfronteerd te worden met alle problemen die erbij komen kijken. Daar leren de jongeren niet alleen veel van, ze halen er ook veel voldoening uit.
Drie weken vinden we een minimum. Dan is het takenpakket van de jongere voldoende gevarieerd én kan hij kennismaken met de opeenvolgende stappen op de werf.
Een stage waarbij het klikt tussen de jongere en de werkgever is een goede stage. Is die klik er niet, dan is de stage een GEMISTE KANS. Een beetje alles of niks dus. ➔ Kiezen voor een alternerende stage Als de stage tegenvalt, is het nog altijd mogelijk om op zoek te gaan naar een alternatief.
➔ De jongere van nabij opvolgen zodat kan worden bijgestuurd Dankzij internet kan de jongere elke dag een kort verslag aan de stagebegeleider bezorgen. Als blijkt dat de stage niet verloopt zoals verhoopt, kan de begeleider ingrijpen.
De KWALITEIT van de STAGE HANGT sterk AF van de KWALITEIT van de STAGEPLAATS. En daar hebben wij als school niet altijd vat op. ➔ Op voorhand inschatten of de stagebieder een krachtige leeromgeving kan bieden Is het stagebedrijf een krachtige leeromgeving? Met de onderstaande 20 vragen kunt u hiernaar peilen. Het spreekt voor zich dat u deze informatie ook kunt inwinnen tijdens een eenvoudig kennismakingsgesprek.
Zodra ik merk dat de jongere op zijn stageplek niet alle doelstellingen zal bereiken, neem ik contact op met de werkgever. Misschien is het mogelijk het stageprogramma nog wat bij te sturen. Als dat niet het geval is, ga ik op zoek naar een andere stage.
8
c a hi e r | S T A G E S
Vragenlijst krachtige leeromgeving 1. Heeft het bedrijf al ervaring met stagiairs? 2. Doen ook andere scholen een beroep op het bedrijf voor stage? 3. Zijn jongeren overwegend tevreden over hun stage in het bedrijf? (als het bedrijf al eerder stagiairs heeft gehad) 4. Is het bedrijf overwegend tevreden over eerdere stages? (als het bedrijf al eerder stagiairs heeft gehad) 5. Is de mentor (als die er is) overwegend tevreden over eerdere stages? (als het bedrijf al eerder stagiairs heeft gehad) 6. Krijgt de jongere een mentor? 7. Wordt de jongere voorgesteld aan zijn mentor en krijgt hij uitleg over de functie en rol van de mentor? 8. Is in het bedrijf bekend wie de rol van mentor op zich neemt? 9. Wordt de mentor geëvalueerd (over zijn taak als mentor)? 10. Is de werkgever zich ervan bewust dat een jongere onder zijn hoede nemen tijd vergt? 11. Is de werkgever zich ervan bewust dat wie een jongere onder zijn hoede neemt, over bepaalde eigenschappen moet beschikken (bijvoorbeeld: goede communicatievaardigheden om kennis te kunnen overbrengen, geduld, graag omgaan met jongeren)? 12. Bestaat in het bedrijf een onthaalprocedure voor de jongere? 13. Houdt het bedrijf rekening met de achtergrond van de jongere bij het toewijzen van taken? 14. Houdt het bedrijf rekening met de leerstof die de jongere moet verwerken? 15. Kan de jongere altijd terecht bij zijn mentor (ook na werktijd – bijvoorbeeld via gsm)? 16. Gebeurt er een systematische, gestructureerde evaluatie van de jongere? 17. Is de mentor/de bedrijfsleider voor de hele duur van de stage te bereiken? 18. Zijn er werkinstructies en richtlijnen op de werkplek (omtrent veiligheid, gezondheid, hygiëne, milieu, ...)? 19. Is er overleg met de school over stages in het algemeen en over een individuele stage in het bijzonder? 20. Hoe verloopt dit overleg (gestructureerd, ad hoc)? (Deze vragen zijn een selectie uit een langere vragenlijst, die terug te vinden is via www.dboprojecten.be/WELP/menu.asp – voorafgaande registratie is nodig.)
9
Toont het bedrijf interesse om zichzelf als krachtige leeromgeving te evalueren? In dat geval kunt u de werkgever de bovenstaande vragenlijst doorgeven, of verwijzen naar de uitgebreide evaluatiemodule van de Dienst Beroepsopleiding van de Vlaamse overheid (www.dboprojecten.be/WELP/menu.asp). Vooral voor iets grotere bedrijven is deze module interessant. Daarnaast stelt VIVES-COMITO online een document ter beschikking dat peilt naar het kwaliteitskader van de stage. Dit zelfbevragingsdocument is bestemd voor de kandidaat-stagebieder en is te downloaden via www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/vives/vivessite/
➔ Op basis van de activiteitenlijst de stageplaats beoordelen Vóór elke stage moet een lijst met de geplande activiteiten worden opgemaakt. Hieruit kan ook al worden afgeleid of de stage interessant kan worden.
➔ Actief op zoek gaan naar een netwerk met degelijke stageplaatsen Behalve voor stages kan nog op andere domeinen worden samengewerkt. Voorbeelden: • De werkgever kan zetelen in de jury die de geïntegreerde proeven beoordeelt. Een mooie kans om kandidaten te screenen. • Installaties die aan vervanging toe zijn, kunnen door de leerlingen worden ontmanteld.
Wij geven ook leerlingen de kans een stagebieder aan te brengen. Da’s een prima manier om ons stagenetwerk te laten groeien.
Oud-leerlingen die een eigen zaak hebben, zijn doorgaans bereid om stagiairs aan te nemen. Oud-leerlingen zijn hoe dan ook een interessant kanaal om aan stageplekken te komen. Ze doen graag een goed woordje bij hun baas om leerlingen van hun oude school aan een stage te helpen.
10
c a hi e r | S T A G E S
Vijf redenen die werkgevers kunnen overtuigen om met stagiairs te werken 1. 2.
ideale mond-tot-mondreclame meer bekendheid leidt tot meer klanten en tot meer sollicitanten troef bij vacatures want de werkgever krijgt meer ervaring bij het inschatten van jongeren want een goede stagiair kan worden aangeworven zodra hij zijn diploma heeft gehaald 3. mogelijkheid om bij te leren en bij te blijven wie weet leert de werkgever iets van de jongere, of via de contacten met de school zelf (is het geen technische kennis, dan toch kennis over hoe de maatschappij evolueert) 4. mooie kans om het onderwijs de sector te laten kennen het onderwijs kan zo beter leerplannen en programma afstemmen op de werkrealiteit 5. beperkte tijdsinvestering uit onderzoek blijkt dat werkgevers geen significante tijd verliezen door de stagebegeleiding. Anders gezegd: de tijdsinvestering loont Deze en nog andere redenen vindt u in twee artikels van UNIZO: - Een stagiair in uw zaak loont (Z.O.magazine, 22 juni 2007) - KMO’s willen meer leerlingen-stagiairs (Z.O.magazine, 22 juni 2007) De artikels kunt u downloaden op www.ondernemendeschool.be/viewobj jsp?id=285341
➔ Investeren in de relaties met de stagebieders Bij de alternerende stage ga ik zeker 3 à 4 keer langs bij de werkgever. Lang hoeft zo’n bezoek niet te duren. Maar het is wel de ideale manier om de contacten te onderhouden.
Ik sta erop dat de jongere na de stage een bedankbrief schrijft. Van werkgevers hoor ik keer op keer dat ze dat gebaar erg op prijs stellen.
Ook ZWAKKERE LEERLINGEN moeten de kans krijgen op een degelijke stageplaats en daar goed begeleid worden. ➔ Werken met een vertrouwde stagebieder Een werkgever met wie u al vaker hebt samengewerkt, is doorgaans sneller bereid om een zwakkere leerling te begeleiden. Door zijn ruime ervaring met stages weet hij bovendien beter hoe hij met verschillende niveaus moet omgaan.
➔ Met de stagebieder afspreken dat de nadruk zal liggen op observatie
11
2
Organisatie en administratie onder controle houden
Voor ALGEMENE VAKKEN zitten verschillende afdelingen samen. Doordat niet alle afdelingen tegelijk op stage gaan, lopen die vakken dus door. Wie terugkomt uit stage, heeft dus altijd een ACHTERSTAND. ➔ Bij het begin van het schooljaar inhaallessen plannen
➔ Een projectopdracht geven aan de achterblijvers Deze opdracht kan door de jongeren die op stage gaan, worden ingehaald wanneer een andere groep op stage vertrekt.
Het is niet haalbaar alle JONGEREN tijdens hun STAGE te BEZOEKEN. Doordat de lessen nog doorlopen, hebben we niet erg veel tijd. ➔ Alle leerlingen bij dezelfde praktijkleerkracht samen op stage sturen Deze aanpak werkt natuurlijk maar als de praktijkleerkracht geen theorievakken heeft in andere jaren of afdelingen.
Ik vind het mijn plicht elke stagebieder persoonlijk te gaan bezoeken. Je merkt trouwens dat de werkgever dat erg op prijs stelt. En natuurlijk werkt zo’n bezoekje motiverend voor de jongere.
12
c a hi e r | S T A G E S
WERKGEVERS vullen de STAGEDOCUMENTEN niet altijd TIJDIG EN CORRECT in ➔ Werkgevers modeldocumenten ter beschikking stellen én ze een ingevuld voorbeeldexemplaar bezorgen
➔ De documenten samen met de werkgever invullen Spreek een moment af waarop u samen de documenten invult.
ADMINISTRATIE legt een zware DRUK op LEERKRACHTEN en TECHNISCH ADVISEURS ➔ Zoveel mogelijk werken met bestaande modeldocumenten Het project van de Vlaamse overheid VIVES-COMITO stelt heel wat modeldocumenten ter beschikking. Op www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/vives/vivessite/ vindt u onder meer het stage-doeboek voor leerlingen die een stage residentiële elektriciteit doen. Het doeboek bevat enkele modeldocumenten, waaronder • stageovereenkomst • stagereglement • dagverslag voor de leerling • bedankbrief Op de website van RTC Limburg kan een Excelbestand worden gedownload. Daarin de belangrijkste documenten uit een stagedossier, zoals • Inlichtingenformulier • afsprakenblad • stageovereenkomst • stageschrift • stagedraaiboek (www.rtclimburg.be en in het linkermenu Stagedossier Technische nijverheidsinrichtingen aanklikken)
13
Ik doe zelf altijd alle administratie die bij stages komt kijken. Ik ben daar ondertussen snel en ervaren in geworden. Dit is de meest efficiënte aanpak gebleken om op onze school met de administratieve last om te gaan.
De KOSTEN die een leerkracht maakt bij zijn STAGEBEZOEKEN, lopen vaak hoog op. En hij moet ze ZELF BETALEN. ➔ Onkosten aangeven op school Alle onkosten die het gevolg zijn van stagebegeleiding, vallen ten laste van de school (inrichtende macht). Zo staat het duidelijk in de omzendbrief SO/2002/09, die het wettelijk kader van de stage in 5e, 6e en 7e jaar TSO en BSO beschrijft. U kunt de volledige omzendbrief lezen op internet (www.ond.vlaanderen. be/edulex/database/document/document.asp?docid=13301).
De jongeren werken meestal op WERVEN. Dat maakt STAGEBEZOEKEN niet zo evident. ➔ Contact opnemen met het secretariaat van het bedrijf Op het secretariaat kunnen ze altijd vertellen op welke werf de stagiair zit. Het is ook mogelijk het gsm-nummer van de stagementor te vragen om met hem afspraken te maken.
14
c a hi e r | S T A G E S
3
De gepaste attitude bevorderen
De jongere maakt NA DE STAGE DE SWITCH niet meer naar het schoolse leven
➔ De stage organiseren op het einde van het schooljaar • zodat er achteraf alleen nog een afsluitende lesdag is en dan de vakantie begint • zodat er achteraf alleen nog lessen zijn in het kader van de geïntegreerde proef Die GIP-lessen zijn zeer praktisch georiënteerd en zich concentreren lukt de jongeren dan nog wel net.
➔ De stage niet organiseren vóór een tussentijdse vakantie (bijvoorbeeld paasvakantie) De jongere heeft dan lang geen contact meer met het schoolse leven en daardoor zijn de aanpassingsmoeilijkheden des te groter.
Door het systeem van permanente evaluatie hebben de leerlingen uit het beroeps geen examens. Wanneer de andere klassen examens hebben, gaan deze leerlingen op stage. Dat heeft als voordeel dat de jongeren achteraf niet meer opnieuw naar school moeten, met alle aanpassingsproblemen van dien. Bovendien is tijdens de examenperiode de sfeer op school niet zo aangenaam, alleen al doordat de school in de namiddag verlaten is.
15
De jongere heeft niet de juiste ARBEIDSATTITUDES. ➔ De jongere op voorhand bewust maken van wat een goede arbeidsattitude is In het stage-doeboek dat VIVES-COMITO ter beschikking stelt, wordt heel wat aandacht besteed aan attitudes die belangrijk zijn op de werkvloer. Het boek bevat verschillende documenten die jongeren willen sensibiliseren over • een goede (beroeps)houding • het (veilige) gebruik van elektrische gereedschappen en over de gereedschapskoffer • opruimen en omgang met afval • klantencommunicatie Nog op de website van VIVES-COMITO is er aandacht voor zogenoemde sleutelcompetenties, waaronder verantwoordelijkheidszin en nauwkeurigheid. Via een cd-rom en ander didactisch materiaal kunnen leerlingen worden gesensibiliseerd over de juiste arbeidsattitudes. Alle info op www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/vives/vivessite/ Will’s Kracht, een Limburgs initiatief, heeft een website met tips over arbeidsattitudes. Zowel voor leerkrachten als jongeren is er materiaal te vinden. Meer info op www.willskracht.be
➔ Jongeren een fiche meegeven met daarop de belangrijkste attituderichtlijnen Wij geven de jongeren een stagedocument mee met daarop de belangrijkste richtlijnen voor de stage: welke stappen ze moeten ondernemen als ze ziek zijn bijvoorbeeld en wat hun administratieve taken zijn. In het document worden ook de belangrijkste do’s and don’ts op vlak van gedrag op een rijtje gezet.
16
c a hi e r | S T A G E S
4
OMGAAN MET VERWACHTINGEN EN EVALUATIES
Het is belangrijk een NABESPREKING achteraf op school te houden. Dat komt er om de een of andere reden niet altijd van. ➔ De stage niet op het einde van het schooljaar organiseren Stages op het einde van het schooljaar hebben dan natuurlijk weer als voordeel dat jongeren na de stage geen aanpassingsmoeilijkheden hebben doordat ze weer naar school moeten.
➔ De jongere informeel aanspreken tijdens de praktijklessen Jongeren willen graag hun verhaal ook op een informele manier kwijt. Daarom ga ik altijd nog eens met ze praten. In de praktijklessen is het vrij eenvoudig om ze even apart te nemen. Als dat nodig blijkt, kan een langer gesprek achteraf natuurlijk altijd.
WERKGEVERS WETEN NIET hoe ze moeten EVALUEREN. ➔ Evaluatietools ter beschikking stellen en toelichten Voor mentoren heeft VIVES-COMITO de Bege-Leidraad ontwikkeld, een brochure die onder meer ingaat op de volgende vragen: wanneer wordt geëvalueerd, wat is de beste aanpak en welke aspecten moeten worden geëvalueerd? (www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/vives/vivessite/) Stel evaluatiedocumenten ter beschikking die speciaal voor werkgevers ontwikkeld zijn. U vindt zulke documenten • in het stage-doeboek van VIVES-COMITO (www.ond.vlaanderen.be/dbo/ projecten/vives/vivessite/) • in het stagedossier van RTC Limburg (www.rtclimburg.be)
17
WERKGEVERS EVALUEREN NIET GRONDIG genoeg. ➔ De werkgever erop wijzen dat de evaluatie een instrument is om de jongere te laten groeien Vaak weet de stagebieder niet zo goed wat hij van de jongere mag verwachten en evalueert hij vanuit de gedachte dat de jongere het nu eenmaal nog allemaal moet leren. Gevolg: de jongere krijgt een te gunstige evaluatie. Daardoor denkt de jongere dat hij al alles kan en weet.
➔ Werken met waardeneutrale schalen Voor technische competenties kunnen waardeneutrale schalen worden gebruikt. Sommige schaalsystemen kunnen nogal hard overkomen. Een schaal met gezichtjes ( ) spreekt bijna letterlijk van een bedroevend niveau. Een indeling die werkt met benamingen zoals beginneling – in ontwikkeling – competent – stielman is beschrijvender en dus neutraler.
Voor de vijfdejaars werk ik eerder met kleine installateurs. Die doen minder gesofistikeerde opdrachten. De zesde- en zevendejaars komen beter aan hun trekken bij wat grotere ondernemingen.
Stagiairs hebben NIET ALTIJD ÉÉN VASTE BEGELEIDER tijdens de stage. Dat maakt evalueren moeilijk. ➔ De stagebieders erop wijzen dat ook bij verschillende begeleiders er slechts één mentor mag zijn Stagebieders zijn verplicht één mentor aan te stellen. Deze zal ook de evaluatiedocumenten invullen. Als een stagiair bij een of andere taak gesuperviseerd wordt door iemand anders dan zijn mentor, blijft het de mentor die de evaluatie opstelt. Hij doet dit natuurlijk op basis van de informatie die hij van de begeleider van dienst heeft ontvangen.
De WERKGEVERS weten niet altijd wat ze van de JONGERE mogen VERWACHTEN. ➔ Werkgevers informeren over de huidige onderwijsstructuur Veel werkgevers denken nog in termen van A2 en A3. Daarom is het goed uit te leggen dat de benamingen veranderd zijn. Het is aanbevolen ook wat toelichting te geven over de verhouding tussen theorie en praktijk in de diverse afdelingen.
➔ Stageplaatsen zoeken die aansluiten bij het profiel van de jongere
18
c a hi e r | S T A G E S
De JONGERE vindt dat hij een PRIMA STAGE achter de rug heeft, de STAGEBIEDER vindt van NIET. ➔ Bij de stagebieder aandringen op een correcte evaluatie ➔ De jongere een zelfevaluatie laten maken die achteraf besproken wordt Modeldocumenten voor een zelfevaluatie zijn te vinden op de website van VIVES-COMITO. Als de documenten voor zelfevaluatie de evaluatiedocumenten van de werkgever weerspiegelen, kunnen beide evaluaties achteraf worden vergeleken.
Sommige stagebieders vinden het delicaat om de jongere negatief te evalueren. Maar de keerzijde van een te positieve evaluatie is dat de jongere een verkeerd beeld krijgt van zijn sterktes en zwaktes. Als ik dat aan de stagebieder vertel, is hij sneller geneigd een evaluatie te geven die correspondeert met de feiten. 19
In het begin neemt de jongere de zelfevaluatie niet altijd ernstig. Maar na verloop van tijd draait hij bij en begint hij het nut ervan in te zien. Om inzicht te krijgen in sterke en zwakke punten is zo’n zelfevaluatie dus zeker een sterk instrument.
Jongeren denken (hopen?) algauw dat ze later dag in dag uit te maken zullen krijgen met domotica en plc-sturingen. De realiteit is natuurlijk anders. Het is aan ons, leerkrachten, om die misverstanden uit de wereld te helpen.
De jongere ziet tijdens de stage werknemers OPDRACHTEN uitvoeren waarvan hij denkt die later zelf ook te mogen/moeten uitvoeren. Het blijkt te gaan over opdrachten voor HOGERGESCHOOLDEN. ➔ Na afloop van de stage een (klassikale of individuele) nabespreking houden Verkeerde verwachtingen of onjuiste inzichten komen het gemakkelijkst tot uiting in een meer ongedwongen gesprek over de stage.
20
Soms is het moeilijk tot de jongere door te dringen en hem duidelijk te maken dat zijn prestaties niet zo geweldig waren. Toch is zo’n zelfevaluatie ook dan waardevol: hij wordt geconfronteerd met de vaststelling dat zijn mening niet per se door iedereen gedeeld wordt. Ook dat is een belangrijk leerpunt.
c a hi e r | S T A G E S
5
Werkgevers sensibiliseren
Werkgevers hebben weinig of geen PEDAGOGISCHE KENNIS. ➔ De werkgever laten opleiden tot een goede peter of meter Vormelek organiseert peter- en meterschapsopleidingen voor zaakvoerders en werknemers. Meer informatie over dit aanbod bij Veerle Van Antenhove, opleidingsadviseur van Vormelek (
[email protected] – 02 476 16 76).
➔ De werkgever begeleiden De Bege-Leidraad van VIVES-COMITO bevat een hele handleiding over mentoren. In de leidraad onder meer aandacht voor • coaching • basisinzichten communicatie • kennismakingsgesprek • het opstellen van een stageplan • onthaal • de manieren waarop een leerproces verloopt • feedback geven • demonstreren • instructies geven • taken delegeren aan de stagiair • functioneringsgesprek • evaluatiegesprek Daarnaast heeft UNIZO op www.unizo.be/lerenopdewerkvloer een pak informatie voor stagebieders gepubliceerd.
➔ De werkgever professioneel laten begeleiden door een leerkracht die opgeleid is tot stagecoach UNIZO richt seminaries in om leerkrachten op te leiden tot stagecoaches. Al heel wat scholen hebben inmiddels zo’n coach in huis. Meer informatie over dit aanbod op www.ondernemendeschool.be (klik op ‘stage’ in het linker menu).
21
De stagebieder biedt goede stagiairs soms TE SNEL EEN CONTRACT aan, terwijl het vaak in het voordeel van de jongere is om nog een 7e jaar te volgen. ➔ De werkgever op voorhand vertellen dat de school hoe dan ook een 7e jaar aanmoedigt Het loont de moeite ook te vertellen waarom de school de meeste leerlingen aanmoedigt nog een 7e jaar te volgen. Op die manier is de werkgever zich bewust van de voordelen om verder te studeren én beseft hij dat aandringen bij de jongere niet zoveel zal uithalen.
➔ De leerlingen bewust maken van de voordelen van een 7e jaar Vooral voor het argument dat een 7e jaar een diploma secundair onderwijs oplevert, waardoor ze dus meer waard zijn op de arbeidsmarkt (en dus meer kunnen verdienen), zijn jongeren uit het beroepsonderwijs gevoelig.
➔ De jongeren in het 7e jaar het getuigschrift bedrijfsbeheer laten halen De mogelijkheid om een getuigschrift bedrijfsbeheer te behalen, overtuigt jongeren vaak om toch voor een 7e jaar te kiezen.
De tendens bestaat om STAGIAIRS te gaan BETALEN. Daardoor ontstaat het gevaar dat jongeren om verkeerde redenen een stageplek kiezen. ➔ Stagebieders mogen de stagiairs in geen geval betalen! De wet is formeel: stages mogen in geen geval vergoed worden. Ook vergoedingen in natura (zoals een gereedschapskoffer) zijn verboden. Uiteraard mag de werkgever de onkosten van de stagiair terugbetalen.
22
c a hi e r | S T A G E S
Voor zowel de leerling als de werkgever kan een vergoeding nadelig zijn.
Nadelen voor de jongere (en zijn ouders) • De jongere is verplicht de inkomsten aan te geven en de ouders lopen daardoor het gevaar de kinderbijslag te verliezen. • De jongere die op andere momenten studentenarbeid verricht, overschrijdt zo gemakkelijker de 23 dagen die hij kan werken tegen verminderde RSZ-bijdragen; hij houdt met andere woorden minder over aan zijn studentenbaan of hij wordt te duur voor een werkgever.
Nadelen voor de werkgever De werkgever loopt het risico dat zijn stagiair beschouwd wordt als een ‘gewone’ werknemer. En een groter werknemersbestand heeft belangrijke gevolgen: bepaalde wettelijke verplichtingen, zoals de publicatie van de sociale balans en het in dienst nemen van startbaanjongeren, hangen af van het aantal personeelsleden.
Stagiairs aantrekken en appreciatie tonen voor zijn stagiair, kan ook zo: • De jongere een vakantie- of weekendbaan aanbieden. • Zijn zaak openstellen voor observatiestages en bedrijfsbezoeken. • Meestappen in een project voor werkplekleren.
Het is niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is voor de RISICOANALYSE: werkgever of school ➔ Werkgevers zijn eindverantwoordelijk voor de risicoanalyse Werkgevers moeten in elk geval een risicoanalyse maken om de veiligheid van de werknemers te garanderen. In principe heeft dus elke zelfstandige met werknemers een risicoanalyse gemaakt. Als het nodig is om de informatie van de risicoanalyse over te brengen op een specifiek modeldocument, is het nog altijd de werkgever die daarvoor verantwoordelijk is. Bij een stage in een eenmanszaak liggen de zaken anders: daar is geen risicoanalyse voorhanden en moeten school en bedrijfsleider samen de analyse opmaken. In elk geval is de werkgever verantwoordelijk voor de correctheid van de informatie. Een risicoanalyse kunt u opmaken met het handige formulier op de website van RTC Limburg (www.rtclimburg.be). Meer uitleg op www.stageforum.be/go/faqs.aspx?r=1 en op www.meta.fgov.be/detailA_Z.aspx?id=792
23
Soms stellen we vast dat de VEILIGHEID TE WENSEN overlaat. Toch komen we niet graag tussenbeide want we willen de stageplek zeker niet verliezen. ➔ Resoluut kiezen voor veiligheid
WERKGEVERS denken in termen van RENDEMENT: een stagiair moet opbrengen. Daarom INVESTEREN ze weinig in de stagiairs. ➔ De werkgevers wijzen op de voordelen als stagiairs goed begeleid worden ➔ Met de stagebieder praten over doel en verwachtingen van de stage ➔ Op zoek gaan naar andere stagebieders
Werkgevers denken al te vaak dat de JONGEREN AL ALLES KUNNEN. Gevolg: frustratie bij beide partijen. ➔ In een kennismakingsgesprek de werkgever duidelijk maken wat het niveau is van jongeren in het algemeen en de stagiair in het bijzonder ➔ De stagebieder uitnodigen om naar de opendeurdag te komen of om een bezoekje te brengen aan de praktijklessen
Bij grotere bedrijven verlopen de CONTACTEN meestal VIA DE PERSONEELSDIENST en niet rechtstreeks met de begeleider op de werkvloer.
➔ Erop wijzen dat rechtstreeks contact met de mentor wettelijk verplicht is In de stageovereenkomst staat duidelijk dat zowel de werkgever als de school een persoon moeten aanduiden die de jongere begeleidt. Deze twee begeleiders moeten in het kader van hun begeleidingsopdracht onderling overleg kunnen plegen.
24
We hebben een dubbele verantwoordelijkheid. Op korte termijn: de jongere mag tijdens zijn stage geen enkel risico lopen. En onze verantwoordelijkheid op langere termijn bestaat erin dat we jongeren zeker niet het verkeerde signaal mogen geven: als we ze nu stage laten lopen in een onveilige werkomgeving, vinden ze later veiligheid op de werkvloer zelf geen prioriteit. En zo is de cirkel rond.
c a hi e r | S T A G E S
Genoteerd
Blokstages versus alternerende stages: uw collega’s vergelijken Alternerende stage
+
• Leerlingen komen in aanraking met ongeveer alle aspecten van de job. • De stage staat niet geïsoleerd van de studies.
Blokstage
+
• De leerlingen worden ten volle geconfronteerd met het leven op de werkvloer. • Het is mogelijk bepaalde taken en karweien van A tot Z toe te vertrouwen aan de stagiair. Dat scherpt zijn verantwoordelijkheidsgevoel aan en de jongere krijgt zicht op het realistische verloop van zaken. • In richtingen met minder stageuren (zoals Elektrische Installatietechnieken TSO) is de blokstage de beste optie. • De organisatie is gemakkelijker en rechtlijniger dan bij een alternerende stage.
–
–
25
• De jongere wordt niet helemaal ondergedompeld in een stagebad. De band met het schoolse leven blijft nog intact. • Bij een beperkt aantal stage-uren is een alternerende stage onmogelijk. Anders gezegd, in de TSO-afdeling Elektrische installatietechnieken is deze stage moeilijk te organiseren.
• Het engagement van de werkgever is beperkt tot enkele weken. Het gevaar bestaat dus dat hij niet zoveel moeite doet om er een leerrijke stage van te maken. • Om een representatief beeld te krijgen van wat het werk als elektricien zoal inhoudt, moet een stage minstens 3 weken duren. • Tegen de tijd dat de jongere zich wat heeft ingewerkt en de eerste onwennigheid over is, zit de stage er meestal al op.
➔ Combinatie blok- en alternerende stage Het is mogelijk beide vormen van stages te combineren, zeker in het beroepsonderwijs waar voldoende uren beschikbaar zijn om bijvoorbeeld 2 weken blokstage te combineren met een periode alternerende stage.
J. Rijckebosch uit het Technisch Atheneum Geraardsbergen: Onze leerlingen uit het 5e en 6e BSO Elektrische installaties laten we voor de kerstvakantie en op het einde van het schooljaar 1 week blokstage volgen. In het 2e trimester gaan ze 1 dag per week op stage. De zevendejaars hebben naast hun twee weken blokstage het hele schooljaar 1 stagedag per week.
Wie zoekt de stageplaats, de jongere of de leerkracht? De voordelen • als de jongere op zoek gaat • Als de jongere straks zelf op zoek moet naar een job, is er geen leerkracht om hem daarbij te helpen. Een stageplaats zoeken is dus een goede sollicitatieoefening. • De jongere kan ervaring opdoen op zijn favoriete plaats, en dat is goed voor de motivatie. • De jongere voelt zich niet ‘geplaatst’.
• als de leerkracht de voorzet geeft • De leerkracht laat zich bij zijn voorstel leiden door zijn kennis van de leerling én van de stagebieder. Dat houdt een belangrijke kwaliteitsgarantie in: de stageplek sluit aan bij het kennisniveau en de interesse van de jongere. • De lessen die de jongere voorbereiden op het beroepsleven (over de sollicitatiebrief of het kennismakingsgesprek bijvoorbeeld) kunnen later op het schooljaar plaatsvinden en sluiten dus beter aan op de carrièrestart van de jongere.
26
c a hi e r | S T A G E S
Werkplekleren in het voltijds onderwijs Een leervorm waarbij de jongere kennis en competenties verwerft op de werkvloer, dat is de definitie van werkplekleren. Het onderscheidt zich van de ‘klassieke’ stage doordat leerplandoelstellingen en -inhouden worden verworven op de werkvloer. In een ‘klassieke’ stage komen competenties en vaardigheden aan bod die al eerder behandeld zijn in theorie- en praktijklessen. Verschillende scholen zijn tussen november 2004 en april 2008 mee gestapt in Janus, een proefproject rond werkplekleren. Hierbij ook Don Bosco uit Sint-Pieters-Woluwe, met de afdeling Hout. Kurt Keymolen, die als leerkracht algemene vakken sterk betrokken was, vertelt dat het project zeer veel knowhow heeft opgeleverd, die in de verschillende technische vakgebieden – dus ook de elektrotechniek – kan worden ingezet. Over het Janus-project leest u meer op www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/janus/visietekst_janus.htm
➔ Twee stappen om te starten met werkplekleren Stap 1: Beroepsactiviteiten koppelen aan leerinhouden Leerplandoelstellingen en -inhouden worden vertaald naar taken en opdrachten op de werkvloer; ook de te verwerven beroepshoudingen krijgen hierin een plaats. Belangrijk hulpmiddel: de beroepsprofielen (deze zijn opgesteld door Vormelek – u vindt ze op www.vormelek-formelec.be via ‘Publicaties’). Stap 2: Een netwerk van ondernemingen uitbouwen Hierbij is het belangrijk na te gaan of de onderneming een krachtige leeromgeving is (zie meer hierover op pagina 9)
➔ Kenmerken van een werkpleklerenproject • De jongere gaat 1 à 2 dagen per week naar een werkplek. • De werkplek varieert, enerzijds om ervoor te zorgen dat alle leerplandoelstellingen aan bod komen, anderzijds om de jongere de kans te bieden met verschillende soorten ondernemingen kennis te laten maken. • De werkgever kan te kennen geven dat hij een bepaalde jongere liever meer of minder tewerkstelt.
27
➔ Ervaren problemen • Attitudeproblemen: sommige jongeren zijn niet altijd even gemotiveerd. • De verplaatsingen: ook al zijn de bedrijven in de buurt van de school, voor jongeren is het niet altijd evident om op elke werkplek te raken.
De wetgeving steekt soms stokken in de wielen Om bepaalde technieken op de werkvloer te kunnen leren, moeten jongeren handelingen verrichten die volgens de arbeidswetgeving verboden zijn voor personen jonger dan 18. De facto zullen bepaalde leerinhouden dus enkel aangeleerd kunnen worden in de schoolse omgeving.
RTC biedt ondersteuning Alleen een structurele aanpak kan van werkplekleren een succes maken. Uw lokale RTC heeft de nodige expertise in huis om u hierbij te assisteren. Het RTC wijst u ook graag de weg naar subsidies en andere ondersteunende maatregelen.
28
c a hi e r | S T A G E S
En dan nog dit
Ook bedrijfsstages voor leerkrachten U wilt zelf een tijdje aan de slag in een onderneming om contact met het werkveld te houden en om uw kennis van technieken en materialen scherp te stellen? Dat kan via een leerkrachtenstage. ➔ Contacteer Vormelek om een bedrijf te zoeken dat geïnteresseerd is in leerkrachtenstages. ➔ Contacteer uw lokale RTC, want RTC’s hebben ook een aanbod voor leerkrachtenstages.
Goed om te weten 1. Wie in de schoolvakantie op stage gaat, krijgt nu een vergoeding van 250 euro per week. 2. Sinds het schooljaar 2008-2009 is het gemakkelijker om een vervanger aan te trekken voor de leerkrachten die op bedrijfsstage gaan. ➔ Lees meer over de maatregelen om bedrijfsstages voor leerkrachten te bevorderen in de persmededeling van minister Frank Vandenbroucke op 1 juli 2008; te raadplegen op www.ond.vlaanderen.be/nieuws/2008p/0701competentiecentra.htm.
29
Informatiebronnen
• De omzendbrief SO/2002/09 die de bedrijfsstages in het secundair onderwijs regelt: www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13301 • Andere wettelijke bepalingen omtrent stagiairs in de Vlaamse Gemeenschap: www.ond.vlaanderen.be/wetwijs/themas.asp?id=s (Klik op ‘stage’ in de alfabetische lijst) • De verplichtingen van werkgevers ten aanzien van stagiairs: www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=639 • Het statuut van de leerling-stagiair: www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=400 • Wettelijk kader risicoanalyse: www.meta.fgov.be/detailA_Z.aspx?id=792 (risicoanalyse) • Modeldocumenten, leidraden voor mentor en leerkrachten, checklists om krachtige leeromgevingen te evalueren, bewustmaking van arbeidsattitudes, stage-doeboek voor residentiële elektriciteit, ...: www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/vives/vivessite/ • Modeldocumenten, stagedossier: www.rtclimburg.be • Werken aan arbeidsattitudes bij stagiairs: www.willskracht.be • Voor werkgevers om uit te zoeken of ze een krachtige leeromgeving kunnen bieden: www.dboprojecten.be/WELP/menu.asp • Uitleg over stagecoaches, documenten voor ondernemers om stagiairs te begeleiden, argumenten om stagiairs aan te nemen, ...: www.ondernemendeschool.be • Werkplekleren en het Janus-project: www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/janus/visietekst_janus.htm • Competenties en profielen van de verschillende elektrotechnische beroepen: www.serv.be www.vormelek.be/content/view/13/29/lang,nl/
30
c a hi e r | S T A G E S
• Gratis opleiding voor jongeren in VDAB-centra: www.ond.vlaanderen.be/nieuws/2008p/0701-competentiecentra.htm • Om stageplaatsen te vinden en aan te bieden, een uitgebreide infotheek: www.stageforum.be • Onlinecoaching voor ondernemers met vragen over stages: www.unizo.be/lerenopdewerkvloer • Stagehelpdesk (modeldocumenten, wettelijk kader): www.coprant.be/infostages/index.htm
Stroom-Opwaarts dankt alle leerkrachten en technisch adviseurs die dit cahier mee mogelijk hebben gemaakt.
31
Stroom-Opwaarts is veel meer dan dit stagecahier. Een cahier met inspirerende voorbeelden voor realistische praktijklessen, een handige folder om het elektrotechnisch onderwijs te promoten, een nieuwsbrief die u op de hoogte houdt van de onderwijsacties van Vormelek en beroepenfilms om uw leerlingen een getrouw beeld te geven van het vak. Dit en nog veel meer vindt u op onze uitgebreide en praktische website, www.stroomopwaarts.be.
Stroom-Opwaarts is een campagne die Vormelek voert op initiatief van zijn sociale partners, zijnde de werknemersorganisaties ACV-Metaal, ABVV-Metaal en MWB-FGTB en de werkgeversorganisaties FEDELEC, FEE, LVMEB en NELECTRA. De campagne heeft tot doel de instroom van arbeiders in de elektrotechnische sector te verhogen en richt zich behalve naar jongeren en hun ouders, ook naar werkgevers, scholen en opleidingscentra.
ESF investeert in jouw toekomst.