Stage in de opleiding tot registerpodoloog

Stage in de opleiding tot registerpodoloog

Stage in de opleiding tot registerpodoloog Pagina 1 van 10

Inhoud Inleiding .................................................................................................................................................. 3 Doel ......................................................................................................................................................... 4 Kaders ..................................................................................................................................................... 4 Observatie .............................................................................................................................................. 4 Oefening ................................................................................................................................................. 5 Beoordeling ............................................................................................................................................ 5 Begeleiding ............................................................................................................................................. 6 Stageverlener ......................................................................................................................................... 6 Stage – Semester 1 ................................................................................................................................. 7 Stage – Semester 2 ................................................................................................................................. 8 Stage – Semester 5 ................................................................................................................................. 9 Stage – Semester 8 ............................................................................................................................... 10


Inleiding De Academie voor Podologie heeft samen met haar docententeam en op advies van Stichting LOOP stage ingevoerd als vast onderdeel van de opleiding tot registerpodoloog. Dit heeft directe en indirecte voordelen. Voor de student en voor het onderwijs. Stage is een kans op kwaliteitsverbetering van afgestudeerde podologen. De bestudeerde theorie en geoefende deelvaardigheden vallen voor de student beter op hun plek in een praktijksituatie. De student die met stage-ervaring van de opleiding komt, heeft daarom meer bagage en gaat zelfverzekerder aan de slag in de praktijk. Een ander voordeel voor de student: tijdens (het zoeken naar) stage maakt de student al kennis met de zorgmarkt en begint dus eerder met netwerken binnen de beroepsgroep; daarmee wordt de entree van de beginnend beroepsbeoefenaar in de zorgmarkt gemakkelijker. Daarnaast zien we het voordeel van betere afstemming tussen onderwijs en praktijk. De opleiding krijgt eerder signalen door vanuit de markt die belangrijk kunnen zijn voor het curriculum van de opleiding. In de reguliere opleiding tot registerpodoloog vindt verplichte stage plaats in de Semesters 1, 2, 5 en 8. In Semester 1 en 2 bestaat de stage uit een korte kennismaking en observatie. In de Semesters 5 en 8 vindt een uitgebreidere stage plaats met oefening en beoordeling van beroepsvaardigheden. In het versnelde, tweejarige traject tot registerpodoloog is alleen de stage in Semester 8 zoals in dit document beschreven verplicht.


Doel Het doel van de stage in het kader van de opleiding is drieledig: 1. Kennismaken/observatie (Semester 1, 2, 5, 8) 2. Oefening in alle facetten van de beroepsuitoefening (Semester 5 en 8) 3. Beoordeling met nadruk op cliëntbejegening (Semester 5 en 8)

Kaders Bij de invoering van verplichte stage gelden de volgende kaders en voorwaarden: 1. Het belangrijkste doel van stage is dat de student de gelegenheid krijgt om in de beroepspraktijk de vaardigheden van de beroepscompetenties te zien en uit te voeren. 2. Stage mag blikverruimend zijn, dat wil zeggen dat er binnen de normen van kwaliteit en verantwoorde zorg toelaatbare verschillen kunnen zijn in de beroepsuitoefening van de stageverleners. Dit is voor de student blikverruimend, inspirerend en het vergroot het relativeringsvermogen van de student. 3. Stage vergroot de studiebelasting van de student, maar deze moet reëel blijven voor de werkende student die een deeltijdopleiding volgt. 4. Beoordeling is vooral gericht op zelfreflectie; stage is een kans voor de student om er achter te komen wat hij/zij beheerst en om zelfvertrouwen te bevorderen. Daarbij vragen we extra aandacht voor cliëntbejegening, omdat de hiermee samenhangende competenties elders in de opleiding te weinig zichtbaar worden. De meeste feedback zal daarom gericht zijn op coaching van de student. Aan het eind van de stages behorend bij Semester 5 en 8 vindt een beoordeling door de stageverlener plaats die meetelt als tentamenonderdeel en die voldoende moet zijn om te kunnen deelnemen aan het daarop volgende examen. 5. Het initiatief en de verantwoordelijkheid voor de stage liggen bij de student. De begeleiding van de stagiair door de AvP zal beperkt blijven tot controle en noodzakelijke contacten. 6. De stageverlener moet weten wat er van hem verwacht wordt en in staat zijn de bijbehorende verantwoordelijkheid op zich te nemen. 7. De beoordelende stageverlener mag niet de eigen docent zijn (Semester 5 en 8).

Observatie Een observatiestage is een bewustwordingsstage. Voor een kennismaking met het beroepsprofiel is een observatiestage heel geschikt. Observatie kan gekoppeld zijn aan een (beperkte) onderzoeksopdracht.


Oefening Er bestaat geen betere oefenplek voor het aanleren van vaardigheden dan in de praktijk. Het beste is daarom dat een student na een korte kennismaking/observatie zo snel mogelijk aan de slag gaat met zelfstandig oefenen van vaardigheden die horen bij de beroepsuitoefening. NB: Naast ondergenoemde beroepsvaardigheden zal de stagiair zich redelijkerwijs ook inzetten voor bijbehorende werkzaamheden als schoonmaken en opruimen.

Cliëntonderzoek 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Anamnese afnemen Inspectie uitvoeren Ganganalyse uitvoeren Palpatie uitvoeren Basis functieonderzoek Aanvullend onderzoek Bevindingen interpreteren Differentiaaldiagnose opstellen Diagnose stellen (oorzaak klacht benoemen)

Podologische rapportage 10. 11. 12.

Diagnose verantwoorden (aan de hand van de differentiaaldiagnose en bevindingen) Behandeladvies formuleren en onderbouwen Behandelplan opstellen (inclusief schoenadvies en zolenplan)

Therapievaardigheden 13. 14. 15. 16.

Vilttherapie Tapetherapie Siliconen orthesiologie Zoolvervaardiging

Beroepshouding 17. 18. 19. 20.

Empatisch vermogen Communicatieve vaardigheid Cliëntgerichtheid Professionele werkhouding

Beoordeling De beoordeling van beroepsvaardigheden vindt plaats in de opleiding in de vorm van tentamens door de AvP en in de vorm van examens door het Centraal Examenbureau voor de Podologie (CEP). Echter het aspect van cliëntbejegening is in de stagesetting veel beter te beoordelen. Daarom krijgt de stageverlener handvatten mee om hier iets over te zeggen: een checklist met aandachtspunten m.b.t. cliëntbejegening. De student bepreekt deze bij aanvang van de stage met de stageverlener, zodat wederzijds dezelfde (juiste) verwachtingen bestaan t.a.v. het begrip cliëntbejegening. De student vraagt om regelmatig overleg met feedback tussen de stageverlener en de stagiair. Aan het eind van de stage vraagt de student de stageverlener in brede zin zijn mening/beoordeling over het functioneren van de stagiair te geven met behulp van een stagebeoordelingsformulier; hierbij komen indien mogelijk alle beroepsvaardigheden aan bod. De AvP kijkt extra naar de beoordeling op het


gebied van cliëntbejegening. Bij een onvoldoende op dit punt zal in elk geval contact plaatsvinden tussen de AvP en de stageverlener om tot een passend advies aan de student te komen.

Begeleiding De begeleiding bij stage door de AvP is minimaal, dit betekent dat de student het initiatief neemt en zelf verantwoordelijk is voor de stage, het overleg daarover en de beoordeling door de stageverlener. De begeleiding door de AvP bestaat uit: a. het aanbieden van dit stagedocument dat de inhoud van de stage beschrijft; b. het aanbieden van een format stage-overeenkomst, dat indien gewenst door de stageverlener en de stagiair samen kan worden opgesteld voor gebruik; c. het aanbieden van een bespreeklijst cliëntbejegening; d. het aanbieden van een stagebeoordelingslijst; e. het controleren van de daadwerkelijke deelneming aan stage; f. het beoordelen van het stageverslag; g. beschikbaar zijn voor overleg over de stage voor zowel de stageverlener als de stagiair; h. naar behoefte contact opnemen met stagiair en/of stageverlener.

Stageverlener De verwachtingen van de stageverlener ten aanzien van de stagiair moeten reëel zijn, afgestemd op het niveau dat op het moment van de stage op grond van de doorlopen opleiding mag worden verwacht. Daartoe kan de student in een gesprek met de stageverlener gebruikmaken van het opleidingsmateriaal, de studiegids, en de website van de AvP waarop het leerplan per semester beknopt is toegelicht. De stageverlener moet representatief zijn voor de branche. Dat wil zeggen dat de stageverlener een actuele registratie heeft als registerpodoloog of podotherapeut in het betreffende kwaliteitsregister.


Stage – Semester 1 Omvang: 1 dagdeel stage in een winkel voor kwaliteitsschoenen in het ADL-segment = met voorbereiding en verslag ca. 8 studiebelastingsuren (SBU)

Doel: Praktijkbeleving door observatie in een winkel voor kwaliteitsschoenen. Naast het feit dat de stagiair een praktijkbeeld krijgt bij het beroep van voetkundig adviseur, krijgt hij/zij door deze korte stage enige bekendheid met het assortiment kwaliteitsschoeisel

Verslaglegging: De student maakt een observatieverslag en levert dit in bij de docent. De docent beoordeelt het verslag en kan het verslag individueel bespreken als daar aanleiding voor is. De opdracht voor de verslaglegging luidt als volgt: a. Observatie: Beschrijf de routines in het bedrijf die leiden tot een advies aan de cliënt. Welk gesprek vindt plaats, welk onderzoek vindt plaats? Hoeveel tijd wordt voor een cliënt uitgetrokken? Is het mogelijk dat verwijzing naar andere disciplines onderdeel uitmaakt van het advies aan de cliënt? Zijn er afspraken in het bedrijf over hoe om te gaan met voetklachten? Beschrijf ook de aspecten van winkelinrichting die met de adviesvorming te maken hebben. Wordt er gebruik gemaakt van voetmeetapparatuur? Ganganalyse? Informatiemateriaal? Hoe cliëntgericht is het bedrijf? Wordt er samengewerkt en eventueel doorverwezen naar andere disciplines? b. Onderzoek: Beschrijf uitgebreid het assortiment schoeisel en (standaard) hulpmiddelen in dit bedrijf. Welke merken? Is het assortiment in de eerste plaats gericht op comfort en daarbij behorende (orthopedische) eigenschappen? Of is het assortiment meer gericht op mode en trends? Zegt dit ook iets over de doelgroep van het bedrijf? Ligt er een duidelijke visie achter waarmee het bedrijf zich onderscheidt?

Stageverlener: De stageverlener verleent zijn/haar medewerking aan de observatie en staat de stagiair bij vragen te woord. De stageverlener vult het formulier voor aanwezigheid in en geeft dit ondertekend mee aan de student. De student zorgt ervoor dat het formulier bij het secretariaat van de AvP komt.

AvP: De AvP controleert aan de hand van het ingevulde en ondertekende aanwezigheidsformulier of de stage heeft plaatsgevonden en neemt als daar aanleiding voor is contact op met de stagiair en/of de stageverlener.

Student: De student levert na zijn stage in: 1. ingevuld en ondertekend aanwezigheidsformulier bij het secretariaat van de AvP 2. stageverslag bij de docent


Stage – Semester 2 Omvang: 1 dagdeel stage in een praktijk voor podologie, bij een registerpodoloog/podotherapeut = met voorbereiding en verslag ca. 8 studiebelastingsuren (SBU)

Doel: Praktijkbeleving door observatie in een praktijk voor podologie, bij een registerpodoloog. De stagiair krijgt hierdoor een beter beeld van het beroep registerpodoloog.

Verslaglegging: De student maakt een observatieverslag en levert dit in bij de docent. De docent beoordeelt het verslag en kan het verslag individueel bespreken als daar aanleiding voor is. De opdracht voor de verslaglegging luidt als volgt: a. Observatie Beschrijf voor ten minste 1 cliënt het hele zorgproces van eerste contact tot geleverde zorg zoals dat in deze praktijk is. Maak een zo gedetailleerd mogelijke procesbeschrijving. Neem daarin ook de administratieve processen mee. De inhoudelijke beschrijving van de klacht en de behandeling volstaat in summiere bewoordingen. Niet de inhoud van de casus staat centraal, maar het doel van deze observatie is dat u een duidelijk beeld krijgt bij de werkzaamheden van de registerpodoloog. Maak een heldere onderverdeling in het verslag door het gebruik van tussenkopjes.

Stageverlener: De stageverlener verleent zijn/haar medewerking aan de observatie en staat de stagiair bij vragen te woord. De stageverlener vult het formulier voor aanwezigheid in en geeft dit ondertekend mee aan de student. De student zorgt ervoor dat het formulier bij het secretariaat van de AvP komt.

AvP: De AvP controleert aan de hand van het ingevulde en ondertekende aanwezigheidsformulier of de stage heeft plaatsgevonden en neemt als daar aanleiding voor is contact op met de stagiair en/of de stageverlener.

Student: De student levert na zijn stage in: 1. ingevuld en ondertekend aanwezigheidsformulier bij het secretariaat van de AvP 2. stageverslag bij de docent


Stage – Semester 5 Omvang: Minimaal 12 dagdelen stage bij een registerpodoloog/podotherapeut = met voorbereiding en verslag ca. 72 studiebelastingsuren (SBU)

Doel: Het doel van deze stage is tweeledig: 1. groeien in vaardigheid en zelfverzekerdheid als therapeut 2. beoordeling De stagiair voert zoveel mogelijk alle verrichtingen van de podoloog uit (t/m voet en enkel, geen kinderpodologie). De coaching-gesprekken met de stageverlener gaan over alle verrichtingen van de podoloog en met name over het onderwerp cliëntbejegening. Aan het eind van de stage geeft de stageverlener zijn/haar mening over het functioneren van de stagiair m.b.t. alle verrichtingen van de podoloog en met name over het onderwerp cliëntbejegening.

Verslaglegging: De student maakt een (kort) stageverslag met zelfreflectie op het eigen functioneren m.b.t. alle verrichtingen van de podoloog en met name over het onderwerp cliëntbejegening (zie stagebeoordelingsformulier) en levert dit in bij de docent. De docent beoordeelt het verslag en kan het verslag individueel bespreken als daar aanleiding voor is.

Stageverlener: De stageverlener verleent zijn/haar medewerking aan de stagiair om ervaring op te doen en geeft de stagiair feedback op zijn/haar verrichtingen en met name op het onderwerp cliëntbejegening. De stageverlener vult het formulier voor aanwezigheid in en geeft dit ondertekend mee aan de student. De student zorgt ervoor dat het formulier bij het secretariaat van de AvP komt. Aan het eind van de stage geeft de stageverlener zijn/haar mening over het functioneren van de stagiair m.b.t. alle verrichtingen van de podoloog en met name over het onderwerp cliëntbejegening. Hiertoe maakt de stageverlener gebruik van het stagebeoordelingsformulier.

AvP: De AvP controleert aan de hand van het ingevulde en ondertekende aanwezigheidsformulier of de stage heeft plaatsgevonden en ontvangt via de docent het beoordelingsformulier van de stageverlener. De AvP neemt als daar aanleiding voor is contact op met de stagiair en/of de stageverlener.

Student: De student levert na zijn stage in: 1. ingevuld en ondertekend aanwezigheidsformulier bij het secretariaat van de AvP 2. stageverslag + beoordelingsformulier bij de docent Stage in de opleiding tot registerpodoloog Pagina 9 van 10

Stage – Semester 8 Omvang: Minimaal 12 dagdelen stage bij een registerpodoloog/podotherapeut = met voorbereiding en verslag ca. 72 studiebelastingsuren (SBU)

Doel: Het doel van deze stage is tweeledig: 1. groeien in vaardigheid en zelfverzekerdheid als therapeut 2. beoordeling De stagiair voert zoveel mogelijk alle verrichtingen van de registerpodoloog uit (voet in relatie tot het hele houding- en bewegingsapparaat, en kinderpodologie). De coaching-gesprekken met de stageverlener gaan over alle verrichtingen van de registerpodoloog en met name over het onderwerp cliëntbejegening. Aan het eind van de stage geeft de stageverlener zijn/haar mening over het functioneren van de stagiair m.b.t. alle verrichtingen van de registerpodoloog en met name over het onderwerp cliëntbejegening.

Verslaglegging: De student maakt een (kort) stageverslag met zelfreflectie op het eigen functioneren m.b.t. alle verrichtingen van de registerpodoloog en met name over het onderwerp cliëntbejegening (zie stagebeoordelingsformulier) en levert dit in bij de docent. De docent beoordeelt het verslag en kan het verslag individueel bespreken als daar aanleiding voor is.

Stageverlener: De stageverlener verleent zijn/haar medewerking aan de stagiair om ervaring op te doen en geeft de stagiair feedback op zijn/haar verrichtingen en met name op het onderwerp cliëntbejegening. De stageverlener vult het formulier voor aanwezigheid in en geeft dit ondertekend mee aan de student. De student zorgt ervoor dat het formulier bij het secretariaat van de AvP komt. Aan het eind van de stage geeft de stageverlener zijn/haar mening over het functioneren van de stagiair m.b.t. alle verrichtingen van de registerpodoloog en met name over het onderwerp cliëntbejegening. Hiertoe maakt de stageverlener gebruik van het stagebeoordelingsformulier.

AvP: De AvP controleert aan de hand van het ingevulde en ondertekende aanwezigheidsformulier of de stage heeft plaatsgevonden en ontvangt via de docent het beoordelingsformulier van de stageverlener. De AvP neemt als daar aanleiding voor is contact op met de stagiair en/of de stageverlener.

Student: De student levert na zijn stage in: 1. ingevuld en ondertekend aanwezigheidsformulier bij het secretariaat van de AvP 2. stageverslag + beoordelingsformulier bij de docent


Stage in de opleiding tot registerpodoloog

Recommend Documents