Stage beleidsplan (traject) VSO afdeling Slotlaan en Baarnseweg
Zeist, april 2011 Stagecommissie Meerklank
1
Inhoudsopgave
1. Interne stage middenbouw VSO
blz 3
2. Interne stage bovenbouw VSOp en Baarnseweg
blz 5
3. Externe stage bovenbouw VSOp en Baarnseweg
blz 7
4. Externe stage bovenbouw VSO Slotlaan
blz 9
5. Stagetraject
blz 11
2
Interne stage middenbouw VSO
Uitstroomprofielen: Uitstroomprofiel A B : Interne stage 14 jaar tot 16 jaar Uitstroomprofiel C : Interne stage 15 jaar tot 17 jaar Doel *Voorbereiding op externe stage *Het opdoen van ervaring met diverse werkzaamheden *Verantwoordelijkheid dragen voor een taak *Het ontwikkelen van een goede werkhouding/werktempo *Werkverzorging/eindcontrole *Het ervaren van eigen mogelijkheden en kwaliteiten *Leren keuze te maken wat als leuk/minder leuk wordt ervaren *Het opdoen van succeservaring/gevoel van eigenwaarde vergroten *Het leren opdrachten te krijgen/accepteren van iemand anders dan de eigen leerkracht. *Aanvang: In de middenbouw A en B wordt begonnen met interne stage. De leerling is dan 15- 16 jaar. In het 1e jaar in de middenbouw begint de leerling met specifieke taken in de klas en start na de kerstvakantie met interne stage. De stages worden besproken met de stagecommissie + leerkrachten van de middenbouw voor de start van het nieuwe schooljaar(voor de zomervakantie) en/of kalenderjaar(na de kerstvakantie dus!). *Begeleiding: De leerling wordt begeleid door de interne stagebegeleider (onderwijsassistente). De begeleiding is opgebouwd van 1 op 1 naar zelfstandig met hulp op afstand. Iedere interne stage heeft een stappenplan met picto’s/foto’s. *Stageboekje: De leerling heeft een stageboekje met daarin het stappenplan en de leerdoelen van de leerling t.a.v. de werkzaamheden. Na afronding van de stage heeft de interne stagecoördinator een stagebespreking met een groepje leerlingen.
Het doel: bespreken van de taak bespreken leerdoelen zelfreflectie oefenen sociale vaardigheden 3
leren keuze te maken door het zien en bespreken van andere interne stages.
Stageoverleg: Na iedere stageperiode van 3 maanden wordt geëvalueerd met de stagecommissie en de leerkracht. Hieruit volgt de volgende interne of externe stage voor de leerling. . Welke interne stages zijn er: - Koffiekeukentje schoonmaken - Koffie/thee personeel verzorgen - Telefoondienst - Natte ruimte schoonmaken - Kleedkamers stofzuigen - Post halen/rondbrengen - Ramen en deuren controleren - Papier versnipperen - Vaatwasmachine legen/vullen - Alarm sensoren schoonmaken - Gymzaal vegen/moppen LOL (groeps)stage (leren op locatie) Als voorbereiding op de externe stage, beroepsoriëntatie en uitbreiding van de leefwereld volgen leerlingen van de bovenbouw gedurende een blok van 5 maanden de volgende praktijklessen op locatie: Zorgcentrum ‘Heerenwegen’ * Huishoudkunde lessen * Horeca lessen Arbeidstrainingcentrum ‘de Koppel’(middenbouw) * Industriële werkzaamheden Praktijkschool Zeist * Kooklessen Kinderboerderij de Brink * Dierenverzorging Tuin en kassen Bosch en Duin * Tuinonderhoud Conferentiecentrum Woudschoten * Housekeeping
4
Interne stage bovenbouw VSO P en Baarnseweg Uitstroomprofielen: uitstroomprofiel C3: Interne stage als dit mogelijk is: 16 jaar tot 19 jaar uitstroomprofiel C2 Interne stage 16 jaar tot 17 jaar
Het doel: * Zo zelfstandig mogelijk, met begeleiding op afstand, een vaste taak buiten de klas uitvoeren. * Het opdoen van ervaring met diverse werkzaamheden * Voorbereiding externe stage * Verantwoordelijkheid leren dragen voor een taak(je) * Het ervaren van eigen mogelijkheden en kwaliteiten * Het opdoen van succeservaring/gevoel van eigenwaarde vergroten * Leren keuze te maken wat als leuk/minder leuk wordt ervaren * Het ontwikkelen van een goede werkhouding/werktempo * Het bevorderen van de sociale vaardigheden Aanvang interne stage: In de bovenbouw VSO p wordt begonnen met interne stage op 16 jarige voor uitstroomprofiel C12en C3. Het moment van starten is afhankelijk van het gedrag en uitstroomprofiel leerling. Als voorbereiding op de interne stage doet de leerling taakjes in de klas. Het team van VSOp/Baarnseweg bepaalt tijdens de jaarlijkse handelingsplan bespreking wanneer het traject van start kan gaan. . Begeleiding interne stage: De leerlingen worden begeleid door de eigen leerkrachten van de klas. De stagecoördinator, die tevens leerkracht is van deze groep houdt in de gaten welke leerling wanneer en met wat moet gaan starten. Tevens houdt deze het proces in de gaten. Ouders worden op de HP besprekingen of telefonisch op de hoogte gebracht welke interne stage er gelopen zal worden Begeleidingstijl: Leerling krijgt één op één begeleiding, daarna begeleiding van dichtbij tot begeleiding op afstand. Voordoen, samen doen tot zo zelfstandig mogelijk. Er wordt gebruik gemaakt van picto,s stappenplan, geschreven stappenplan en er wordt met taakkaarten van de CED leerlijnen gewerkt. De te maken stapjes zijn klein en vragen om duidelijk inoefenen en veel herhaling.
Stageboekje: De leerling heeft geen stage boekje, Alles wordt benoemd tijdens de stage en eindcontrole. De vorderingen worden door de stagecoördinator bijgehouden.
5
Stagebespreking: De stagebespreking wordt de volgende dag in de kring gehouden waarbij de leerling zijn/haar ervaring kan delen en het stage boekje laat zien. Stageoverleg: De stagecoördinator bespreekt de vorderingen en ontwikkelingen binnen eigen team. Hier wordt ook het vervolgtraject bepaald. In B&D evalueert de stagecoördinator de voortgang en eventuele verandering van stage in samenspraak met de persoonlijk begeleider van de leerling. Welke interne stages zijn er: Slotlaan - Was verzorgen van de hele school: - Was ophalen - Was in machine doen, - Was drogen en vouwen, - Was rond brengen. - Afwasmachine in- en uit ruimen - De klassen langs gaan met de presentielijsten - Papier versnipperen - Vegen kleedkamer - Vegen gymzaal - Kopiëren
Baarnseweg - ‘Bordessen’ schoonhouden - Bordes-planten verzorgen - Kippen en konijn verzorgen - Schoolwas ophalen, in machine doen, in droger, vouwen, en weer rondbrengen. - Zwem-was en –tassen verzorgen - Winkeltje mee-verzorgen - Keuken schoonmaken - Koffie/thee personeel verzorgen - Oud papier ophalen - Koffie/thee personeel verzorgen - Oud papier ophalen - GFT ophalen - Glas ophalen/wegbrengen - Post halen/rondbrengen
Baarnseweg: Groepsstages Als voorbereiding op de externe stage, beroepsoriëntatie en uitbreiding van de leefwereld worden op VSO Baarnseweg tussen pasen en herfst korte ‘klassenstages’ georganiseerd, waarbij groepen leerlingen, begeleid door schoolmedewerker(s), op projectbasis 2 á 4 keer ergens een klus opknappen (zoals extra schoonmaak, hovenierswerk en andere hulp bij een kinderboerderij).
6
Externe stage VSO P bovenbouw / Baarnseweg Uitstroomprofielen: uitstroomprofiel C3: externe gewenningsperiode uitstroomprofiel C3: externe snuffelstage 19 tot 20 jaar uitstroomprofiel C2: externe stage 17 tot 20 jaar Aanvang externe stage: Het uitstroomprofiel, de resultaten van de interne stage en informatie van het VSOP team en Baarnseweg bepaalt de keuze van de stageplaats. . Uitstroomprofiel: . C3 19-20 jaar De leerling volgt geen stage maar heeft aan het eind van zijn/haar schoolloopbaan een gewenningsperiode op de dagbesteding. Om de overgang van school naar dagbesteding zo soepel mogelijk te laten verlopen, gaat de leerkracht een aantal keren mee naar de werkplek. Hierbij biedt de eigen leerkracht/stagecoördinator op de werkplek om de leerling te ondersteunen bij de gewenning en de begeleidingsstijl over te dragen aan de begeleiding van de werkvloer. Dit start net voordat de leerling de school gaat verlaten. Hoeveel keer er naar de werkplek meegegaan wordt is afhankelijk van de leerling. Indien mogelijk, volgt de leerling in het laatste schooljaar een aantal snuffelstages. Er wordt 1 dag per week stage gelopen. Hierbij biedt de eigen leerkracht/stagecoördinator ongeveer 6 keer begeleiding op de werkplek om de leerling te ondersteunen bij de gewenning en de begeleidingsstijl over te dragen aan de begeleiding van de werkvloer. Wanneer de ouders een definitieve keuze hebben gemaakt t.a.v. de werkplek, wordt het stagetraject vervolgd zonder begeleiding van school op de werkvloer. Vanuit school is er een mondelinge en schriftelijke overdracht naar de werkvloer m.b.t. de gegevens van de leerling. De stagedagen worden uitgebreid naar 2 dagen per week en de leerkracht/stagecoördinator houdt telefonisch contact met de begeleiding op de stagedagen. Voordat een leerling van school gaat wordt er een eindevaluatie gesprek gehouden waar de ouders ook bij aanwezig zijn. C2 17-20 jaar De leerling gaat in het jaar dat hij/zij 17 jaar wordt, stage lopen. Hierbij wordt gedurende een periode die de leerling nodig heeft begeleiding vanuit school gegeven door de eigen leerkracht/stagecoördinator. In de loop van de stageperiode wordt dit afgebouwd en overgenomen door de begeleiding op de werkvloer.
7
Baarnseweg: Begeleiding op de stageplek kan ook worden gegeven door een derdejaars HBO-stagiair(e).. De stagecoördinator houdt telefonisch contact met de begeleider op de stage en heeft een tussen -en eindevaluatie met de leerling en begeleider van de stage. Wanneer een leerling zijn eerste stage loopt is dit een halve dag per week. De tweede stage wordt uitgebreid naar 1 dag per week. In het laatste schooljaar streven we er naar dat een leerling 2 dagen stage gaat lopen. Per leerling zal er steeds gekeken worden of hij/zij dit aan kan. NB:Het is niet vanzelfsprekend dat een leerling uit VSO P bovenbouw/ Baarnseweg stage loopt: Soms zijn er omstandigheden waardoor een leerling met uitstroomprofiel C3 te intensieve begeleiding vraagt op de werk vloer of een stage niet aan kan. Dan wordt er besloten om hem/ haar geen stage te laten lopen. Er wordt altijd goed gekeken naar wat de leerling aankan. Stagetraject: 1. De stagecoördinator/leerkracht neemt contact op met de ouders/verzorgers en bespreekt het voorstel voor de stageplaats. 2. De stagecoördinator/leerkracht legt contact met het stageadres en maakt een afspraak om kennis te komen maken met de leerling. 3. Oriëntatie op de werkplek: Met de stagebegeleider wordt de werkplek bekeken en de taken afgesproken. Het stageboek wordt doorgenomen en de werkwijze uitgelegd. De begeleidingsbehoefte en leerdoelen van de leerling wordt besproken evenals de verwachtingen van de begeleiding op de werkvloer. 4. Er worden afspraken gemaakt over de stagedagen, de werktijden,de aanvang van de stage en het vervoer van en naar de stage. 5. De leerling krijgt een stageboek mee en er worden afspraken gemaakt over het gebruik ervan. 6. De ouders/ verzorgers worden ingelicht en met hen het vervoer afgesproken. Indien taxi vervoer nodig , wordt dit aangevraagd/geregeld door de stagecoördinator. 7. Aan het eind van de 1e werkdag zonder begeleiding van school informeert De stagecoördinator bij de begeleider op de stage, hoe de dag verlopen is. Ook worden de ouders/verzorgers hierover geïnformeerd. Vervolgens vindt na 6 weken een tussenevaluatie plaats met leerling/stagebegeleider en de stagecoördinator. Tijdens dit gesprek worden de ervaringen van de leerling en de stagebegeleidster besproken. En op het tussen evaluatie formulier (met picto’s) vastgelegd. Met elkaar wordt gekeken wat de aandachts punten zijn waar de komende tijd aan gewerkt gaat worden. 8. Indien nodig is er tussentijds (telefonisch) contact tussen school en de stageplaats. Eventueel vindt er nog een tussen evaluatie plaats als daar behoefte aan is. 9. Aan het eind van de stageperiode is er een eindevaluatie met dezelfde partijen. Deze bevindingen worden op een formulier(eind evaluatie met picto’s) vastgelegd. Uit dit gesprek volgen evt. leerpunten voor een volgende stage. Verder wordt er advies gevraagd aan de stagebegeleidster
8
of dit mogelijk een geschikte, toekomstige werkplek zou kunnen zijn voor deze leerling. Stageboekje: De leerling met uitstroomprofiel C2 heeft een stageboek met persoonlijke gegevens en individuele leerdoelen en wensen. In de stageovereenkomst staan alle afspraken met de leerling, school en stagegever die door alle betrokkenen ondertekend wordt. Ook zitten er 2 formulieren in voor de tussen-en eindevaluatie gesprekken. Voor de stagebegeleider zijn er weekformulieren waarop per week aangegeven wordt wat de leerling heeft gedaan. Of hij/zij zich kan vermaken in zijn/haar vrije tijd. Ook m.b.t. de begeleiding die de leerling bij de diverse taken nodig heeft. In schooljaar 2011-2012 wordt het nieuwe stageboek in gebruik genomen waarbij gebruik gemaakt gaat worden van taakkaarten gekoppeld aan de CED leerlijnen.
Stagebespreking: De stagebespreking wordt de volgende dag in de kring gehouden waarbij de leerling zijn/haar ervaring kan delen en het stage boekje laat zien.
Externe stage Bovenbouw Externe stage : uitstroomprofiel C1 : 17 tot 20 jaar uitstroomprofiel B : 16 tot 18 jaar uitstroomprofiel A : 15 tot 18 jaar
Doel: - Het voorbereiden op een plaats in het arbeidsproces afhankelijk van de talenten/mogelijkheden en belangstelling van de leerling. - Toepassen van geleerde praktische vaardigheden - Toepassen van geleerde sociale vaardigheden - Het opdoen van ervaring met diverse werksoorten - Verantwoordelijkheid dragen voor de vaste werkzaamheden - Het ontwikkelen van een goede werkhouding/werktempo/werkverzorging/eindcontrole - Het ervaren van eigen (on)mogelijkheden en ontdekken van kwaliteiten - Eigen belangstelling leren ontdekken en welk werk het beste bij je past. - Het gevoel van eigenwaarde vergroten /autonomie ontwikkelen. - Het leren opdrachten te krijgen/accepteren van iemand anders dan de eigen leerkracht.
9
Aanvang: In de bovenbouw begint een leerling met externe stage. Soms begint een leerling al in de middenbouw, maar dat is een individuele uitzondering, in het belang van de leerling. Leerlingen die in het 1e jaar van de Bovenbouw zitten starten pas na de herfstvakantie met een externe stage. De overige leerlingen beginnen in de 2e week van het nieuwe schooljaar.
Begeleiding: De leerlingen worden begeleid door 2 stagecoördinatoren,die beide leerkracht zijn van bovenbouw A. De keuze van de stageplaats wordt bepaald door: - Het uitstroomprofiel - De talenten/mogelijkheden en belangstelling van de leerling - Informatie vanuit de interne stage - Informatie van de ouders - De arbeidsinteresse test - De info van de leerkracht - De leerdoelen van de leerling In de maand mei bespreken de stagecoördinatoren met de leerkrachten/assistenten van de middenbouw de leerlingen die in het nieuwe schooljaar doorstromen naar de bovenbouw. Stage omvang en duur: Volgens de Staatscourant van augustus 2010 mag een stage voor een leerling ten hoogste 20 weken per jaar, gedurende ten hoogste 3 schooljaren duren(artikel 8 lid 1 van het Onderwijskundig besluit WEC). De leerlingen in de bovenbouw A+B lopen in de eerste 2 jaren van hun externe stage, 2 dagen stage per week. In het laatste schooljaar wordt dit naar mogelijkheden en behoefte van de leerling uitgebreid tot maximaal 4 dagen in de laatste periode van de schoolloopbaan van de leerling. CIZ indicatie Als een leerling stage gaat lopen binnen de dagbesteding kan hiervoor een CIZ indicatie aangevraagd worden. Het is afhankelijk van de verwachting van de zorgaanbieder wanneer deze aangevraagd dient te worden. In ieder geval moet dit voor het laatste schooljaar van de leerling. De stagecoördinator geeft aan wanneer de aanvraag ingediend moet worden. Er zijn vanuit school aangepaste formulieren beschikbaar en indien nodig kan de school ondersteuning bieden bij de invulling ervan
10
Stagetraject: 1. De stagecoördinator/leerkracht neemt contact op met de ouders/verzorgers en bespreekt het voorstel voor de stageplaats. 2. De stagecoördinator/leerkracht legt contact met het stageadres en maakt een afspraak om kennis te komen maken met de leerling. 3. Oriëntatie op de werkplek: Met de stagebegeleider wordt de werkplek bekeken en de taken afgesproken. Het stageboek wordt doorgenomen en de werkwijze uitgelegd. De begeleidingsbehoefte van de leerling wordt besproken evenals de verwachtingen van de begeleiding op de werkvloer. Dit wordt schriftelijk vastgelegd in het stageboek. 4. Er worden afspraken gemaakt over de stagedagen, de werktijden,de aanvang van de stage en het vervoer van en naar de stage. 5. De leerling krijgt een stageboek mee en er worden afspraken gemaakt over het gebruik ervan. 6. De ouders/ verzorgers worden ingelicht en met hen het vervoer afgesproken. Er wordt zoveel mogelijk gestimuleerd zelfstandig te reizen, per fiets of openbaar vervoer. Als de leerling afhankelijk is van taxi vervoer, wordt dit aangevraagd/geregeld door de stagecoördinator. 7. Aan het eind van de 1e werkdag informeert de stagecoördinator bij de begeleider op de stage, hoe de dag verlopen is. Ook worden de ouders/verzorgers hierover geïnformeerd. 8. Na 5 a 6 weken vindt er een tussenevaluatie plaats met de Leerling/stagebegeleider en de stagecoördinator. Tijdens dit gesprek vertelt de leerling over zijn/haar ervaringen en waarna de stagebegeleider zijn/haar reactie geeft. Deze bevindingen worden op een formulier vastgelegd. Met elkaar wordt gekeken wat de aandacht punten zijn en welke (nieuwe) leerdoelen geformuleerd kunnen worden. 9. Indien nodig is er tussentijds (telefonisch) contact tussen school en de stageplaats. Eventueel vindt er nog een tussen evaluatie plaats als daar behoefte aan is. 10. Aan het eind van de stageperiode is er een eindevaluatie met dezelfde partijen. Hierbij wordt een scoreformulier besproken wat vooraf door de stagebegeleider en de leerling wordt ingevuld. Uit dit gesprek volgt een aanbeveling door de stagebegeleider aan de leerling m.b.t. zijn/haar vervolgtraject.
Stageboekje: De leerling heeft een stageboek met persoonlijke gegevens en individuele leerdoelen en wensen. In de stageovereenkomst staan alle afspraken met de leerling, school en stagegever die door alle betrokkenen ondertekend wordt. Ook zitten er 2 formulieren in voor de tussen-en eindevaluatie gesprekken.
11
Voor de stagebegeleider zijn er weekformulieren waarop per week de bevindingen met de leerling t.a.v. de werkhouding-werkverzorging en het nemen van initiatief, genoteerd kunnen worden. De leerling is verantwoordelijk voor zijn stageboek en het zorg dragen hiervoor. Het stageboek dient tevens als communicatie middel tussen school, thuis en stage en wordt gebruikt voor de Stagebespreking die op school iedere week plaats vindt. Stagebespreking Eén keer per week heeft de leerling een stagebespreking in een klein groepje met zijn/haar stagecoördinator. De leerling doet verslag van zijn/haar ervaringen en bevindingen. De Mede leerlingen wordt gevraagd hierop te reageren. De bespreking is bedoeld om de leerling inzicht te krijgen in zijn eigen functioneren en feedback te geven en ontvangen van elkaar. Tevens draagt deze bespreking bij tot de beeldvorming van de verschillende stages en bijbehorende werkzaamheden voor de leerlingen.
LOL (groeps)stage (leren op locatie) Als voorbereiding op de externe stage, beroepsoriëntatie en uitbreiding van de leefwereld volgen leerlingen van de bovenbouw gedurende een blok van 5 maanden de volgende praktijklessen op locatie: Zorgcentrum ‘Heerenwegen’ * Huishoudkunde lessen * Horeca lessen Arbeidstrainingcentrum ‘de Koppel’(middenbouw) * Industriële werkzaamheden Praktijkschool Zeist * Kooklessen Kinderboerderij de Brink * Dierenverzorging Tuin en kassen Bosch en Duin * Tuinonderhoud Conferentiecentrum Woudschoten * House keeping
Stagecommissie Schoolbreed is er een stagecommissie bestaande uit: VSO Bosch&Duin stagecoördinator interne/externe stages intern begeleider VSO Slotlaan: 2 interne stagebegeleidsters stagecoördinator VSOp 2 stagecoördinatoren externe stages 1 Keer per 2 maanden komt de commissie bij elkaar voor de coördinatie van beide afdelingen t.a.v.het stagebeleid, de stages en het volgen van alle ontwikkelingen op dit gebied.
12