Stadsvogels
van
Inventarisatie
Roland
Het
stedelijk gebied is lang onderbelicht
Veel
het inventariseren
bij
weest
vinden het
vogelaars
kelijk terrein, zigheid
en
enkel
van
blijkbaar
de
niet
van
vermoedelijke
-
alledaagse uit
bepaald
tot
onderscheiden; meerdere
ge-
aanwe-
vogels
een
nodigt in-
gedegen
begrijpelijk
dat
van
een
aantal
soorten
stedelijke omgeving
die vooral of veel in de
voorkomen de aantalsschattingenminder
keurig zijn
dan
lijk gebied.
Van soorten als
en
vele
van
Kauw is bekend dat deel
ste)
de
van
de
(1992)
de
mogelijk
ontoegankelijke
in het lande-
stedelijke
aantalsschattingen
Vogelatlas onvolledig
als
mate
-
groot oppervlak te
in het land
Type
19e
aan
de
jaren zijn
in
in
nuttig
om
onze
provincie is
een
Type
vullen
door
broedvogelinventarisatie in
vogelbevolking
Mid-
Type,
geen
van
dom
van
wijk.
de
bebouwing,
Type
5.
en
factoren kunnen
Type
ouder-
bepalend zijn van
voor
de
echter wel
tussen
van
dan
opzet
met
de buurt is
enkeleplantsoenen hoogbouw
1970
opzet,
en
(501 ha). Bouwjaar beginjaren
plaatselijk
zig,
zeer
met
80.
vrij
(met
zeer
name
sterk
met
begin jaren 80, plaatselijk Er is
(nog) weinig
dat bovendien nog De
tief veel huizen
105
de
Lewenborg).
Jongste wijken (114 ha). Aangelegd
wikkeld is.
wijktypen
Vrij veel
Kenmerkend is de grote opper-
opzet
jong
van
de
wordt nog
groen en
aanwe-
slecht ont-
wijken
is
ruim, hoogbouw ontbreekt grotendeels, zeven
in
van
ha). Bouwpe-
van
relatief veel
verweven
gebouwd.
de aantallen en soortsamen-
zijn
6.
vanaf
broedvogels.
Voor deze inventarisatie
dan
vorm
bebouwings-
meer met
nieuwbouw
Jonge
buurt is
groenstructuren verschillen sterk per
Deze
stelling
karakter
de
De
Ruimer
vlakte groen, dat meestal
homogeen geheel.
bedrijfspanden, flats)
en
Opper-
hoger
in
Bouw-
aanwezig.
ouderdom, oppervlakte, ruimtelijke versprei-
ding
hoog,
is
Er
aangelegd.
van
1993.
of
(434 ha).
echter ruimer
Daarnaast zijn
woonerven.
(woon-
vrij
1960-1970.
verweven.
aan te
ruim
De bebouwde kom is
en
ook
wijken,
ontbreken.
1920-1960.
beduidend
relatiefveel groen, dat
stad
karakter
stadsrand
met
datum
oppervlakte
De
1920).
-
globaal is
groen
globaal De
van recentere
is
4. Oudere nieuwbouw (633
riode
poging
gedaan
Groningen
de
wijktype
voorgaande typen.
aantal steden
en
oudere binnen-
en
Dit
ha).
lager, grote parken
variabel,
voorgaande
stadsvogelbevoleen
van
een
eeuw
Noordelijke
jaar
en
maar
dichtheid is
het beeld
de stad
3.
(113
beslaan is
het
(openbaar)
feitelijk veel overeenkomsten
enkele grote plantsoenen.
Alkmaar, Winterswijk
Ook
weinig
door-
algemeen
relatief veel
gelegen in hofjes
Oude stadsrand
groen is nog
stadsvogelinventarisatiesuitgevoerd
(Wageningen, delburg).
veelal
echter
regionaal langzamerhand
besteden
De laatste
king.
2.
vlakte
in mindere
aandacht
huizendichtheid,
(eind
be-
Juist omdat verstedelijkte gebieden landelijk
een
hoge
voor
de binnenstad,
om-
bouwde kom.
-
1900. Over het
(ver)
te
en
2):
en
(158 ha). Bouwjaar
gaans
waarin
1
(figuren
samen
ouderdom
overeenkomstige
Binnenstad
vertoont
van
waaronder de
biotopen,
1.
vertonen.
wijken
om
tuinen.
zijn
gevolg
groen,
Type
Groningen
van
oppervlakte
bomen,
nauw-
Huismus, Spreeuw
in de
een
groen
groot (of het groot-
een
populatie
geving voorkomt; echter volgens
soorten
voegen zijn
Type
ventarisatie. Het is
factoren
Belangrijkste
die in zekere
wijken
overeenkomsten
onderlinge
mate
aantrek-
1993
Jalving
broedvogels.
weinig
een
Groningen.
met
platte
daken.
vrij rela-
Figuur
1.
Type
7.
Indeling
Groningen in wijktypen.
Industrieterreinen(762
variabel, Meestal
meest
is
echter wel
nig
van
groen
vlakken
de
van
aanwezig,
vaak wel
braakliggende
kend is
datum.
bebouwingsdichtheid grote gebouwen.
met
de grote
Per
ha). Bouwjaar recente
meer
Er is
grote
terreinen.
bedrijvigheid,
Aantal
Figuur 2.
spreiding
van
op basis
wijktype zijn
telplots
de
laag,
Samen
wei-
wijktype van
opper-
de
de bekende
met
kunnen
dat
van
maken
de afzonder-
voor
vervolgens
en
gelegen
schattingen
broedvogelaantallen
lijke wijktypen
Groningen.
ha berekend.
oppervlakte
dan
we
over
de daar
van
telplots territoriumdichthedenper
Kenmer-
en een
en
voor
de
gehele
stad.
grote
"onrustfactor" a.g.v. de voortdurendebouwBetrouwbaarheidvan
activiteiten.
Aan
Inventarisatie
en
verwerking
deze
een
gebrek
stadsdekkendeinventarisatiewegens
aan
mogelijk
voldoende,
was,
zijn
steekproefsgewijs 2).
De
plots zijn
methode
van
1993), waarbij werden geteld.
véél tellers
d.w.z.
verspreid
zeldzame
territoriumkartering alle
soorten
Alle
(de Wijert
en
liggen
oppervlakte
tot
96,6
ha,
wat
de kom
stad
van
plot.
in
over
de
ha, gemiddeld
17
varieert
of
gesteld
de stad is
voorkomende
het
ook
op
redelijk
een
geïnventariseerdeoppergrootst
aantal
dat
genoemde
paren
wordt,
voor
minimaal 43 in
deze
tijdens de
bekend is dat veel
inventarisatie
onvolledige
overschat
het voorkomen in
of sterk onderschat
vijf, terwijl
broedparen zijn,
stad meer
1993, bij
(A.
een
Berghuis,
pers.med.). van
Van elk
5,2
vlakte
ha, opgeteld 305,5
betekent dat zo’n 10% van de bebouwvan
kans
inventarisatie het
zuidelijke wijze
van
maar
zoals de Huiszwaluw. Daarvan is
soepeend
woonwijken
de
soortgroep gemist
de stad.
plots
kunnen
extrapolatie
plaatselijk
Door de beperkte
vlakte is
de
(SOVON,
behalve
omgeving) liggen
gelijkmatig verspreid De
de
en
onderschat
worden, afhankelijk
on-
geïnventariseerd volgens
industrieterrein. Behalve in de ken
door
sterk
vogels
telplots uitgekozen (figuur
18
de methode
van
enkele nadelen kleven. Zo kunnen kolonievo-
gels, Omdat
methode
wijktype
geteld,
is
gehele wijktype zijn
geteld.
schattingen.
106
maar een
beperkte
opper-
de opgegeven aantallen voor het berekend.
Feitelijk zijn
Kleine verschillen in
dit
"biotoopken-
merken" binnen de voordoen
plots.
In de
van
invloed
de
op de
zijn
aantallen.
wijktypen
meerdere
waar
plots zijn
ge-
bestaan meestal grote overeenkomsten in
soortsamenstelling dit
kunnen zich wel
meegenomen in
zijn
Deze kunnen wel
werkelijke
teld,
wijktypen
niet
maar
pleit
en
aantallen tussen de plots;
de betrouwbaarheid
voor
van
de
me-
thode. In
enkele
plots.
Ze
zuidelijke
typen. Het is
wijken ze
niet
zijn
ondenkbaar dat deze
dan de
2
geen telplots
de aantalschattingenzijn vens van
vier
wijken
Huismus:
waarmee
te
worden dat in
zijn gelegen, gebaseerd in
vergelijkbare plots
maar
De
dat
op op gegeen
bij
rond het
en
vogels
de
enige
zijn
aan
op 28.786, ten
die
met
gemiddeld
meest
Tabel 1 en
De
Merel
geeft
de
en
Enkele
Er
ze
Balten)
dan
per
en
1000
1000.
De
drie
zijn
aantallenvoor
en
Huismus,
de stad
soorten
struweel-
De Scholek-
gebieden
open
omgeving heeft
die
aange-
waterrijke biotopen
van
aanwezig. kunnen onder de
of min-
meer
worden ingedeeld daar alleen voorkomen in
Turkse
omgeving:
Zwarte
en
wijken (typen ken
Huismus
dichtheden per
en
stads-
Tortel,
duif, Gierzwaluw, Kuifleeuwerik, Huiszwaluw,
soor-
de 100
van
landelijk gezien vrijwel
de bebouwde
geschat
22
zijn
me-
soorten
soorten
de bos-
bebouwing.
soort
typische stadsvogels
der
voor
de
Roodstaart.
1 & 2, in mindere
wijk
Opvallend
ontwikkeld
goed
weer.
territotiumdichtheid ver-
genvanger,
wijktype (figuur 3).
dat
hoogste die
soorten
soorten
het
(Grauwe
Gekraagde Roodstaart, juist
dichtheden.
profiteren
ouder groen
Boomkruiper)
mate
oudste
3) blij-
Zwarte Roodstaart en
stadsduif bereiken hier de is
De
mate
meest karakteristieke
belangrijkst: Gierzwaluw,
Spreeuw (4217).
soorten,
vogelrijkdom nogal
meer
vogelsoorten
(4912)
geëxtrapoleerde
schillen
met tussen
met
algemene
(8905),
10,6/ha.
als
minder dan 100 territoria in de stad
soorten
zes
soorten
totaal aantal territoria
voorkomen, vijftien en
43
Met bovenbeschreven
geteld.
thode wordt het
zijn
van
vastgestelde
tot
de stedelijke
in de stad
Zeven inventarisatie
inventarisatie
voornamelijk
is
past. Resultaten
broedvogel
(Bernadette
algemeen in Groningen
vogels ster
zich
de
de
behoren
centrum.
Tijdens
meest
wijktype zijn ingedeeld.
Als laatste dient nog vermeld
wijktype
geen tel-
ingedeeld bij bepaalde
geheel
toch anders
in hetzelfde
wijken liggen
wel
zijn echter
hier
in
van
Vlie-
minder
relatief
hoge
dichtheden bereiken. De oudere het
nieuwbouwwijken (type 4) zijn
soortenrijkst,
maar
meeste broedvogelterritoria. Zowel soorten groen
(o.a. Staartmees)
als
van
stedelijke
bouwing zijn goed vertegenwoordigd, Huismus, Merel, Spreeuw
me
ken hier de
jonge
rijkst. zijn Figuur 3. Aantal soorten
en
territoriumdichtheidper wijktype.
ster,
107
be-
met na-
Kauw berei-
geheel.
nieuwbouw
Met
en
van
hoogste dichtheden, de Gierzwaluw
ontbreekt hier echter De
niet
hebben wel verreweg de
name
hier relatief
Fitis, Putter,
(type 5)
soorten
van
is het
bos
en
soorten-
struweel
goed vertegenwoordigd; Roodborst
en
Ek-
Winterkoning
bereiken hier de van
ouder
groen
dichtheden. Soorten
hoogste
zijn overigens
het sterkst aanwezig.
afwenagenoeg
De
woordigd.
door de
gevormd
als
stadsvogels
die
groenstructuren, altijd voorkomen,
wijktype
vogelarm
wordt
jongste wijken (type 6).
wel karakteristieke
in
de
vogels
andere
en
of
Houtduif)
ling:
plaats en
Pimpelmees).
en
waar
waar
de
nog
Wel
is
meeste
óók
hoge
de
vrij
de territoriumdichtheidis echter
zijn hier
in
bebouwde gebieden als
zig.
van
sche kenmerken
Er
seerde vogels
soorten
e.d.
hier
Grasmus
wel en
Scholekster,
de
dichtheden:
hoogste
Bosrietzanger. een soort
van
Daarnaast
open
selvoorkeur
van
uit
aanwe-
met met
stukjes lage of opgaande begroeiing
nere
ken
als
inzicht in te
bosjes
Exclusief
Het is interessant
dichthe-
nogal laag.
Soorten die genoegennemen
soortenrijke wijktypen. is hier
groot
zeer
en
bebouwing
voor
de stad:
Specht, Glanskop
de
zijn
GoudTortel.
en
karakterisering
Ecologische
veel soorten,
zowel
lage aantallen
toch
enige
Groningen
industrieterreinen zitten
is
was,
soortsamenstel-
dichtere
van
Grote Bonte
de
in de
den bereikt.
Op
aanwezig.
vink,
Kuifleeuweriken voorkomen
Scholekster relatief
soorten
volledig
van
meest
van
geheel
zijn
dit
de
Het aandeel bosvogels
laagste dichtheden aanwezig (Spreeuw, Merel, Kool-
verkregen
een van
Hoewel de
bijzonder type.
een
Zo-
wijktypen
ontbrekenhier vrijwel
Huismus
(inclusief
indruk
een
buitengewoon
Een
is
villawijk
inventarisatie hier niet
zig, typische stadsvogels zijn redelijk vertegen-
klei-
de
leefgebied
krijgen
van
de
4
van
is
en
de hier
het totaal aantal in
Om hier
geïnventari-
te weten
nestplaatskeuze (zoals
percentages
in
percentages (n=43),
totaal aantal
het
van
In de
in de stad
soorten
voed-
bekend
de soorten in
5 is het aandeel van
en
ecologi-
die de stad
verkiezen.
kenmerken,
twee
en
zijn
de
wat
vogels
genoemde categoriën uitgedrukt
Fitis,
gebieden,
bezien
van
literatuur) vastgesteld (bijlage 1).
figuren
berei-
nu te
zijn
(ge-
ëxtrapoleerde) broedparen (n=28.786).
Voedselvoorkeur Ten
aanzien
vier de
voedselvoorkeur
van
onderscheiden.
categoriën
soortsamenstelling
van
zijn
Gezien
de stad
(voor-
al algemene soorten) zijn de categoriën
vrij *
ruim
van
Figuur a.
%
b. %
4.
*
Voedselvoorkeur:
van
het totaal aantal soorten;
van
het
totaal
gehouden.
Insekteneters. klein
vrijwel
plantaardig
Alleseters. ruime
Deze soorten
als
voedselgedrag is
nogal
kan
dierlijk
van
van
van
het totaal
aantal
%
van
het totaal
aantal bezette
ten
soorten;
die als
aardig
nesten.
108
en
Het
naar
het van
menu
vrijwel
dierlijk,
de beschikbaarheid
voedselbronnen. Enkele
bij tijd
Figuur 5. Nestplaatsvoorkeur:
voedsel.
de meeste soorten
verschuiven
plantaardig
hankelijk
een
zowel
voor
opportunistisch,
tijdelijk
geheel
%
consu-
hebben
voedselvoorkeur
plantaardig
b.
uit-
vrijwel
materiaal
meren. *
a.
geheel
voedsel.
Planteneters. Soorten die sluitend
aantal bezette nesten.
Leven
dierlijk
wijle
adult
voedsel
soorten
ook afval. Ook
afvan
eten
soor-
voornamelijk plant-
tot
zich nemen,
maar
Tabel
1. Aantallen vogels
per
hectare
type Fuut
1
naar
wijktype in Groningen
type
2
type
3
type 4
type 5
6
0,05
0,15
Waterhoen
0,02
0,05
Meerkoet
0,03
0,10
0,67
0,87
1,11
0,09
0,21
0,06
0,08
0,09
0,07
0,02
2,53
1,31
0,88
0,03
■
Scholekster Houtduif Turksa
Tortel
stadsdujf
type
7
0,02
■
soepeend
0,38
0,05
0,02
0,01 0,05 0,01
■
0,01 0,04
Gierzwaluw
1,71
1,69
Kuifleeuwerik
0,81
-
Huiszwaluw Kwikstaart
Winterkoning
0,03
0,02
0,06
0,08
0,03
0,02
0,27
0,20
0,10
0,23
Heggemus Roodborst
Zwarte
Roodstaart
Gekraagde
Roodstaart
Marel
Zanglljster
0,03
0,02
1,39
1,75
0,06
0,05
0,09
1,87
■
Karekiet
Braamsluiper
0,02
0,03
0,02
Tjiftjaf
0,09
0,11
0,10
Fitis Grauwe
Vliegenvanger
0,06
0,06
62
0,04
1150
116
6
0,42
Koolmees
0,88
Boomkruiper
0,06
0,06
Vlaamse Gaai
0,46
0,03
0,03
1,02
0,17
464
0,08
90
2-178
0,04
0,06
75
34-116
0,06
168
0,02
25
0,33
4912
0,01
0,06
0,23
126
0,04
43
0-96
10
0-27
0,09
0,02
0,05
0,04
0,03
-
72 101
0,05
53
0,03
0,11
137
69-206
0,23
0,13
0,13
376
156-596
0,04
0,12
0,19
230
146-314
43
0,01
23
0,13
1931
0,16
0,24
83
8
0,49
0,60
Huismus
0,89
1,82
Vink
0,03
Groenling
0,40
Putter
0,07
0,06
0-172 27-175
0,02
0,13
Spreeuw
53-200
0,05
0,03
0,38
12-38
2185-7640
0,02
0,96
0,43
62-274
0,03
1,05
0,21
0-19
278-700
0,06
0,05
0,48
Barmsijs
0,01
0,05
0,13
Kneu
0-12
0,96
0,10
Kraai
5
10
865
0,48
490-1140
0,03
0,06
0,06
0-16
0,04
0,03
Kauw
0-237 319-1981
04
0,25
0,14
17-107 541-1455
2
0,02
0,67
0,34
Ekster
Zwarte
815
0,04
Pimpelmees
0-171
0,04
0,05
Staartmees
0-66
78
0,12
Grasmus
Zwartkop
0-33
88468
25
998
0,02
0,05
interval
1,51
■
Spotvogel
95%
4,18
Bosrietzanger Kleins
0,26
12 278
0,20
•
-
Totaa1
0,07
0,01
Ransuil
Witte
type
1,27
0-118
0-87 0-66 27-1703 1067-2795 16-150
0-18 226-502
0,08
364
0,05
1158
0-2660
0,09
376
183-569
0,06
4217
2313-6121
0,32
8905
6433-11377
108
10-206
0,03
394
169-619
0,11
0,05
0,58
4,32
2,04
3,23
9,33
2,01
0,06
0,10
0,04
0,06
0,40
0,20
0,16
0,16
0,04
0,09
0,01
87
16-158
0,05
0,04
0,01
49
0-109
14
0-28
-
• -
109
0,17
-
0,02
de
waarvan
enkele
(hier
gevoed
plantaardige
*
om
Deze
als
gebied
een
zijn
soorten
zakelijk viseter)
deze
naast
Fuut
Ransuil
ook
speelt
de aard
Kneu, Barmsijs voor
kleine
van
en
rol,
Putter hebben
voorkeur
een
die
plantesoorten
van
nauwelijks
zijn.
kleine
(vooral
Nestplaatskeuze Bij
de
nestplaatskeuzevan vogels zijn
cate-
zes
ruim
goriën onderscheiden. Ook deze zijn vrij soortenaantal
eters
het best
Als echter
zijn
insekteneters
vertegenwoordigd:
te territoria hebben de alleseters
gende
meerderheid:
waarvan
zijn.
oppervlakte
met
dermate
hoog
en
van
overweldivoor
gevonden
de
een
toop vinden. De oppervlakte
plaats te bieden
aan
is
veel
te
en
"voedselspecialisten". Ransuil is
gebrek
dit ook
aan
dan nog
waarschijnlijk
in
de
te
lijk gebied langs
meeste
of
van
wijten
Vrijwel
categorie maken regel-
hoofdzakelijk gebruik
In deze
holten,
gebouwen,
wel in bomen.
categorie
valt ook
de Huiszwa-
meestal
deze
nestkas-
van
*
Struik-/lage
huizen
aan
bomen-broeders. De
laag
taties
Dit
Fuut
Hierbij
ook
in deze
en
*
meter
en
soms *
aan
boven ook op
Broeden
de
grond
*
hoogst-
voedsel in het lande-
oever
drijvende
Deze broedt
Eén
hem niet bij Wel
de
(met
en
open
dat op
gebied)
broedt.
aantal
holenbroedershet
vogels blij-
talrijkst
te
zijn in
de stad. De grote hoeveelhedenholten in name
oudere
spelen. Figuur per
6.
Aantal
bomen
en
struikbedekking in %
per
huizen zal hier zeker
Daarnaast
broeders
hectare
-
gebruik
maken
van
vrijwel alle
110
-
met
rol in
een
holen-
nestkasten die in
hoeveelheden in tuinen worden
wijktype.
in
reden
in te de-
worden
meer
grond
maar
daken,
grondbroeders
aantal wel op de
blijken
Scholekster.
grond
vooral op
Zowel in aantal soorten ken
de
op de
opgemerkt
moet
industrieterreinen een
die
alleen Fuut, Meer-
soort:
doorgaans
stedelijke omgeving
len.
nesten
Waterhoen.
Dakbroeders.
om
nesten
of verder op het water
zijn gesitueerd, feitelijk en
soort
grond.
Waterbroeders. Maken
koet *
enkele
(een
niet
vanaf 5
Grondbroeders. Deze soorten maken
direct langs de
de stad zoekt.
in
soms
bomen
de
hoger).
gebouwen).
op of vlak boven de
moet
ook wel -
in
nesten,
-
in
soorten
struikvege-
meter boven
soorten soms
Bomenbroeders.
en
1-5
lage bomen,
grond (enkele
zelfgemaakte
worden dat de Ransuil
het
soorten
deze groep maken zelf nesten in
planteneters
stad.
dergelijke,
luw, ondanks dat
Gierzwaluw,
geval
grotendeels
biotoop
gesteld
aan
In het
soorten
in
nesten
veelal in
broedt.
die hun voedsel in de lucht zoeken.
Weinig plaats biedt de stad
enkele
Maken
bio-
broedparen.
niet voor Huis-
en
ten.
afhankelijk
echter
nissen
matig
wor-
geschikt
Holenbroeders.
alle
afwisselend dat relatief veel
en
geldt overigens
gehouden. *
het groen in de stad is
insektenetende soorten hier
om
alles-
de kwaliteit groen,
insekteneters
name
De kwaliteit
een
86,1% tegen 9,4%
insekteneters. Een oorzaak kan den in de
en
beide 18.
het aantalbezet-
gekeken wordt naar
in
aanwezig
(hoofd-
knaagdieren).
Qua
bedaar
het groen. Soorten als
tuinen
en
de
waarschijnlijk
groen de grootste
zaden
plantsoenen
waarin
Restgroep,
planteneters
perkte oppervlakte
cate-
handhaven.
te
geschaard:
en
materiaal
voedselbronnen
dierlijke
zich in
Bij
groot
een
hebben zowel
soorten
"Voedselspecialisten". twee
voor
dierlijk
met
vinkachtigen) zijn bij
gorie geschaard.
nodig
of
jongen geheel
deel worden
grote
aangeboden.
Dat niet elke holte geschikt is
bewijst
om
oudste huizen
geschikte
der kritische
holenbroeders als
te
broeden
broedholen. Ook
in de nieuwste
Spreeuw lijken
geschikte broedplaatsen dichtheden de
in
Gierzwaluw: die vindt alleen in de
de
hier
zijn
binnenstad
te
broedholten de
kunnen vinden. De
bijvoorbeeld
het aanbod
waarbij
en
wijken moeilijk
dan
lager
min-
Huismus
oorzaak
voornaamste
in
geschikte lijkt
te
zijn. Struik-
ders,
bomenbroeders
lage
en
vrijwel
soorten
als
talrijk
even
in
zijn
aantal
de holenbroe-
veel minder in aantal bezette terri-
maar
Kuifleeuwerik:
alleen in
de soortenarme
toria. Grondbroeders
zijn
zowel
beperkte
dicht
honden, groen
worden
gevonden
verstoring
van
geschikt
struikgewas.
door
in
een
hoge
gebrek
soorten
vooral
binnen
geschikte biotoop
aan
zijn
meegenomen
aanmerkelijk
en
het
zou
hoger
-
die op
zijn
verklaren door
te
de
aantal
ge-
zouden
parken
wellicht
-
uitkomen.
het
aan
vooral
werken,
enige
broeden) is
water
ïnventariseerde oppervlakte. Als
mate
kinderen
onderhoud
het
kan
het
zijn,
te
groen
Nederland vrijwel de
de
lijkt
Andere oorzaken
bijvoorbeeld
ook
terwijl
verstorend
verte-
oorzaak hiervoor
struikbroeders
oppervlakte
met name
kunnen
als
grond-
slecht
eveneens zeer
genwoordigd. Eenbelangrijke bij
nieuwbouwwijken
(Bernadette Balten)
in
Samenvatting
de
broedtijd. Wellicht hebben deze door katten.
predatie
ook
soorten
Tijdens
ronden werden door de tellers
vijf katten gezien.
De
te
meeste
werden
gezien.
Dat
de
tijdens
verstoring
gemiddeld
zangvogels omvangrijke
telplot
telronden niet
en
In de bebouwde kom
van
zo’n
De
predatie
vormen
van
structuur
maar
stedelijke
werden in
katten per 5 ha geteld,
vogels
(vooral
dus
exemplarenper jaar Waarschijnlijk zijn
in
Scholeksters de
geleden
van
als
aantallen zijn nog in is
dit de
enige
als
broedplaats.
te
zijn
aan
Groningen
soort
1991).
lage
feit dat
De
zo
heel
der
lang
ontdekt,
de
oudere
holenbroe-
Deze
ouder
lijkt gebonden
(binnenstad
in
aantal waterbroeders (afgezien en
Fuut
van
4
en
zijn
de
het
De
naast
voor
111
de
nog
meeste
5).
omgeving,
voor
de min-
niet
hogere
wijken
soorten
dichtheden
meegeteld,
van
Grauwe
Roodstaart,
hoogste
villawijken
jongste
de
Zwarte Roodstaart.
en
(Gekraagde
Vliegenvanger)
de
in en
gebonden typische stadsvogels,
Gierzwaluw
groen
omstan-
aangetroffen
hier ook hebben de
schijnlijk
Waterhoen
vooral
wijken
groen
name
Juist
die platte daken gebruikt
voedselbiotoop
aan
met
ontwikkeling. Vooralsnog
Het voorkomen
Meerkoet,
huizen ge-
(oudere) nieuwbouwwijken (typen 3,
de aantallen
nabije omgeving. Het
de
voor
waar
vogelrijkste wijken.
worden
ge-
groenstructuren
typen 1 & 2) zijn het belangrijkst
niet
broedgebied
geschikte
zijn
de
digheden
grootte.
hebben nog stad
ders
en stru-
insekteneters,
bieden
en
Hiervan
groen.
waar
en
zijn
nestgelegenheid
noeg
totaal 622
doodden(Birkhead,
in dezelfde orde
ruim voorhanden
74
wijken
oppervlakte
oorsprong bos-
waaronder veel
een
voor.
de verschillende
aanwezige van
komt
Groningen
soorten
door de
Wijktypen
profiteerd.
die elk gemiddeld 8,4
Huismussen),
het
van
weelvogels,
kan aannemen
omgeving
van
bepaald
wordt vooral door
altijd kleine
is ook door andere onderzoekers vastgesteld. In
Engeland
soortenrijkdom
wordt vooral
van
aantal
betrekkelijk groot
tellers vermoed-
den echter veel meer katten in hun deze
lijden
de inventarisatie-
(hierbij
die
waar-
dichtheden bezitten).
zijn
zeer
vogelarm,
onvoldoendeontwikkeld groen
wat
veroor-
zaakt
lijkt
worden wordt
te
nestgelegenheid
voor
industrieterreinenzijn in
structuren
maar
tamelijk soortenrijk
dichtheden. Zowel
lage
als
de
door onvoldoende
soorten
van
typische stadsvogels
Jans
Roos,
maar
ga,
der Wal
van
Scharenburg
tellers:
De
Koos
van
Miedema,
Bijlage *
Ron
der
Fijn,
gegevens.
Henk
van
A
=
alleseter, levend
Neetplaats: B = boombroeder, S
=
struikbroeder,
nest
der
voedsel
dan
1993. Handleiding
T.
1991.
Brink,
The
H.,
1992.
J.
Magpies. J.
Furda,
SOVON-broedvogelonder-
Vogelatlas
Londen.
van
van
Roland
Klinken
&
K.
van
(klein) dierlijk materiaal;
van
zowel dierlijk
maar waarvan
als
de
jongen
(soms niet zelf gemaakt)
soorten met
drijvende
m
vnl.
in
Groningen
nestplaats W
Watsrhoen
A
W
Zwarte
Maerkoet
A
W
Gekraagde Roodstaart
=
voedsel
bomen vanaf
5
planteneter vnl. levend ook
bv. afval);
krijgen;
m
V
=
(een enkele
ook
van
soorten
plantaardig
die als
Roodstaart
direct
langs
de
oever
voedsel
nestplaats
A
G
soort ook wel op
gebouwen);
of verder
op
het
water.
voedsel
nestplaats
Staartmees
1
6
Pimpelmees
A
H
A
H
1
H
A
B
1
H
1
H
A
S
Boomkruiper
A
S
Vlaamse
Koolmees
1
D
Merel
Houtdulf
P
B
Zanglijster
Turkse
P
B
Bosrletzanger
1
S
Eksfer
A
B
stadsdulf
A
H
Kleine
1
S
Kauw
A
H
Ransuil
V
B
A
B
Karekiet
Gaal
Spotvogel
1
S
Zwarte
1
H
Braamslulper
1
S
Spreeuw
A
H
A
G
Grasmus
1
S
Huismus
A
H
Hulszwaluw
1
H
Zwartkop
1
S
Vink
A
B
Witte Kwikstaart
1
H
Tjiftjaf
1
G
Groenling
A
S
A
S
Fitis
1
G
Putter
P
B
1
S
Grauwe
1
Kneu
P
S
Barmsijs
P
B
Gierzwaluw Kuifleeuwerik
Winterkoning Heggemus
Vliegenvanger
112
H
adult
“voedselspecialist”.
boven de grond; H = holenbroeder ; G = grondbroeder;
nesten
Roodborst
dierlijk
P
(soms
materiaal
plantaardig
V
Tortel
Scha-
Groningen. Groningen.
Jalving
Kombuis 103, 9732 GG
Henk
Fuut
Scholokster
René
SOVON, Beek-Ubbergen
ranburg
Harrie
in struikvegetaties, binnen 1-5
dakbroeder; W = waterbroeder,
Veenstra,
Maften Werkman.
Jeugd,
Olthoff,
vnl. levend
van
nest
de
stadsvogels:
Voedselvoorkeur: I = insekteneter,
vnl. plantaardig voedsel gebruiken, *
van
Jeroen Niezen, Martin
materiaal;
van
Arjo Bunskoeke,
Laan, Titia Meinema,
1. Ecologische kenmerken
Birkhead
de
geholpen bij
de
Harry Blijleven,
Dijkstra,
Reinco
heeft
van
A.J.
Dijk, zoek.
van
Allex
MeileTammin-
Geiben
Tonkens, en
Jan
Rakt,
Swart,
Literatuur
Dankwoord
statistische bewerking
Jan
hier
matig vertegenwoordigd.
Kees
de
van
Sikkens,
Johannes
van
groen-
zijn
Carl
Poortinga,
veel holenbroeders. De
Kraai
D
=