NT00066_179
Nadere Toegang op inv. nr 179 uit het archief van het Stadsgerecht Rhenen, 1461-1812 (66)
H.J. Postema Oktober 2013
Inleiding
Het gerechtsarchief van Rhenen bevat een groot aantal inventarisnummers over de civiele rechtspraak. In dit inventarisnummer zijn regesten opgenomen van akten van attestatie voor en door het gerecht over de periode 1725-1806.
2
Regesten
1-5-1725
8-2-1726
28-5-1728
16-9-1730
22-1-1732
20-12-1735
18-11-1738
22-10-1740
Gerrid van Guijlik, burger en schipper van Rhenen, getuigt op verzoek van Jacob Arisen, won. Randwijk, dat hij in 1724 te Utrecht door dhr. Houwert, koopman in koorn of graan, is aangesproken om voor hem 2-3 last zaad te laden door Jacob Arisen voor hem gekocht. Kort daarna, op de beestenmarkt te Wageningen, heeft hij met Jacob gesproken om het te laden, dog dat vervolgens door ’t laage water op de rivier den Rhijn daarinne ben verhinderd of belet geworden om ’t selve op de gestelde tijd te konnen doen. Reijnier van Pothooven heeft erkend zijn handtekening staande onder pachtcedullen van de hofstedekens van ’t weeshuijs in den dijk, dd. 31-5-1710 en 11-4-1716, seggende aengaende het vordere van zijn vader voor zijn tijd geschied te zijn. Carel Justus van Arkel, majoor van’t regiment cavalerije vanden generael majoor van Palland, gehuwd met Constantia Jsabella Smissaert verklaren ter instantie van Johanna Maria Munninkhuijsen, huisvrouw van Willem van Luijk, in 1721 met het schip Wendela voor commandeur naar Oost-Indië gevaren en volgens bekomen berigt den laetsten augustus 1726 op Colombo nog int leven geweest, dat zij 8 jaren als dienstmeid ten huize van de comparanten heeft gewoond en zich goed heeft gedragen. Zij heeft twee kinderen in leven. Attestatie van Hillegonda Stenfort, huisvrouw van Jurrephaes de Kruijff, en Cornelia van Ijsendoorn, huisvrouw van Johannes van den Berg op verzoek van Johan Louis baron van Hardenbroek, dat jonkvrouwe Geertruijd Maria van Hardenbroeck is overleden te Rhenen op 1 juli 1730. Pieter Croll, chirurgijn, verklaart dat Jelis van Papeveld, soldaat onder de compagnie van kapitein Vonk van Lienden, in het regiment van brigadier De Malprade, door zijn wond in het hoofd, veroorzaakt door een val, is getrepaneerd en daarom buiten zijn verstand en niet in staat de kost te winnen of zijn dienst als soldaat waar te nemen, noch om te reizen. Jan Wildeman, won. Remmerden, verklaart dat op zekere tijd inde zomer van 1734 bij hem meerdere malen gekomen is Casper van Bravent, metselaar binnen Rhenen, en gevraagd of hij rogge te koop had. Attestatie van Johannes van de Loosdregt en Rut Gijsbertsen Veenvliet. Zij zijn geroepen om te tekenen het toelaes van Peter Visee en Sijmon Verhoef nopens drie flessen wijn van Dirck Wijnholst. Roelofjen vanden Oosterkamp, weduwe Gijsbert Vonk, in leven procureur voor het gerecht Rhenen, verklaart dat zij na overlijden van haar man bij zijn aantekeningen heeft 3
24-11-1740
13-2-1741
18-4-1741
27-9-1745 20-3-1748
30-5-1748
13-10-1749
22-2-1752
11-2-1754
gevonden dat hij ten dienste van Jan Vin menigmaal was geweest en salaris te goed heeft, in de zaken contra Margriet van Loghem, weduwe Jan van Ommeren, Jan Tol als gehuwd met Margriet van Loghen contra Dirk van Ommeren, contra Gerritje weduwe Peter van Brummen en contra Gerrit van Holst en Dirk van Ommeren, pachters, en meer anderen. Attestatie van Jannigje Hendrikse en Maria van Vallekesweerd, huisvrouw van Hendrik van Maenen, op verzoek van Johannes Middelhoven. Zij hebben Middelhoven helpen laden in zijn baggerveld 31 ton turf en dit geleverd aan Evert Cornelisz. Willem Piekeman, korporaal van de compagnie infanterie van kapitein van Brienen in het regiment van kolonel De Guij, op verzoek van Van Brienen, verklaart dat hij verscheide soldaten heeft aangenomen, o.a. te Rhenen Harwuërus off Swerus Esser. Attestatie van Arien Koendersen. Hij ontkent niet dat hij geld van Jannigje Sporsen weduwe van Hendrik Reijndersen te Achterberg heeft opgenomen. Attestatie van M. Vonck dat Jan van Seventer van sijn ambagt een timmerman 5 jaren in zijn dienst is geweest. Op verzoek van Jan van Eck van Panthaleon, luitenant in het regiment van generaal-majoor Van Eck, verklaren Antonis van Bremat en Robbertus van Kalkeren dat op 18-3 ten huize van Otto van Eck, hospes te Eck, Wouter van Broekhuijsen, ruiter in bovengenoemd regiment, staende bij den disch bij hem komende eenen Jan van Woldorp, geboortig alhier, hebben Jan van Woldorp aangenomen als ruiter. Getekend binnen Eck. Attestatie van Anna de Rooij, huisvrouw van Johannes van de Loosdregt, vroedvrouw in ’t Rhenense Veen, Catrijntje Breunissen, weduwe Cornelis Bouman, Catrijntje Dalisson, huisvrouw van Jacobus Turkesteijn, won. Rhenense Veen, op verzoek van Geertruijd van Glebbik, meerderjarige dochter. Geertruijd woonde op 18-12-1747 bij Catrijntje Breunissen en was in barensnood. Geertruijd heeft toen getuigd dat de vader van haar zoon Willem Anksen was. Attestatie van Willem van Harn en Hendrick van Engelenburgh, won. Veenendaal, op verzoek van Jan de Waal, dat De Waal eigenaar is van een aantal percelen water en weiland in de polder van Veenendaal. Teunis Langelaer en Peter Evertsen verklaren dat de grijze koe die Gijsbert van Grootveld, won. Achterberg, heeft verkocht aan Pieter Wingelaer, won. Achttienhoven, van de besmettelijke ziekte is gebeterd. Gijsbert Bos en Cornelis de Fluijter verklaren op verzoek van Annigje Hardeman, weduwe Jacob Gerritsen vander Meij, won. in’t Rhenense veen, dat zij zeer wel hebben gekend Gerrit Jacobsen vander Meij, zoon van Jacob en Annigje, die, ongetrouwd, in 1745 naar Oost-Indië is gevaren met het schip 4
29-6-1754
7-4-1755
18-6-1755
22-3-1756
16-7-1765
7-1-1772
Sparrenwijk, en dat zij zeer wel kennen de andere vijf kinderen: Hendrik Jacobsen van der Meij, gehuwd met Sijgje Sietvast, Aaltje van der Meij, gehuwd met Jan Cornelissen Versteeg, Wijntje van der Meij gehuwd met Willem van Rees, Aart Jacobsen van der Meij gehuwd met Geurtje Klomp en Roelofje van der Meij meerderjarige dochter. Aart van der Hoof, gijzelmeester alhier, en Arnoldus van den Hoof, burger, verklaren op verzoek van Jan Schellingh, medeburger, dat Susanna van Leeuwen, huisvrouw van de requirant reeds zedert langen tijd niet wel bij haare sinnen en van desselfs verstand berooft is geweest, dat deselve ongelukkige uijt dien hoofde ter haarer herstelling moet goedvinden van den Edelen Agtbaaren Geregte deser stad ten huijse van mij eerste attestant en mijns tweede attestants vader voornoemt gesepraeert zittende in de kost. Johannes Middelhoven en Jochem Wildeman, beide won. Rhenense Veen, verklaren op verzoek van Albertus Daniels M.D. als gemachtigde van Wilhelmus van Hien dat zij en Roelof Elfferdink zijn geweest in diens huis int Veen met elkaar zijn geaccordeerd over kwestie. Claas van Ijsendoorn en Cornelis van Druten, burgers, verklaren op verzoek van juffr. Anna Aletta en Martha Maria Clercq, meerderjarige, ongehuwde, bejaarde juffrouwen, won. Rhenen, dat zij zeer wel gekend hebben haar zuster juffr. Susanna Dorothea Clerkq, Christina Margareta Clerkq en Johanna Maria Clerkq, die samen in deze stad hebben gewoond edog sijn alle drie als nu overleeden en binnen deese stad begraven, zonder nakomelingen. Aart van Brummen en Huijbert van Ijsendoorn, burgers verklaren op verzoek van juffr. Martha Maria Klerk dat zij zeer wel gekend hebben Cornelis de Roth die als ongehuwd j.m. van hier naar Oost-Indië is gevaren, en dat diens vader voor 50 jaren van hier buitenslands is vertrokken en zij hebben gehoord dat hij al lange jaren geleden overleden is, en dat zijn moeder voor 5 jaren binnen deze stad begraven is. Teunis Cornelissen en Hendrik Budding, won. Achterberg, hebben op verzoek van Evert Teunisen als in huwelijk hebbende Maria van Kooten verklaard dat zij gekend hebben Pieter Cornelissen die, zo zij zijn geïnformeerd in dienst van de Oost-Indische Compagnie ter kamer Amsterdam in 1746 als soldaat naar Oost-Indië is gevaren. Hij was nog ongehuwd en had geen ouders. Zij hebben ook wel gekend Hendrik van Kooten de halve broer van Pieter Cornelis die in dienst van de VOC kamer Rotterdam in 1757 met het schip Jeruzalem naar Oost-Indië is gevaren en op 1-7-1760 op het eiland Onrust overleden en op het eiland Purmerent begraven is en ongehuwd was en geen ouders in leven had. Hij had geen andere nakomelingen dan zijn zuster Maria van Kooten. Attestatie van Rem van Heemsbergen, Hendrik van Dijk en Cornelia van Zanten, huisvrouw van Cornelis van 5
22-8-1772
10-3-1780
1-3-1796
1-3-1796
1-3-1796
28-10-1798
23-10-1799 17-3-1806
z.j.
z.j.
Heemsbergen, op verzoek van Bruijnis van Willinkhuijsen, dat hij in 1769 de aardappeltiend van het land gelegen in de Middelburg heeft betaald aan de pachter Teunis van Barneveld, en uit naam van de weduwe van Hendrik Bruijnisse van Willinkhuijsen gerooid. Attestatie van H. Boeijens, won. Surhuijsterveen, namens vader Arnoldus Boeijens, over goed gedrag van Hendrik Groenehart, geb. Bunschoten, won. Hattem, waar Arnoldus Boeijens ook woont in Zutphen. Hendrik is j.m. en is hoedenschoonmaker. Attestatie van Jan Hendrik Haantjens, gepensioneerd luitenant, op verzoek van Fredrik de Ridder, secretaris van Amerongen, dat De Ridder bij Haantjens in het voeder heeft besteld drie koeien. Attestatie van Gobel van Versendaal, richter van Rhede en Oudenweerd, op verzoek van mej. Alijda van Soest, weduwe Everd Brands, dat Menso Johannis Menso, oudburgemeester van Rhenen, in het begin van 1795 bij mij in het voeder besteld heeft twee paarden van deze weduwe, welke paarden bij de retraite der Engelschen door dezelve bij mij van de stal gehaald en meede genomen zijn. Waarde: 230 gulden. Attestatie van Dirk Stam, schepen van Marsch, op verzoek van mej. Alijda van Soest, weduwe Everd Brands, dat Menso Johannes Menso, bij mij in het voeder besteld heeft een paard van deze weduwe, die door de Engelsen is meegenomen. Waarde: 120 gulden. Attestatie van Menso Johannes Menso, oud-burgemeester van Rhenen, op verzoek van mej. Alijda van Soest, weduwe Everd Brands, dat hij in 1795 een boerenwagen in bewaring heeft genomen, die door de Engelsen is meegenomen. Waarde: 100 gulden. M.C. Klerck, weduwe Haentjens, M. Stelsheijmer-Pluijlen attesteren zeer wel te kennen de jonge juffrouw Cornelia Laesbije en te weten dat zij van onbesproken gedrag is. Attestatie van Haltfeld de Delferaneen over insinuatie door Dirck Klerk op zijn request. Attestatie van E. van Doesburg en D. van den Berg en Johan van Dalen over Jan Guldi, knecht van Van Doesburg, die dronken op zijn werk komt en brutaal is. Jan Aertsz kuijper, en Gerrit Goijertsz, ouderling en diaken te Veenendaal, verklaren dat Beernt Petersz, geboren is uit eerlijke ouders, nl. Peter Hermensz en Maria Cornelis. Geertruijt Jans, geb. Mechelen, van jongsaf te Amsterdam wonende, is drie jaar geleden getrouwd met Willem Willemsen van Rees. Merrichien Jans, geb. Nispe in Brabant, is getrouwd geweest met Pieter Jansen, en is bij Hoorn in een buurt genaamd Caren? overleden, een half jaar geleden, waarbij zij deze kinderen heeft. Willem Willemsen, is geboren te Rees en heeft drie geboden gehad met Geertruijt Jans te 6
z.j. (ca. 1650) z.j.
z.j. (voor 1660)
z.j.
z.j.
Amsterdam, heeft eer hij gevangen werd bij Culemborg geslapen. Drietal onleesbare acten. Hierin genoemd Jan Lubberden, Thonis Dircksz, Jan Croll. Attestatie van Johannes Kloeck (1674-1714), eccl. in Ede, Attestere ijck onderschreven dat Aaltjen Cornelissen en Cornelis Rijngraaf bij ons zijn in den E. staat des houwelijcks bevestight. Met twee prentjes van Jezus en Maria. Request van de vrienden van zaliger Gerrit Huijgen en Anna Voncken. Zij hebben nagelaten vijf onmondige kinderen die de kost niet kunnen verdienen. De vrienden verzoeken opname in het weeshuis. J.A. Verburg, won. onder de jurisdictie van Rhenen, verklaart dat de twee balen wol gemerkt DB No 1 en 2 wegende 945 ponden heden van hier over Rotterdam afgezonden en aldaar geladen in het schip Pieter en Leonardus gevoerd bij schipper Adrianus de Swart gedestineerd naar Brugge. Attestatie van Gerrit van Eede. Den Horologie-maecker die op den toorn het uijrwerck gemaeckt heeft, is bij Gerrit in de kost geweest.
7