NT00066_394
Nadere Toegang op inv. nr 394 uit het archief van het Stadsgerecht Rhenen, 1461-1812 (66)
H.J. Postema Oktober 2015
Inleiding
Dit document bevat regesten op een katern met akten van transport, hypotheek, procuratie, borgtocht en lijftocht te Rhenen over de periode 25-5-1584 tot en met 233-1587.
2
Regesten
26-5-1584
Johan Gerritsz, schipper te Rhenen, constitueert Gerrit Coel, procureur voor het gerecht van Culemborg, in omnibus ad lites et in communi forma, en Foest Anthonisz, burger te Culemborg, speciaal om penningen te ontvangen.
26-5-1584
Bernijer Reijniersz stelt zich borg voor de erfgenamen van Cornelis Thonisz, in leven bouwmeester in het convent binnen Rhenen, om het gewijsde te voldoen vanwege die erfgenamen in de zaak die zij hangende hebben voor dit gerecht tegen prior, meester en gemeen conventualen binnen Rhenen.
10-6-1584
Cornelia Arnsdochter, huisvrouw van Cornelis Aelbertsz, won. Veenendaal, approbeert de constitutie en borgtocht door Cornelis Aelbertsz bij Willem van Zuijlen van Nijevelt doen arresteren, gekomen van de venen tussen Pijnssen van der A en Anthonis van Cuijck.
16-7-1584
Johanna Lijsters, wed. Claes Lijsters Dircksz, Cunera Lijsters, wed. Claes Lijsters Pauwels van Netelroije, voor haarzelf en namens haar kinderen Otgen, wed. Hubert Lijster, Lijsken, wed. Gerrit Lijster Hubertszonen, en namens Hendrick van Eck, hun gekoren momber, en Hendrick Holl x Petronella, Herman Scherpinck x Hilleken, constitueren mr. Hendrick Lijster om te transporteren te Utrecht hun deel in een huis met huisjes of camerkens daaraan behorende in de Stroijsteeg, waar zuidwaarts de Stroijsteeg, westwaarts Lucas van Poll, noordwaarts de Visschersteeg en oostwaarts Cornelis de Man naast gelegen zijn, welk huis hen aanbestorven is door overlijden van dhr. Gerrit Beijer, in leven kanunnik in de Dom te Utrecht, en Margaretha Beijers. En nog het deel dat zij hebben van zaliger heer Lijster.
11-7-1584
Mr. Hendrick Lijster constitueert Johan de Keijser en Aelbert Verweij in de zaak die hij hangende heeft voor dit gerecht tegen mr. Adriaen van Stoutenburg, Herman Scherpinck, Johan Toll als kerkemeesters.
6-8-1584
Pater Mieter/Muter van den Cloester constitueert Aelbert Verweij in omnibus ad lites et in communi forma.
6-9-1584
Cornelis Jansz alias Landt constitueert Bartholomeus van Bergeijck om te kennen 5,5 gulden van 20 stuivers het stuk Jan Martensz Tulman ter goeder rekening.
2-10-1584
Andries van Rijn stelt zich borg voor Christiaen van Benthem om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Frans van Ewick. 3
21-10-1584 Hendrick Jacobsz, snijder, constitueert Aert van Bueren, procureur voor het Hof van Utrecht. 16-11-1584 Frans van Ewick stelt zich borg voor Hubert Jacobsz van Delft om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Adriaen Dircksz. Verder belooft Huijbert Jacobsz aan de comparant Peter Vosch of Gijsbert Thonisz Woel, burger te Utrecht, tot waarborg te stellen. 17-11-1584 Jerifaes van Triest stelt zich borg voor Adriaen Dircksz om het gewijsde tegen Huijbert Jacobsz van Delft te voldoen. 30-11-1584 Evert Evertsz constitueert Verweij. 30-11-1584 Arien Holl constitueert Verweij. 11-12-1584 Reijnier van Stapraet, heer thoe den Doddendael en Doemicx constitueert Bergeijck. 14-12-1584 Maria Voncken herroept alle procuraties die zij voor dit gerecht gepasseerd zou mogen hebben. 15-12-1584 Herman Scherpinck constitueert Bergeijck. 21-12-1584 Walraven Cornelisz constitueert Verweij. 21-12-1584 Cornelis Hendricksz Stip constitueert Verweij. 21-12-1584 Jan Martensz Tulman stelt zich borg voor Willem Alertsz Sas om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Belije van Oerdt, weduwe. Willem Alertsz constitueert Bergeijck. 24-12-1584 Marie Voncken constitueert Bergeijck. 2-1-1585
Jan Martensz Tulman stelt zich borg voor Hendrick Sijmonsz voerman om het gewijsde te voldoen in de zaak die Aelbert Geurtsz tegen hem heeft belangende dat hij het hek van zijn waard open gebroken zou hebben.
15-1-1585
Aelbert Aelbertsz, Jan Goesensz, Reijer de Haes en Jan van den Berg constitueren Bergeijck.
27-1-1585
Marie Voncken, wed. Dirck Lijster, constitueert Jan Vachtelaer en Aert van Santen, beide procureurs voor het Hof van Utrecht, om voor mr. Peter Ruijsch, advocaat in het Hof en commissaris in de zaken van hen comparanten, tegen de regering van Rhenen, aangaande een steeg als tegen juffrouw Janna Lijsters, en in die zaak te accorderen indien mogelijk.
26-2-1585
Hans van Arnhem constitueert Bergeijck.
6-4-1585
Gevert Hendricksz, mandenmaker, won. Veenendaal, constitueert Bergeijck. 4
26-5-1585
Willem Hendricksz, olieslager, constitueert Bergeijck, Jan Vachtelaer, Herbert van Haeften van Aert van Sant, procureurs voor het Hof van Utrecht.
31-5-1585
Cornelis IJden constitueert Bergeijck.
3-6-1585
Rochus van Dulcken constitueert Bergeijck, procureur voor dit gerecht, mitsgaders Jan Wachtelaer en Herbert van Haeften, procureurs voor het Hof van Utrecht.
8-6-1585
Gerrit Lijster Willemsz als oom en gekoren momber over de onmondige kinderen van Hendrick Lijster Willemsz en constitueert Jan Wachtelaar, Gerrit van Rijswijk, Herbert van Haeften, procureurs voor het Hof, Adriaen van Rhenen, Sebastiaen de Wijs, Cornelis van Malsen en Jan van Meteren, procureurs schepenbank te Utrecht en Bartholomeus van Bergeijck, procureur voor dit gerecht.
26-6-1585
Wouter Hendricksz stelt zich borg voor het arrest doen doen bij Jelis Willemsz aan een wagen met toebehoren van Jan Dircksz in de Marsch.
11-8-1585
Dirck Jansz Toll constitueert Bergeijck en Jan Toll zijn broer.
18-10-1585 Jasper Jansz, schipper, constitueert Bergeijck, voor zichzelf en als man van zijn vrouw en zich sterk makende voor Engel Cornelisdr en speciaal Jeriphaes van Triest om de penningen te ontvangen die hem competeren van Aelbertje Thonisdr, nagelaten weduwe van Adriaen Jansz. 15-11-1585 Maria Voncken, wed. Dirck Lijsters, revoceert alle procuraties die zij voor dit gerecht gepasseerd zou mogen hebben. 25-11-1585 Gerrit Noest, won. Betuwe, constitueert Bergeijck. 10-12-1585 Franck Hendricksz constitueert Verweij. 12-12-1585 Jan Gerritsz, schipper, constitueert Verweij om te kennen Jelis Willemsz zulke som geld, en te bekennen schuldig te zijn aan Alert van Wijck 78-10. 12-12-1585 Cornelis Gerritsz constitueert Verweij om te bekennen zekere obligatie bij hem t.b.v. Cors Aelbertsz gepasseerd. 7-1-1586
Rutger Jansz voor zichzelf als erfgenaam van Lijs van Meerten en vervangende de andere erfgenamen, constitueert Bergeijck en Evert Lijster, deurwaarder.
30-1-1586
Bartholt van Gendt, heer tho Loenen, raidt des furstendoms Gelre, constitueert Bergeijck en mr. Wouter Suurmondt in de zaak tegen Huijbert Aertsz.
5
11-2-1586
Jan Lambertsz, won. IJzendoorn, constitueert Jan Corsen om te ontvangen 9,5 oude ducaat, van 7,5 gulden het stuk, die Jan Lambertsz aan Dirck Aeliens, burger te Emmerich, ten achteren is.
3-3-1586
Gerrit van Harn constitueert Bergeijck om te kennen zekere kwitantie Aelbert Verweij van hem heeft.
3-3-1586
Gijsbert Jansz Haspell constitueert Verweij.
9-3-1586
Jan Aelbertsz Toll constitueert Jan Wachtelaer, Herbert van Haeften en Rochus van Hardichvelt, procureurs voor het Hof van Utrecht, om te kennen zijn handtekening onder een contract tussen hem en Willem van Suijlen van Nijevelt van 23-12-1580.
12-3-1586
Lodewijk van Brakel constitueert Aelbert Verweij.
14-3-1586
Bernt Gosensz van Millingen constitueert Aelbert Verweij.
15-3-1586
Elis Gerritsz constitueert Bergeijck.
18-3-1586
Maria Joris? van Tuijls weduwe constitueert Aelbert Verweij.
24-3-1586
Jan Meusz, won. alhier, constitueert Arien Jansz, schipper, om te innen de erfenis van Peter Willemsz vanwege zijn huisvrouw Neeltje Thonis Arrisdr.
28-3-1586
Jan Thonisz Vosch, won. Veenendaal, constitueert Aert van Sande, Aert Ram, procureurs voor het Hof van Utrecht, en Bartholomeus van Bergeijck, procureur te Rhenen.
30-3-1586
Cornelis Jacobsz constitueert Verweij.
7-4-1586
Aelbertje, wed. Goesen de sluiter, constitueert Verweij.
7-4-1586
Aelbert van Eck en Huijbert van Rhenen constitueren Henrick van Nijenroij en Herbert van Haeften, procureurs voor het Hof van Utrecht.
19-4-1586
Frans Lommetsen voor zichzelf en als facteur van de compagnie van Antwerpen, mitsgaders als vader en momber over zijn onmondige kinderen, constitueert Bartholomeus van Bergeijck.
21-4-1586
Geertruij de Bruijn, wed. Gerrit Noest, constitueert Jeriphaes Noest, haar zoon, Aert van Sande, procureur voor het Hof van Utrecht, en Bergeijck, procureur alhier, om te bekennen haar mans hand staande onder kwitantie van 20-7-1585 ten behoeve van Lodewijck van Brakel.
25-4-1586
Hendrick van Ewick constitueert Bergeijck om te kennen zijn hand onder obligatie door hem als borg voor Jan van Ewick, waarvoor Evert Evertsz hem in recht getrokken heeft.
9-5-1586
Hendrick Benger, Warrebout Benger, broers, mitsgaders Johan Vosch van Avesaet constitueren Bartholomeus van Bergeijck. 6
23-5-1586
Cornelia Aertsdr, wed. Jan Aertsz, als moeder en momber van haar onmondige kinderen bij Jan Aertsz, constitueert Bueren en Hardicxvelt, procureurs voor het Hof van Utrecht, en Bergeijck, procureur alhier.
23-5-1586
Steven Willemsz constitueert Verweij.
31-5-1586
Bart Ewitsz, als momber over de onmondige kinderen van Cornelis Jacobsz, verwekt bij Geertruijdt Everts, constitueert Aelbert Verweij om van Reijer Jacobsz te vorderen boedelcedulle van de goederen door Reijer Jacobsz nagelaten en te procederen tot boedelscheiding.
31-5-1586
Jan Adriaensz constitueert Gerrit Coel, procureur voor het gerecht van Culemborg.
11-7-1586
Hendrickje Hendricks, wed. Crijn Hendricks, constitueert Anthoni Ram.
20-7-1586
Jan Wijnantsz, te Kesteren, constitueert Bergeijck.
8-8-1586
Dirck Jacobsz Vermuir, burger te Wijk bij Duurstede, constitueert Bergeijck.
9-8-1586
Oth Gijsbertsz constitueert Verweij.
9-8-1586
Jan Hendricksz van Huessen constitueert Verweij om te kennen zekere obligatie bij hem t.b.v. Dirck Vermuir gepasseerd.
12-9-1586
Willandt van Hattem constitueert Verweij.
18-9-1586
Elisabeth Gijsbert Gerritsz Jan Lambertsz weduwe voor zichzelf en als boedelhoudster constitueert Aert van Sande, Rochus van Hardicxvelt, procureurs voor het Hof van Utrecht, mitsgaders Bartholomeus van Bergeijck en Verweij, procureurs alhier, om te bekennen schuldig te zijn aan Oth Jelisz een jaar rente van 1585 en een deel van 1584.
19-9-1586
Aelbertgen Goesen Gerritsz weduwe, met Cornelis Jacobsz, als momber van de onmondige kinderen van Goesen, mitsgaders de weesmeesters constitueren Aert van Sande.
Hier beginnen borgtochten. 12-8-1584
Claes van Groenenberg en Aelbert Petersz als mombers van Gijsbertje Jansdr, en Wulfer Jansz als man van Nelleken Willems, beloven Jasper Gerritsz, schipper van Wijk, te vrijen en schadeloos te houden van enige waterbrief die Jasper t.b.v. hen heeft gepasseerd op een samoreusschip door de comparanten aan Jasper verkocht.
23-11-1584 Wouter Hendricksz Coster stelt zich borg voor de waarde van 1000 tonnen panturf bij Gijsbert Woutersz tegenwoordig ingeladen van de venen van Cornelis Pijnsen van der A en bij Willem van Suijlen van Nijevelt laten arresteren. 7
23-11-1584 Cornelis Aelbertsz stelt zich borg voor de waarde van 2500 honderd tonnen panturf tegenwoordig ingeladen bij Cleijn Dirckgen van het veen dat hij gebruikt van Cornelis Pijnssen van der A dat door Willem van Suijlen van Nijevelt en Aelbert Verweij is laten arresteren. 23-11-1584 Aelbert Verweij stelt zich borg voor Gerrit van Wissen om het gewijsde te voldoen tussen hem en Jan Aelbertsz. 5-12-1584
Jan Aelberts Toll stelt zich borg voor Willem van Suijlen van Nijevelt om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Cornelis Pijnssen vander A.
23-12-1584 Franck Hendricksz bekent voor hem en zijn erfgenamen schuldig te zijn aan Cornelis Jansz van Mechelen 200 gulden. Hij stelt tot onderpand zijn huis met zijn brouwgetouw en toebehoren te Veenendaal, en al zijn inboedel en samoreursschip. 5-1-1585
Jan Aelberts Toll en Evert Evertsz, steenbakker, stellen zich borg om bij faulte van kwade betaling te voldoen het appoinctement van 4-1-1585 tegen Rochus van Dulcken t.b.v. Esajas Reijersz.
17-3-1584
Evert van Netelrooijen x Anna van Setten renuntieert van een lijftocht van het huis Pluerensteijn met een lege hofstede daarachter, eertijds aangekomen van die van Gelre, staande naast het stadhuis en Jan de Keijsers huis, waar Anna van Setten van haar zaliger man Jorden van Eck in gelijftocht is geweest.
22-7-1585
Jan Aelbertsz Toll en Evert Evertsz, burgers van Rhenen, bekennen te betalen 840-8 die Rochus van Dulcken aan Jesaja Reijers, koopman te Antwerpen, als rest van een obligatie van 27-8-1584 moest betalen.
21-2-1586
Aelbert Thonisz stelt zich borg voor Ernst Jansz voor 48 stuivers die Ernst Jansz aan juffr. Elisabeth schuldig is.
14-3-1586
Gerrit van Rhijn stelt zich borg voor Bernt Gosensz van Mulm om het gewijsde te voldoen tussen hem en Elis Gerritsz.
17-3-1586
Walraven Cornelisz en Hendrick Jacobsz snijder bekennen schuldig te zijn aan Oth Jelisz, won. Ommeren, 100 gulden, waarvoor Aelbert Verweij zich borg gesteld heeft.
30-4-1586
Jan Gerritsz op de Weerdt stelt zich borg voor Hendrick van Ewick om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Evert Evertsz.
21-5-1586
Specificatie van de munten bij het convent van Rhenen t.b.v. Maria van Sebeeck, geconsingneerd ter somme van 102 gulden onder Gerrit Vastrick, schepen, berustende.
19-7-1586
Gerrit van Rhijn consenteert als borg voor Bernt Gosensz van Mulm in de conclusie op 14-3-1686 bij Elis Gerritsz tegen Bernt doen nemen om dat binnen 3 weken te voldoen.
8
29-8-1586
Bartholomeus van Bergeijck stelt zich borg voor de erfgenamen van Crijn Hendricksz om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Willem Hendricksz en Peter Jansz.
15-9-1586
Thonis Splintersz constitueert Bergeijck.
15-9-1586
Bartholomeus van Bergeijck als procureur van Frans Lommetsz, contra Franck Hendricksz, beroept zich op het Hof van Utrecht.
16-9-1586
Jonker Cornelis Pijnssen vander A verklaart dat hij uit kracht van een akkoord tussen hem en jonker Willem van Zuijlen van Nijevelt, won. Amersfoort, op 12-1-1586 gemaakt, dat Willem schuldig is 800 gulden te betalen.
1-10-1586
Evert van Netelroije renuntieert van de voorgaande instantie voor Herman Scherpinck tegen Hendrick en Werrebout Benger, mitsgaders Jan Vosch.
3-10-1586
Herman Cornelisz stelt zich borg voor Thijs Hermansz, zijn zoon, om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Anthonis Jansz Toll.
5-10-1586
Hendrick Jacobsz snijder stelt zich borg voor Anthonis Splintersz om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Jan Heij.
6-10-1586
Aelbert Verweij stelt zich borg voor Anthonis Jansz Toll om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Mathijs Hermansz.
15-10-1586 Verweij stelt zich borg voor Hans van Toornhout om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Gerrit Gerritsz van Manwijck. Toornhout constitueert Verweij. 21-10-1586 Jan Goertsz voor zichzelf en zijn vrouw constitueren Verweij om te eisen van de weduwe en boedelhoudster van Sander Jansz inventaris en staat van de goederen die Sander heeft nagelaten en te procederen tot boedelscheiding. 21-10-1586 Jan Aertsz Soet constitueert Verweij. 21-10-1586 Cornelis Neij constitueert Bergeijck. 21-10-1586 De weduwe van Crijn Hendricksz constitueert Verweij. 28-10-1586 Cornelis Willemsz en Sander Jansz, met hun vrouwen, bekennen schuldig te zijn aan jonker Pauwels van Arnhem als gemachtigde van jonker Joseph van Arnhem, zijn vader, en juffrouw Anna van Spuelde, zijn tante, 2500 gulden. Zij stellen als onderpand 20 morgen Culemborgs veen gelegen in de Maanre venen bij Thomas Grammeije de oude van de graaf van Culemborg gepacht. 9-11-1586
Jan Tulman stelt zich borg voor Franck Hendricksz om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Frans Lommetsen.
9
z.j.
[onvolledige akte] Hendrick Hendricksz speldenmaker stelt zich borg voor zijn huis en hof in Veenendaal, waar hij in woont.
Hier beginnen transporten. 18-6-1584
Sander Gijsbertz als oom en momber van Dirck Dircksz, geassisteerd met Andries van Bemmel, weesmeester te Rhenen, mitsgaders Arnt Adriaensz en Jochina Thonisdr, en Willem Jansz x Cunera Adriaensdr, tezamen erfgenamen van Elisabeth Aernt Thoniszdr, transporteren aan Bernier Reijersz hun deel in een huis, schuur, hof en hoof binnen Rhenen daar oostwaarts de erfgenamen van mr. Gerrit Bock, en zijn weduwe, westwaarts Jan de Guliker met de weduwe van Jan van Harn en haar kinderen, zuidwaarts de Lange Herenstraat en noordwaarts de stadswal naast gelegen zijn.
17-11-1584 Margriet Rutgersdr, wed Claes Jansz Schalck, met Gerrit Aertsz, haar gekoren momber in deze zaak, transporteert aan Cornelis Thonisz x Neeltken Claesdr een huis, hof en erf en grond binnen Rhenen, oostwaarts Lijsbet van Harn, zuidwaarts de Herenstraat, westwaarts Dirck Melisz, noordwaarts Jacob Arrisz. De kerk van Rhenen heeft hieruit jaarlijks 30 Philipsstuivers en 4 Vlaamsen groot en 24 stuivers die het Cuneragilde jaarlijks uit dit huis heeft. 23-11-1584 Elisabeth van Harn van Papevelt, wed. Jan van Harn, met haar gekoren voogd Evert Lijster, transporteert aan Jacob Arrisz x Anna Jansdr een huis, hof en hofstede met erf en grond binnen Rhenen, oostwaarts de comparante, zuidwaarts Dirck Melisz, westwaarts de gemene straat, strekkende aan de wal, noordwaarts Willem Goesensz molenaar. 25-11-1584 Peter Cornelisz x Jantken Zaelendr, erfgenamen van Cornelis Petersz, voor henzelf en als momber en namens de onmondige kinderen van Geertruijt Hendrick Cornelisdr en Geertruijdt zijn vrouw transporteren aan Geurt Dircksz Gudders x Hendricksdr een huis, hof en hofstede, erf en grond binnen Rhenen oostwaarts de gemene straat, zuidwaarts Aelbert van Delen, westwaarts Jan Jansz smid, noordwaarts de Herenstraat. Er moeten 16 stuivers jaarlijks worden betaald. 11-12-1584 Jacob Dircksz x Anthonia Thonisdr transporteren aan Jacob Jansz Hespel x Geertruda Adriaensdr een huis staande op de grond van jonker Jan van Renes van Moermont in Veenendaal aan de Stichtse zijde, oostwaarts Heijmen Neijen, zuidwaarts de grift, westwaarts Anthonis Jansz Toll, noordwaarts jonker Cornelis Pijnssen vander A. 11-12-1584 Luitje Cornelis van Grootveltsdr, nagelaten weduwe van Adriaen Heij, met haar zoon Jan Heij, voor henzelf en Luitje als momber over de onmondige kinderen van haar en Cornelis Heij, nl. Anthonis Heij, Roelof Heij en Johanna Heij, mitsgaders Hartger Roelofsz van Essevelt als broer van Willemken Roelofsdr, nagelaten weduwe van Cornelis Heij, 10
momber over deze onmondige kinderen, Jan Goertsz voor zichzelf en als man van Willemken Roelofsdr, en hen sterk makende voor de voornoemde onmondige kinderen, Anna Arien Heijendr, wed. Arien van Brenck, met Jan Heij, haar broer en momber in deze zaak, en Dirck van Brenck als oom en momber over het onmondige kind van Wouter Adriaensz van Brenck, transporteren aan Rijck Gerritsz x Neeltke Gerrit Janszdr een waard genaamd de Gelderse Waard met erf en grond in Rhenen, strekkende van Waijlcuijl tot in de Rijnstroom toe, oostwaarts Wouter van Suilen, zuidwaarts de Rijnstroom, westwaarts Rijck Gerritsz zelf met zijn broer Jan Gerritsz, noordwaarts de Waijcuijl. 30-12-1584 Jan Adriaensz x Marrigje Willemsdr transporteren aan Marrigje Michielsdr, wed. Cornelis Adriaensz, de helft van een huis daar St. Anthonis uithangt, en de helft van een schuur daarachter gelegen, gekomen van Anthonis Pelgrumsz Schram, mitsgaders al het goed daarin en op hun aangeërfd door dode van Cornelis Adriaensz hun broer, waar Hendrick Jacobsz, schipper, oostwaarts en noordwaarts, zuidwaarts de gemene Herenstraat, westwaarts de stadstraat en Anthonis Schram naast gelegen zijn. 6-3-1585
Hendrick Jansz Tauw transporteert aan Pauwels Taets x Geertruijdt Jansdr een halve hof binnen Rhenen in de Visscherstraat waarvan de wederhelft de comparant aan zichzelf behoudt, met conditie dat de heiningmuur tussen Lambert Petersz’ erf en de gehele hof door de comparant en Pauwels beiden onderhouden moet worden. Belendingen: oostwaarts Hendrick Aertsz en Jan van Calcker, zuidwaarts de Visserstraat, westwaarts de comparant zelf en noordwaarts Lambert Petersz. De commanderij van Rhenen heeft hieruit jaarlijks 4 Brabantse stuivers.
30-3-1585
Hendrick Jacobsz x Geertruda Aertsdr transporteren aan Walraven Cornelisz x Janna Hendricksdr een huis, hof en schuur met erf en grond binnen Rhenen daar oostwaarts de Herenstraat, westwaarts het straatje strekkende bezijden de Sleutel, zuidwaarts Cornelis van Eck, kuiper, noordwaarts Gerrit Aertsz. Het Cuneragilde heeft hieruit 2 gulden en het Lentegilde 14 stuivers en Dirck Vonck 6 gulden per jaar.
21-1-1586
Willem van Lienair x Mechtelt van Wijck, mitsgaders Elisabeth van Wijck, met Jochem Stevensz, haar gekoren momber in deze zaak, transporteren aan Alit Aelberts een rentebrief van 150 gulden, waarvan 50 gulden betaald zijn. De brief dateert van 23-10-1578.
1-3-1586
Jan Aelbertsz Toll x Alit Rijcksdr stellen tot speciaal onderpand t.b.v. Cornelis Jansz van Mechelen x Willemken Hendricks, voor de voldoening van de koopcedulle tussen hen opgericht op 23-9-1585 hun huis en hofstede binnen Rhenen, waar zij heden wonen.
10-2-1586
Juffr. Hadewich Lijsters, wed. Rutger de Bruijn, met Bergeijck, haar gekoren momber, stelt als hypotheek mits dezen jffr. Becht van 11
Meerten, wed. Anthonis Buijser, 10 gulden per jaar op zekere 5 morgen land op te Rhenense eng, bepaald oostwaarts en westwaarts de herenweg, zuidwaarts het gasthuis te Rhenen en dr. Lijster, noordwaarts de weduwe van Willem van Harn en het gasthuis. 11-3-1586
Jan Aelbertsz Toll x Alit Rijcksdr bekennen schudlig te zijn aan Jan Vachtelaer 300 gulden. Zij stellen als onderpand hun huis en hofstad binnen Rhenen genaamd Trappenborch.
20-3-1586
Evert Thonisz, metselaar, x Aelbertken transporteren aan Peter Reijersz van Manen x Geertruijdt Evertsdr een huis, hof met erf en grond in de Visserstraat, oostwaarts Jan Evertsz bezembinder, zuidwaarts de stadswal, noordwaarts de Visserstraat en westwaarts Dirck Jansz brouwer.
9-5-1586
Hendrick Aertsz van der Horst lijftocht zijn vrouw Lijs Aerts de Bruijn in het huis te Rhenen waar zij wonen en in alle andere goederen.
27-8-1586
Anthonis Jansz Toll x Janna Cornelisdr hebben gekocht van Aelbert Foeck, burger te Utrecht, al het slijk dat hij gekocht had van jonker Johan vander Does, heer tot Noordwijk, liggende in de Gelderse venen, voor de som van 4000 gulden, waarvoor Jan Aelbertsz Toll en Cornelis Clercq zaliger, hun vaders, zich borg hebben gesteld. Zij transporteren dit slijk nu aan Jan Aelbertsz Toll, hun vader, en de weduwe van Clercq, hun moeder.
5-9-1586
Hendrick van Eck, burgemeester van Rhenen, en Aelbert Verweij, procureur te Rhenen, tonen zekere procuratie bij jonkheren Govaart en Lubbert van Parijs van Zuijdtoort, broers, op hen gepasseerd, en transporteren aan jonkvrouw Mechtelt Keijsers, wed. Hendrick Lijster doctor in de rechten, de erfpachtbrief met de erfpacht van 10 malder goed uit zekere bouwing, hofstede etc te Rhenen bij Rammesteijn bij de venen genaamd Den Sondaert/Soudaert.
20-9-1586
Arien Hendricksz, won. Veenendaal, constitueert Bergeijck om te consenteren in de vestenis op 12-9-1586 bij Oth Elisz, eertijds brouwer in Veenendaal, hem op de rol geëist, te weten uit zijn goederen in Veenendaal.
31-10-1586 Gijsbert Aelbertsz constitueert Verweij. 31-10-1586 Aelbert Elisz stelt zich borg voor Gijsbert Aelbertsz, zijn zoon, om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Gijsbert Claesz. 1586/1587
Joachim Stevensz lijftocht zijn vrouw Hillegont Huijbertsdr in de schuur achter zijn huis en in alle goederen.
21-1-1587
Jan Gerrits Noest lijftocht zijn vrouw Gerritken van Manen in het huis en in de hof daaraan behorende binnen Rhenen en in al hun goederen.
12
3-2-1587
Thijs Aerntsz lijftocht zijn vrouw Jenneke Jansdr in al hun goederen. En ook in de pacht van een akker hopland dat hij van Anthonis Cornelisz in pacht heeft, gelegen te Heusen en een halve hof te Aalst dat hem aanbestorven is van Cornelis van Lienden, zijn oom.
Hier beginnen de procuraties. 10-5-1586
Johan Ruijs constitueert Bergeijck.
27-9-1586
Egbert Jansz constitueert Bergeijck.
9-10-1586
Diederick van Bloijs van Treslong, commandeur te Rhenen, constitueert Bartholomeus van Bergeijck, procureur, om zijn schulden te vorderen.
13-10-1586 Elsken Hendricksdr van Breukelen constitueert Bergeijck om te ontvangen van Aelbert Goertsz van Ommeren 30 gulden volgens akte van 1-9-1586. 17-10-1586 Mathijs Roelofsz constitueert Bergeijck. 28-10-1586 Anthonis de metselaar constitueert Bergeijck. 30-11-1586 Hadewich van Harn, wed. mr. Wouter Suurmont, voor zichzelf en als tutrix van haar onmondige kinderen verwekt bij Wouter, constitueert Aelbert Verweij om te transporteren te Arnhem 20 morgen land met huis, hof en hofstad in de Marsche, genaamd de Kleine Elsweerd, en Balthazar van Weeze door de dood van zijn vader Olivier van Weeze aangeërfd zijn, en Balthazar van Weeze met Dirck van Hattem als vader en voogd van Olifier van Hattem gedeeld en gekocht heeft. 17-1-1587
Luit Stevensdr, wed Thonis Hendrickz, constitueert Verweij.
23-1-1587
Anthonis Jansz Toll x Janna Cornelisdr constitueren Rochus van Hardicxvelt, procureur voor het Hof van Utrecht, om te transporteren en te goede te houden Johan Aelbertsz Toll huis, hof, schuur en getimmer met de verbetering van de erfpacht in Veenendaal, oostwaarts de erfgenamen van jonker van Renes van Moermont, zuidwaarts de grift, westwaarts Aelbert de kuiper en noordwaarts Cornelis Pijnssen vander Aa.
24-1-1587
Gerrit van Rhijn constitueert Arien Roelofsz, won. Rhenen, om te vorderen…1
28-1-1587
Gerrit Arrisz, won. Veenendaal, constitueert Peter Trompet, burger van Utrecht, om te transporteren aan Jasper Jansz van Ingen, won. Veenendaal, huis, hof en getimmer met de verbetering van de erfpacht in Veenendaal, oostwaarts de grift, zuidwaarts de comparant zelf,
1
Deze akte is niet verder afgemaakt.
13
westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts Engel Jansz van Amerongen. 5-2-1587
Herbert Jansz constitueert Bartholomeus van Bergeijck.
7-3-1587
Gerrit van Manen constitueert Bartholomeus van Bergeijck.
9-3-1587
Bartholomeus van Eck constitueert Verweij, Bergeijck en Johan Toll.
11-3-1587
Maria Jansdr, wed. Jan Gerritsz schipper, constitueert Bergeijck, Rochus van Hardicxvelt en Peters van Santen, procureurs voor het Hof van Utrecht.
13-3-1587
Anthonis van Dijck constitueert Bergeijck om te bekennen schuldig te zijn aan Thonis Cornelisz 40 gulden.
19-3-1587
Jan Gerritsz Noest, boedelhouder van Gerritgen van Manen, constitueert Bergeijck.
19-3-1587
Herman Verstraten als gemachtigde van Johan Heijndall, medeerfgenaam van Evert Heijndall, die gemachtigd was van de andere erfgenamen van Evert, substitueert Aelbert Verweij.
Hier beginnen de willekeuren. 18-6-1584
Bernier Reijersz bekent schuldig te zijn aan Dirck Dircksz 132-0-2 wegens koop van een huis, schuur, hof en hofstede te Rhenen. Op 305-1586 heeft Barnier Reijersz hierop betaald aan Sander Gijsbertsz als momber over de onmondige kinderen van Dirck Dircksz en heeft voor het restant een nieuwe akte laten oprichten.
4-7-1584
Peter Denisz van Culemborg bekent schuldig te zijn aan de onmondige kinderen van Pons Bertsz 100 keizersguldens. Op [datum niet ingevuld] bekent Gijsbert Ponsz uit handen van Peter Denisz van Culemborg als borg voor Claes Petersz van Wijck vanwege de onmondige kinderen van Pons Bartsz ontvangen te hebben 100 gulden.
21-8-1584
Franck Hendricksz, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Peter Jansz Visscher x Grietken Aelbertsdr 60 keizersguldens min 5 stuivers. Hij stelt zijn schip als onderpand.
z.j.
[onvolledige akte] Gijsbert Aelbertsz van Wageningen bekent schuldig te zijn 100 keizersguldens…
19-10-1584 Aernt Meijnartsoen bekent schuldig te zijn aan Jan Anthonisz 133-7. Hiervan moet hij 40 gulden betalen zodra hij aan Reijnier Vereem zijn turf geleverd heeft. 22-10-1584 Jan Aelbertsz Toll bekent schuldig te zijn aan Cornelis Thonisz Buddinck 10 gulden wegens levering van twee hoed zaad. 14
13-11-1584 Willem Lubbertsz Slamp bekent schuldig te zijn aan Adriaen Petersz van Heusden en Cornelis Hendricksz alias Fuijck, aan handen van Jan Jacobsz alias Snoek, 57 gulden volgens waterbrief die Cornelis Cornelisz van Holland t.b.v. Thonis Danen heeft getransporteerd. 21-11-1584 Goesen Thonisz, schipper van Culemborg, bekent schuldig te zijn aan Gijsbert Gerrit Joestensz, won. Veenendaal, 99 gulden wegens levering van turf. 26-11-1584 Geurt Ros x Maria Cornelisdr bekennen schuldig te zijn aan Jan Thonisz Vos, won. Veenendaal, 56 gulden, aan welke zij bekennen verkocht te hebben aan Jan Thonisz 1600 tonnen heerbrandts of bastaard heerbrands turf. 30-12-1584 Marrigje Michielsdr, met Andries van Bemmel, haar gekoren voogd in deze zaak, bekent schuldig te zijn aan Jan Adriaensz x Marrigje Willemsdr 470 gulden als rest van koop van een huis en hofstede met toebehoren, heden aan haar getransporteerd. 25-3-1585
Geurt Jacobsz Ros x Maria Cornelisdr, won. Veenendaal, bekennen verkocht te hebben aan Claes Danielsz van Culemborg x Ael Jansdr 2000 tonnen heerbrands, die Geurt Jacobsz van Jan Aelbertsz Toll heeft gekocht.
3-4-1585
Dirck Jansz van Oudekerck x Anthonia Stevensdr bekennen schuldig te zijn aan Gerrit Lijster Willemsz 54 gulden wegens levering van garen.
9-5-1585
Franck Hendricksz, won. Veenendaal, belooft Hendrick Jacobsz te betalen 13 gulden.
30-4-1585
Frans van Lommetsen transporteert aan zijn dochter Elisabeth alle actie die hij heeft tegen Franck Hendricksz, schipper in Veenendaal, bedragende 54 gulden.
23-7-1585
Aert Meijersz, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Jan Thonisz 133 gulden. Hij stelt als onderpand zijn huis en inboedel.
12-8-1585
Jan Gerritsz, schipper, x Maria Jansdr, bekennen schuldig te zijn aan Gijsbert Jansz Hespel x Maria Aelbertsdr 375 gulden. Zij stellen als onderpand hun huis, hof en hofstad, daar oostwaarts Jan Mom, westwaarts de Kruisstraat, zuidwaarts de erfgenamen van Cunera van N.N., noordwaarts de Lange Herenstraat.
26-9-1585
Jacob Arrisz alias Mobsis bekent schuldig te zijn aan Margaretha Dircksdr, wed. Dirck Claesz, 38-10 wegens geleende penningen. Hij stelt als onderpand zijn huis te Rhenen. Op 9-5-1591 betaalt hij een deel af.
26-9-1585
Jan Brantsz bekent schuldig te zijn aan Rijck Herbertsz 100 gulden wegens koop van een hofstede te Rhenen, daar oostwaarts de 15
herenstraat strekkende naar de wal, westwaarts en zuidwaarts de comparant zelf en noordwaarts Jan Crauwel. 25-10-1585 Jan Tulman gecondemneerde en opposant tegen Jan de metselaar c.s., consigneert 23-4-8. 25-10-1585 Anthonis Cornelisz stelt zich borg voor Dirck Jerephaesz van Wijck, Jan Jansz en Jacob Aertsz beroerende het bovenstaande appel bij Jan Tulman heden doen aantekenen. 25-10-1585 Hendrick Aelbertsz stelt zich borg voor de waarde van de turf die Jacob Martensz heeft ingeladen. 25-10-1585 Aelbert Verweij uit kracht van procuratie van Cornelis Aelbertsz stelt de goederen van Cornelis te borg voor de waarde van 300 tonnen turf, tegenwoordig bij Cleijn Dircksz ingeladen. 8-11-1585
Johan Aelbertsz Mom en Dirck Jansz Quint, beide won. Rhenen, stellen zich borg voor Aelbert Verweij om aan Frans Both als ontvanger vanwege de Staten van Utrecht te betalen 300 gulden.
1585/1586
Maria Jansdr constitueert Verweij om te bekennen de schuld die Evert Evertsz op Jan Gerritsz heeft en ten achteren is.
1585/1586
Alidt Robbertsdr, wed. Cornelis Gerritsz Clerck, bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz Toll 362-10 wegens levering van 13 roeden veen gelegen in Cappellenlot, bepaald oostwaarts dr. Lijster, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Herman Scherpinck en noordwaarts de grift.
17-1-1586
Walraven Cornelisz x Janna Hendricksdr bekennen schuldig te zijn aan Michiel Willemsz 44 gulden wegens geleende gelden. Op 4-9-1686 heeft Maria Dircksdr, Oth Michielsz huisvrouw, en zoon van Michiel Willemsz, bekend deze som ontvangen te hebben van Walraven Cornelisz.
21-1-1586
Jan Jansz Crauwel bekent schuldig te zijn aan Alidt Aelberts 100 gulden wegens geleende penningen.
24-1-1586
Jan de Keijser bekent schuldig te zijn aan Gerrit van Hees x Helmich van Eck 318 gulden. Hij stelt als onderpand een stuk veen gekomen van de heren van St. Pieter te Utrecht.
26-1-1586
Walraven Cornelisz x Janna Hendricksdr bekennen schuldig te zijn aan Jan Jansz Crauwel 61 gulden. Op 30-1-1587 is dit afgelost.
26-1-1586
Jan Brantsz bekent schuldig te zijn aan Jan Jansz Crauwell 72 gulden.
26-2-1586
Mr. Adriaen van Stoutenburg M.D. bekent schuldig te zijn aan Gerrit van Essevelt 580-5. Hij stelt als onderpand zekere landen genaamd de Herspe.
16
25-5-1586
Reijer Jansz x Adriana bekennen schuldig te zijn aan Aert Holl x Cornelia Lam 12 gulden per jaar. Zij stellen als onderpand een huis, hof met erf en grond binnen Rhenen daar oostwaarts het straatje strekkende naar de wal, zuidwaarts de Lange Herenstraat, westwaarts Jan Martensz Tulman en noordwaarts Jan Errisz.
30-5-1586
Banier Reijersz bekent schuldig te zijn aan Dirck Dircksz 87-14-12 wegens de levering van een huis.
23-5-1586
Jan Aertsz Soet met als borgen Aelbert Goertsz van Ommeren en Adriaen Helmertsz bekennen schuldig te zijn aan Gerrit van Hees 50 guldens wegens geleende penningen bij Jan Alertsz Soet overgezet op Agniet Jansdr en door Agniet en Gosen Alertsz van Hees overgezet en getransporteerd op Gerrit van Hees, herkomende oorspronkelijk van koop van een huis en hofstede waar Jan Aertsz Soet tegenwoordig in woont en gekocht heeft.
10-6-1586
Rijck Herbertsz heeft verkocht aan Gerrit van Rhijn een stuk erf met de grond strekkende van de straat af twee voeten voorbij het eerste pijlertje, staande in Jan Aelbertsz muur en zo voort van de hoek van Gerrit van Rhijns schuur tot op de hoek van Gerrit Aertsz Leikuiper, die Rijck Herbertsz vanouds gebruikt heeft, daar noordwestwaarts de gemene straat strekkende naar de stadswal, noordoostwaarts Jan Toll, zuidoostwaarts de looikuipers en zuidwestwaarts Herman Scherpinck.
13-8-1586
Walraven Cornelisz Ringell en Hendrick Jacobsz snijder bekennen schuldig te zijn aan Willem Hendricksz olieslager 75 gulden. Op 5-111592 is dit afgelost.
1-9-1586
Aelbert Goertsz van Ommeren bekent volgens verdrag tussen hem en Diederick van Bloijs van Treslong, commandeur, schuldig te zijn aan Elsken Hendricksdr van Breukelen, dienstmaagd van de commandeur, 50 gulden.
12-9-1586
Cornelis Hendricksz Stip bekent schuldig te zijn aan Herman Scherpinck als gemachtigde van Joachim van Huemen 145-9-6 wegens landpacht. Hij verbindt hieraan zijn huis en hofstede binnen Rhenen in de Visserstraat, en zijn bouwland in de Remmerse eng, gekomen van Jan Mom, in verscheidene percelen gelegen, en zijn goederen.
20-10-1586 Hendrickske, wed. Hendrick Jansz, bekent schuldig te zijn aan Mechtelt Keijser, wed. mr. Hendrick Lijster, 53-6 min een oort wegens afrekening van 20-11-1585, in bijzijn van Cornelis Otten, haar zwager, en Weijntgen, huisvrouw van Willem IJsbrantsz, van alle pachten van het weiland op Cappellenveen. 21-10-1586 Jonker Willem van Suijlen van Nijevelt stelt tot hypotheek van 400 gulden die hem competeren van Cornelis Pijnssen vander A, waarvoor Jan Aelbertsz borg geworden is. 17
29-11-1586 Jan Vosch van Avesaet voor zichzelf en namens Hendrick Vosch, zijn neef, bekennen schuldig te zijn aan Bartholomeus van Eck 100 gulden, die Bartholomeus van Eck bij zaliger juffr. Helmich van Eck, zijn moeie, bij codicil uit de bouwing te Achterberg, die Dirck Arrisz nu in huur heeft, heeft gegeven. Op 12-3-1587 is deze schuld afgelost. 4-1-1587
Jan Brantsz x Johanna Ariensdr bekennen schuldig te zijn wegens koop van rogge aan Hadewich van Harn, wed. mr. Wouter Zuurmond, 92-4½. Zij stellen als onderpand 2 morgen land in de Nude gemeen met Wouter Hendricksz Coster, genaamd de Lange Akkers.
30-1-1587
Walraven Cornelisz bekent schuldig te zijn aan Rutger Jansz als medeerfgenaam van Lijs van Meerten, en zich sterk makende voor de andere erfgenamen 48-8 wegens drie obligaties van 20-2-1583, 16-7-1584 en 20-11-1584. Op 1-5-1590 is dit afgelost.
4-9-1587
Rutger Jansz bekent van Walraven ontvangen te hebben 9 gulden.
26-9-1588
heeft Walraven aan Joost Jansz als man van zijn vrouw 3 gulden betaald.
13-3-1587
Herman Cornelisz de Veer x Bartruijt Jerephaesdr bekennen schuldig te zijn aan Hadewich van Harn, wed. Wouter Zuurmond 202½ gulden wegens geleende penningen. Zij stellen als onderpand hun huis en schuur binnen Rhenen daar oostwaarts en noordwaarts de gemene herenstraten, zuidwaarts het convent binnen Rhenen en westwaarts Alerken Borren naast gelegen zijn.
18-3-1587
Hendrick Jacobsz bekent schuldig te zijn aan Herman Verstraten als gemachtigde van de erfgenamen van Evert Hendricksz, won. Doesburg, 110 gulden. Borgen: Walraven Cornelisz x Janna Hendricksdr.
28-3-1587
Goert Aelbertsz van Ommeren voor zichzelf, Jan Aertsz Soet voor zichzelf en zijn vrouw, Arien Helmertsz idem, allen erfgenamen van zaliger Aelbert Goertsz van Ommeren, en namens de andere erfgenamen van Aelbert, bekennen schuldig te zijn aan heer Diederick van Bloijs van Treslongh, commandeur te Rhenen, 20 gulden als rest van 110 gulden in date 1-9-1586.
21-4-1586
Aritken Rijcksdr, ziek te bed liggende, verklaart dat zij met Jan Hendricksz Waeienvanger, haar stiefvader, geaccordeerd is over de goederen van haar moeder. Zij zal hebben een kist met alle kleren en linnenwerk van haar moeder.
15-10-1584 Cornelis Adriaensz, waard in St. Anthonis, testeert op zijn broer Jan Adriaensz. Jan moet uitreiken aan Cornelis Dircksz, zijn halfbroerszoon, 40 gulden en aan Adriana en Anna Dircksdr, zusters van Cornelis, 32 gulden ieder, en aan Anna Sebastiaensdr 32 gulden. 18
21-2-1586
Juffr. Helmich van Eck, huisvrouw van Gerrit van Hees, ziek te bed liggende, prelegateert op Bartholomeus van Eck, haar broerszoon, 100 gulden uit haar goed gelegen te Achterberg, waar Dirck Arrisz nu pachter van is.
30-8-1586
Cornelis Hendricksz Stip bekent schuldig te zijn aan Aelbert Verweij 100 gulden wegens berekend geld. Hij stelt als onderpand zijn huis en hofstede in de Visserstraat en zijn bouwlanden in de Remmertse Eng, gekomen van Jan Mom, in verscheiden percelen gelegen, en zijn inboedel.
7-8-1586
Arien Petersz, ziek te bed liggende, mitsgaders Aritken Walendochter, zijn huisvrouw, testeren. Jelis Adriaensz, hun beider zoon, zal hebben het huis met erf en grond in de Kruisstraat, waar zij nu in wonen, wezende tijnsgoed van de Staten van Utrecht. Hij moet daarom 60 gulden in de boedel brengen, voor welk bedrag zij dit huis hebben gekocht. Daartegen Alertken Adriaens, hun beider dochter, zal hebben de schuur met erf en grond in de Gasthuisstraat, bepaald oostwaarts Jan Jansz wever, zuidwaarts en westwaarts Gerrit Loot en noordwaarts de Gasthuisstraat. Verder lijftocht Arien zijn vrouw in al zijn goederen.
14-12-1586 Anthonis Lambertsz van Kesteren, ziek te bed liggende, prelegateert aan Willemken Bardt Crauwelsdr, zijn moeie, 30 gulden. 17-3-1587
Petronella Anthonisdr, wed. Ulrich Hermansz, prelegateert aan Meecken, dochter van Theus Lijster, haar zoon, alle huisraad. En dat tot een recompensie dat zij bij haar comparant gediend en gewoond heeft.
19