_________________________________ STACCATO _________________________________ Nieuwsbrief voor de elektriciteitsbedrijven in Nederland over CO2-verwijdering, -transport en -opslag Nummer 3, december 2005
Inhoud Eerste Nationaal Symposium “Schoon Fossiel voor Nederland” ___ SESEM-CTF Conferentie ”Clean Pathways for Fossil Fuels”
___ Carbon Sequestration Leadership Forum ___ CO2-vrije elektriciteitsopwekking door de NAM
___ ’s Werelds eerste schoon fossiel centrale gecombineerd met EOR ___ Demo 5MW CES-system
___ IGCC (à la Buggenum) met CO2-verwijdering in Australië ___ Workshop ___ Tachtig miljoen voor opslag CO2 ___ Agenda Seminars/conferenties 1
_________________________________________________________________________
Eerste Nationaal Symposium “Schoon Fossiel voor Nederland” Den Haag, 24 november 2005 Het Nationaal Symposium “Schoon Fossiel voor Nederland”, georganiseerd door SenterNovem en CATO in het Museon in Den Haag, was met bijna 200 deelnemers druk bezocht en zeer geslaagd te noemen. Dat ongeveer eenderde van de deelnemers uit de industrie afkomstig was geeft aan, dat CO2-verwijdering en –opslag (CCS) niet langer een puur academische aangelegenheid is, maar intussen als een volwassen optie voor de reductie van de CO2-emissies wordt gezien. Hoewel aanvankelijk niet de bedoeling is uiteindelijk gekozen voor een brede scope van het symposium vertelde dagvoorzitter Jef Pleumakers, directeur van SenterNovem. “De realiteit haalde onze plannen in, er staat veel op stapel”. Zo werd o.a. gerefereerd aan de te bouwen NUON centrale van 1200 MW, waarbij CO2-verwijdering wordt overwogen. Het doel was daarom niet alleen sensibilisering, maar vooral ook het voorlichten van de stakeholders over de mogelijkheden en knelpunten van CCS. Staatssecretaris Pieter van Geel benadrukte nog eens dat de toenemende belangstelling voor CCS niet ten koste mag gaan van de twee andere pijlers van het klimaatbeleid, energiebesparing en duurzame energie. Volgens van Geel was tijdens de voorbereidingen van de klimaatconferentie in Montreal (eind nov. 2005) iedereen het over één punt eens; CCS is een belangrijk element voor de aanpak van de klimaatproblematiek. Ook de VROMraad en de Energie-raad vragen meer aandacht voor CCS als overbrugging naar grootschalige implementatie van duurzame energie. Nieuwe installaties zouden minstens “CCS-ready” moeten zijn. Van Geel vertelde dat CCS nu ook als reservemaatregel is opgenomen om de Kyoto-doelstellingen te halen en er een MEP-regeling voor CCS in de maak is (rond 2007-2008 beschikbaar). CCS is in het Europese CO2 handelssysteem nog niet sluitend geregeld. Dit remt de investeringen, aldus van Geel. De off-shore CO2-opslag dient ook nog internationaal te worden geregeld. Voor de korte termijn vindt van Geel het belangrijk aandacht te schenken aan de nazorg van lege gas- en olie-velden, zodat deze zonder veel extra kosten voor CCS beschikbaar blijven. Hij besluit zijn lezing met de opmerking dat CCS kansen biedt voor nieuwe business en een beter milieu. IPCC heeft een “Special Report on Carbon Dioxide Capture and Storage” gemaakt. Bert Metz, co-voorzitter IPCC WG III on Mitigation, gaf aan dat dit rapport een overzicht geeft van de technisch wetenschappelijk verantwoorde informatie. Het is gereviewd door vele experts (o.a. van KEMA) en goedgekeurd door regeringen van ca 120 landen. Metz noemt enkele punten uit het rapport: - volgens de meeste scenario’s neemt de rol van CCS in de loop van deze eeuw toe 2
-
de benodigde prijs voor CCS is 25-30 US$/t CO2 de (milieu)risico’s tijdens transport zijn vergelijkbaar of lager dan bij gasleidingen onder de voorwaarden van zorgvuldige locatiekeuze, een monitoringsprogramma, een juridisch raamwerk en methodes om lekkages te stoppen, zijn de risico’s bij ondergrondse opslag vergelijkbaar met huidige ondergrondse activiteiten als gasopslag en EOR. Bert Metz verwachtte dat het rapport in december uit zou komen. De summary for Policymakers en het hele rapport is beschikbaar op www.ipcc.ch. Wim Turkenburg (Universiteit Utrecht) gaf in vogelvlucht de state-of-the-art van CCS. Behalve het presenteren van de gebruikelijke kentallen over de CO2verwijderingstechnologie, CO2-transport en CO2-opslag, citeerde hij uit het IPCC Special Report o.a. dat: Energy and economic models indicate that the major CCS system’s contribution to climate change mitigation would come from deployment in the electricity sector. Wat gebeurt er in Nederland op gebied van Schoon Fossiel? Bert Stuij, manager energiestrategie en transitie, schetste in het kort de historie en gaf een overzicht van de huidige en op stapel staande projecten. Hij noemde de huidige 3 projecten (1. het demonstratie project “K-12” door Gaz de France, 2. hergebruik CO2 in OCAP en 3. participatie in het ECBM praktijkexperiment in Polen) een voorzichtig begin. Er wordt echter serieus gewerkt aan nieuwe projecten zoals bijvoorbeeld een nulemissiecentrale op een klein gasveld (Drachten, elders) en CO2 afvangst bij bestaande en bij een nieuw te bouwen kolencentrale. Nederland speelt een rol van betekenis in internationale forums en onderzoeksprogramma’s. Over de toekomst van Schoon Fossiel in Nederland zegt Stuij: ”Het kan vriezen, het kan dooien”. Positieve punten zijn volgens hem: - schoon fossiel is daadwerkelijke bouwsteen in Nederlands energie- en klimaatbeleid. Condities worden breed verbeterd - Portfolio van projecten op middellange termijn - CO2-opslag als deel van ”abondoneringsstrategie“ van gasvelden - Internationaal aansprekende kennispositie. Als negatieve punten noemt hij: - projecten komen niet van de grond; economisch niet aantrekkelijk te maken voor investeerders (visiegroep moet helder krijgen onder welke condities dit wel lukt) - schoon fossiel in energie/klimaatbeleid blijft bij “goede woorden” - relatieve kennispositie erodeert, buitenland ontwikkelt zich sneller - lege gasvelden worden ingesloten, we zijn “te laat”. Sinds de jaren negentig is er zowel in Nederland als binnen de EU veel aandacht voor de risico’s en veiligheid van CO2-opslag. Mart van Bracht, directeur TNO Bouw en Ondergrond, 3
behandelt in zijn presentatie de kenmerken en risico’s van ondergrondse opslag. In herhaalde cycli van monitoren, verkleinen en evalueren zijn de risico’s volgens hem in zekere zin beheersbaar. Voor de identificatie en evaluatie van mogelijke risicofactoren zijn procedures ontwikkeld. Verder (NL, EU) onderzoek naar de veiligheid van CO2-opslag is gaande en verbreed naar de VS, Canada, Australië en Japan. Vanuit de zaal werd opgemerkt dat we het publiek niet meer zekerheden moeten aanpraten dan nu daadwerkelijk onderbouwd kan worden. Als alle technici zeggen dat het helemaal veilig is, zal dit weerstand oproepen bij het publiek. De publieke perceptie kan een struikelblok vormen voor grootschalige implementatie van CCS. Erik Lysen, Algemeen directeur UCE en programmaleider CATO, vertelde over de zogenaamde Information Choice Questionnaire (ICQ), waarbij geënquêteerden hun mening geven nadat ze evenwichtige informatie over de toepssing van CCS hebben gekregen. Door het vooraf zorgvuldig aanreiken van informatie zijn de resultaten van de enquêtes veel betrouwbaarder dan van traditionele enquêtes. Uit de resultaten van onderzoek uitgevoerd door de Universiteit van Leiden, waarbij ca. 1000 geënquêteerden een oordeel konden geven over zes opties voor CCS technieken, blijkt de score gemiddeld tussen de 6 en 6,5 te liggen. (Meer hierover in de volgende STACCATO, wanneer de eindrapportage is afgerond.) Voor milieubewegingen is CCS een dilemma omdat het enerzijds een “end of pipe” oplossing is met risico’s en anderzijds mogelijkheden biedt het klimaatprobleem aan te pakken en de voorkeur heeft boven kernenergie. Volgens Lysen is het draagvlak optimaal te houden door: - publiek goed en eerlijk te informeren - wetgeving, monitoring en risico’s goed te regelen - uitzicht te bieden op “de vervuiler betaalt” - ervoor te zorgen dat energiebesparing en implementatie duurzame energie onverminderd doorgaan. Tijdens het afsluitende “Socratisch debat” met het thema “Schoon Fossiel: kansen en dilemma’s”, konden de vijf panelleden (Roelof Platenkamp, dir. NAM; Hans Altevogt, Greenpeace; Ludo van Halderen, NUON; Pieter Boot, DG Energie; Kees van der Klein, adj. dir. ECN) en alle mensen in de zaal digitaal hun mening geven over een aantal vragen. De uitslagen waren over het algemeen in het voordeel van CCS. De presentaties van het symposium zijn vooralsnog te vinden op www.symposium.co2cato.nl. De resultaten van de enquête tijdens het ”socratisch debat” en de ingeleverde enquêtes na afloop van het symposium zullen na verloop van tijd wellicht op de CATOwebsite (www.CO2-cato.nl) beschikbaar komen.
4
_________________________________________________________________________ SESEM-CTF Conferentie ”Clean Pathways for Fossil Fuels” SESEM-CFT is een EU-project waarin wordt samengewerkt met het PowerClean Network. Het doel van het project is een platform te verschaffen voor het bevorderen van de communicatie tussen de Europese Commissie, Industrie en de wetenschap.
Op 1-2 december, 2005 is in Brussel de SESEM-CTF Conferentie gehouden met het thema "The Post Kyoto Engagement”. Voorafgaand aan de conferentie is de aftrap gegeven voor het ”Technology Platform on Zero Emission Fossil Fuel Power Plants”. In juni is de Advisory Council samengesteld met leden uit de industrie, onderzoekers en NGO’s vanuit heel Europa. De visie van deze raad is gepresenteerd. Op de aansluitende SESEM-CTF conferentie zijn de Kyotoverplichtingen aan de orde gekomen en is aandacht besteed aan de behoefte aan R&D en demo’s voor CCS technologieen na 2012 (post Kyoto). Voor meer informatie zie: www.sesemcft.com en www.powercleannet.net. Presentaties van de conferentie komen na verloop van tijd beschikbaar op de EU website: http://europa.eu.int/comm/research/energy/index_en.htm
_________________________________________________________________________
Carbon Sequestration Leadership Forum (overgenomen uit VGB-newsletter okt.) Op 29 september 2005 heeft in Potsdam (Duitsland) de "1st International Workshop on CSLF (Carbon Sequestration Leadership Forum) projects" plaatsgevonden. Er is gesproken over lopende onderzoeksprojecten op gebied van CCS (zoals bijvoorbeeld ENCAP, CASTOR, CO2STORE, CO2Sink, CO2GeoNet enz.). Verder kwamen nieuwe technologische ontwikkelingen aan bod waaronder membranen voor CO2-afscheiding en micro-gasturbines voor CO2. De presentaties zijn beschikbaar op de CSLF Website: http://www.cslforum.org/presentations.htm
__________________________________________________________________________ CO2-vrije elektriciteitsopwekking door de NAM De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wil elektriciteit opwekken uit aardgas en het vrijkomende CO2 terugpompen in lege gasvelden. Nederland telt zeventig kleine gasvelden die binnen twintig jaar uitgeput zullen zijn. (Nu al zijn er kleine lege gasveldjes beschikbaar, 5
maar de komende 5-10 jaren komen er meer (Platenkamp, NAM)). De NAM onderzoekt of op tien van die velden kleine energiecentrales kunnen worden gebouwd. Mogelijk kan dit ook kansen bieden voor gasveldjes die op dit moment onrendabel zijn. Die zouden het gewonnen aardgas direct moeten verbranden, omzetten in elektriciteit en de CO2 die vrijkomt terugpompen in de grond. Volgens de NAM is CO2-opslag in gasvelden technisch mogelijk en volledig veilig. __________________________________________________________________________
’s Werelds eerste schoon fossiel centrale gecombineerd met EOR BP, ConocoPhilips, Shell en Scottish and Southern Energy (SSE) hebben aangekondigd opdracht te geven voor de engineering van een centrale van 350 MW met CO2-verwijdering. Er wordt gebruik gemaakt van bewezen technieken. Het is de bedoeling om aardgas in een stoomreformer om te zetten in CO2 en waterstof. Met de waterstof wordt een 350 MW gasturbine gestookt, de afgescheiden CO2 (ca. 90%) wordt na compressie via een bestaande leiding naar het Miller olieveld op de Noordzee gepompt voor EOR (enhanched oil recovery). De bestaande centrale van SSE in Peterhead dient hiervoor grondig verbouwd te worden. Een voor-haalbaarheidsstudie is reeds afgerond. Als na een meer gedetailleerde studie de financiële haalbaar wordt bevestigd (medio 2006), zal vervolgens de investeringsbeslissing worden genomen om de centrale in 2009 operationeel te hebben. Voor meer informatie: David Nicholas, BP Press Office, tel +44 20 7496 4708.
6
__________________________________________________________________________ Demo 5MW CES-system Sinds maart van dit jaar heeft een nieuwe demo-versie van de gas generator van het CESsystem meer dan 700 uur succesvol ”gedraaid”. In dit systeem wordt aardgas met pure zuurstof verbrand. Het komende anderhalf jaar zullen verdere duurtesten worden uitgevoerd en zal worden gewerkt aan de integratie van een gasturbine. Verdere ontwikkeling van de gasturbine is nodig voor bedrijf bij hogere temperaturen voor een hoger rendement. De eerste commerciële projecten (ca. 50 MW) zijn in ontwikkeling. Deze activiteiten zijn met name gericht op California en Europa. Voor meer informatie: Keith Pronske, CES; e-mail
[email protected]
__________________________________________________________________________ IGCC (a la Buggenum) met CO2-verwijdering in Australië De staat Queensland in Australië claimt de koppositie in de ontwikkeling van “clean coal” indien de plannen van Stanwell Corp. voor de bouw van een IGCC centrale (à la Buggenum) met CO2-verwijdering doorgaan. Er wordt daarbij samenwerking gezocht met het US$ 1 billion FutureGen programma in de VS. Via kolenvergassing moet waterstof worden geproduceerd die als brandstof voor elektriciteitsopwekking zal dienen. De haalbaarheidsstudie die in samenwerking met Shell wordt uitgevoerd, zou volgens planning in oktober 2005 afgerond moeten zijn. De uitkomst ervan was echter ten tijde van het opstellen van deze nieuwsbrief nog niet gepubliceerd. 7
__________________________________________________________________________ CATO-Workshop (samenvatting Pierre Ploumen) Presentaties Op 8 september is door KEMA (Pierre Ploumen) in het kader van de TSA een CATOworkshop en brainstormsessie georganiseerd. Na een korte inleiding door Nanno Bolt heeft Paul Feron (TNO) het perspectief van CO2 Capture and Storage geschetst. Opmerkingen tijdens deze presentatie waren o.a.: • CLCS ondergebracht in categorie denitrifictie A2. • 2010 WW: geen grootschalige CCS bouwen, wel retrofit opties inbouwen. Vergelijk project Vattenfall met plannen coolwater met start 70er jaren, ook voor CO2 technologie realistisch tijdspad schetsen. • Buggenum was in Sep-tijdperk, nu heel andere situatie met concurrentie • Fluor Daniel geeft zo offerte CO2 afvangst rookgas (400 MWe systeem). Al 15 jaar ervaring, grootste eenheid 1000 ton/dag (1/3 schaal 400 MW eenheid). • 1 Mton jaar CO2 afvangst nu haalbaar (aardgascentrale). Bij kolen is dit anders. Schaalgrootte kolen vs. gas • CO2 compressor buiten hek houden. “De Baseline study electricity production processes” die door KEMA in het kader van CATO is uitgevoerd is gepresenteerd door Pierre Ploumen. Er waren vele vragen, een selectie: −
Zijn er andere stoomvoorzieningopties, bijvoorbeeld via aparte WKK, wat is de meest efficiënte weg? Ploumen geeft aan dat zeer veel stoom nodig is. Dit betekent dan heel veel WK-vermogen.
−
Waarom CO2 zuivering zo hoog? Dit is het resultaat van de stripper. Hier liggen niet direct besparingen.
−
Hoe hoog zijn de transportkosten van CO2? Deze zijn relatief laag vanwege vloeistoftransport. De meeste energie gaat zitten in het compressieproces naar 110 bar.
−
Kijkt CATO ook naar oxy-fuel? Primair is CATO gericht op post combustion capture; PF: er loopt ook het programma ENCAP. Dit programma beschouwt meer pre-combustion en oxy-fuel.
−
Is een ketel retrofit met oxy-fuel mogelijk? Dit is nu moeilijk aan te geven. Uit huidig onderzoek blijkt dat warmteoverdracht in de ketel verandert. Als eerste design voor nieuwe ketel is uitgewerkt dan kan een inschatting gemaakt worden van de haalbaarheid van retrofit met oxy-fuel.
−
Biedt het toepassen van parallelle straten voordelen: consequentie is dat het systeem meer ruimte in beslag neemt en duurder wordt, veel meer verbindingen en regelingen.
−
Kan de afleveringsdruk van CO2 niet lager? Pijn zit voornamelijk in de gascompressie van CO2 tot circa 50 bar. Het traject daarna kost minder energie.
−
Druk in put is hydrologisch bepaald (NAM kan hier meer over zeggen). 8
−
Kunnen de verwijderingprocessen CO2 en SO2 gecombineerd worden? Ja, het proces met de naam CANSOLV past de combinatie toe. De schaalgrootte van het CANSOLV is voor SO2 afvangst nog beperkt. Er zijn twee referenties, waarvan niet bij kolengestookte eenheden. In combinatie met CO2 afscheiding is het proces op pilot schaal.
−
Wat zijn de verwijderingkosten als functie van het CO2 verwijderingrendement? Hier worden binnen CATO sommetjes over gemaakt. Volgens Assink geeft Fluor aan dat het optimum bij circa 85% verwijdering ligt.
−
Waarom boven de 70%? Wat als deelstroom rookgas goed gereinigd wordt? Het is kosteneffectiever veel reiniging op een locatie uit te voeren, anders 2e locatie met veel additionele investeringen nodig om dezelfde CO2 hoeveelheid te verwijderen.
−
Hoeveel solvent wisselingen nodig? Meest gangbare solvent 1.5 kg/ton CO2; dit komt neer op een complete inventory solvent per jaar. Er zijn nieuwe solvents met mogelijk slechts 0,3 kg solvent/ton CO2 vervanging. Maar deze solvents zijn wel duurder.
−
SO2 in scrubber is circa 10 ppm. Welke invloed heeft dit op solvent? Het heeft wel invloed, maar de invloed van solvent degradatie door aanwezigheid van zuurstof is veel groter.
−
Wat zijn de kosten van vermijden van CO2 emissies? CC: 44.5 EUR/ton CO2 en PC 33,2 EUR/ton CO2. Dit is tot en met CO2 compressie. Transportkosten en opslagkosten komen hier nog bij. Transport is enkele EUR en opsla enkele EUR tot 10 EUR/ton.
−
Wat zijn de specificaties van CO2 ten aanzien van opslag? > 90% C02, < 3% inert, spec nodig voor H2 ten gevolge van pre-combustion. Er wordt dus niet alleen CO2 in de put gestopt. Bij EOR dient gas oplosbaar te zijn in minerale olie. Randvoorwaarden zijn situatieafhankelijk. Daar is nog (te) weinig naar gekeken.
−
Wat doe je met het condensaat uit stripper-/regenerator? Terugvoeren naar top stripper om verlies amines te beperken, stoom genereren in re-boiler, geen directe stoom. CO2 gaat uit systeem zonder water. Veel meer procescondensaat. (circa 600 ton/h).
−
Waterbalans? De absorber is circa 40 m hoog, 20 m is gevuld met pakking, sproeitoren concept niet mogelijk omdat solvent niet reactief genoeg is. De drukval zal circa 50 mbar bedragen. Extra fan nodig.
−
Stof? 5 tot 10 mg/Nm3 na ROI, vloeistof dient schoon te blijven. Door het toepassen van filter en reclaimen wordt stof verwijderd. Er is hier veel ervaring mee in petrochemische industrie.
−
Degradatie? O2 degradatie is wel belangrijk item. Fluor voegt stoffen toe om corrosie te
vermijden. Alternatief is het kiezen van een stabieler amine. Energieconsumptie: 4.2 tot 2,8 GJ/ton CO2 is reeds bewerkstelligd. De uitdaging is om nog verder omlaag te komen.
.
9
Jan Assink (Shell Global Solutions) gaf een pesentatie met de titel ”Recent development CO2 capture”. In presentatie werd ingegaan op CO2 afvangst project. BP was initiator, project gericht op kostenverlaging van 50 tot 75%. Daarom nieuwe concepten met als doel grote stappen maken. Nieuwe of bestaande technologie wordt gebruikt. Design is gepubliceerd, zie Daniel Chinn, GHGT-7 presentatie. Nieuw ontwerp met integratie van CO2 afvangst geeft betere mogelijkheden. Retrofit blijkt voor combined cycle niet beste oplossing. Afschakelen CO2 afvangst plant moet kunnen met doordraaien power plant. Brainstorm Er is gebrainstormd over een E-centrale (in de elektriciteitssector of in de industrie) in 2015 die door eenvoudige maatregelen en aanpassingen geschikt is gemaakt voor afvang van CO2 uit rookgassen op een Mton-schaal. Daarbij stonden drie vragen centraal: 1. Hoe maak je de E-centrale capture ready? Welke voorbereidende technische maatregelen zijn noodzakelijk in de energieconversietrein of daarbuiten? 2. Wat zijn de optimale condities voor het scheidingsproces, bezien vanuit de E-centrale? Zijn er condities te bedenken waarbij de penalties miniem zijn? 3. Wat zijn de eisen voor de integratie van CO2-afvang in het groter geheel (energiesysteem en markt)? Hoe kan een installatie voor CO2-afvang op flexibele wijze worden ingezet? Opmerkingen en vragen −
Regeneratie: −
externe warmtebronnen gebruiken indien mogelijk (bijvoorbeeld raffinaderijen), denk aan gelijktijdigheid van processen
−
is complex proces
−
rookgassen 10% warmte: is deze inkoppelbaar?
−
De vereiste grote hoeveelheid stoom zal relatief gunstig blijken te zijn voor die eenheden welke nu locaal geen goede mogelijkheid hebben voor externe warmteafzet naar industrie of stadsverwarming. Eindelijk een zinvolle heat-sink!
−
Zijn hogere drukken mogelijk in regeneratieproces? Nee, de limiterende factor is de
stabiliteit (kookpunt) solvent: voor MEA 120°C: Nadeel proces: afvalwaterstroom neemt toe. Deze verdubbelt voor een kolengestookte eenheid. −
Kolengestookte eenheid: absorptie bij hogere temperatuur.
−
Grootte unit: diameter 10 m geeft mogelijkheid tot afscheiding van 3 Mton CO2 per jaar. Diameter kan naar 15 m.
−
Voorkeur voor een straat: economischer (factor 0.7). Alternatieve concepten waarbij uitgegaan wordt van een kanaalvorm (duct) in plaats van een kolom. Indicatie van vermindering drukval over absorber: 25 mbar druk verlies levert circa 1% netto meer vermogen
−
Demo gewenst voor 1 Mton/a; Amine inhoud circa 500 m3 10
−
Verversen Amine een keer per jaar uitgaande van een nauwkeurige rookgasspecificatie. Kosten verversen: 1 MEUR per jaar.
−
In absorber is de gaskant complexer. Mogelijkheid van kanaal in plaats van kolom dient onderzocht te worden. Mogelijkheid voor meerdere straten meenemen (nadeel duurder). Wat zijn de mogelijkheden om de absorber als sproeitoren uit te voeren:
−
−
wat is mogelijk schaal, doorzet
−
wat zijn de evenwichtsreacties
Met betrekking tot hoge CO2-zuivering wegens "is resultaat van de stripper" / hier liggen niet direct besparingen" (zie ook 1ste vraag op pagina 2). Dit kan éénvoudig anders ingericht worden door slechts een deel van de rookgassen te strippen, waardoor onmiddellijk lagere (hoewel niet lineair lagere) kapitaalslasten en exploitatielasten ontstaan. Vergelijk de discussie over 50% of 100% ROI capaciteit opstellen uit de vroege jaren tachtig. Voor nieuwbouwcentrales is dit wellicht niet interessant, maar voor retrofit waarschijnlijk juist wel. Daar zal ongetwijfeld ergens een praktische stapfunctie zijn (inclusief vragen van beschikbare ruimte) welke bepaalt tot welk percentage zuiveren de kostprijs per ton CO2 terugloopt. Voor retrofit dient zuiveren van minder dan 100% van de rookgasstroom dan ook niet bij voorbaat uitgesloten te worden.
−
Plaats dedicated WKK naast E-centrale? Kost veel extra vermogen. Gebruik bronnen waar geen extra CO2 emissie/of brandstofinzet tegenover zit. In raffinaderij zijn er voldoende mogelijkheden. Wat mag die warmte gaan kosten? In HRSG specifieke bundel bijzetten? Rookgas T uit schoorsteen (circa 10% thermische vermogen gaat schoorsteen uit). Is deze warmte te gebruiken voor regeneratie? Voor regeneratie is constante temperatuur nodig van circa 120°C. Mogelijk kan nog deel van rookgaswarmte gebruikt worden. Hiervoor dient een pinch diagram gemaakt te worden. Mogelijk deel van rookgas voor de LUVO (320 °C) aftakken om juiste T-niveau te halen.
−
Door CO2 afscheiding mag betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de centrale niet in geding komen
−
Reactie van O2 in solvent. Circa 1 mol reageert op 1000 mol met het solvent. Dit betekent verlies van 1,5 kg solvent per ton solvent.
−
Kan er overdag alleen geabsorbeerd worden, terwijl de regeneratie ’s nachts plaatsvindt? Hierop wordt geantwoord dat ’s nachts al vermogen wordt teruggeregeld. Daarnaast zal dan voor het lopende proces nog meer LD-stoom nodig zijn dan bij continue regeneratie. De benodigde hoeveelheid LD-stoom bedraagt bij continue regeneratie circa 2/3 van alle beschikbare LD-stoom. Daarnaast zal er veel meer solvent nodig zijn. Voorgesteld is om zoveel mogelijk CO2 gas op te slaan ten behoeve van de tuinbouw.
−
Procescondensaat
uit
rookgas:
15
ton/hr.
Dit
betekent
een
verdubbeling
afvalwaterstroom. van ROI/ABI −
Waterwinning uit rookgas ervoor zetten, direct na ROI
−
Inschatting kosten 600 MWe PC. 500 m3 MDEA, kosten 0,5 tot 2 MEUR voor inventaris. Make-up, een keer per jaar maximaal 11
−
ID absorber circa 15 meter; optie 2 tot 3 parallel. FG: in plaats van kolom kan misschien duct worden gebruikt. Vergelijk met Denox met dp van 40 tot 60 mbar
−
Amine: −
NO2 zelfde spec als SO2 (10 ppm)
−
NO geen probleem
−
circa 5% NOx
−
Als meer SO2 (bijvoorbeeld 50 ppm) dan 1 inventaris per jaar extra nodig ten gevolge van amine degradatie
−
ABB pilot plant in VS heeft spec van 100 ppm (enige plant op kolen)
−
Wat is mogelijk met sproeitoren met partiele CO2 verwijdering bijvoorbeeld 50% en combinatie met maximaal meestoken. Wat is mogelijk met 2 sproeitorens in serie? SGS heeft aangegeven dat dan slechts 10% SO2 gevangen wordt. Het probleem zit in de opname van SO2 in het Solvent. Daarom is de sproeitoren geen oplossing.
−
Start/stop van centrale met CO2-afscheiding: −
extra bypasses nodig
−
zuren en zouten in solvent zijn kritisch. Het monitoren van kwaliteit bespaart veel kosten.
−
Alternatief voor pijpleidingtransport van vloeibare CO2 is transport per (zee)schip. Condities circa 6 bar / -55 °C. Dit is een bestaande techniek welke opgeschaald kan worden vanuit de bestaande kustvaart. Een ontwerp voor een 23 000 ton schip is recent gemaakt in Noorwegen. Deze techniek ruilt de hoge compressie in voor koeling. Dit laatste kan wellicht nog energetisch-gunstig gecombineerd worden met hervergassing van aangevoerd vloeibaar LNG. Dit scenario lijkt voor kustcentrales een optie. Als werkbaar alternatief wellicht eerder ter beschikking dan een nationale CO2 pijpleiding backbone. Voor de E-productiesector lijkt het daarom interessant en belangrijk om te weten waar de kostentechnische randvoorwaarden liggen van de transportroutes per pijpleiding en per schip. Kan er in de verdere toekomst sprake zijn van retourladingen? CO2 in LNG-schepen (ten behoeve van enhanced recovery in gaswingebieden overzee) is een vraag die nog onbeantwoord is.
Er zijn meerdere opmerkingen gemaakt over de SO2-concentraties van het rookgas van de centrale komende uit de ROI. Op basis van kolen met 0,7% S volgt zat het zure rookgas 1400 mg/Nm3 bevat. Met een scheidingsrendement van 90% wordt tenslotte een concentratie van 140 mg/m3 bereikt. Bij 85% scheidingsproces 210 mg/Nm3. In de naaste toekomst zal de emissie-eis voor SO2 < 200 mg/Nm3 zijn. De consequentie zal zijn dat indien men met hoger zwavelige kolen net onder de 200 mg/SO2 uitkomt er een negatief effect zal zijn op het gebruik van solvent voor CO2 afscheiding Testfaciliteiten: Er zijn al testfaciliteiten in Noorwegen, Denemarken, VS (Austin), Canada, Japan, Duitsland en Frankrijk. In Denemarken en Canada wordt op basis van kolen getest, rest op gas. 12
Demo: energiened op verzoek van EZ aangegeven dat er demo-plant komt voor CO2 vangst en opslag. Opties kolen voor toekomst open houden. Link naar kolenverbranding of -vergassing. Bij initiatief aansluiten. Geen nieuwe technologie. Demo 2.5 tot 10% uitstoot CO2 kolencentrale inclusief opslag op basis van bestaande.
__________________________________________________________________________ Tachtig miljoen voor opslag CO2 (Utilities, 7-12-2005) Het kabinet steekt 80 miljoen euro in proefprojecten voor de ondergrondse opslag van CO2. Het geld komt van energiebedrijven, die 250 miljoen euro hebben afgestaan na de toezegging dat de kerncentrale in Borssele langer openblijft. Staatssecretaris Van Geel (Milieu) maakte dit bekend in het Canadese Montreal, waar hij deelneemt aan een VN klimaatconferentie. Alleen grote projecten komen in aanmerking, want dat drukt de kosten. In Drachten is al een proef aan de gang die in aanmerking komt. Het kabinet hakt tegen de Kerst definitief de knoop door over Borssele. De fractiespecialisten van CDA, VVD en D66 in de Tweede Kamer, die mee zijn met Van Geel, reageerden positief.
_________________________________________________________________________
Seminars/Conferenties
20-22 maart 2006
International Symposium on Site Characterization for CO2 Geological Storage (CO2SC), Berkeley, California.
19-23 juni 2006
De GHGT-8 conferentie, Trondheim, Noorwegen
__________________________________________________________________________
Reacties Voor reacties op STACCATO en aan/af-melden:
[email protected]
13