_________________________________ STACCATO _________________________________ Nieuwsbrief voor de elektriciteitsbedrijven in Nederland over CO2-verwijdering, -transport en -opslag Nummer 1, maart 2005
Inhoud Introductie STACCATO CATO programma Peiling informatiebehoefte van de E-sector _________________________________________________________________________
Introductie STACCATO Een van de werkpakketten van Nederlandse onderzoeksprogramma CATO (CO2- Afvang, -Transport en -Opslag) is WP6 “Communicatie” (zie samenvatting CATO programma in deze nieuwsbrief). In dit werkpakket is het de taak van KEMA de elektriciteitsproductiesector middels een nieuwsbrief te informeren over de ontwikkelingen van de technologie voor het afvangen, transporteren en opslaan van CO2 en over aanverwante zaken zoals wetgeving, veiligheid, etc.. We hebben deze nieuwsbrief “STACCATO” genoemd. Zoals ook enigszins in de naam besloten ligt, is het de bedoeling de onderwerpen kort en bondig te behandelen en geen lange wetenschappelijke uiteenzettingen te geven. Voor verdere informatie zal zoveel mogelijk worden verwezen naar de achterliggende bronnen. In STACCATO zal informatie worden aangeleverd over: de voortgang van het werk binnen de verschillende CATO werkpakketten recente ontwikkelingen op gebied van R&D en demo’s (literatuur, symposia/congressen) maatschappelijke acceptatie/belang aanverwante zaken als CO2-handel en klimaatbeleid STACCATO zal afhankelijk van het aanbod van nieuwe informatie, één of twee maal per jaar verschijnen (tot de afsluiting van het CATO-programma in 2008) en per e-mail worden toegestuurd aan geïnteresseerden in de E-sector. Nieuwe aanmeldingen zijn ten alle tijden welkom. Aanmelden is mogelijk door een e-mail te sturen aan
[email protected].
Als u niet bent geïnteresseerd en deze nieuwsbrief niet wenst te ontvangen dit s.p.v. via een e-mail aan bovenstaande adres kenbaar maken. Dit nummer is bedoeld om: •
de nieuwsbrief STACCATO te introduceren
•
een beknopte samenvatting van het CATO-project te geven
•
terugkoppeling te geven over de peiling van de informatiebehoefte in de sector over CO2verwijdering, -transport en -opslag
Naar verwachting zal het eerste meer inhoudelijke STACCATO eind mei verschijnen.
CATO programma Voor de reductie van de emissies van broeikasgassen zijn energiebesparing en efficiëntie verbetering belangrijk. Echter, door het toenemende gebruik van energie en de grenzen aan verdere efficiëntieverbetering zal netto de bijdrage aan de reductie van CO2-emissies door deze maatregelen beperkt blijven. Een andere manier om het klimaatprobleem aan te pakken is de toepassing van hernieuwbare energie. De ontwikkeling en implementatie van hernieuwbare energie gaat echter langzamer dan gehoopt en men loopt tegen praktische en economische grenzen aan. De huidige maatregelen zijn wellicht net voldoende om aan de Kyoto-doelstelling voor 2010 te kunnen voldoen. Om de EU-klimaatdoelstelling (opwarming beperken tot 2 graden) te kunnen realiseren zijn post Kyoto veel verdergaande reducties nodig (ca. 30% ten opzichte van 1990). Decarbonisatie van fossiele brandstof wordt gezien als een realistische optie om de vereiste trendbreuk in de CO2-emissies te bewerkstelligen. Door CO2-afvang bij grootschalige productie van elektriciteit en synthetische brandstoffen op basis van fossiele energie en deze CO2 op te slaan (CCS, CO2 Capture and Storage) is het mogelijk in de toekomstige vraag naar energie te voorzien en de CO2-emissies voldoende te reduceren. Het kan bovendien een belangrijke schakel zijn in grootschalige toepassing van waterstof. In de VS, Japan, Canada en vele andere landen wordt CCS als een belangrijke optie gezien om het klimaatprobleem aan te pakken en zijn nationale en internationale R&D programma’s opgezet. Het Nederlandse antwoord hierop is CATO. CATO is een Bsik project op gebied van ‘CO2-afvang, transport en opslag’ van Utrecht Centrum voor Energieonderzoek, Universiteit Utrecht. Door de relatief gunstige omstandigheden in Nederland voor toepassing van CCS-opties , door de aanwezigheid van een aardgas infrastructuur, gasvelden, aquifers en zware industrie, is de uitgangspositie beter dan in vele andere landen. Doel CATO, korte termijn Het doel van dit Nederlandse programma is een krachtig kennisnetwerk op gebied van CCS op te bouwen en technologie te ontwikkelen voor schone toepassing van fossiele brandstof
in Nederland, in combinatie met kennisoverdracht. De belangrijkste vraag is hoe CO2verwijdering, -transport en –opslag op een economisch en maatschappelijk verantwoorde wijze kan worden toegepast. Daarnaast speelt de vraag wat het industrieel en maatschappelijk draagvlak voor deze optie voor CO2-reductie is. Doelen CATO, lange termijn •
CCS-opties kunnen in het midden van deze eeuw een belangrijke bijdrage leveren aan de reductie van broeikasgassen in Nederland met kostenbesparingen in de orde van 1-2 miljard Euro per jaar
•
toename van de stabiliteit en leveringszekerheid van de energievoorziening door in plaats van olie meer gebruik te maken van kolen, gas en onconventionele bronnen als ECBM (Enhanced Coalbed Methane)
•
realiseren van extra milieu-voordelen zoals sterke reductie van NOx, SO2, CO en PM door toepassing van CCS
•
kansen creëren voor industrie en energiebedrijven voor ontwikkeling, demonstratie en export van nieuwe technologie naar andere delen van de wereld.
Het programma heeft een looptijd van 2004 – 2008 en de totale projectomvang is € 25 miljoen. Er zijn 7 work packages gedefinieerd: WP1 Systeem analyse en transitie WP2 CO2-afvangst (post-combustion, pre-combustion en denitrogenated conversion) WP3 WP4 WP5 WP6 WP7
CO2-opslag (gasvelden, kolen lagen) Mineralisatie (subsurface, surface) Monitoring, veiligheid en regelgeving Communicatie Management en kennisoverdracht
Er is een consortium met 17 participanten opgezet. De verschillende partijen vertegenwoordigen het bedrijfsleven, onderzoeksinstituten, universiteiten en milieuorganisaties. Onderstaande tabel 1 geeft een overzicht. Belangrijke resultaten die het CATO programma moeten opleveren zijn o.a.: •
duurzaamheidscriteria voor CCS opties
•
scenario’s voor een energie-infrastructuur op basis van CCS
•
laboratoriumfaciliteiten voor het testen van nieuwe concepten voor CO2-afvangen
•
ontwikkeling nieuwe materialen voor CO2-adsorptie en H2 productie
•
ontwerp en bouw van Demo installatie (pre-combustion capture)
•
testen en modelleren van CO2-opslag in kolenlagen
•
laboratorium experimenten voor ondergrondse mineralisatie van CO2
•
experimenten met bovengrondse mineralisatie,
•
risico beoordeling
•
hulpmiddelen voor maken van afwegingen door milieu-organisaties en publiek.
Tabel 1
Overzicht participanten
Bedrijven Shell International Exploration and Production (SIEP) Shell Global Solutions NAM, Nederlandse Aardolie Maatschappij KEMA (De zes Nederlandse elektriciteitsbedrijven (Delta, Electrabel, E.ON, Essent, NUON Power, N.V. EPZ) participeren via KEMA) NV Nederlandse Gasunie Ecofys BV EBN, Energie Beheer Nederland Onderzoeksinstituten ECN TNO-MEP TNO-NITG Universiteiten Universiteit Delft Universiteit Leiden Universiteit Twente University Utrecht, Copernicus instituut, Geo wetenschappen, Chemie Milieu-organisaties Stichting Natuur en Milieu Greenpeace Nederland WNF
CATO brengt zelf ook een nieuwsbrief uit om informatie uit te wisselen tussen de medewerkers in CATO-projecten en om geïnteresseerden te informeren over de voortgang. De eerste “CATO Newsletter” is in januari 2005 verschenen. De inhoud in het kort: WP1: De ontwikkeling van een model voor scenario analyses van energiesystemen gebaseerd op CCS is in volle gang. Beta-versie wordt medio 2005 verwacht, terwijl de eindversie eind 2006 gereed zal zijn. WP2: Melding “proof-of-principle” van verbeterd proces voor de productie van waterstof uit aardgas. Sterk verbeterd conversierendement en mogelijkheid tot efficiënt afvangen van de CO2. WP3: Experimenten worden uitgevoerd om nieuwe methodieken te ontwikkelen voor de monitoring van CO2-opslag en om het absorptie en diffusie gedrag te onderzoeken van CO2-H2O-CH4-kolen systemen. WP4: samenvatting van de activiteiten in 2004 m.b.t. mineralisatie van CO2 (als een vorm van CO2-opslag) Voor meer informatie over CATO en de Newsletter zie de CATO website www.uce-uu.nl
Peiling informatiebehoefte in de E-sector Om een beeld te krijgen van de onderwerpen die in de nieuwsbrief de meeste aandacht zouden moeten krijgen is de informatiebehoefte gepeild aan de hand van een vragenlijst met een 20-tal onderwerpen. De vragenlijst is aan 7 bedrijven (incl. EnergieNed) voorgelegd, 6 bedrijven hebben middels een ingevuld formulier gereageerd. Het gemiddelde van de scores per vraag (op een schaal van 0 tot 4) is door middel van staafdiagrammen in onderstaande tabel weergegeven.
1
Voortgang van onderzoek binnen de CATO werkpakketten
2
Overzicht participanten in consortia voor R&D en demo’s of full scale inst.
3
Budgetten van consortia voor R&D m.b.t. CCS
4
Wetenschappelijk onderzoek m.b.t. capture
5
Wetenschappelijk onderzoek m.b.t. CO2-transport en -opslag
6
Effectiviteit van CCS voor CO2-reductie
7
Specifieke kosten van CCS (en de verwachte ontwikkeling);
8
Time scales voor implementatie van CCS
9
Favoriete locaties in Europa voor eerste toepassing
10
Stand van zaken m.b.t. ontwikkeling van infrastructuren voor CO2
11
Praktijkervaringen met CO2-opslag en EOR (later ook met capture demo’s)
12
Ontwikkeling van wetgeving om ondergrondse opslag te regelen
13
Maatschappelijke acceptatie van CCS in Nederland, Europa en wereldwijd
14
Mogelijkheden voor EOR en de waarde van CO2 hiervoor
15
Prijs van CO2 (emissiehandel in EU)
16
Vergelijking van de maatschappelijke kosten van CCS met andere opties
17
Positieve neveneffecten van CCS (nul emissie, ontw. waterstof economie)
18
De impact van CCS op de balans tussen gebruik van kolen en gas
19
Actuele lijst met relevante internet sites
20
Kritische geluiden in artikelen/rapporten
Erg belangrijk
Aspecten van CCS
Niet belangrijk
Van de optie om aanvullende onderwerpen aan te gven heeft slechts 1 bedrijf gebruik gemaakt. Dit bedrijf vroeg aandacht voor de specifieke mogelijkheden van CCS in Nederland.
Resultaat enquête Doordat de meningen van bedrijf tot bedrijf sterk wisselend zijn, ontstaat er een gematigd beeld met geen duidelijke uitschieters naar beneden of boven. Het valt op dat in de lijst geen onderwerpen zijn opgenomen waarvoor geen enkel bedrijf belangstelling heeft. Sterker nog,
een score in de kolom “niet belangrijk” is slechts 2 maal voorgekomen. Voor inzicht in de budgetten die consortia besteden aan R&D is relatief weinig belangstelling. Er zijn echter ook geen onderwerpen die alle bedrijven heel belangrijk vinden. Voortgang in wetenschappelijk onderzoek, de kosten en de implementatie trajecten van CCS ,de praktijkervaringen met opslag en EOR en tot slot de invloed van CCS op de balans tussen kolen en gas, zijn relatief belangrijke onderwerpen voor de E-sector. Bij het opstellen van de nieuwsbrieven zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de uitkomst van de enquête.
Seminars/conferenties 13-15 april 2005
European CO2 Capture an Storage Conference “Towards zero emission power plants” , Brussel
12-14 september 2005
CO2NET Annual Seminar, IPF, Parijs
Reacties Reacties op STACCATO en aan/af-melden via
[email protected]