Oogheelkunde
Staaroperatie (cataract)
Binnenkort gaat u naar het ziekenhuis voor een staaroperatie. U heeft hierover informatie ontvangen van uw specialist. In deze folder kunt u dit nog eens nalezen. Wat is staar In het oog bevindt zich direct achter de pupil (het zwarte rondje in het midden van uw oog) een lens. De lens bestaat uit lenseiwit, omgeven door een kapsel (dit is een dun vlies). Staar (cataract) is een vertroebeling van de ooglens. Staar kan aangeboren zijn of het gevolg zijn van een ongeval, maar in de meeste gevallen ontstaat staar door veroudering van het weefsel van de lens. De lens wordt dikker naarmate men ouder wordt. Hierdoor verandert de lens van sterkte en kan uw brilsterkte ook snel veranderen. Door het troebel worden van de lens, kunnen lichtstralen de binnenkant van het oog (het netvlies) minder goed bereiken. Hierdoor gaat u wazig zien. Bij een staaroperatie wordt uw troebele ooglens vervangen door een heldere kunststof lens, dit kan een aanzienlijke verbetering van het zicht geven. Voor de operatie Medicijngebruik Neem altijd uw actueel medicatieoverzicht mee. Dit overzicht kunt u krijgen bij uw apotheek. Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen, meld dit altijd vooraf aan uw arts. Echografie/biometrie Voordat de operatie plaatsvindt, wordt de sterkte van de nieuwe implantlens bepaald. Dit gebeurt poliklinisch door middel van echo-onderzoek. De keuze van de juiste implantlens is ook afhankelijk van de meting van het andere oog. Om deze reden worden altijd beide ogen gemeten. Bovendien kan de meting van het andere oog later gebruikt worden, indien dat oog ook geopereerd moet worden. De sterkte van de implantlens bepaalt mede de brilsterkte die na de operatie nodig is. U dient er zelf over na te denken of u na de operatie dichtbij of veraf zonder bril het best wilt kunnen zien. Meestal adviseren wij u de situatie aan te houden zoals u dat gewend was voor de operatie.
15108709
Voorbereiding op de echografie/biometrie: • Zachte lenzen uit 1 week voor de echografie/biometrie. • Harde lenzen uit 2 weken voor de echografie/biometrie.
De vorm van het hoornvlies heeft dan voldoende tijd om zich te herstellen voor de meting. Houdt u er rekening mee dat u na de meting tenminste een half uur uw contactlenzen niet kunt dragen. Verder zijn er geen speciale voorbereidingen nodig. U kunt zonder begeleider komen en gaan. De lensmeting is een nauwkeurig onderzoek, desondanks kunnen er schommelingen optreden in het resultaat door andere factoren in het oog. Voorafgaand aan een staaroperatie kunnen wij dus nooit garanderen dat u na de operatie scherp kunt zien zonder bril veraf of dichtbij. Evenmin kunnen we vooraf met zekerheid zeggen welke brilsterkte u na de operatie nodig zult hebben. Algehele narcose of plaatselijke verdoving Tijdens de echografie wordt ook de manier van verdoven met u besproken. Gaat u onder algehele narcose, dan is een bezoek aan het preoperatieve spreekuur bij de afdeling Anesthesie nodig. Kan er onder plaatselijke verdoving (door middel van alleen oogdruppels) geopereerd worden, dan is een bezoek aan de anesthesist niet nodig. Recept U krijgt een recept voor oogdruppels en pleisters die u rond de operatie moet gebruiken. Wachtlijst Na de echografie wordt u op de wachtlijst geplaatst en alleen indien mogelijk wordt er gelijk een operatiedatum afgesproken. Voorbereiding op de operatie Belangrijk: Heeft u pussende wondjes op het lichaam of een ontsteking elders in het lichaam, neem dan minimaal drie dagen voor de operatie contact op met de polikliniek Oogheelkunde, T 0348 42 72 22. Twee dagen voor de operatie begint u met voorbehandelen van het te opereren oog met twee soorten oogdruppels, beide drie maal per dag. Houdt vijf minuten pauze tussen de twee druppels om te voorkomen dat de eerste met de tweede wegspoelt. De volgorde van druppelen is niet van belang. De oogdruppels kunnen wat prikken, dit is normaal. Eventueel kan thuiszorg ingeschakeld worden als u niet zelf de oogdruppels kunt toedienen. Eventuele oogdruppels die u voor de operatie al gebruikte moet u normaal doorgebruiken, tenzij de oogarts anders voorschrijft. U mag niet zelf naar huis rijden na de operatie. Regelt u dus tijdig vervoer.
De operatiedag Belangrijk is, dat u de ochtend van de opname thuis nog een keer druppelt en dat u uw gebruikelijke medicijnen voor die dag meeneemt naar het ziekenhuis. U meldt zich op de afgesproken tijd op de afdeling Dagbehandeling, op de 1e verdieping in de kliniek (daar waar de patiënten opgenomen liggen), voor een dagopname in het ziekenhuis. Daar wordt u ontvangen door een verpleegkundige. Kleding Tijdens de operatie mag u in principe uw eigen kleding aanhouden. U wordt verzocht loszittende bovenkleding te dragen met opstroopbare mouwen, in verband met de bewaking van uw hartslag en bloeddruk. Als u een operatie onder algehele narcose ondergaat, krijgt u operatiekleding aan. Het is niet toegestaan om tijdens de operatie make-up te dragen. Medicatie De verpleegkundige stopt een klein pilletje achter uw ooglid. Dit zorgt ervoor dat de pupil van het te opereren oog wijd wordt. Deze medicatie heeft een inwerktijd van minimaal één uur. Hoorapparaat Eventuele hoorapparaten aan de kant van de operatie moet u voor de operatie uit doen. De operatie U krijgt een doek op uw gezicht met een opening waardoor de operatie plaatsvindt. Als u onder narcose bent zult u dit niet merken, bij een plaatselijke verdoving bent u zich hiervan bewust. Mocht u last hebben van claustrofobie, dan kan dit een reden zijn om van tevoren al voor algehele narcose te kiezen. De staar wordt door een kleine opening in gedeelten verwijderd, waarna een flexibel kunstlensje wordt ingebracht. Doordat de wond zeer klein is zal in principe geen hechting nodig zijn. Na de operatie, die ongeveer 15-30 minuten duurt, gaat u terug naar de afdeling met een verbandje en een plastic kapje op het geopereerde oog. Dit mag u de volgende ochtend zelf verwijderen. Al duurt de operatie zelf maar 15-30 minuten, de voorbereiding en nazorg nemen meer tijd in beslag. Houdt u er rekening mee dat u een groot deel van de dag in het ziekenhuis zult zijn. Als de operatie zonder problemen is verlopen en u heeft geen narcose gehad, kunt u dezelfde dag naar huis. Bij eventuele narcose beslist de anesthesist wanneer u naar huis mag. Als u naar huis gaat, dan krijgt u van de afdelingssecretaresse een afsprakenkaartje mee, met daarop een controleafspraak op de polikliniek Oogheelkunde.
Na de operatie De ochtend na de operatie haalt u zelf het verband van het oog, tenzij u in het ziekenhuis bent gebleven, dan wordt dit door een verpleegkundige gedaan. De dag na de operatie begint u met nabehandelen met dezelfde druppels die u al vóór de operatie heeft gebruikt. Het is belangrijk dat u die strikt volgens het voorschrift gebruikt. Dit voorkomt infectie en vermindert de kans op een ontsteking. Druppelvoorschrift: De eerste twee weken beide druppels drie maal per dag. De derde week beide druppels twee maal per dag. Na de derde week mag u stoppen met beide druppels. Leefregels na de operatie • Niet in het oog wrijven. • Twee weken ’s nachts alleen het plastic kapje over het oog plakken met de pleister die u al in huis heeft. Dit om te voorkomen dat u in uw slaap per ongeluk in het oog wrijft. Let op: geen verbandje onder het kapje! • Twee weken niet zwemmen. • Twee weken geen make-up op uw ogen. • Advies om niet naar het buitenland te gaan binnen 2 - 3 weken na de operatie. Verder zijn er géén beperkingen, dus: • u mag douchen en uw haren wassen; • u mag tillen, bukken en persen; • u mag direct weer aan het werk; • u mag met het geopereerde oog zoveel kijken als u wilt. De opticien kan het brillenglas voor het geopereerde oog na ongeveer 6 weken aanpassen. Risico’s en complicaties Een staaroperatie is één van de veiligste operaties. Bij meer dan 97% van de patiënten verlopen de operatie en het herstel zonder problemen. Toch kunnen tijdens en na een staaroperatie complicaties optreden. Tijdens de operatie • Een scheurtje in het lenszakje tijdens het verwijderen van de staar waardoor lensbrokjes naar achteren zakken. Meestal zullen deze in een academisch ziekenhuis door een meer specialistische ingreep verwijderd moeten worden. • Een scheurtje in het lenszakje na het verwijderen van de staar, waardoor geen vouwlensje geplaatst kan worden. Er wordt dan een iets groter lensje gebruikt waardoor een hechting noodzakelijk is. • Hoornvliesvertroebeling tijdens de ingreep. Het zicht voor de chirurg wordt minder en er kan mogelijk geen lensje geplaatst worden. Dit gebeurt dan tijdens een tweede operatie.
Na de operatie Merkt u één van onderstaande afwijkingen binnen vier weken na de operatie, neem dan telefonisch contact met de (dienstdoende) oogarts. • Toenemende pijn en/of roodheid van het oog. • Toenemend wazig zien. • Een pupil die niet rond is. • Het zien van zwarte vlekken, zwarte draden en/of lichtflitsen indien u uw oog gestoten heeft. • Na de operatie is er een zeer kleine kans op een ontsteking in het oog. U merkt dit door plotseling zeer slecht zien, pijn, roodheid en soms pus. Kleine wisselingen in scherpte, matige roodheid en een zandkorrel gevoel zijn normaal en niet alarmerend. Deze klachten kunnen wel tot enkele maanden na de operatie aanhouden. Nastaar Enkele maanden of soms jaren na de staaroperatie kunnen nieuwe troebelingen op het lenszakje ontstaan. Deze ‘nastaar’ kan door middel van een pijnloze laserbehandeling verwijderd worden. Zie hiervoor ook de folder ‘Nastaar’. Bril dragen De eigen ooglens kan zich, afhankelijk van uw leeftijd, aanpassen aan de afstand. Een kunstlens kan dit niet. Houdt u er rekening mee dat u na een staaroperatie, indien u in de verte scherp ziet, toch een leesbril nodig kunt hebben. Omgekeerd kan ook voorkomen: u ziet dichtbij scherp, maar om veraf scherp te kunnen zien heeft u een vertebril nodig. Het kan ook voorkomen dat u voor zowel voor in de verte als voor dichtbij een bril nodig heeft. Torische en multifocale implantlenzen Voor een kleine patiëntengroep bestaat er de mogelijkheid voor het implanteren van torische (voor hoge cilinders) of multifocale (tegelijkertijd scherper zien voor veraf en dichtbij) implantlenzen. Deze implantlenzen hebben een eigen financiële bijdrage en worden door ons niet toegepast. Dit gebeurt voornamelijk in academische ziekenhuizen na een zorgvuldige medische selectie. Indien gewenst kunnen we u hiervoor doorverwijzen. Vragen en problemen Bij dringende problemen in de eerste 24 uur na de operatie belt u: • Overdag: polikliniek Oogheelkunde via T 0348 42 72 22 • Buiten kantoortijd: afdeling Spoedeisende Hulp (via de receptie) T 0348 42 79 11 Overige vragen Voor overige, niet dringende, vragen neemt u contact op met uw eigen huisarts of met de polikliniek Oogheelkunde (op werkdagen van 9.00 - 12.00 en van 13.30 - 16.00 uur) T 0348 42 72 22.
Kosten In Nederland worden de meeste ziekenhuisbehandelingen rechtstreeks met de zorgverzekeraar afgehandeld. Niet alle ingrepen en behandelingen vallen onder het basispakket en daarbij heeft u een eigen risico. • Informeer altijd vooraf bij uw zorgverzekeraar of u voor een (volledige) vergoeding van uw behandeling in ons ziekenhuis in aanmerking komt. • Bent u onverzekerd dan krijgt u zelf de rekening van uw behandeling toegestuurd. • Voor de vergoeding van ziekenhuiszorg heeft u altijd een verwijzing nodig van uw huisarts of andere specialist. • Neem altijd uw legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs) en uw verzekeringspas mee bij een bezoek aan het ziekenhuis. Meer informatie vindt u op www.zuwehofpoort.nl/kosten. Interessante websites Informatie over de behandeling staat op de website van het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis. Kijk op www.zuwehofpoort.nl en zoek op Specialismen Oogheelkunde. U vindt daar ook links naar de websites van patiëntenorganisaties. Bronvermelding Deze folder is gebaseerd op informatie van Polikliniek Oogheelkunde.
September 2015
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Polanerbaan 2 3447 GN Woerden T 0348 42 79 11 I www.zuwehofpoort.nl