sstaf
Aubrac Meseta
Zwolle
COLOFON de JACOBSSTAF 35 jaargang 9 - september 1997 verschijnt viermaal per jaar oplage 2300 NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB BESTUUR mw. K. van den Berg, voorzitter mw. M. Madou, vice-voorzitter N. Zijp, tweede secretaris J. van der Meulen mw. H. Pouderoyen
KERN-REDACTIE Cees Hilberdink Peter Jas eindredacteur Mireille Madou
REDACTIEADRES Astronautenweg 5 1622 DA Hoorn
LEDENADMINISTRATIEI-SERVICE Inlichtingen over het genootschap, aanmeldenlbedanken als lid. Insturen compostela's. N. Zijp Dijkschouwerslaan 123 1785 HP Den Helder a (0223)632 572 SECRETARIS (tijdelijk) Stukken voor het bestuur van het genootschap. Adreswijzigingen. mw. H. Pouderoyen Fazantenkamp 576 3607 DG Maarssenbroek = (0346)569 133 Postbank: 515.11.46 t.n.v. penningmeester Nederlands Genootschap van Sint Jacob. SECRETARIAAT INTERNATIONAAL mw. M.J.H. Madou Planciusplantsoen 5', 2253 TR Voorschoten
Ida Blok Joke & Ab Cox Ton van Gessel Mireille Madou Ria - Nijmegen Herman Stokmans Ruud Conens (logo) Diederik Jas (vormgeving) DRUK Koopmans' drukkerij Hoorn Kopij, voor de Jacobsstaf bij voorkeur op schijf (IBM-format 3,5"of 5,25") in WP 5.1 insturen naar het redactieadres. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Meningen en feiten, zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelQkheid van redactie en uitgever.
O Nederlands Genootschap van Sint Jacob ISSN 0923-11458
99 Buen caminoo! Joke & Ab Cox
100 Gaceo Mireille Madou
114 Jakobus im Schwaben II
Linosnede Ruud Harmsen
Herman Stokmans
Hoewe/, als je de regio-verslagen mag geloven het alleen maar om Santiago draait is er nog steeds niemand begonnen aan 'De tocht der tochten' in de Jacobsstaf. Binnen de redactie leeft nu de gedachte om zelf maar in de startblokken te gaan staan. Bij de ingezonden kopij waren enkele gedichten - verdichte taal - die we in dit nummer publiceren. Daarnaast een reactie op het arikel 'Weg en verandering'; Mesefa gehaat en geliefd! Mireille Madou kijkt met ons in een heel mooi beschilderd kerkje op één van de vele zijwegen van de camino. Het Deutsche St. Jakobus-Gesellschaft opent momenteel ieder jaar een stuk Jakobusweg. Herman Stokmans liep mee. Mor uw Jacobusgasten serveert u dit keer coquilles op Belgische wijze. En Ton van Gessel loopt vast met ons door Zwolle, de stad waar het genootschap voor haar najaarsvergadering bijeen komt. Er valt weer veel te beleven!
-
117 Meseta - gehaat en geliefd Ida Blok
120 Aubrac Ria - Nijmegen
121 Zwolle Ton van Gessel
126 Coquilles Saint-Jacques 127 GENOOTSCHAP
VAN SINT JACOB
- Van de voorzitter - Oproep - Ramsj Afbeelding omslag: Puente Rornano (foto Ab Cox)
IACOBUS IN BUURMALSEN
Buurmalsen, N.H Kerk - Muursch~lderingJacobus Malor (foto Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist)
98
BUEN CAMINOO! Joke en Ab Cox
Geuren ... Stappen in de maat Kleuren, stront, gladde stenen Knetteren onder hoogspanningskabels Bloeiende heide, tamme kastanjes, bramen Branden ... geurende houtvuren Passerende lopers en fietsers: 'Buen Camino'! Glibber ... Scharrelkippen, blaffende honden 'Ola, buenos dias'! Aardappels rapen, koeien op de weg Oversteken ... Zeiknatte rug en broek, petje op Bocadillo con queso Coca cola sin hielo, con limon! Vergezichten ... Wéér een kerk van Santiago Hórreo, leien daken, platte beltorens 'Braamstruikse binnenpad' Café con leche, ternera, magdalenas Caministas ... Pueblo, habitación con baño Meseta, druivenpluk, aqua sin gaz Appels en peren, afval, zooitje Andar ...! Spierpijn, tapen, schone sokken 'turbo1-ondergoed Blaren ... MERCI, SAINT JACQUES! Santiago: 21 september l996
DE ZIJWEGEN VAN DE CAMINO DE SANTIAGO
GACEO IN DE LLANADA VAN ALAVA
De codex calixtinus vermeldt vier wegen die doorheen Frankrijk naar de Pyreneeën leiden. Het zijn de bekende en klassiek geworden chemins de Saint-Jacques die vanaf Puente la Reina samen nog één weg vormen, tot in Santiago de Compostela. Over de zogenaamde alternatieve wegen geefi de 12~'eeuwse gids voor de pelgrim geen enkele informatie.
Gaceo, kerk exterieur (foto Jose Luis Barroso)
O Een alternatieve weg Langs de Atlantische kust, vanaf de monding van de Gironde, loopt de kustweg. Zeer veel bootpelgrims gebruikten deze route en trokken Spanje binnen via Irun. Vervolgens doorkruisten ze de Baskische provincie Guipozcoa tot aan de tunnel van San Adrián l!. Langs deze doorgang onder de rotsen kwamen ze in het eveneens Baskische Alava. Vanaf San Adrián liep men in etappes, via Salvatierra en Vitoria tot in Armiñon. Daar kon men zuidwaarts, over Haro, de weg volgen naar de Rioja on in Santo Domingo de la Calzada op de camino frances te komen. De tweede mogelijkheid bestond Urabain Andoin erin, over Miranda de Ebro .Vicuna de weg naar Burgos te neMunam . men. De thans minder bekende s Vltoria Alavese weg was vóór de I l d e eeuw de meest gebruikte daar hij de grootste veiligheid bood aan de pelgrims naar Santiago. Deze veiligheid was voornamelijk te danken aan de geografische structuur van het landschap. O De Ilanada van Alava De Ilanada of laagvlakte van Alava is een geologische depressie, gelegen tussen twee rijen bergketens die evenwijdig lopen aan de kust. De toppen van die bergen reiken gemiddeld tot boven de 1000 meter. De Romeinse heirweg die Bordeaux met Astorga verbond liep dwars door de Ilanada. Deze route was als het ware ingebed tussen een natuurlijke omheining van beschermende bergketens. In de vroege middeleeuwen werd deze, door de natuur opgebouwde beschermende zone weerbaarder gemaakt door de bouw van versterkte burchten op de voornaamste toppen. De bedoeling ervan was de llanada te verdedigen tegen en te vrijwaren van invallen van de Moren en later van de Noormannen. Gedurende de 9de en de 10de eeuw bouwde men in dat gebied veel kloosters en kerken wat leidde tot een systematische aangroei van de bevolking. Tal van dorpen en steden ontstonden langs de Alavese weg en vormden op hun beurt kernen van veiligheid en tevens centra voor de opvang van reizigers en pelgrims.
Na 1100 echter veranderde de situatie. In heel Noord-Spanje was het Moorse gevaar geweken. Het tracé van de camino frances, zoals beschreven in de Codex calixtinus, was vastgelegd en verschillende nieuwe steden, zoals onder meer Puente la Reina en Estella, dankten hun ontstaan aan de in gans Europa bekend geworden camino de Santiago. De koningen van Navarra verleenden alsnog voorrechten aan bepaalde steden van de Alavese weg, onder meer aan Vitoria en Laguardia. Die inspanningen waren tevergeefs. De weg doorheen Alava kon de concurrentie niet aan met de steeds populairder wordende camino frances. In de loop van de 14de en de 15de eeuw verloor hij definitief alle belang als bedevaartsroute naar Galicië. Aan de pelgrims en de reizigers die thans van of naar Santiago de Compostela een alternatief wensen, kan de oude Alavese weg warm worden aanbevolen. Er zijn minder refugio's maar het aantal en de kwaliteit van de monumenten langs de weg overtreft de stoutste verwachtingen. Als exempel moge het kerkje van Gaceo hier voorgesteld worden. U Gaceo Op de weg naar VitoriaIGasteiz, even voorbij Salvatierra, treft men Gaceo aan. Het dorpje telt slechts een tiental huizen (in 1991 waren er 35 inwoners) en een klein, eenbeukig kerkje.
San Pedro de Quilchaoo
SAN JUAN DE ARRARAIN ESTIBALIZ EL~URGO**SANTA MARIA DE AYALA
m---
GACEO
Gaceo ligt op de voormalige Romeinse route die, over Pamplona, Bordeaux met Astorga verbond. Het maakt deel uit van de Ilanada Alavesa. Reeds in de I l d e eeuw wordt het plaatsje in documenten vermeld. Rond 1200, of in de eerste decennia van de 13de eeuw, bouwde men de huidige parochiekerk, toegewijd aan sint Maarten. Gaceo bleef steeds een zeer bescheiden dorp. Tijdens de 18de eeuw moet het de enige bloeiperiode uit zijn geschiedenis hebben gekend. Daarvan getuigden tot voor kort de aanwezigheid van vier barokke retabels in het kleine heiligdom, dat eveneens in de lade eeuw enkele verbouwingen kende. In 1967 deed men er een grote ontdekking. De veranderingen in de liturgische vieringen, een gevolg van het tweede Vatikaans concilie (1962-1965), deden plannen rijzen om het bestaande kerkmeubilair aan te passen aan de nieuwe voorschriften.
Het altaar moest vrij komen te staan opdat de priester zou kunnen celebreren met het gezicht naar de gelovigen gewend. Gezien de krappe ruimte besloot men uiteindelijk het 18de-eeuwse retabel, dat zowat het hele koor in beslag nam, uit elkaar te halen. O De ontdekking Reeds in 1951 had men opgemerkt dat op de wand achter het retabel van het hoofdaltaar iets geschilderd was. Het besluit van 1967 om een grondig onderzoek in te stellen in de smalle ruimte achter het retabel kon alleen maar bijval oogsten. Men haalde de 18de-eeuwse constructie uit elkaar en geleidelijk aan werd de hele absiswand zichtbaar.
Gaceo, kerk interieur met absis (foto Jose Luis Barroso)
De wand was van onder tot boven beschilderd met taferelen die, zoals zal blijken, volgens een welbepaald programma waren uitgewerkt.
Het tevoorschijn komen van een werkelijk adembenemend ensemble stemde tot zeer grote vreugde en was een ware sensatie in het dorp en ook daarbuiten Specialisten uit de kunsthistorische wereld erkenden onmiddellijk en eensgezind de uitzonderlijke cultuurhistorische en artistieke waarde van de schilderingen Ze werden terecht gekwalificeerd als één der interessantste ensembles van Noord-Spanje Het vermoeden rees dat er wellicht nog meer te ontdekken viel Misschien was de hele koorruimte ooit wel beschilderd geweest Voorzichtig begon men de kalklaag van het gewelf en van de koorwanden te verwijderen en opnieuw was de verrassing zeer groot Niet minder dan elf friezen vol taferelen kwamen van onder de pleisterlaag te voorschijn Helaas waren de middeleeuwse schilderijen niet geheel intact gebleven De vochtigheid van de muren en ook het overkalken hadden sommige fragmenten heel erg beschadigd Het feit dat het barokke altaarretabel met ijzeren staven aan de achterliggende muur was bevestigd had eveneens onherstelbare schade aangericht Drt was eveneens het geval met de plaatsen in het gewelf waar men in een meer recente periode lampen had opgehangen
O Restauratie en techniek In 1968 begon men met de restauratie van het kerkgebouw. Dit werd tot zijn 13deeeuwse vorm teruggebracht. Van 1969 tot 1970 restaureerde men de schilderingen. Door de slechte isolatie van de muren was er echter ai snel waterschade en de schilderingen werden ernstig bedreigd. Tot overmaat van ramp bleek dat de restauratoren niet steeds even nauwgezet hadden gewerkt en voor de conservatie minderwaardig materiaal hadden aangewend. Een tweede, veel grondiger restauratiecampagne werd ondernomen in 1978-1979. Thans is de toestand van de wandschilderingen zo goed als optimaal mede dank zij een goed isolatiesysteem. De techniek waarin het picturaal programma werd uitgevoerd is een gemengde techniek: al fresco en al secco. In het eerste geval worden de kleuren aangebracht op de nog natte ondergrond en drogen samen met en in de kalklaag. In het tweede geval schildert men op de reeds droge muur. De al secco uitgevoerde werken zijn sneller onderhevig aan beschadigingen daar de verf gemakkelijk verwijderd kan worden. De kleuren door de middeleeuwse kunstenaar gebruikt zijn gering in aantal. Overheersend als achtergrond is een zacht groen dat, naar men vermoedt, ooit blauwachtig was. De gewaden van de personages zijn uitgevoerd in rode oker, in diverse schakeringen van licht naar donkerder. Verder gebruikte de schilder een roomkleurig wit alsook okergeel. In de geometrische decoratieve motieven ontwaart men ook een weinig blauw en rood. De contouren van de figuren en de plooien in de gewaden zijn getekend in zwart (of donkerblauw?) en rood.
Gaceo, Koor met gewelf en absis (foto Jose LUISBarroso)
O De wandschilderingen De absiskalot is gevuld met een voorstelling van de heilige Drieëenheid in de vorm van een genadestoel, omsloten door een vierlobbige aureool. Links en rechts van het centrale thema bevinden zich engelen en knielende heiligen. Deze laatsten zijn gegroepeerd in horizontale friezen die met geometrische en architecturale motieven van elkaar gescheiden zijn. Een band met visgraatmotief sluit de hele compositie af. Het muurvlak eronder is door het smalle absisraampje in twee verdeeld. Links is een groot kalvarietafereel voorgesteld. Rechts staan vier grote gestalten, elk onder een veellobbige boog die telkens op een rank en smal zuiltje neerkomt. Op de dagkanten van het venstertje staan twee figuren. De composities op de halfronde absiswand zijn eveneens afgesloten met een band met visgraatmotief. Het onderste deel van die wand is versierd met een zesvoudige rij van vierkante caissons, in trompe I'oeil weergegeven. Ze zijn in grisaille uitgevoerd door de schilder Diego de Cegama in 1570. De absis is van de koortravee gescheiden door een brede gemetselde boog die neerkomt op stevige pilastervormige steunen. Het gewelf van deze travee is verdeeld in horizontale banden of friezen waarin taferelen uit het leven van Maria en Christus zijn weergegeven. Elke fries is van de volgende gescheiden door een decoratieve strook.De zuidelijke muur, waarin een venster steekt, is geheel beschilderd met helse
Gaceo, zuidelijke koormuur met helse tafrelen (foto Mireille Madou)
taferelen. De brede plint onderaan is uitgevoerd in geometrische motieven
De noordelijke wand vertoont, onder de gewelflijn, één verhalende fries. Voor het overige is de bedekkende kalklaag, samen met de onderliggende schilderingen, verdwenen. Tegen deze ruwe muur heeft men een gotische nis aangebracht die thans als sacramentshuis fungeert. Oorspronkelijk bevond deze nis zich aan de buitenzijde van de kerk, boven het portaal. Ze bevatte ooit een Mariabeeld. O De iconografie De inhoud van het iconografisch programma in de kerk van Gaceo is drievoudig. De friezen op het gewelf en een gedeelte van de noordelijke muur vormen een conventionele cyclus uit het leven van Maria en Jezus, zoals het in de evangeliën wordt verhaald. De cyclus begint bij de boodschap van de engel aan Maria en eindigt met de verrijzenis van Christus en de nederdaling ter helle. Sommige taferelen uit Jezus' openbaar leven en zijn passie zijn nog moeilijk te ontcijferen. Hier en daar is een opschrift, in het Latijn of in het Spaans, dat het betrokken tafereel identificeert. De voorstellingen zijn eenvoudig en traditioneel uitgewerkt en derhalve goed te begrijpen voor de middeleeuwse dorpsbewoners. De kalvarie, links onder de absiskalot, komt hierna uitvoerig ter sprake. Het belangrijkste onderwerp is de Drieëenheid en de vier grote figuren die er zich rechts onder bevinden. Samen met de verdoemenistaferelen op de zuidelijke wand wordt hier op een originele manier een verwijzing gemaakt naar het Laatste Oordeel, de hemel en de hel. Tevens wordt de kruisdood van Christus, als centraal element van de verlossing, zeer aanschouwelijk voorgesteld. Ook hier is enige uitleg op zijn plaats om de complexiteit van dit thema toe te lichten. O De kalvariegroep Het grote tafereel, links van het smalle absisvenster, stelt de kalvariescene voor. Christus is met drie nagels vastgemaakt aan het kruis dat opgevat is als een levensboom. Sinds de 13de eeuw wordt Christus aan het kruis voorgesteld met de voeten over elkaar en niet meer naast elkaar geplaatst. In dezelfde periode stelde men het kruis voor, gemaakt uit nog levend hout, met uitlopende, doch afgehakte takken. Links steekt Longinus de lans in de zijde van de stervende Christus en rechts biedt Stephaton de rietstengel aan, waarop de in edik gedrenkte spons is gestoken. Uiterst links en rechts staan respectievelijk Maria en Johannes. Hun namen zijn in gotische letters boven hun hoofd geschilderd. Johannes, met een tonsuur als een geestelijke, houdt de rechterhand tegen de wang als teken van treurnis. Maria houdt haar twee handen over elkaar geslagen voor de plooien van haar mantel. Op de armen van het kruis knielt links de engel Gabriël en rechts de engel Rafaël. Hun namen staan naast hun hoofden op een spreukband. Ze hebben geen vleugels en dragen een wit blad in de hand. De compositie van het hele tafereel is zeer overzichtelijk en symmetrisch. Men krijgt de indruk van een verstilde aanwezigheid van het moment van Christus' dood.
Gaceo, Kalvariegroep (foto Mireille Madou)
In het koor van de kerk, in de nabijheid van het altaar, is deze voorstelling helemaal op haar plaats. In de viering van de eucharistie wordt immers de offerdood van Christus herdacht. Iconografisch en inhoudelijk stelt deze kalvarie geen problemen.
Gaceo, dagkant absisvenster (foto Mireille Madou)
Waarover men zich wel een vraag kan stellen is de aanwezigheid van twee mannen, gewapend met knotsen en lansen, die op de dagkanten van het venster zijn afgebeeld. Er werd wel eens gesuggereerd dat zij de beulen zouden kunnen zijn, aangesteld om de beenderen te breken van de twee booswichten die samen met Christus gekruisigd werden. Uitsluitsel hierover kon tot nog toe niet gegeven worden. Evenmin kon de aanwezigheid op het kruis worden verklaard van de twee aartsengelen die op een originele manier getuige zijn van de gebeurtenissen op kalvarie.
U De heilige Drieëenheid en het Laatste Oordeel De monumentale gestalte van God de Vader is gezeten op een brede troon. Hij draagt ruim vallende gewaden en zijn voeten zijn gestoken in elegante schoenen met spitse punt. Zijn armen zijn opengespreid en op zijn handen rust de dwarsbalk van het kruis waaraan Christus, de Zoon van God, is genageld. Christus draagt een hoekig geplooide knielange lendendoek. De veel te grote en onhandig op zijin hoofd geplaatste kroon is een toevoeging van de restauratoren van de eerste campagne. De armen van Christus zijn niet gestrekt maar doorgebogen. Zijn voeten zijn schuin over elkaar geplaatst en met een zeer lange spijker op het kruis vastgeslagen. Het kruis zelf bestaat niet uit gladgeschaafde balken. Het is een zogenaamde levensboom, gemaakt van groen uitlopend hout.
Gaceo, absiskalot met genadestoel (foto Mireille Madou)
Op het tafereel ontbreekt de heilige geest die in de gedaante van een duif voor de borst van de Vader en boven het hoofd van de Zoon zweefde. De duif en de gezichten van de beide personages zijn verdwenen tengevolge van de beschadigingen uit de 18de eeuw. Precies op die plaatsen waren de ijzeren stangen die het retabel verstevigden vastgemaakt. Een voorstelling van de Drieëenheid zoals hier in Gaceo wordt genadestoel genoemd. Deze term is niet middeleeuws maar zou door Luther voor het eerst in de trinitaire betekenis gebruikt zijn. De oorsprong van het woord is wel Duits. In de
kunstgeschiedenis geraakte het begrip 'genadestoel' in de loop van de 19de eeuw ingeburgerd. Aan de theologische inhoud van de genadestoel liggen verscheidene bijbelteksten ten grondslag. Men kan stellen dat het iconografische thema een synthese is van de christelijke leer over de verlossing: Christus heeft de wereld en de dood overwonnen door zijn kruisoffer. Dit offer is aangenomen door de Vader die zijn Zoon als verlosser aan de mensheid schenkt, in eenheid met de heilige geest die voortkomt uit de Vader en de Zoon. Met andere woorden: God de Vader troont in de heerlijkheid en samen met de Geest schenkt Hij de genade, voorgesteld als de gekruisigde Christus, de bron van alle heil. De eenheid van de Vader en de Zoon wordt hier ook gesuggereerd door de kruisnimbus achter het hoofd van God de Vader. Twee engelen houden de nimbus vast. In het stukje hemel van de absiskalot zijn nog andere engelen voorgesteld; vier van hen dragen de passiewerktuigen (geselroede, doornenkroon, lans, bakje met spijkers). Ze zijn opgesteld boven en onder de genadestoel. Ze herinneren aan de iconografie van het Laatste Oordeel zoals dit voorkomt op de tympanen van de gotische kathedralen en ook reeds op het boogveld van de Pórtico de la Gloria in Santiago de Compostela. Christus die zijn wondetekenen toont is er steeds vergezeld van engelen met zijn passiewerktuigen. Dat in Gaceo wel degelijk aan het Laatste Oordeel is gedacht blijkt uit de spreukbanden, gehouden door twee engelen, links en rechts staande op de dwarsbalk van het kruis. In het Latijn staat op de linkerspreukband (is aan de rechterkant van de Vader): "Komt, gezegenden mijns Vaders ..." en op de rechter (is links van de Vader): "Ga weg van mij, verdoemden...". Knielende apostelen en twee vrouwelijke heiligen zijn, als hemels hof, getuigen van dit oordeel. Het vervolg van het verhaal is te zien op de muur rechts onder de absiskalot. De twee middelste van de vier figuren zijn engelen. Men herkent de aartsengel Michaël met de weegschaal in de rechterhand. In de linker houdt hij een kruisstaf en de punt ervan plant hij in de muil van de duivel die zich vastklampt aan een schaal van de balans. In gotische letters kan men boven het hoofd van de engelen lezen: "ANGELVS SANTE MICAEL". De andere engel vat een zieltje uit de schaal bij de hand en houdt een kroon gereed als symbool van het hemelse loon dat zijn deel zal zijn. De engel wendt zijn gelaat naar de uiterst linkse figuur, een man met golvende haren en een volle baard. Op zijn bedekte armen houdt hij reeds vijf gekroonde zieltjes in de plooien van zijn mantel vast. Traditioneel zou dit een variant moeten zijn op de schoot van Abraham zoals die uit, onder meer, de tympaansculptuur gekend is. Echter, de figuur in Gaceo heeft een kruisnimbus en boven zijn hoofd staat de naam "IHVS" (is Jezus). Deze zeldzame voorstelling verwijst naar het feit dat Abraham, de vader van de gelovigen, een voorafbeelding is van Christus. Het land, door God aan Abraham en zijn nakomelin-
gen beloofd, staat symbool voor de hemel waarin de gelovigen, dank zij de verlossing door Christus. kunnen binnentreden.
Gaceo, vier figuren rechts onder de absiskalot
+
detal1 (foto Mireille Madou)
Rest nog de uitleg over de uiterst rechts geplaatste figuur. Het is een vrouwelijke heilige met aan haar voeten een duivel die aan de keten ligt. De naam: "SANTE MARINE" identificeert haar als de heilige Marina, een martelares uit Orense die in Galicië wordt vereerd. Vermoedelijk is zij omwille van haar attribuut, de geketende duivel, hier samen met Michaël voorgesteld. Minder waarschijnlijk is dat haar aanwezigheid in verband zou staan met de camino de Santiago. Het meest spectaculaire gedeelte van het Laatste Oordeel is te zien op de zuidelijke muur Rechts van het venster bevindt zich een reuzengrote ijzeren ketel, stevig opgehangen aan een haak De ketel zit vol zieltjes van verdoemden Enkel hun hoofden zijn te zien, netjes in rijen geschikt Twee duivels bewerken vlijtig de hoofden met ijzeren haken en andere duivels brengen nog meer zieltjes aan Onder de ketel laaien de vlammen hoog op Onder het venster ziet men een engel met een zwaard in de hand die een rij van naakte verdoemden, met aan het hoofd een gekroonde koning, binnendrijft in de opengesperde hellemuil Na deze huiveringwekkende taferelen is het tijd om opnieuw de blikken te vestigen Gaceo, zu~delijkekoormuur ketel met verdoemop de voorstelling van de triniteit die het den (foto Mireille Madou) hele gebeuren presideert. De genadestoel verscheen als thema voor het eerst in enkele 12de-eeuwse liturgische handschriften. In de loop van de 13de eeuw besteedde de Kerk veel aandacht aan de leer over de Drieëenheid, onder meer in verband met controversen tussen de westerse en de oosterse Kerk. De genadestoel in Gaceo past niet enkel in de toenmalige belangstellingssfeer maar ook in de contemporaine kunstscheppingen in Noord-Spanje. Zowel in de sculptuur als in de schilderkunst kende het onderwerp vanaf de 13de eeuw een relatief groot succes. Het blijft echter zeldzaam, zoniet uniek, de Drieëenheid weer te geven in de gecompliceerde context zoals dit in Gaceo het geval is.
O Stijl en datering De wandschilderingen in Gaceo behoren tot de gotische stijl, meer bepaald tot de zogenaamde lineaire gotiek. De figuren zijn inderdaad gekenmerkt door een opvallende en stevige lijnvoering. De langgerekte gestalten met kleine hoofden willen het
vertikalisme van de gotiek benadrukken. Algemeen wordt aangenomen dat hier een Franse invloed merkbaar is. Zoiets is niet verbazingwekkend daar de gotiek, als nieuwe kunsstijl, in Frankrijk ontstond en het Navarrese hof te Pamplona door vorsten van Franse afkomst werd geregeerd. De schilder die in Gaceo werkzaam was had wellicht zijn vorming gekregen in Vitoria, omstreeks 1300 een belangrijk artistiek centrum. Vitoria onderhield ongetwijfeld contacten met andere kunstcentra in het koninkrijk Navarra, waartoe ook Alava behoorde. Wie de opdrachtgever was en wie het iconografisch programma uitstippelde is niet bekend. Wel blijkt uit de talrijke decoratieve elementen dat de schilder zich nog volledig door het romaanse repertoire liet inspireren. Visgraten, muizentandjes, architecturale en allerlei geometrische motieven, alle aangebracht als banden tussen de taferelen, getuigen van een groot conservatisme of een gebrek aan nieuwere modellen. Conservatisme ziet men ook in de symmetrie van composities en plooienval. Dit laatste wordt het best geïllustreerd door het gewaad van de figuur van AbrahamIJezus. Eminente geleerden hebben dit geschilderde ensemble gedateerd in het tweede kwart van de 14de eeuw. De aangevoerde argumenten zijn niet zeer overtuigend en een datering voor 1300 lijkt minstens even aanvaardbaar. Zou het niet mogelijk zijn dat het kerkje, kort na zijn voltooiing beschilderd werd? Het zal wel moeilijk blijven het dateringsprobleem naar behoren op te helderen.
Gaceo, het kleine simpele dorpje in de Ilanada van Alava, bezit een kunstwerk van uitzonderlijke waarde. Het bevat een verhaal over Maria en Jezus en daarnaast een leerstuk over de heilige Drieeenheid en de verlossing. Het toont ook een waarschuwing voor degenen die in de boosheid blijven volharden. Kortom, er is door de middeleeuwse kunstenaar een boodschap weergegeven en dit op een overzichtelijke en duidelijke wijze. Dit programma was niet speciaal bestemd voor de passanten en de pelgrims maar wel voor de bewoners van het dorp, voor de parochianen van deze Sint-Maartenskerk. Het was voor hen een vorm van aanschouwelijk onderwijs in de heilsgeschiedenis. De mensen van Gaceo zijn terecht fier op hun kleine kerk waarvan het eenvoudige uiterlijk niets verraadt van het machtige schouwspel dat zich binnen in het koor ontvouwt. De mensen van Gaceo tonen graag hun kunstschat aan alle reizigers en pelgrims die er belangstelling voor hebben. Het volstaat de sleutel van de kerk te vragen in huis numero 10. 1) Zie de bijdrage van Arnelia Oosterveld in de Jacobsstaf, 1995, p. 69-71
JAKOBUS /M SCHWABEN I/" Herman Stokmans
Vorig jaar werd rond 25 juli door een internationale groep gewandeld van Bad Waldsee naar Meersburg in het kader van de opening van de Oberschwabische Jakobusweg (H). Dit jaar werd deze weg met 90 km. uitgebreid naar het Noorden, van Ulm naar Bad Waldsee. De officiële qpening was op 25 juli jl.. De avond daarvoor werd in de Martin Luther Kirche te Ulm een concert gegeven door "Der Ludwigsburger Volk Almanachn.Deze vocaallinstrumentale groep speelde en zong diverse liederen m.b.t. "Musik auf Sankt Jakobs Strassen". Op de feestdag van St. Jakobus, werd in de Ulmer Munsterkerk een oecumenische pelgrimsdienst gehouden. De Ulmer Munster bezit de hoogste kerktoren van de wereld, deze is nl. 161 meter hoog. Het gothische interieur van deze kerk is zeer indrukwekkend. Een bijzonderheid vormen de banken in het koor, die tussen 1469 en 1471 gesneden zijn door Jörg Syrlin de Oude. Aan de linkerkant, vanaf de treden gezien, vinden we mannenfiguren afgebeeld en aan de rechterkant vrouwenfiguren: het zijn profeten en sibyllen (heidense profetessen). Daarna werd door een zeventigtal personen een wandeling gemaakt door het 'Fischerviertel', een gerestaureerd Middeleeuws stadskwartier, waarin eertijds een synagoge stond. Vervolgens werd het gezelschap verdeeld over twee autobussen om de route van Ulm naar Bad Waldsee vice versa te volgen. Gestopt werd:
* bij de Pfarrkirche St. Martin te Erbach, waar Dr.
Jakobusweg in Oberschwaben
m,
Vim
\Lhingen
o Apfingen b~aupertshauscn /
o Nonnenhorn
Herzliche Einladung ...
Klaus Herbers, van de Deutsche St. Jakobus-Gesellschaft een voordracht hield over de geschiedenis van de Jakobuspelgrims in Oberschwaben; * bij de Dreifaltigkeitskirche te Oberdischingen, waar het nieuwe pelgrimsgidsje Jakobusweg II' werd voorgesteld. Tegenover deze kerk bevindt zich een hedendaagsebron met een gebeeldhouwde zittende Jakobus. In de rand van de bron staat gebeiteld: 2180 km. zu Santiago; * werd een bezoek gebracht aan de St. Jakobuskirche in Laupertshausen; * bij de St. Martinskirche in Biberach. Het bijzondere aan deze kerk is dat zij sedert de Reformatie onderdak biedt aan zowel de Lutherse als de Katholische gelovigen, onder een streng reglement voor het gebruik daarvan. En dat al eeuwen lang!; * werd de "schönste Dorfkirche der Welt" te Steinhausen bezocht. Een totaal van top tot teen 'barockisierte' kerk. Voor Nederlandse begrippen ondenkbaar! Hier werden wij verrast door een muzikale bijdrage vanaf het orgelbalkon. Twee sopranen zongen daar, met orgelbegeleiding, een wonderschone hymne van een oud-italiaanse componist; * het eindpunt van deze rondrit werd bereikt in Bad Waldsee. Deze bustour volgde in grote trekken de Oberschwabische Jakobusweg II
Tijdens de volgende dagen werd door een enthousiaste groep van 40 personen deze weg ingelopen. De route werd door jonge leraren van het 'Staatlichen Seminar fur schulpraktische Ausbildung Meckenbeuren' in samenwerking met het Duitse St. Jakobus-Genootschap bewegwijzerd en zal door hen ook in stand worden gehouden. Tijdens de wandeltocht deden wij de (sedert 1530 Evangelische) Franziskuskirche te Ersingen aan. Het interieur daarvan is wel 'barockisiert', maar toont ook bijzondere laat-gothische muurschilderingen o.a. een stigmatisatie van de Heilige Fransiscus van Assisi Bijzonder in deze kerk is dat op de predella Christus met de twaalf apostelen als halffiguren zijn afgebeeld, daaronder natuurlijk onze pelgrimspatroon Jakobus mét hoed en schelp.
Een predella is een verbindingsstuk tussen het ondergedeelte van het schrijnaltaar of retabel, dat door luiken afgesloten kan worden, en het bovengedeelte van het altaar (ter illustratie is het altaar, met daarop geplaatste predella en retabel, in de kerk van Disentis (Graubunden) afgebeeld).
Een gedeelte van de groep 'wanderte' door vanaf Bad Waldsee naar Meersburg, waar het eindpunt bereikt werd. In totaal is tijdens deze route op acht adressen overnacht. Vorig jaar liepen wij met 12 personen, dit jaar waren het er ruim 40 ! De enthousiaste dagelijkse leiding lag (evenals vorig jaar) in handen van Gerhilde Fleischer, Rainstrasse i11 3. D-88316 Isny. Tel.1Fax 0049-7562-55385), die ook graag informatie omtrent beide genoemde Jakobuswegen wil geven. Van groot nut tijdens deze tocht zijn de wandelkaarten van het Landesvermessungsamt Baden1 Wurttemberg, de bladen 19 en 21 (schaal 1: 50.000). Het plan is om volgend jaar, omstreeks 25 juli de Jakobusweg uit te breiden vanuit Neurenberg via Rothenburg old Tauber naar Ulm (of andersom). Bij Neurenberg wordt de aansluiting gevonden op de 'camino' naar Praag en wat daarna verder volgt! Het genoemde voorbeeldig uitgevoerde gidsje Jakobusweg 11 is (evenals het eerste gidsje) uitgegeven door het Schwaben Verlag AG, D-73760 Ostfildern (ISBN 3-79660905-8) en verkrijgbaar bij Buchhandlung Manfred Zentgraf (In den Böden 38, D97332 Volkach. Tel. 0049-9381-4492. Fax 6360), dé boekhandel die gespecialiseerd is op het terrein van de Jakobusliteratuur. 1) Zie ook de Jacobsstaf 1997133, pag. 15-16.
MESETA: gehaat en geliefd Ida Blok
[...]De meseta wordt door iedereen als één van de moeilijkste stukken van de weg[ ...lbeschouwd[...]. Stond in 'Weg en verandering' de Jacobsstaf 1997134 pag. 58. Door iedereen. Door iedereen? In geen geval door mij. Goed ik liep er niet in de zomer maar begin oktober, dus de zon was niet brandend maar hooguit lekker warm. Barbara Haab schrijft: "Men is alleen met de oneindigheid van hemel en aarde" en dat is blijkbaar afschrikwekkend. Ik heb ook de oneindigheid van hemel en aarde ervaren, maar dan in positieve zin. Ik liep er helemaal alleen en genoot van die oneindigheid. Voor mij was het meer het lopen op de aarde met de hemel heel dicht bij, het eindeloos je gedachten kunnen laten fladderen, ze de vrije loop laten. En dan: "... met de eentonigheid van de weg". Als je je omgeving goed op je laat inwerken is die niet eentonig. Ter illusratie wil ik een paar gedeelten uit mijn dagboek aanhalen. De dag dat ik naar Sahagun liep: [...l Het landschap vandaag is veel heuvelachtiger dan gisteren. Wel net zo verlaten. L..] Ik neem mijn eetpauze op de top van een heuveltje. Het uitzicht is schitterend. Allerlei tinten geel en bruin, hier en daar worden de lijnen onderbroken door een boom of een rijtje bomen. [...]. En de volgende dag, in de buurt van Bercianos: [...l Wat loopt het heerlijk op zo'n frisse, stralende morgen. [. ..] Weer kijk ik met plezier naar de verschillende kleuren van de meseta. Veel velden zijn geploegd, de grond is chocoladekleurig tot roodbruin. [,..] Wat geniet ik van de herfstkleuren in de zon. Het valt me op dat er weinig vlinders zijn. Krekels daarentegen sprigen voortdurend over de weg. [...] Mijn dagboek heb ik tijdens de reis geschreven. Ook naderhand heb ik het gevoel dat er juist op de meseta stukken waren waar ik me absoluut gelukkig voelde. Van anderen heb ik eveneens gehoord dat ze meseta niet vervelend vonden
AUBRAC Ria - Nijmegen
grauw grijs graniet in vormloze hompen voorgekauwd door krankzinnig kwade kaken uitgebraakt op dorre weidegrond donker dreigend drijven wolken door de lucht strak striemend weert ijzige wind
de wandelaar die dwars door demonische elementen heen geniet van wat hij ziet van viooltjes violet van kleur van velden vol narcissen scherp gekruid van geur het brak een hart Aubrac
Judas Thaddeus: In de verrijzenis van het lichaam
Credo van de apostelen Voorspellingen door de profeten:
- Dorre beenderen, luistert naar het woord van Jaweh tot deze beenderen: waarachtig, ik ga een geest in u brengen opdat gij weder levend wordt. Ezechiël 37, 4-5 - Waarachtig, ik ga uw graven openen, u opwekken uit de graven. Ezechiël 37, 12. - Ik weet dat mijn verlosser leeft en ten laatste op aarde verschijnt dat ik mij zal oprichten achter mijn huis en van mijn vlees uit God zal aanschouwen. Job 19, 25.
Van de hier gepubliceerde (en te publiceren) prenten zijn enkele ontworpen door Maarten de Vos en gegraveerd door Jacobus de Weert. De meeste zijn vermoedelijk het werk van de Antwerpse meester Hiëronymus Wierix (15531619) die ze ook drukte en uitgaf.Een reeks oorspronkelijke prenten wordt bewaard in het Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit te Leiden.
NAJAARSVERGADERING IN OOST-NEDERLAND TON VAN GESSEL
ZWOLLE
Het organiseren van de najaarsbijeenkomst van het Genootschap in een der regio's, zoals dat nu al enige tijd gewoonte is, stelt de betreffende regio voor het probleem een locatie te vinden die, enerzijds, het steeds groter wordende aantal deelnemers kan herbergen en die, anderzijds, ook enige spirituele uitstraling heeft. Eventuele banden met Jacobus strekken daarbij tot aanbeveling. Daarnaast wil je als regio dat de plaats van samenkomst ook het regionale een beetje vertegenwoordigt. Dat alles in één locatie volledig te realiseren is nagenoeg onmogelijk. Het gegeven van het grote aantal deelnemers, die zowel allemaal samen als in kleinere aparte groepen moeten kunnen vergaderen, blijft immers de basis van waaruit een en ander moet worden georganiseerd.
Gekozen is voor Zwolle, de hoofdstad van Overijssel; de provincie die geheel in de Regio Oost-Nederland valt. Wij zijn dan te gast in de Dominicanenkerk met klooster. De bedoeling van dit artikel is om u al vast een beetje kennis te laten maken met de stad Zwolle en zijn rijke historie, met enkele mensen (en zelfs een engel), die belangrijk geweest zijn (en nog zijn) voor de stad en haar omgeving en met de plaats van samenkomst op 8 november van dit jaar.
U Mini stadswandeling In het Verkadealbum DE IJSSEL (1916), schrijft Jac.PThijsse over Zwolle: "Eigenlijk behoort Zwolle meer tot het gebied van de Vecht, maar we konden toch niet nalaten, om eventjes rond te toeren. Voor den kijklustigen wandelaar geldt natuurlijk het eerste bezoek de Sassenpoort, met al zijn torentjes, een gebouw, dat dateert uit het laatst van de vijftiende eeuw. Zwolle moet er toen zeer krijgshaftig uitgezien hebben met veel wallen en bastions en torens, waarvan de beroemde schilder Gerard Terborg bijzonder mooie vlotte schetsen heeft nagelaten. Deze Terborg is tusschen twee haakjes op later leeftijd terecht gekomen in Deventer, waar hij tot zijn dood toe is gebleven en daar zijn ook nog heele schilderstukken van hem te zien. Als ik mij niet vergis, is hij er zelfs lid van de vroedschap geworden. Daarentegen is Thomas a Kempis uit Deventer naar Zwolle gekomen en heeft daar de Agnietenberg beroemd gemaakt. 't Is een beetje vreemd, dat de hoofdkerk, de Michaëliskerk op het Marktplein geen toren heeft en daarentegen drie groote schepen, terwijl de Zwolsche toren, de hooge grijze, die uren ver te zien is, u leidt naar een eng pleintje. De toren zelf is alweer niet af, evenals die van Zutphen en Deventer; het heeft er weer niet op kunnen overschieten om de spits geheel te voltooien. Maar net als bij Deventer raakt je aan het figuur zoo gewend en gehecht, dat je 't eigenlijk niet anders zoudt wenschen." Tot zover Jac.F! Thijsse, in een mini-stadswandeling met kritisch commentaar en verwijzing naar historische figuren, die weliswaar geen tijdgenoten waren maar in Zwolle iets gemeenschappelijks hadden en hebben. Gerard Terborch (1617-1881) is er geboren en Thomas a Kempis (1380-1471) was er zo'n honderdvijftig jaar eerder gestorven. En ze liggen allebei begraven in een Michaëlkerk, Gerard Terborch in de Grote kerk en Thomas a Kempis in de nieuwe Michaël aan de Bisschop Willebrandlaan. O Een engel als stadswacht In een boekje, getiteld Michaël, uitgegeven in 1996 door de Hervormde Gemeente te Zwolle, staat op blz 75/76: "Michaël was gedurende de Middeleeuwen tegelijk stadspatroon en schutspatroon van de parochiekerk. 1-1 Ook voor de stedelijke overheid had Michaël gedurende de Middeleeuwen misschien een religieuze betekenis. In elk geval behoorden de magistraten tot de Michaëlsparochie. 1-1 Een
eventueel religieuze betekenis verdween met de reformatie. Michaël groeide uit tot een symbool - in modern jargon 'logo' - voor de stad. Op allerlei voorwerpen die versierd moesten worden of die een band met de stad aanduidden komt hij voor. Zo zien we hem op stedelijke insignes, op munten , op een vaandel en op stadspoorten bij de ingang van de stad. Een beeld van hem prijkt op de Grote kerk die zijn naam draagt en de meest recente afbeelding is een in 1994 door het gemeentebestuur geschonken glas-in-lood-raam met de afbeelding van Michaël met de draak. Ook staat hij afgebeeld op de ambtsketen van de burgemeester."
Waar is St Jacob? Zoals in de inleiding al gezegd, je kunt niet alles hebben. Wie St Jacob zoekt moet echt een verrekijker meebrengen. We vinden hem in de Broerenkerk tussen de plafondschilderingen. Daar is een fragment van hem te zien. Maar wellicht is Michaël met de draak een goede remplaçant.
O Zwolle de stad De stad is gesticht in de 9de eeuw op een verhoogde watervrije plaats (in OudNederlands suol genoemd) tussen Vecht en IJssel. Aan die situering dankt Zwolle zijn ontwikkeling als knooppunt van waterwegen, later uitgebreid met goede verkeerswegen en het spoor. Na Utrecht is Zwolle het tweede spoorwegknooppunt van ons land. Een levendige stad met ruim 100.000 inwoners tevens de hoofdstad van de (nog ongedeelde) provincie Overijssel en men hoopt dat ook zo te houden. Zwolle is een voormalige Hanzestad. De Hanze uit de Middeleeuwen was een verbond van welvarende en machtige handelssteden in Noord-West-Europa, die tussen 1260 en 1669 een soort Europese Unie 'avant la lettre' vormden. Zwolle kreeg in 1230 stadsrechten en daarmee het recht om stadsmuren te bouwen. De vele monumenten zeggen iets over het rijke verleden met als hoogtepunt de 15e eeuw. De fraai gerestaureerde binnenstad bevat delen vanaf die periode waarbij het stratenpatroon van toen bewaard gebleven is.
C3 Monumenten Uit het verhaal van Jac Thijsse kennen we al de Michaëlkerk en de kerk met de niet afgemaakte grijze toren die het stadsbeeld van Zwolle bepaalt en als stadssymbool dienst doet; de Peperbus. Het is de toren van de Onze Lieve Vrouwe ten Hemelopnemingskerk aan de Ossemarkt, gebouwd in 1463. De toren is van 1487 en in de 17de eeuw voorzien van de huidige lantaarn. De kerk bezit o.a. middeleeuwse relieken en beelden en er hangt een schilderij van Thomas a Kempis uit de 17de eeuw. De Broerenkerk is de oorspronkelijke kloosterkerk van het in 1465 gestichte Rominicanen- of Predikherenklooster. Na de reformatie moesten de Dominicanen in 1580 de stad verlaten. De kerk werd in de tachtiger jaren gerestaureerd waarbij unieke gewelfschilderingen te voorschijn kwamen en aan de noordwand fragmenten van renaissance wandschilderingen. De kerk heeft nu een multifiunctioneel gebruik. Het kloostercomplex is als conservatorium in gebruik. De Befhlehemskerk was de oorspronkelijke kloosterkerk van het Augustijner koorherenklooster Bethlehem, gesticht in 1309. Hervormde kerk Windesheim dit was eertijds de brouwerij van het beroemde Regulierenklooster der Moderne Devoten Windesheim, gesticht door Geert Groote. Re Sassenpoort is een indrukwekkend middeleeuws poortgebouw, daterend uit 1409. De poort is lang als gevangenis in gebruik geweest. Nu is het bezoekerscentrum. Het Celepoorfje aan de Papenstraat is genoemd naar Joannes Cele. grondlegger van de Latijnse school, pedagoog en modern devoot. Het poortje geeft toegang tot het pandhof van de fratershuizen van de Moderne Devoten. Dit is een greep uit de vele en interessante bezienswaardigheden van Zwolle. Op 8 november bestaat de mogelijkheid voor het maken van een stadswandeling als één van de geplande workshops.
O Dominicanenkerk Tot slot de plaats waar de najaarsvergadering zal plaats vinden, de Dominicanenkerk met klooster. Nadat zij er in 1580 waren weggegaan kwamen rond de eeuwwisseling de Dominicanen weer naar Zwolle en bouwden een kerk met klooster midden
in de toenmalige arbeiderswijk. Later werd dit uitgebreid met een seminarie dat nu niet meer bestaat. Het gebouw wordt door anderen gebruikt. De kerk heeft als schutspatroon Thomas van Aquino (1225-1274), een Italiaans wijsgeer en theoloog en kerkleraar die al op 17-jarige leeftijd toetrad tot de orde der Dominicanen en een grote invloed heeft gehad op het christelijk denken en de filosofie.
De neo-gothische kerk is gebouwd in de periode 1899 tot 1901 door de Venlose architect J.Kayser, een leerling van de meer bekende architect PJ.H.Cuypers. In deze kloosterkerk vindt men o.a. het beroemde schillderij van Willem van Konijnenburg "de triomf van Thomas van Aquino". In het aangrenzende klooster bevindt zich een imposante kloostergang (Claustrum). De kerk is onlangs gerestaureerd, een karwei dat in 1982 begon en 12 jaar heeft geduurd. Kerk en klooster vormen een fraai complex, bruisend van activiteiten op cultureel en spiritueel gebied. Tijdens de najaarsvergadering is er ongetwijfeld meer informatie beschikbaar over dit imposante gebouwencomplex.
COQUILLES SAINT-JACQUES O Gebakken Saint-Jacques met zuring Voor 4 personen: 8 coquilles, 1 staaf prei, 2 grote asperges en 16 blaadjes zuring. De coquilles zijn door de visboer schoongemaakt. laat ze toch maar een poosje in veel ijskoud, lopend water zwemmen om eventuele zandkorreltjes te verwijderen. Let wel, hou ze niet onder een forse waterstraal! Haal ze na het spoelen uit het water en dep ze goed droog. Snij ze over de lengte in tweeën. Laat de eventuele corail best weg. De prei en de asperges schoonmaken en in dunne reepjes (julienne) snijden. De zuringblaadjes van hun steeltjes ontdoen, ze goed in het water spoelen en drogen. Enkele blaadjes op elkaar leggen en ze rollen, net als een sigaar. Daarvan snijden we dunne, ronde plakjes en die houden we even terzijde. Van diepgevroren bladerdeeg rollen we een klein stukje uit en bestrijken het met losgeklopt eigeel. Bestrooien met gemalen Parmezaanse kaas en in repen van 10 bij 3 cm snijden. De strookjes bladerdeeg voorzichtig op de bakplaat leggen. Die mogen gedurende een 20-tal minuten bakken in de oven, op circa 210 graden Celsius. In die tijd is het deeg luchtig gezwollen. De saus dan, een lichte beurre blanc. Stoof een halve fijngesneden sjalot aan in een weinig boter. De sjalot moet glazig, transparant zijn. Gooi daar een blaadje laurier en een takje tijm bij, evenals een eetlepel goede wijnazijn. Laat de azijn uitkoken voor dat u een glas droge witte wijn mee laat koken samen met evenveel groente- of visbouillon. Laat opnieuw inkoken tot er een derde van het volume vocht overblijft. Voeg een scheutje room toe, laat even koken en werk er - van het vuur af - kleine klontjes koelkastharde boter onder, tot voldoende hoeveelheid. Kruid naar eigen smaak met peper en zout en wrijf alles door een zeef. Hou de saus warm, zonder ze te koken. Zet twee bakpannen op het vuur. In de eerste gaat een scheut olijfolie. Daarin fruiten we de prei en aspergestaafjes beetgaar Enkele korreltjes grof zout volstaan als kruiding. In de andere pan smelten we een klont boter. De Sint-Jakobsschelpen wentelen we voorzichtig in wat bloem, die er onmiddellijk weer wordt afgeklopt. Coquilles hoeven niet lang te bakken, kleuren aan beide zijden volstaat ruimschoots. Kruiden met wat peper van de molen en een paar korrels grof zout.
In het midden van een diep, voorverwarmd bord, komt een toefje van de gemengde prei en asperge. Drop nu de ronde plakjes zuring in de warme beurre blanc. Laat de rolletjes groen half smelten in de warme saus en verdel een lepel saus rond de groenten. Schik de stukken coquille tegen de groenten aan en leg er kunstig de gebakken bladerdeegstrookjes bij. Daarbij een tintelende, fruitige witte Loirewijn drinken. Marc Paesbrugghe en Della Bosiers, De Standaard Magazine, 23 mei 1997
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
O Van de voorzitter September in de Staf - En hoe was uw zomer? Viel het tegen of mee? De reis van uw leven gemaakt naar Compostela of thuis gebleven om afhankelijke familie of dieren te verzorgen? Of iets heel anders? Ik heb in juni de Jacobsweg vanaf Arles drie weken gevolgd. Met rugzak, tent en brandertje. Met Sinterklaas kreeg ik een fascinerend boekje: Ie Chemin d'Arles met kaarten en routebeschrijvingen dus daar moest een begin aan gemaakt worden. Achteraf bezien, zit het grootste contrast tussen wat ik ervaren heb en wat een kunsthistoricus over schatten langs de route kan vertellen. Je zou bijna zeggen, laat kunsthistorisch geïnteresseerden maar lekker in Nederland blijven en genieten van foto's, dia's of video omlijst door een deskundige zoals bij voorbeeld Mireille Madou. Ik ben in die driehonderd kilometer één herkenbaar een oude jakobsschelp tegengekomen op een Hotel Dieu in een verder doodsaai plaatsje en één keer een beeld van Jacobus in Castres. Een moderne schelp was te zien in St. Guilhem Ie Desert bij een fontein. Op meerdere plaatsen stond een W - b o r d j e 'Halte sur les Chemins de St. Jacques', bij voorbeeld in hetzelfde St. Guilhem waar overigens geen camping meer was. Het stelt niets voor. Als lange afstandswandeling was het schitterend en het was goed gemarkeerd met de bekende witlrode markering. We hebben ook wel gastvrijheid van Fransen ontvangen op grond van onze jakobsschelp maar ik zou niet weten waar je een gevoel van spiritualiteit vandaan moest halen met zo weinig verwijzingen naar Jacobus en zo weinig mede pelgrims. In ieder geval niet meer dan bij voorbeeld op het Pelgrimspad of het Maarten van Rossumpad.
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
Ik heb wel de schrijver van het boekje kunnen vervloeken. Hij moedigde af en toe aan om een omweg te maken vanwege iets bijzonders. Dit was soms zo afgrijselijk steil of ronduit onjuist weergegeven dat het niet haalbaar was. En eigenlijk was het enige stuk wat logischerwijs door Middeleeuwse pelgrims gebruikt is vlak langs de 'Autoroute du Soleil' en dus alleen al vanwege het geluid onaantrekkelijk. Misschien moet je ook wel niet proberen iets te imiteren wat allang voorbij is. Dat is ook wel de leidraad in deze route geweest. Kies een mooie weg liefst via smalle paadjes tussen de bekende halteplaatsen van pelgrims naar Compostela. Verder moet de inhoud toch uit jezelf komen. Op de manier van oude pelgrims naar Santiago gaan is niet haalbaar meer. Alleen degene die alle moderne verworvenheden op het gebied van hygiene, voedingsleer, medicijnen en openbaar vervoer naar Compostela (ook terug), achter zich gelaten heeft, kan mij in het ongelijk stellen. Ik weet nu wel zeker dat het tympaan van de St. Trophime van Arles in een dialezing iets anders is dan een kerk waar je aankomt als je de hele dag gelopen hebt. Katrina van den Berg
FRANCE
St-Guilhem le Désert St-Gilles ARLES
Castres
PUENTEW-REINA
-\
Jaca
ESPAÑA
Montpellier
4
. C,
br\yr--
PS. Ik heb ook een reisverslag van het stuk van Arles naar Castres gemaakt. Mocht u hier belangstelling voor hebben, dan wil ik u dat wel toesturen (Vossenstraat 7, 3817 WH Amersfoort = 033-465 06 23).
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
O Najaarsvergadering te Zwolle Zoals gebruikelijk bij landelijke bijeenkomsten zal ook op 8 november a.s. in Zwolle de mogelijkheid bestaan in de 'wandelgangen' iets aan te bieden of te verkopen dat met St. Jacob en pelgrimage te maken heeft. Aanvragen bij het bestuur van het genootschap pla Fazantenkamp 576, 3609 DG Maarssenbroek. In verband met de organisatie hiervan graag een kopie van de aanvrage vóór 15 oktober 1997 aan de regio-contactpersoon: G. Westgeest, Ganzemarkt 22 7631 EN Ootmarsum. O Oproep voor medewerkers van Nederlandse middelbare scholen Het Bureau d'échanges van de Franse ambassade in Nederland beschikt over een lijst van Franse scholen die op zoek zijn naar een vorm van uitwisseling met Nederlandse scholen. Een van die Franse scholen, het College privé Notre-Dame in Bressuire (Deux Sèvres) zoekt een Nederlandse partnerschool voor het project "Saint Jacques de Compostelle: dat zich gedurende zeven dagen moet afspelen ergens in de periode 15 mei tot 5 juli 1998. Het is de bedoeling dat de leerlingen het traject van Saint Jean Pied de Porf naar Santiago afwisselend te voet en met een bus afleggen. Het overnachten zal geschieden in refugios en gymzalen; slaapzakken en matrasjes moeten worden meegenomen. Het eten moet door de leerlingen zelf worden verzorgd. De groep mag maximaal uit twee bussen - waarin 95 leerlingen uit Frankrijk, Nederland en België en vier of vijf volwassenen per land bestaan. De genoemde Franse school heeft deze tocht al zes keer eerder gemaakt, maar zonder Europese partners. Belangstellenden kunnen zich wenden tot: College Privé Notre-Dame 4, rue des Religieuses F- 79300 Bressuires e 00.33.549 65 01 06 - fax 00.33.549 74 20 87 O Ramsj Santiago de Compostela, 1000 jaar Europese bedevaart catalogus, in de Franse taal, uitgegeven bij gelegenheid van de grote tentoonstelling te Gent in 1985. Thans in de schappen van boekhandel De Slegte voor de prijs van f 19,95 rijk geïllustreerd, 497 blz. De catalogus is uitgegeven door: Centrum voor Kunst en Cultuur, Sint-Pietersabdij, Gent in samenwerking met Gemeentekrediet van België.
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
REGIO'S REGIO AMSTERDAM Janna Matthijsen, Geerdinkhof 35, 1103 PP Amsterdam, Contactpersoon: a (020)699 61 73 Paul Roosendaal, Borgerstraat 58, 1053 PV Amsterdam, P (020)683 48 56 REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET IJ Jan Louter, Dorpsstraat 65, 1689 ER Zwaag, Contactpersoon: a (0229)236 512 REGIO BOLLENSTREEK - RIJNLAND Contactpersoon: C.G. van Tongeren, Rijnsburgerweg 4lF4, 2215 RA Voorhout, a (0252)231 147 REGIO DEN HAAG Cees Rooijackers, Wagenstraat 85 H, 2512 AS Den Haag Contactpersoon: (070)360 24 42 0 REGIO ROTTERDAM
Contactpersoon:
Emiliano Ruk, Rondolaan 119 A, 3089 PR Rotterdam
REGIO UTRECHT-ZUID/RIVIERENGEBIED Janneke Mulder en Stephan van Meulebrouck Contactpersoon: E. Zoudenbalchstraat 33, 3552 AK Utrecht, =(030)244 55 07 Zaterdag 5 juli 1997: de eerste bijeenkomst van de regio Utrecht-ZuidlRivierengebied! Daaraan vooraf ging een kleine enquête onder de ca. 100 leden in de regio. 34 leden reageerden positief op de vraag of ze geïnteresseerd waren in regio-bijeenkomsten. Het aantal personen dat uiteindelijk aanwezig kon zijn bedroeg 15, voorwaar een klein maar fijn gezelschap! Even voor twaalven 's middags stonden de eerste gasten bij ons op de stoep. Wat is het toch geweldig om te zien: zet, onder de vlag van Jacobus, een stel volslagen vreemden bij elkaar en het ijs is vrijwel meteen gebroken. Na het welkomstwoord door Stephan volgde een namenrondje. Uiteraard wilde iedereen van elkaar weten of, wanneer en hoe de Camino afgelegd werdlgaat worden. Hetgeen vaak aanleiding gaf tot een boeiend en zeer persoonlijk relaas.
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
In het zonnetje ging het daarna te voet langs de rivier de Vecht (net zoals de pelgrims vroeger) naar de Utrechtse Jacobikerk. Van een afstand was de schelp op de torenspits al duidelijk te zien. Wat is er nu mooier dan zo'n schitterende kerk, gewijd aan Jacobus, in je eigen stad of regio? In de kerk wachtte ons een rondleiding. Twee deskundige gidsen deden op bewogen1 en vaak humoristische wijze verslag van de geschiedenis van het gebouw. Aan bod1 kwamen ondermeer de beschieting door de Spanjaarden in de Tachtigjarige Oorlog1 en de cel waarin Middeleeuwse kluizenaressen zich lieten opsluiten. De Jacobusbroederschap had haar eigen kapel in de kerk, waar de overleden leden begraven1 mochten worden. Daaraan herinneren nu nog de Jacobsschelpen op een aantal1 grafstenen. Hedendaagse pelgrims kunnen in de Jacobikerk een stempel halen die een kopie is van een in de kerk opgegraven Middeleeuws exemplaar. Na de rondleiding liepen we terug naar ons huis, waar we de middag voortzetten. De stemming zat er goed in, en drank en tapas deden de rest. Nadat we de laatste! gasten rond half acht uitzwaaiden, konden we wel concluderen dat deze dag zeker voor herhaling vatbaar was. Daaraan hebben de aanwezigen zeker bijgedragen! Alle! belangstellenden ontvangen voor de volgende keer een uitnodiging. REGIO MIDDEN NEDERLAND Contactpersoon: Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576, 3607 DG Maarssenbroek, a (0346)569 133 REGIO BREDA Contactpersoon:
vacature
REGIO HART VAN BRABANT Mw. E.C.C.M. van Helmond-van Berkel, 'Leyenhorst', Contactpersoon: Gemullenhoekenweg 14C, 5062 CD Oisterwijk, a (013)521 65 82 O REGIO 'S-HERTOGENBOSCH
Contactpersoon:
Anneke & Wim Bettonvil, Antoon der Kinderenlaan 8, 5212 AA Den Bosch, (073)613 52 15
O REGIO EINDHOVEN - HELMOND
Contactpersoon:
Jac. A. van Hooren, Dardanuspad 17, 5631 KE Eindhoven, a (040)243 07 76 Bart Leemrijse, Pasteurlaan 57, 5644 JB Eindhoven, (040)211 94 12
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
Zomerwandeling Op 28 juni maakten twintig leden van onze regio een wandeling van vijftien kilometer, een gedeelte van het snel bekender wordend Pelgrimspad, van de Heilige Eik onder Oirschot naar de Jacobushoeve in Vessem. Eén van de lopers zei voor het begin van de wandeling: 'Bij ons noemden ze da vruuger een aauw punt!' 'n Oud punt. Als je er over nadenkt een veel meer omvattende naam dan 'heilige plek' of 'pelgrimsoord' of 'energiepunt' of 'meetingpoint'. Het kan terug gaan tot een vaag verhaal van je overgrootvader. "Ik heb nooit anders geweten of op die plek stond een kapelleke". Of tot de steeds uitdijende, steeds fantastischer wordende wonderverhalen uit de Middeleeuwen. Of tot voor-Christelijke tijden met hun machische lading. Bij een oud punt moet je eigenlijk niet vragen naar de oorsprong ervan. Het mag zich onttrekken aan de meetlat van de tijd, z'n geschiedenis mag zich verliezen in verre verten. Op onze wandeling werden we geconfronteerd met drie oude punten: als eerste de Heilige Eik bij Oirschot. Op een idyllische plek aan het riviertje de Beerze staat de oude Mariakapel met een replica van het wonderbeeldje (het origineel is te zien in de grote kerk van het dorp). Zoals vaak in de verhalen werd het door een boer of herder in de Beerze ontdekt, tegen de stroom in drijvend! Waarna het spel begon van. in een holle eik, naar de kerk, terug in de eik, enzovoort, tot het duidelijk was dat er op die plaats een kapel moest komen. Op het zelfde terrein staat nog een kleine grot met een pieta, waaronder een simpel volks, maar herkenbaar algemeen menselijk gedichtje: "Geen kind zo lief, geen smart zo groot, als Jezus op zijn moeders schoot." 'n Minikapelletje met kort maar duidelijk: "Sint Antonius, brood voor de armen" completeert het geheel. Na een kwartier lopen, waterkant en bos, weer een bedehuisje toegewijd aan Theresia van Lisieux: "Ik zal een rozenregen doen neerdalen." Heel verdekt opgesteld, kennelijk ooit gerenoveerd, 'n rustig modern relief van de heilige met haar belofte, een tegel in de vloer met: "Ter dankbare herinnering aan een verkregen gunst." Bij navraag op de Jacobushoeve en bij de VVV Oirschot bleek niemand te weten door wie en wanneer de kapel is gebouwd. 'Dieje mens wilde onbekend blijven en we weten ook niet wie het onderhoudt ...' Eind juni zag het interieur er wat verwaarloosd uit, maar een week later stond er een vaas met kunstbloemen en brandde er een waxinelichtje. Dan weer bos en lange dreven. Ons derde 'oud punt' vergezelt ons tijdens de hele wandeling: Santiago, de stad en waar die voor ons voor staat. 'n Maisakker, de eerste huizen van Middelbeers en dan een domper: het (verder mooie) dorp presenteert zich met een saaie schil bedrijfsgebouwen. Lege muurvlakken, geen bescherming van streekeigen groen.
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
Goed voor de economie van het dorp, maar gemeentebestuur en VVV kan dit niet anders? Later, het dorp voorbij, vanaf de uitstekend in groen verpakte skibaan, zien we hoe het ook kan: twee spitsen, veel geboomte, een landelijk Brabants dorp. Moe van het lopen, moe van het praten, strijken we neer bij het Kromven, waar onze onvolprezen verzorgers alles in gereedheid hebben voor een zeer geanimeerde lunch met zicht op vennen en vogels. Wat een wijdsheid! Wat een gezelligheid! We praten door over de oude punten. Vaak kennen we iets van hun geschiedenis van naief geloof, gat in de markt voor slimme monniken, kerkpolitieke verwikkelingen. Hun lading verschuift met de eeuwen. Wat zijn die oude punten voor ons, de eindtwintigste eeuwers, nog? Er komen antwoorden als: je in een traditie weten, plaatsen om na te denken, sociale trefpunten in een killere wereld, samenballingen van aardenergie, plekken om je eigen spiritualiteit te toetsen, gewoon mooie en gezellige punten op een wandeling. Nog acht lilomter te gaan, nog een hoosbui die de stemming niet kan drukken en met. kofíie in de Jacobushoeve wordt de dag besloten. Dank je wel mensen die ons goed1 verzorgden en tot begin januari? Jac van Hooren1 O REGIO LIMBURG
Contactpersoon:
Herman Hecker, Hertenerweg 18, 6049 AA Herten, =(0475)334 965
O REGIO NIJMEGEN - ARNHEM
Contactpersoon:
Ted van Gaalen, Krekelstraat 19, 6533 RB ~ i j m e ~ e " , = (024)356 50 43
O REGIO OOST NEDERLAND
Contactpersoon:
G. Westgeest, Ganzenmarkt 22, 7631 EN Ootmarsum, 351
.a (0541)293
Regio Bijeenkomsten in najaar 1996 en voorjaar 1997 Op vrijdagavond 13 december 1996 was er een regiobijeenkomst in het Dominicanenklooster in Zwolle. De avond begon om 19.00 uur met het bijwonen van de Vespers, die werd geleid door pater Henk Sechterberger. Daarna kwam het gezelschap, inmiddels aangegroeid tot 35 personen, samen in de refter waar Ds Hans Gunther een verslag gaf met dia's en geluidsbandjes over zijn fietstocht, gehouden in 1996. Een boeiend verslag met wederom de conclusie dat elk verhaal, hoewel het over dezelfde tocht gaat, telkens weer anders is.
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
Precies een halfjaar later op vrijdag 13 juni 1997 was de regio te gast in het 'Jongeren op weg' centrum te Assel (Hoog-Soeren) bij de Salescianen van Don Bosco. Na de ontvangst met kofie of thee was er een wandeling geprogrammeerd in de prachtige omgeving. Het weer werkte niet helemaal mee omdat er onderweg een regenbui viel, maar een beetje Santiago-ganger valt dat nauwelijks op. Na de soep met de meegebrachte boterhammen hield onze gastheer Kees van Luyn (de schrijver van het boekje Het Graanvogeltje, dat een verslag is van zijn eigen Santiagotocht) een voordracht over "Jongeren op weg naar ...(hun Pelgrimstocht)". Hierin schetste hij de als maar voortdurende al of niet succesvolle tocht van de jongere(n) van nu. Een verhaal dat erg veel indruk maakte op het gezelschap, dat inmiddels tot een twintig personen was aangegroeid. Daarna werd gesproken over de activiteiten, die samenhangen met de organisatie van de landelijke najaarsbijeenkomst in de regio en werd er een werkgroep hiervoor geformeerd. Naar aanleiding van de uitnodiging voor deze laatste bijeenkomst nog het volgende: Door wisselingen in het landelijke bestuur kon de regio niet beschikken over de recente ledenlijst en is de lijst van november 1996 gebruikt. Dat is de reden waarom nieuwe leden in onze regio geen uitnodiging hebben ontvangen, waarvoor ons excuus. De regiobijeenkomst in najaar van 1997 komt te vervallen in verband met organisatie van de landelijke vergadering in onze regio. Ton van Gessel REGIO FRIESLAND Contactpersoon: Siep Zeinstra, Mr. F?J.Troelstraweg 42, 8917 CN Leeuwarden, = (058)212 91 98 0 REGIO GRONINGEN - DRENTE Contactpersoon: Thom Oosterhof, Mozartstraat 31, 9722 EB Groningen, = (050)525 51 44
Zaterdag, 9 augustus 1997. Daar lopen we dan met z'n vijven op het Hoge Land met Spaanse temperaturen de klei-camino te bewandelen die af en toe ook nog in een fata morgana-achtige situatie terechtkomt, als in de meseta, maar dan een Groningse. De temperatuur moet om en nabij de 30 graden zijn. Een achterop rijdende postbezorger in zijn rode bestelwagentje vraagt wat ons beweegt, onder
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
deze wolkenloze blauwe hemel met z'n brandende zon. Hoe kan de man weten dat wij een camino aan het lopen zijn ondanks dat enigen de Jacobsschelp om hebben. Onze tocht voert naar het rustieke dorpje Warfhuizen waar 's middags in het uit de vorige eeuw daterende waterstaatskerkje ons regiolid Pieter Wiersema zijn expositie over zijn weg naar Santiago zal openen. Zijn land-artproject: 'Sound Track - Signs of Passing'. Wij vertrekken om half tien en via slingerpaden passeren wij in dit oudste cultuurlandschap van ons land het gehucht Wierum, gelegen op een wierde. Na Wierumerschouw volgt een nieuw aangelegd fietspad en arriveren we in Garnwerd waar in het bruine-cafe de koffie wordt genuttigd. Wij trekken verder. Wij hebben elkaar veel te vertellen. Alle vijf zijn wij reeds onderweg geweest naar Santiago. Verhalen die je onderweg hoort en ook ons eigen verhaal wat ons zoal bezighoudt in ons dagelijks doen en laten. Feerwerd met z'n Jacobuskerk (zie Jacobsstaf 1996131) wordt gepasseerd en daarna door het dorp Ezinge, ooit gebouwd op één der grootste wierden van ons land. Wij trekken door Saaksum waar de tijd is stil blijven staan. Na Roodehaan zien wij in de verte Warfhuizen liggen maar wij moeten nog een vrij lange weg lopen zonder schaduw gevende bomen die ons een wat meseta-achtige beleving geeft. Als wij om half drie arriveren zijn er al enige regioleden die op de fiets zijn gekomen. Degene die de expositie zou openen bleek verhinderd te zijn zodat Pieter de 'handeling' zelf verricht. De expositie bestaat uit een aantal vergrotingen, een doorlopende dia presentatie alsmede geluiden van de camino. "Ik heb één van de meest katholieke gebeurtenissen opgenomen (20 uur geluidsfragmenten samengeperst in één uur achtergrond-geluid) om deze weer te geven in de kale wat vervallen protestantse omgeving in dit kerkje op het Hoge Land". Inderdaad, hoorbaar is het geblaf van honden tot gregoriaans, autogeraas en het knarsen der voetstappen, klokgelui. Wij bieden Pieter een fles wijn aan van het merk St. Jacques, alsmede een originele jakobsschelp. De deelnemende klei-pelgrims krijgen een ander-soortige schelp als herinnering aan deze camino. Wij vinden het allen een waardevolle dag. In georganiseerde auto's keren wij terug naar de stad waar het leefritme weer snel invloed zal krijgen op onze dagbesteding. Thom Oosterhof
GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
AGENDA 4 oktober 11 oktober 11 oktober 8 november 8-9 november en 13-14 december
1998 10-11 januari en 7-8 februari
Regio-bijeenkomst regio Limburg, te Roermond Regio-bijeenkomst regio Amsterdam Regio-bijeenkomst regio BollenstreekIRijnland,te Voorhout Najaarsvergadering Nederlands Genootschap van Sint Jacob te Zwolle. Organisatie: Regio Oost Nederland. Pelgrimsweekenden op Kafarnaum. Inlichtingen en aanmeldingen: Br. Fons vld Laan, Servatiusstraat 11, 5512 AJ Vessem n 0497.591 207.
Pelgrimsweekenden op Kafarnaum (zie boven)
NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
ZOEKERTJES O Ervaren L.A.-fietser (66jaar) zoekt reisgenoot of aansluiting bij groep voor tocht naar Santiago. Ti~dsduur5 à 6 weken in de periode half april en half juni 1998.Overnachting in hotelletjes en refugios. Reacties: Jan Brandsma, Lijsterbeslaan 38, 1214 LS Hilversum = 035.621 56 48. O Gezocht: reisverslagen van voettochten van uit Nederland naar St. Franciscus in Assisi Reacties: Chr: Janssen, Eurenderweg 107,6417 PA Heerlen n 045.54194 06 O Ik ben op zoek naar oude uitgaven van de Jacobsstaf,; nummers l Vm 6, 9 en 21. Verzendkosten worden graag vergoed. Reacties: Frank Sieral, Bevrijdingsweg 25, 3815 XK: Amersfood n 033.47294 38. O Welke vrouw is ooit alleen naar Santiago gefietst vanuilt Nederland en is bereid haar ervaringen met mij te delen? Indien het niet zo'n goed idee is om alleen te fietsen. Wie zou samen met mij (vouw, 39 jaar) in het voorjaar van 1998 naar Santiago willen fietsen? Reacties: Truus van der Maat,, Hunthum 12 B, 3632 XK Loenen a/d Vecht n 0294.234398. O Zuster Marlies van Westerlaak (religieuze-verpleegkundige) heeff gelopen van Nijkerk naar Lourdes. Vanuit Lourdes zou ik in het voorjaar van 1998 verder willen lopen naar Santiago. Welke dame zou met mij deze tocht willen ondernemen? Reacties: ZI: M. van Westerlaak, Holkerfstraat 30,, 3861 CE Nijkerk n 033.24538 ll.
O Wie heeff op de route Vézelay - Santiago ook overnacht in kloosters en zou ons (vrouwen) daarover informatie willen verstrekken? Reacties: Eli Baxmeier; Helmerslaan 71, 5615 JC Eindhoven w 040.24331 88. O Wie kan ons informatie geven over campings met wanneer ze geopend zijn, langs de camino? Reacties: Ans Maas,, Beerewerf 8. 1693 BV Wervershoof