SPSB
(STICHTING
PEUTERSPEELZALEN
BRONCKHORST)
AGRESSIE
PROTOCOL
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
PREVENTIE
Inleiding
Handelen
Informatie
Veiligheid
Zichtbaarheid
Fouten
Tijdigheid
Hoffelijkheid
Privacy
Gesprekken
Vertrek
OMGAAN
MET
AGRESSIE
Inleiding
Handelen
Plotselinge
driftbui
Aangekondigde
onrust
Verwachte
onrust
Bedreiging
buiten
werktijd
Agressie
per
brief,
telefoon,
mail
Stalking
Vernieling
Registratie
Tenslotte
3
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
5
5
6
6
6
6
6
6
6
7
7
7
7
7
MAATREGELEN
Inleiding
Taken
Taken
coördinator
Taken
bestuur
Sancties
Bestuursmaatregelen
Toelichting
Seponeren
Correctiegesprek
Schriftelijke
waarschuwing
Schriftelijke
ontzegging
Aangifte
JURIDISCH
VERLOOP
Inleiding
Procedure
Aangifte
Melding
Domicilie
Getuigen
Lokaalvredebreuk
Wijkagent
NAZORG
Inleiding
Nazorg
bij
een
agressie
incident
Samengevat
Het
team
De
taken
van
het
team
Reglement
Nazorg
BIJLAGEN
Bijlage
1:
Huisregels
Bijlage
2:
Belangrijke
telefoonnummers
8
8
8
8
8
8
8
9
9
9
9
9
9
10
10
10
10
10
10
10
11
11
12
12
12
12
12
12
13
15
15
16
INLEIDING
Binnen
onze
organisatie
kan
het
soms
voorkomen
dat
bezoekers,
ouder(s)
of
buitenstaanders
zich
hinderlijk,
intimiderend
of
agressief
gedragen.
Dit
kan
onlustgevoelens
bij
onze
medewerkers
en
vrijwilligers
veroorzaken
die
mogelijk
zouden
kunnen
leiden
tot
–
langdurig
–
ziekteverzuim.
In
ons
bestuur
is
afgesproken
dat
agressie
en
intimidatie
op
geen
enkele
wijze
wordt
getolereerd
en
dat,
op
basis
van
dat
uitgangspunt,
een
agressieprotocol
wordt
opgesteld.
Een
werkgroep
heeft
zich
over
deze
kwestie
ontfermd
en
is
gekomen
met
een
lijst
van
aanbevelingen.
Ons
bestuur
is
hiermee
akkoord
gegaan
en
dit
boekwerkje
is
het
resultaat.
De
regels
en
afspraken
die
in
dit
protocol
zijn
vastgelegd
hebben
een
bindende
status
voor
alle
zeven
peuterspeelzalen
binnen
de
stichting.
Omdat
onze
stichting
geen
lokale
commandostructuur
kent,
ligt
er
een
grote
verantwoordelijkheid
bij
de
coördinator.
Afhankelijk
van
de
huisvesting,
bijvoorbeeld
bij
medegebruik
van
een
accommodatie,
kunnen
ter
plaatse
afspraken
met
de
overige
gebruikers
worden
gemaakt.
Het
bestuur
zal
deze
afspraken
dan
toetsen
en,
indien
passend
binnen
de
kaders
van
het
protocol,
apart
vaststellen
(Maatwerk).
De
gemeente
Bronckhorst
en
het
politieteam
Bronckhorst
ontvangen
een
exemplaar
van
dit
protocol.
Immers,
beide
instanties
vervullen
een
rol
bij
of
na
de
afwikkeling
van
een
agressiesituatie.
Het
bestuur
rekent
er
op
dat
iedereen
de
spelregels
ter
harte
neemt.
De
actualiteit
en
effectiviteit
van
het
protocol
zal
minimaal
eenmaal
per
jaar
worden
geëvalueerd.
Daarnaast
staan
we
vanzelfsprekend
open
voor
tussentijdse
suggesties
en
aanbevelingen
van
alle
betrokkenen.
December
2009
Bestuur
SPSB
Voor
de
totstandkoming
van
dit
protocol
dankt
het
bestuur:
Werkgroep
Agressiebeheersing
SPSB
Politie
Bronckhorst
(De
heer
J.
Witmarsum,
tips
en
aanbevelingen)
Gemeente
Deventer
(model
reglement
“Nazorg”)
3
PREVENTIE
Inleiding
“Voorkomen
is
beter
dan
genezen”…….
Dit
lijkt
een
cliché
maar
toch
is
het
goed
om,
in
het
kader
van
agressiepreventie,
bij
ons
zelf
te
beginnen.
Kernwoorden
zijn:
Correct,
Duidelijk
en
Betrouwbaar.
Handelen
Aan
de
hand
van
bovenstaande
begrippen
gelden
de
volgende
regels:
INFORMATIE
In
iedere
peuterspeelzaal
van
de
stichting
zijn
de
huisregels
op
een
voor
alle
bezoekers
zichtbare
plek
aangebracht.
Voor
de
huisregels,
zie
bijlage
1.
VEILIGHEID
Als
de
leidster
of
vrijwilliger
heeft
vastgesteld
dat
er
geen
peuters
meer
te
verwachten
zijn,
gaat
de
buitendeur
op
slot.
De
leidster
of
vrijwilligster
draagt
de
sleutel
steeds
bij
zich
om
zo,
in
geval
van
calamiteiten,
de
deur
onmiddellijk
te
kunnen
openen.
ZICHTBAARHEID
De
leidster
of
vrijwilliger
is
zichtbaar
aanwezig
en
stelt
zich
open
voor
vragen
en
het
geven
van
korte
informatie
aan
de
ouders
(verzorgers)
van
de
peuter.
FOUTEN
Indien
een
leidster
of
vrijwilliger
onverhoopt
een
fout
heeft
gemaakt,
dan
wordt
dit
euvel
zo
snel
mogelijk
verholpen.
Dus
niet
verbloemen
maar
herstellen.
De
benadeelde
persoon
wordt
zo
spoedig
mogelijk
op
de
hoogte
gebracht
van
de
herstelmaatregel
die
getroffen
is.
Er
wordt
excuus
aangeboden.
TIJDIGHEID
Leidster
en
vrijwilliger
zorgen
er
voor
dat
ze,
conform
de
regels
gesteld
in
het
handboek,
op
tijd
aanwezig
zijn
om
de
peuters
en
hun
begeleiders
te
ontvangen.
HOFFELIJKHEID
Leidster
en
vrijwilliger
treden
de
bezoekers
(klanten)
met
respect
tegemoet.
De
persoonlijke
houding
van
een
medewerker
mag
nooit
oorzaak
van
een
agressiesituatie
zijn.
PRIVACY
Leidster
en
vrijwilliger
gaan
terughoudend
om
met
hun
eigen
en
andere
adresgegevens,
telefoonnummers,
mailadressen
etc.
4
GESPREKKEN
Een
aanmeldingsgesprek
wordt
bij
voorkeur
gevoerd
door
twee
medewerkers.
Een
gesprek
waarin
problemen
kunnen
worden
verwacht,
wordt
altijd
door
twee
medewerkers
gevoerd.
VERTREK
Aan
het
eind
van
de
dag
wordt
de
peuterspeelzaal
afgesloten
door
minimaal
twee
personen.
Zij
vertrekken
gezamenlijk
naar
huis.
5
OMGAAN
MET
AGRESSIE
Inleiding
“Onder
agressie
en
geweld
vallen
gebeurtenissen
waarbij
een
werknemer
psychisch
of
fysiek
wordt
lastig
gevallen,
bedreigd
of
aangevallen
onder
omstandigheden
die
rechtstreeks
verband
houden
met
het
verrichten
van
arbeid.
Bij
agressie
en
geweld
gaat
het
om
gedragingen
van
verbaal
geweld
(uitschelden,
beledigen)
en
fysiek
geweld
(schoppen,
slaan,
met
een
wapen
dreigen
en/of
overvallen
worden).
Het
kan
ook
gaan
om
psychisch
geweld:
bedreigen,
intimideren,
onder
druk
zetten,
thuissituatie
bedreigen
en
het
beschadigen
van
eigendommen”.
(uit:
Memorie
van
Toelichting,
Arbo‐wet).
Handelen
Agressie
kan
zich
op
verschillende
manieren
uiten.
Hieronder
volgen
tips
en
aanwijzingen
hoe
medewerkers
het
best
kunnen
handelen
in
geval
van
een
incident.
PLOTSELINGE
DRIFTBUI
Blijf
rustig,
luister
goed,
is
de
woede
gericht
tegen
jou
of
tegen
de
organisatie.
Neem
bezoeker,
indien
mogelijk,
apart
in
een
andere
ruimte
(weg
bij
de
peuters).
Collega
en/of
vrijwilliger
houdt
oogje
in
het
zeil
en
heeft
mobiele
telefoon
stand‐by
voor
alarmering
politie
(112).
Informeer
coördinator
na
afloop.
Overweeg
melding
of
aangifte
bij
politie.
AANGEKONDIGDE
ONRUST
(“Wacht
maar
trut,
ik
kom
er
aan!”)
Neem
alvast
maatregelen.
Informeer
collega
en/of
vrijwilliger,
reserveer
spreekruimte.
Meld
het
dreigement
bij
de
politie
en
vraag
hen
de
peuterspeelzaal
op
te
nemen
in
de
patrouille.
(0900
–
8844,
vraag
doorschakeling
naar
politieteam
Bronckhorst).
Voer
eventueel
gesprek,
indien
praktisch
mogelijk,
met
twee
personen.
Mobiele
telefoon
stand‐by
op
alarmnummer
(112).
Informeer
coördinator
na
afloop.
Overweeg
melding
of
aangifte
bij
politie.
VERWACHTE
ONRUST
(Slecht
nieuws
gesprek)
Neem
alvast
maatregelen.
Informeer
collega
en/of
vrijwilliger,
reserveer
spreekruimte.
Collega
en/of
vrijwilliger
heeft
mobiele
telefoon
stand‐by
op
alarmnummer
(112).
Voer
het
gesprek,
indien
praktisch
mogelijk,
met
twee
personen.
Als
het
gesprek
rustig
verloopt,
geen
verdere
actie.
Mocht
er
door
bezoeker
toch
agressief
worden
gereageerd,
informeer
coördinator
en
overweeg
melding
of
aangifte
bij
politie.
BEDREIGING
NA
WERKTIJD
(“Ik
pak
je,
ik
weet
waar
je
woont
……”)
Regel
begeleiding
naar
huis.
Meld
de
zaak
altijd
bij
de
politie
(0900
–
8844).
Informeer
coördinator.
Overweeg
aangifte
(bij
strafbaar
feit).
6
AGRESSIE
PER
BRIEF,
TELEFOON
MAIL
Meld
de
bedreigende
situatie
onmiddellijk
bij
de
coördinator.
Overweeg
melding
of
aangifte
bij
politie.
STALKING
Wanneer
sprake
is
van
intimidatie
of
hinderlijk
volgen
op
welke
wijze
dan
ook,
informeer
coördinator
en
meld
de
zaak
altijd
bij
politie.
Overweeg
aangifte
(bij
strafbaar
feit).
VERNIELING
Gevallen
van
vernieling
worden
gemeld
bij
de
coördinator.
Van
vernieling
wordt
altijd
aangifte
gedaan.
Persoonlijke
eigendommen
:
aangifte
door
benadeelde.
Stichtingseigendommen
:
aangifte
door
coördinator.
Schade
aan
eigendommen
van
derden
(bijvoorbeeld
de
scholen
waarin
we
werkzaam
zijn)
worden
door
de
coördinator
gemeld
bij
de
eigenaar.
REGISTRATIE
Ieder
geval
van
agressie
wordt
geregistreerd
op
het
agressieregistratieformulier,
de
coördinator
draagt
zorg
voor
verzending/afgifte
van
het
formulier
aan
het
bestuur.
Het
formulier
wordt
twee
jaar
gearchiveerd
op
het
bestuurssecretariaat,
een
kopie
blijft
op
de
locatie.
Het
bestuur
behoudt
zich
het
recht
voor
de
gegevens
langer
te
bewaren
in
gevallen
van
recidive
of
zeer
ernstig
vergrijp.
Bij
overdracht
naar
de
basisschool
wordt,
indien
van
toepassing,
melding
gemaakt
van
de
ervaringen
met
de
agressor.
TENSLOTTE
Alle
agressie‐incidenten
worden
collegiaal
teruggekoppeld.
De
coördinator
draagt
hier
zorg
voor.
Op
deze
wijze
leren
we
van
elkaar
en
kunnen
we
er
in
een
toekomstig
geval
ons
voordeel
mee
doen.
7
MAATREGELEN
Inleiding
Een
agressie‐incident
vraagt
om
een
snelle
reactie
van
het
stichtingsbestuur.
De
agressor
moet
voelen
dat
lik‐op‐stuk
wordt
gegeven.
Om
dit
te
bewerkstelligen
zijn
in
het
bestuur
afspraken
gemaakt
over
de
bevoegdheden
van
de
coördinator
en
de
individuele
bestuursleden.
Onder
het
motto;
“U
blijft
met
uw
grote
mond
en
met
uw
vingers
van
onze
mensen
af”,
is
het
bestuur
gekomen
tot
de
volgende
rolverdeling
en
maatregelen.
Taken
TAKEN
COORDINATOR
De
coördinator
heeft
een
belangrijke
taak
bij
de
afhandeling
van
een
agressie‐incident.
Alle
meldingen
komen
bij
haar
binnen
en
zij
informeert
omgaand
de
–
bereikbare
‐
bestuursleden.
De
coördinator
is
bevoegd
aangifte
te
doen
van
vernieling
van
stichtingseigendommen
en
zij
is
het
permanente
lid
van
het
opvangteam
(collegiale
nazorg/ondersteuning
na
een
geval
van
agressie).
Zij
vervult
zowel
de
rol
van
vertrouwenspersoon
van
de
medewerker
als
adviseur
van
het
bestuur.
TAKEN
BESTUUR
Het
bestuur
reageert
altijd
op
een
melding.
Deze
reactie
zal
zo
spoedig
mogelijk
na
het
incident
plaatsvinden.
De
bestuursleden
worden
direct
gebeld/geïnformeerd
door
de
coördinator.
Als
3
bestuursleden
het
eens
zijn
over
de
te
nemen
maatregelen,
dan
geldt
dit
als
bestuursbesluit
(quorum).
Mochten
geen
3
bestuursleden
bereikbaar
zijn,
dan
nemen
de
overige
bestuursleden
of
het
enig
overgebleven
bestuurslid
de
beslissing
en
leggen/legt
verantwoording
af
in
de
eerstvolgende
bestuursvergadering.
Bij
staking
van
stemmen
geeft
de
mening
van
het
langstzittende
bestuurslid
de
doorslag.
De
beslissing
die,
bij
ontbreken
van
het
vereiste
quorum,
tot
stand
komt
is
een
formeel
bestuursbesluit
(mandaat).
Sancties
BESTUURSMAATREGELEN
Maatregelen
die
het
bestuur
kan
nemen
zijn
:
seponeren
:
correctiegesprek
:
schriftelijke
waarschuwing
:
schriftelijke
ontzegging
van
de
toegang
:
het
doen
van
aangifte
(vernieling,
lokaalvredebreuk)
Het
bestuur
zal
uiterst
terughoudend
zijn
met
het
seponeren
van
aangemelde
zaken.
8
Toelichting
SEPONEREN
Indien
zich
een
geval
van
agressie
voordoet
dat
geen
rechtstreekse
relatie
heeft
met
(het
functioneren
van
de
medewerker
bij)
SPSB,
zal
het
bestuur
de
melding
seponeren.
Voorbeelden:
relatieproblemen,
burenruzie
etc.
CORRECTIEGESPREK
Als
er
sprake
is
van
een
situatie
waarin
een
persoon
zich
onbehoorlijk/onredelijk
gedraagt,
kan
een
correctiegesprek
soms
al
voldoende
zijn
om
de
gemoederen
te
bedaren.
Dit
gesprek
zal
nooit
gaan
over
de
inhoud
van
het
conflict
maar
over
het
feit
dat
onbehoorlijk
gedrag
niet
wordt
getolereerd.
Coördinator
of
een
bestuurslid
voeren
dit
gesprek
(telefonisch
of
persoonlijk)
en
wijzen
op
de
mogelijkheid
om,
voor
wat
betreft
de
inhoud
van
het
conflict,
een
klacht
in
te
dienen.
SCHRIFTELIJKE
WAARSCHUWING
Het
bestuur
verzendt
een
schriftelijke
waarschuwing
altijd
als
aangetekend
stuk.
Dit
gebeurt
als
er
sprake
is
van
:
belediging
in
woord,
schrift
of
gebaar
:
obsceniteiten,
schelden,
schreeuwen
SCHRIFTELIJKE
ONTZEGGING
Het
bestuur
verzendt
een
schriftelijke
ontzegging
van
toegang
altijd
als
aangetekend
stuk.
Dit
gebeurt
als
er
sprake
is
van
:
recidive
(herhaling
van
feiten
na
schriftelijke
waarschuwing)
:
feitelijke
belediging
(
bijvoorbeeld
spugen)
:
dreigen/stalken
:
gebruik
van
geweld
:
vernielen
Een
schriftelijke
ontzegging
van
de
toegang
geldt
voor
alle
vestigingen
van
SPSB
en
heeft
een
looptijd
van
minimaal
1
jaar.
Bij
overtreding
van
dit
verbod
pleegt
men
lokaalvredebreuk.
Een
afschrift
van
de
aangetekende
ontzeggingsbrief
gaat
naar
het
college
van
B&W
van
de
gemeente
Bronckhorst
en
naar
het
politieteam
Bronckhorst.
AANGIFTE
Is
er
sprake
van
vernieling
en/of
lokaalvredebreuk
dan
wordt
door
of
namens
het
bestuur
aangifte
bij
de
politie
gedaan.
Telefonische
aangifte
0900
–
8844.
Indien
een
afspraak
gemaakt
wordt,
vindt
de
(vervolg)aangifte
altijd
plaats
op
bureau
Zelhem.
(Voorlopige)
aangifte
kan
ook
ter
plaatse
van
het
incident
worden
gedaan
bij
de
dan
aanwezige
politiefunctionarissen.
9
JURIDISCH
VERLOOP
Inleiding
Als
er
door
de
medewerker
melding
of
aangifte
wordt
gedaan
van
bedreiging,
mishandeling
of
vernieling
van
persoonlijke
eigendommen
dan
is
het
belangrijk
om
enig
inzicht
te
hebben
in
de
juridische
procedure
die
volgt.
De
medewerker
kan
in
alle
gevallen
rekenen
op
ondersteuning
vanuit
het
bestuur.
Procedures
AANGIFTE
Bel
de
politie
(0900‐8844)
en
vraag
doorverbinding
met
politieteam
Bronckhorst.
Meld
het
incident
en
maak
een
afspraak
voor
het
doen
van
aangifte.
Formele
aangifte
gebeurt
altijd
op
het
politiebureau
te
Zelhem
(Dr.
Grashuisstraat).
Een
bestuurslid
of
de
coördinator
begeleidt
de
medewerker
en
mogelijke
getuige(n),
desgewenst,
naar
het
politiebureau.
MELDING
Soms
wordt
een
voorval
niet
zwaar
genoeg
beschouwd
voor
aangifte,
de
politie
noteert
dan
een
“melding”.
Blijf
een
volgend
incident,
waarbij
dezelfde
persoon
is
betrokken,
altijd
melden.
Cumulatie
van
een
aantal
meldingen
kan
leiden
tot
strafvervolging.
DOMICILIE
De
medewerker
kiest
uitdrukkelijk
domicilie
op
het
adres
van
de
peuterspeelzaal
in
kwestie
en
laat
dit
in
de
aangifte
opnemen.
Dus
nooit
het
eigen
huisadres
opgeven
als
woonadres.
De
medewerker
verzoekt
alle
correspondentie
betreffende
het
incident
via
het
opgegeven
adres
te
laten
verlopen.
De
medewerker
verzoekt
de
politieambtenaar
bij
de
behandelend
Officier
van
Justitie
aan
te
dringen
op
het
gebruik
van
het
door
de
medewerker
opgegeven
adres.
Als
een
dergelijk
verzoek
schriftelijk
dient
te
worden
gedaan,
dan
zal
het
bestuur
hier
omgaand
zorg
voor
dragen.
GETUIGEN
Als
een
medewerker
wordt
opgeroepen
als
getuige
in
een
strafzaak
dan
geldt
de
verschijningsplicht.
Niet
opdagen
is
strafbaar.
Persoonlijke
motieven
om
niet
te
verschijnen
(zoals
angst
voor
represailles
e.d.)
worden
niet
snel
gehonoreerd.
Wel
bestaat
de
mogelijkheid,
buiten
de
rechtszitting
om,
te
worden
gehoord
door
de
rechter‐ commissaris.
Hierbij
is
de
verdachte
niet
aanwezig,
zijn
of
haar
advocaat
wel.
10
LOKAALVREDEBREUK
Als
iemand,
aan
wie
de
toegang
tot
een
SPSB
locatie
is
ontzegd,
toch
binnentreedt,
dan
pleegt
hij
of
zij
lokaalvredebreuk.
Hierbij
geldt
dat
de
medewerker
de
betrokken
persoon
sommeert
het
gebouw
te
verlaten.
Indien
dit
wordt
geweigerd,
wordt
de
politie
ingeschakeld
(112).
Van
lokaalvredebreuk
wordt
altijd
aangifte
gedaan.
WIJKAGENT
De
wijkagent
kan
altijd
benaderd
worden
als
zich
situaties
of
problemen
voordoen
waar
de
politie
mogelijk
iets
betekenen
kan.
Voor
SPSB
betekent
dat,
Wijkagent
Zelhem
:
vestiging
Halle,
Velswijk,
Wolfersveen,
Zelhem
Wijkagent
Hengelo
:
vestiging
Hengelo,
Keijenborg
Wijkagent
Vorden
:
vestiging
Vorden
Telefoonnummer
0900‐8844,
vraag
doorschakeling
met
team
Bronckhorst,
daarna
doorschakeling
met
wijkagent.
11
NAZORG
Inleiding
Medewerkers
en
vrijwilligers
van
de
stichting
SPSB
kunnen
in
hun
werk
geconfronteerd
worden
met
situaties
en
gebeurtenissen
waarbij
agressie
een
rol
speelt.
De
confrontatie
met
agressief
gedrag,
dat
varieert
van
verbale
agressie,
geweldsdreiging
tot
daadwerkelijk
lichamelijk
geweld,
kan
leiden
tot
traumatische
gevoelens
van
angst
en
onveiligheid
zowel
op
het
werk
als
thuis.
Dit
vraagt
om
een
adequate
emotionele
verwerking
van
deze
ervaringen.
Begrip
en
ondersteuning
vanuit
de
directe
omgeving
(werk
en
privé)
kunnen
blijvende
psychische
trauma’s
in
veel
situaties
voorkomen.
Het
bestuur
wil
dat
in
de
SPSB
organisatie
symptomen
van
psychotrauma’s
(niet‐verwerkte
schokkende
gebeurtenissen)
onderkend
en
opgepakt
worden.
Nazorg
bij
een
agressie
incident
Het
bestuur
kiest
beleidsmatig
voor
het
organiseren
van
opvang
en
nazorg
dicht
op
de
eigen
werksituatie.
Uitgangspunt
hierbij
is
de
opvang
door
de
coördinator
en
een
collega.
Van
de
coördinator
wordt
verwacht
dat
deze
oog
en
oor
heeft
voor
schokkende
ervaringen
van
uitvoerenden.
Samen
met
een,
door
het
slachtoffer
van
het
agressie‐incident
aan
te
wijzen
collega,
vormen
zij
het
“opvangteam”.
Dit
team
heeft
een
specifieke
verantwoordelijkheid.
Deze
verantwoordelijkheid
bestaat
uit
het
signaleren
van
een
eventuele
behoefte
aan
en
het
zonodig
in
gang
zetten
van
een
adequate
opvang
voor
de
getroffen
medewerker
of
vrijwilliger.
Het
team
vervult
hierin
een
eerstelijns‐rol.
Verwijzing
naar
professionele
instellingen
of
personen
kunnen
nodig
blijven.
Samengevat
Het
team:
Het
team
bestaat
uit
minimaal
2
personen
t.w.
de
coördinator
SPSB
en
een
medewerker.
Het
bestuurslid
“personeelszaken”
coördineert
het
team
op
afstand.
De
taken
van
het
team:
Het
bieden
van
opvang
en
begeleiding
na
een
agressie
incident.
Het
bieden
van
rust,
veiligheid
en
ondersteuning.
Het
verstrekken
van
informatie
aan
de
hulpvrager.
Toetsen/evalueren
van
het
eigen
handelen.
Rapportage
aan
het
bestuur.
12
REGLEMENT
NAZORG
Artikel
1
Er
is
een
stichtings‐opvangteam
dat
zich
tot
taak
stelt
zorg
te
dragen
voor
de
opvang
en
nazorg
van
collega’s
en
vrijwilligers
die,
bij
of
naar
aanleiding
van
de
uitoefening
van
hun
functie,
agressie
hebben
ondervonden
en/of
daarbij
betrokken
zijn
geraakt.
Dit
zowel
in
de
werk‐
als
privésituatie
en
voortvloeiend
uit
de
aard
van
het
werk.
Artikel
2
a. Bedoeld
worden
schokkende
ervaringen
met
agressie
die
buiten
het
patroon
van
gebruikelijke
ervaringen
liggen
en
duidelijk
leed
in
zowel
de
werk‐
als
privésituatie
kunnen
veroorzaken
op
korte
dan
wel
langere
termijn
bij
medewerkers
en
vrijwilligers
van
de
Stichting
Peuterspeelzalen
Bronckhorst.
Hierna
te
noemen
de
stichting.
Het
gaat
hierbij
om
ongewenst
gedrag
als
iedere
vorm
van
het
plegen
van
geweld,
ieder
contact
waarin
sprake
is
van
dreigen
met
geweld,
intimidatie
of
vernieling.
b. Medewerkers
en
vrijwilligers
die
bij
of
naar
aanleiding
de
uitoefening
van
hun
functie
zelf
slachtoffer
zijn,
dan
wel
betrokken
zijn
geraakt
bij
een
agressievoorval
dat
door
hen
wordt
ervaren
als
een
schokkende
ervaring,
kunnen
altijd
een
beroep
doen
op
het
stichtings‐ opvangteam.
Artikel
3
De
doelstelling
van
het
team
is
gericht
op:
Het
bieden
van
ondersteuning
aan
medewerkers
en
vrijwilligers
van
de
stichting
Het
bevorderen
van
een
gezonde
verwerking
Het
vroegtijdig
onderkennen
van
stoornissen
in
het
verwerkingsproces
Artikel
4
Het
bestuur
erkent
zijn
verantwoordelijkheid
in
relatie
tot
schokkende
gebeurtenissen
zoals
uitingen
van
agressief
gedrag
in
welke
vorm
dan
ook
en
verplicht
zich
in
deze
gevallen
een
hulpaanbod
te
doen.
Artikel
5
Het
staat
de
betrokken
medewerker
of
vrijwilliger
vrij
om
niet
in
te
gaan
op
het
hulpaanbod.
Bij
afwijzing
van
het
hulpaanbod
biedt
het
opvangteam
aan
op
een
later
tijdstip
contact
op
te
nemen
met
betrokkene(n).
Artikel
6
De
coördinator
reageert
zo
spoedig
mogelijk
op
een
hulpvraag
naar
aanleiding
van
een
agressie‐ incident.
Artikel
7
Het
team
bestaat
uit
minimaal
2
leden.
Een
van
de
leden
is
de
coördinator
SPSB.
13
Artikel
8
Het
bestuurslid
personeelszaken
coördineert
het
team
op
afstand
en
stelt
het
bestuur
op
de
hoogte
van
de
ontwikkelingen
rond
de
opvang.
Artikel
9
Bij
daadwerkelijke
inzet
van
het
team
worden
de
leden
vrijgesteld
van
de
eigen
werkzaamheden
op
dat
moment.
Gebruik
van
eigen
vervoer
wordt
vergoed
volgens
de
geldende
regeling.
Artikel
10
Voor
het
team
erkent
het
bestuur
de
vertrouwelijke
positie
die
het
in
dit
kader
bezet.
Schending
van
de
vertrouwensfunctie
betekent
het
beëindigen
van
het
teamlidmaatschap.
Artikel
11
Het
team
werkt
onafhankelijk
en
ressorteert
rechtstreeks
onder
het
bestuur.
Artikel
12
Dit
reglement
kan
worden
aangehaald
als
“Reglement
nazorg
SPSB”
14
BIJLAGEN
Bijlage
1
HUISREGELS
Onderstaande
huisregels
gelden
voor
alle
SPSB
vestigingen
en
dienen
op
een,
voor
iedere
bezoeker,
zichtbare
plaats
te
zijn
aangebracht.
__________________________________________________________________________________
HUISREGELS
Geachte
bezoeker,
Hartelijk
welkom
bij
peuterspeelzaal
“……….......................….”.
U
bevindt
zich
in
een
openbaar
gebouw
waarin
zeer
jonge
kinderen
verblijven
die
aan
onze
medewerkers
zijn
toevertrouwd.
Om
hen
een
situatie
van
veiligheid,
geborgenheid
en
plezier
te
kunnen
bieden
gelden
hier
de
volgende
huisregels:
.
U
MAG
HIER
NIET
SCHREEUWEN,
SCHELDEN,
VLOEKEN
.
U
MAG
PEUTERS,
MEDEWERKERS
EN
ANDERE
BEZOEKERS
NIET
BELEDIGEN
OF
INTIMIDEREN
.
U
MAG
PEUTERS,
MEDEWERKERS
EN
ANDERE
BEZOEKERS
NIET
MISHANDELEN
.
U
MAG
GEEN
DIEREN
MEE
NAAR
BINNEN
NEMEN
.
U
MAG
GEEN
WAPENS
MEE
NAAR
BINNEN
NEMEN
.
U
MAG
HIER
NIET
ROKEN,
ALCOHOL
OF
DRUGS
GEBRUIKEN
.
U
MAG
ONZE
EIGENDOMMEN
NIET
BEKLADDEN,
BESCHADIGEN
OF
VERNIELEN
.
VAN
INTIMIDEREN,
MISHANDELEN
EN
VERNIELEN
WORDT
ALTIJD
AANGIFTE
GEDAAN
.
VOOR
EVENTUELE
SCHADE
WORDT
DE
VEROORZAKER
AANSPRAKELIJK
GESTELD
Bestuur
SPSB
__________________________________________________________________________________
15
Bijlage
2
BELANGRIJKE
TELEFOONNUMMERS
Op
deze
“witte”
pagina
kunnen
belangrijke
(plaatselijke)
telefoonnummers
worden
genoteerd.
Denk
aan
huisartsen,
apotheek,
medegebruikers
accommodatie,
belangrijke
“buren”
etc.
LIJST
TELEFOONNUMMERS
Alarmnummer
:
112
Politieteam
Bronckhorst
:
0900
–
8844
Coördinator
SPSB
:
06
–
22954604
Gemeente
Bronckhorst
:
0575
‐
750250
16