28 //
VLAAMS TIJDSCHRIFT VOOR SPORTBEHEER / 2013 / N° 233
Sport als grote gelijkmaker Succesvolle derde Trefdag Sportparticipatie
Rudi Van Hecke Words Media Foto’s: Joke Van der maelen
Sinterklaas hebben we niet gezien, op 6 december in Lokeren. Maar wel een Sport- en Jeugdcomplex barstensvol deelnemers aan de Trefdag Sportparticipatie, die de moeilijke taak hadden te kiezen tussen een aantal razend interessante sessies. Informatie en ideeën opdoen was voor iedereen de focus. Maar de Trefdag bood ook de gelegenheid om met collega’s te netwerken, oude banden te verstevigen en nieuwe te smeden. Sport als intens sociaal gebeuren, in alle betekenissen van het woord.
Samen winnen schept een band Ik volgde vier sessies, die allemaal de vinger aan de pols hielden van de evoluties in sport- en recreatiebeleid. Maar eerst ging ik luisteren in het plenum, naar trendwatcher Tom Palmaerts, die de nieuwste tendensen bij jongeren op sportvlak schetste. ‘Het tijdperk van de amateur is voorbij’, stelde hij onomwonden. ‘Op vlak van materiaal willen jongeren het neusje van de zalm. Professionaliteit is het ordewoord. Tegelijk is het een enorme uitdaging om ieder-
VTS_233_bnw.indd 28
Het fonkelnieuwe Sport- en Jeugdcomplex in Lokeren was de arena waarin meer dan 200 sport- en vrijetijdsprofessionals hun ervaringen en ideeën uitwisselden. ISB gooide als centraal thema in de ring: hoe krijgen we iedereen zonder uitzondering aan het bewegen? Want een laagdrempelig en divers sportbeleid is van groot maatschappelijk belang. In de sport krijgt iedereen dezelfde kansen en is maatschappelijk status van geen tel meer. In dat opzicht is sport het laboratorium van de democratie.
een aan het sporten te krijgen. Kinderen zitten veel te vaak stil, overbeschermd in de cocon die hun ouders rond hen optrekken. Fastfood en frisdranken zijn de norm. Voor de eerste keer in de geschiedenis krijgen we een generatie van ouders die fitter zijn dan hun kinderen. Dertigers en veertigers halen de fiets van stal, ook om te gaan werken, maar brengen hun kinderen met de auto naar school. Terwijl veel bewegen voor kinderen en jongeren net een cruciale factor is om gelukkig te zijn.’ Palmaerts hamerde ook op de gemeenschapsvormende kracht van samen sporten. ‘Omgaan met diverse culturen, omgaan met mensen in armoede is ook in het sportbeleid heel belangrijk. De sportclub is vaak de enige plek waar jongeren uit verschillende achtergronden met elkaar in contact komen. Het doel is simpel: winnen. Maar net dat zorgt voor een enorme band.’
Geld kan een grote drempel zijn De financiële drempels wegwerken voor de deelname aan sport, zo heette de eerste sessie die ik bijwoonde.
Inge Van de Walle van Demos en Karen Maes van het Fonds voor Vrijetijdsparticipatie gaven een beknopt en duidelijk overzicht van de diverse bronnen voor financiële tegemoetkomingen, en de voorwaarden die daaraan verbonden zijn. ‘Wij hanteren de 80/20-regel’, stipte Karen aan, ‘zodat mensen in armoede voor hun sport- en vrijetijdsactiviteiten maar 20 procent van de kosten zelf moet betalen. We subsidiëren via lokale welzijnsorganisaties, omdat mensen in armoede vaak moeilijk detecteerbaar zijn.’ Demos is een expertisecentrum voor de participatie van kansengroepen aan cultuur, jeugd en sport. ‘We werken nauw samen met het Fonds voor Vrijetijdsparticipatie’, legde Inge uit. ‘Onder kansengroepen verstaan wij: mensen in armoede, mensen uit etnisch-culturele minderheidsgroepen en mensen met een beperking. Ook wij geven steun via lokale netwerken zoals OCMW’s en sociale actoren op vlak van sport, jeugd en cultuur.’ Van groot belang is dat gemeenten over een afsprakennota vrijetijdsparticipatie van mensen in armoede beschikken. ‘Voor gemeenten zon-
20/02/13 10:33
SPORTPROMOTIE
// 29
Voor de eerste keer in de geschiedenis krijgen we een generatie van ouders die fitter zijn dan hun kinderen Trendwatcher Tom Palmaerts
der afsprakennota werken we via sociale- en welzijnsorganisaties die zich als lid hebben aangesloten’, zegt Karen. ‘Dan betaalt het Fonds voor Vrijetijdsparticipatie 80% van de kosten voor vrijetijdsparticipatie, na prefinanciering door de sociale organisaties. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de kosten voor vervoer, een babysit, of een museumgids. Een tussenkomst voor het materiaal is er niet, tenzij voor OCMW’s die dat geld alleen voor hun OCMW-clienteel mogen gebruiken. Het grote voordeel om wél een afsprakennota af te sluiten, is dat dan alle kortingen door de partijen vrij worden bepaald in de afsprakennota. Die zijn dus meestal voordeliger dan de regeling buiten afsprakennota.’ Vanuit de zaal kwamen kritische geluiden. ‘Is er geen gevaar voor misbruik?’ ‘Bent u zeker dat u de doelgroep bereikt?’ ‘Daarvoor vertrouwen we op de sociale organisaties, die hun cliënten door en door kennen’, was het antwoord. ‘Zo beslissen de OCMW’s zelf of de hulp beperkt blijft tot de steuntrekkers, of ook meer mensen er kunnen van genieten.’
VTS_233_bnw.indd 29
Iemand vroeg zich af of je voor die ondersteuning wel reclame moet maken. ‘Communicatie is zeer belangrijk’, liet Inge horen. ‘Het is belangrijk dat de organisaties de informatie goed kennen en doorgeven. De scholen zijn ook een belangrijke partner daarin. En alleen schriftelijk communiceren, dat werkt niet bij die specifieke doelgroepen.’ ‘De sportsector zelf heeft te weinig inspraak en informatie gehad’, vond iemand uit de zaal. ‘We gaan ondersteuningspakketten maken’, beloofde Karen. ‘En ook via de sportfederaties ondersteuning bieden.’ Inge benadrukte nog eens hoe belangrijk het is dat sportdiensten een lokaal netwerk ontwikkelen voor het uitbouwen van een sociale sportbeleidsvisie. ‘We kunnen dit niet alleen oplossen, we hebben de hulp van de clubs nodig.’ Enkele conclusies: • Inventariseer de sociale organisaties in je gemeente. • Communiceer duidelijk. • Word een stevige partner in je lokaal netwerk.
Niet-actieve senioren laten bewegen Duidelijk is dat het aantal ouderen stijgt. Binnen de groep van de 55-plussers zijn er grote verschillen als het om sport en beweging gaat. Werken op maat is een must. Goed nieuws is dat 55-plussers steeds actiever worden, en steeds meer willen sporten. Ook aan hen het sportaanbod goed bekendmaken is primordiaal. Senioren doen liefst solosporten, maar stellen ook wel prijs op sociaal contact. Competitie spreekt hen veel minder aan. De keerzijde van de medaille: 50% van alle senioren voelt zich eenzaam. ‘Onze opdracht is duidelijk’, zei Ine Esch van ISB. ‘Breng sport naar de senioren toe. En denk vooral aan de eenzame, allochtone, financieel zwakke senioren.’ Ingrid Peeters van OKRA-sport kwam getuigen over het OKRA-project om senioren aan het sporten te krijgen en te houden. Een grote sensibiliseringscampagne kwam van de grond om senioren aan te zetten tot meer bewegen. ‘We hebben doelen gesteld, stappentellers gebruikt, een sterrensysteem opgezet zoals bij het
19/02/13 14:25
30 //
VLAAMS TIJDSCHRIFT VOOR SPORTBEHEER / 2013 / N° 233
tv-programma Fata Morgana. Allemaal om er een gemeenschapsgevoel in te krijgen. Via ons groot netwerk hebben we de actie lokaal ingebed en erover gecommuniceerd. Wij gaven technische vorming, maar we spraken niet over training, maar gebruikten de term ‘opbouwplannen’. Onze actie zat in tijd netjes tussen een groot startmoment, en een feestelijke afsluiting geprangd.’ Ingrid somde ook de succesfactoren op: ‘Werken met een wetenschappelijk onderbouwd programma, de vrijwilligers betrekken van bij de start, de actie lokaal verankeren, en via peer education de deelnemers motiveren en begeleiden, gratis deelname, mooi materiaal, samenwerken met verschillende partners.’
En nog een tip: senioren willen er altijd graag koffie en taart bij Peter Geers, sportdienst Lochristi
Conclusies: • Zorg voor een gevarieerd aanbod. • Werk opbouwend. • Pas je terminologie aan.
VTS_233_bnw.indd 30
De gemeente Wetteren is in 2012 uitgekozen als Supersportelgemeente. Kathleen Lowie kwam uitleggen hoe dat in zijn werk ging. Kathleen is voor de gemeente sportpromotor, lesgever, coördinator en aanspreekpunt voor 50-plussers. Zeg maar: een van de grote gangmakers van de sport in Wetteren. ‘Het belang van sportelen wordt binnen de sportdienst breed gedragen, en we hebben ook een uitgebreide werking. Met een jaarlijks terugkerend vast programma. Weke-
lijks is dat turnen, zwemmen, tafeltennis, tai chi, fitness. En verder eens per jaar Start to Run, de Seniorgames in Blankenberge, de Sportdag van de Burensportdienst. We zijn zelfs beginnen sportelen op de Wii. Essentieel is dat het aanbod voor iedereen toegankelijk moet zijn. Allochtonen, autochtonen en kansengroepen samen in groep laten sporten, dat werkt drempelverlagend.’ Communicatie is wel een probleem, gaf Kathleen toe. ‘Je moet tegelijk je vertrouwde deelnemers behouden, en actief zoeken naar een nieuw publiek, via de klassieke middelen, maar zeker ook via digitale kanalen.’ ‘Lochristi is al in 1992 gestart met seniorengym’, zei Peter Geers van de sportdienst. ‘Daar waren drie redenen voor: gezond blijven, in beweging blijven, en sociale contacten opbouwen en onderhouden. Nieuwe impulsen en uitbreiding van ons aanbod kwam er via GALM in samenwerking met de provincie, en BOEBS in samenwerking met Logo. Sinds 2010 organiseren we een Senior in Actieweek, samen met alle vrijetijdsdiensten in Lochristi, en met de ouderenadviesraad. Met open lessen, die een mooi pakket bieden aan onze senioren. We spreken nu over bewegen voor senioren. Het woord gym horen ze niet graag meer. En nog iets (lacht): voor senioren moet er ook altijd koffie en taart bij zijn.’ Lochristi heeft intussen ook curvebowl en krulbol opgestart.
19/02/13 14:25
SPORTPROMOTIE
De laagdrempelige sportclub Tim Lamon is medewerker Sport voor Allen van de Vlaamse Sportfederatie. ‘We have a dream’, zeggen ze bij VSF. ‘Sportclubs die iedereen de kans geven om te sporten, waar iedereen welkom is en blijft. Sportclubs ook die hun dalend ledenaantal willen keren.’ ‘De eerste stap naar een sportclub is voor veel mensen niet gemakkelijk’, geeft Tim toe. ‘Dat geldt voor senioren, voor kansengroepen, en voor Jan met de Pet tout court. Wij willen oplossingen meegeven. Ook de perceptie is heel belangrijk. Clubs denken soms: wij staan open voor iedereen, terwijl de perceptie van de sporters helemaal anders is. Een onderzoek van de Vlaamse Trainersschool heeft een aantal belangrijke drempels gedefinieerd, zoals mobiliteit, beperkte netwerken en het feit dat sporten geld kost.’ Sommige groepen hebben bijvoorbeeld veel minder netwerkcontacten, die zich dan nog eens doorgaans in hetzelfde milieu afspelen. Aan het sporten gaan is via sommige netwerken absoluut niet evident. Een andere belangrijk rem op sporten is het geld. Lidgeld, kledij, materiaal: de rekening kan flink oplopen. Voor sommige mensen is het moeilijk om na de training of de wedstrijd geld in de pot te steken om iets te drinken.
Via de website www.laagdrempeligesportclub.be wordt geprobeerd oplossingen aan te reiken om die participatiedrempels weg te werken. De website focust op zes thema’s. Vooreerst is de sportclubcultuur van belang. Communicatie is vervolgens een cruciaal gegeven: interne communicatie tussen club, leden, ouders, trainers, bestuur en vrijwilligers.
// 31
Aan de slag! • Denk bewust na wat je anders wil doen. • Kies met welke tips en thema’s je gaat beginnen. • Weef verschillende thema’s door elkaar. • En een website is interessant, maar vergeet het persoonlijk contact niet.
Clubs denken soms: wij staan open voor iedereen, terwijl de perceptie van de sporters helemaal anders is Tim Lamon, VSF
Gebruik eenvoudige taal die iedereen begrijpt. Zorg voor een goede flyer die ook op vlak van beelden aangepast is aan de doelgroep. Verzorg je externe communicatie en je promotie. Denk daarover na, en vooral: praat met de mensen, leg persoonlijke contacten. Ten derde: de inschrijving is een heel belangrijk moment. Denk na over een onthaalbeleid. Probeer als sportclub een goede beurt te maken. Ga na of iedereen zich welkom voelt. Financiën is een volgend thema. Een sportclub moet zelf geen financiële inbreng doen, maar wel de juiste instanties aanspreken. Je kan ook met
Leen Van den Heuvel, stad Landen ‘De sessies waren interessant, maar eigenlijk vind ik het contact met de collega’s soms nog interessanter. We kunnen veel van elkaar leren. Ik vond het verhaal over hoe je senioren aan het sporten krijgt, heel herkenbaar. Sociaal contact is bij die groep bijvoorbeeld een topprioriteit. Ik heb het dan wel over de actieve senioren. De niet-actieve senioren aan het bewegen krijgen, is nog een heikel werkpunt. Van de financiële hulp via het OCMW hebben in Landen al jaren weinig mensen gebruik gemaakt. De drempel is te hoog, denk ik. En wie buiten de normen valt, moet alles zelf betalen. Ik vind dat er ook ondersteuning zou moeten zijn voor de lage middenklasse, voor wie de financiële grens van het OCMW niet haalt.’
VTS_233_bnw.indd 31
19/02/13 14:25
32 //
VLAAMS TIJDSCHRIFT VOOR SPORTBEHEER / 2013 / N° 233
gedifferentieerde tarieven werken, lidgeld volgens het aantal trainingen bijvoorbeeld. Denk na over een a etalingsplan. Stel tweedehandssportuitrusting ter beschikking. Vijfde thema: werk aan je toegankelijkheid. Dat heeft te maken met mobiliteit, kinderopvang (vooral voor éénoudergezinnen), perceptie van het niveau van de club, bereikbaarheid. En ten slotte is begeleiding een cruciaal gegeven om tot competente trainers, verantwoordelijke sporters en ouders te komen.
Een lokaal netwerk uitbouwen is essentieel voor een sociaal sportbeleid Inge Van de Walle, Demos
Jongeren zelf kansen geven Deze sessie wou aantonen dat het een goede strategie is om jongeren zelf kansen te geven. Dat werkt, ook in kleine steden en gemeenten. Zoek jongeren waar ze te vinden zijn, neem ze mee in je basiswerking, zet zelf die levensbelangrijke eerste stap. Bornem heeft sinds 1985 een eigen opleiding voor 16-jarige monitoren van sportkampen, vertelde Johan Permentier. Een cursus die uit de praktijk is gegroeid, en die theorie aan praktijk koppelt. Aan het einde van de cursus leggen de deelnemers
en examen af, waarna ze een diploma krijgen. De monitoren worden goed begeleid, en via ontspannende activiteiten wordt aan de groepssfeer gewerkt. ‘Daar staat ook een redelijke vergoeding tegenover’, beklemtoonde Johan Permentier. ‘Het nadeel van onze eigen opleiding is dat die geen erkenning heeft door BLOSO. Maar onze eigen opleiding heeft ook veel voordelen. Het is een zeer goed opvangnet voor de 16- tot 18-jarigen.’ Pieter-Jan Van der Bracht en Ward Christens van het Lokerse jeugdhuis T-Klub begonnen met duidelijk te maken dat T-Klub met jongeren tussen 14 en 25 jaar werkt, waarvan de meesten maatschappelijk kwetsbaar zijn. ‘We werken altijd vraaggericht, nemen samen mét de jongeren taken en verantwoordelijkheden op. TKlub heeft een pioniersfunctie. Jongeren komen soms met gekke ideeën aanzetten, wij geven hen de tijd om die uit te proberen, om daarmee te experimenteren op een veilige manier.’ Naast het jeugdhuis is er ook nog het vindplaatsgericht jeugdwerk. ‘Dat begon in 2009, toen de straathoekwerker van het stadsbestuur ontslagen was. Wij zagen toen dat met het wegvallen van de straathoekwerker een groep ‘hangjongeren’ geen contact meer had met de diensten en organisaties. Dat is een groep jongeren die moeilijk aansluiting vindt bij het traditionele jeugd- en sportwerk.
Annabel Gunst en Kenny Van Houcke, stad Roeselare ‘Wij hebben hier een paar ideeën bevestigd gezien. Transversaal werken is belangrijk, samenwerken met andere organisaties, wijkwerkers, stadsdiensten. We hebben in Roeselare verschillende pleintjes en zaaltjes voor sport en spel, in en rond de stad. Dat laagdrempelig aanbod is belangrijk. Stap zelf naar de doelgroepen: kleuters, kinderen, jongeren, senioren. De wijkwerking als partner kan je helpen om te weten waar je die kunt vinden. Stop veel variatie in je aanbod. Kansengroepen in beweging krijgen, is een echte opdracht. En sportclubs blijven ontzettend belangrijk. Sport is een sociaal gebeuren. Als je in clubverband sport, hou je ’t ook langer vol. Al staan de clubs steeds meer onder spanning. Er wordt veel van hen geëist.”
VTS_233_bnw.indd 32
19/02/13 14:25
SPORTPROMOTIE
// 33
De Trefdag op Twitter @Lampongaap: Zoveel besturen en organisaties doen aan toeleiding, op 2de lijn. Maar wie legt dan écht de contacten met de doelgroepen?» #uitdagingx @TomNaome: Op terugweg van een schitterende Trefdag #uitdagingX van #ISB. Nog wat tips meegenomen voor #streetaction! @DavidNassen: Id zetel na Trefd Sportparticip: inspiratie én concrete echte praktijkvoorbeelden. Txs werkgroep, sd #lokeren & team! #uitdagingX...geslaagd
Als de jongeren willen voetballen, dan zorg ik voor een zaal. Maar zij moeten zich engageren om op tijd te komen, op te ruimen… Ward Christens, Jeugdhuis T-Klub Lokeren
Toen hebben we een vindplaatsgerichte jeugdwerker aangeworven. Die is er na een lange contactfase in geslaagd om een vertrouwensband met die jongeren op te bouwen. Er is toen een vrijetijdsaanbod voor die jongeren gegroeid, onder andere op vlak van sport.’ Ward Christens vertelde dat hij de jongeren gaat zoeken waar ze te vinden zijn: ‘In het station, cafeetjes, vzw’s, pleintjes, bankjes. Ook wel thuis. Een relatie opbouwen met die jongeren is absoluut nodig, ze ver-
VTS_233_bnw.indd 33
trouwen weinig mensen. Daarna kan je ze verantwoordelijkheid beginnen geven. Stel dat ze willen voetballen op woensdagnamiddag, dan zal ik voor een zaal zorgen. Maar zij moeten zich engageren om op tijd te komen, de kleedkamers op te ruimen, te zorgen voor een scheidsrechter, de ploegen in te delen.’ Iemand uit de zaal wou weten of er ook meisjes bij betrokken zijn. ‘Nee’, antwoordde Ward. ‘Meisjes, en vooral allochtone meisjes, hangen minder rond. Lokeren is een klein stadje, er wordt veel
De vorming ‘op maat begeleiding en coaching rond kansengroepen en sportparticipatie’ sluit naadloos aan op de thema’s van de Trefdag Sportparticipatie. Neem de vormingsbrochure van ISB bij de hand en blader naar pagina 18, daar vind je alle informatie. Aarzel niet om contact op te nemen met
[email protected] als je meer info wenst over dit specifieke aanbod.
geroddeld. Allochtone meisjes durven geen contact hebben met mij, omdat ik een Vlaamse man ben.’ Goed nieuws is dat allochtone en maatschappelijk kwetsbare jongeren heel veel bezig zijn met sport: voetbal, fitness, gevechtssporten. Ze vallen veel terug op zelforganisaties op dat vlak. Vervolgens gingen we de grens over, naar Nederland. Daar is Maarten Wesselman een bezig met CoachActief. Ook die actie ontstond uit de
19/02/13 14:25
SPORTPROMOTIE
// 35
Ann Soin, gemeente Denderleeuw ‘Het contact met je collega’s is erg verrijkend op zo’n Trefdag. Je pikt heel veel ideeën op. Kinderen tot twaalf jaar bereiken met je aanbod is relatief makkelijk. Maar als ze ouder worden, begint de uitval. De interesse valt weg. Voor tieners werken we een aanbod uit dat meer vraaggestuurd is. Je moet hen opzoeken, naar hen toestappen. Maar dat kost tijd, die er eigenlijk te weinig is bij ons op de sportdienst. Ook het beleid moet mee aan de kar duwen, anders lukt het niet. Gelukkig merk ik dat er meer en meer aandacht is voor kansengroepen in de sport. Hoe zo’n beleid wordt ingevuld, hangt af van gemeente tot gemeente. In Denderleeuw moeten we een beleid voor kansengroepen nog verder uitbouwen. Een kansenpas bijvoorbeeld, is er nog niet.
vaststelling dat jongeren te weinig sporten. En dat het percentage van kinderen en jongeren met overgewicht gestadig stijgt. Daarnaast is er het fenomeen van voortijdig schoolverlaten, met alle negatieve gevolgen daaraan verbonden: weinig kansen op de arbeidsmarkt, overlast van kansarme jongeren die een slecht voorbeeld geven voor de jongere jeugd, en die de lee aarheid in de wijk verminderen. In zes pilootlocaties over Nederland verspreid, zijn daarop coaches ingezet. ‘Die coaches zijn tussen de 16 en 21jaar’, gaf Maarten aan. ‘Ze hebben een gemeenschappelijk profiel: een lage sociaal-economische status, op of over de rand van de uitval staan en kansen willen grijpen.’ CoachActief organiseert beweegactiviteiten in de buurt, met vrijwilligers. Onder begeleiding van bijvoorbeeld
een jongerenwerker. Via het volgen van cursussen kunnen competenties worden verbeterd, wat een opstap kan zijn naar school of werk. Op de zes pilootlocaties zijn de ervaringen alvast positief. CoachActief verbetert kansen van jongeren op de arbeidsmarkt, laat kinderen meer bewegen, vermindert de overlast in de buurt, vergroot de lee aarheid, en zorgt voor een beter imago van de jongeren. //
Enkele conclusies: • Smeed een vertrouwensband. • Denk kansrijk in plaats van kansarm. • Zie sport als middel.
Bedankt aan de sportdienst van Lokeren voor het ter beschikking stellen van de prima accommodatie, de leden van de ISB-werkgroep Sportparticipatie voor de stevige inhoudelijke en praktische inbreng, alle (praktijk) sprekers voor de interessante keuzesessies en natuurlijk ook alle sportdienst- en andere medewerkers die aanwezig waren! Met steun van de Vlaamse overheid.
VTS_233_bnw.indd 35
Uitdaging X, ga ervoor! Op de ISB-website kan je alle presentaties en conclusies van elke sessie nog eens nalezen. Een en ander zal je ongetwijfeld inspireren om de komende weken de beleidsgesprekken met je schepen, collega’s, sportraad … te voeden. Samen kunnen we ervoor zorgen dat er ook in de komende legislatuur tijd, plaats en middelen vrijgemaakt worden voor laagdrempelig sporten en bewegen. Volgens de evaluatieformulieren kwam maar liefst 40% van de bezoekers met de trein. Het lekkers dat je in ruil voor deze vervoerskeuze kreeg zal daar wel niet vreemd aan zijn… De overschot van de middaglunch werd na afloop van de dag weggeschonken aan een lokale sociale organisatie. Een winwin voor iedereen!
KENN i n f o r m e r e n d
ANK •
i n s p i r e r e n d
Meer lezen over dit onderwerp? Zoek in de ISB-Kennisbank met de trefwoorden TREFDAG SPORTPARTICIPATIE, DOEL GROEPEN
20/02/13 08:39