Module ‘Sport als maatschappelijke spil van uw kern’
Kennisnetwerk Leefbaarheid en Gemeenschapsvoorzieningen 2014
Dorpshuus Varsselder Veldhunten & Sportmarathon in Putten
1
Colofon
Zwolle, december 2014 Kennisnetwerk Leefbaarheid en Gemeenschapsvoorzieningen, provincie Gelderland
Auteurs: Igor Grevers, Mark van Rotterdam, Bernd Ensing, ICSadviseurs
Deze module is tot stand gekomen naar aanleiding van regionale werkplaatsen en maatwerkvragen van het Kennisnetwerk Leefbaarheid en Gemeenschapsvoorzieningen, mede mogelijk gemaakt door Provincie Gelderland.
2
Inhoud 1. Sport en bewegen ............................................................................................................................... 4 1.1 Doelstelling .................................................................................................................................... 4 1.2 Sport in uw dorp of wijk .................................................................................................................. 5 1.3 Rol van de sportvereniging ............................................................................................................ 7 2. Sport in beeld ...................................................................................................................................... 9 2.1 Vitale bewoners ............................................................................................................................. 9 Sportdorp Velp ................................................................................................................................. 9 Lessen ............................................................................................................................................ 11 2.2 Iedereen doet mee ....................................................................................................................... 12 VV Hattem ...................................................................................................................................... 13 Lessen ............................................................................................................................................ 13 2.3 Toekomstbestendig voorzieningenaanbod .................................................................................. 14 Dorpshuus Varsselder - Veldhunten .............................................................................................. 14 Lessen ............................................................................................................................................ 15 3. Aan de slag ........................................................................................................................................ 17 3.1 Stappenplan ................................................................................................................................. 17 3.2 Werkvorm - Wijksimulator ............................................................................................................ 18 Bijlage: bronnen voor informatie ............................................................................................................ 19 Modules Leefbaarheid en Gemeenschapsvoorzieningen ................................................................. 19
3
1. Sport en bewegen Sporten en bewegen is een belangrijk onderdeel van ons dagelijks leven. Uit onderzoek blijkt dat sporten en bewegen een overduidelijk positief effect hebben op de gezondheid van mensen. Mensen die voldoen aan de beweegnorm (minimaal vijf dagen in de week matig intensief bewegen) hebben minder kans op overgewicht, hart- en vaatziekten en een vroegtijdige dood dan mensen die onvoldoende bewegen. Een bevolking die voldoet aan de beweegnorm scheelt de samenleving veel kosten voor gezondheidszorg (Verwey-Jonker Instituut, 2011). Naast de positieve effecten op de gezondheid zijn ook de positieve effecten van sporten en bewegen waarneembaar in de sociale samenhang in een wijk of kern en in de opvoeding van kinderen. Sport en bewegen is een tijdverdrijf dat verveling tegengaat, waarbij mensen elkaar ontmoeten en samen leren omgaan met winst en verlies. Jong en oud In onze eigen omgeving zien we dit onmiddellijk terug in de sport- en beweegactiviteiten die van jong tot oud ontplooit worden. De allerkleinsten spelen samen in de kinderopvang en volgen gymlessen op school. Op jeugdige leeftijd worden kinderen vaak lid van een sportvereniging. Ouders sporten ook bij een vereniging, lopen hard na werktijd, beoefenen yoga of fietsen. Naarmate mensen ouder worden, neemt in veel gevallen ook de mate van bewegen en vitaliteit af. Er zijn nog steeds laagdrempelige manieren van bewegen, zoals het lopen met de hond of recreatief fietsen, die bijdragen aan de vitaliteit van mensen van middelbare leeftijd. Voor ouderen zijn er diverse activiteiten die aansluiten bij het afnemen van de mobiliteit, zoals jeu-de-boules, koersballen of bridgen. Hoewel het niet actieve vormen van sporten en bewegen zijn, komt het in sterke mate ten goede aan de vitaliteit van ouderen. Deze voorbeelden in onze eigen omgeving zijn slechts het topje van de ijsberg qua mogelijkheden om sport als middel te gebruiken voor een vitale leefomgeving. Om deze reden heeft het kennisnetwerk Leefbaarheid en Gemeenschapsvoorziening van de provincie Gelderland de voorliggende module als werktool ontwikkeld. Hiermee kunnen inwoners van dorpen en wijken actief de mogelijkheden van sport en bewegen als hulpmiddel voor een duurzame leefbaarheid benutten.
1.1 Doelstelling De voorliggende module gaat in op de spilfunctie die sport heeft in een kern en hoe deze behouden en versterkt kan worden. Er zijn inmiddels mooie voorbeelden binnen en buiten de provinciegrenzen van Gelderland, die laten zien dat sport de spil kan zijn van een kern. De nadruk van de module ligt op het vitaal houden van een kern, waarbij activiteiten gericht op sporten en bewegen een belangrijke motor kunnen zijn. Op dorp- en wijkniveau onderscheiden we de volgende niveaus: - Programma: sport en bewegen als activiteit (welzijn, onderwijs en sociaal leven); - Organisatie: bindmiddel voor levensloopbestendige organisaties; - Huisvesting: duurzame instandhouding voorziening en accommodaties. Specificatie van het doel van de module naar drie niveaus: - Programma: de module geeft vertegenwoordigers van instanties in kernen (dorpsraad, dorpshuisbestuur, sportvereniging, et cetera) handvatten om te komen tot een toekomstbestendig sport- en beweegprogramma dat bijdraagt aan de vitaliteit van bewoners. - Organisatie: een activiteitenprogramma heeft uiteraard een organisatiecomponent. Er zijn diverse instellingen die zich bezighouden met de vitaliteit van bewoners op kernniveau. Enerzijds houden zij bezig met het bedenken en innoveren van het programma en anderzijds met de operationele organisatie hiervan. Het bestaansrecht van deze instanties is mede afhankelijk van het activiteitenprogramma. De module geeft de instellingen aanknopingspunten om het programma op een goede manier te organiseren. - Huisvesting: een toekomstbestendig activiteitenprogramma zorgt voor deelname vanuit de bewoners en daarmee inkomsten in de vorm van contributie, entreegelden of horecainkomsten. Deze inkomsten dragen bij aan de instandhouding van voorzieningen en accommodaties. Daarnaast vraagt het mogelijk clustering of aanpassingen van de 4
accommodaties. Huisvesting is een middel om het programma te organiseren en geen doel op zich. Vanuit dit licht is in deze module aandacht besteed aan huisvesting.
1.2 Sport in uw dorp of wijk In deze paragraaf wordt het speelveld van sporten en bewegen in uw dorp of wijk in beeld gebracht. Dit speelveld geeft aan welke bouwstenen van belang zijn voor een vitale omgeving.
Actoren: De binnenste ring betreffen de actoren die op het speelveld van sporten en bewegen betrokken zijn bij het organiseren van activiteiten. Hieronder is een korte opsomming gegeven van de veelvoorkomende actoren: - Dorpsraad: de dorpsraad is een belangrijke partij in het vertegenwoordigen van de belangen van een bewoner van een kern. De vitaliteit van de bewoner en de voorzieningen in een kern is één van de aandachtspunten van een dorpsraad. - (Sport)verenigingen: uiteraard de verenigingen zelf. Vaak is het verenigingsleven in een kern op het vlak van sport heel breed. Denk daarbij aan de traditionele sporten als voetbal en tennis, maar ook sterk groeiende sporten als bridge, hardlopen en fietsen. - Gemeente: de gemeente blijft natuurlijk een partner bij het sporten en bewegen. De gemeente heeft beleidsnotities voor haar doelstellingen met sport en andere aanpalende beleidsterreinen, zoals welzijn. Daarnaast is zij in veel gevallen eigenaar van sportaccommodaties en de openbare ruimte. De gemeente is in veel gevallen de beheerder van de desbetreffende accommodatie. - Bewoners: de bewoners van de kernen zijn de leden of toekomstige leden van een sportvereniging en deelnemer aan een sport- en beweegaanbod. Het is de belangrijkste doelgroep voor het aanbieden van een activiteit en voorziening. Verder kan een bewoner natuurlijk het initiatief nemen tot het organiseren van een activiteit. Dit kan onder de paraplu van een organisatie of vereniging, maar ook laagdrempelig met een groepje vrienden of familie. - Sportraad: in veel gemeenten is een sportraad actief. Deze kan bestaan uit (bestuurs)leden vanuit de sportverenigingen of uit onafhankelijke bewoners van een kern. De ene keer vertegenwoordigt de sportraad de verenigingen bij de gemeentelijke politiek, de andere keer is de sportraad ondersteunend aan de sportverenigingen. - Andere actoren: zorgcentrum, kinderopvang, culturele verenigingen, Stichting Welzijn. 5
Accommodaties: De buitenste ring betreffen de accommodaties in een kern. Als accommodaties zijn niet enkel de traditionele sportaccommodaties als een gymzaal en sportpark opgenomen, maar ook de openbare ruimte. Het is namelijk de geijkte plek voor wandelen, fietsen en hardlopen. Tussen de actoren en accommodaties kan een samenhangend activiteitenaanbod ontstaan, dat gericht is op de vitaliteit van de bewoners. Hieronder zijn enkele korte voorbeelden genoemd van de activiteiten, waarbij de voorzieningen elkaar kunnen ondersteunen. -
Zorginstelling en sportvereniging: een sportvereniging beschikt over veel (jeugd)leden. Deze jeugdleden kunnen een activiteit organiseren voor mensen die woonachtig zijn in een zorginstelling. Een dergelijke activiteit hoeft niet op het sportpark plaats te vinden, maar kan ook in of in de omgeving rond een zorginstelling. Voorbeelden kunnen zijn het samen koersballen, maken van een wandeling of een jeu-de-boules toernooi. Het komt ook voor dat enkele senioren het idee opvatten een jeu de boules vereniging op te starten. In een dergelijke activiteit kunnen meerdere actoren betrokken worden, zoals de zorginstelling en de sportvereniging, maar ook de dorpsraad of een dorpshuisbestuur. De plek van de jeu-deboulesbaan kan op vele plekken, zoals het sportpark of in de openbare ruimte op bijvoorbeeld het dorpsplein of in een park. Het is in dat geval verstandig om een gedegen afweging te maken, zodat de voorziening een andere voorziening versterkt.
Voorbeelden van de koppeling tussen sport voor senioren met verenigingen in onder meer Hattem en Horst aan de Maas
-
Speeltuinvereniging en Stichting Welzijn: een speeltuin is bij uitstek een laagdrempelige beweegvoorziening voor kinderen. Meer en meer worden er ook in Nederland speeltoestellen in de buitenruimte geplaatst voor andere doelgroepen, jongeren, volwassen en senioren. Fitnesstoestellen in de buitenruimte voor jongeren winnen aan populariteit. Diverse jongerenwerkers ontwikkelen voor hun doelgroep een programma om gebruik te maken van de fitnesstoestellen, waardoor de hangjeugd ook aan het bewegen komt. Het gezien worden tijdens het sporten is voor deze doelgroep belangrijk. Er worden ook speeltoestellen voor senioren in de buitenruimte geplaatst. De Nederlandse senioren is niet een doelgroep die snel op eigen initiatief gebruik maakt van speeltoestellen in de buitenruimte. De koppeling met een partij die er een programma op zet is nodig om het tot een succes te maken. Daarnaast zal het op de perfecte plek moeten staan in de omgeving van andere voorzieningen.
Fitnesstoestellen in de buitenruimte, bron: Nijha.nl
6
-
Onderwijs en sportverenigingen: er zijn vele succesvolle voorbeelden van de combinatie tussen onderwijs en sportverenigingen, bijvoorbeeld in de vorm van een sportdag. De zogenaamde combinatiefunctionarissen of buurtsportcoaches kunnen hier een rol in spelen. Dit zijn gesubsidieerde krachten vanuit de subsidieregeling sportimpuls. Er wordt in dat geval een cofinanciering gevraagd van de gemeente of een andere instelling. Een voorbeeld waar de plaatselijke sportdag een succes is, is in de gemeente Putten. Daar wordt jaarlijks de sportmarathon georganiseerd waaraan nagenoeg alle sportverenigingen deelnemen. Van de denksportvereniging tot de korfbal en van de fietscrossvereniging tot voetbalvereniging. Een aantal bestuursleden van verschillende verenigingen heeft een stichting gevormd om deze jaarlijkse activiteit te organiseren. De combinatiefunctionarissen hebben een aanjagende en faciliterende rol door verenigingen, basisscholen en andere instanties aan elkaar te verbinden.
Sportmarathon Putten
1.3 Rol van de sportvereniging De sportvereniging is één van de actoren die belangrijk is bij het aanbieden van sport in een kern. Daarmee heeft de sportvereniging een belangrijke maatschappelijke waarde. Desondanks staan diverse sportverenigingen door allerlei ontwikkelingen onder druk. Voorbeelden zijn het afnemen van inkomsten, het toenemen van verantwoordelijkheden en minder vrijwilligers. In deze paragraaf is wat nader ingezoomd op de sportvereniging. Programma Uit onderzoek blijkt dat een derde van de Nederlanders sport in verenigingsverband beoefent. De vraag waarom iemand lid wordt van een vereniging is op het eerste oog makkelijk te beantwoorden, namelijk een lid krijgt toegang tot een voorziening om de desbetreffende sport te beoefenen. Een lid krijgt training, speelt wedstrijden en mag gebruik maken van een accommodatie. Er liggen ook softere redenen aan ten grondslag om lid te worden van een vereniging. -
-
Sociale cohesie: het is namelijk één van de weinige echte ontmoetingsplekken, waar alle lagen van de bewoners samenkomen. Kinderen, ouders en grootouders zijn lid van de vereniging en brengen een belangrijk deel van hun weekend of avonduren door op de vereniging. Het maakt niet uit welke opleiding of baan iemand heeft, gezamenlijk hebben ze dezelfde passie en beoefenen dezelfde sport. Sociale vaardigheden: veel ouders vinden het belangrijk dat hun kind lid wordt van een sportvereniging, aangezien ze daar bepaalde vaardigheden ontwikkelen zoals omgaan met verlies, het maken van vriendjes en vriendinnetjes en ze leren samen te spelen.
Organisatie Leden zijn uiteraard zeer belangrijk voor de sportverenigingen. De contributie is voor veel verenigingen nog steeds de belangrijkste inkomstenbron. Alleen bij sommige voetbalverenigingen is de kantineopbrengst groter dan de contributie. Uiteraard zijn de inkomsten die in de kantine behaald worden ook voornamelijk afkomstig van leden. Een derde inkomstenbron is sponsoring vanuit het bedrijfsleven. En als laatste is er de subsidie die gemeenten mogelijk verstrekken, ofwel direct aan de vereniging beschikbaar stellen in de vorm van bijvoorbeeld een jeugdledensubsidie of van het beschikbaar stellen van een accommodatie.
7
Sportverenigingen merken dat de inkomsten onder druk staan. Landelijk gezien groeit het aantal lidmaatschappen van sportverenigingen, echter binnen de context van een kleine kern in Gelderland is dat anders. Daar krimpt het aantal bewoners en dat heeft ook zijn invloed op het aantal leden van de vereniging. Daarnaast hebben bewoners en bedrijven te maken met de economische crisis en dat is te merken in de bar- en sponsorinkomsten. Huisvesting Gemeenten zitten ook in een periode dat zij gedwongen zijn keuzes te maken. De inkomsten in het gemeentefonds nemen af en zij krijgt er taken bij als gevolg van de drie decentralisaties (Jeugdwet, Participatiewet en AWBZ naar Wmo). In veel gemeenten betekent dit dat zij meer vragen van de bewoners in het in standhouden van de voorzieningen en accommodaties. Bijvoorbeeld het privatiseren van het eigendom en ook het onderhoud van natuurgras en kunstgras is actueel. Deze toename in verantwoordelijkheden is een uitdaging waar verenigingen mee worstelen. Kansen Daarentegen liggen er natuurlijk ook kansen voor verenigingen. Gemeenten zetten in, en hebben zichzelf ook de verplichting opgelegd, op het verduurzamen van de accommodaties. Het verlagen van de exploitatiekosten kan helpen om de begroting van een vereniging sluitend te krijgen (meer informatie op: duurzameenergiegelderland.wing.nl/ of agem.nu). De drie decentralisaties bieden ook kansen. De verantwoordelijkheid voor zorg en welzijn komt voor een groter deel bij de gemeenten te liggen. Dit betekent dat er binnen het beleid van gemeenten ingezet wordt op preventie en proberen zoveel mogelijk burgers deel te laten nemen aan de maatschappij. Enerzijds om de zorgkosten zo laag mogelijk te laten zijn, maar ook om het welzijn en de participatiegraad van de burgers te vergroten. Zoals eerder gekenschetst draagt een sportvereniging bij aan het welzijn van de burgers. Het belang van sport als middel om doelstellingen op andere beleidsterreinen te behalen wordt meer en meer onderkend. Een vereniging kan hier ook zelf op inspelen. Voorbeelden hiervan komen terug in de module in hoofdstuk 2.
8
2. Sport in beeld In dit hoofdstuk worden concrete voorbeelden genoemd inclusief de belangrijkste lessen om sport als vitaal middel voor leefbare dorpen of wijken te gebruiken. Dit geldt zowel op het vlak van activiteiten alsook organisaties, voorzieningen en accommodaties. De voorbeelden zijn gebaseerd op praktische casussen in Gelderland, zodat de lessen ook in de praktijk aanschouwd kunnen worden. Van belang is te beseffen dat het voorbeelden zijn die goed pasten op de lokale context. Deze zijn niet één op één te kopiëren naar uw eigen vereniging of gemeenschap. Het biedt inspiratie om te zoeken naar de oplossing voor uw eigen kern.
2.1 Vitale bewoners Gelderse gemeenten hebben over het algemeen te maken met diverse demografische ontwikkelingen, zoals krimp, vergrijzing en ontgroening. Deze veranderende samenstelling van de bevolking heeft effect op de levensvatbaarheid van voorzieningen. Het afnemen van voorzieningen zet ook de vitaliteit van de bewoners onder de druk, aangezien deze mogelijk een andere behoefte hebben of niet bereid zijn afstanden af te leggen om te sporten en bewegen. In deze paragraaf wordt met name ingegaan op de vitaliteit van de bewoners en hoe een dorpsraad, sportvereniging of een andere lokale entiteit dit kan oppakken middels het concept Sportdorpen. Als voorbeeld is het ‘sportdorp’ Velp uitgelicht. Sportdorpen Het sportieve trefpunt van het dorp: - Impuls leefbaarheid in kleine kernen. - Versterking verenigingsleven. - Bevorderen gezonde en actieve leefstijl. - Op maat uitvoerbaar. - Vernieuwend beweegaanbod. Het draait in een sportdorp om één begrip: samenwerken. Door krachten te bundelen in (krimp)gemeenten of gemeenten in een achterstandssituatie, kan er met een sportdorp tóch voor gezorgd worden dat verenigingen een toekomst hebben. Daarbij hebben de inwoners een belangrijke rol en worden ze opgeroepen om actief mee te denken en mee te doen. Doel is zoveel mogelijk inwoners meer en vaker te laten sporten binnen hun eigen kern. Sportverenigingen, scholen, zorg- en welzijnsinstellingen, dorpsraden en andere lokale aanbieders werken bij het opzetten en runnen van een sportdorp nauw samen. Door de samenwerking kan het huidige sport- en beweegaanbod, ondanks krimp of terugloop van ledental, toch in stand blijven, uitgebreid worden en worden nieuwe activiteiten gestart die aansluiten op de behoefte en wensen van de inwoners. Hiervan profiteren niet alleen de verenigingen, maar ook andere lokale partijen. Het betreft een subsidiemogelijkheid via de Sportimpuls (sportindebuurt.nl/sportimpuls).
Sportdorp Velp Sportdorp Velp biedt sportactiviteiten die speciaal ontwikkeld zijn om mensen die nu niet of weinig sporten een geschikt sportaanbod te geven. Daardoor kan men kennis maken met een nieuwe sport, die past bij hun eigen niveau. Sportdorp Velp heeft de volgende doelen: - Gelegenheid bieden om te gaan sporten; - Sporten op het niveau dat bij de mogelijkheden past; - Sporten dichtbij huis; - Betaalbaar sporten. Sportdorp Velp richt zich op alle bewoners van Velp Zuid, maar met name op: - Schoolgaande jeugd; - Ouders van schoolgaande jeugd; - 50+ bewoners; - (kwetsbare) ouderen in verzorgingshuizen en andere voorzieningen.
9
Initiatief Tennis Vereniging Beekhuizen (TVB) nam het initiatief. De vereniging vond de lage sportparticipatiegraad in Velp Zuid (onder de 20%) zorgelijk. De vereniging was bekend met de mogelijkheden van de subsidieregeling en het heeft hen doen besluiten een initiatief op te starten. TVB heeft een bijeenkomst georganiseerd, waarvoor een breed aantal betrokkenen is uitgenodigd die met het sport- en beweegaanbod te maken hebben. Zo waren onder andere (sport)verenigingen, onderwijs en een gezondheidsinstelling uitgenodigd. Doel was hen te verleiden mee te doen met het initiatief. Het was een groot succes, waarna men heeft besloten verder te werken met een select gezelschap als vertegenwoordiging van de grote groep. TVB werd penvoerder en formeel ‘opdrachtgever’ van dit project met als doel om op een laagdrempelige manier sport en bewegen aan te bieden. TVB heeft de Sportimpuls subsidie aangevraagd. De Sportimpuls betreft een subsidie voor de periode van twee jaar, waarvan een professionele projectleider, activiteiten en communicatie worden gefinancierd. Om richting en uitvoer te geven aan het project is er een stuurgroep opgericht met leden van TVB en andere verenigingen. Het Sportbedrijf Rheden is faciliterend aan het initiatief.
Foto’s van activiteiten in Sportdorp Velp
Voorlopige resultaten Inmiddels zijn er twee succesvolle programmaonderdelen: -
Breder toegankelijk maken van sport: bij de sportverenigingen is er een zogenaamd instapaanbod gecreëerd in de vorm van laagdrempelige sportavonden, waar men tegen een kleine vergoeding deel kan nemen aan een activiteit of gebruik kan maken van de sportfaciliteiten. De stuurgroep heeft een rol in de werving van de deelnemers, waarbij zij gebruikmaken van foldermateriaal, een mailing, de website en het huis-aan-huiskrantje. De sportverenigingen organiseren de activiteit. Om hen tegemoet te komen in de kosten financiert de stuurgroep vanuit de subsidie een vrijwilligersvergoeding.
-
Combinatie tussen onderwijs en sport: een ander succesvol programmaonderdeel zijn de twee wekelijkse naschoolse activiteiten. Direct aansluitend op de schooltijden wordt er een wisselende en uitdagende sportactiviteit aangeboden. Deze wordt begeleid door vrijwilligers die daarvoor een vrijwilligersvergoeding ontvangen van de stuurgroep. Schoolkinderen blijken goed bereikbaar als er verbinding gezocht wordt met het onderwijs. Wekelijks doen er inmiddels circa 50 leerlingen mee. Via de kinderen worden de ouders ook bereikt. De kinderen nodigen hun eigen ouders uit voor de activiteiten die speciaal voor henworden georganiseerd. Langzaamaan neemt hiermee de sportdeelname toe, worden bewoners vitaler en wordt de sociale cohesie van Velp versterkt.
10
Verbindingsschema Sportdorp Velp, bewerkt door ICSadviseurs.
Over vijf jaar wil Velp een structurele samenwerking die gesteund wordt door de belangrijkste partijen. Een vast kader, vanuit de verenigingen, dat het sportaanbod ontwikkelt, verder uitbreidt en steeds afstemt op de (veranderende) behoeften. Verenigingen gaan meer samenwerken en breiden het aanbod uit en vullen het gezamenlijk in. De deelname van de bewoners blijft stijgen en Sportdorp Velp is een bekend begrip en centrale partij die de verbinding legt tussen de partijen die hetzelfde doel voor ogen hebben: bewoners van Velp Zuid in beweging krijgen, en dit met elkaar bereiken.
Lessen Onderstaand zijn een aantal lessen opgenomen, die afkomstig zijn van Sportdorp Velp: Programma: - Zoek gericht samenwerkingspartners: ga in het begin niet gelijk met alle partijen om tafel. Begin met een klein aantal betrokken partijen, om doelgericht tot afspraken te komen. Start met bijvoorbeeld een paar grotere sportverenigingen, de gemeente, scholen en het gezondheidscentrum. Vorm een alliantie met de deelnemende partijen waarbij duidelijk is wat het gezamenlijke doel is en ieders inbreng. Maak het niet te breed, maar zeker niet te smal, zodat vanuit verschillende invalshoeken aan de slag gegaan kan worden met het gezamenlijke doel. Organisatie: - Mensenwerk: mensen die nu niet sporten zijn moeilijk te bereiken via bijvoorbeeld enquêtes en folders. Direct contact werkt beter. Bijvoorbeeld via personen die ze kennen, de wijk- of buurtvereniging en andere wijkactiviteiten. De kinderen zijn goed te bereiken via het onderwijs. - Voorbereiding is belangrijk: neem de tijd in de voorbereiding. Stem ieders ideeën, wensen en verwachtingen goed af. Kies de goede partners die vanuit de diverse invalshoeken een bijdrage kunnen en willen leveren. Maak het gezamenlijke doelconcreet. 11
-
Professionele ondersteuning: kies een goede projectleider of voorzitter die weet te verbinden. De projectleider zorgt dat de taken worden verdeeld en het gemeenschappelijke en maatschappelijke belang voor ogen blijft. De deelnemers krijgen verantwoordelijkheid en waar nodig stuurt de projectleider bij. Uiteindelijk zal de projectleider zichzelf overbodig moeten maken.
Huisvesting: - Geen eilandjes meer: veel partijen zitten op een eiland en zijn niet gewend om samen te werken. Een school heeft een eigen gebouw, een sportvereniging een eigen kantine en sportveld en een zorginstelling een eigen verzorgingstehuis. Het eigen belang, de strategie en werkwijze staan voorop. Er is een verandering nodig waarbij bruggen worden geslagen tussen de partijen. Verenigingen hebben een afkalvend en beperkt kader en weinig tijd en menskracht voor dergelijke nieuwe initiatieven. Terwijl dit wellicht wel het behoud van de vereniging kan zijn. Wellicht niet in de traditionele vorm, maar wel voor het doel waar ze voor staan: zorgen dat mensen een sport kunnen beoefenen.
2.2 Iedereen doet mee Verenigingen zijn regelmatig traditioneel en gericht op het organiseren en faciliteren van één sport. Er is een sterke verbondenheid met de identiteit van de club en met het in standhouden van de activiteit. Het heeft een sterk aanbodgericht karakter. Hetzelfde is van toepassing op andere instellingen in een kern, zoals een dorpshuis, school(plein), zorginstelling, et cetera. De verbondenheid aan een gezamenlijk belang ontbreekt. De vitaliteit van de bewoners in een kern kan dit gezamenlijke belang zijn, zoals ook in de vorige paragraaf is beschreven. Feit is dat de samenleving continu aan verandering onderhevig is. Er is vergrijzing en ontgroening, waardoor de sport- en beweegbehoefte verandert. Het sociaal en cultureel planbureau heeft onderzocht dat het ledenaantal van sportverenigingen nog steeds toeneemt. Een conclusie die voor veel traditionele sportverenigingen als een verassing zal overkomen en niet aansluit bij hun eigen context. Een nadere analyse van deze cijfers laat zien dat het een groei binnen de sportbonden betreft, die grotendeels veroorzaakt wordt door het toenemende aantal ouderen. De top 5 bestaat uit sporten die goed en veel door vitale senioren worden beoefend.
Groei ledenaantal 'ouderwetse sporten' Ledenaantal x 1000 (2012) Gem. jaarlijkse groei in procenten (2009-2012) 92 Schaatsenrijders Bond 28,2 44 Wandelsport Bond 23,9 145 Zwem Bond 22,8 116 Bridge Bond 8,4 388 Golf Federatie 2,6 233 Hockey Bond 2,3 137 Atletiekunie 1,1 1209 VoetbalBond 0,8 213 Hippische Sportfederatie -0,5 117 Volleybal Bond -1 96 Korfbalverbond -1,2 87 Watersportverbond -2,2 242 Gymnastiek Unie -3,2 675 Tennis Bond -3,3 91 Ski Vereniging -3,5 Bron: Volkskrant, november 2014
De samenleving verandert ook in de manier, waarop mensen deelnemen aan sporten en hoe zij het verenigingsleven beleven. De sporter is een kritische consument geworden, die gebruik wil maken van goed en modern materiaal en in mindere mate tijd vrijmaakt voor vrijwilligerswerk. Het meebewegen met deze veranderende samenleving, maar ook paal en perk stellen aan consumentgedrag, is de uitdaging waar verenigingen vroeg of laat mee te maken krijgen. De focus van een vereniging zal meer van binnen naar buiten gericht moeten zijn. De verbondenheid met de vereniging neemt toe op het moment dat de positie van de vereniging in de samenleving van een kern verbreed wordt. 12
VV Hattem Verenigingsgevoel Een mooi Gelders voorbeeld is VV Hattem. De vereniging werkt rustig aan het versterken van haar maatschappelijke positie binnen de samenleving van Hattem en zet steeds kleine stappen om haar aanbod te verbeteren en verbreden. VV Hattem heeft in de afgelopen jaren gewerkt aan het verenigingsgevoel van haar leden. Zo heeft zij besloten om met het eerste team en de seniorenteams op zaterdag te gaan voetballen. Argumentatie was dat zij er een dagje uit voor het gezin van wil maken. Steeds merkte de vereniging dat leden op zondag stopten met voetballen, omdat jongeren graag op zaterdagavond uit willen gaan en dat vaders van jonge kinderen graag op zondag tijd met het gezin willen doorbrengen.. Het zoontje of dochtertje speelde op zaterdag en als vader dan ook nog zondag weg was, was het één van de redenen voor de vader om te stoppen met voetballen. Daarbij komt dat in de regio de meeste teams op zaterdag speelden, waardoor de seniorenteams van Hattem bij uitwedstrijden de hele dag op pad waren. Kortom, tijd voor verandering. VV Hattem merkt dat zij na de overstap naar de zaterdag nu een plek geworden zijn waar het gezin graag gezamenlijk komt. Aangezien nu een groot deel van het gezin op zaterdag voetbalt, zijn de overige leden van het gezin ook regelmatig te vinden op de vereniging. Er zijn dan ook andere leuke dingen te doen bij de vereniging, waardoor zij zich niet vervelen. Tussen de middag kunnen zij er bijvoorbeeld eten, is er een speelvoorziening, et cetera. Hattem onbeperkt VV Hattem laat haar maatschappelijk toegevoegde waarde ook op een andere manier zien. Zij heeft een speciaal team opgezet voor kinderen met gedragsproblematiek, zoals autisme. Diverse kinderen vallen uit in reguliere voetbalteams doordat zij behoefte hebben aan meer structuur. Onder de naam “Hattem onbeperkt” is in 2012 gestart met trainingen aan deze kinderen. In 2011 is een projectgroep gestart bestaande uit de jeugdcoördinator van de vereniging, een student van de opleiding Sportmanagement en Psychomotorische Therapie (PMT) aan de Calo Windesheim, een ouder van een kind met autisme en vrijwilligers die de training willen verzorgen. Sinds maart 2012 biedt de vereniging voetbaltrainingen aan voor kinderen met een gedragsstoornis. Deze activiteit richt zich op kinderen van ongeveer 6 t/m 12 jaar met een stoornis in het autistische spectrum. Kinderen met een stoornis binnen het autistische spectrum, of een andere gedrag- of concentratiestoornis (ADHD, ADD) kunnen om verschillende redenen vaak niet meekomen binnen het reguliere voetbal en horen eveneens niet thuis bij het G-voetbal. Deze kinderen hebben behoefte aan structuur in hun omgeving en kunnen alleen goed worden aangestuurd door ze op een duidelijke en heldere wijze tegemoet te treden.
Foto’s van activiteiten van VV Hattem
Lessen Onderstaande lessen zijn te leren van het initiatief van VV Hattem: Programma: - Klein beginnen: het versterken van het verenigingsleven hoeft niet met grote gebaren of intensieve programma’s. Het kan ook met nieuwe, innovatieve activiteiten die aansluiten bij een al lopende activiteit. Een lid die een eigen motivatie een activiteit verzint en gaat organiseren kan net zo krachtig zijn als een programma dat door meerdere instellingen bedacht wordt. De vereniging was in dit geval de logische plek om het te laten plaatsvinden.
13
Organisatie: - Stagiairs: in het voorbeeld van Hattem onbeperkt, maar ook bij vele andere initiatieven, wordt er gewerkt met studenten/stagiairs van hoge scholen. Onder begeleiding van capabele vrijwilligers kunnen deze van toegevoegde waarde zijn in onderzoek of ondersteuning. De Hogeschool Arnhem Nijmegen is onderdeel van het kennisnetwerk van de provincie Gelderland en zou eventueel op projectbasis initiatieven/activiteiten kunnen ondersteunen. Naast de HAN zijn ook andere hogescholen bereid dergelijke ondersteuning te bieden. Huisvesting: - Volgend: aan de huisvesting heeft in het geval van VV Hattem geen extra aanpassingen plaats gevonden. Het sportpark is excentrisch gesitueerd ten opzichte van de kern Hattem. Niettemin vinden de activiteiten plaats vanuit de vereniging en op het sportpark en werkt zij er actief aan om meer Hattemenaren aan het bewegen te krijgen. Het laat zien dat de accommodatie volgend is. De activiteiten zijn succesvol, omdat zij aansluiten bij de behoefte die er is en niet omdat het plaatsvindt in een accommodatie die de activiteit optimaal faciliteert.
2.3 Toekomstbestendig voorzieningenaanbod Doel van de module is een toekomstbestendig sport- en beweegaanbod als spil van een kern. Een dergelijk aanbod begint bij actoren en activiteiten. De plek waar dit plaatsvindt is secundair aan het hoger liggende doel. Niettemin is een voorziening belangrijk om het doel te kunnen realiseren. In deze paragraaf is inspiratie gegeven om dit aan het toekomstige aanbod te kunnen bieden.
Dorpshuus Varsselder - Veldhunten De Vereniging Dorpsbelangen Varsselder – Veldhunten (VDVV) een belangenvereniging voor het dorp Varsselder en Veldhunten. De VDVV heeft ten doel '“met alle binnen haar vermogen liggende middelen de leefbaarheid in Varsselder-Veldhunten voor nu en in de toekomst te bevorderen.” Om dit doel te bereiken is de voormalige voetbalkantine en sportzaal verbouwd tot ‘het Dorpshuus’, waar alle verenigingen en dorpse activiteiten gehuisvest zijn. Het Dorpshuus is hiermee zowel het fysieke als het maatschappelijke middelpunt geworden. Naast een fysieke ontmoetingsplek bestaat ook een digitaal Dorpshuus (varsselderveldhunten.nl). Deze digitale wereld beïnvloedt en verandert de echte wereld en andersom: zo is de invulling en het tot standkomen van het fysieke dorpshuis ook weer mogelijk gemaakt door verbindingen en gezamenlijke activiteiten welke zijn ontstaan via het internet. Initiatief In 2003 is de VDVV gestart met een enquête om de wenselijkheid van een gemeenschapshuis te inventariseren. Er waren veel verschillende verenigingen die op hun beurt van veel verschillende accommodaties gebruik maakten. Van kelders in de plaatselijke horeca tot eigen accommodaties. De reacties op dit onderzoek waren zo positief dat besloten is om een bijeenkomst te houden met alle verenigingen. Tijdens deze bijeenkomst hebben de verenigingen unaniem besloten om gezamenlijk te streven naar het realiseren van een gemeenschapshuis om de gemeenschapszin en het rijke verenigingsleven te behouden. De VDVV heeft daarna een notitie geschreven, waarin nut, noodzaak en aanbevelingen voor een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte zijn aangegeven. Deze notitie is in oktober 2005 aangeboden aan het college van B&W van de gemeente Oude IJsselstreek met het verzoek tot medewerking. Het college heeft daarop besloten om een haalbaarheidsonderzoek uit te laten voeren in het kader van de gemeentelijke visie 2020. Varsselder-Veldhunten kreeg een pilotfunctie binnen het onderzoek. Naar aanleiding van dit haalbaarheidsonderzoek is er een projectgroep opgericht met hierin een vertegenwoordiging vanuit de gemeente, woningcorporatie en VDVV. De financiering van dit project kwam vanuit de gemeente, woningcorporatie, lokale Rabobank en andere ondernemers en subsidies en fondsen vanuit de provincie Gelderland en Oranjefonds. Daarnaast zitten er veel vrijwilligersuren in het project.
14
‘t Dorpshuus Varsselder-Veldhunten heeft circa 750 inwoners en ruim 20 actieve verenigingen. Bij het opstellen van het plan zijn de meningen van zoveel mogelijk organisaties meegenomen. Voor ‘t Dorpshuus geldt als uitgangspunt, dat er alle plaatselijke verenigingen en organisaties gehuisvest zijn. ‘t Dorpshuus is daarmee een brede voorziening dat verder gaat dan alleen een sociaal culturele voorziening maar ook sport (binnen- en buitensport) onderdak geeft. Het uitgangspunt is dat alle ruimten in gemeenschappelijkheid gebruikt worden. Dat betekent dan ook dat er geen sprake is van individueel ruimtegebruik. Daardoor vindt er een maximale kruisbestuiving plaats tussen de gebruikers,zonder dat er sprake is van gedwongen opgave van eigen identiteit van elke afzonderlijke vereniging. Sport, cultuur, welzijn, onderwijsactiviteiten en andere op het dorp gerichte activiteiten vinden volop plaats. ’t Dorpshuus heeft een beheermodel dat volledig bestaat uit vrijwilligers. Doel is bewoners betrokken te laten zijn bij hun eigen voorziening. Uiteraard is het ook vanuit kostenbesparing, zodat huurprijzen en overige tarieven laag blijven. De vrijwilligers worden vanuit het ‘Stichtingsbestuur Gemeenschapshuis’ door twee personen aangestuurd. Voor de reguliere activiteiten is er een vaste groep barvrijwilligers, met voor elke avond een barhoofd. Hij is verantwoordelijk voor de bezetting van de bar. Daarnaast is er nog een grote pool vrijwilligers voor incidentele of jaarlijkse activiteiten. Zo wordt er bijvoorbeeld een groot schuttersconcours georganiseerd, waaraan 40 korpsen deelnemen en 3.000 bezoekers op af komen. Op deze dag worden er circa 1.800 vrijwilligersuren geschreven. Een vrijwilliger mag zijn gewerkte uren toeschrijven aan een vereniging. Er vindt dan een vergoeding plaatst vanuit de stichting aan de vereniging van de vrijwilliger van € 1,- per uur. Op deze manier worden vrijwilligers ook financieel geprikkeld iets voor het geheel te doen, wat eveneens iets voor de ‘eigen’ vereniging oplevert. In plaats van meerdere individuele voorzieningen is er één gezamenlijke voorziening. Activiteiten vinden als vanzelfsprekend plaats in en rond ’t Dorpshuus. Daarmee is de instandhouding van de voorziening toekomstbestendig geborgd.
Lessen Onderstaande lessen zijn afkomstig uit Varsselder Veldhunten: Programma: - Mensenwerk: ook in dit voorbeeld klinkt het menselijke aspect door. Het organiseren van activiteiten voor de bewoners is het hogere doel en niet een gebouw of een hoge exploitatieopbrengst. Blijf denken in mensen en niet in stenen. Organisatie: - Werken in commissies: het is aan te bevelen de projectgroep te verbreden met meer commissies, die werken onder de vlag van een bestuur. Hierdoor kunnen zaken sneller opgepakt worden, wordt er meer draagvlak gecreëerd en wordt de projectgroep ontlast. - Onafhankelijke sturing: een neutrale “spin in het web” is onontbeerlijk bij een dergelijk complex proces. Hij/zij moet in staat zijn om verbindingen te creëren. In het geval van Varsselder-Veldhunten was dit een onbetaalde vrijwilliger (de voorzitter van de VDVV). Hij werd als neutraal gezien door alle partijen. Daardoor was hij in staat te schipperen tussen de partijen en de belangen, waardoor er naar buiten toe een eenheid zichtbaar was. Binnen het dorp heeft de VDVV deze ‘spin in het web’ functie nog steeds. De VDVV bewaakt de processen nog steeds, zonder hier teveel bij op de voorgrond te treden.
15
Huisvesting: - Lange termijnvisie: een proces om te komen tot een gemeenschappelijke voorziening kan lang duren. Het is belangrijk de betaalbaarheid van nu en de toekomst niet uit het oog te verliezen. Ook in het geval van bevolkingskrimp moet de voorziening kunnen blijven bestaan. In Varsselder-Veldhunten is er met deze reden gezocht naar nog meer multifunctionaliteit om het plan haalbaar te krijgen voor nu en in de toekomst. - Saamhorigheid in realisatieperiode: het realisatietraject kan de leefbaarheid van een kern doen opbloeien. De vele vrijwilligers hebben een vorm van saamhorigheid opgebouwd en het gemeenschappelijke gebouw is daardoor de trots van de lokale samenleving geworden.
16
3. Aan de slag 3.1 Stappenplan In deze paragraaf is beschreven hoe een dorpsinitiatief op het gebied van vitaliteit tot stand kan komen. Het kan gezien worden als de koninklijke route, maar succesvolle voorbeelden zijn ook tot stand gekomen zonder een vergelijkbare route te behalen. Succesfactor is in alle gevallen een groep mensen met visie, daadkracht, doorzettingsvermogen en draagvlak. a) Formeer projectgroep Het initiatief komt van een persoon die lid is van een vereniging, werkt bij een instelling of een bewoner die begaan is met de leefbaarheid in een kern. Het is aan te bevelen om in het begin van het proces een werkgroep te formeren met andere enthousiastelingen die aan de slag gaan met het vitaliseringsproject. Probeer tot een brede samenstelling van de werkgroep te komen, waarin meerder instellingen vertegenwoordigd zijn. Een multidisciplinaire samenstelling zorgt voor breed draagvlak onder de stakeholders in een kern. b) Inzicht biedt uitzicht Dit adagium is van toepassing op het vraagstuk. Het is handig te weten wat er speelt in een kern, hoeveel verenigingen/activiteiten er zijn en welke accommodaties. Verder is het handig te weten hoe veel deelnemers er zijn per activiteit, wat het bouwjaar en onderhoudsstaat is van een gebouw en wat de bezetting is. Een zogenaamd ‘rondje langs de velden’ geeft zicht op de kansen en knelpunten die er zijn. c) Behoefte bewoners Organiseer een bijeenkomst, waarbij de actoren uit paragraaf 1.2 uitgenodigd worden. Inventariseer daar de behoefte die er is aan activiteiten. Wat vindt men belangrijk om mee aan de slag te gaan en wat niet. Stel vooraf een helder onderwerp vast waar de bijeenkomst over gaat, zoals ‘de vitaliteit van onze bewoners en voorzieningen’. Probeer de bijeenkomst te benutten om veel ideeën en informatie op te halen. Om dit gestructureerd te laten verlopen is een werkvorm een oplossing. In paragraaf 3.2 is een voorbeeld van dergelijke werkvorm geformuleerd. d) Formuleren van doelstelling Op basis van de bijeenkomst met bewoners en stakeholder kan een doelstelling voor het project geformuleerd worden. Deze doelstelling blijft gedurende het project steeds voorop staan. Communiceer deze doelstelling ook breed. Iedere bewoner van een kern weet dat het project loopt en wordt aangespoord deel te nemen aan activiteiten of activiteiten te organiseren. Laat u inspireren door succesvolle projecten in andere kernen en haal daar uit wat voor u van belang is. e) Stel prioriteiten Probeer niet alles in één keer te bereiken, maar formuleer deelprojecten en stel prioriteiten. Maak heldere keuzes wie de doelgroep is en welke activiteiten eerst gerealiseerd worden. Begin met laagdrempelige en snel te organiseren activiteiten, zodat direct effect voel- en zichtbaar is in plaats van na de eerste bijeenkomst lange tijd gewacht moet worden op het eerste effect. f) Formeer commissies Doe als projectgroep niet alles zelf, maar formeer commissies. Zo kan er parallel gewerkt worden aan verschillende projecten, waardoor sneller resultaten behaald worden. Er worden meer bewoners en vrijwilligers gebonden aan het totale projecten, hetgeen de sociale cohesie ten goede komt. Verder ontlast het enigszins de agenda van de projectgroep, waardoor zij de helikopterview kan behouden. De projectgroep houdt grip op de verschillende commissies en zorgt voor afstemming van de verschillende activiteiten. Daarnaast blijft zij het gezamenlijke doel voor ogen houden en communiceren. g) Professionele ondersteuning Hoewel het bij dergelijke projecten het beste werkt als deze bottom up georganiseerd worden, kan het zeker helpen een professional te hebben. Deze kan commissies aanjagen, organiseren, structuren, faciliteren, et cetera. Mede hiervoor is contact met een gemeente belangrijk. Mogelijk is er een kerncontactfunctionaris, combifunctionaris, buurtsportcoach, et cetera in de gemeente die kan helpen
17
bij het project. Verder is het mogelijk subsidie te ontvangen voor dergelijke projecten of professionele ondersteuning (denk aan Sportdorp Velp).
3.2 Werkvorm - Wijksimulator Een werkvorm die gehanteerd kan worden bij de eerste werkbijeenkomst met een samengesteld gezelschap uit de kern is de Kern- of Wijksimulator. In deze paragraaf is deze werkvorm beschreven. De simulator is een managementgame en is regelmatig ingezet in zeer diverse gezelschappen, zoals bewonersgroepen, gemeenten (vertegenwoordigers harde en zachte sector), woningbouwcorporaties en zorginstellingen. Doel De Wijksimulator is een instrument voor visievorming. Het doel van de Wijksimulator is om deelnemers enthousiast en bewust te maken over de volgende onderwerpen: - Vraaggericht werken met betrekking tot het activiteiten- en voorzieningenaanbod in een kern of wijk; - Samenwerken aan integrale, duurzame vraaggerichte voorzieningenconcepten en de gevolgen daarvan voor accommodaties en omgeving; - Recente trends onder bewoners en de gevolgen daarvan voor accommodaties en omgeving; - Recente trends bij vastgoed, zoals multifunctionaliteit en beheer en exploitatie; - Het bevorderen van samenhang tussen verschillende instellingen met eigen belangen. Ruimte en benodigdheden - Een grote ruimte met tafels waarop de A1 plattegronden van de desbetreffende kern of wijk gelegd kunnen worden. - Maak een plattegrond van de kern of wijk. Neem daar de accommodaties op die van belang zijn. Bereid voor wat het bouwjaar, gebruikers en bezetting is van de accommodatie. - Inventariseer de demografische gegevens van nu en de prognose na tien jaar. - Een rollenspel met een omschrijving van diverse instellingen, belanghebbenden en bewoners. Inclusief specificatie van de belangen van de verschillende stakeholders. - Werk in groepjes van 4 a 5 personen. Laat de groepen aan het einde van iedere ronden, de resultaten aan elkaar terugkoppelen en reageren op elkaars werk. - Diverse post-its, flap-overs, stiften, et cetera. - Een burgemeestersketting voor de gespreksleider. - De duur is minimaal een halve dag. Stappen 1) Start met introductie door de burgemeester (in het rollenspel) die aan de slag wil gaan met de vitaliteit van de bewoners en voorzieningen. Beschrijf wat de kansen en knelpunten zijn in de kern/wijk en waarom daarmee aan de slag gegaan moet. 2) Deelnemers krijgen allemaal een rolbeschrijving van een stakeholder (met verschillende belangen) en worden ingedeeld in groepen. Indien mogelijk, kunnen de aanwezigen eigen vanuit hun rol hun belang voorbereiden, zodat de werkvorm beter aansluit bij de lokale context. 3) Vanuit hun rol formuleren de deelnemers trends en ontwikkelingen in de eerste ronde; 4) In de tweede ronde formulieren zij, aanhakend bij de trends en ontwikkelingen, wensen qua activiteiten en verbindingen tussen voor de kern/wijk. Laat hen het vervolgens naar waar de activiteiten en voorzieningen moeten plaats vinden; 5) Samen met de eigen groep wordt de wijkkaart ingekleurd met activiteiten, gebouwen, routes en relaties; 6) Vervolgens wordt de klok tien jaar vooruit gezet. Laat de demografische gegevens zien. Welke geformuleerde ideeën zijn levensloopbestendig en welke activiteiten/voorzieningen komen in de problemen/is geen behoefte meer aan? 18
Bijlage: bronnen voor informatie Voor deze module is gebruik gemaakt van vele informatiebronnen die op internet terug te vinden zijn. Hieronder vindt u een greep uit deze websites: -
http://www.nocnsf.nl/sportsubsidiewijzer http://meerdanvoetbal.nl/stichting http://www.sportknowhowxl.nl/ http://www.sportindebuurt.nl/ http://www.nocnsf.nl/sportparticipatie http://www.vitalesportvereniging.info/index.php http://www.knvb.nl/nieuws/district/35953/bijeenkomst-project-scholder-scholder http://www.icsadviseurs.nl/sport http://www.sportdorp.nl/ http://specials.han.nl/themasites/seneca/kennisteams/strategic-sportmanagement/expertise/ http://www.nijha.nl http://www.nocnsf.nl/campagne-laat-je-sportclub-niet-in-zijn-hemd-staan http://www.verweyjonker.nl/doc/vitaliteit/De%20maatschappelijke%20waarde%20van%20sport%20met%20voor %20en%20achterkant.pdf
Modules Leefbaarheid en Gemeenschapsvoorzieningen Het Kennisnetwerk Leefbaarheid en Gemeenschapsvoorzieningen heeft in 2014 tien modules ontwikkeld aan de hand van maatwerkvragen, kennisdagen en regionale werkplaatsen. De modules bevatten informatie, tips en ervaringen uit Gelderland. Modules: Hoe zet ik een projectplan op? Draagvlak: de vraag achter elk initiatief Een openbare ontmoetingsplek in de openlucht Exploitatie gemeenschapsvoorziening (Gezamenlijk) programmeren in dorp, wijk of gemeenschapsvoorziening Samen werken aan zorg en welzijn Accommodatiebeleid Sport als maatschappelijke spil van uw kern Jongeren in de dorpsbelangenorganisatie De dorpscontactpersoon
Al deze modules zijn te vinden op: http://vkkfdg.nl/leng/modules.html
19