Bijlage 2 bij INK-13-199
Spoedzorg in de AWBZ Handboek voor de zorgkantoren
Maart 2013 Bijlage bij zorginkoopgids AWBZ 2014 Zorgverzekeraars Nederland
Inhoud MANAGEMENT SAMENVATTING........................................................................................ 3 1
INLEIDING ............................................................................................................. 4
1.1
Aanleiding ............................................................................................................................ 4
1.2
Totstandkoming handboek .................................................................................................. 4
1.3
Opbouw handboek .............................................................................................................. 4
2
DEFINIËRING EN UITGANGSPUNTEN SPOEDZORG AWBZ.......................................... 5
2.1
Algemene definitie aangaande spoedzorg .......................................................................... 5
2.2
Algemeen geldende uitgangspunten ................................................................................... 5
3
SPOEDZORG IN DE VVT ......................................................................................... 6
3.1
Uitgangspunten spoedzorg VVT.......................................................................................... 6
3.2
Te hanteren criteria ............................................................................................................. 6
3.3
Beschrijving proces spoedzorg binnen de VVT ................................................................... 8
3.4
Rollen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ................................................. 11
4
SPOEDZORG IN DE GZ ......................................................................................... 14
4.1
Uitgangspunten spoedzorg GZ.......................................................................................... 14
4.2
Te hanteren criteria ........................................................................................................... 14
4.3
Beschrijving proces spoedzorg binnen de GZ ................................................................... 16
4.4
Rollen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ................................................. 20
Management samenvatting Het handboek Spoedzorg AWBZ is een handreiking richting de zorgkantoren voor de inrichting en uitvoering van spoedzorg in de AWBZ. Basis voor het opzetten van dit handboek is geweest de verschillenanalyse die is uitgevoerd op de huidige inrichting en werkwijze bij spoedzorg bij de verschillende zorgkantoren. Dit heeft geleid tot een aantal uitgangspunten: a. Algemeen: Spoedzorg dient apart te worden ingericht voor de VVT en voor de GZ. Belangrijkste redenen hiervoor zijn de organisatorische verschillen (soort aanbieders, specifiek zorgaanbod) en inhoudelijke verschillen (doelgroepen en zorgvragen). b. VVT: - Het belang van borgen van de continuïteit van spoedopnames staat voorop. - De scope van deze procesgang heeft betrekking op spoedopname binnen een verpleeghuis. Hiermee valt ‘kortdurende opname verzorgingshuis’ buiten de scope. - Verantwoordelijkheden rondom spoedopnames zijn als volgt verdeeld: o Zorgkantoren zijn eindverantwoordelijk voor het leveren van zorg, zowel qua beschikbaarheid als met betrekking tot de kwaliteit. Daarmee heeft zij een randvoorwaarde scheppende en toetsende rol. o Zorgaanbieders zijn als ‘veld’ gemandateerd verantwoordelijk voor het realiseren van passende zorg in geval van spoed, en daarmee procesverantwoordelijk. o In elke regio in Nederland gelden dezelfde criteria omtrent spoed en spoedopnames. o De wijze van concrete organisatie van spoedopnames op regionaal niveau is een verantwoordelijkheid van de zorgaanbieders. c. GZ: - Het belang van het borgen van de continuïteit van spoedopnames staat voorop. - Elke regio heeft één partij die optreedt als regisseur binnen het traject van spoedopname. Reden hiervoor is de diverse en complexe zorgvraag m.b.t. GZ spoedopnames, waarvoor een gedegen kennis over de zorgvraag als het aanbod noodzakelijk is. Op basis hiervan is een processchema beschreven, waarin activiteiten, uitvoerenden en verantwoordelijken zijn benoemd.
Handboek Spoedzorg AWBZ 3
1 1.1
Inleiding Aanleiding
Dit handboek is opgesteld om tot uniformering van de uitvoering van spoedzorg binnen de AWBZ te komen. Het handboek schetst de facto een ‘best practice’ aangaande spoedzorg, zoals deze door de experts van de verschillende zorgkantoren is ontwikkeld en overeengekomen. Daarmee biedt dit handboek een handvat voor verdere ontwikkelingen van spoedzorg binnen een regio. Gezien de discussies omtrent de financiering van spoedzorg is het van belang om als zorgkantoren een uniforme kijk te hebben op de uitvoering van spoedzorg. Dit handboek biedt voldoende vrijheden om zaken lokaal in te richten, maar geeft wel kaders en handvatten daarvoor.
1.2
Opbouw handboek
Het handboek is opgebouwd uit de volgende onderdelen: Definiëring en uitgangspunten voor spoedzorg, hetgeen de basis vormt voor de verdere uitwerking en inrichting van spoedzorg Benoemen van criteria De inrichting van spoedzorg voor de VVT De inrichting van spoedzorg voor de GZ (met name de VG)
Handboek Spoedzorg AWBZ 4
2 2.1
Definiëring en uitgangspunten spoedzorg AWBZ Algemene definitie aangaande spoedzorg
De algemene definitie is: a. Een plotselinge wijziging in de gezondheidssituatie (aandoeningen, stoornissen, beperkingen) van een cliënt of van de informele hulp (wegvallen mantelzorg) b. die leidt tot een substantieel andere inhoud (functie en/of plaats) en omvang van de benodigde zorg c. waarbij het noodzakelijk is om opname binnen 24 tot 48 uur in te zetten om onaanvaardbare gezondheidsrisico’s voor de cliënt en/of zijn gezin en/of woonomgeving te voorkomen. a), b) en c) vormen de grondslag voor het gebruik maken een spoedbed. Aanvullende voorwaarden: Indien een cliënt verkeert in omstandigheden zoals hierboven beschreven zijn, is deze mogelijk aangewezen op spoedzorg. Het wel of niet hebben van een (juiste) indicatie of het reeds voorkomen op een wachtlijst van een AWBZ aanbieder geeft geen reden tot uitsluiting voor het in aanmerking komen voor een spoedopname. (zie ook bijlage 1)
Handboek Spoedzorg AWBZ 5
3 3.1 -
-
-
-
3.2
Spoedzorg in de VVT Uitgangspunten spoedzorg VVT Spoedzorg heeft betrekking op de zorgvraag waarvoor plaatsing binnen verpleeghuis nodig wordt geacht (scope). o Kortdurende opname verzorgingshuis ligt dus buiten scope. Verantwoordelijkheid Zorgkantoor: o Eindverantwoordelijk voor leveren van zorg qua beschikbaarheid en kwaliteit. o Randvoorwaarde scheppende en toetsende rol. o Vaststellen inkoopcriteria voor spoedzorg. Verantwoordelijkheid Zorgaanbieders: o Procesverantwoordelijk voor realiseren passende zorg. o Gemandateerd voor beoordelen en plaatsen. Voor elke regio/gebied 1 in Nederland gelden dezelfde criteria omtrent spoedzorg (ook qua interpretatie). Concrete organisatie van spoedzorg is regionaal en verantwoordelijkheid van zorgaanbieders.
Te hanteren criteria
Om in aanmerking te komen voor spoedzorg dient de klant te voldoen aan alle hier genoemde criteria: 1. Er is sprake van een acute verandering. 2. Gevaarscriterium 2 is duidelijk aanwezig. 3. Binnen 24 tot 48 uur is intramurale zorg noodzakelijk. 4. Onderdeel van de noodzakelijke zorg is behandeling. 5. Voorliggende voorzieningen zijn niet van toepassing. Toelichting: - Het acute karakter dient te worden geëxpliciteerd. Er kan geen sprake zijn van een geleidelijke achteruitgang van de klant, om hiermee versnelde opname te realiseren en daarmee misbruik van de spoedbedden te voorkomen. - Gevaarscriterium heeft betrekking op het ontstane gevaar aangaande de gezondheidssituatie van de cliënt of zijn omgeving. Dit is verschillend van het gevaarscriterium dat van toepassing is bij een IBS (in bewaring stelling in het kader van de BOPZ). - De inzet van enkel thuiszorg (eventueel verhoging van de zorginzet) is niet voldoende om gevaarscriterium op te heffen, dus opname vereist.
1 Onder regio wordt verstaan de geografische binding die een cliënt en zorgaanbieder heeft met een specifiek gebied; het is geen direct verwijzing naar de zorgkantoor regio’s. 2 Onder gevaarcriterium wordt verstaan dat de cliënt een onacceptabel risico dreigt te lopen op lichamelijk en geestelijk letsel, dan wel zijn omgeving in gevaar brengt (waarbij dit niet onder een IBS in het kader van de BOPZ valt). Handboek Spoedzorg AWBZ 6
-
-
De veranderende zorgbehoefte vraagt om behandeling binnen een intramurale setting. In andere gevallen kan een kortdurende opname verzorgingshuis dan wel verhoging inzet van de thuis adequaat zijn. Voor cliënten die in een crisissituatie behandeling van curatieve aard nodig hebben, wordt e verwezen naar behandeling in curatieve (2 lijns)instelling (o.a. ziekenhuis, revalidatie, PAAZ, opnameafdeling GGZ instelling). Dan is het geen spoedopname AWBZ.
Handboek Spoedzorg AWBZ 7
3.3
Beschrijving proces spoedzorg binnen de VVT
Handboek Spoedzorg AWBZ 8
Activiteit
Beschrijving
Uitvoerder
Verantwoordelijke
Klant situatie
Dit is de bestaande situatie waarin een klant zich bevindt.
-
Medisch: Huisarts (thuis)
Signaleren probleemsituatie
De huidige situatie wordt als probleem ervaren.
Medisch: Huisarts (thuis)
Informatievoorziening
Het is mogelijk om additionele informatie op te vragen m.b.t.: * Criteria spoedopname * Proces & procedure * Mogelijkheden m.b.t. te volgen stappen en alternatieven * Dossierhouderschap * Beschikbare plaatsen Op basis van de aanwezige informatie wordt bepaald of spoedopname in dit traject de meest passende optie is.
Klant/mantelzorg/ familie Huisarts Zorgaanbieder Ondersteuners Zorgkantoor
Huisarts
Huisarts
Beslismoment: Vermoeden spoedopname?
Zorgkantoor
Aanvragen spoedopname
Een spoedplaats wordt aangevraagd bij een zorgaanbieder, waarbij plaatsen voor spoedopname zijn ingekocht. De aanvrager checkt vooraf reeds een aantal geldende criteria voor aanvragen spoedplaats.
Huisarts/HAP SEH
Huisarts
Beoordelen spoedopname
Op grond van bestaande criteria wordt beoordeeld of werkelijk sprake is van spoedopname en daarmee recht op een spoedplaatsing.
Zorgaanbieder van spoedplaats
Specialist Ouderen Geneeskunde (SOG); verlengde arm constructie mogelijk
Beslismoment: spoedopname?
Op basis beoordeling duidelijkheid over sprake van daadwerkelijke spoed.
Zorgaanbieder van spoedplaats
SOG
Handboek Spoedzorg AWBZ 9
Terug naar aanvrager
Er is geen sprake van spoedopname conform de geldende criteria. De aanvrager krijgt de klant terugverwezen.
Huisarts/HAP SEH
Huisarts
Einde proces: Geen spoedopname
Een spoedopname wordt niet als meest adequate oplossing gezien. Verder verloop valt buiten scope. Het is aan de huisarts om zorg te dragen voor een passend alternatief.
Huisarts
Huisarts
Beslismoment: dossierhouder/ plaats?
Indien beoordeeld als zijnde spoedopname, dan check of de klant reeds op een wachtlijst staat, dus een dossierhouder heeft. Daarbij een check of deze ook een plaats beschikbaar heeft, waar passende zorg kan worden geboden.
Zorgaanbieder spoedopname
Directie zorgaanbieder
Opname
Indien de dossierhouder een plaats beschikbaar heeft, dan vindt een reguliere opname plaats en vormt het de facto geen spoedopname meer.
Dossierhouder
Dossierhouder
Regelen spoedopname
Indien er geen dossierhouder is, of deze heeft geen passende plaats beschikbaar, dient een spoedopname te worden geregeld. Dit dient bij de aanbieder van een spoedplaats te gebeuren.
Zorgaanbieder spoedopname
Directie zorgaanbieder
Diagnosticeren cliënt
Vanaf het moment van spoedopname dient verdere diagnose plaats te vinden om te bepalen welke vervolgzorg nodig wordt geacht (eventueel aanvragen passende indicatie).
Zorgaanbieder spoedopname
SOG
Handboek Spoedzorg AWBZ 10
Aanvraag spoedindicatie
Bij het CIZ wordt zo nodig een spoedindicatie aangevraagd.
Zorgaanbieder spoedopname
Zorgaanbieder spoedopname
Verzorgen passende indicatie
Op basis van de diagnose dient een passende indicatie te worden aangevraagd bij het CIZ. Dit indicatiebesluit wordt naar de voorkeursaanbieder toegezonden.
Zorgaanbieder spoedopname
Zorgaanbieder spoedopname
Regelen doorplaatsing
Cliënt heeft al een indicatie, dan wel krijgt gedurende de opname een indicatie, waardoor een dossierhouder ontstaat. Deze dient te zorgen voor passende vervolgzorg.
Dossierhouder
Dossierhouder
Vervolgzorg gerealiseerd
Cliënt heeft vervolgzorg.
Dossierhouder
Dossierhouder
3.4
Rollen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Klant/ klantvertegenwoordiger - Neemt in een spoedsituatie contact op met de huisarts of thuiszorg. Thuiszorg - Thuiszorg is 24 uur per dag bereikbaar voor het inzetten van spoedzorg in de thuissituatie. - Indien de zorgvraag van de klant de mogelijkheden van de thuiszorg overstijgt, wordt de klant een spoedopname aangeboden. De thuiszorg neemt hiervoor contact op met de huisarts/HAP. - Thuiszorg is verantwoordelijk dat alle beschikbare gegevens van de klant beschikbaar zijn bij een spoedopname. - Thuiszorg is verantwoordelijk om passende zorg in de thuissituatie te regelen indien klant niet in aanmerking komt voor een spoedopname. Huisarts (Huisartsenpost en spoedeisende hulp): - Huisarts neemt, bij vermoeden van noodzaak tot spoedzorg AWBZ, contact op met de zorgaanbieder spoedopname. - Huisarts is verantwoordelijk dat alle beschikbare gegevens van de klant beschikbaar zijn bij opname. - Huisarts is verantwoordelijk om passende zorg in de thuissituatie te regelen indien klant niet in aanmerking komt voor een spoedopname.
Handboek Spoedzorg AWBZ 11
Dossierhouder: - Uitgangspunt is de zorgplicht die een dossierhouder heeft richting de cliënt. Vanuit die optiek dient deze te handelen en te voorkomen dat een spoedopname noodzakelijk is. - De dossierhouder bekijkt in eerste instantie of hij de klant op kan nemen op een regulier bed. Indien dit niet mogelijk is meldt hij de klant aan bij de zorgaanbieder waar de spoedbedden gesitueerd zijn. - Dossierhouder is verantwoordelijk dat alle beschikbare gegevens van de klant beschikbaar zijn bij opname. - Dossierhouder is verantwoordelijk voor het regelen van vervolgzorg. Zorgaanbieder spoedopname: - Zorgaanbieder spoedopname beoordeelt inhoudelijk of het om een spoedopname gaat. - Zorgaanbieder spoedopname neemt volgende stappen: o Geen ZZP aanwezig; in overleg met thuiszorg /casemanager of spoedsituatie met inzet of uitbreiding extramurale zorg opgelost kan worden. o ZZP aanwezig geen dossierhouder aanwezig, zorgaanbieder handelt alles zelf af. o ZZP aanwezig en klant staat op een wachtlijst, zorgaanbieder spoedopname neemt contact op met de dossierhouder. - Als de zorgaanbieder spoedopname beoordeelt dat klant niet in aanmerking komt voor een spoedopname legt hij de verantwoordelijkheid terug bij de huisarts of dossierhouder om passende zorg in de thuissituatie te regelen. - Zorgaanbieder spoedopname neemt als opname noodzakelijk is de klant van de huisarts of dossierhouder over. - Zorgaanbieder spoedopname plaatst klant binnen 24 uur op spoed bed binnen de eigen organisatie of bemiddeld de klant door. - Zorgaanbieder spoedopname legt in overeenkomst de duur van de spoedopname vast en bespreekt dit met de klant of zijn vertegenwoordiger. - Zorgaanbieder spoedopname inventariseert of juiste ZZP en eventueel BOPZ aanwezig is. Als deze niet aanwezig is wordt deze op de eerst volgende werkdag via de spoedprocedure bij het CIZ aangevraagd. - Zorgaanbieder spoedopname maakt een melding aanvang zorg naar zorgkantoor dat verzekerde opgenomen is op een spoed bed. - Zorgaanbieder spoedopname bewaakt dat klant maximaal 2 weken op het spoedbed verblijft. - Zorgaanbieder spoedopname bewaakt dat dossierhouder de vervolgzorg regelt. - Zorgaanbieder spoedopname meldt lege bedden aan de zorgkantoor in het kader van verantwoording (hoe nader uit te werken).
Handboek Spoedzorg AWBZ 12
Zorgkantoren: - Zorgkantoren zijn verantwoordelijk voor een eenduidig beleid. - Er mag geen onderscheid gemaakt worden bij welke zorgkantoor een klant verzekerd is bij opname spoed bed. - Zorgkantoren zijn verantwoordelijk voor inkoop van voldoende bedden voor spoedopnames, verdeeld over het gehele land waarbij gekeken moet worden naar het aantal inwoners per gebied/regio. CIZ: - CIZ is verantwoordelijk voor het afgeven van een spoed indicatie en eventueel een BOPZ en stelt binnen 14 dagen de definitieve indicatie. Vervolgzorg: - Dossierhouder is verantwoordelijk voor het regelen van vervolgzorg. Hij regelt dit in overleg met de zorgaanbieder spoedopname. - De vervolgzorg kan bestaan uit doorplaatsing op een regulier bed al dan niet in huis van voorkeur of passende zorg in de thuissituatie. - Indien er voor de vervolgzorg geen ZZP afgegeven is maar een extramurale indicatie, dan neemt de zorgaanbieder spoedopname contact op met de thuiszorg en regelt in overleg met de thuiszorg de ontslagdatum. - Zorgaanbieder spoedopname doet een melding einde zorg naar zorgkantoor.
Handboek Spoedzorg AWBZ 13
4 4.1 -
-
-
-
4.2
Spoedzorg in de GZ Uitgangspunten spoedzorg GZ Elke regio heeft één partij die optreedt als regisseur 3 voor spoedopname. Redenen hiervoor zijn: o Diverse en complexe zorgvraag bij (J)(L)VG. o Gedegen kennis over mogelijk zorgaanbod (eventueel landelijk). Verantwoordelijkheid Zorgkantoor: o Eindverantwoordelijk voor leveren van zorg qua beschikbaarheid en kwaliteit. o Randvoorwaarde scheppende en toetsende rol. o Vaststellen inkoopcriteria voor spoedzorg. Verantwoordelijkheid Zorgaanbieders: o Procesverantwoordelijk voor realiseren passende zorg. o Regisseur is gemandateerd voor beoordelen en plaatsen. Voor elke regio/gebied 4 in Nederland gelden dezelfde criteria omtrent spoedzorg (ook qua interpretatie). Concrete organisatie van spoedzorg is regionaal en verantwoordelijkheid van zorgaanbieders.
Te hanteren criteria
Om in aanmerking te komen voor spoedzorg dient de klant te voldoen aan alle hier genoemde criteria: 1. Er is sprake van een acute verandering. 2. Gevaarscriterium 5 is duidelijk aanwezig. 3. Binnen 24 tot 48 uur is intramurale zorg noodzakelijk. 4. Voorliggende voorzieningen zijn niet van toepassing. Toelichting: - Het acute karakter dient te worden geëxpliciteerd. Er mag geen sprake zijn van een geleidelijke achteruitgang van de klant, om hiermee versnelde opname te realiseren en daarmee misbruik van de spoedbedden te voorkomen.
3 De regisseur mag geen belang hebben bij beoordeling en plaatsing in een specifieke instelling. De financiering wordt binnen de randvoorwaarden geregeld. 4 Onder regio wordt verstaan de geografische binding die een cliënt en zorgaanbieder heeft met een specifiek gebied; het is geen direct verwijzing naar de zorgkantoor regio’s. 5 Onder gevaarcriterium wordt verstaan dat de cliënt een onacceptabel risico dreigt te lopen op lichamelijk en geestelijk letsel, dan wel zijn omgeving in gevaar brengt (waarbij dit niet onder een IBS in het kader van de BOPZ valt). Handboek Spoedzorg AWBZ 14
-
-
Er is sprake van crisis als er sprake is van een ernstige ontregeling (in fysieke, sociale en psychische gesteldheid van de cliënt of van de omgeving) met als gevolg het ontstaan van een acuut onhoudbare situatie in het thuismilieu of de woonsituatie van de cliënt. Dit kan ontstaan doordat: o Het verzorgingsmilieu is weggevallen door ernstige ziekte of overlijden van de verzorgers van de cliënt niet in staat is tot zelfstandig (maatschappelijk) functioneren ook niet met reguliere ambulante begeleiding. o in het huidige milieu van de integriteit van de cliënt of die van anderen in fysiek en/of psychisch opzicht ernstig wordt bedreigd, waardoor verblijf dit milieu onmogelijk is geworden. o een crisis in de persoon van de cliënt. Gevaarscriterium is verschillend van het gevaarscriterium dat van toepassing is bij een IBS (in bewaring stelling in het kader van de BOPZ). Een eventueel verhoging van bestaande zorginzet is niet voldoende om gevaarscriterium op te heffen, dus opname vereist. De veranderende zorgbehoefte vraagt om verblijf binnen een intramurale setting, waarbij deze de functie kan hebben van ‘time out’, ‘time out met observatie’, of behandeling. Voor cliënten die in een crisissituatie behandeling van curatieve aard nodig hebben, wordt e verwezen naar behandeling in curatieve (2 lijns)instelling (o.a. ziekenhuis, revalidatie, PAAZ, 6 opnameafdeling GGZ instelling ). Dan is het geen spoedopname AWBZ.
6 Indien het gaat om spoedzorg verleent op basis van artikel 16 vanuit de GGZ, dan is er wel degelijk sprake van spoedzorg in het kader van de AWBZ.7 Een aanmelder is altijd een professionele hulpverlener. Handboek Spoedzorg AWBZ 15
4.3
Beschrijving proces spoedzorg binnen de GZ
Handboek Spoedzorg AWBZ 16
Activiteit
Beschrijving
Uitvoerder
Verantwoordelijke
Klant situatie
Dit is de bestaande situatie waarin een klant zich bevindt. De huidige situatie wordt als probleem ervaren.
-
Medisch: Huisarts Medisch: Huisarts Psychiater
Signaleren probleemsituatie
Informatievoorziening
Beslismoment: Vermoeden spoed
Aanvragen spoedopname
Partijen (regisseur, zorgaanbieder) worden geïnformeerd over: * Criteria spoedopname * Proces & procedure * Dossierhouderschap * Beschikbare plaatsen Op basis van verstrekte informatie wordt bepaald of spoedopname in dit traject de meest passende optie is. Een spoedplaats wordt aangevraagd bij de regionale regisseur spoedopname (partij die spoedcoördinatie tot taak heeft). De aanvrager checkt vooraf reeds een aantal geldende criteria voor aanvragen spoedplaats.
MEE Voogdij instelling BJZ Aanbieders Jeugdzorg Raad voor de Kinderbescherming Netwerk van de klant Huisarts Zorgaanbieders (zoals VG, begeleid wonen, thuiszorg) Zorgkantoor
Zorgkantoor
Aanmelder 7
Aanmelder
Aanmelder
Aanmelder
7 Een aanmelder is altijd een professionele hulpverlener. Handboek Spoedzorg AWBZ 17
Beoordelen spoedopname
Beslismoment: spoedopname?
Terug naar aanvrager
Einde proces: Geen spoedopname
Beslismoment: dossierhouder/ plaats?
Op grond van vooraf vastgestelde criteria wordt beoordeeld of werkelijk sprake is van spoedopname en daarmee recht op een spoedplaatsing. Op basis beoordeling duidelijkheid over sprake van daadwerkelijke spoed en daarmee aanspraak op een spoedplaats. Er is geen sprake van spoedopname conform de geldende criteria. De aanvrager krijgt de klant terugverwezen. Een spoedopname wordt niet als meest adequate oplossing gezien. Verder verloop valt buiten scope. Het is aan de aanmelder (professionele hulpverlener) om een adequaat alternatief te verzorgen. Indien beoordeeld als zijnde spoedopname, dan check of de klant reeds op een wachtlijst staat, dus een dossierhouder heeft. Daarbij een check of deze ook een plaats beschikbaar heeft, waar passende zorg kan worden geboden.
Regisseur spoedopname VG
Regisseur spoedopname VG
Regisseur spoedopname VG
Regisseur spoedopname VG
Aanmelder
Aanmelder
Aanmelder
Aanmelder
Regisseur spoedopname VG
Regisseur spoedopname VG
Handboek Spoedzorg AWBZ 18
Opname
Regelen spoedopname
Spoedopname gerealiseerd Inventariseren zorgvraag cliënt
Aanvraag spoedindicatie Verzorgen passende indicatie
Indien de voorkeursaanbieder een geschikte plaats beschikbaar heeft, dan vindt een opname plaats. Indien er geen dossierhouder is, of deze heeft geen plaats beschikbaar, dient een spoedopname te worden geregeld. Dit dient bij een aanbieder van een spoedplaats te gebeuren. De logistieke afstemming en uitvoering aangaande opname ligt bij de aanmelder en de zorgaanbieder spoedopname, waarover de regisseur wordt geïnformeerd. Het fysiek opnemen van de klant bij de zorgaanbieder op een spoedplaats. Na de spoedopname dient verdere inventarisatie van de zorgvraag plaats te vinden om te bepalen welke vervolgzorg nodig wordt geacht. Bij het CIZ wordt zo nodig een spoedindicatie aangevraagd.
Dossierhouder
Dossierhouder
Regisseur spoedopname VG
Regisseur spoedopname VG
Zorgaanbieder spoedopname
Betrokken behandelaar of hulpverlener Betrokken behandelaar of hulpverlener
Op basis van de inventarisatie zorgvraag dient een passende indicatie te worden aangevraagd bij het CIZ. De indicatie wordt doorgestuurd aan de voorkeursaanbieder.
Zorgaanbieder spoedopname
Zorgaanbieder spoedopname
Zorgaanbieder spoedopname
Betrokken behandelaar of hulpverlener Zorgaanbieder spoedopname
Handboek Spoedzorg AWBZ 19
Regelen doorplaatsing Vervolgzorg gerealiseerd
4.4
Het regelen van passende vervolgzorg. Cliënt heeft vervolgzorg.
Aanmelder of dossierhouder 8 Aanmelder of dossierhouder
Aanmelder of dossierhouder Aanmelder of dossierhouder
Rollen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Klant/ klantvertegenwoordiger - Neemt in een spoedsituatie contact op met de huisarts, reeds aanwezige professionele hulpverlening (bijvoorbeeld stichting MEE, voogdij) of thuiszorg. Ambulante ondersteuning - Indien de zorgvraag van de klant de mogelijkheden van de ambulante ondersteuning overstijgt, wordt de klant een spoedopname aangeboden. De GZ zorgaanbieder neemt hiervoor contact op met de regisseur spoedopname VG. - De ambulante ondersteuner of cliëntondersteuner is verantwoordelijk dat alle beschikbare gegevens van de klant beschikbaar zijn bij spoedopname. - De ambulante ondersteuner is verantwoordelijk om passende zorg in de thuissituatie te regelen indien klant niet in aanmerking komt voor een spoedopname. Professionele hulpverlener (MEE, Voogdij instelling, BJZ, Huisarts etc.) - Professionele hulpverlener neemt, bij vermoeden van noodzaak tot spoedzorg AWBZ, contact op met de regisseur spoedopname VG. - Professionele hulpverlener is verantwoordelijk dat alle beschikbare gegevens van de klant beschikbaar zijn bij opname. - Professionele hulpverlener is verantwoordelijk om passende zorg in de thuissituatie te regelen indien klant niet in aanmerking komt voor een spoedopname. Aanmelder spoedopname GZ - Draagt zorg dat de regisseur alle benodigde informatie heeft om de beoordeling van de spoedsituatie adequaat te kunnen uitvoeren en de coördinatie. - Communiceert met de regisseur spoedzorg over organisatorische zaken. - Levert inhoudelijke rapportage aan en zorgt voor alle benodigde formulieren en documenten die de voor de dossierhouder of zorgaanbieder spoedopname relevant zijn. - Zorgt dat de cliënt alle belangrijke persoonlijke spullen nodig heeft bij opname (kleding, medicijnen etc.).
8 De specifieke situatie van een cliënt is bepalend met betrekking tot de verantwoordelijkheid voor het regelen van doorplaatsing. Indien de cliënt reeds een dossierhouder heeft (i.v.m. reeds bestaande toegewezen indicatie) of deze ontstaat door de aangevraagde indicatie. Indien het alleen om een spoedopname gaat, die niet leidt tot een intramurale indicatie, dan is de aanmelder verantwoordelijk. Handboek Spoedzorg AWBZ 20
-
-
Maakt duidelijke afspraken met de regisseur spoedopname. Indien er geen dossierhouder is en er geen aangepaste ZZP indicatie komt (dus geen reguliere opname, waardoor een dossierhouder ontstaat), dan geldt dat de aannemer: o Verantwoordelijk blijft voor de gang van zaken rondom de cliënt en is hierop aanspreekbaar (o.a. door zorgaanbieder spoedopname). o Minimaal 1x per week contact heeft met de zorgaanbieder spoedopname. o Contact heeft met regisseur over eventueel verlenging en perspectief. o Verantwoordelijk is voor de vervolg zorg na ontslag. Indien regisseur beoordeelt dat er geen noodzaak is tot spoedopname, dan is de aanmelder verantwoordelijk voor de verdere afhandeling.
Dossierhouder - Indien klant bekend is bij een dossierhouder, bekijkt deze of hij de klant op kan nemen op een regulier bed. Indien dit niet mogelijk is meldt hij dit aan de regisseur spoedopname. - Dossierhouder is verantwoordelijk dat alle beschikbare gegevens van de klant aanwezig zijn bij opname. - Dossierhouder is verantwoordelijk voor vervolgzorg na spoedopname, binnen een termijn van 6 weken met een mogelijkheid tot eenmalige verlening en alleen in overleg met het zorgkantoor. Regisseur spoedopname - Bij aanvang de volgende stappen: o Geen ZZP aanwezig; in overleg met aanmelder/ambulante begeleiding/casemanager bepalen of de geconstateerde acute situatie met inzet of uitbreiding extramurale zorg opgelost kan worden. o ZZP aanwezig, maar geen dossierhouder aanwezig, naar zorgaanbieder spoedopname. o Indien een dossierhouder aanwezig is, wordt contact daarmee opgenomen in het kader van de zorgplicht. Kan de dossierhouder hier niet aan voldoen, dan dient de spoedopname elders te worden gerealiseerd. Dit wordt gemeld aan het zorgkantoor. - Inventariseert c.q. controleert of juiste ZZP indicatie en eventueel BOPZ aanwezig is. - Beschikt over de spoedbedden en houdt hier de registratie van bij (en heeft daarmee inzicht in bezetting en vrije plaatsen). - Bepaalt of daadwerkelijk sprake is van spoedzorg op basis van de geldende criteria. - Wanneer de regisseur beoordeelt dat klant niet in aanmerking komt voor een spoedopname legt hij de verantwoordelijkheid terug bij de aanmelder om passende zorg in de thuissituatie te regelen. - Indien de klant een dossierhouder heeft, dan wordt daarmee contact opgenomen met de vraag of er een opname mogelijkheid is. Indien er geen opname mogelijk is dan dient de dossierhouder dit te onderbouwen. Hiervan wordt melding gemaakt richting het zorgkantoor. - Bemiddelt de cliënt naar een zorgaanbieder met spoed bedden als er geen opname mogelijkheid is bij de dossierhouder.
Handboek Spoedzorg AWBZ 21
-
Draagt zorg dat benodigde vervoer is geregeld. Spreekt duur en voorwaarden af met de aanmelder en de zorgaanbieder spoedopname. Heeft contact met de bovenregionale crisis regisseur bij een bovenregionale plaatsing. Beoordeelt eventuele verlenging van de opname duur. Houdt gedurende de opname contact met de zorgaanbieder en de aanmelder. Houdt in de gaten of de zorgaanbieder zich houdt aan de afspraken (behandeling/indicatie aanvragen/opstellen begeleidingsadvies/vervolg opname).
Zorgaanbieder spoedopname - Zorgaanbieder spoedopname neemt als opname noodzakelijk is de klant van de aanmelder of dossierhouder over, op verwijzing door de regisseur spoedopname. - Zorgaanbieder spoedopname plaatst klant binnen 24 uur op spoedbed. - Zorgaanbieder spoedopname legt in overeenkomst de duur van de spoedopname vast en bespreekt dit met de klant of zijn vertegenwoordiger. Hierover worden de aanmelder en de regisseur door de zorgaanbieder geïnformeerd. - Op aanwijzing van de regisseur spoedopname, dient, in geval van onjuiste indicatie c.q. ZZP of BOPZ, deze op de eerst volgende werkdag via de spoedprocedure bij het CIZ aangevraagd. - Zorgaanbieder spoedopname maakt een melding aanvang zorg. - Zorgaanbieder spoedopname bewaakt dat klant maximaal 6 weken op het spoed bed verblijft. - Zorgaanbieder spoedopname bewaakt dat dossierhouder of aanmelder de vervolgzorg regelt. Indien hier problemen ontstaat, dan kan de regisseur worden betrokken. - Draagt zorg voor een adequate begeleiding, verzorging begeleiding en/of behandeling op basis van het advies van de regisseur. - Draagt zorg voor alle voortvloeiende procedures en rapportages op grond van wet en regelgeving (aanvragen indicatie, melding inspectie, wet BOPZ etc) - Geeft een behandel- en/of begeleidingsadvies aan de vervolg aanbieder. Zorgkantoren - Zorgkantoren zijn verantwoordelijk voor een eenduidig beleid. - Er mag bij geen onderscheid gemaakt worden bij welke zorgkantoor een klant verzekerd is bij opname spoed bed. - Zorgkantoren zijn verantwoordelijk voor inkoop van voldoende bedden voor spoedopnames, verdeeld over het gehele land waarbij gekeken moet worden naar het aantal inwoners per gebied/regio. - Zorgt ervoor dat de indicatie toegewezen wordt aan de zorgaanbieder (voorkeursaanbieder). - Stelt de zorgaanbieder en de aanmelder op de hoogte van de voorwaarden en duur opname.
Handboek Spoedzorg AWBZ 22
CIZ - CIZ is verantwoordelijk voor het afgeven van een spoed indicatie en eventueel een BOPZ en stelt binnen 14 dagen de definitieve indicatie. Vervolgzorg - Dossierhouder is verantwoordelijk voor het regelen van vervolgzorg. Hij regelt dit in overleg met de zorgaanbieder spoedopname en de regisseur voor een eventuele verlenging. - De vervolgzorg kan bestaan uit doorplaatsing op een regulier bed al dan niet in huis van voorkeur of passende zorg in de thuissituatie. - Indien voor de vervolgzorg geen ZZP indicatie is afgegeven, maar een extramurale indicatie (of bestaande indicatie wordt niet aangepast), dan neemt de zorgaanbieder spoedopname contact op met de aanmelder en regelt in overleg daarmee de ontslagdatum. - Zorgaanbieder spoedopname doet een melding einde zorg.
Handboek Spoedzorg AWBZ 23