Spijbelkijkwijzer voor scholen in het secundair onderwijs
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER SAMENSTELLING PRODUCTCOÖRDINATIE TEKENINGEN VORMGEVING WETTELIJK DEPOT
Ann Verhaegen Afdelingshoofd Afdeling Ondersteuningsbeleid Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel De pedagogische begeleidingsdiensten en het Spijbelteam Spijbelteam Nance Buys Kim Baele D/2008/3241/245
06
Spijbelen 06 Elke spijbelaar is anders … 07 Spijbelen aanpakken begint op school … 07
15
… maar de school staat niet alleen.
Visie 10 Worden er op je school specifieke acties ondernomen die ervoor moeten zorgen dat leerlingen graag naar school komen? 11 Is er een visie ten aanzien van leerlingen die vaak afwezig zijn en/of te laat komen? 12 Is er een samenwerking tussen je school en het CLB rond spijbelen?
09
Communicatie 16 Hoe wordt naar ouders gecommuniceerd over het beleid en de visie van je school rond afwezigheden? 17 Hoe wordt naar leerlingen gecommuniceerd over het beleid en de visie van je school rond afwezigheden? 18 Hoe wordt naar nieuwe personeelsleden gecommuniceerd over het beleid en de visie van je school rond afwezigheden? 19 Worden de leerkrachten (bij het begin van het schooljaar) geïnformeerd over de inhoud en de betekenis van de codes en mogelijke veranderingen binnen de regelgeving m.b.t. aan- en afwezigheden? En wat met het leerlingensecretariaat? 20 Weten alle personeelsleden wat er van hen verwacht wordt binnen de opvolging, begeleiding en preventie van spijbelen?
23
Registratie en analyse van aan- en afwezigheden 24 Zijn er duidelijke afspraken rond de registratie van aan- en afwezigheden? 25 Zijn er duidelijke afspraken rond de analyse van aan- en afwezigheden?
27
Opvolging van aan- en afwezigheden 28 Hoe worden aan- en afwezigheden opgevolgd? 29 Is er overleg over afwezigheden van leerlingen?
Waarom deze brochure lezen? Elke school wordt vroeg of laat geconfronteerd met leerlingen die vaak afwezig zijn. Soms weet je dat het om occasioneel spijbelen gaat, bij andere leerlingen is het een teken dat er iets anders aan de hand is en maak je je als school terecht zorgen. Misschien heb je als school al heel wat ondernomen om spijbelen te voorkomen en goed op te volgen. Of misschien ben je op zoek naar handvatten om met een effectief beleid rond spijbelen van start te gaan. Dan kan deze brochure je helpen. In deze brochure vind je een aantal vragen over het beleid rond spijbelen en afwezigheden op jouw school, aangevuld met bijkomende informatie en reflectievragen. Deze vragen kunnen dienen als leidraad wanneer je het spijbelbeleid van je eigen school kritisch wil bekijken. Tenslotte vind je verwijzingen naar goede voorbeelden en andere info. Aan de slag … Niemand verplicht je deze vragenlijst te gebruiken. Elke school stelt immers haar eigen prioriteiten en kiest haar eigen doelstellingen. Ga je de uitdaging toch graag aan? Misschien kan deze vragenlijst dan besproken worden op een lerarenvergadering. Of kan de cel leerlingenbegeleiding ermee aan de slag. Of waarom niet een aantal vragen ook eens voorleggen aan de leerlingen en hun ouders? Laat je door de vragenlijst inspireren tot een gesprek met het leerkrachtenteam, met je CLB en met andere betrokkenen. En kies waar jullie prioriteiten liggen. Je hoeft immers niet de hele vragenlijst te overlopen. Misschien willen jullie dit schooljaar vooral rond een correcte registratie van afwezigheden werken, of willen jullie dit schooljaar gebruiken om iedereen goed te informeren. Meer informatie kan je terugvinden op http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/kijkwijzer.
En daarna? Deze vragenlijst biedt geen pasklare oplossingen voor de spijbelproblemen op jouw school, maar hij kan je wel helpen om een proces op gang te brengen, om te komen tot betere afspraken en een positief beleid rond spijbelen en schoolverzuim. Heb je na het bespreken van deze vragenlijst nog vragen of heb je nood aan extra begeleiding rond bepaalde thema’s, dan staan de pedagogische begeleidingsdiensten voor je klaar.
Spijbelen Als school streef je heel wat doelstellingen na, vertrekkende vanuit de fundamentele opdracht om alle jonge mensen de kans te geven hun eigen persoonlijkheid zo goed mogelijk te ontwikkelen, op basis van een brede vorming. Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk jongeren deze kansen benutten, is er in België leerplicht. Deze leerplicht voorkomt echter niet dat leerlingen soms afwezig zijn op school. Je kan daarbij een onderscheid maken tussen verschillende soorten afwezigheden. Zo is het erg belangrijk een onderscheid te maken tussen geoorloofd verzuim (omwille van een geldige reden, zoals ziekte) en ongeoorloofd verzuim (zonder geldige reden). Op http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/algemeen kan je een overzicht vinden van de afwezigheden die kunnen gewettigd worden.
Elke spijbelaar is anders … Ook binnen het ongeoorloofd verzuim kunnen verschillende vormen van spijbelen onderscheiden worden. Als een leerling helemaal niet ingeschreven is en ook geen huisonderwijs volgt, spreken we van absoluut verzuim. Als een leerling wel ingeschreven is, maar af en toe zonder geldige reden een les- of praktijktijd verzuimt, spreken we van ongeoorloofd relatief verzuim. Daarin kan je dan weer een onderscheid maken tussen incidentele spijbelaars, berekende spijbelaars, periodieke spijbelaars en zelfs permanente spijbelaars. Het zijn vooral de oorzaken van afwezigheden die elke spijbelaar anders maken. Immers, heel vaak kunnen we spreken van signaalverzuim. Achterliggende problemen zorgen ervoor dat de leerling niet goed kan functioneren op school. De oorzaken van spijbelen zijn dan ook vaak te vinden in de verschillende levenssferen van jongeren. Ze kunnen in volgende vier categorieën ingedeeld worden: • leerlinggebonden oorzaken (bv. faalangst, negatieve groepsdruk …); • schoolgebonden oorzaken (bv. gebrek aan opvang bij het wegvallen van bepaalde lessen …); • oudergebonden oorzaken (bv. opvoedingsonmacht, gebrek aan stimulans …); • samenlevings- en beleidsgebonden oorzaken (bv. hoge werkloosheid zorgt voor onzekerheid …). Deze achterliggende oorzaken spelen niet enkel bij ongeoorloofd verzuim een rol. Ook geoorloofd verzuim kan bij nader onderzoek als signaalverzuim beschouwd worden (bv. veelvuldige korte ziekteperiodes …). Het blijft dus belangrijk om aandacht te hebben voor alle vormen van afwezigheden, zowel de gewettigde als de ongewettigde. Anderzijds zijn niet alle afwezigheden te verklaren als signaalverzuim. Soms blijft een leerling thuis - meestal met medeweten van de ouders - om vroeger op vakantie te vertrekken of om familie te bezoeken. Dan spreken we van luxeverzuim. Meer achtergrondinformatie over de verschillende vormen van spijbelen en de oorzaken ervan kan je vinden op http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/algemeen.
Spijbelen aanpakken begint op school … Afwezigheden die de leerling en/of de ouders niet kunnen wettigen, worden op school geregistreerd als ‘problematische afwezigheden’. Als school wordt er van je verwacht dat je in dergelijke gevallen de leerling aanspreekt op zijn afwezigheid, de ouders verwittigt en samen met de leerling en de ouders probeert een oplossing te zoeken voor de afwezigheid. Ten laatste vanaf 10 halve dagen problematische afwezigheid schakel je als school je CLB in om te helpen met de begeleiding van de spijbelende leerling. Dat kan ook vroeger, maar vanaf 10 halve dagen is dit verplicht. Vanaf het schooljaar 2008-2009 gelden nieuwe regels voor de problematische afwezigheden in het deeltijds onderwijs. Een actueel overzicht kan je terugvinden op http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/algemeen/afwezig_zijn.htm Uiterlijk na 30 halve dagen problematische afwezigheid licht je als school het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming in over de afwezigheid. Op basis van deze ‘meldingen problematische afwezigheid’ verzamelt de overheid beleidsinformatie over de handhaving van de leerplicht en kan de overheid nagaan of school en CLB het nodige gedaan hebben om de leerling terug op school te krijgen. Deze melding is ook de basis om na te gaan of de schooltoelage die de ouders van de leerling hebben ontvangen, moet worden teruggevorderd. Dit kan gebeuren indien een leerling twee schooljaren op rij meer dan 30 halve dagen ongewettigd afwezig is. De melding na 30 halve dagen ongewettigde afwezigheden is dus in hoofdzaak een administratieve verplichting. Wanneer je als school, samen met je CLB, eerder je ongerustheid in een bepaald dossier wil aangeven en de overheid wil inschakelen in dossiers waarin de aanpak van school en CLB geen effect lijken te hebben, kan je dat doen aan de hand van een ‘melding zorgwekkend dossier’.
Meer informatie over de rol van de school bij afwezigheden vind je in de betreffende omzendbrieven. Je kan deze eenvoudig terugvinden op http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/algemeen/afwezig_zijn.htm.
… maar de school staat niet alleen. Als school sta je niet alleen als je spijbelen wil aanpakken. Het CLB is vaak de partner die het dichtst bij de school staat. Voor het CLB is de begeleiding van leerlingen met leerplichtproblemen een verplichte opdracht. Daarnaast zijn er heel wat externe diensten waarmee de school kan samenwerken: huisartsen, politie, justitie … In verschillende steden en gemeenten zijn er ook projecten voor langdurige spijbelaars of onderneemt het lokaal overlegplatform initiatieven om spijbelen en schoolverzuim te voorkomen.
Op http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/actoren vind je heel wat informatie over al deze diensten en hun opdrachten in het kader van de aanpak van spijbelen.
Visie
De aanpak van spijbelen op school start met het uitwerken van een degelijke visie of beleid rond spijbelen en afwezigheden. De vragen in dit hoofdstuk kunnen je inspireren voor het uitwerken van deze visie of je helpen bij het evalueren van de huidige visie. Belangrijk hierbij is dat een beleid rond spijbelen nooit los kan staan van het algemeen zorgbeleid op school en dus vertrekt vanuit de noodzaak aan een positief schoolklimaat.
Worden op je school specifieke acties ondernomen die er voor moeten zorgen dat leerlingen graag naar school komen? Graag naar school gaan is nog altijd de beste remedie tegen spijbelen. In een school die aandacht en zorg heeft voor de leerlingen, raken de leerlingen meer met de school verbonden waardoor de kans op afhaken en spijbelen afneemt. Het schoolklimaat speelt hierin een grote rol. Het schoolklimaat omvat de gemeenschappelijke veronderstellingen, de waarden en normen en de gewoonten op een school. Om tot een positief schoolklimaat te komen, kan je als school acties ondernemen naar leerlingen, leerkrachten, startende leerkrachten, leerlingenbegeleiders, coördinatoren en ouders toe. Je kan eventueel ook een beroep doen op een JoJo-er. Een positief schoolklimaat kan door heel wat elementen bepaald worden: • een vriendelijke/correcte omgang tussen leerlingen onderling, tussen leerlingen en leerkrachten en tussen leerkrachten onderling; • de mogelijkheden die de leerlingen en het leerkrachtenteam krijgen om mee te participeren in het schoolbeleid, door een leerlingenraad, een schoolraad en klasgesprekken; • de mate waarin leerlingen zelf verantwoordelijkheid krijgen door middel van begeleide zelfstudie of zelfevaluatie; • de inspraak die leerlingen en leerkrachten krijgen bij het opstellen van regels; • de uitbouw van een degelijke studiekeuze- en leerlingenbegeleiding; • de organisatie van activiteiten in de pauzes; •… Stof tot nadenken … Welke initiatieven worden er op je school uitgebouwd zodat leerlingen graag naar school komen? Hoe worden deze gecommuniceerd? Is iedereen op de hoogte van deze initiatieven en wordt de volledige doelgroep bereikt? Notities
Het project ‘Scholen voor jongeren en Jongeren voor scholen’ of JoJo richt zich op scholen met een publiek van leerlingen met schoolse problemen. De JoJo-er is een startbaner (een laaggeschoolde jongere die niet in het bezit is van een diploma secundair onderwijs), die met zijn taken het schoolpersoneel kan aanvullen. De JoJo-er kan een schakel vormen tussen leerlingen en lerarenkorps en werken aan het schoolklimaat. Meer info vind je op http://www.ond.vlaanderen.be/jojo/
10
Is er een visie ten aanzien van leerlingen die vaak afwezig zijn en/of te laat komen? Een duidelijke visie over spijbelen en laatkomen helpt alle leden van het schoolteam een gelijkgerichte spijbelaanpak te hanteren en maakt leerlingen en ouders duidelijk wat wel of niet kan. Deze visie kan worden uitgeschreven in een visietekst en opgenomen worden in het schoolwerkplan, -reglement, ... Een visie moet niet alleen aandacht hebben voor de aanpak van jongeren die effectief afwezig zijn, maar bundelt ook de acties om spijbelen en schoolverzuim te voorkomen. Binnen een visie is er dus ook ruimte om preventief te werken. De registratiegegevens van de aan- en afwezigheden vormen een goede vertrekbasis voor het uittekenen van een schoolspecifiek spijbelbeleid. Bij het bekijken van de registratiegegevens kan je je bijvoorbeeld afvragen of leerlingen in bepaalde richtingen meer spijbelen, of leerlingen vaak spijbelen na de middagpauze, of leerlingen vaak voor erg korte periodes wegens ziekte afwezig zijn … (zie hiervoor ook deel 3 van de Spijbelkijkwijzer voor scholen in het secundair onderwijs). Daarnaast kan je aanknopingspunten vinden in de pedagogische visie van je net of koepel. Meer nog, de visie rond spijbelen en aan- en afwezigheden mag niet losstaan van het pedagogisch project van je school en van het zorgbeleid in het bijzonder. Het is ten slotte belangrijk dat een visie rond spijbelen en aan- en afwezigheden gedragen is door het hele schoolteam en liefst ook door de leerlingen en de ouders. Stof tot nadenken … Indien er nog geen visie rond spijbelen en aan- en afwezigheden is: Wat zijn hiervan de achterliggende oorzaken? Wordt je school niet of nauwelijks geconfronteerd met problematische afwezigheden? Is het zinvol om een beleid rond spijbelen en aan- en afwezigheden te ontwikken? Indien ja, hoe ga je hiervoor best aan de slag? Is bijkomende ondersteuning vanuit de pedagogische begeleidingsdiensten wenselijk/noodzakelijk? Indien er al een visie rond spijbelen en aan- en afwezigheden is: Hoe is deze visie tot stand gekomen? Wie werd betrokken bij de totstandkoming? (Denk aan leerkrachten, directie, secretariaatspersoneel, cel leerlingenbegeleiding, leerlingen, ouders, schoolraad, schoolbestuur …) Is er in deze visie aandacht voor sensibilisering, preventie en curatie? Is deze visie gecommuniceerd naar het hele schoolteam, ouders en leerlingen? Is deze visie gedragen door het hele schoolteam, ouders en leerlingen? Handelt men consequent naar de visie? Notities
11
Is er een samenwerking tussen school en CLB rond spijbelen? Het CLB werkt in principe vraaggestuurd. Het heeft echter ook een aantal verplichte opdrachten, waaronder de begeleiding van minderjarigen met leerplichtproblemen. Het doel hiervan is dat de jongere opnieuw naar de les gaat. Het is de opdracht van de school om het CLB te informeren over problematische afwezigheden van leerlingen. De meeste scholen organiseren daarvoor op vaste tijdstippen een overleg tussen de cel leerlingenbegeleiding en het CLB. Je kan op het CLB ook een beroep doen bij het uitbouwen van een preventief spijbelbeleid: bij de analyse van gegevens rond afwezigheden, bij het opstellen van het schoolreglement, bij het informeren van ouders en leerkrachten … Goede afspraken tussen school en CLB zijn noodzakelijk voor een succesvolle begeleiding van spijbelen. Concrete en schoolspecifieke afspraken rond spijbelen kunnen in beleidsplannen, -contracten, afsprakennota’s en bijzondere bepalingen opgenomen worden. Stof tot nadenken … Werden met je CLB enkel afspraken gemaakt rond de opvolging van spijbelaars of ook rond preventie van afwezigheden? Zijn de afspraken tussen school en CLB duidelijk en voldoende specifiek opgenomen in beleidsplannen, -contracten, afsprakennota’s of bijzondere bepalingen? Hoe worden deze gegevens uit de afsprakennota actief naar de school/het schoolteam gecommuniceerd? Zijn deze afspraken aangepast aan de lokale noden en behoeften? Wordt de samenwerking rond spijbelen tussen je school en je CLB soms geëvalueerd en eventueel bijgestuurd? Notities
12
13
Communicatie
Communicatie is een erg belangrijk onderdeel van elk integraal spijbelbeleid. De vragen in dit onderdeel laten je nadenken over hoe en naar wie je communiceert over het spijbelbeleid in je school. Communicatie is vooral belangrijk voor wie preventief wil werken. Zo is het als school noodzakelijk om het belang van regelmatig naar school gaan geregeld te benadrukken, bijvoorbeeld tegenover ouders die vroeger op vakantie willen vertrekken. Daarnaast is communicatie ook belangrijk om ervoor te zorgen dat iedereen zich betrokken voelt bij de school. Leerkrachten, ander schoolpersoneel, ouders, leerlingen … kunnen zich maar betrokken voelen bij wat er in de school gebeurt, als ze hierover geïnformeerd worden. Specifiek rond spijbelen kan je als school heel wat informatie kwijt naar je schoolteam én naar leerlingen en ouders toe: wat verstaat je school onder spijbelen, welk beleid voert je school hieromtrent, welke afwezigheden zijn gewettigd en welke niet, tegen wanneer moet men een afwezigheid wettigen, wat zijn de sancties bij spijbelen, welke begeleiding zet men op voor spijbelaars … Sta ook voldoende stil bij hoe je wil informeren. Er zijn namelijk verschillende vormen van informatieverstrekking (passief of actief) en er is ook een gradatie van informatie (niet iedereen moet alle informatie krijgen, de informatie moet toegespitst zijn op het doelpubliek). Voorbeelden van informatieverspreiding zijn het schoolreglement, een flyer, het schoolkrantje, de schoolagenda, het intakegesprek bij de inschrijvingen, een infomoment, een gesprek met de klasleerkracht, studiemeestersopvoeders, leerlingenbegeleiders ... 15
Hoe wordt naar ouders gecommuniceerd over het beleid en de visie van de school rond afwezigheden? Communicatie van de school naar de ouders met betrekking tot aan- en afwezigheden is zeer belangrijk. De ouders zijn vaak degenen die zorgen voor het wettigen van de afwezigheid (bv. door de school te contacteren bij ziekte van hun kind, door voor sommige afwezigheden op voorhand toestemming te vragen aan de directie en door tijdig een medisch attest binnen te brengen). Daarnaast moeten zij uiteraard ook op de hoogte worden gebracht van elke afwezigheid van hun kind. Met ouders verwijzen we hier zowel naar de biologische ouders als naar diegenen die de jongeren in rechte of in feite onder hun bewaring hebben (voogd, pleeggezin, gemeenschapsinstellingen, familieleden ...). In het laatste geval denk je als school best vooraf al eens na over hoe en naar wie je communiceert (bv. enkel naar de biologische ouders, of ook naar de instelling waar de leerling verblijft …). Het is als school niet altijd even gemakkelijk om ouders te contacteren (bv. omdat ouders zelden naar een oudercontact komen of omdat ze anderstalig zijn). Misschien vragen deze moeilijk te bereiken doelgroepen extra aandacht of specifieke acties. Samen met je CLB kan je eventueel op zoek gaan naar organisaties die je kunnen helpen om deze moeilijke doelgroepen te bereiken. Stof tot nadenken … Hoe worden ouders geïnformeerd over de visie op aan- en afwezigheden? Weten ouders/meerderjarige leerlingen dat ze voor bepaalde afwezigheden toestemming moeten vragen en weten ze hoe en aan wie ze deze toestemming moeten vragen? Worden afwezigheden door ouders correct aangevraagd? Weten ouders/meerderjarige leerlingen hoe en aan wie ze afwezigheden moeten melden? Worden afwezigheden correct gemeld? Weten ouders wat van hen verwacht wordt in het proces van opvolging, begeleiding en preventie? Krijgen ouders op geregelde tijdstippen een overzicht van alle afwezigheden? Bijvoorbeeld via rapport, oudercontact, brieven … Notities
16
Hoe wordt naar leerlingen gecommuniceerd over het beleid en de visie van je school rond afwezigheden? Niet enkel voor ouders is het belangrijk de regels en visie met betrekking tot afwezigheden toe te lichten, ook leerlingen hebben baat bij duidelijke informatie over welke afwezigheden gewettigd zijn en welke niet. Benadruk hierbij dat elke dag afwezigheid zonder wettiging geregistreerd zal worden als een problematische afwezigheid en dat dit gevolgen kan hebben. Leerlingen kunnen dus niet zomaar een dagje ‘verlof’ nemen. Ze moeten ook weten dat hun ouders in principe steeds op de hoogte zullen worden gebracht van hun afwezigheid. Maar het informeren van jongeren kan ook ruimer: het is minstens even nuttig om als school stil te staan bij het belang van regelmatig naar school gaan. Belangrijk is ook dat leerlingen weten dat ze bij iemand terechtkunnen, wanneer het (even) minder goed gaat op school. Informeer de leerlingen over de verschillende mogelijkheden, bv. de klastitularis aanspreken, praten met de leerlingenbegeleider, contact opnemen met het CLB … Sta samen met de leerlingen eveneens stil bij de achterliggende oorzaken van spijbelen. Schenk ten slotte als school ook aandacht aan de specifieke communicatie naar anderstalige leerlingen en nieuwe leerlingen. Stof tot nadenken … Hoe worden de leerlingen op je school (aan het begin van het schooljaar) geïnformeerd over de visie op aan- en afwezigheden? Weten leerlingen wat van hen verwacht wordt in het proces van opvolging, begeleiding en preventie? Weten leerlingen waar ze terechtkunnen indien problemen in hun leefcontext maken dat regelmatig naar school gaan soms moeilijk is? Notities
17
Hoe wordt naar nieuwe personeelsleden gecommuniceerd over het beleid en de visie van de school rond afwezigheden? Elke school heeft haar eigen beleid en legt eigen accenten. Nieuwe personeelsleden worden hiervan best op de hoogte gebracht. Zeker voor pas afgestudeerde leerkrachten is een extra ondersteuning tijdens de eerste weken opportuun. Een info- of onthaalbrochure voor leerkrachten, secretariaatspersoneel … kan hiervoor een erg handig instrument zijn. Verlies ook de mensen die slechts korte vervangingen doen in de loop van het schooljaar niet uit het oog. Zorg dat alle leden van het schoolteam weten bij wie ze terecht kunnen met vragen, twijfels of vermoedens bij aan- en afwezigheden (mentor, directie ...). Stof tot nadenken … Worden nieuwe leerkrachten (bij het begin van het schooljaar) geïnformeerd over de visie op aan- en afwezigheden? Wordt ook personeel dat pas in de loop van het schooljaar aangeworven wordt of een zieke leerkracht vervangt duidelijk geïnformeerd? Wordt het nieuw personeel van het leerlingensecretariaat (bij het begin van het schooljaar) geïnformeerd over de visie op aan- en afwezigheden? Notities
18
Worden de leerkrachten (bij het begin van het schooljaar) geïnformeerd over de inhoud en de betekenis van de codes en mogelijke veranderingen binnen de regelgeving met betrekking tot aanen afwezigheden? En wat met het leerlingensecretariaat? Het is belangrijk dat de verantwoordelijken in de school voor het registreren van de afwezigheden, door middel van codes in het aanwezigheidsregister, op de hoogte zijn van de inhoud en de betekenis van de codes. Voor elke afwezigheid moet de juiste code worden toegekend. Een goede registratie is namelijk het vertrekpunt voor een degelijk spijbelbeleid (zie hiervoor ook deel 3 van de Spijbelkijkwijzer voor scholen in het secundair onderwijs). Zeker wanneer verschillende personen hiervoor verantwoordelijk zijn, is het belangrijk dat zij op dezelfde manier en juist registreren. De regelgeving van de codes kan in principe elk jaar wijzigen. Raadpleeg dus regelmatig de omzendbrieven die hierop betrekking hebben. U vindt een overzicht van de codes voor afwezigheden en de verwijzingen naar de omzendbrieven op Edulex via http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/algemeen/afwezig_zijn.htm. De regelgeving moet gevolgd worden, maar er is ook een zekere autonomie voor de scholen. Belangrijk is dan wel dat de school een eenduidige visie heeft en deze ook communiceert naar alle betrokken personeelsleden. Stof tot nadenken … Zijn er duidelijke afspraken over wanneer welke code wordt toegekend? (bv. Is men te laat (code L) wanneer men na het eerste lesuur aankomt op school, of beschouwt men dit als een halve dag problematische afwezigheid (code B)?) En is iedereen op de hoogte van deze afspraken, worden ze met andere woorden uniform toegepast? Notities
19
Weten alle personeelsleden wat er van hen verwacht wordt binnen de opvolging, begeleiding en preventie van spijbelen? Misschien zijn er op jouw school mensen specifiek vrijgesteld voor de opvolging, begeleiding en preventie van spijbelproblemen. Een integrale spijbelaanpak werkt echter alleen als het hele schoolteam zijn rol opneemt en als er duidelijke afspraken zijn over ieders opdracht en positie. Zo kan het erg storend zijn wanneer een leerlingenbegeleider na een gesprek met een leerling begrip toont voor een moeilijke thuissituatie, maar de leerling daarna alsnog door de vakleerkracht gesanctioneerd wordt voor zijn laatkomen. Goede afspraken kunnen dit soort situaties vermijden. Besteed ook nu extra aandacht aan nieuwe personeelsleden, die de leerlingen nog niet goed kennen en nog niet helemaal op de hoogte zijn van de afspraken rond de opvolging, begeleiding en preventie op je school. De directie speelt hierbij, als coach van het schoolteam, uiteraard een zeer belangrijke rol. Stof tot nadenken … Wat is op je school de opdracht van volgende personeelsleden op het vlak van opvolging, begeleiding en preventie van spijbelen: • de vakleerkrachten; • de klastitularis; • het secretariaatspersoneel; • de cel leerlingenbegeleiding; • de directie? Zijn zij allemaal voldoende op de hoogte van wat van hen verwacht wordt? Wat zijn de gevolgen wanneer iemand zijn rol niet wil opnemen? Notities
20
21
Registratie en analyse van aan- en afwezigheden
Scholen die afwezigheden gebrekkig registreren, ontdekken spijbelproblemen vaak pas laat. Ze kunnen ook moeilijk preventief optreden of hun eigen beleid evalueren. Nochtans bevatten zorgvuldig geregistreerde afwezigheidsgegevens een bron van informatie voor analyses. Ze kunnen je helpen doelgroepen af te bakenen en acties te evalueren. Vaak maken de elektronische registratiesystemen dit soort analyses erg eenvoudig. Om de mogelijkheden van het registratiesysteem in je school te kennen, neem je contact op met je softwareleveranciers, te contacteren via volgende website: http://www.ond.vlaanderen.be/edison/ Wie/Schoolauto/matiseerders.htm 23
Zijn er duidelijke afspraken rond de registratie van aan- en afwezigheden? Een nauwkeurige registratie van de afwezigheden is niet enkel belangrijk om in orde te zijn voor inspectie en verificatie of voor het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, maar is ook de eerste stap in het ontwikkelen van een spijbelbeleid. In het secundair onderwijs is dit vaak de taak van het leerlingensecretariaat. Zij verzamelt tevens de documenten die een afwezigheid kunnen verantwoorden. Voor een aantal afwezigheden moet vooraf de toestemming van de directie gevraagd worden. Het belang van een eenduidige registratie van afwezigheden en een goede communicatie hierover naar de verantwoordelijken komt ook aan bod op pagina 19 van deze Spijbelkijkwijzer. Voor een volledig en actueel overzicht van de toegelaten afwezigheden verwijzen we naar de website: http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/algemeen/afwezig_zijn.htm. Sinds het schooljaar 2007-2008 geldt er een nieuwe regeling met betrekking tot het registreren van afwezigheden die worden gewettigd met een dixit- of een geantedateerd attest. Dergelijke attesten moeten steeds als een code B geregistreerd worden. Meer info over de verschillende attesten en de afspraken met de medische sector vind je op http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/actoren/artsen/default.htm. Stof tot nadenken … Hoe worden aan- en afwezigheden geregistreerd? Elektronisch of op papier? Wat zijn de voor- en nadelen hiervan? Wie registreert er? Werd een verantwoordelijke aangeduid? Hoe verzamel je de aan- en afwezigheidsregistraties? Hoe komen die bij de verantwoordelijke terecht? Hoe vaak wordt er geregistreerd? Eén keer in de voor- en in de namiddag? Of elk uur? Bij elke vakleerkracht in zijn/haar agenda? Door het secretariaat? Is de klastitularis betrokken? Wanneer wordt er geregistreerd? Bij aanvang van de les? In de helft van de voor- en namiddag? Het eerste uur van de voor- en namiddag? Hoe worden afwezigheden verwerkt en codes toegekend? Wanneer geeft men code B, L, D, Z, P, R …? Hoe worden verantwoordingsdocumenten verzameld en beoordeeld? Hoe worden afwezigheden administratief opgevolgd? Wie informeert bij de ouders/leerling naar wettigingen? Hoe en wanneer wordt geïnformeerd? Wordt rekening gehouden met achterliggende oorzaken? Wordt een wettiging soms in vraag gesteld? Door wie? Hoe accuraat is de registratie? Notities
24
Zijn er duidelijke afspraken rond de analyse van aan- en afwezigheden? Vaak worden de geregistreerde afwezigheidsgegevens in scholen enkel gebruikt voor de opvolging van de leerlingen met afwezigheden. Nochtans is een zorgvuldige registratie van de aan- en afwezigheidsgegevens een goede vertrekbasis voor allerhande acties op schoolniveau. Heb hierbij niet enkel oog voor de problematische, maar ook voor de gewettigde afwezigheden, want die kunnen eveneens wijzen op problemen. Door oog te hebben voor alle afwezigheden kan je als school tijdig een spijbelprobleem detecteren, zodat er iets aan gedaan kan worden (bv. een leerling die steeds briefjes van een andere huisarts indient of die steeds op dezelfde momenten afwezig is ...). Daarnaast kunnen uit de afwezigheidsgegevens patronen, trends en tendensen worden afgeleid (bv. als we een hele voormiddag studie geven, dan zijn de leerlingen in de namiddag afwezig, als we de sportdag op een vrijdag zetten zijn er meer afwezigheden dan wanneer we deze op een dinsdag laten doorgaan, een andere leerlingeninstroom kan de spijbelgegevens beïnvloeden ...). Op die manier kan spijbelen vaak door eenvoudige ingrepen (bv. maar één in- en uitgang op je school, zodat er meer controle is, zorgen voor activiteiten tijdens de middagpauze waardoor de leerlingen op school blijven, een systeem voor de vervanging van zieke leerkrachten …) voorkomen worden. Stof tot nadenken … Laat het registratiesysteem toe om de gegevens te ordenen en te analyseren volgens meerdere parameters? Wie analyseert afwezigheidsgegevens? Hoe vaak worden afwezigheidsgegevens geanalyseerd? Is er aandacht voor de evolutie over de jaren heen? Welke gegevens worden geanalyseerd? Wordt bij de analyse ook met andere afwezigheden dan de problematische rekening gehouden? (codes D, Z, L …) Gebruikt de school de gegevens om verbetering aan te brengen in de wijze waarop ze zelf met afwezigheden omgaat? Wat gebeurt met de analyses? Worden deze beschikbaar gesteld, verspreid, besproken … op klassenraden, personeelsvergaderingen ...? Wordt extra aandacht besteed aan risicoleerlingen? Bijvoorbeeld leerlingen die het voorgaande schooljaar vaak (on)gewettigd afwezig waren of die van school veranderd zijn? Wordt aandacht geschonken aan leerlingen die veelvuldig doktersbriefjes indienen, vaak van huisarts veranderen ...? Notities
25
Opvolging van aan- en afwezigheden
De regelgeving rond aan- en afwezigheden vermeldt een aantal verplichte stappen bij de opvolging van aan- en afwezigheden door de school. Zo is de school verplicht om voor elke problematische afwezigheid een begeleiding op te starten en moet na 10 halve dagen problematische afwezigheid het CLB ingeschakeld worden. 27
Hoe worden aan- en afwezigheden opgevolgd? Alle vormen van afwezigheden, dus ook de gewettigde afwezigheden, moeten nauwgezet opgevolgd worden. Ook nieuwe leerlingen en leerlingen die in de loop van het schooljaar van school veranderen, verdienen speciale aandacht en opvolging. Hiervoor kan je indien nodig ook de hulp van je CLB inroepen. Veel leerkrachten nemen de opvolging van afwezigheden ernstig en bekijken samen met hun collega’s hoe ze een leerling vanaf de eerste dag problematische afwezigheid best kunnen begeleiden. Idealiter informeert je school ook je CLB over problematische afwezigheden van de leerlingen. Wanneer een leerling meer dan 10 halve dagen problematisch afwezig is, moet je school je CLB inschakelen. Uiteraard mag dit ook vroeger, als je school de hulp van je CLB hierbij kan gebruiken. Je CLB start een begeleiding op en maakt een begeleidingsdossier. School en CLB maken hierover concrete afspraken en blijven elkaar informeren. Als de achterliggende problemen de begeleiding van school en CLB overstijgen, neemt je CLB zijn draaischijffunctie op. Dit betekent dat je CLB samenwerkt met andere diensten uit de welzijns- en gezondheidssector (zie ook pagina 29). Stof tot nadenken … Wordt er een onderscheid gemaakt tussen de achterliggende oorzaken van afwezigheden? Welke stappen zet je school in de opvolging van aan- en afwezigheden? Staat de opvolging van de ‘vaak afwezige leerlingen’ binnen het schoolteam op punt? Hoe ziet die er uit? Wanneer zet je school stappen in de opvolging van aan- en afwezigheden? Wordt er aandacht geschonken aan leerlingen die van school veranderen in de loop van het schooljaar? Wordt er extra informatie opgevraagd aan het vorige CLB/school? Notities
28
Is er overleg over afwezigheden van leerlingen? Heel wat scholen hebben vanuit een preventieve en proactieve benadering regelmatig een overleg met het CLB. Zo organiseren sommige secundaire scholen een ‘cel leerlingenbegeleiding’, waarop zowel de leerlingenbegeleider van de school als het CLB aanwezig zijn en die onder andere spijbelaars kan opvolgen. Andere scholen bespreken problematische afwezigheden tijdens klassenraden. Tijdens deze overlegmomenten moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen ‘nice to know’ en ‘need to know’. Zo kunnen het ambtsgeheim van het schoolpersoneel en het beroepsgeheim van het CLB-personeel gerespecteerd worden. Meer informatie over het onderscheid tussen ambts- en beroepsgeheim vind je in een nota over dit onderwerp, die beschikbaar is op http://www.ond.vlaanderen.be/CLB. Als de achterliggende problemen de begeleiding van school en CLB overstijgen, neemt het CLB zijn draaischijffunctie op. Dit betekent dat het samenwerkt met andere diensten uit de welzijns- en gezondheidssector. De aanpak van spijbelen staat of valt met de samenwerking tussen onderwijs en verschillende andere actoren, zoals de huisarts, de overheid, de lokale politie, het parket, een time-out project ... Al deze actoren komen met spijbelaars in contact, maar kennen elkaar niet altijd even goed. Elk van deze actoren heeft zijn rol binnen de opvolging van spijbelen. Meer info hierover vind je op http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/actoren/default.htm. Als ook je CLB geen oplossing vindt voor het spijbelprobleem van de leerling, dan kan men het dossier van die jongere doorsturen naar het Vlaams Ministerie van Onderwijs & Vorming als een ‘zorgwekkend dossier’. Samen met je school en je CLB zoekt men dan naar een mogelijke oplossing. Meer info hierover vind je op http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/actoren/overheid/default.htm. Stof tot nadenken … Welke externen kunnen bij dit overleg betrokken worden? Neemt je school soms contact op met het LOP, gezagsfiguren zoals sportcoaches, geestelijke leiders ...? Verloopt het overleg gestructureerd? Worden afspraken gemaakt? Worden taken verdeeld in verband met de begeleiding? Wie volgt de gemaakte afspraken op? Is de opvolging transparant voor het schoolteam? Wordt feedback gegeven? Op welk ogenblik wordt je CLB betrokken in het overleg/de begeleiding? Worden regelmatige en zorgwekkende afwezigheden tijdig met je CLB besproken? Is er feedback vanuit de school/leerkrachten naar je CLB toe? Volstaat deze feedback? Wanneer wordt een begeleidingsdossier opgesteld en door wie gebeurt dat? Notities
29
30
Elke school wordt vroeg of laat geconfronteerd met leerlingen die vaak afwezig zijn. Soms weet je dat het om occasioneel spijbelen gaat, bij andere leerlingen is het een teken dat er iets anders aan de hand is en maak je je als school terecht zorgen. Misschien heb je als school al heel wat ondernomen om spijbelen te voorkomen en goed op te volgen. Of misschien ben je op zoek naar handvatten om met een effectief beleid rond spijbelen van start te gaan. Dan kan deze brochure je helpen. In deze brochure vind je een aantal vragen over het beleid rond spijbelen en afwezigheden op jouw school, aangevuld met bijkomende informatie en reflectievragen. Deze vragen kunnen dienen als leidraad wanneer je het spijbelbeleid van je eigen school kritisch wil bekijken.
Meerdere spijbelkijkwijzers bestellen kan via http://www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/kijkwijzer
P B D K O