Spelregels en definities Personeelskostenbegroting (PKB) inclusief Inhuur
september 2010
Voorwoord In de werkgroep Personeels Kosten Begroting (PKB) is de (deel)opdracht uitgezet om te komen met een set sturingsprincipes en uitgangspunten, definities en spelregels rondom de personeelskostenbegroting. De sturingsprincipes en uitgangspunten geven de context aan waarbinnen de spelregels tot stand zijn gekomen. De essentie daarvan is van sturen en bekostiging op bezetting naar sturen en bekostiging op formatie. Dit betekent sturing aan de voorkant in plaats van aan de achterkant. Daarmee geven we meer dan nu inhoud aan het principe van integraal management. De definities maken duidelijk waar we het over hebben zodat er geen interpretatieverschillen kunnen ontstaan. De spelregels zijn bedoeld om de speelruimte waarbinnen we ons kunnen bewegen scherp te stellen. Bij het opstellen hebben we het eindbeeld voor ogen gehad, de ideale situatie waar we naar toe willen. Dat maakt dat we ons verre hebben gehouden van de bijzondere situaties. Ons inziens dient daarvoor maatwerk te worden geleverd en willen we dit document daar niet mee “vervuilen”. Hier volstaan we dan ook met het vermelden dat voor een aantal situaties specifiek maatwerk wordt geleverd. Daar waar dit aan de orde is zal het desbetreffende afdelingshoofd hier expliciet op worden gewezen en zal de benodigde managementinformatie worden geleverd. Naast de bovenstaande opdracht vanuit de werkgroep PKB is er door het Directieteam op 5 oktober 2009 besloten om uitgangspunten, definities en spelregels te formuleren rondom het thema “inhuur”. In deze notitie wordt uitvoering gegeven aan deze opdracht vanuit het DT. Er is voor gekozen om deze twee opdrachten te verwerken tot één integrale notitie “Definitie en spelregels PersoneelsKostenBegroting (PKB)”. De notitie is als volgt opgebouwd: - In hoofdstuk 1 worden de sturingsprincipes en uitgangspunten verwoord. In dit hoofdstuk wordt de context geschetst waarbinnen de spelregels tot stand zijn gekomen. Je kunt zeggen dat deze de legitimatie vormen voor deze spelregels; - In hoofdstuk 2 worden de spelregels genoemd die betrekking hebben op de personeelskostenbegroting (PKB); - In hoofdstuk 3 worden de spelregels genoemd die specifiek betrekking hebben op de externe inhuur; - De definities die gehanteerd worden binnen de PKB en inhuur zijn opgenomen in de bijlage. In B1 zijn de definities opgenomen van de Personeelskostenbegroting en in B2 de definities die gehanteerd worden voor de inhuur; Tot slot: Het komen tot deze notitie en het vervolg daarop moeten we ook zien als een leer- en dus, groeiproces. We beginnen met een basis die successievelijk verder uitgebouwd en aangepast gaat worden daar waar gewenst en noodzakelijk is. Gemeenschappelijke spelregels zijn nodig voor een gezonde en vitale organisatie.
Inhoudsopgave 1
Sturingsprincipes en uitgangspunten ............................................................................. 1
2
Spelregels Personeelskostenbegroting .......................................................................... 2
3 3.1 3.2
Spelregels Inhuur .............................................................................................................. 5 Algemeen ............................................................................................................................ 5 Spelregels ........................................................................................................................... 5
B1 Definities Personeelskostenbegroting. ........................................................................................ 7 B2 Definities inhuur. .......................................................................................................................... 11
1
Sturingsprincipes en uitgangspunten
De definities en ‘spelregels’ die gehanteerd worden in de Personeelskostenbegroting en inhuur van derden moeten passen binnen de door Venlo vastgestelde sturingsprincipes en uitgangspunten. Deze bepalen de legitimiteit van de spelregels. Onderstaand worden de meest relevante sturingsprincipes en uitgangspunten genoemd die als richtsnoer worden gebruikt: “gemeentesecretaris / algemeen directeur is eindverantwoordelijke voor ambtelijke organisatie (bedrijfsvoering, beleidsvoorbereiding + realisatie)” Uit: naar een Venloos Directiemodel 2006/2007, college: 3 oktober 2006, reg.nr. 06-20760, 7 november 2006 collegebesluit definitief, reg.nr. 23417); “afdelingshoofd = integraal manager, verantwoordelijk voor product, proces en middelen op afdelingsniveau en mede - verantwoordelijk voor gemeentebrede producten en processen.” Uit: naar een Venloos Directiemodel (2006/2007, college 3 oktober 2006, reg.nr. 06-20760, 7 november 2006 collegebesluit definitief, reg.nr. 06-23417); “integraal management moet samengaan met interne deregulering, gerichtheid op processen en resultaten hetgeen betekent dat er bewegingsruimte voor managers moet zijn. Dus minder “stolling” in beperkende kaders en regels. Bewegingsruimte niet onnodig inperken!” Uit: Veranderagenda 2007, college: 24 juni 2008, reg.nr. 08-16056); “Verantwoording Afdelingshoofd naar directie wordt achteraf afgelegd met behulp van instrumenten managementcontract en Ondernemingsplan. Uit: Veranderagenda 2007 (college: 24 juni 2008, reg.nr. 08-16056). “Directie neemt regierol in zware (inhoudelijke) strategische vraagstukken.” Uit: Sturen in de driehoek (maart / april 2008, DT: 27 maart 2008 en Afdelingshoofdenoverleg 9 april 2008); “Directie heeft geen dagelijkse lijnsturing op Afdelingshoofden. Directeur heeft geen hiërarchische relatie met Afdelingshoofd, maar een meer coachende relatie” Uit: Sturen in de driehoek (maart / april 2008, DT: 27 maart 2008 en Afdelingshoofdenoverleg 9 april 2008); “Directie concentreert zich op strategische aspecten van beheer, realisatie en uitvoering” Uit: Overdrachtsdocument fijnstructurering (juni 2007, college: 26 juni 2007, reg.nr. 07-14845); “Directie concentreert zich op organisatieontwikkeling /strategieaspecten van bedrijfsvoering” Uit: Overdrachtsdocument fijnstructurering (juni 2007, college: 26 juni 2007, reg.nr. 07-14845); “Budgetverantwoordelijkheid is ondeelbaar. Een budget heeft maar 1 budgethouder. Het College van B&W wijst budgethouders aan. Budgethouders kunnen deelbudgethouders aanwijzen. Alleen Afdelingshoofden kunnen aangewezen worden als budgethouder van een (beheers)product. De verantwoordelijkheid voor een budget op product of projectniveau is ondeelbaar” Uit: Budgethoudersregeling (college: 20 oktober 2009, reg.nr. 09-23170); “In de Kadernota nemen we een HR paragraaf op met een scope van 4 jaren (geven daar de match aan tussen ambitie en ambtelijk apparaat .In het Ondernemingsplan gaan we in 2010/2011 naar personeelsplannen op afdelingsniveau (zowel kwantitatief als kwalitatief), scope 4 jaren. Binnen de begroting moet de integraal manager ruimte krijgen om te schuiven” Uit: Strategische Personeels Planning (concept november 2009); “We ontwikkelen ons door naar een regievoerende gemeente. Dit kleurt en geeft richting aan onze organisatieontwikkeling. Het Afdelingshoofd legt periodiek aan de hand van het managementcontract en ondernemingsplan verantwoording af aan de algemeen directeur” Uit: Concept organisatieverordening
definities en spelregels PKB
1
2
Spelregels Personeelskostenbegroting
Leidend uitgangspunt is dat integrale managers veel ruimte wordt geboden om te ondernemen met lef. Dat maakt dat we terughoudend willen zijn met het vooraf vastleggen van allerlei kaders en regels. Helemaal zonder kunnen we echter ook niet. Kaders en spelregels zijn wel nodig om een aantal afspraken met elkaar te kunnen maken. Zie het voetbal; binnen de kaders van het speelveld en de spelregels die er liggen, heeft de coach alle ruimte om zijn eigen wedstrijd en tactiek te bepalen. Bij de set spelregels moet dus een goede balans worden gevonden tussen dichttimmeren en willekeur. Het gaat om de volgende spelregels:
2
Toegestane formatie – omvang en budget: o De raad stelt de ambities en opgaven vast met bijbehorend volume op organisatie niveau (totaal toegestane formatie – omvang en budget). o Het college van B&W doet voorstellen aan de gemeenteraad voor bijstelling van het volume op organisatieniveau (totaal toegestane formatie – omvang en budget). o Het Directieteam bepaalt de toegestane formatie - omvang, budget en organogram op afdelingsniveau. Het Directieteam doet voorstellen aan het College van b&w voor uitbreiding van de toegestane formatie – omvang en budget op totaalniveau. De uitbreidingen leveren een bijdrage aan de ambities en opdrachten van het bestuur (inclusief gedecentraliseerde taken); o De verdere invulling van fte’s en inzet van budget op afdelingsniveau is aan het afdelingshoofd (budgethouder). Het is aan het afdelingshoofd om op basis van het generieke functieboek de afdeling te bouwen en te wijzigen voor zover de toegestane formatie – omvang en het budget op afdelingsniveau niet wordt overschreden, het vastgestelde organogram van de afdeling niet wordt aangepast en de doelstellingen van de begroting worden gerealiseerd. Wijziging van functies en/of budget worden door het afdelingshoofd overeenkomstig de door het DT vastgestelde procedures administratief verwerkt. Het afdelingshoofd doet voorstellen aan het Directieteam voor uitbreiding van de toegestane formatie – omvang en budget op afdelingsniveau. De uitbreidingen leveren een bijdrage aan de ambities en opdrachten van het bestuur en de organisatie (inclusief gedecentraliseerde taken);
Onderbezetting: Het invullen van onderbezetting vindt plaats binnen zowel de toegestane formatie als het totaal beschikbare budget. Met inachtneming van de nader te bepalen spelregels met betrekking tot herplaatsers, handhaven wij te allen tijde onze kwaliteitseisen. Met andere woorden we stellen kwaliteitskandidaten aan. Daar hoort bij dat wij een afspiegeling willen zijn van de stad Venlo en de voor de stad beoogde ontwikkeling als weergegeven in de door de raad vastgestelde strategische visie Venlo 2030. Bij het invullen van vacatures worden derhalve ook de volgende HR doelstellingen gehanteerd: o Voor 100% van de vacatures boven schaal 10 zoeken we vrouwen en/of personen die niet in Nederland zijn geboren of van wie minstens één ouder in het buitenland is geboren. o Minstens 50% benoemen we uit die doelgroep. o Percentage personen die niet in Nederland zijn geboren of van wie minstens één ouder in het buitenland is geboren 5% (minimaal 50 medewerkers in huis), bij voorkeur in hogere of gezichtsbepalende posities. o Minstens 50% van alle te werven medewerkers is jonger dan 30 jaar. o Herplaatsers hebben voorrang volgens nader te bepalen spelregels. o Binnen het doelgroepenbeleid gaan we actief in gesprek met de WAA voor het creëren van werk voor hun doelgroep.
definities en spelregels PKB
Overbezetting: Overbezetting op een functie behoort tot het speelveld en de verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd. Overbezetting dient door het afdelingshoofd te worden opgevangen binnen zowel de totale toegestane formatie – omvang als het totale budget van de afdeling. Het door het college vastgestelde en door de OR bekrachtigd sociaal statuut en sociaal plan wordt als uitgangspunt genomen;
Rechtmatigheid en doelmatigheid: Het afdelingshoofd (Budgethouder) is verantwoordelijk voor rechtmatige en doelmatige inzet van de personele middelen teneinde de in de begroting (vertaald naar het ondernemingsplan) vastgelegde doelstellingen te realiseren. Normering: de volgende normeringen voor het toekennen van de budgetten zijn uitgangspunt: o Primaire personeelskosten: Elke fte wordt genormeerd op de werkgeverslasten behorende bij de functieschaal, trede 9, minus 1,1%. Autonome en onbeïnvloedbare ontwikkelingen worden hierin meegenomen; o Secundaire personeelskosten: € 763,-- per fte toegestane formatie. o Afdelingsspecifieke personeelskosten: is vooralsnog niet genormeerd (PKB 2010 absolute bedragen per afdeling genomen). o Werkbudget -p : € 486,-- per fte toegestane formatie.
Bijstelling van de te hanteren normering gebeurt op basis van de door het College van B&W vast te stellen uitgangspunten begroting;
Opleidingskosten: (deze maken ook onderdeel uit van het werkbudget -p). In 2010 worden deze nog niet opgenomen in de PKB. Een DT voorstel over de inzet van de opleidingsbudgetten in 2010 volgt seperaat.
Werken voor derden: de strategische visie 2030 geeft een beeld waar de stad naar toe wil. Een van de ontwikkelingen waar versterkt op wordt ingezet is de regiorol. Venlo treedt naar buiten toe en biedt aan derden diensten, kennis en zo nodig menskracht aan om gezamenlijk te werken aan de versterking en ontwikkeling van de regio. Hieronder dient ook een economische doelstelling te worden verstaan, namelijk de middels schaalvoordeel voor de gemeente Venlo en haar partners te bereiken efficiëntere inzet van middelen. Daarnaast doen we dit ook om een aantrekkelijke werkgever te zijn en een gevarieerde werkomgeving te kunnen aanbieden en wil de organisatie ondernemend en flexibel opereren.
Baten werken voor derden: o baten werken voor derden, onderdeel direct uurtarief en indirect uurtarief onderdeel toegerekende overhead, komen geheel ten gunste van de betreffende afdeling; o baten werken voor derden, onderdeel indirect uurtarief onderdeel opslag, komen voor 30% ten gunste van de betreffende afdeling en 70% wordt afgedragen aan de algemene middelen.; Deze spelregel treedt direct in werking ten aanzien van de situaties die ontstaan na de besluitvorming op dit document, zijnde de vaststelling in het college van burgemeester en wethouders. Deze spelregel treedt op 1 januari 2012 in werking voor de situaties die reeds bestaan op het moment van besluitvorming op dit document, zijnde de vaststelling in het college van burgemeester en wethouders (overgangstermijn).
Formatie met kanttekening wordt in afwijking van de budgetten voor formatieplaatsen met toegestane formatie niet berekend volgens normen zoals vastgesteld in de PKB maar aan de hand van de historische kosten van de medewerker(s) die geplaatst is (zijn) op formatie met een kanttekening. Het budget voor formatie met een kanttekening blijft in stand zolang er (een) medewerker(s) geplaatst is (zijn) op de formatieplaats.
Kosten van het cafetariamodel worden gedekt binnen de personele lasten en baten van het actieve personeel, onder de volgende voorwaarden:
definities en spelregels PKB
3
o
o o
4
Verzoeken voor tijd-voor-geld en geld-voor-tijd constructies kunnen door het AH, teamleider of clusterleider niet worden geweigerd, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten; Verzoeken voor tijd-voor-tijd en geld-voor-geld constructies kunnen niet door het AH, de teamleider of clusterleider worden geweigerd; Bij alle varianten van het cafetariamodel wordt gerekend met het werkelijke bruto uurloon van de medewerker, zoals dat per 1 januari van het betreffende jaar geldt.
Het afdelingshoofd rapporteert maandelijks overeenkomstig de vastgesteld format.
definities en spelregels PKB
3
Spelregels Inhuur
3.1
Algemeen
De inhuur van externen is een “hot” item in overheidsland. Google maar eens op inhuur externen en het aantal hits is gigantisch. Vooral het aantal rekenkameronderzoeken is enorm te noemen. De rode draad daarbij is dat de (financiële) omvang van inhuur groot is, terwijl gelijktijdig veelal niet duidelijk is hoe bedragen tot stand komen en wat de resultaten zijn. Kortom in overheidsland is behoefte om greep te krijgen op inhuur. Dat is in Venlo niet anders. Zo is er door het Directieteam besloten om een aanvalsplan terugdringen overschrijding inhuur op te stellen om in ieder geval de overschrijding op het personeelsbudget terug te dringen. Daarnaast is opdracht gegeven om te komen tot een heldere set van definities en spelregels rondom het thema inhuur. Dit met als doel om grip te krijgen op inhuur, inhoudende dat we hierop kunnen rapporteren, weten waar inhuur plaatsvindt en hier in de toekomst bewuster mee om gaan.
3.2
Spelregels De gemeenteraad van de gemeente Venlo heeft op 8 juli 2009 het volgende amendement1 op de kadernota 2010 aangenomen: “Het ontwerp Raadsbesluit 2009-52 kadernota 2010. Punt 6 toe te voegen: “De kosten per jaar voor inhuurkrachten zoals adviesbureaus, uitzendkrachten en detacheringen zullen niet meer mogen bedragen dan 9% van de post personele lasten (exclusief projecten).“ In de omschreven definities en de te volgen spelregels is dit besluit als uitgangspunt genomen. Wij stellen voor om de raad expliciet de te hanteren definities en spelregels voor te leggen. Doel hiervan is om concreet af te stemmen of de voorgestelde definities en spelregels voldoende recht doen om op dit onderdeel haar sturende en controlerende rol uit te voeren. Met andere woorden is in voldoende mate uitvoering gegeven aan het aangenomen amendement.
1
De gemeenteraad stelt de volgende norm vast met betrekking tot inhuur op organisatieniveau: kosten van reguliere inhuur op organisatieniveau mag nooit meer zijn dan 9% van de personele lasten. De personele lasten worden hierbij gelijk gesteld aan het totaal van de laatst vastgestelde normbegroting PKB.
Inkoop, aanbestedingregels en eventuele raamovereenkomsten worden door de budgethouder bij het verlenen van de opdrachten in acht genomen.
elke afdeling geeft zelf aan wat voor haar de gewenste verhouding tussen eigen medewerkers en inhuur zal moeten zijn.
Er wordt geen normering gesteld voor wat betreft de specifieke inhuur.
Het afdelingshoofd rapporteert maandelijks overeenkomstig de vastgestelde format. Hierbij wordt opgemerkt dat deze format wordt uitgebreid met de verschillende vormen van inhuur zoals die in deze notitie staan vermeld,
Amendement kadernota 2010 nummer 09 - 16167
definities en spelregels PKB
5
Bijlage Definities
6
definities en spelregels PKB
B1 Definities Personeelskostenbegroting. In dit hoofdstuk worden alle definities en spelregels in relatie tot de personeelskosten samengebracht. Het gaat om zowel vastgestelde kaders als nog niet vastgestelde kaders welke in concept gereed en welke op korte termijn worden aangeboden aan directie en/of College van B&W.
Fte= fulltime-equivalent. Dit is een rekeneenheid waarmee de omvang van een functie of de personeelssterkte wordt uitgedrukt en gekoppeld is aan een functieprofiel. Eén fte is een volledige werkweek gebaseerd op een 36 – uur aanstellingsbesluit. Een functie van 0,6 fte bijvoorbeeld is – uitgaande van een werkweek van 36 uur – een functie van 0,6 x 36 = 21,6 uur.
Functie: een taak of een groep van taken, zoals door het college is vastgesteld in het generieke functieboek.
Formatie-omvang: Dit is de optelsom van fte’s binnen de organisatie(eenheid).
Organogram: de vastgestelde organisatiestructuur van de afdeling.
Toegestane formatie-omvang: de door een rechtmatig genomen besluit vastgestelde fte’s binnen de organisatie (eenheid) met een bijbehorend budget.
Budget: op geld gewaardeerde middelen die op basis van een rechtmatig genomen besluit beschikbaar zijn gesteld.
Formatieplaats: een formatieplaats is een functie in fte op een afdeling. Dit wordt uitgedrukt in vast dan wel tijdelijk. o Vaste formatieplaats: een functie voor onbepaalde tijd; o Tijdelijke formatieplaats: een functie voor bepaalde tijd.
Bezetting: bezetting is de omvang van de totale invulling formatieplaats in fte’s door de medewerker met een dienstverband bij de gemeente Venlo. De bezetting wordt uitgedrukt in vast dan wel tijdelijk: o Vaste bezetting: invulling formatieplaats in fte’s door de medewerker met een aanstellingsbesluit voor onbepaalde tijd; o Tijdelijke bezetting: invulling formatieplaats in fte’s door de medewerker met een aanstellingsbesluit voor bepaalde tijd.
Onderbezetting: van onderbezetting is sprake als er medewerkers geplaatst zijn op een formatieplaats met een totale hoeveelheid bezetting die lager is dan de omvang van de formatieplaats (gemeten in fte’s).
Overbezetting: van overbezetting is sprake als er medewerkers geplaatst zijn op een formatieplaats met een totale hoeveelheid bezetting die hoger is dan de omvang van de formatieplaats (gemeten in fte’s).
Werkbudget-p: niet-persoonsgebonden lasten, bestaande uit: o lasten van werving en selectie o lasten van arbodienstverlening o lasten van representatie o lasten van teambuilding en kleine functionele activiteiten o Opleidingskosten (deze maken ook onderdeel uit werkbudget P). In 2010 worden deze nog niet opgenomen in de PKB. Een DT voorstel over de inzet van de opleidingsbudgetten in 2010 volgt seperaat.
definities en spelregels PKB
7
8
Herplaatsers zijn: - medewerkers behorende tot de vaste bezetting, waarmee loopbaanafspraken zijn gemaakt die zijn vastgelegd in een document, behorende bij de HR gesprekscyclus; - reïntegratiekandidaten, zijnde medewerkers behorende tot de vaste bezetting: o van wie ten gevolge van een reorganisatiebesluit de betrekking is opgeheven; o ten gevolge van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of gebrek hun betrekking niet meer kunnen vervullen; o ten gevolge van functionele ongeschiktheid hun betrekking niet meer kunnen vervullen. - medewerkers behorende tot de vaste bezetting, die, naar aanleiding van een daartoe genomen besluit door de algemeen directeur, uit andere hoofde als herplaatser worden beschouwd.
Formatie met kanttekening: formatie met een kanttekening is een formatieplaats zonder toegestane formatie maar met budget.
Formatieplaats werken voor derden: Formatieplaats welke gekoppeld is aan een opdracht van een andere organisatie dan de gemeente Venlo, gebaseerd op een rechtsgeldige overeenkomst met uitzondering van herplaatsers. In die overeenkomst worden in ieder geval de afspraken opgenomen met betrekking tot de met de werkzaamheden gemoeide formatieomvang, de looptijd en het te hanteren (uur)tarief.
Uurtarief werkzaamheden voor derden wordt als volgt opgebouwd: 1. Direct uurtarief: Kosten verbonden aan de betreffende functie zoals opgenomen onder normbegroting actief personeel; 2. Indirect uurtarief: a. De toegerekende overhead voor 100% indien werkzaamheden fysiek uitgevoerd worden binnen de organisatie van de gemeente Venlo. De toegerekende overhead voor 50% indien werkzaamheden fysiek uitgevoerd gaan worden buiten de organisatie van de gemeente Venlo (zonder gebruik van fysieke gemeentelijke middelen); b. Indirect uurtarief zijnde een marktconforme opslag (risico- en winstopslag) op de kosten zoals verwoord onder 1;
Personele lasten en baten: : lasten en baten ten gevolge van: o actief personeel, bestaande uit: vaste en tijdelijke formatie; externe inhuur; raadsleden; personele baten o niet actief personeel. Dit zijn de lasten voortvloeiende uit een voormalig dienstverband, bestaande uit; betalingen aan voormalig personeel; lasten FPU; lasten bovenwettelijke WW; Wachtgeldverplichting.
Normbegroting actief personeel: een begroting opgesteld aan de hand van herkenbare en kwantificeerbare eenheden (normeringen). De normbegroting actief personeel bestaat uit de volgende onderdelen: o Primaire personeelslasten: zijn persoonsgebonden lasten welke salariscomponenten omvatten waar elke werknemer recht op heeft én die ook bij elke werknemer voorkomen o Secundaire personeelslasten: zijn persoonsgebonden lasten welke salariscomponenten omvatten waar elke werknemer recht op kan hebben, maar die dus niet bij elke werknemer behoeven voor te komen, daaronder niet begrepen de garantielonen.
definities en spelregels PKB
o
o
o
o
Garantieloon: verschil in bezoldiging tussen het toegekende organieke niveau van de huidige functie en het organieke niveau van de oude functie, voor zover het niveau van de nieuwe functie lager is. De wijze van toedeling van garantielonen over de afdelingen wordt jaarlijks vastgesteld door het DT. Afdelingsspecifieke personeelslasten: zijn secundaire personeelslasten welke specifiek zijn voor een afdeling vanwege functie-, taak-gebondenheid of op grond van specifieke omstandigheden, voorwaarden of afspraken. Werkbudget –p: Omvat uitputtend de volgende niet – persoonsgebonden personele lasten: Kosten van werving en selectie; Kosten van arbodienstverlening; Kosten van representatie; Kosten van teambuilding en kleine functionele activiteiten. Personele baten: Reguliere baten: Baten die rechtstreeks voortvloeien uit bijzondere situaties van medewerkers waarvoor derde geldstromen beschikbaar zijn. Als voorbeeld wordt genoemd middelen vervanging zwangerschap. Baten werken voor derden: Verdiensten die rechtstreeks voortvloeien uit de arbeidsinzet werken voor derden;
De toedeling van bovenstaande personeelslasten naar de verschillende componenten is in de bijlage behorende bij deze notitie opgenomen. Dit met uitzondering van de garantielonen waarvan de wijze van toedeling hierboven staat vermeld.
Personele lasten en baten Actief personeel Persoonsgebonden personele lasten Primaire lasten Secundaire lasten Afdelingsspecifieke lasten Garantielonen Niet persoonsgebonden personele Werkbudget -p Opleidingskosten Afdracht loonheffing en sociale lasten Kosten van inhuur extern Raadsleden Personele baten Niet actief personeel Betalingen aan voormalig personeel Kosten van FPU Kosten bovenwettelijke WW Wachtgeld verplichtingen
Budgethouder: degene die aangewezen is tot het fiatteren van uitgaven en/of het innen van inkomsten ten laste of bate van een budget en verantwoordelijk is dat uitgaven en inkomsten in overeenstemming zijn met budget en bestemming daarvan.
Deelbudgethouder: degene die door budgethouder is aangewezen (zie verder budgethouder) en die verantwoording verschuldigd is aan de budgethouder.
definities en spelregels PKB
9
10
Toegerekende overhead: het gaat hier om de toegerekende kosten inzake huisvesting, ICT, ondersteuning facilitaire zaken, etc. De overhead bestaat uit de toegerekende kosten op basis van de huidige kostenverdeelsystematiek, gebaseerd op de vastgestelde begroting.
definities en spelregels PKB
B2 Definities inhuur. Voor externe inhuur en uitbesteding zijn in de theorie diverse definities voorhanden welke afhankelijk van de interpretatie wezenlijk van elkaar verschillen. Wij hanteren de volgende definities: Externe inhuur is het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van de gemeente Venlo. Het uitvoeren van werkzaamheden gebeurt door een derde partij middels het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid. Er is een directe relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer waarbij de opdrachtgever de opdrachtnemer rechtstreeks aanstuurt. Van uitbesteding is sprake als bepaalde producten en/of diensten tegen betaling worden weggezet bij een derde partij. De uitbestedende organisatie zal dan een externe dienstverlener of toeleverancier contracteren om de betreffende taak in het vervolg uit te voeren (past niet meer in de kernactiviteit van de organisatie). Kenmerkend is dat er een product wordt opgeleverd en dat de opdrachtgever niet stuurt op de wijze waarop het product tot stand komt. Uitbesteding is structureel en vindt plaats op basis van een besluit om die activiteiten niet zelf uit te voeren. Hierbij wordt afstand gedaan van alle middelen. Vormen van externe inhuur: Inhuur op toegestane functie’s (en formatieomvang)
De inhoud van de opdracht is gekoppeld aan de taken behorende bij de toegestane fte’s zoals opgenomen in het generieke functieboek (dus behorende tot de toegestane formatieomvang). Bijv. gemeente F betrekt, bij ziekte, haar vervanging voor secretaresses, administratieve medewerkers, beleidsadviseurs bij een uitzend- of detacheringbureau of huurt voor piekbelastingen op afdelingen extra “handjes” in (bijv. uitgifte paspoorten rondom vakantieperiodes).
S1.
Unieke kennis en vaardigheden
De inhoudelijke kennis van de opdracht is niet aanwezig en dus niet gekoppeld aan de taken behorende bij de toegestane fte’s zoals opgenomen in het generieke functieboek (dus geen onderdeel van de toegestane formatieomvang). Bijv. gemeente D wil starten met een management developmentprogramma voor haar managers en laat een psychologisch adviesbureau een ontwikkelassessment afnemen bij het middenmanagement of huurt een gespecialiseerd bureau in die de gemeente begeleid bij het nadenken over een nieuw stadskantoor.
Specifieke inhuur
Reguliere inhuur
R1.
definities en spelregels PKB
11