Speech van de inspecteur-generaal van de NVWA, dr.ir. Harry Paul MPA, bij het VMT Foodevent, Den Bosch, 2 april 2015 Dames en heren, Ik vind het best bijzonder om u op een plek te ontmoeten, waar jarenlang de koeien en kalfjes van eigenaar verwisselden. De Brabanthallen waren ooit de eerste overdekte veemarkt van Nederland. Ik heb enkele boodschappen meegenomen. Het leek me wel aardig om te kijken wat daar in zit. Ik eet graag een wrap. En hier ziet u een paar hamburgers. Voor de meesten van u gewoon, neem ik aan, maar is er ook iemand die het spoor van deze producten terug kent? Mag ik wat handen zien, wie van u weet waar dit vandaan komt? Weet u wat er in zit? En kent u deze bedrijven ook?
1
We komen samen een heel eind. Toch kunt u het spoor niet helemaal terughalen. Terwijl de consument er op wil kunnen vertrouwen dat u dit wèl helemaal kan. Hij of zij stelt u deze vragen misschien niet direct. De meeste mensen hebben wel wat anders te doen dan nadenken over hoe deze wrap is gerold en welke delen van de koe in deze hamburger zitten. Maar àls ze het zich beginnen af te vragen, berg u dan maar! Grote kans dat er dan iets op Facebook heeft gestaan. Dan moet u uw klanten niet alleen precies kunnen vertellen welke ondernemers uit welke landen deze producten hebben gemaakt, maar u moet er ook een goed verhaal bij hebben, en misschien zelfs wel het verdienmodel toelichten. Fair trade is immers steeds vaker de norm. Dat verhaal moet goed passen bij uw bedrijf en u wilt natuurlijk dat het verbindend werkt. We weten sinds een paar jaar allemaal dat u daar geen weken over kunt doen, en dat het op productniveau moet. Het liefst zo makkelijk mogelijk. Met een app bijvoorbeeld. Als u dit soort sporen in kaart brengt, is dat in ieders belang. Ook wij willen het graag weten. 2
We weten uit ervaring, dat met iedere schakel die je traceert, het aantal bedrijven met een factor tien stijgt. En omdat een wrap of hamburger als snel over drie schakels gaat - slachterij, verwerker en detailhandel – kunnen we in het geval van een incident met de vleescomponent al snel met 1000 bedrijven te maken hebben (tien maal tien maal tien). Wij zien graag dat de gegevens over deze schakels en componenten worden gedeeld. Dat vinden we niet alleen nodig omdat het u als bedrijf kwetsbaar maakt als informatie niet bekend is, maar ook omdat het de sector, de samenleving en de economie raakt in het hart. Nederland is een open handels- en doorvoerland. Eén incident kan er op al deze niveaus in hakken en het is in ons aller belang dat we inzicht hebben in de risico’s. Goede tracking en tracingsystemen maken het verschil. Want als er iets speelt met bijvoorbeeld vlees, en àls u dan de traceringsgegevens beschikbaar heeft, dan zijn we met z’n allen veel minder lang met de herkomst 3
bezig. Dan kan er bij incidenten direct helderheid voor de consument komen. Dat is in ieders belang. De huidige technologie maakt veel mogelijk. Informatie van elke dag, elk uur en elke leverancier moet terug te vinden zijn. Eind volgende maand komt de Europese Inspectie, de Food and Veterinary Office, met een missie naar ons land om te kijken hoe het zit met de traceerbaarheid. Ik ben zelf ook benieuwd. Daarom geef ik mijn eigen mensen straks deze producten met de vraag om hun tanden erin te zetten. Wat hebben zij voor een kluif aan de Bossche burger? Hoe lang duurt het om de kluwen ketens daarachter te ontrafelen? En is het moeilijk? Het zou dus kunnen dat u hen tegenkomt bij u in uw bedrijf. Een mooie testcase. Als u het doorzichtig kunt maken, beïnvloedt dat de gezamenlijke respons op een incident. U bent daarmee ook eventuele fraude voor. Vinden wij heel belangrijk. Wij zien namelijk elke dag hoe weinig er voor nodig is om fraude er in te laten sluipen. We zien wat dat vervolgens 4
doet met de cultuur, de normen en waarden daaromheen. Hoe bijvoorbeeld ook de bereidheid om te frauderen groeit als niemand de onregelmatigheid opmerkt. Fraude veroorzaakt dat iets niet is wat u denkt. U denkt dat u rundvlees gebruikt, en het is paardenvlees; u denkt dat u een gekeurd product hebt zonder residuen, maar u hebt inferieure grondstoffen. Dat beïnvloedt de voedselveiligheid direct. Bovendien: fraude voedt wantrouwen en laat onzekerheid wortelen in de samenleving. Het bestrijden ervan staat daarom hoog op ons prioriteitenlijstje. We doen er dan ook alles aan om er voor te zorgen dat het overal in de internationale voedselketen op de agenda staat. We zijn onder meer actief lid van het Europees voedselfraudenetwerk. Dat netwerk stelt ons en autoriteiten in de andere landen in staat om controleinformatie snel te analyseren, en fraudeonderzoek snel te starten. 5
Onze inspecteurs leren steeds bij. Ze herkennen fraude steeds beter, signaleren het eerder, pluizen het desnoods helemaal uit, vaak samen met de IOD, onze eigen inlichtingendienst met vergaande opsporingsbevoegdheden. Ik doe hier ook een beroep op u als bedrijfsleven. Als u fraude constateert of wantoestanden vermoedt, meldt u het dan bij de NVWA. We hebben er een meldpunt voor. U kunt dit desnoods anoniem doen of als klokkenluider. Doe dat - het is ook in uw belang. Dames en heren, Ik heb mijn punt van het belang van goede en betrouwbare informatie denk ik wel voldoende onderstreept. Tegelijkertijd denk ik: het kan ook niet vaak genoeg worden gezegd hoezeer vertrouwen het fundament is van ieder florerend bedrijf. Het is de kurk waar onze economie op drijft. En het geeft een hoop rust
6
aan de eettafel. Die rust is verdiend, laat ik dat er wel bij zeggen. De meeste mensen, en ik ook, hebben terecht groot vertrouwen in wat er in de supermarkt ligt. Het is gezond en veilig, en dat aspect heeft onze voedselsector tot een geweldig mooie en krachtige sector gemaakt, waarop Nederland met recht trots is, en waarvan u dus deel uit maakt. Ik neem u graag wat verder mee op dit pad van vertrouwen, omdat ik denk dat het heel goed past bij het thema van dit Foodevent: ‘samen waar maken’. Het hele gebouw van vertrouwen steunt tenslotte op wie waar verantwoordelijkheid voor draagt en neemt. Dat is per definitie iets tussen mensen samen. En leunt niet alleen op businessmodellen en kwaliteitssystemen. Een paar verantwoordelijkheden zijn onvervreemdbaar daar valt niet over te discussiëren. Zo bent u verantwoordelijk voor de kwaliteit van uw product, waaronder ook de veiligheid. U bepaalt helemaal zelf of u 7
opereert in de geest van de wet en gaat voor kwaliteit of dat u zich langs de randen van wettelijke voorschriften wilt begeven en misschien ook mindere producten op de markt brengt. U kunt kiezen voor materiële winst, of het immaterieel gewin van duurzaam vertrouwen van uw klant. Daarin bent u geheel uw eigen kompas. Wij, de NVWA, zijn onvervreemdbaar verantwoordelijk voor het toezicht, met als doel: zo goed mogelijke naleving van de regels, om publieke waarden te beschermen. Maar net zoals uw bedrijfssystemen moderniseren, zo moderniseert ook het toezicht. Om onze schaarse middelen zo goed mogelijk in te zetten, gaan wij na met welke interventies een zo groot mogelijk effect op de naleving verkregen wordt. En anders dan in het verleden, waarin de overheid toezicht eenzijdig oplegt, gaan we daar graag met u over in gesprek. Het doet er voor ons toe hoe u het toezicht ingevuld wilt zien, en hoe u de voorschriften het beste kúnt naleven. 8
Dat laatste is betrekkelijk nieuw. We doen dit met een reden, en ik zal zeggen waarom. Naleving die uit innerlijke motivatie komt –van u dus- is hoogwaardiger dan gedrag dat wij zelf afdwingen. Dat is niet zomaar een aanname. We monitoren het en we zien het terug in de cijfers. Zo weten we uit de horecahoek dat 60% van de ondernemers de regels spontaan naleeft bij regulier toezicht, en 40 % niet. Met de nieuwe vorm van toezicht, waarbij we dus met u in gesprek zijn over de vorm van toezicht, en rekening houden met uw bedrijfstak, komt daar 10% naleving bij. In die nieuwe aanpak volstaat over het algemeen minder of anders ingrijpen. Wat we uiteraard blijven doen, als het nodig is en de voedselveiligheid in gevaar komt. Horecaondernemers hebben ons de inspiratie gegeven om het zo te doen. En met hen veel andere kleine bedrijven die aan de definitie ‘ambachtelijk bedrijf’ voldoen. Deze ondernemers willen zelf heel graag een goed product op de markt brengen met een goed en 9
betrouwbaar proces daarachter. Om zich scherp te houden, huurden ze een deskundige partij in. Als NVWA zijn we met deskundige partijen een zoektocht gestart om daar de juiste waarde aan toe te kennen. Intussen zijn zeven initiatieven met zo’n toekenning beloond. We geven die beloning nu dus ook. Deze komt in de vorm van toegesneden toezicht en minder intensieve controles. Risicogericht toezicht noemen we dit. Intussen kent het risicogericht toezicht, mede op basis van informatie uit de sector, brede toepassing. De NVWA gebruikt graag private kwaliteitssystemen om ondernemingen te beoordelen en het toezicht op te baseren. Maar dan moeten we er wel op kunnen vertrouwen dat ze goed werken. Inmiddels is er ook een set criteria gemaakt waaraan de private systemen moeten voldoen, die ook op de website staat: ketenborging.nl. U kent de Taskforce voedselvertrouwen – dit is één van de actielijnen daaruit. Daarmee is voor iedereen helder dat de NVWA achter initiatieven uit de sector staat. 10
We willen uiteraard wel dat de standaarden onderling vergelijkbaar zijn. In uw sector gelden Global Food Safety Initiative (GFSI) standaarden. Nú al hebben we twee andere systemen in behandeling genomen, FSSC 2200 en Riskplaza. En mocht u het zich afvragen: er zitten nog meer standaarden in de pijplijn. We hopen dat die zich aandienen, en dan zullen we ze natuurlijk in behandeling nemen. Van dat feit maken we dan weer melding op ketenborging.nl. Bij elkaar is het een behoorlijk traject, maar we vinden dat nieuwe kwaliteitssystemen wel de stevigheid van beton moeten hebben, niet van karton. Twintig kwaliteitssystemen zijn nu aangemeld, en de systemen die voldoen staan straks bij elkaar op ketenborging.nl. Dit proces is soms een zoektocht voor overheid en bedrijfsleven. Iedere sector is immers anders, dus iedere keer zullen we daar ook anders bij aansluiten, zonder dat 11
dit ten koste mag gaan van de vergelijkbaarheid, de duidelijkheid, de herkenbaarheid. Daarna zal de praktijk nog moeten uitwijzen of het werkt, en of aanpassingen nodig zijn. Daarvoor nemen we steekproeven. Hoe werkt dat dan uit? Net als bij de horeca gaan we bedrijven die het goed doen belonen. Dus als wij in de toekomst bij u niets vinden, en alles op orde is, komt u ons niet tegen. Dat hebben we het allerliefste, dat wij elkaar daarvoor niet hoeven te treffen. Of u komt ons minder tegen. Of anders tegen. We zullen tegelijkertijd handhaven met onverwachte, dus niet vooraf aangekondigde controles. Terwijl we datzelfde verwachten van private systemen. Daar zullen dus ook onaangekondigde controles uit voortkomen, en ook langs die weg zal gekeken worden of bedrijven aan de schemaeisen voldoen. Volgend jaar moet dit aspect in de GFSIstandaarden zijn opgenomen. Daarover zijn vorige maand, tijdens de Global Food Safety Initiativeconferentie, internationale afspraken gemaakt. Staan we helemaal achter. 12
Het worden dus andere processen, die de verantwoordelijkheden in de keten extra doen toenemen en daardoor sterk zullen maken. Waarbij we inzetten op snelle informatie-uitwisseling. Nederland gaat met deze ‘vernieuwde receptuur’ voorop. Het wordt internationaal vol interesse gevolgd. We zijn inmiddels een EUwerkgroep gestart die uitzoekt hoe onze praktijk voor Europa kan werken. Zo doen we wat in ons vermogen ligt om u te helpen de regels werkelijk na te leven. Maar wij vinden het ook belangrijk, dat zeg ik er bij, dat u de onvervreemdbare verantwoordelijkheid die u heeft, ook voelt. En hier valt wellicht iets te overdenken. Als NVWA weten we wie zich met zijn activiteiten op de letter van de wet richt, en wie handelt in de geest, met het vizier op het door de maatschappij gewenste doel. We kennen onze rotte appels, in smaken en variëteiten. Met rotte appels doel ik op de ‘niet-ok’ – bedrijven, die bijvoorbeeld niet doen wat ze zeggen te doen. Of die 13
veiligheid claimen die niet met de realiteit spoort. Een aantal van u kent deze bedrijven ook. In sommige branches kent zelfs iedereen ze. Daar vind ik het interessant worden. Want dan gaat het ook over de vraag: wat doet u met die kennis? Waar houdt uw verantwoordelijkheid nu echt op? En waarom bestaan rotte appels eigenlijk? Hoe kan het, dat wij voedselbedrijven er van moeten overtuigen dat de exporteisen voor bijvoorbeeld landen buiten de EU geen onzin zijn? Waarom wordt er van rotte appels gekocht? Want wij kunnen er nog zo veel tussenuit vissen, maar zo lang de prijs bepalend is, ben ik niet zo optimistisch dat ze werkelijk buitengesloten worden. Want hoe mooi de kwaliteitssystemen ook zullen worden, hoe veel werk we er ook in steken, hoe goed ze ook aansluiten op wat werkt in de praktijk, hoe mooi de beloningen ook, het blijven hulpmiddelen. Deze middelen maken niet de markt. Bovendien verandert de markt voortdurend. De werkelijkheid is toch altijd weer een
14
tikje anders, zeker in uw sector, één van de innovatiefste sectoren van Nederland. Dames en heren, Er bestaan instellingen, u kent ze wel, die het niet leuker maken, maar wel makkelijker. Ons streven is, om met elkaar het geheel nog weer een stukje meer te laten zijn dan de som der delen. Met elkaar proberen we het leuker én makkelijker maken. Ik noem daarbij nog een instrument dat we gebruiken; de doelgroepenanalyse. Om die analyse te maken spreken we met verschillende mensen uit verschillende sectoren. Daar komen leuke, creatieve en ook interessante ideeën uit. Zo spraken wij voor de analyse voor ziekenhuizen met verpleegsters van de couveuse-afdeling. Waar moeten zij aan voldoen bij het voeden van de baby’s? En wat vonden zij daarbij moeilijk? Zij bleken het lastig te vinden om de flessenmelk op de 15
juiste temperatuur te houden. De oplossing leenden we van de koffiemok met thermometer. Daarbij kun je aan de buitenkant precies aflezen wat de temperatuur van de vloeistof in de mok is. We spraken met pompstationhouders. Hoe kunnen zij nu laten zien, dat ze de leeftijdsgrens voor tabak goed naleven? Door iets terug te doen. Als er bij de onderneming niets aan de hand is, krijgt die een vrolijk kaartje mee met een leuke print. Klein gebaar, groot plezier. En we spraken met importeurs van noten over hoe er wordt omgegaan met een slechte partij noten. De importeurs weigeren zo’n partij, maar anderen brengen hem met het grootste gemak toch op de markt. Wat kun je dan doen om dat zichtbaar te maken? Daar kwam uit, dat je de pinda’s rood zou kunnen verven. Ja, ik zie vraagtekens op een paar voorhoofden. Natuurlijk gaan we dat niet allemaal precies zo invoeren, 16
maar dat is niet wat er zo interessant aan is. Waar het om gaat, is dat we denken in kansen. We scheppen bewust meer ruimte voor u. Met als doel dat u de verbeteringen kunt doorvoeren die we graag zien en ondertussen kunt blijven doen wat u het liefste doet: ondernemen, producten maken, innoveren, experimenteren, een florerend bedrijf. Maar ook uit eigenbelang: wij hopen onze aanpak nog slimmer te maken. Dat is een aanpak die aansluit op uw praktijk. Risicogericht en doelgroepgericht toezicht is misschien nog allemaal een beetje abstract. Daarom een voorbeeld. Zo hebben we bij het verbeteren van het toezicht op shoarmazaken heel goed gekeken naar wat er nu precies speelt. Daar is een strategie op ontworpen met drie opeenvolgende fasen, die helemaal zijn geënt op hoe in deze omgeving wordt gewerkt. Als wij de eerste keer komen, geven we tips – hoe voorkom je besmetting van het vlees?- en hulpmiddelen - een vleestang om het vlees mee te hanteren. We snappen dat je daar een beetje handig in moet worden. Het kost tijd om die tang ook echt te gebruiken. 17
Komen we de tweede keer langs, dan gaat onze inspecteur daar wat dieper op in. Die beantwoordt dan vragen. Of hij laat met een filmpje zien hoe anderen het doen. En hij maakt heldere afspraken. De derde keer, u voelt ‘m aankomen, gaat het alleen nog over die afspraken. Zijn ze nagekomen? Zo niet, dan zijn we er als de kippen bij en volgt een maatregel. Het meeste toezicht vindt dus plaats aan de voorkant, in een sfeer van openheid en vertrouwen, tenzij het mis is. Er is nog iets dat aan de voorkant zit, en dat is het openbaar maken van de inspectiegegevens die inmiddels voor de deur staat. Het is voor de voedselsector cruciaal dat we er voor zorgen dat consumenten goed en volledig geïnformeerd zijn. Die willen dat overigens ook. En daarmee kunnen we ook voorkomen dat we in actie moeten komen. Goede voorlichting voorkomt veel problemen.
18
Dit doen we niet morgen, maar toch wel binnen een jaar of drie. De Gezondheidswet, die voorziet in een verruiming van de openbaarmakingsgegevens, ligt al in de Tweede Kamer. We zijn ons zeer bewust van de impact. Openbaarmaking van inspectiegegevens beïnvloedt het koopgedrag, welk verhaal er over uw product circuleert. Maar ook: hoe snel u bent met aanpassingen. En ook niet onbelangrijk: hoeveel WOB-verzoeken (Wet Openbaarheid Bestuur) wij straks nog afhandelen. Op dit moment zitten 10 mensen full time inspectiegegevens openbaar te maken naar aanleiding van deze verzoeken. Want vergeet niet: de informatie wordt toch wel openbaar. Andere autoriteiten gingen ons voor. De Inspectie van het Onderwijs, de IGZ. We hebben ook zelf positieve ervaringen met een vorm van openbaarmaking. Nu al kunnen mensen met een app voor een lunchroom gaan staan en zien of het menu er in grote lijnen voldoet. Is ie groen, oranje of rood? Bij de lancering was hij al trending topic nummer één, en 19
inmiddels is ie 100.000 keer gedownload. Ook de reacties die we van gebruikers krijgen zijn heel positief. Ze vinden hem leuk en makkelijk. Openheid maakt overigens deel uit van een veel groter proces dat we nu intern doormaken. Als het goed is, gaat u dat merken aan ons werk. Dan kunt u onder andere denken aan de mensen die we hebben en aan de hoeveelheid werk die ze kunnen verzetten. Ze zullen ook voor u herkenbaar en uniform analyseren, keuren en handhaven. Data zijn op orde, dus onze medewerkers weten welke waarnemingen eerder, tijdens vorige bezoeken, zijn gedaan. Daar laten ze dan intelligente analyses en vergelijkingen op los. De nieuwe benadering staat natuurlijk niet op zichzelf. In ons werk is de context altijd enorm belangrijk. Trends in de omgeving vertellen ons voor een deel welke beslissingen we moeten nemen. Ik zoom daarom ook even uit naar het grotere plaatje. En dan hoop ik natuurlijk, dat u ziet hoe de veranderende markt die veranderingen bij ons stuurt. 20
Ik refereerde bij de tracking- en tracingsystemen al aan de incidentendruk. We hebben met z’n allen gemerkt dat fouten via de media al snel extreme misstanden kunnen worden. Dan klinkt meestal direct de roep om strenger toezicht. Sinds een jaar of tien worden markten internationaler en ketens langer en dat maakt het er voor u niet makkelijker op. Velen in uw sector vragen de overheid om minder regels, aangezien die niet altijd goed samen gaan met vernieuwingen en innovatie. Dan ontwikkelen zich nog een heleboel nieuwe netwerken van voedselproducenten. Nieuw bestaat hier naast oud. Laat ik de wispelturige consument niet vergeten te noemen, die het extra complex maakt. Tot slot speelt rondom de markt nog het algemeen afnemend vertrouwen van mensen in oude structuren. Dat merken we als NVWA wel eens als we het tegen een legertje zelfbenoemde experts moeten opnemen. Des te opmerkelijker, dat 79% van de Nederlanders vertrouwen stelt in de NVWA – een hoge score. Daar ben 21
ik natuurlijk blij mee. We hèbben natuurlijk ook knowhow opgebouwd, we hèbben goede en gedreven inspecteurs en medewerkers, we hèbben waarden: deskundigheid, betrouwbaarheid, openheid, zorgvuldigheid, onafhankelijkheid. Maar het is met gezag en autoriteit als met het consumentenvertrouwen: een onrustig bezit. Ook wij moeten het iedere dag opnieuw waarmaken, en we kunnen ons geen missers veroorloven. Dames en heren, We maken werk van de ideeën waar u ons mee inspireert, op basis van veilige producten van waarde. Daar hebben we blijvend elkaars inspanningen bij nodig, dus laten we dat met elkaar in openheid doen. De NVWA gaat het alles bij elkaar opgeteld niet alleen om het toezicht en de regels, maar ook om data, netwerken en faciliteiten die kunnen helpen. Een helpende houding, delen, en contact met elkaar. Ik hoop, dat we dat in goede samenwerking en vol vertrouwen kunnen blijven doen. 22
Dames en heren, Ik begon met een wrap en een hamburger. Intussen spraken we van ontwikkelingen in het veld van toezicht in de levensmiddelenbranche. Veel verandert, maar dat zijn niet alleen bedreigingen, ook kansen. Overheid en bedrijfsleven hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid, maar hetzelfde doel, namelijk dat de consument kan vertrouwen wat hij koopt en eet. Door met elkaar mee te bewegen in de ontwikkelingen kunnen we dit vertrouwen vergroten. We kunnen dan ook niet zonder elkaar. Van sommige dingen zullen we afscheid moeten nemen, andere zaken zullen we vernieuwd op moeten pakken. Ik zie uit naar de samenwerking. Ik dank u voor uw aandacht.
23