DEFENSIE
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 1/ 16
STAFDEPARTEMENT WELL-BEING
SPECIFIEKE PROCEDURE
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
Tf Redactionele overheid
DPBW PsySoc
9 2820 4373
Goedkeurend overheid
IDPBW-RB
9 2820 5362
Uitgevend overheid
ACOS WB
9 2820 5000
Handtekening
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 2 / 16 Staat Edities / Revisies Editie
Revisie
001
000
Datum
Reden / Opmerking Basisdocument
Periodieke herziening: 48 m Totaal aantal bladzijden: 19 Totaal aantal bijlagen: 1
Doelgroep van de richtlijn AND/OR Org All Defence All Defence
Niv -
MOS Nr -
Kwalificatie -
-
-
-
-
IDPBW
-
-
-
-
Dir AMT
-
-
-
-
LDPBW
-
-
-
-
AMT All Defence CCWB/SPS
Functie KorpsComd Vertrouwenspersoon Preventieadviseur Vertrouwenspersoon Plus Preventieadviseurarbeidsgeneesheer Preventieadviseur Preventieadviseurarbeidsgeneesheer Offr LPP Comd
Toepassingsgebied : Trefwoordenlijst: geweld; pesterijen; ongewenst seksueel gedrag; psychosociale belasting; vertrouwenspersoon; preventieadviseur psychosociale aspecten van het werk; welzijn Deze richtlijn is van toepassing in periode van vrede Datum effectieve toepassing: Vanaf publicatie
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
Kennis NEED NEED NEED NEED NEED NEED NEED NEED
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 3 / 16
INHOUDSTAFEL 1.
Algemeen ......................................................................................................................................................... 4 a. Doel .......................................................................................................................................................... 4 b. Boomstructuur ....................................................................................................................................... 4 c. Refertes .................................................................................................................................................. 4 2. Begrippen......................................................................................................................................................... 5 a. Aangeklaagde ......................................................................................................................................... 5 b. Derde ....................................................................................................................................................... 5 c. Geweld op het werk .............................................................................................................................. 5 d. Interpersoonlijke spanningen ............................................................................................................. 5 e. Klager ....................................................................................................................................................... 5 f. Met redenen omklede klacht .............................................................................................................. 5 g. Ongewenst seksueel gedrag op het werk ........................................................................................ 6 h. “Op het werk” ........................................................................................................................................ 6 i. Pesterijen op het werk ........................................................................................................................ 6 j. Preventieadviseur psychosociale belasting ..................................................................................... 6 k. Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk ..................................................................... 7 l. Psychosociale risicoanalyse ................................................................................................................. 7 m. Stress op het werk ............................................................................................................................... 7 n. Vertrouwenspersoon (VP) .................................................................................................................... 7 o. Vertrouwenspersoon Plus .................................................................................................................... 7 3. Algemeen kader ............................................................................................................................................. 7 4. Preventief luik ................................................................................................................................................ 8 a. Algemeen ................................................................................................................................................. 8 b. Preventieve maatregelen ..................................................................................................................... 8 5. Reactief luik ................................................................................................................................................. 10 a. Interne procedure .............................................................................................................................. 10 b. Externe procedure ............................................................................................................................. 10 c. Hiërarchie van de procedures ........................................................................................................... 11 d. Procedure indien er geen erkende vertrouwenspersoon aanwezig is ....................................... 11 e. Opvolging, evaluatie en borging van de getroffen maatregelen ............................................... 12 6. Bevoegdheden van de actoren .................................................................................................................. 12 a. Korpscommandant ............................................................................................................................... 12 b. De vertrouwenspersoon ..................................................................................................................... 12 c. De vertrouwenspersoon Plus ............................................................................................................. 13 d. De preventieadviseur psychosociale aspecten van het werk .................................................... 13 e. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer .................................................................................... 13 f. De medische arbeidsinspecteur....................................................................................................... 13 g. DG HR: Sectie Human Resources Management (HRM) ............................................................... 14 h. Raadgever Mentale Operationaliteit (RMO) .................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 7. Beroepsgeheim ............................................................................................................................................. 14 Bijlage A: Flowchart over de procedures .......................................................................................................... 15
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 4 / 16
1. Algemeen a.
Doel Deze richtlijn behandelt de organisatie en de procedures die binnen Defensie van toepassing zijn met betrekking tot geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Deze richtlijn is van toepassing op alle militairen en burgerpersoneelsleden van het Departement Defensie alsook de derden die worden tewerkgesteld door Defensie. Deze richtlijn vervangt DGHR-APG-OGWCIT-001: Beleid tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk van 14 Apr 04.
b.
Boomstructuur (1) Onmiddellijk hoger gelegen reglement(en) en/of richtlijn(en) Nihil (2) Onmiddellijk lager gelegen reglementen en/of richtlijn(en) Nihil
c.
Refertes (1) Belgische wetgeving en regelgeving (a) Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, hierna de welzijnswet genoemd. (b) Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. (c) Koninklijk besluit (KB) van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. (2) Reglementen en richtlijnen (a) CHOD-APG-MISSION-001: Opdrachtsverklaring van Defensie en Strategisch kader voor de paraatstelling. (b) DGHR-APG-DIVGMT-001: Diversiteitsbeleid. (c) ACWB-APG-WRKPR-001: Beleid van Defensie inzake het welzijn van de werknemers bij het uitvoeren van hun werk. (d) DGHR-SPS-FMNAUT-002: Onthaal- en begeleidingspolitiek van het personeel bij Defensie. (e) ACOT-SPS-JITRG-TCJT-001: Joint Individual Common Core Skills Training - Bijl C. (f) ACWB-SPS-INSPECT-002: Behandelen van klachten bij ILE in het kader van de wetgeving betreffende geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (Ult). (g) ACWB-SPS-PSYSOC-002: Interne informele en formele procedure in het kader van de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk. (h) ACWB-SPS-WRKPR-005: Opstellen van het lokaal Preventieplan. (i)
ACWB-SPS-WRKPR-013: Risicobeheersing op het lokale niveau.
(j) ACWB-SPS-WRKPR-015: Psychosociale Risicobeheersing op het lokale niveau. (k) DGJM-SPS-GERPROC-001: Gerechtelijke klachten. (l)
DGHR-GID-CARMUT-003: Kandidatuur, selectie, opleiding, in plaatsstelling verwijdering van de vertrouwenspersoon (VP) en de vertrouwenspersoon Plus (VP+).
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
en
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 5 / 16 (m) ACWB-GID-WRKPR-013: Beheer, rol en taken van de vertrouwenspersoon (VP) en van de vertrouwenspersoon Plus (VP+). (n) ACWB-GID-WRKPR-019: Registratie en uitbating van incidenten van psychosociale aard.
2. Begrippen a.
Aangeklaagde Een aangeklaagde is elk personeelslid dat voorwerp uitmaakt van een klachtmelding.
b.
Derde Derden zijn personeelsleden van bedrijven die tijdelijk een opdracht bij Defensie vervullen (vb. iemand van een bedrijf dat onderhoudswerken uitvoert). Derden die gedurende een lange periode werkzaamheden verrichten binnen Defensie, in dienst van een dienstverlenende onderneming (bijvoorbeeld onderhoudspersoneel dat binnen militaire installaties werkt, maar in dienst is van een externe firma) worden permanente derden genoemd. Het contractuele personeel van Defensie is GEEN derde, maar een volwaardig lid van Defensie.
c.
Geweld op het werk1 Geweld op het werk wordt gedefinieerd als elke feitelijkheid waarbij een persoon psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. Dit kan zowel verbaal als non-verbaal. Opmerking Fysische en/of psychische druk die doelgericht gebruikt wordt in de vorming en training is toegelaten voor zover dit past in de vormings- en trainingsobjectieven die op voorhand bepaald werden. Dit mag echter niet leiden tot een verdoken doop, een vorm van pesterij of integratieactiviteit.
d.
Interpersoonlijke spanningen Een situatie van ernstige interpersoonlijke spanningen op het werk kunnen we algemeen omschrijven als een situatie waarin een persoon - of groep - een gevoel heeft of uitdrukt van ‘onwelzijn’ omwille van de relaties op de werkplek of in verband met het werk.
e.
Klager Een klager is elk personeelslid dat meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk en die een met redenen omklede klacht ingediend heeft bij de preventieadviseur gespecialiseerd in de psychosociale aspecten van het werk.
f.
Met redenen omklede klacht De met redenen omklede klacht is een door de klager en door de PA PsySoc aanvaard, ondertekend en gedateerd document dat, naast het verzoek aan de werkgever om passende maatregelen te treffen om een einde te stellen aan de feiten, de volgende gegevens bevat: (1) De nauwkeurige omschrijving van de feiten die volgens de klager ressorteren onder geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. (2) Het ogenblik en de plaats waarop elk van deze feiten zich hebben voorgedaan. (3) De identiteit van de aangeklaagde”.
1
Wet van 4 augustus 1996
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 6 / 16 (4) Zie bijlage A “Definities” van de richtlijn DGHR-SPS-PSYSOC-001 “Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk in het kader van de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk”. g.
Ongewenst seksueel gedrag op het werk 1 Ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt gedefinieerd als elke vorm van ongewenst verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Ongewenst seksueel gedrag op het werk kan zich op verschillende wijzen uiten, zowel fysiek als verbaal.
h.
“Op het werk” Het begrip “op het werk” moet ruim worden opgevat. Het behelst alle mogelijke situaties waarin een personeelslid van Defensie (burgers en militairen) zijn/haar ambt uitoefent of waarin zijn/haar hoedanigheid een rol speelt.
i.
Pesterijen op het werk2 Pesterijen op het werk worden gedefinieerd als meerdere gelijkaardige of uiteenlopende onrechtmatige gedragingen, buiten of binnen de onderneming of instelling, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een persoon bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd dat zich inzonderheid uit in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen inzonderheid verband houden met godsdienst of overtuiging, handicap, 3 leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht, zogenaamd ras of etnische afstamming. De constitutieve elementen van pesterijen zijn het onrechtmatig karakter van de gedragingen, de herhaling ervan in de tijd en de gevolgen ervan. Het hoeft niet noodzakelijk te gaan om hetzelfde gedrag dat zich herhaalt. Het is voldoende dat de gedragingen – zelfs van verschillende aard – zich voordoen gedurende een bepaalde tijd. De normale gezagsuitoefening van een werkgever kan niet gelijkgesteld worden met pesten, zelfs al worden bepaalde situaties slecht beleefd door de werknemer, rekening houdend met zijn subjectiviteit en gevoeligheid. Het feit dat de persoon die zich slachtoffer voelt het gedrag als onrechtmatig ervaart, wil niet zeggen dat het dat ook is. De dader moet niet noodzakelijk opzettelijk hebben gehandeld. Het volstaat dat zijn gedrag een impact heeft op de persoon, zelfs als de dader deze gevolgen niet gewenst heeft.
j.
Preventieadviseur psychosociale belasting De PA PsySoc staat hoofdzakelijk in voor de formele procedure. Hij kan tevens instaan voor het informeel zoeken naar een oplossing voor een problematische situatie in verband met de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. De PA PsySoc heeft een adviserende bevoegdheid t.o.v. de werkgever en de werknemers. De PA PsySoc is een deskundige die de werkgever en de werknemers bijstaat in de uitwerking en toepassing van het preventiebeleid in het kader van de psychosociale belasting veroorzaakt door
1 2 3
Wet van 4 augustus 1996 Wet van 4 augustus 1996 Wet van 10 mei 2007
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 7 / 16 het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag. Deze persoon behoort tot de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. De werkgever wijst de preventieadviseur gespecialiseerd in de psychosociale aspecten van het werk aan, na het voorafgaand akkoord van het bevoegd Comité. k.
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk1 Het gaat om elke belasting van psychosociale aard die haar oorsprong vindt in de uitvoering van het werk of die voorkomt naar aanleiding van de uitvoering van het werk en die schadelijke gevolgen heeft voor de lichamelijke of psychische gezondheid van de persoon.
l.
Psychosociale risicoanalyse2 Het geheel van activiteiten die als doel hebben het systematisch en permanent identificeren van psychosociale gevaren en psychosociale risicofactoren, en het vaststellen en evalueren van het psychosociaal risico met het oog op het bepalen van preventiemaatregelen.
m. Stress op het werk Stress als oorzaak van psychosociale belasting is een door een groep van werknemers als negatief ervaren toestand die gepaard gaat met klachten of disfunctioneren in lichamelijk, psychisch en/of sociaal opzicht en die het gevolg is van het feit dat werknemers niet in staat zijn om aan de eisen en de verwachtingen die hen vanuit de werksituatie gesteld worden te voldoen. n.
Vertrouwenspersoon (VP) De VP is iemand die de PA PsySoc van ACOS WB ondersteunt in de bestrijding van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Hij wordt in dit kader van de toepassing van de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk in deze functie aangeduid door de werkgever, na voorafgaand akkoord (voor Burg Pers)/ advies (voor Mil Pers) van het bevoegd Comité.
o.
Vertrouwenspersoon Plus De VP+ staat de plaatselijke autoriteit en zijn hiërarchische lijn bij inzake de toepassing van de psychosociale risicoanalyse zoals bedoeld in de welzijnswet. Hij heeft in dit kader een adviserende functie t.o.v. de plaatselijke autoriteit, zijn hiërarchische lijn en de werknemers. Hij wordt in deze functie aangeduid door de werkgever op dezelfde manier als de VP.
3. Algemeen kader Geweld3, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk zijn te allen tijde en in alle omstandigheden onaanvaardbaar en zullen nooit getolereerd worden binnen Defensie. In het kader van de “paraatstelling en aanwending van de Krijgsmacht” zal ACOS O&T specifieke regels uitvaardigen om deze richtlijnen uit te voeren. In het kader van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk zijn er twee luiken, namelijk een preventief en een reactief luik. De hiërarchische lijn moet zowel op het niveau van het preventieve als het reactieve luik optreden.
1 2
3
KB van 17 mei 2007 – Afdeling I, Art. 2 Par., derde lid Bron: 1. De risicoanalyse - Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg 2. ACWB-APG-WRKPR-001 Met uitzondering van de algemene richtlijnen betreffende de inzetregels (Rules of Engagement) en wettige zelfverdediging – SOP Ops 3.7.1
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 8 / 16
4. Preventief luik Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk vormt één van de belangrijkste redenen van ongemak, interpersoonlijke spanningen, frustraties, werkverlet en angst bij het personeel en de mensen uit hun omgeving. Elke verantwoordelijke dient, binnen zijn/haar verantwoordelijkheidsdomein, alle mogelijke acties te ondernemen om maximaal psychosociale belasting veroorzaakt door het werk te voorkomen. a.
Algemeen (1) Het preventiebeleid psychosociale belasting vormt een onderdeel van het algemeen welzijnsbeleid van Defensie en is geïntegreerd in haar dynamisch risicobeheersingssyteem1. De omvang van Defensie noodzaakt het werken op twee niveaus, namelijk op een globaal en op een lokaal niveau. (a) Het globaal preventieplan2 wordt opgesteld door de werkgever en zijn hiërarchische lijn, bijgestaan door de hiervoor in plaats gestelde preventiediensten. De organismen die rechtstreeks betrokken worden bij het beleid inzake welzijn op het werk (ACOS WB, DG MR en DG HR) nemen deel aan de redactie ervan. (b) Het lokaal preventieplan3 wordt opgesteld door de plaatselijke autoriteit en zijn hiërarchische lijn, hierin bijgestaan door de Lokale Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (LDPBW). (2) Het opsporen van risicofactoren, die kunnen leiden tot preventieve maatregelen, dient zowel van boven naar onder als van onder naar boven te gebeuren.
b.
Preventieve maatregelen De belangrijkste gebieden van preventieve maatregelen zijn: (1) Organisatorische maatregelen Aan de hand van psychosociale risicoanalyses kunnen maatregelen genomen worden in de domeinen van de zogenaamde 4 A’s: (a) Arbeidsinhoud De arbeidsinhoud verwijst naar de aard en het niveau van het werk en de wijze waarop taken verricht moeten worden (ingewikkeldheid van de taken, herhalend karakter / eentonigheid van de taken, gewichtigheid van de verantwoordelijkheden, werkritme, werklast, taakstructuur, autonomie, samenwerkingsmogelijkheden enz.). (b) Arbeidsomstandigheden Onder arbeidsomstandigheden vallen de fysieke omstandigheden waaronder gewerkt wordt, klimatologische omstandigheden, veiligheid, lawaai, verlichting, aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, ... Het spreekt voor zich dat bepaalde arbeidsomstandigheden de werknemers lichamelijk en/of geestelijk in min of meerdere mate kunnen belasten. (c) Arbeidsverhoudingen Onder arbeidsverhoudingen verstaat men de wijze waarop werknemers en medewerkers op de werkvloer met elkaar omgaan. Het gaat ook om de wijze waarop de onderlinge samenwerking georganiseerd is en conflicten worden opgelost. De stijl van leidinggeven en het al dan niet beschikken over medezeggenschap zijn hierbij belangrijk. Het sociaal
1
ACWB-APG-WRKPR-001 ACWB-APG-WRKPR-001 3 ACWB-SPS-WRKPR-005 2
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 9 / 16 overlegsysteem en arbeidsverhoudingen.
de
sociale
beschikbare
steun
horen
tevens
bij
de
(d) Arbeidsvoorwaarden Met arbeidsvoorwaarden worden alle afspraken bedoeld tussen de werkgever en zijn personeelsleden over de voorwaarden waaronder arbeid verricht wordt. Het kan gaan over beloning, toeslagen en premies, pensioen, vakantietoeslagen, werktijden, de statutaire personeelsaangelegenheden, mogelijkheden voor kinderopvang, opleidingsmogelijkheden en loopbaanplanning. De psychosociale risicoanalyse a priori en a posteriori wordt beschreven in ACWB-SPSWRKPR-015 “Psychosociale Risicobeheersing op het lokale niveau”. (2) Informeren en sensibiliseren (a) Het informeren en sensibiliseren van alle personeelsleden van Defensie in het kader van de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag is een taak van elk personeelslid. Dit kadert in het diversiteitsbeleid van Defensie waarvan het opstellen en de sensibiliseringscampagne een bevoegdheid is van de sectie Human Resources Management (HRM) van DG HR 1. (b) Het informeren van de vakbonden m.b.t. punctuele acties is een verantwoordelijkheid van de divisie Human Resources Administratieve Expertise van DG HR. (c) De contactgegevens van de preventieadviseur psychosociale aspecten van het werk (PA PsySoc) en de lijst met vertrouwenspersonen (VP) worden zo ruim mogelijk verspreid. (d) De onthaalbrochures van de eenheden moeten de aandacht vestigen op het bestaan van een beleid rond de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk door melding te maken van deze SPS. De gegevens en de rol van de VP (tewerkgesteld binnen de kwartiergroepering (KwGpg) en bij de Dienst Klachtenmanagement van Defensie (DKM Def)) dienen er eveneens in vermeld te worden. (e) Het thema wordt behandeld op de informatiedagen voor korpscommandanten en korpsadjudanten en tijdens alle seminaries gegeven door de DPBW PsySoc of door bij DKM Def tewerkgestelde VP. (3) Vorming geven (a) Het thema geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk: (i)
is opgenomen in de militaire basisopleiding van alle militairen;
(ii) maakt ook deel uit van de voortgezette vorming van alle kaderleden en van de conferenties die gegeven worden tijdens deze voortgezette vorming; (iii) is als onderdeel van het gebied “Gedragsregels en waarden” opgenomen in de permanente vorming van het militair en burgerpersoneel van Defensie. 2 (b) In het kader van vorming en voorlichting kan er beroep gedaan worden op de VP van de KwGpg en, indien deze niet beschikbaar is, bij de bij DKM Def tewerkgestelde VP of PA PsySoc. (4) Andere preventieve maatregelen 1 2
DGHR-APG-DIVGMT-001 ACOT-SPS-JITRG-TCJT-001. Deze JICCS zijn van toepassing op ALLE personeelsleden van Defensie, militairen en burgers, ongeacht hun functie, graad, eenheid of plaats van tewerkstelling.
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 10 / 16 1
(a) In vormingsinstellingen en eenheden zal een “peter” of “coach ” worden ingeschakeld. Door zijn houding en het overbrengen van de waarden van Defensie kan hij een niet te verwaarlozen rol spelen op het vlak van preventie 2. (b) Ter preventie van incidenten of naar aanleiding van incidenten in de eenheid kan de plaatselijke autoriteit beroep doen op een vertrouwenspersoon Plus (VP+). Dit kan door middel van punctuele of planmatige risicoanalyses bereikt worden.
5. Reactief luik Het reactieve luik omvat de meldingen en klachten in het kader van de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Het personeelslid dat meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan in eerste instantie beroep doen op zijn hiërarchische lijn. Indien deze niet tot een oplossing gekomen is, kan het personeelslid beroep doen op interne of externe procedures. a.
Interne procedure Binnen Defensie kan het personeelslid dat meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk beroep doen op: (1) De informele procedure (a) In het geval dat het personeelslid een informele procedure wenst te gebruiken, kan deze altijd terecht bij het netwerk van de VP. Indien dit niet mogelijk is binnen de KwGpg, kan deze altijd beroep doen op een bij DKM Def tewerkgestelde VP. (b) De informele procedure heeft tot doel dat er een onmiddellijk einde gesteld wordt aan de psychosociale belasting, door samen met het personeelslid op informele wijze te zoeken naar een oplossing via een interventie bij de hiërarchische lijn of via een verzoeningspoging met de aangeklaagde. Bij uitzondering kan het personeelslid ook bij de PA PsySoc van het werk terecht3. (c) De procedures staan beschreven in ACWB-SPS-PSYSOC-002. (2) De formele procedure (a) Het personeelslid kan eveneens terecht bij de PA PsySoc van het werk4. Het personeelslid wordt gehoord en afhankelijk van de resultaten van de gesprekken met de preventieadviseur psychosociale aspecten van het werk, kan een formele procedure opgestart worden. In dit geval wordt een met redenen omklede klacht door de PA PsySoc van het werk opgesteld, ondertekend door deze laatste en de klager. Daarna start de PA PsySoc van het werk een onpartijdig onderzoek. Op basis daarvan geeft hij aan de plaatselijke autoriteit adviezen over de te nemen maatregelen om een einde te maken aan het geweld, de pesterijen of het ongewenst seksueel gedrag. (b) De formele procedure heeft tot doel dat de plaatselijke autoriteit een einde stelt aan het onaanvaardbaar gedrag door het nemen van maatregelen op basis van het advies van de PA PsySoc van het werk. (c) De procedures staan beschreven in ACWB-SPS-PSYSOC-002.
b.
Externe procedure
1
Voor het burgerpersoneel DGHR-SPS-FMNAUT-001 3 ACWB-SPS-PSYSOC-002 4 De vertrouwenspersoon kan eveneens de met redenen omklede klachten ontvangen en zendt ze door aan de preventieadviseur psychosociale aspecten van het werk. 2
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 11 / 16 (1) Een interne procedure starten leidt niet automatisch tot een klacht bij de bevoegde gerechtelijke instanties en dus ook niet tot gerechtelijke vervolging voor een rechtbank. (2) Overeenkomstig de bepalingen van de welzijnswet doen de bepalingen van deze SPS geen afbreuk aan het recht van het personeelslid om zich rechtstreeks te richten tot de Dienst voor Arbeids- en Milieu-inspectie (ILE) of om een gerechtelijke procedure op te starten bij de arbeids- of correctionele rechtbank. (3) JMLITIG is belast, in het kader van de toepassing van Art 29 van het Wetboek van Strafvordering, met het uitgeven van een bijzondere procedure, waarbij de bevoegde autoriteit richtlijnen krijgt over het hoe, waar en wanneer van het indienen van een gerechtelijke klacht. c.
Hiërarchie van de procedures (1) Bij het aanwenden van de procedures wordt aangeraden om de bovenstaande hiërarchie te respecteren. Dit wil zeggen dat het personeelslid dat meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk eerst een beroep doet op de VP. Indien geen oplossing gevonden wordt via de informele procedure, kan de formele procedure bij de PA PsySoc van het werk aangewend worden. (2) Indien de klager zich rechtstreeks tot de medische arbeidsinspecteur wendt, zal deze de klager doorverwijzen naar de PA PsySoc van het werk en nagaan of de klacht behandeld wordt. Tenslotte zal ook de arbeidsauditeur, in de meeste gevallen, de klager doorverwijzen naar de interne procedures, indien deze nog niet aangewend werden. (3) De verklaringen van personeelsleden van Defensie, die menen het voorwerp te zijn van feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk gepleegd door andere personen op de arbeidsplaats waarmee zij in contact komen tijdens de uitvoering van hun werk, dienen door de VP opgenomen te worden in het “Register van feiten gepleegd door derden”. Indien een ‘derde’ een klacht neerlegt tegen een personeelslid van Defensie is de burgerwetgeving van toepassing. Deze wordt hier niet verder behandeld.
d.
Procedure indien er geen erkende vertrouwenspersoon aanwezig is (1) Op nationaal grondgebied Indien er geen beroep kan gedaan worden op een erkende VP in de KwGpg of op een bij DKM Def tewerkgestelde VP, kan een beroep gedaan worden op de PA PsySoc van het werk. Indien geen beroep kan gedaan worden op deze laatste, dan kan er een beroep gedaan worden op de externe dienst. Indien bovenstaande niet mogelijk is, dient het commando erover te waken dat een degelijke ondersteuning gegarandeerd wordt. Van zodra de omstandigheden het toelaten dient het commando echter de geijkte procedures te volgen. (2) Buiten het nationaal grondgebied (operaties, buitenlandse oefeningen, I-Org in het buitenland, …) Buiten het nationaal grondgebied wordt de informele procedure opgeschort. Het aanwezige commando is verantwoordelijk voor alle gepaste acties, die de goede werking ter plaatse verzekeren. Het personeelslid dat het voorwerp meent te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, kan eventueel terecht bij een andere psychosociale actor. Deze kan, in overleg met dit personeelslid, op informele wijze zoeken naar een oplossing opdat er een einde gesteld wordt aan het onaanvaardbaar gedrag en dit binnen de beperkingen eigen aan de opdracht.
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 12 / 16 Indien er geen andere psychosociale actor aanwezig is, kunnen zij beroep doen op iemand anders die op voorhand aangeduid werd om de taak van VP te vervullen en die hiervoor een briefing kreeg van ACOS WB. Het commando dient er over te waken dat een degelijke ondersteuning gegarandeerd wordt. Van zodra de omstandigheden het toelaten dient het commando echter de geijkte procedures te volgen. VP handelen a priori niet in deze functie buiten het nationaal grondgebied. Nochtans kan de DetComd steeds gebruik maken van de competenties van vertrouwenspersonen die deel uitmaken van het Detachement. e.
Opvolging, evaluatie en borging van de getroffen maatregelen (1) Uitvoerder De hiërarchische lijn zal de uitvoering van de weerhouden maatregelen opvolgen. De PA is bevoegd om, met de steun van de hiërarchische lijn en de VP+, de effectiviteit van de getroffen maatregelen te onderzoeken. (2) Beschrijving De verschillende acties, nodig om de weerhouden maatregelen te implementeren, worden door de hiërarchische lijn gedocumenteerd. De evaluatie aangaande de doeltreffendheid van de getroffen maatregelen zal, tenzij anders bepaald, gebeuren naar aanleiding van het invullen van het luik VIIbis van het eerstvolgende jaarverslag LDPBW. Relevante informatie die in het document “Verslag psychosociale risicoanalyse a posteriori op Niv Korps” voorkomt, zal in het kader van het DRBS in voorkomend geval aangewend worden voor een actualisering van het LPP.
6. Bevoegdheden van de actoren a.
Korpscommandant De Korpscommandant is verantwoordelijk voor het toepassen van de welzijnswet en de bestaande richtlijnen binnen Defensie. Hij/zij heeft de verantwoordelijkheid alle noodzakelijke preventieve maatregelen te treffen en, binnen zijn/haar verantwoordelijkheidsdomein, acties te ondernemen om een interpersoonlijk conflict op te lossen. Hij/zij kan beroep doen op alle middelen die Defensie hem aanreikt op dit vlak, onder andere de VP.
b.
De vertrouwenspersoon Defensie beschikt over een aantal VP die opgeleid zijn om de informele procedure te begeleiden. Zij vervullen hun taak als VP in cumul, bovenop hun basisfunctie. De VP vervullen hun taak in eerste instantie binnen de KwGpg waarvan hun eenheid afhangt. Op die manier streeft Defensie ernaar dat de VP dicht bij de werkvloer staan en gemakkelijk toegankelijk zijn voor het personeel. Daarnaast beschikt Defensie ook over VP1 die tewerkgesteld zijn bij de Sectie Bemiddeling van de DKM Def en die ook hun taak vervullen als VP in cumul, bovenop hun basisfunctie als bemiddelaar.
1
Contactgegevens : 0800-DEF4U, via Internet (http://www.mil.be/contact) of via Intranet “Defense for you”
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 13 / 16 De bij DKM tewerkgestelde VP organiseren, in samenwerking met ACOS WB/DPBW PsySoc, de vorming, de begeleiding en de opvolging van de VP. Zij beheren het netwerk van de VP en zorgen voor hun basis – en voortgezette vorming. De taken van de VP worden beschreven in de ACWB-GID-WRKPR-013: Rol en taken van de vertrouwenspersoon (VP) en de vertrouwenspersoon Plus (VP+). c.
De vertrouwenspersoon Plus Er bevindt zich één VP+ per kwartiergroepering. Deze kan instaan voor het begeleiden van de informele procedure (m.a.w. behandelt geen klachten) en heeft ook taken in het preventieve luik. De VP+ verzamelt de geregistreerde gegevens van de VP van zijn/haar kwartiergroepering. De VP+ adviseert de plaatselijke autoriteit m.b.t. het psychosociale gebied en begeleidt de psychosociale risicoanalyse a priori.
d.
De preventieadviseur psychosociale aspecten van het werk (1) De PA PsySoc van het werk maakt deel uit van de Dienst Preventie en Bescherming op het Werk Psychosociaal (DPBW PsySoc) van de Interne Dienst Preventie en Bescherming op het Werk (ACOS WB-IDPBW GRB). (2) De PA PsySoc is belast met taken zowel in het preventieve als reactieve luik. (a) Preventief luik (i)
De PA PsySoc van het werk geeft adviezen over de psychosociale risicoanalyse en over de preventiemaatregelen die opgenomen worden in het globaal preventieplan.
(ii) De PA PsySoc van het werk werkt mee aan de psychosociale risicoanalyse. (iii) De PA PsySoc van het werk deelt de pertinente gegevens mee aan de IDPBW voor toevoeging aan het jaarverslag van de IDPBW. (b) Reactief luik (i)
De PA PsySoc van het werk geeft raad en biedt opvang aan personen die menen het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk.
(ii) De PA PsySoc van het werk begeleidt uitzonderlijk de informele procedure. (iii) De PA PsySoc van het werk begeleidt de formele procedure door de met redenen omklede klachten te ontvangen, een onpartijdig onderzoek te voeren en adviezen over preventiemaatregelen aan de plaatselijke autoriteit over te maken. (c) DPBW PsySoc organiseert de vorming Vertrouwenspersoon Plus (VP+). e.
De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer Het kan voorkomen dat de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, naar aanleiding van een medisch onderzoek betreffende de gezondheidstoestand van een personeelslid, vaststelt dat zijn/haar gezondheidstoestand aangetast is en vermoedt dat dit het gevolg is van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. In dit geval informeert hij het personeelslid over de mogelijkheid zich te wenden tot de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten van het werk. Indien de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer oordeelt dat het personeelslid niet in staat is zich persoonlijk tot deze mensen te wenden, kan hij zelf de preventieadviseur psychosociale aspecten van het werk inlichten, onder voorbehoud van het akkoord van het personeelslid.
f.
De medische arbeidsinspecteur De medische arbeidsinspecteur is tewerkgesteld bij de Dienst voor Arbeids- en Milieu Inspectie (ILE). ILE is onder meer belast met het toezicht op de naleving van de welzijnswet en haar uitvoeringsbesluiten. De Medische Arbeidsinspectie (ILE/AIT/M) is tevens bevoegd voor de
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 14 / 16 behandeling van klachten m.b.t. geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. ILE spreekt zich hierbij niet uit of de klacht gegrond is of niet, maar houdt toezicht op het naleven van de procedures als een klacht ingediend wordt 1 g.
DG HR: Sectie Human Resources Management (HRM) DG HR is verantwoordelijk voor het beleid dat gebaseerd is op o.a. de aanbevelingen van de psychosociale risicoanalyse en de preventiemaatregelen opgenomen in het globaal preventieplan. Dit is een bevoegdheid van HRM.
Opmerking Het merendeel van de hierboven genoemde actoren zetelt in het psychosociaal Platform (PSPD) dat voorgezeten wordt door ACOS WB.
7. Beroepsgeheim De actoren die uit hoofde van hun functie gebonden zijn door het beroepsgeheim dienen, op straffe van vervolging, zich te houden aan dit beroepsgeheim. Het gaat hier onder meer over de preventieadviseurs, de VP en het psychologisch en medisch personeel.
1
ACWB-SPS-INSPECT-002
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 15 / 16 Bijl A
Bijlage A: Flowchart over de procedures
Meldingsmogelijkheden in het kader van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Onthaal en advies: Het personeelslid ervaart psychosociale belasting veroorzaakt door het werk Het personeelslid neemt contact op met vertrouwenspersoon Persoonlijk onderhoud met opvang en advies door vertrouwenspersoon Informele procedure door vertrouwenspersoon Oplossing
Geen oplossing Formele procedure door PA PsySoc Oplossing
Geen oplossing
Externe procedure
Informele procedure
Personeelslid wenst informele procedure (vertrouwenspersoon) Verzoening met aangeklaagde (akkoord personeelslid/aangeklaagde)
Oplossing
Geen oplossing
Interventie bij Comdo en/of lid hiërarchische lijn
Geen oplossing
Formele procedure door PA PsySoc
PA PsySoc: Preventieadviseur psychosociale aspecten van het werk
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
Oplossing
ACWB-SPS-PSYSOC-001 Ed 001/ Rev 000 – 15 Apr 13 Blz 16 / 16 Bijl A
Formele procedure (ACWB-SPS-PSYSOC-001) Personeelslid wenst formele procedure (PA PsySoc) Persoonlijk onderhoud met PA PsySoc (binnen 8 dagen) Ontvangst/opmaak met redenen omklede klacht door PA PsySoc (Start bescherming klager) Mededeling van feit van klacht aan werkgever (ACOS WB, KorpsComd en DGHR) door PA PsySoc m.b.v. nota Onpartijdig onderzoek door PA PsySoc: gesprekken met aangeklaagde, getuigen, relevante personen (Start bescherming getuige) Schriftelijk advies door PA PsySoc aan ACOS WB en KorpsComd KorpsComd stelt actieplan met concrete maatregelen op in functie van schriftelijk advies, licht klager en aangeklaagden in over de individuele maatregelen, voert het actieplan uit en maakt een exemplaar van het actieplan over aan ACOS WB en PA PsySoc
Oplossing
Geen oplossing Externe procedure
Externe procedure Personeelslid wenst externe procedure: mogelijkheden Arbeidsinspectie: ILE (ACWB-SPS-INSPECT-002): Toezicht op het Welzijn op het Werk Rechtstreeks: geen PA PsySoc, PA PsySoc niet gekend, interne procedure niet wettelijk Na formele procedure: feiten ongewenst gedrag op het werk (OGW) gaan door, werkgever neemt geen maatregelen -> Regulariseren situatie door ILE , eventueel opleggen maatregelen inclusief termijn door ILE aan werkgever Burgerlijke procedure: arbeidsrechtbank: personeelslid kan rechtsvordering instellen met doel: vordering tot staking van feiten OGW (kortgeding), vordering van voorlopige maatregelen aan werkgever met als doel de naleving van de Wet (kortgeding) of vordering van schadevergoeding aan werkgever en/of aangeklaagde als herstel voor schade t.g.v. OGW
Strafrechterlijke procedure: correctionele rechtbank: personeelslid kan strafvordering inleiden op verschillende manieren: • bij Politie -> arbeidsauditeur -> eventueel onderzoeksdaden door Politie of Arbeidsinspectie op vraag van arbeidsauditeur-> auditeur beslissen om niet te vervolgen of om de zaak aanhangig te maken bij correctionele rechtbank.
• bij de onderzoeksrechter met burgerlijke partijstelling -> onderzoeksdaden door Politie of Arbeidsinspectie op vraag van onderzoeksrechter -> raadkamer beslissen om niet te vervolgen of om zaak aanhangig te maken bij correctionele rechtbank. Administratieve procedure: Raad van State (ambtenaar): vragen administratieve rechtshandeling te vernietigen die de bepalingen i.v.m. OGW schendt.
Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk