SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN bij het voorbereiden en realiseren van de activiteiten
Een doeltreffende instructie geven
Zorg voor een goede start: je hebt alleen succes bij een ontvankelijk publiek. Zorg dat de instructie kort, maar volledig is (wat – hoe – waarom). Is een geheugensteuntje zinvol? Geef geen te algemene of dubbelzinnige instructies. Betrek je publiek op een actieve manier. Ondersteun de instructie indien nodig door een demonstratie. Ga steeds na of alles goed begrepen is.
Aandachtspunten in verband met je lesvoorbereiding Denk op voorhand goed na over de opbouw van je instructies. Noteer elke instructie in spreektaal. Schrijf je richtvragen en mogelijke antwoorden neer. Beschrijf wat jij doet en wat je van de leerlingen verwacht.
Klashouden
Praat minder Probeer tijdens één lesuur niet langer dan anderhalve minuut per levensjaar van de leerlingen aan het woord te zijn. Stel meer vragen Daag de leerlingen uit om na te denken. Beweeg bewuster Realiseer oogcontact en verplaats je in de klas. Luister beter Zorg dat je hoort wat de leerlingen onder jouw aandacht proberen te brengen. Spreid je aandacht Verdeel je tijd eerlijk over alle leerlingen en trap niet in de val om je aandacht uitsluitend te richten naar één groep (bv. de sterksten, de zwaksten, de grootste babbelaars, …).
Aandachtspunten in verband met je lesvoorbereiding Noteer de afspraken die je met de leerlingen wil maken in verband met klashouden, in je lesvoorbereiding.
Tussendoortjes
Zorg voor een grondige voorbereiding en doordachte organisatie. Denk aan materiaal, ruimte en inkleding. Geef een doelgerichte instructie, zie hierboven. Denk aan: wat – hoe – waarom; groepsindeling – afspraken – tijd - demonstratie. Durf leiding te geven en de leerlingen te begeleiden. Denk ook aan klashouden, motivatie, betrokkenheid en variatie. Zorg voor een passende afronding. Denk ook aan opruimen.
Specifieke aandachtspunten bij het voorbereiden en het realiseren van de activiteiten – Praktijk 1 2013 - 2014
1
Aandachtspunten in verband met je lesvoorbereiding Elke instructie die je geeft tijdens een activiteit, moet uitgeschreven staan in je lesvoorbereiding. Noteer de instructie in spreektaal! Noteer de afspraken die je met de leerlingen wil maken in verband met klashouden, in je lesvoorbereiding. Een tussendoortje voorbereiden doe je in het daartoe voorziene formulier.
Vertellen en voorlezen Situering van de praktijkopdracht Voorlezen en vertellen zijn ideale activiteiten om zich thuis te leren voelen in een klas. Kinderen zijn er over het algemeen gek op en het kan goed op voorhand geoefend worden. Het zijn activiteiten die zowel op zich kunnen staan (als tussendoortje) als in een les geïntegreerd kunnen worden. Je kan dus ook afspreken om een verhaal voor te lezen of te vertellen dat kadert in een les van de praktijkmentor. Je bent op de hogeschool voorbereid op deze activiteit door hoorcolleges en practica in TEC2 – Nederlands 1 voor de verkenning van het literaire landschap voor kinderen en het kiezen en beoordelen van een verhaal, TEC2 – communicatie 1 voor het voorlezen zelf en Didactisch Thema’s1 voor hoe je het aanpakt in de klas. Aandachtspunten bij het voorlezen of vertellen van een verhaal Het verhaal is goed gekozen. Het verhaal wordt indien nodig ingeleid en afgerond. Je zorgt voor een gepaste klasschikking. Je maakt voldoende oogcontact met de kinderen. De kinderen worden bij het verhaal betrokken. Je gebruikt een niet-streekgebonden uitspraak, articuleert goed en past je spreektempo en volume aan het verhaal en aan de klas aan. Je zorgt voor voldoende variatie in intonatie en maakt gebruik van functionele pauzes, klemtonen, volume- en tempowisselingen, stemmetjes, … Je brengt het verhaal tot leven door middel van mimiek en gebaren. Je maakt eventueel gebruik van attributen om het geheel te ondersteunen. Je toon is levendig en enthousiast en je ‘geniet’ van de activiteit. Je leeft je in het verhaal in en vertelt het verhaal van 'binnenuit'. De kinderen luisteren geboeid en genietend naar het verhaal. In je lesvoorbereiding noteer je: hoe je het verhaal gaat inleiden en afronden, hoe je het vertel- of voorleesmoment precies gaat organiseren (klasschikking enz.), de volledige bron van je verhaal. Vereiste bijlagen bij de lesvoorbereiding: originele versie van je verhaal, eventueel (kopies van) de prenten die je wil gebruiken.
Specifieke aandachtspunten bij het voorbereiden en het realiseren van de activiteiten – Praktijk 1 2013 - 2014
2
Boekpromotie Situering van de praktijkopdracht In de loop van het eerste semester krijg je de kans de wereld van de kinderboeken te verkennen en goede kinderboeken te leren selecteren. Daarnaast heb je de nodige verteltechnieken geleerd om een verhaal tot leven te brengen. Nu komt het erop aan deze kennis en vaardigheden aan te wenden in een ‘echte’ les. In Didactische Thema’s 1 kreeg je een hoorcollege over de doelen en mogelijke opbouw van een les boekpromotie. Voor je activiteit rond boekpromotie kan je kiezen uit volgende opties: 1. 1 boek in de kijker 2. 1 auteur in de kijker 3. 1 genre in de kijker (bv. sprookjes, griezelverhalen, dagboekverhalen, informatieve boeken, avonturenverhalen, strips, ...) 4. 1 onderwerp in de kijker (interessante boeken ‘promoten’ rond bv. het W.O.-thema, het thema van de jeugdboekenweek, een onderwerp dat leerlingen boeit, ...) 5. activiteit rond boeken of lezen in het algemeen (bv. activiteiten rond boeken die lln zelf meebrengen, leren kiezen uit een boekenaanbod, Boekenbeesten leren kennen (zie www.boekenbeesten.be), lln laten kennismaken met www.boekenzoeker.org, leesonderzoekje doen onder de lln (wie leest wat graag en waarom?), ... Opbouw van een les boekpromotie 1. NAAR EEN BOEK TOEWERKEN via de kaft van het boek of een andere startactiviteit de leerlingen nieuwsgierig maken naar het boek/genre/de auteur/… 2. EIGENLIJKE BOEKAANBIEDING het hele boek of fragmenten voorlezen, vertellen, de leerlingen lezen een stuk stil of ze lezen een stuk voor, langdradige passages samenvatten, , het vervolg voorspellen, … 3. HET BOEK VERWERKEN een nagesprek, spel, creatieve verwerking, … rond het boek (suggesties in de cursus Didactische Thema’s 1). Verplichte ingrediënten van een les boekpromotie: Voorlezen Je leest bij voorkeur voor uit het boek zelf, niet van een kopie. Voorflap bekijken Waar zou het boek over gaan? Waarom denk je dat? Ken je deze auteur? Zal het een spannend boek zijn? (aandacht voor de juiste terminologie) Kinderen krijgen een aandenken Om kinderen in staat te stellen achteraf het gepromote boek op te zoeken, hebben ze de gegevens nodig (auteur, titel, uitgeverij, jaartal). Zet die op een werkblad, laat ze overschrijven in een werkschrift, of bedenk een passend ‘souvenir’. Deel dit niet zomaar uit, maar bespreek ook met de leerlingen wat ze ermee kunnen doen. Plezier Zelf veel plezier uitstralen en ook plezierige activiteiten uitkiezen rond het boek. Het boek is aanwezig Het tonen van het boek is van belang voor het bekijken van de flap, het voorlezen komt prikkelender over dan wanneer je van een kopie voorleest en bovendien kun je ook het boek achteraf een speciaal plekje in de klas geven waardoor het nog beter bijblijft. Specifieke aandachtspunten bij het voorbereiden en het realiseren van de activiteiten – Praktijk 1 2013 - 2014
3
In je lesvoorbereiding noteer je: De drie stappen van een les boekpromotie met passende titels. De volledige bron van je boek. Vereiste bijlagen bij de lesvoorbereiding: Fragmenten die je voorleest of vertelt, zitten in de bijlage en zijn bewerkt. Wanneer je een stuk van het boek vertelt mag je ook een vertelbewerking of structuurplan toevoegen i.p.v. alle pagina’s te kopiëren. eventueel (kopies van) de prenten die je wil gebruiken.
Expressief lezen Situering van de praktijkopdracht Een les expressief lezen is een les die relatief gemakkelijk op te bouwen en te structureren is. De vakdidactiek zegt je heel duidelijk welke stappen je in zo een les moet zetten. Bovendien leerde je in TEC2-Communicatie 1 om zelf de expressieve aandachtpunten toe te passen bij voorlezen. Opbouw van een les boekpromotie Vooraf: Besteed voldoende aandacht aan de tekstkeuze. De tekst moet zinvol zijn om aan techniek en/of expressie te werken. 1. INLEIDING sfeer oproepen motiveren 2. LEZEN VAN DE TEKST leerlingen lezen de tekst in stilte (of 1. en 2. vervangen door een voortaak die thuis uitgevoerd wordt) 3. KORT GESPREK OVER DE TEKST begrijpen, doorvoelen, evt. moeilijke woorden verklaren, samen inoefenen evt. opdrachten voor vlugge lezers bespreken 4. VOORBEREIDING OP HET EXPRESSIEF LEZEN klassikaal: instructie, beperkt fragment, één aspect bespreken en inoefenen individueel, per twee of in groepjes: zelfstandig oefenen, fluistertoon, evt. aanduiden in de tekst leerkracht loopt rond en begeleidt, extra aandacht voor zwakkere lezers, aandacht voor leeshouding en bijwijzen 5. EXPRESSIEF LEZEN leesbeurten: enkele kinderen lezen de tekst duidelijk, aangenaam, met gevoelsinleving voor terwijl andere kinderen luisteren feedback i.f.v. het centrale aspect 6. AFSLUITEN Evaluatie van het proces: vragen wat de leerlingen gedaan hebben om beter voor te lezen. Evaluatie van het product: werd er mooi voorgelezen? Welke aspecten werden al goed toegepast? boekpromotie, voorlezen opdrachten voor vlugge lezers bespreken ...
Specifieke aandachtspunten bij het voorbereiden en het realiseren van de activiteiten – Praktijk 1 2013 - 2014
4
Inoefenles getallenkennis: natuurlijke getallen (of kommagetallen) Aandachtspunten bij het ontwerpen van je les Vertrek vanuit het werkblad: maak alle oefeningen, noteer tussenstappen, duid moeilijkheden aan, voorspel fouten, … Hierna kan je de instructiefasen bepalen: wat moet je zeker behandelen om de leerlingen voor te bereiden zodat ze het werkblad zelfstandig kunnen invullen? Daarna kan je bepalen wat je in het begin van je les kort wil herhalen uit een vorige les. Aandachtspunten in verband met je lesvoorbereiding AANSCHOUWELIJKHEID Vertrekken van een concrete voorstelling, daarna werken met een schematische voorstelling om te eindigen met oefeningen op abstract niveau kan een gepaste, geleidelijke opbouw zijn van de oefeningen. Bouw je bordschema zo op dat de leerlingen tijdens de oefenfase naar het bord kunnen kijken. Verwijs in je lesvoorbereiding naar je bordschema. Noteer de opgaven, oplossingsmethode en oplossing ook in je lesvoorbereiding. ACTIVITEIT Laat de leerlingen tijdens de les nu en dan individueel een oefening maken (in hun werkschrift). Zo ben je zeker dat ze dit eens inoefenen en kan je te weten komen wie vragen heeft. NIET VERGETEN Bordschema en bijlagen toevoegen. Werkblaadjes moet je altijd zelf invullen. Voeg je een kopie van de gebruikte handleiding toe? Hierdoor kunnen je lector wiskunde en praktijkbegeleider gerichter feedback geven op je voorbereiding. Meer tips vind je in de cursus bij thema 2 – deel 7 (hoofdstuk 1 en 6 en op de onderdelen die aansluiten bij jouw les). Schrift Situering van de praktijkopdracht Een les technisch schrijven is een les die gemakkelijk op te bouwen en te structureren is. De vakdidactiek zegt je heel duidelijk welke stappen je in zo een les moet zetten. Wie in het 2de leerjaar praktijk loopt, geeft een les aanvankelijk schrijven. Wie in het 3de of het 4de leerjaar staat, geeft een les voortgezet schrijven. Aandachtspunten bij een les aanvankelijk schrijven (2de leerjaar) Een les aanvankelijk schrijven verloopt volgend de fase: motivatiefase, instructiefase, oefenfase, en evaluatiefase; Bij de aanbreng zet je volgende stappen: demonstreren – becommentariëren – analyseren – inoefenen - evalueren. Zorg tijdens het inoefenen voor directe bijsturing en besteed aandacht aan de schrijfhouding, de ligging van het schrift, het hanteren van schrijfgerief en linkshandige kinderen. Hanteer zelf het normschrift (zie letterkaart stageklas). Je bordplan moet overeenkomen met het schrift van de kinderen. Probeer doorheen je les een creatief moment in te bouwen. Aandachtspunten bij een les voortgezet schrijven (3de en 4de leerjaar) Zorg voor een functionele schrijfopdracht! Dat wil zeggen: dat je onderwerp werkelijkheidsnabij is (uit het dagelijks leven van de kinderen); Specifieke aandachtspunten bij het voorbereiden en het realiseren van de activiteiten – Praktijk 1 2013 - 2014
5
dat je aandacht hebt voor elementen van de leesbaarheid (regelmaat, vorm en verbindingen); dat je aandacht hebt voor de taal en vooral het schrijftechnische; dat je zelf het normschrift hanteert (zie letterkaart stageklas); dat je enkele aandachtpunten kiest waarrond je werkt en die in de verf zet door ze bv. op stroken te noteren en op te hangen aan het bord;
Spelles beweging Situering van de praktijkopdracht De context van bewegende kinderen is zeer specifiek. Ook de veiligheid moet sterk bewaakt worden. De lijst van de aandachtspunten hieronder zal je helpen om dit te realiseren. Aandachtspunten bij de voorbereiding en realisatie van een spelles beweging 1. ORGANISATIE terrein afbakenen/materiaal aanwezig; eerst organiseren (materiaal en opstelling kinderen) en daarna uitleg geven; vlotte overgang van de ene organisatievorm naar de andere. 2. UITLEG kort en bondig; aandacht van de kinderen eisen; demonstreren en gelijktijdig kort en bondig uitleg geven; bij meerdere spelregels werken met uitleg in verschillende fasen (varianten). 3. LEIDING enthousiaste leiding tijdens het spel; de kinderen aanmoedigen door tips te geven om de bewegingsoefeningen of het spel te verbeteren en om iedereen te bereiken. 4. VARIATIE nieuwe elementen bijbrengen, zodat het spel of de bewegingsoefeningen niet vervelend worden. 5. SPEL BEEINDIGEN wees sportief bij het afronden van het spel, rekening houdend met het vooropgestelde doel. Ook een pluimpje voor de verliezende partij. 6. Na het spel ook OPRUIMEN, liefst samen met de kinderen en georganiseerd.
Specifieke aandachtspunten bij het voorbereiden en het realiseren van de activiteiten – Praktijk 1 2013 - 2014
6