Programma consortium Emerge Programma consortium Emerge als geheel 8 april 2003, C. Huizer en J. Nedermeijer
Algemeen doel Emerge- consortium: Het voorbereiden en realiseren van ICT-gerelateerde onderwijsinnovaties op het niveau van opleidingen
Doelen Emerge fase 1: 1. Het verhogen van de kwaliteit en efficiency van de inspanningen ten behoeve van ICT&O op technisch en onderwijskundig gebied. 2. Het bevorderen van de portabiliteit en gemeenschappelijkheid van ICT-systemen tbv de onderlinge samenwerking.
Doelgroep: Opleidingsdirecteuren en decanen/directeuren van faculteiten; zij bepalen uiteindelijk welke innovaties relevant en gewenst zijn.
Uitgangspunten: 1. Het uitbouwen van de reeds bestaande samenwerking tussen de instellingen. 2. Het nadrukkelijk zoeken van samenwerking met SURF en Surfprogramma’s. 3. Er wordt gewerkt aan concrete onderwijsproducten of modellen (templates) voor het ontwikkelen en implementeren van onderwijsvernieuwingen die aan ICT gerelateerd zijn. De technische projecten zijn faciliterend voor de onderwijsprojecten. In het projectplan van een onderwijsproject zal dit duidelijk moeten worden aangegeven. Er wordt dus gewerkt aan het realiseren van nieuwe functionaliteiten. 4. De integratie op het vlak van ICT&O tussen de instellingen zal rekening moeten houden met sterk wisselende en verschillende wensen van de diverse betrokkenen. Door het kiezen van een duidelijke focus in de twee programma’s wordt versnippering tegengegaan. Daarom is gekozen voor het werken aan een beperkt aantal producten op vlak van de onderwijskundige en technische samenwerking. Startpunt in het werk van het consortium zijn bestaande producten of initiatieven binnen de instellingen, die zich bewezen hebben of die een duidelijke potentie hebben tot verbreding. Deze producten en diensten worden gratis door de instellingen ingebracht in het consortium 5. Uit de projecten moet blijken dat de diverse instellingen actief bij het consortium betrokken zijn. De betrokkenheid is nodig op alle organisatieniveaus. 6. ICT wordt beschouwd als meer dan een onderwijshulpmiddel als video. Het biedt mogelijkheden in te spelen op de nieuwe opzet en uitvoering van het hoger onderwijs die veroorzaakt wordt door diverse ontwikkelingen waarmee het HO te maken krijgt (BaMa, Internationalisering, commercialisering en concurrentie, competentiegericht onderwijs, life long learning en snelle ontwikkelingen in het beroepenveld, de kennismaatschappij, nieuwe klantengroepen e.d. 7. Het consortium krijgt geen zelfstandige beheerstaak of een commerciële functie. Producten fase 1: 1. Een stabiele ontwikkelomgeving voor ICT&O-onderwijs: scenario’s, templates, skill sheets, modellen Programma Onderwijskundige samenwerking 1.1 Scenario’s plus voorbeelden voor het uitwisselen van digitaal beschikbare content tbv (activerend) onderwijsactiviteiten. 1.2 Overzicht van de mogelijkheden van diverse toetsprogramma’s en scenario’s/formats voor het maken en het gebruiken ervan.
1 dto300.1
Programma consortium Emerge 1.3 Mogelijkheden digitale portfolio’s en scenario’s/formats voor het maken en het gebruiken. Programma Technische infrastructuur 1.4 Een pilotproject voor het kunnen uitwisselen van data tussen instellingen/docenten door het inrichten van een gemeenschappelijke server waarbij HIVE gekoppeld wordt aan BB tbv het gebruik in de onderwijskundige projecten 1.5 plan van aanpak wb gebruiksbeheer en toegang. 2. Structurele samenwerkingsrelaties tussen de instellingen uit het Emerge-consortium tav ICT&O Programma Onderwijskundige samenwerking 2.1 Werkprocedures voor het uitwisselen van informatie over het maken en het gebruiken van ICT in het onderwijs. 2.2 Voorbeelden van goodpractices. 2.3 (Just-in-time) ondersteuning voor docenten, docentontwikkelaars en managers via websites of professionalisering Programma Technische infrastructuur1 2.4 Werkprocedures voor het gezamenlijk ontwikkelen van producten en voor het onderling uitwisselen van producten. 2.5 Continuïteitsplan (beveiligingsmaatregelen) plus een checklist. 2.6 Onderzoek mogelijkheden en bezwaren van hosting (Application Service Provider (ASP) 2.7 Gezamenlijk optreden richting markt partijen. 3. Een productvergelijking (benchmarking) voor LCMS, digitaal portfolio, toetssoftware, … Programma Onderwijskundige samenwerking en programma Technische infrastructuur Een productvergelijking op basis resultaten van de diverse projecten 4. Een plan voor de operationalisering van het Emerge consortium fase 2 Programma Onderwijskundige samenwerking en programma Technische infrastructuur Het plan voor vervolg van Emerge op basis resultaten van de diverse projecten (waaronder organisatie, product/marktcombinaties, meerjarenexploitatieplan) Succes van de programma’s: Bij de start van de programma’s worden de succesbepalende normen van de programma’s en dus van het consortium geformuleerd. De programmaleiders formuleren hiervoor een voorstel. Suggesties zijn natuurlijk welkom Voortgangsbewakingsplan: Het gebruiken van standaardrapportages: financieel en inhoudelijk. Voorstel is om ons te baseren op een strikte maar eenvoudige wijze van rapporteren. Herzieningscyclus: De vraag is hoe we hier mee omgaan.
1
Het uiteindelijk doel van het Emerge consortium is het realiseren van een op elkaar en op de basisinfrastructuur afgestemd Onderwijssupportsysteem Emerge (DLO, toetssysteem (aanmaken, geven feedback en berekenen toetsresultaat, e-portfoliosysteem, multimedia, e-PGO (of liever e-competentiegericht onderwijs- pgo, activerend onderwjs, projectonderwijs, e.d.), cursusevaluatiesysteem, contentmanagementsysteem, usermanagement (gepersonaliseerd, authenticatie, beveiligde universele ingang)
2 dto300.1
Programma consortium Emerge Emerge Programma Onderwijskundige projecten Algemeen doelstellingen: 1. Het geven van een bijdrage aan de ontwikkeling en distributie van on-line leermateriaal (inclusief toetsen). 2. Het geven van een bijdrage aan verspreiding en opbouw expertise tav ICT &O: het organisatorisch en deels inhoudelijk vormgeven van de onderwijskundige dienstverlening. 3. Het geven van een bijdrage aan de verdere vernieuwingen van het leerproces (inclusief toetsen) met behulp van ICT door het ontwikkelen nieuwe producten op basis vraag van docenten en/of opleidingen in samenwerkingsprojecten. doelgroepen: Een belangrijke inbreng in het programma Onderwijskundige projecten komt van de opleidingsdirecteuren en decanen/directeuren van faculteiten; zij bepalen uiteindelijk welke innovaties relevant en gewenst zijn. De projecten zullen worden uitgevoerd door docenten, onderwijskundigen of onderwijskundig geïnteresseerde medewerkers.
Deelprogramma 1: LCMS doelstelingen: a. het inventariseren van mogelijkheden om als docenten samen te werken wb content b. het organiseren van het samenwerken van docenten aan content die in met name Blackboard gebruikt zal worden via een LCMS. Ook technisch krijgt een en ander uitgebreid aandacht: zie project TI 1. c. het uitvoeren van een toegepast onderzoek naar effect, gebruik en organisatie van het samenwerken van docenten via een LCMS bij de instellingen. d. het adviseren over het operationeel maken van een LCMS binnen de instellingen van het consortium. e. het benchmarken van beschikbare LCMS-softwarepakketten Producten: a. scenario’s voor het uitwisselen van of het samenwerken aan digitaal studiemateriaal (content) ten behoeve van (activerende) onderwijsactiviteiten. b. beschreven good practices plus een toelichting (onderdeel van deelprogramma 2). c. een productvergelijking (benchmarking) van LCMS-software. d. de bijdrage aan het plan voor Emerge consortium fase 2 op het vlak van het gebruik van lcms. Uitgangspunten: Veel digitale vakinhoud (content) zit opgesloten in Blackboard. Het is lastig voor andere docenten om het ICT-materiaal (oefeningen, teksten, plaatjes, readers, scripties, toetsen) van collega’s in een eigen cursus te gebruiken. Het samenwerken door docenten aan content is met Blackboard niet erg handig. Juist ICT zou het in principe mogelijk moeten maken dat docenten elkaars materiaal gebruiken en gezamenlijk onderwijsmateriaal ontwikkelen en daarbij hun eigen versie kunnen maken. Hierdoor kan de voorbereidingstijd van een docent voor een studieonderdeel aanmerkelijk verminderd worden zonder dat de docent zijn greep op het eigen onderwijs verliest.
3 dto300.1
Programma consortium Emerge
Een LCMS helpt op twee manieren bij het samenwerken aan het onderwijsmateriaal (de content): • De content wordt in een database opgeslagen. De content kan vervolgens zonder problemen door bijvoorbeeld Blackboard (met behulp van meta-talen) uit de database opgehaald worden. Dezelfde content kan daardoor zonder problemen in verschillende Blackboardcursussen gebruikt worden. • Het samenwerken door docenten (en ook studenten) aan een gemeenschappelijk stuk vakinhoud inclusief het bijhouden van verschillende versies wordt in een LCMS via procedures ondersteunt. Voorlopig is gekozen om het software pakket HIVE te gebruiken in een pilot naar het gebruik van LCMS. Kernpunt is dat docenten bereid moeten zijn om samen aan ‘content’ te werken. In de praktijk is dit tot nu toe lastig gebleken. Toch komen er steeds meer voorbeelden beschikbaar waarin het wel lukt: digitale boeken (cartridges) van de diverse uitgevers met name voor eerstejaars vakken, het gezamenlijk gebruiken van grote databases met plaatjes, het gezamenlijk ontwikkelen van talenpractica, het gezamenlijk werken aan allerlei ICT-studiematerialen voor geneeskundige opleidingen, het maken van simulaties/animaties voor practica e.d. voorstel voor mogelijke projecten: OP 1.1. Samenwerking van docenten bij ontwikkelen en uitwisselen van ICT-onderwijsmateriaal • het inventariseren van mogelijkheden en wenselijkheden voor samenwerking tussen docenten bij het maken van onderwijsmateriaal. Dus ook: wat willen/kunnen/doen de commerciële uitgevers. • het beschrijven succesbepalende factoren voor het gebruik van HIVE (of een LCMS) als softwarepakket om docenten te stimuleren gezamenlijk aan onderwijsmateriaal (content) te werken. • het opstellen van good practices voor het gebruik van een LCMS in de projecten uit OP 1.2. en een toelichting (een bijdrage aan deelprogramma 2) • het ontwikkelen van cursussen voor gebruik van een LCMS (wordt onderdeel van deelprogramma 2). • het uitwerken en documenteren van modellen voor het samen ontwikkelen van studiematerialen of cursussen. • het organiseren van studiedagen voor de instellingen. • het uitvoeren van een benchmarkingonderzoek (wordt onderdeel van het deelprogramma 2) OP 1.2. het gebruiken van een LCMS (HIVE) het creëren van een stabiele experimentele gebruiksomgeving van HIVE (project TI 1). Docenten moeten zonder technische problemen met HIVE kunnen werken. • het definiëren van samenwerkingsprojecten: wie gaat aan wat werken en wanneer is het klaar. Welke resultaten worden verwacht die in project OP 1.1, gebruikt kunnen worden. • het verzorgen van professionalisering van docenten over het gebruik van HIVE ten behoeve van de samenwerkingsprojecten. • het begeleiden van de uitvoering van projecten. • het evalueren van de voortgang en de resultaten van het gebruik van LCMS in de projecten. •
4 dto300.1
Programma consortium Emerge Deelprogramma 2: Digitale didactiek doelen: a. het afstemmen, uitwisselen en bundelen van bestaande scholings- en informatieactiviteiten (in de instellingen en daarbuiten) aan onderwijskundige dienstverlening tbv docenten, ontwikkelaars en management. b. het versterken van de onderwijskundige ondersteuning op het vlak van ICT en onderwijs. c. het realiseren van just-in-time ondersteuning via websites. d. het ontwikkelen van procedures om de samenwerking op het vlak van scholings- en informatieactiviteiten van digitale didactiek te stimuleren. producten: a. werkprocedures voor het uitwisselen van scholings- en informatieactiviteiten over het maken en het gebruiken van ict in het onderwijs (de producten b, c, d en e die hieronder aangegeven worden, zijn het resultaat van deze werkprocedures). b. goed beschreven good practices. c. studieconferenties, stages, detachering van medewerkers om ervaringen uit te wisselen tussen de instellingen d. overzicht mogelijkheden voor professionalisering en uitgewerkte cursuswerkboeken voor professionaliseringscursussen, studiedagen. e. (just-in-time) ondersteuning voor docenten, docentontwikkelaars en managers via websites (toolsites) (eventueel ook via een call-center) met do’s en dont’s, FAQ, halffabrikaten, vragenlijsten, stappenschema’s, evaluatie-instrumenten en dergelijke. f. goed ingewerkte onderwijskundig medewerkers in de onderwijskundige afdelingen en in de faculteiten/opleidingen. g. de bijdrage aan het plan voor Emerge consortium fase 2 op het vlak van digitale didactiek. uitgangspunten: Bij de introductie van ICT in het onderwijs is het cruciaal om (vaak just-in-time) informatie beschikbaar te stellen van aan docenten, ontwikkelaars en managers. Dit gebeurt via mogelijkheden als een website, een call center, een cursus, een studiedag, een 1-uurs presentatie of via persoonlijke adviezen. Hiermee is binnen de instellingen al veel ervaring opgedaan. Hierbij is onder andere gebleken dat met name voor docenten een opleidingsspecifieke informatie of professionalisering zeer gewaardeerd worden. Ook op landelijk niveau werkt men aan verschillende informatieve website (SURF, Surf-projecten). Vaak valt het gebruik van dergelijke websites (of toolsites) door docenten tegen. Met name de presentatie van informatie is niet altijd even goed. Het kost de instellingen vaak veel tijd de snel veranderende informatie op het vlak van ICT en onderwijs bij te houden en beschikbaar te stellen aan de docenten en ontwikkelaars. Samenwerking op dit vlak ligt dan voor de hand. In Emerge worden de ervaringen met professionaliserings- en informatieactiviteiten gebundeld en geprobeerd in één systeem onder te brengen, waarbij het doel is de effectiviteit en de efficiëntie van het gebruik en de waardering door de gebruikers te verhogen. voorstel voor mogelijke projecten: OP 2.1 Een nieuwe vormgeving van de professionaliserings- en informatieactiviteiten op het vlak van de Digitale didactiek • het inventariseren van de bestaande professionaliserings- en informatieactiviteiten op alle vlakken van ict (dus ook van de technische helpdesks), inclusief de technische aspecten (software voor een callcentrum, uitwisselen van content tussen websites). • het evalueren van de bruikbaarheid van de diverse professionalisering en informatieactiviteiten (in nauw overleg met de interne coördinatoren binnen de instellingen).
5 dto300.1
Programma consortium Emerge •
•
het moderniseren van de professionaliserings- en informatieactiviteiten ten aanzien van digitale didactiek. het project is erop gericht om ruimte te creëren om docenten, ontwikkelaars en managers langs verschillende wegen te begeleiden bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het invoeren van ict in het onderwijs. het uitwerken van mogelijkheden voor samenwerking ten aanzien van professionaliserings- en informatieactiviteiten op het vlak van de digitale didactiek, inclusief het ontwikkelen disciplinespecifieke professionaliserings- en informatieactiviteiten
OP 2.2. De implementatie van de vernieuwde versie van de professionaliserings- en informatieactiviteiten op het vlak van de Digitale didactiek • het implementeren van het gemoderniseerd samenhangend geheel van professionaliserings- en informatieactiviteiten ten aanzien van digitale didactiek. de interne coördinator moet dit in de eigen instelling uitrollen en zorgen dat er nieuwe kenniselementen komen. • het verzorgen van kennisuitwisseling door detachering, studieconferenties, e.d. • het samenstellen van een redactie voor de websites (of toolsites). • het zorgen voor promotie van de professionaliserings- en informatieactiviteiten OP 2.3. Een toegepast onderzoek naar het effect en gebruik van de professionaliserings- en informatieactiviteiten op het vlak van de Digitale didactiek
Deelprogramma 3: beoordelingssystematieken, waaronder de Eportfolio doelstellingen: a. het inventariseren van de ontwikkelingen op het vlak van digitale beoordelingssystematieken zowel op de instellingen als beschikbaar op de markt of bij andere consortia. b. het inventariseren van de wensen bij de opleidingen voor het toepassen van digitale beoordelingssystematieken. c. het toetsen van de beoordelingssystematieken op bruikbaarheid voor de instellingen uit Emerge. Hiermee worden ook de technische randvoorwaarden meegenomen (project TI2 TI3 en TI5). d. het formuleren van voorstellen op welke wijze er binnen Emerge aandacht gegeven zou kunnen worden aan digitale beoordelingssystemen, inclusief de technische randvoorwaarden die vervuld moeten zijn om de digitale beoordelingssystemen te kunnen gebruiken. e. het opdoen van ervaring in een aantal hbo- en wo-opleidingen met het gebruiken van Eportfolio in het hoger onderwijs, waarbij ook de organisatorische aspecten aandacht krijgen. f.
het samenstellen van good practices van relevant geachte digitale beoordelingssystematieken die in het deelprogramma 2 zullen worden opgenomen.
producten: a. een overzicht van de mogelijkheden van diverse digitale beoordelingssystemen en de bruikbaarheid ervan in het hoger onderwijs. een aantal uitgewerkte good practices tbv het deelprogramma 2. b. mogelijkheden en ervaringen met het maken en gebruiken van digitale portfolio’s in de vorm van scenario’s/formats, inclusief teksten voor gebruik in het deelprogramma 2.
6 dto300.1
Programma consortium Emerge c. een productvergelijking (benchmarking) voor digitale portfolio en voor relevant geachte digitale beoordelingssystemen, inclusief teksten voor deelprogramma 2. d. de bijdrage aan het plan voor Emerge consortium fase 2 op het vlak van toetsen. uitgangspunten: Het gebruik van digitale toets- of beoordelingssystematieken is niet nog lang niet optimaal ontwikkeld (gebruiken van diverse toetsvormen en het verwerken van de toetsresultaten). Er komen steeds de laatste tijd steeds meer mogelijkheden voor het digitaal toetsen. Binnen Emerge wordt vooral aandacht besteed aan de ontwikkelingen op dit vlak. Een inventarisatie wordt gemaakt van de digitale beoordelings- en toetssystematieken die binnen de instellingen, elders in het HO en op de markt gebruikt worden of zullen worden. Hierbij zal met name de bruikbaarheid voor de instellingen die samenwerken in Emerge aandacht worden gegeven. Aparte aandacht wordt echter besteed aan het gebruik van E-portfolio. Binnen veel instellingen worden portfolio’s gebruikt of wil men ze gaan gebruiken. Binnen Nederland (en daarbuiten) wordt nu veel aandacht besteed aan digitale portfolio’s, zodat het opdoen van ervaring met een E-portfolio binnen het programma Onderwijskundige projecten aandacht krijgt. Voorstel voor mogelijke projecten: OP 3.1. Project E-portfolio • het (ondersteunen van) en het invoeren van de e-portfolio bij een aantal hbo- en wo-opleidingen. • het realiseren van een stabiele technische gebruiksomgeving in samenwerking met programma technische infrastructuur voor het gebruiken van e-portfolio. • het uitvoeren van toegepast onderzoek naar de implementatie en het gebruik van e-portfolio in ho-opleidingen. dit resulteert in een aantal aanbevelingen voor het gebruik van eportfolio. • het voorbereiden van de selectie van geschikte software. • het (actief) beschikbaar stellen van de good practices inclusief de ondersteuning (deze activiteit overlapt met het deelprogramma 2 digitale didactiek). OP 3.2. Project E-toetsen: het uitvoeren van een inventariserend onderzoek naar de wensen en reeds in gebruik zijnde digitale beoordelingssystematieken. • het kiezen en beschrijven van good practices tbv het gebruik bij het onderdeel ‘digitale didactiek’. • het (actief) beschikbaar stellen van de good practices inclusief de ondersteuning (met behulp van de resultaten uit het deelprogramma 2 digitale didactiek). •
7 dto300.1
Programma consortium Emerge
1. Samenwerking op gebied van Technische Infrastructuur 1.1. Einddoel
Iedere student van elk deelnemend instituut kan toegang krijgen tot elk on-line vak in Blackboard 1.2. Doelstelling gedurende de opstartfase De samenwerking concentreert zich op de volgende drie gebieden:
Afstemming Infrastructuur: de onderlinge afstemming van de technische infrastructuur om optimale uitwisseling en portabiliteit van student- en leeromgeving gerelateerde data/informatie te realiseren; Kwaliteit- en efficiencywinst: het realiseren van kwaliteit- en efficiencywinst t.a.v. investeringen in ICTO door nauwe samenwerking tussen instellingen bij de ontwikkeling, uitrol, afstemming, beheer en beveiliging van (nieuwe) systemen, gericht op ICTO en het gezamenlijk opereren richting een aantal marktpartijen; Structurele samenwerking: het organisatorisch vormgeven van een structurele samenwerking op technisch gebied.
1.3. Basis Infrastructuur Doelstelling:
Het opzetten van een basis infrastructuur bestaande uit een gedistribueerde leeromgeving, inclusief uitwisseling van data, gebruikersbeheer en toegang
. De eerste stap is het in kaart brengen van de huidige situatie rondom de Technische Infrastructuur van de betrokken instellingen en inzicht te verkrijgen in de te nemen stappen die nodig zijn om tot een samenhangende en breed beschikbare infrastructuur te komen. In het businessplan is een voorzet gegeven voor een dergelijke infrastructuur. Zie bijlage 1 1.3.1. Architectuur Uitgangspunten: Uitgangspunt bij het realiseren van de E-merge leeromgeving is een architectuur waarbij elke instelling de eigen identiteit behoudt, maar waarbij gebruikers uniform herkenbaar zijn en toegang kunnen krijgen tot alle "modules" van alle deelnemende instellingen en waarbij content kan worden uitgewisseld tussen de instellingen.Daarbij is elke instelling verantwoordelijk voor zijn gebruikers. De geschetste oplossingsrichting gaat uit van integratie op twee niveaus: Content en Toegang
8 dto300.1
Programma consortium Emerge
Architectuurschets: user
Geïntegreerde Toegang (A)
user management E-merge (B)
Toegang
users instelling
Ander, toekomstig DLO
Digitale leeromgeving Instelling n
LCMS (C)
Toegang
users instelling
Digitale leeromgeving Instelling n+1
LCMS (C)
Geïntegreerd / E-merge Learning Content Management System LCMS (C)
Bij deze architectuur wordt uitgegaan van het feit dat iedere instelling er de voorkeur aan geeft om zijn eigen digitale leeromgeving met Blackboard te behouden (in de bovenstaande figuur is deze “eigen” omgeving weergegeven binnen de stippellijn) . De bovengenoemde geïntegreerde toegangspoort zal dan ook een beperkte functionaliteit krijgen en moet met name de gemeenschappelijke inhoudelijke mogelijkheden creëren. De geschetste architectuur is voorwaarde voor de samenwerking! Zowel de Digitale Leer Omgevingen van de afzonderlijke instellingen als het geïntegreerde Learning Content Management Systeem moeten gekoppeld worden aan een gestructureerd usermanagement systeem. Dit voor authenticatie en de registratie van rollen en rechten. Alle usernamen moeten daarbij uniek zijn over de instellingen heen. Ook dient er een unieke identificatiecode te worden vastgesteld voor “gezamenlijke” courses.
9 dto300.1
Programma consortium Emerge 2. Project TI 1 : Uitwisseling van data Het koppelen van een Learning Content Management Systeem aan de Digitale leeromgeving. (C) Om data- en contentportabiliteit te bereiken wordt voorgesteld om bij een aantal instituten een Learning Content Management Systeem (LCMS) te koppelen aan de digitale leeromgeving. Daarmee wordt, naast de uitbreiding van de onderwijskundige mogelijkheden, een beter beheer van de content en het gebruik op meerdere plaatsen mogelijk. Omdat de betrokken instellingen allen Blackboard gebruiken, zijn de producten “Hive” van Harvest Road en “Masterfile” van Concord kandidaat als Learning Content Management Systeem. Met name de grote mate van integratie met Blackboard speelt hierbij een belangrijke rol. Binnen E-merge is uiteindelijk HIVE van Harvest Road gekozen voor de uitwisseling van content over de instellingen heen, in de pliot fase. Mocht het om een bepaalde reden zinvol zijn, kan ook een test worden uitgevoerd met Masterfile” van Concord. Doelstelling Gezien de nodige onduidelijkheden ligt het voor de hand om te beginnen met een pilotproject. De doelstellingen van dit pilotproject, op technisch gebied, zijn: 1. Opdoen van ervaring met het technisch inrichten van het LCMS Hive; 2. Opdoen van ervaring met de technische mogelijkheden van Hive, in relatie tot de onderwijskundige wensen; 3. Opdoen van ervaring met het technisch koppelen van Hive met Blackboard; 4. Opdoen van ervaring met het technisch koppelen van één Hive bureau met meerdere Blackboard omgevingen 5. Opdoen van ervaring met het technisch koppelen van meerdere Hive bureau’s met meerdere Blackboard omgevingen (dit is optioneel, en kan pas worden uitgevoerd wanneer de Hive software hier geschikt voor is gemaakt) 6. Opdoen van ervaring met het technisch koppelen van één Hive bureau met meerdere Blackboard omgevingen (dit is optioneel, en kan pas worden uitgevoerd wanneer de Hive software hier geschikt voor is gemaakt) 7. Opstellen van een advies voor de (technische) keuze van een LCMS; 8. Opstellen van een advies voor het technisch operationeel maken van een LCMS binnen de E-merge partners. Opzet van de pilot Voor het uitvoeren van de implementatie van de pilot met HIVE zijn twee opties. 1. Gehele implementatie (zowel de geïntegreerde LCMS als de LCMS per instelling) laten uitvoeren door één van de partners binnen E-merge, op één server. 2. Elke instelling binnen E-merge draagt zelf zorg voor de installatie van de lokale LCMS, daarnaast wordt er een geïntegreerde LCMS ingericht. Opbouw: 1. Opbouw van de laboratorium opstelling Gezien het feit dat nog geen enkele instelling een LCMS heeft geïmplementeerd wordt uitgegaan van de optie tot het in eerste instantie opzetten van fysiek één LCMS systeem met één bureau. Hiermee worden aanzienlijke besparingen op de kosten bereikt gedurende de pilotfase. 2. Koppelen van dit systeem met één testomgeving van Bb 6
10 dto300.1
Programma consortium Emerge 3. Koppelen van dit systeem met nog één of meerdere testomgevingen van Bb 6 binnen de instellingen. 4. Uitbreiden van de Hive omgeving met een apart bureau voor één instelling, gekoppeld aan de testomgeving van de instelling. 5. Verdere acties afhankelijk van de ontwikkelingen van het produkt en de wensen vanuit het onderwijskundige programma.
3. Project TI 2 : Gebruikersbeheer en toegang Op basis van de geschetste architectuur en de uitgangspunten, o.a. de inzet van een Learning Content Management Systeem en E-portfolio, is samenhangend gebruikersbeheer en een gepersonaliseerde toegang voor E-merge essentieel. Doelstelling: Het opleveren van een plan van aanpak, een proof of concept en een concrete pilotinvulling die dient voor het verder uitontwikkelen van een infrastructuur waarmee het gezamenlijk aanbieden van onderwijs in digitale vorm mogelijk wordt. Uitgangspunten: Belangrijke uitgangspunten aan deze componenten gebruikersbeheer en toegang zijn: Gebruikersbeheer: Beheer van gebruikers voor de geïntegreerde leeromgevingen en de Learning Content Management Systemen van de instellingen gebaseerd op open standaarden, met zo veel mogelijk hergebruik van bestaande LDAP-directory infrastructuur van de instellingen Autorisatie op basis van gebruikersrollen, afgeleid uit de instellingsgegevens en eventueel binnen E-merge aangevuld Faciliteren van gedelegeerd en gefedereerd beheer van gebruikers en gebruikersrollen / rechten voor de diverse instellingen en E-merge Behandeling van gebruikersgegevens conform de privacy-wetgeving Toegang: Vooralsnog eenvoudige web-gebaseerde dienstverlening uitgaande van een universele browser Universele toegang voor de geïntegreerde digitale leeromgeving en het geïntegreerde Learning Content Management Systeem. Personalisatie van diensten op basis van (meerdere) rollen, rechten en persoonlijke voorkeuren Opbouw: 1. In kaart brengen huidige situatie rond het gebruikersbeheer bij de deelnemende instellingen. Zoals aangegeven zijn gegevens benodigd voor gepersonaliseerde en beveiligde dienstverlening binnen E-merge. Indien instellingen deze gegevens nu al niet via een directory aanbieden, verdient het de aanbeveling hiermee te beginnen. Met behulp van een meta-directory, of eventueel zelf ontwikkelde synchronisatietool kan zo’n dienst worden opgebouwd. Mogelijk kan in de context van E-merge een hulpvoorziening getroffen worden om zo’n dienst te hosten voor partijen die niet zelf in staat zijn de noodzakelijke gegevens via een directory aan te bieden.
11 dto300.1
Programma consortium Emerge
2. In het kader van E-merge zal moeten worden uitgezocht welke attributen nodig zijn voor de E-merge dienstverlening als gemeenschappelijk gedefinieerd attribuut. Daarnaast zal bekeken moet worden of deze attributen beschikbaar zijn binnen de instituten. Er is hier raakvlak met internationale initiatieven voor het definiëren van onderzoek- en onderwijsobjecten, met name het Europese eduPerson initiatief, evenals een SURF project om een standaard object voor hoger onderwijs en onderzoek in Nederland te ontwikkelen. 3. Daarnaast verdient het de aanbeveling het initiatief van de Liberty Alliance te verkennen als mogelijk model voor ‘federated identity’ in de E-merge context. De Liberty Alliance is een consortium van vendors en dienstverleners met als doel op basis van open standaarden, met name LDAP en XML, het samenwerken op het gebied van gebruikersbeheer te faciliteren Met het model van de Liberty Alliance, of een daarvan afgeleide aanpak, kan mogelijk ook de toegang tot individuele instellingsapplicaties, zoals de elektronische leeromgevingen, worden ingevuld. 4. Op basis van de verkregen informatie zal, met behulp van een meta-directory, een dergelijke dienst worden opgezet als Proof of concept. Fasering: Met name vanwege het kostenaspect wordt gestart met de voorbereiding tot realisatie van het gebruikersbeheer in 2003. Met de realisatie zelf wordt een aanvang genomen in 2004. In 2004 wordt gestart met de opzet van de toegang. De daadwerkelijke realisatie hiervan vindt plaats in de vervolgfase van het consortium.
Project TI 3 : Gezamenlijke ontwikkeling en onderlinge levering van producten Doelstelling: Gezamenlijk investeren in de ontwikkeling/uitrol van nieuwe functionaliteiten op de binnen Emerge aangegeven terreinen (Digitale Leeromgeving, LCMS, Toetsing) en bredere uitrol van intern ontwikkelde systemen. Uitgangspunten: De fondsen worden met name ingezet voor beveiliging, vergelijkingtesten toetsystemen (hierbij is een nadrukkelijke link met onderwijskundige samenwerking) en het gezamenlijk ontwikkelen van functionaliteiten. Zodra een project succesvol is afgerond kan dit resulteren in structurele afspraken rond exploitatie van deze systemen. Bij de ontwikkeling van gewenste functionaliteit is het uitgangspunt dat dit volledig in relatie moet zijn tot de digitale leeromgeving(en) en qua architectuur is afgestemd op de geschetste architectuur.
12 dto300.1
Programma consortium Emerge Uitwerking: Verschillende instellingen zijn doende om administratieve en/of specifieke onderwijssystemen te koppelen aan de digitale leeromgeving. Binnen het consortium zal gewerkt worden aan de bouw van herbruikbare functionele modules waarmee dergelijke koppelingen tot stand gebracht kunnen worden. Daarnaast is binnen de instellingen aanvullende functionaliteit ontwikkeld. Het uitgangspunt bij het ontwikkelen van gewenste extra functionaliteit is het delen van de reeds ontwikkelde modules (zoals Building Blocks) en het zonodig aanpassen ervan dat gebruik bij de andere instellingen mogelijk wordt. Als eerste vindt een inventarisatie plaats. Voorstel is om producten (zoals software) in principe om niet in te brengen in het consortium. De kosten voor aanpassingen, pilots, het opzetten van ondersteunende modules en de bijbehorende ondersteuning worden gefinancierd vanuit het consortium. Het betreft vooralsnog de producten op de in dit businessplan genoemde terreinen. Elke instelling die een bepaald product wil gaan gebruiken betaalt de jaarlijkse kosten voor onderhoud en ondersteuning. In geval van software wordt een bedrag voor softwareonderhoud in rekening gebracht (gebruikelijk tussen 10 en 15% van de ontwikkelkosten). Deze kosten zijn voor rekening van de afnemende instelling en komen ten goede aan de inbrengende instelling. Het eigendomsrecht blijft bij de inbrenger. Ook de kosten voor de exploitatie zijn voor rekening van de instellingen zelf. Opbouw: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Inventarisatie bestaande koppelingen en ontwikkelde systemen/producten Inventarisatie bestaande extra functionaliteit Uitwisselen van deze inventarisatie (E-merge producten lijst) In kaart brengen van de vraag / wensen Realiseren van aanpassingen Afsluiten overeenkomsten voor levering en support
4. Project TI 4 : Beveiliging Doelstelling: Het waarborgen van de exclusiviteit, integriteit en beschikbaarheid van het e-learning systeem Blackboard, teneinde dit systeem optimaal (en derhalve niet maximaal) te beschermen tegen interne en externe bedreigingen. Dit via een doeltreffend en doelmatig stelsel van samenhangende maatregelen Uitgangspunten: Naar verwachting zal het aantal gebruikers van Digitale Leer Omgevingen (Blackboard) in de nabije toekomst verder toenemen. Naarmate het belang van deze systemen voor de instellingen groter wordt, zal het afbreukrisico voor deze instellingen toenemen indien informatie uit de productiesystemen ten onrechte wordt geopenbaard of dat de beschikbaarheid wordt verstoord als gevolg van sabotage door kwaadwillende eindgebruikers. Adequate beveiligingsmaatregelen dienen dit te voorkomen. Voorgesteld wordt om hier gemeenschappelijk aandacht aan te schenken. Dit kan middels uitwisseling van ervaringen en het concreet opstellen van een continuïteitsplan en een checklist “do's and don'ts”. Opbouw:
13 dto300.1
Programma consortium Emerge Als eerste stap valt daarbij te denken aan het in kaart brengen en analyseren van het volgende: Risico's Een risico is te definiëren als een kans op schade of verlies. Wanneer deze term wordt gebruikt in relatie met ICTO-voorzieningen in een bedrijfsomgeving, denkt men vooral aan: Productieverlies of verminderde kwaliteit van processen, Informatievernietiging of informatiemisbruik, Gezichtsverlies of juridische ingrepen. Risicovergrotende factoren Risico's worden vergroot door een samenspel tussen een aantal krachtenvelden, te weten Bedreigingen, te onderscheiden in interne en externe, Kwetsbaarheden van de afzonderlijke voorzieningen, Afhankelijkheden tussen de voorzieningen onderling. Risicoverminderende maatregelen Risico's kunnen verminderd worden door maatregelen op het gebied van Beschikbaarheid, te onderscheiden in continuïteit en responssnelheid, Integriteit, waaronder begrepen juistheid, volledigheid, actualiteit en geoorloofd zijn van procedures en gegevens, Vertrouwelijkheid, de wisselwerking tussen toegang en afscherming.
5. Project TI 5 : Hosting Doelstelling: Onderzoek naar de mogelijkheden en mogelijke bezwaren van hosting / Application Service Provider (ASP). Uitgangspunten: Hosting betekent dat, in plaats van het installeren van applicaties op verschillende lokale servers, de bij E-merge betrokken studenten en medewerkers via het Internet gebruik maken van één applicatie en data die centraal is opgeslagen. Deze aanpak levert de volgende voordelen en resultaten op: Het wegvallen van de lokale kosten van het ontwikkelen en beheren van IT hulpmiddelen. Een snelle implementatie, hoogstaande ICT performance en beveiliging. Nadeel is mogelijk de wat grotere afhankelijkheid die een individuele instelling hiermee krijgt. Uitgangspunt van hosting: Een team van systeembeheerders en database administrators zorgt voor het operationeel houden van de servers met betrekking tot operating systeem, database en systeemtools. Alsmede het verzorgen van veiligheidsbackups, aansluiten op het netwerk en andere handelingen zoals performance tuning / bewaking die noodzakelijk zijn om de dienstverlening te kunnen waarborgen. Eén van de te onderzoeken zaken is hierbij de samenwerking met een instituut uit een andere tijdzone. Samenwerking hiermee levert een 5x24 uurs support op tegen beperkte kosten. In aanmerking komen zaken als ASP van Digitale Leeromgeving, toetssystemen, LCMS en E-portfolio.
14 dto300.1
Programma consortium Emerge Opbouw: 1. 2. 3. 4. 5.
In kaart brengen van de wensen In kaart brengen van de ervaringen In kaart brengen van de mogelijkheden In kaart brengen van de voor – en nadelen en beperkingen In kaart brengen van de haalbaarheid van taakverdelingen e.a.
6. Project TI 6 Gezamenlijk optreden richting marktpartijen Doelstelling: Het doel is deze samenwerking op te zetten en te bepalen welke voordelen te behalen zijn. Uitgangspunten: Nadrukkelijk wordt benadrukt dat zeer goed gekeken zal worden naar de meerwaarde t.o.v. soortgelijke activiteiten van Surf. Duplicatie moet worden voorkomen. Het is expliciet niet de bedoeling een inkooporganisatie op te zetten. De volgende producten / markt partijen komen hiervoor mogelijk in aanmerking:
Aanbieders van ADSL diensten Harvest Road (Learning Content Management System HIVE) Oracle (Database Management System) SUN Microsystems (Server platform) SUN Microsystems (Software, SUN one) Microsoft producten (Software) Software voor studenten Aanbieders van Studenten Pc’s en laptops
Opbouw: 1. 2. 3. 4. 5.
Samenstellen van lijst met gewenste producten Afstemmen met Surf In kaart brengen bestaande contacten contracten en afspraken Starten van onderhandelingen Vastleggen van afspraken
15 dto300.1
Programma consortium Emerge 7. Bijlage 1 - Functionele schets : Aanbieder Docent deelnemende Universiteit
Docent deelnemende Hogeschool
Materiedeskundige bedrijfsleven
Student, (Mentor)
Aangekochte leermodule
portal Systemen Toetsen Functionaliteit : E - Portfolio
Multimedia
Content Management
Onderwijsmodules Groeps - Projectonderwijs Plaats- en Tijd onafhankelijk Onderwijs Toetsing Communicatie Evaluatie Administratie
Probleem Gestuurd Onderwijs
Cursus evaluatie
Gedistribueerde Digitale Leeromgeving user management docenten studenten derden
portal
Student Universiteit
Student Hogeschool
Medewerker deelnemende instelling
Afnemer
16 dto300.1
Externe afnemer
VWO scholier