Doel Het doel van de Gezonde Schoolkantine is het realiseren van een beter en gezondere kantine op scholen voor voortgezet onderwijs. Doelgroep De interventie is bedoeld voor alle leerlingen van het voortgezet onderwijs. Intermediaire doelgroepen zijn de beheerders van de kantine, het schoolteam, GGD-medewerkers en de ouders van de leerlingen Aanpak Het programma 'De Gezonde Schoolkantine' biedt praktische informatie en concrete hulpmiddelen waarmee scholen aan de slag kunnen om van hun schoolkantine een Gezonde Schoolkantine te maken. Het programma bestaat uit drie stappen die ondersteund worden met handleidingen, checklists en voorbeeldmaterialen 1. Agenderen, informeren en motiveren waarin het gaat om betrokkenen te overtuigen van de noodzaak van de schoolkantine een gezondere betere kantine te maken. 2. Plan van aanpak: oprichten van een werkgroep gezonde schoolkantine die aan de hand van een checklist de huidige stand van zaken en de gewenste situatie formuleert. 3. Uitvoeren, evalueren en verankeren: aanbieden van een gezonder assortiment, evalueren van project en opname in gezonde schoolbeleid. Om de aandacht en uitvoering van het gezonde schoolkantinetraject te stimuleren wordt een jaarlijkse stimuleringsprijs uitgereikt voor de beste ‘Gezonde schoolkantine’ Materiaal Ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van het schoolkantine traject zijn verschillende materialen voorhanden die via internet te downloaden zijn. 1. Handleidingen voor schoolteam, kantinebeheerder, GGD’en met tips voor het ontwikkelen en uitvoeren van het programma gezonde schoolkantine. 2. Assortimentsmeter: een digitaal instrument om het assortiment door te lichten volgens de richtlijnen goede voeding. 3. Posters om leerlingen bewust te maken van het project en het thema gezonde voeding 4. Voorbeeldmaterialen zoals poster, recepten en foto’s van gezonde broodjes Onderzoek effectiviteit Er is nog geen effectonderzoek beschikbaar voor de gezonde schoolkantine. Wel zijn er verschillende onderzoeken beschikbaar waaruit blijkt dat het aanpassen van het aanbod op scholen een positief effect heeft. In een vergelijkbaar project genaamd ‘Do-it’ is effectonderzoek uitgevoerd. Daaruit bleek dat een combinatie van een lesprogramma en aanpassingen in de schoolkantine (Singh, 2007) op korte termijn leidde (8mnd) tot gewichtsvermindering en afname van de heupomtrek. In het onderzoek ‘automatisch gezonder’ van o.a. TNO (Kocken, 2008) is gebleken dat veranderingen in het aanbod naar gezonder de verkopen van gezonde producten stimuleert. Tevens is er een implementatie-onderzoek door TNO uitgevoerd (Paulussen, 2002). Het aanbod van de kantine werd gedurende het jaar gezonder en op grond van vragenlijsten gaven leerlingen aan dat zij gezondere producten gingen kopen.
1
Een gezonde schoolkantine is een belangrijk onderdeel van een gezonde school. De naam geeft aan waar het in de interventie om draait, het creëren van een schoolkantine waar gezonde producten worden gekocht/verkregen. Het programma ‘De Gezonde Schoolkantine’ is mede gebaseerd op de Gezonde Schoolmethode (Buijs, 2005) waarin aandacht is voor een integrale stapsgewijze aanpak die gericht is op structurele inbedding van gezondheidsthema’s in schoolgezondheidsbeleid.
De primaire doelstelling is: Het doel van de Gezonde Schoolkantine is het realiseren van een beter en gezondere kantine op scholen voor voortgezet onderwijs. Subdoelen Schoolteam/kantinebeheerder: • GSK staat op de agenda van het schoolteam/kantinebeheerder (agendasetting) • Het schoolteam/kantinebeheerder is gemotiveerd om met het project aan de slag te gaan (motivering) • Het schoolteam/kantinebeheerder heeft een plan van aanpak opgesteld (uitvoering/plan van aanpak) • Het schoolteam/kantinebeheerder heeft een evaluatie opgezet. • Uiteindelijk: Schoolteam/kantine beheerder doorloopt de stappen om te komen tot een GSK: agendasetting, motivering, plan van aanpak, uitvoering en evaluatie. Leerlingen • Leerlingen zijn betrokken bij het ontwikkelen van een GSK • Leerlingen staan positief tegenover een GSK GGD-medewerkers: • Intermediairs (GGD’en, diëtisten) zijn in staat scholen te motiveren, begeleiden en ondersteunen bij het proces om een gezonde schoolkantine te realiseren. Dit zijn: GB functionarissen JGZ verpleegkundigen Diëtisten Ouders • Ouders worden betrokken bij het ontwikkelen van een GSK. Uitwerking van de doelen: Het aanbieden van een gezond en evenwichtig aanbod in de kantine volgens de richtlijnen van het Voedingscentrum, waarbij toegewerkt wordt naar een ideaalpakket waarbij het aanbod bestaat uit basisproducten uit de Schijf van Vijf. Het promoten van gezonde keuzes door goede marketing: gezond en aantrekkelijk aanbieden; prijsbeleid van voorkeursproducten; goede acties en goed informatie/ PRmateriaal. Het onder de aandacht brengen van hygiëne normen in het kader van het verstrekken van 2
voedsel. Het actief betrekken van scholieren, ouders, schoolleiding en docenten, en de GGD in de regio bij het vaststellen van het aanbod en kantinebeleid, in verband met eigen verantwoordelijkheid. Zichtbare aandacht voor het milieu, bijvoorbeeld door afvalscheiding; het kopen of aanbieden van duurzaam geproduceerde producten, zoals recyclebare bekers e.d. Het integreren van kantineaanbod en lessen over een gezonde keuze in de kantine. Dit kan binnen de vakken verzorging en biologie in de onderbouw van het VMBO, HAVO of VWO, maar ook tijdens vakoverstijgende projecten. In de bovenbouw van het VMBO zal dit bij meer beroepsgerichte varianten kunnen gebeuren en in de bovenbouw van HAVO/VWO tijdens vakken als biologie, science, Natuur, Leven en Techniek, maatschappijleer, ANW of vakoverstijgende projecten. Hierbij kan ook gedacht worden aan het inzetten van het lessenpakket ‘Weet Wat Je Eet’ voor de onderbouw om voedingseducatie een vast onderdeel te laten uitmaken van het onderwijs. Agendasetting:Bewustwording van en interesse voor het onderwerp bij scholen, ouders, cateraars en media. Integrale aanpak: De Gezonde Schoolkantine is één van de activiteiten die het Voedingscentrum inzet om kinderen gezonder, veiliger en bewuster te laten eten. Het Voedingscentrum adviseert om het gecombineerd met andere activiteiten in te zetten. De Gezonde Schoolkantine als onderdeel van schoolgezondheidsbeleid: De Gezonde School is een samenwerkingsverband van de negen thema instituten (STIVORO, Schorer, Voedingscentrum, Soa-Aids Nederland, Trimbos Instituut, NISB, Rutgers Nisso groep, NIGZ, Consument en Veiligheid) die zijn ingesteld door het ministerie van VWS. De Gezonde School methode is een manier van werken die scholen helpt structureel aan de slag te gaan met gezondheid en veiligheid. Hierbij staat de individuele school centraal, wordt gezondheid opgenomen in het schoolplan, is er collectieve preventie, individuele zorg en lokale samenwerking. De Gezonde Schoolkantine past helemaal in deze integrale aanpak (Buijs, 2005). Het maken van meerjarenbeleid voor schoolkantines (De Gezonde Schoolkantine vereist een structurele procesaanpak en is dus geen incidenteel project of activiteit). Bovendien moet het bij voorkeur ingebed zijn in een schoolgezondheidsbeleid.
Voor wie en wat is de interventie bedoeld? De interventie is bedoeld voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs. Hiermee kunnen bijna alle jongeren bereikt worden. In totaal gaan er in Nederland 940 duizend leerlingen naar het voortgezet onderwijs op 666 scholen en 1400 schoollocaties (CBS , 2007). Bijna 90 % van de schoollocaties heeft een kantine en/of frisdrankautomaat en 77 % heeft een snoepautomaat (Middelbeek et al., 2007). Prevalentie en spreiding Veel Nederlandse jongeren hebben een ongezond voedingspatroon wat te veel verzadigde vetten, enkelvoudige suikers, alcohol en te weinig voedingsvezels bevat. • 14 % van de Nederlandse jongeren ontbijt niet elke dag • 44 % eet niet elke dag fruit • 61 % eet niet elke dag groenten • 75 % beweegt onvoldoende (VWS, 2005). • ca. 1/3 van de energie via de voeding is afkomstig van tussendoor gebruik waarvan 25% via 3
(fris)drank en bijna 50% via koek, gebak, snacks (Voedingscentrum 1998) Dit voedingspatroon vergroot de kans op welvaartziekten, zoals hart- en vaatziekten en kanker. Daarnaast kan dit patroon leiden tot overgewicht, met als gevolg een verhoogd risico op diabetes, klachten van het bewegingsapparaat en een lagere zelfwaardering en daarmee samenhangende psychosociale problemen (Gezondheidsraad 2007, Middelbeek e.a., 2007). In 2006 is het aantal Nederlanders met overgewicht opnieuw gestegen. Eén op de tien Nederlanders heeft obesitas en ruim 46% van de 20-plussers heeft overgewicht. Ook bij jongeren is een stijgende trend zichtbaar. Sinds de Vierde Landelijke Groeistudie van 1997 zijn de prevalentie cijfers van overgewicht onder kinderen en jongeren meer dan verdubbeld. Percentages voor jongens en meisjes (4-15 jaar) zijn respectievelijk 14% en 17% voor overgewicht en 3% voor obesitas (Blokstra en. Schuit, 2003 , Gezondheidsraad, 2003, Middelbeek et al. 2007) Uit onderzoek onder adolescenten blijkt dat zij het aanwezig zijn van ongezonde voeding op school een barrière vinden om gezond te eten. Zij geven aan te kiezen voor de hoogvet- en hoogsuikergehalte opties wanneer deze keuzemogelijkheid er is. Ongezonde voeding weghalen uit de schoolomgeving geven zij aan als optie hen te helpen gezonder te eten. Ze stellen voor het gezonde eten meer beschikbaar en aantrekkelijker te maken (Neumark-Stainer. D, 2003). Alle jongeren gaan naar school. Ongeveer 40% van de leerlingen/studenten maakt gebruik van de kantine en dus van de te verkrijgen producten. Leerlingen besteden hieraan op jaarbasis rond de 170,- per persoon, wat neerkomt op 2,10 per bezoek. Ruim 80% van de leerlingen koopt één of meer dagen per week tijdens schooltijd tussendoortjes voor ongeveer 1 per dag. (http://www.kenniscentrumhoreca.nl/publicaties/Catering/3106-kenniskaart%20contractcatering.pdf. Intermediaire doelgroepen zijn: 1 het schoolteam/management van de scholen, de kantinebeheerders en de ouders. 2 GGD-medewerkers die in hun regio schoolkantine traject kunnen promoten en ondersteunen. De interventie richt zich op scholen. Scholen vinden gezondheid en gezond eten een belangrijk thema om aandacht aan te besteden. Gezonde voeding als thema staat op de derde plaats na alcohol en drugspreventie als het gaat om belangrijkheid vanuit de directie (Middelbeek et al, 2007). Scholen geven de volgende redenen om te starten met het kantineproject; een ongezonde leefstijl van de leerlingen, respectievelijk 38%, gevolgd door ontevredenheid met het ongezonde huidige kantine aanbod (32%) (Liebelt, 2008). Het kantinebeheer, uitbesteed en/of in eigen beheer, valt onder de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur en dient zijn taken hierop af te stemmen. Wanneer een schoolbestuur dan ook kiest voor een gezonde kantine zal de beheerder hiermee in moeten stemmen. Over de gedrag determinanten van de kantinebeheerder zelf zijn in Nederland zover bekend geen gegevens beschikbaar. Toepassing bij etnische groepen Er is geen specifieke uitwerking voor allochtone groepen. In de interventie zelf is bij de opdrachten is rekening gehouden met diverse etnische groepen.
Het gezonde schoolkantine programma bestaat uit drie stappen: 1. agenderen, informeren en motiveren, 2. opstellen van en plan van aanpak,
4
3. uitvoeren, evalueren en verankeren. Tijdens deze stappen kunnen de verschillende materialen worden ingezet. In een door de school opgestelde tijdslijn kan worden toegewerkt naar een gezonde schoolkantine. Stap 1: agenderen, informeren en motiveren Tijdens deze eerste stap worden betrokkenen bij de schoolkantine overtuigd van de noodzaak om van de schoolkantine een gezondere, betere schoolkantine te maken. De voorbeeld Power Point presentaties en artikelen voor de schoolkrant en het intranet die op www.degezondeschoolkantine.nl staan en de handleiding voor ouders kunnen hiervoor gebruikt worden. In de handleiding voor het schoolteam en op de website www.degezondeschoolkantine.nl staat een checklist voor het uitvoeren van stap 1. In de handleiding voor de GGD staat informatie en een actielijst voor de uitvoering hiervan door de GGD. Dit creëren van draagvlak voor de introductie van de Gezonde Schoolkantine kan binnen twee maanden. Stap 2: plan van aanpak In de tweede stap wordt een Werkgroep Gezonde Schoolkantine opgericht met daarin namens elke groep betrokkenen deelnemers, mogelijk leerkrachten, kantinebeheer, leerlingen en directie. Deze werkgroep gaat aan de slag met het invullen en uitwerken van het plan van aanpak. In de handleiding voor het schoolteam en op de website www.degezondeschoolkantine.nl staat een checklist voor het uitvoeren van stap 2 en een plan van aanpak dat kan worden aangepast aan de situatie op school. De kantinebeheerders kunnen bij de uitvoering gebruik maken van de assortimentsmeter en de handleiding voor kantinebeheerders. De docenten kunnen bij de uitvoering gebruik maken het digitale lesprogramma Weet Wat Je Eet. Dit is een lesprogramma bestaande uit internetlessen plus keuzelessen voor de onderbouw van VMBO, HAVO en VWO dat gebruikt kan worden bij de invulling van onderwijs over voeding. Ook kunnen de docenten gebruik maken van de posters, de diverse testen en spelletjes op www.voedingscentrum.nl en de checklist voor een gezonde en gezellige schoolkantine. In de handleiding voor de GGD staat informatie en een actielijst voor de uitvoering hiervan door de GGD. Binnen twee maanden kan het plan van aanpak worden opgesteld, uitgevoerd en kunnen verbeterpunten worden opgesteld. Stap 3: uitvoeren, evalueren en verankeren Het uitvoeren van het project bestaat uit het uitvoeren van het plan van aanpak zoals dat in stap 2 door de school is opgesteld. Het plan van aanpak bestaat uit 10. stappen om tot een gezonder kantineaanbod te komen In deze stappen wordt de kantine en het aanbod nader bekeken, worden verbeteringen aangedragen en doorgevoerd. De proces evaluatie van het project geeft inzicht in de positieve en negatieve effecten van het project. De werkgroep kan met behulp van de evaluatie het project bijsturen en stapsgewijs aanpassen en zo de kantine verbeteren. De resultaten van de evaluatie kunnen ook gebruikt worden om aan te tonen dat een gezonde kantine zinvol is en andere betrokkenen te informeren over het succes van een gezonde schoolkantine. In de handleiding voor het schoolteam staat informatie hierover en een evaluatiedocument om de voortgang te controleren. In de handleiding voor de GGD staat informatie en een actielijst voor de uitvoering hiervan door de GGD. Binnen twee maanden kan het project geëvalueerd worden en de verbeterpunten worden doorgevoerd. Voor de verankering in het schoolbeleid en de jaarlijkse evaluatie kan in samenwerking met de GGD een plan worden opgesteld volgens de Gezonde School Methode. Verankering wordt als belangrijk gezien om de kantine en het aanbod gezond te houden. De GGD kan hier mogelijk bij ondersteunen. Protocol / handleiding Ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van het schoolkantine traject zijn verschillende materialen voorhanden die via internet te downloaden zijn. 5
1. Handleidingen voor schoolteam, kantinebeheerder, GGD’ en met tips voor het ontwikkelen en uitvoeren van het programma gezonde schoolkantine. Handleiding schoolteam Deze bevat een leidraad voor het beginnen met, en het opzetten en uitvoeren van veranderingen in de schoolkantine. De handleiding kan door verschillende medewerkers uit een schoolteam gebruikt worden. De handleiding bestaat uit de volgende onderdelen: Hoofdstuk 1 legt uit hoe een ideale schoolkantine eruit zou moeten zien. Hoofdstuk 2 beschrijft het totale pakket Gezonde Schoolkantine dat beschikbaar is en een overzicht wie wat kan doen om tot een gezonde schoolkantine te komen. Hoofdstuk 3 bevat een praktisch plan van aanpak. In de digitale versie kan de naam van de school ingevuld worden, aanvullingen worden aangebracht en daarmee het plan volledig van toepassing laten zijn voor de betreffende school. Handleiding kantine beheerder Deze biedt praktische oplossingen voor het uitvoeren van het stappenplan en geeft informatie over hoe de schoolkantine er idealiter uit zou moeten zien. De handleiding bestaat uit de onderdelen, de ideale schoolkantine, uitvoering van een plan van aanpak, de meest gestelde vragen over de gezonde schoolkantine, gezond eten, hygiëne volgens de HACCP normen, milieu en voedselkwaliteit. Handleiding voor GGD’ en Deze handleiding geeft houvast aan GB functionarissen/ JGZ medewerkers van GGD’ en hoe zij scholen kunnen begeleiden bij het traject om te komen tot een gezonde schoolkantine van werving tot evaluatie. Kortom de GGD als ondersteuner bij de implementatie. Handleiding voor ouders Hierin wordt het belang van een gezonde schoolkantine voor kinderen uitgelegd. Ook worden er tips gegeven aan de ouders over hoe zij hieraan kunnen bijdragen 2. Assortimentsmeter: een digitaal instrument om het assortiment door te lichten volgens de richtlijnen goede voeding en het huidige aanbod te verbeteren. 3. Posters om leerlingen bewust te maken van het project en het thema gezonde voeding 4. Voorbeeldmaterialen zoals poster,schoolkrant- of intranetartikel, PowerPoint presentaties, recepten en foto’ s van gezonde broodjes. In lijn met de Gezonde Schoolmethode is gekozen voor een methodische aanpak maar uitsluitend een omgevingsinterventie gericht op het verbeteren van het aanbod, bijv. op basis van een eenvoudig handelingsplan, blijft mogelijk mede gezien het feit dat uitsluitend verandering van aanbod al effect sorteert.
Locatie van uitvoering De scholen voor voortgezet onderwijs. Ongeveer 11% van de scholen gebruikten begin 2008 het schoolkantine project om het aanbod in de kantine te verbeteren (Middelbeek et al.., 2007).
!"
#
$ %
&
Kenmerken risico of probleem Voedingspatroon Veel Nederlandse jongeren hebben een ongezond voedingspatroon wat te veel verzadigde vetten, enkelvoudige suikers, alcohol en te weinig voedingsvezels bevat (Gezondheidsraad, 2007). Deze voeding vergroot de kans op welvaartziekten, zoals hart- en vaatziekten en kanker. 6
Daarnaast kan deze voeding leiden tot overgewicht, met als gevolg een verhoogd risico op diabetes, klachten van het bewegingsapparaat en een lagere zelfwaardering en daarmee samenhangende psychosociale problemen (Middelbeek, 2007). Recent is bij onderzoek onder 5200 studenten in Canada waargenomen dat een gezondere voeding ook in verband kan worden gebracht met betere leerprestaties. (Florence et al, 2008). Uitspraken op het niveau van concentratie zijn ook gedaan in het onderzoek ‘Smart meals’ van de universiteit Wageningen (Heselmans, 2007). Het voedingspatroon bij kinderen en jongeren is verre van ideaal. Kinderen eten tevens te weinig groenten en fruit en teveel energierijk voedsel. 30-35% van de energie via de voeding wordt tussendoor gegeten waarvan 25% in de vorm van (fris)drank en 50% als koek, gebak, snacks (Voedingscentrum 1998). Jongeren eten bovendien 1 – 1,5 keer per week een patatje, 2 – 2,5 keer een zak chips of chocoladerepen. Klein snoepgoed, zoals koekjes of drop wordt 4 keer per week gegeten (Schaalma et al. 1997). Een teveel aan energierijk voedsel leidt al snel tot overgewicht. In het kader van de preventie van overgewicht wordt o.a. door de Gezondheidsraad aanbevolen minder producten met een hoge energie- en een lage voedingsstoffendichtheid te eten (Gezondheidsraad, 2007) Uit een inventarisatie van het RIVM op 500 schoollocaties naar de uitvoering van schoolinterventies blijkt dat (Middelbeek, 2007): • Bijna 90 % van de schoollocaties heeft een kantine en/of frisdrankautomaat en 77 % heeft een snoepautomaat. Ruim de helft omschrijft het aanbod van producten op school als overwegend calorierijk. • Scholen verkopen ongezonde producten Ongeveer de helft van de scholen met een kantine biedt gevulde koeken, candybars en zakjes snoep aan. Van de locaties verkoopt 43% saucijzenbroodjes en eenderde van de schoollocaties heeft chips en gesuikerde frisdranken in het assortiment. Daarnaast worden in ongeveer één op de vijf schoolkantines pizzapunten en gefrituurde snacks geserveerd • Scholen verkopen bijna alleen maar minder gezonde producten in de automaat Van de schoollocaties geeft 64% aan dat het aanbod in de snoepautomaat bijna alleen maar uit minder gezonde producten, zoals candybars, chips en zakjes snoep bestaat. 7% van locaties rapporteert dat de snoepautomaten zijn verwijderd. • Scholen verkopen frisdrank Op 94% van de schoollocaties wordt via de frisdrankautomaat suikerhoudende frisdranken (zoals Cola, Fanta) aangeboden. • Een deel van de scholen wordt in hun mogelijkheden beperkt door cateraars Ongeveer 25% van de locaties ziet geen mogelijkheid tot aanpassen en bij 21% (frisdrankautomaten) en 22 % (snoepautomaten) is de reden daarvoor dat de inhoudcontractueel is vastgelegd. Veel scholen hebben invloed op aanbod schoolkantines 80% van de scholen zegt zelf invloed te hebben op wat er in de school aan eten en drinken wordt verkocht. • Nog geen enkele school heeft een gezond aanbod In 2006 had nog geen school een aanbod dat voor tenminste 75% of meer uit producten uit de ‘beste groep’ en ‘middenweg groep’ productgroep bestaat per productgroep. Voedingscentrum maakt onderscheid in ideaal aanbod (beste/voorkeur) dit zijn producten uit de Schijf van Vijf die voldoen aan de adviezen van de Gezondheidsraad (2007). De middenweg groep; dit zijn de producten die al beter scoren dan de huidige gemiddelde consumptie en de uitzonderingsproducten; dit zijn producten die qua samenstelling een negatieve bijdrage leveren aan het realiseren van de Richtlijnen Goede Voeding en daarom alleen als uitzondering genuttigd zouden moeten worden (Gezondheidsraad 2007, VWA, 2007, www.voedingscentrum.nl). De Assortimentsmeter geeft scholen inzicht in hun aanbod. De groene producten zijn hierin de Schijf 7
van Vijf producten. Alle jongeren gaan tot minimaal 16 jaar naar school. Ongeveer 40% van de leerlingen maakt gebruik van de kantine en dus van de te verkrijgen producten. Leerlingen besteden hieraan op jaarbasis rond de 170,- per persoon, wat neerkomt op 2,10 per bezoek. Ruim 80% van de leerlingen koopt één of meer dagen per week tijdens schooltijd tussendoortjes voor ongeveer 1 per dag (TNO, 1998). Uit onderzoek door de hulpverleningsdienst Groningen onder 3 voortgezet onderwijs scholen blijkt dat scholen voornamelijk ongezonde producten verkopen. Het meest verkochte product op deze scholen is soep, snacks en frisdrank. Het aanbod van broodjes is vaak laag. (Hulpverleningsdienst Groningen, 2008). Samengevat Nederlandse jongeren hebben een ongezond voedingspatroon. Dit ongezonde voedingspatroon kan er onder andere toe leiden dat jongeren overgewicht ontwikkelen. Jongeren brengen een groot gedeelte van hun doordeweekse tijd door op school. De voorziening om hier eten en drinken te kopen is de schoolkantine. In veel gevallen biedt deze kantine ongezonde producten. Projecten die inzetten op het verbeteren van het kantineaanbod blijken effectief (Singh, 2007).
!"
#
"
Een obesogene omgeving speelt een grote rol bij het in stand houden van overgewicht en het is daarom belangrijk de omgeving zodanig te veranderen dat ‘de gezonde keuze, gemakkelijke keuze’ wordt (Visscher et al, 2007). Bij de obesogene omgeving gaat onder andere om de fysieke omgeving (wat is er beschikbaar), maar ook de economische omgeving (hoeveel kosten verschillende producten) (Kremers et al., 2005). Een van de factoren die van invloed is op het bovenstaand eetgedrag van jongeren op de middelbare school is het aanbod in de kantine. Door het veelal ongezonde aanbod is de schoolkantine een onderdeel van de obesogene omgeving (Middelbeek, 2007). Er zijn een aantal onderzoeken die aangeven dat het aanbieden van gezonde producten in de schoolsetting leidt tot gezonder keuzegedrag van jongeren. Zo blijkt uit onderzoek van French (2003) en Perry (2004) dat jongeren gezonder eten kopen wanneer meer gezonde producten in schoolkantine worden aangeboden. Whitaker et al (1993) heeft een onderzoek uitgevoerd waarbij scholieren bij de lunch de keuze kregen tussen een gezonde en een minder gezonde variant. Dit werd aangeboden zonder enige educatie, promotie of iets dergelijks. Tijdens de interventieperiode verminderde het percentage van calorieën uit vet van de gemiddelde lunch van 36 naar 30 procent. Er werd geconcludeerd dat alleen een simpele omgevingsinterventie al voldoende is om een significante daling in het vetpercentage van de lunchgerechten te krijgen. In een follow-up onderzoek (Whitaker et al, 1994) zijn scholen random ingedeeld op alleen een omgevingsinterventie (aanbod van gerechten met minder vet) of de omgevingsinterventie gecombineerd met educatie, promotie en betrekken van ouders. Er was een kleine, maar significante, stijging in het aantal kinderen dat voor de gezonde lunch kiest met de uitgebreide interventie. In het project ‘Automatisch gezonder?’ is onderzocht of het gebruik van snacks en frisdrank door scholieren in de gewenste richting verandert door het gezonder maken van het assortiment, prijsdifferentiatie en labeling. Hieruit blijkt dat verandering in het assortiment direct tot een gewenste verandering leidt. Wanneer er meer laag caloriehoudende producten wordt aangeboden, kiezen scholieren vaker voor deze producten. (Kocken, P 2008) Verder blijkt dat adolescenten de aanwezigheid van ongezonde voeding op school een barrière vinden 8
om gezond te eten. Zij geven aan te kiezen voor hoogvet- en hoogsuikergehalte opties wanneer deze keuzemogelijkheid er is. Ongezonde voeding weghalen uit de schoolomgeving geven zij aan als optie hen te helpen gezonder te eten. Ze stellen voor het gezonde eten meer beschikbaar en aantrekkelijker te maken (Neumark-Stainer, 2003). In de behandeling van overgewicht wordt het aanpakken van de omgeving als een kansrijke interventie gezien (Kremers, 2008). Recent onderzoek van Singh, (2007) onder 1100 scholieren in Nederland laat zien dat lessen over gezonde voeding in combinatie met een gezonder aanbod in de kantine effectief is bij het terugdringen van het overgewicht op basis van heupomtrek. Het effect neemt af als de lessen niet gecontinueerd worden. Het project de Gezonde Schoolkantine maakt daarom continu een link naar het lesprogramma Weet Wat Je Eet. Er wordt door het Voedingscentrum, in het kader van bevordering van kennis en bewustwording van de leerlingen, dan ook nadrukkelijk geadviseerd om deze programma’ s te combineren. Modules van het programma Weet Wat Je Eet zijn ook geïntegreerd in de veel gebruikte methode Biologie voor jou (Malmberg) waardoor sprake is van een grote landelijke dekking. Samenvatting werkzame ingrediënten Uit de verschillende beschreven onderzoeken blijkt dat het aanpassen van het aanbod in schoolkantines naar een gezond aanbod een positief effect heeft op het eetgedrag van jongeren in de kantine. Scholen die deelnemen aan De Gezonde Schoolkantine veranderen hun aanbod in de positieve richting. De leerlingen die gebruik maken van de kantine gaan hierdoor gezonder eten kiezen, met als mogelijk resultaat een gezond eetpatroon.
'
(!
"
"
Eisen ten aanzien van uitvoering en begeleiding Begeleiding: Intermediair, GGD’ en. Voor de GGD’ en wordt een startbijeenkomst georganiseerd om het project toe te lichten en vragen en onduidelijkheden te bespreken. Ook kunnen de GGD’ en onderling hier informatie uitwisselen. Tijdens het project is het Voedingscentrum tijdens kantooruren per mail of telefoon bereikbaar. Scholen kunnen contact opnemen met de betrokken GGD in hun regio. Uitvoering: kantinebeheerder, schoolleiding, docenten, leraren, leerlingen, ouders samen met GGD. De exacte uitvoering is afhankelijk van de school en de betrokken GGD. In sommige gevallen zal de GGD als trekker optreden voor meerdere scholen in haar werkgebied. Het Voedingscentrum adviseert scholen altijd om een GGD te betrekken aangezien de kans om een structurele inbedding wordt vergroot. Eis: betrokkenheid van diverse partijen Na afloop evalueert de GGD het projectjaar. Overige voorwaarden De materialen worden kosteloos aan scholen en GGD’ en aangeboden. De materialen kunnen worden gedownload op de website: www.degezondeschoolkantine.nl. Papieren versies en de posters kunnen aangevraagd worden via de webshop van het Voedingscentrum
9
)
"
Indicatiestelling De hoeveelheid tijd dat het kost om GSK uit te voeren is afhankelijk van de lokale situatie. Dit kan variëren tussen een aantal maanden en een paar jaar. Voor een minimale begeleiding door de GGD wordt er door het Voedingscentrum op ongeveer 10 uur gerekend. Uit onderzoek TNO en GGD West Brabant is duidelijk geworden dat hoe beter scholen begeleid worden, des te beter de uitvoering van het project verloopt (Boogaard en Rots-de Vries , 2006 , Paulussen, 2002). Deelname: Stimuleringsprijs De Gezonde Schoolkantine Om scholen te stimuleren deel te nemen aan het project is er in 2006 voor het eerst een stimuleringsprijs opgezet. Deze stimuleringsprijs bestaat uit een werkbudget voor scholen en GGD’ en die een werkplan ‘Gezonde Schoolkantine’ indienen. De drie scholen die dit het beste hebben gedaan worden door een jury beoordeelt en maken kan op een geldprijs. In 2006 hebben 20 scholen een werkbudget ontvangen in 2008 is de stimuleringsprijs herhaalt en zijn er 75 werkbudgetten uitgedeeld. Kosten van de interventie Buiten de tijdsinvestering voor de school en het aanpassen van bijvoorbeeld een keuken is de interventie gratis. In 2007 en 2008 kunnen als onderdeel van de Stimuleringsprijs Gezonde Schoolkantine zowel de school als de GGD gebruik maken van het stimuleringsbudget. (twee keer 1000 euro.) De materialen worden kosteloos aan scholen en GGD’ n aangeboden. De materialen kunnen worden gedownload op de website: www.degezondeschoolkantine.nl. Papieren versies en de posters kunnen aangevraagd worden via de webshop van het Voedingscentrum
*
*
% %
"
% %
Gedurende het schooljaar 2001- 2002 is het, binnen het pilot project ontwikkelde ‘Gezonde Schoolkantine’ , ondersteuningsaanbod ingezet op tien pilot scholen. Het onderzochte ondersteuningsmateriaal bestond uit: - een handboek voor scholen met daarin afzonderlijke hoofdstukken voor de directie, voor docenten, voor de kantinebeheerdervoor de leraren en voor de ouders. - Internetactiviteiten voor leerlingen (eettestjes, spelletjes, checklist gezonde en gezellige schoolkantine) - assortimentmeter op internet - posters Op deze scholen is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd (Paulussen, 2002 ***) om de begeleiding en implementatie van het ondersteuningsaanbod te evalueren op effect en proces en waar nodig te kunnen verbeteren. Het onderzoek bestond uit een aantal onderdelen: • Voor het onderzoek zijn interviews afgenomen met de betrokken scholen. Het ging hierbij vrijwel altijd om een directielid, de kantinebeheerder en een docent biologie/verzorging. De interviews zijn gehouden met behulp van een interviewleidraad. 10
• •
• •
In deze interviews is de schoolsituatie in kaart gebracht. Er is gebruik gemaakt van gegevens van schoolbezoeken (voor en na het project). Er is gebruik gemaakt van gegevens die leerlingen invulden in een vragenlijst over hun consumptie in de kantine. In totaal hebben 353 leerlingen zowel aan het begin en aan het eind van het schooljaar een vragenlijst ingevuld. De leerlingen waren verdeeld van klas 1t/m 4. Er zijn vragenlijsten afgenomen bij Ouder en leerlingenraad van de betreffende scholen. het ging hierbij om de betrokkenheid van ouders bij het project. Er zijn gegevens verzameld over de betrokkenheid van GGD' en. In totaal drie GGD' en.
Specifieke effecten uit dit onderzoek: • Leerlingen vinden na een jaar dat er meer gezonde dingen te krijgen zijn. Er was een significant effect te zien voor twee scholen. • Leerlingen vinden tevens dat er na een jaar meer lekkere dingen te krijgen zijn. Dit was op één school significant. • Leerlingen zijn van plan gezonder te gaan eten. Dit betrof een significant effect (16% naar 26%). • Leerlingen vinden na een jaar gezond eten en drinken niet significant belangrijker (blijft 50%) • Van de leerlingen geeft 23% aan dat zij na een jaar gezonder zijn gaan eten op school. • •
GGD' en waren erg enthousiast over het project. GGD' en hebben diverse verbeterpunten aangedragen.
Bij de begeleide pilotscholen werd gedurende het schooljaar een verandering van het aanbod gemeten richting gezond. De doorgevoerde wijzigingen wisselde erg per school. Deze veranderingen kwamen ook naar voren in de vragenlijsten van leerlingen. Hierin gaven leerlingen tevens aan dat zij meer gezonde producten in de kantine kochten en aten. Organisaties die voedsel verstrekken zijn wettelijk verplicht om een hygiëneplan te hebben op basis van HACCP-normen. De hygiëneadviezen blijken lastig voor scholen om uit te voeren. Redenen die hiervoor gevonden worden zijn gebrek aan kennis, motivatie en middelen. De school die een professionele cateraar inschakelde lukte het als enige wel aan de HACCP-normen te voldoen. De Weet Wat Je Eet kantinelessen en internetspellen werden door de scholen gebruikt en ingezet bij de verzorgingslessen. Het materiaal werd gebruikt als aanvulling op de eigen methode en de waardering was goed (Basemans, 2002). De lokale implementatie van de Gezonde Schoolkantine is door GGD West Brabant in de gemeente Breda onderzocht (Boogaard en Rots-de Vries, 2006 *) Dit rapport geeft aan de hand van de notulen van werkgroepen, gebruik assortimentsmeters en interviews met kantinebeheerders een beschrijving van de implementatie van schoolkantine project. Dit onderzoek vond plaats op drie vestigingen van het Prisma college waar de Gezonde Schoolkantine geïmplementeerd werd. Gevonden werd dat het invoeren van kantinebeleid goed verliep, maar dat dit wel sterk afhankelijk is van de invulling door de personen in de werkgroepen van de afzonderlijke locaties. Het door de schoolleiding voldoende uren beschikbaar stellen voor leden van de werkgroep blijkt van positieve invloed te zijn op het functioneren van de werkgroep. Betrokkenheid van ouders en leerlingen bij de werkgroep is erg belangrijk voor het slagen evenals ondersteuning door de GGD. Op alle locaties is, in verschillende mate en tempo, het assortiment aangepast. Het gebruik van de assortimentsmeter stimuleert dit. De leerlingen blijken na verloop van tijd positief te staan tegenover de gezonde producten. De omzet van de kantines stijgt en veel van de populaire producten zijn de gezonde producten. De scholen hebben lessen van het Voedingscentrum (Weet Wat Je Eet) gegeven over gezonde voeding. Het wordt het meest praktisch gevonden deze lessen te geven aan brugklassers, ingepast in de lessen biologie of verzorging. Ook de posters van het Voedingscentrum en van de GGD zijn
11
gebruikt. Het project GSK is in 2004 via de Schoolslag (NIGZ, 2004 0) checklist door gebruikers en deskundigen (GGD en scholen) op kwaliteit beoordeeld d.m.v de Schoolslag checklist. De interventie heeft hierbij op 6 van de 9 te beoordelen onderdelen vier uit vijf sterren behaald. Vijf sterren geldt hierbij als sterk. De doelgroep is zeer te spreken over het project. (www.gezondeschool.nl) In het project en onderzoek Automatisch gezonder? (Kocken, 2008 ****) is er onderzoek gedaan naar het effect van het veranderen van het aanbod in automaten op scholen op het gebruik van producten. Uit deze studie blijkt dat het aanpassen van het assortiment met gezonde producten een positief effect heeft op de verkoop hiervan. Naar aanleiding van de uitkomsten van de verschillende onderzoeken is het kantineproject (o.a. de handleidingen, de posters en de assortimentsmeter) eind 2007 geactualiseerd en aansprekender gemaakt. Dit is gedaan op basis van de nieuwe richtlijnen van de Gezondheidsraad, hierbij zijn de producten opnieuw gecategoriseerd in voorkeur, middenweg en uitzonderingsproducten, en signalen vanuit het veld. Hierbij zijn: • De handleidingen aangepast. Deze zijn korter, praktischer en bondiger gemaakt • De handleiding hygiëne is opgegaan in de handleiding voor kantinebeheerders. • Er is over gegaan naar halffabricaten waarbij GGD/school eigen logo kunnen gebruiken • Logo en afbeeldingen zijn\herzien. • Er zijn ondersteunende producten ontwikkeld (PowerPoint presentatie, schoolkrant artikelen). De landelijke implementatie van de herziene materialen is vanaf januari 2008 gestart. De adoptie en implementatie van de vernieuwde materialen is onderzocht (Liebelt, 2008 **** ). Het onderzoek is uitgevoerd middels gestructureerde vragenlijsten. De onderzoekspopulatie bestond uit middelbare schoolmedewerkers, die het materiaal hadden aangevraagd. Gevonden werd dat de adoptie relatief laag was. Redenen hiervoor zijn gebrek aan tijd en gebrek aan begeleiding. De intentie tot implementatie is relatief hoog, waaruit blijkt dat de aanvragers van plan zijn de Gezonde Schoolkantine te implementeren. Adoptie is hoger bij scholen die begeleid worden door een GGD. Voor het nieuwe kalenderjaar gaat het Voedingscentrum daarom ook inzetten op agendasetting van De Gezonde Schoolkantine bij de GGD . Verklaring ´sterrensysteem’ voor typering opzet: * = Veranderingsonderzoek; ** = (Quasi-) experimenteel onderzoek, niet in de praktijk; *** = (Quasi-) experimenteel onderzoek in de praktijk; **** = (Quasi-) experimenteel onderzoek in de praktijk en met follow-up; ° = Geen van de voorgaande alternatieven.
* Indirecte aanwijzingen voor de effectiviteit Nederlandse studies: In 2005-2007 is een evaluatie uitgevoerd naar een multicomponenten interventie met de naam Do-It (Singh A.S et. al, 2007). Deze interventies bestond uit o.a. lessen en het aanpassen van het kantine aanbod. Eén van de conclusies uit dit onderzoek is dat een multicomponenten aanpak met daarin aandacht voor het veranderen van het kantine aanbod op scholen op korte termijn effect heeft op het gewicht van de doelgroep. De onderdelen zijn niet los geëvalueerd. In deze radomized control trial is gebleken dat bij interventie doelgroep na acht maanden een significante verandering heeft plaatsgevonden van de heupomtrek als indicator van de mate van overgewicht (mean difference, 0.53 cm; 95% confidence interval, 0.07 to 0.98). Het RIVM heeft in 2007 een onderzoek gedaan naar kansrijke interventies betreffende overgewicht
12
preventie (Storm et al., 2007). Het aanpassen van het aanbod naar gezonder in de schoolkantine wordt hierbij genoemd als één van de kansrijke interventies. Wanneer het aanbod van frisdrank wordt gewijzigd in light en water kan dit in het meest positieve scenario 1kg lichaamsgewicht per persoon per jaar schelen. Buitenlandse studies: Whitaker et al (1993) heeft een onderzoek gedaan waarbij scholieren bij de lunch de keuze kregen tussen een gezonde en een minder gezonde variant. Dit werd aangeboden zonder enige educatie, promotie of iets dergelijks. Tijdens de interventieperiode verminderde het percentage van calorieën uit vet van de gemiddelde lunch van 36 naar 30 procent. Er werd geconcludeerd dat alleen een simpele omgevingsinterventie al voldoende kan zijn om een significante daling in het vetpercentage van de lunchgerechten te krijgen. In een follow-up onderzoek (Whitaker et al, 1994) zijn scholen random ingedeeld op alleen een omgevingsinterventie (aanbod van gerechten met minder vet) of de omgevingsinterventie gecombineerd met educatie, promotie en betrekken van ouders. Er was een kleine, maar significante, stijging in het aantal kinderen dat voor de gezonde lunch kiest met de uitgebreide interventie. Ook in Australië is er een gezonde schoolkantine aanpak, genaamd Fresh Tastes @ School Strategy. Net zoals bij de Nederlandse aanpak staat hier het stimuleren en begeleiden van het gezonder maken van het aanbod in de schoolkantine door de verschillende betrokkenen te voorzien van informatie en praktische handvatten centraal. Uit evaluatieonderzoek blijkt dat schoolleiders en kantinebeheerders de informatie goed begrijpen en gemotiveerd zijn deze toe te passen. Het oprichten van een werkgroep en het betrekken van alle partijen om zo de gezonde schoolkantine structureel in te bedden wordt goed uitgevoerd. Bijna alle kantinebeheerders veranderden daadwerkelijk hun assortiment richting gezond. Een ander belangrijk resultaat is dat de attitude van kantinemedewerkers ten aanzien van een gezonde schoolkantine gedurende het project positiever wordt (NSW Department of Health.&The Hunter Valley Research Foundation:, 2005)
+
, !
-
Uitvoerende organisaties zijn scholen in het Voortgezet Onderwijs (VMBO, HAVO en VWO). GGD’ s treden op als intermediair door ondersteuning, voorlichting en begeleiding te bieden aan scholen door GB-functionarissen en JGZ-verpleegkundigen. Uit het onderzoek ‘Op weg naar een gezonder kantinebeleid’ (Barnhoorn, 2006) blijkt dat van de 16 ondervraagden GGD’ en er 13 scholen ondersteunden bij het komen tot een gezonde kantine. In totaal zijn er van de eerste versie van het pakket 750 exemplaren verspreid en was het voor scholen vrij om te downloaden. Ongeveer 11% van de scholen gebruikten begin 2008 het schoolkantine project om het aanbod in de kantine te verbeteren (Middelbeek, 2007).De nieuwe versie van het pakket wordt op dit moment verspreid.
.
Het project heeft overeenkomsten met het Do-it! project (Singh, 2007). Ook bij dit project werden wijzigingen aangebracht in het assortiment op scholen. Tevens is er een overeenkomst met het project ‘Automatisch gezonder’ ( Kocken, 2008) waarbij het aanbod in automaten richting gezond werd aangepast.
13
/
%
Ontwikkelaar / licentiehouder Voedingscentrum Correspondentieadres: Postbus 85700, 2508 CK Den Haag Bezoekadres: Eisenhowerlaan 108, 2517 KL Den Haag Telefoon: (070) 306 88 88 Fax: (070) 350 42 59 www.voedingscentrum.nl Materialen Alle materialen zijn te vinden op www.degezondeschoolkantine.nl - Handleiding voor het schoolteam (gedrukt en digitaal) - Handleiding voor kantinebeheerders (gedrukt en digitaal) - Handleiding voor ouders (digitaal) - Handleiding voor GGD‘en (digitaal) - Checklist Gezonde en Gezellige Schoolkantine (digitaal) - Schoolkrantartikel (digitaal) - Webtekst intranet voor GGD’ en (digitaal) - PowerPoint presentaties (digitaal) - Prijsvraagideeën (digitaal) - Assortimentsmeter (digitaal) - Evaluatieformulier (digitaal) - Voorbeelden kantinebroodjes (digitaal) Verwijzingen en links www.degezondeschoolkantine.nl
01
!!
Barnhoorn, C. (2006). Op weg naar een gezonder kantinebeleid in Nederland. Basemans, S. (2002) .Evaluatieonderzoek naar de effectiviteit van het computerprogramma “Weet wat je eet voor Windows”. Blokstra, A, Schuit AJ, (2003) Factsheet Overgewicht. Prevalentie en trend. Boogaard NWA.J van den , Rots – de Vries MC (2006) Implementatie van het Kantine project, GGD West Brabant. Buijs, Ir. GJ,(2005) Werkdocument De Gezonde School Methode. NIGZ CBS Statline (2007) www.cbs.nl Florence MD, ASbridge M, Veugelers PJ, (2008) Diet quality and academic performance, Journal of School Health, 2008, Vol 78, No 4, 209-213 Gezondheidsraad (2003). Overgewicht en obesitas, Den Haag. Gezondheidsraad (2007) Richtlijnen Goede Voeding, Den Haag Hulpverleningsdienst Groningen (2008) Stap voor stap naar een gezonde schoolkantine Neumark-Stainer. D, et al. (2003) New Moves: a school-based obesity prevention program
14
for adolescent girls, Preventive Medicine 37 (2003) 41–51 French, S.A., & Stables, G. (2003). Environmental interventions to promote vegetable and fruit consumption among youth in school settings. Preventive Medicine, 37(6 Pt 1), 593-610. Heselmans, M. (2007), Smartmeals, Zorgt betere voeding ook voor betere leerprestaties. Universiteit Wageningen. Kocken, P. (2008) Automatisch gezonder? Resultaten van het school, snack en frisdrankautomatenproject ,Voedingscentrum, NIGZ en TNO Kreijl, C.F. van ; Knaap, A.G.A.C. (2004) Ons eten gemeten. RIVM Kremers et.al (2008), Preventie van gewichtstijging en richtlijnen voor gewichtsbeheersing Liebelt R.C.A. (2008), (Un)successfull ingredients for adoption and implementation of the healthy school canteen project, Universtity Maastricht NSW Department of Health.&The Hunter Valley Research Foundation (2005) NSW Healty School Canteen Strategy, Evaluation Report Middelbeek L, Blokdijk L, Schuit AJ, Buijs G, Rutz SI, Schilthuis HJ, Bemelmans WJE (2007) Overgewichtpreventie in het voortgezet onderwijs: het landelijke en regionale beeld . Perry C.L., Bishop D.B., & Taylor, G.L.(2004). A randomized school trial of environmental strategies to encourage fruit and vegetable consumption among children. Health Education Behaviour, 31, 65-76. Paulussen, G.W. (2002). Evaluatie van de pilot van het schoolkantineproject. TNO Schaalma et al. (1997), Jongeren en de preventie van hart- en vaatziekten: een leefstijl en determinanten analyse. Nederlandse Hartstichting. Den Haag Singh A.S et. al, (2007), Short-term Effects of School-Based Weight Gain Prevention Among Adolescents Storm, I., Nijboer, C., Wendel-Vos, G.C.W., Visscher, T.L.S., Schuit, A.J. Een gezonde leefomgeving ter preventie van gewichtsstijging: nationale en lokale mogelijkheden.
Bilthoven: RIVM, 2006. RIVM Rapport 270061002.
TNO Voeding (2008), Voedselconsumptiepeiling Visscher T, Kremers S, Kromhout D (2007) Preventie van gewichtsstijging en richtlijnen voor gewichtsbeheersing. NHSNRG-groep. Voedingscentrum (1998). Zo eet Nederland 1998, resultaten van een voedselconsumptiepeiling VWA (2007), Het aanbod van levensmiddelen op middelbarescholen. Projectnr. ZD05K304. VWS (2005), brancherapport preventie Whitaker RC, Wright JA, Finch AJ, Psaty BM (1993). An environmental intervention to reduce dietary fat in school lunches. Pediatrics 1993; 91:1107–11. Whitaker RC, Wright JA, Koepsell TD, Finch AJ, Psaty BM (1994). Randomized intervention to increase children’ s selection of low-fat foods in school lunches. J Pediatrics 1994;125:535–40.
15