special Food, Future & Education Symposium donderdag 28 juni 2012 Henk Verweij
‘De bodem is het fundament’ Anneke Ammerlaan
Food rebel with a cause Foppe Wiersma
‘Alles is organisch gelinkt’
aeres groep duurzaam leren, handelen en produceren
food is an important part
of a balanced diet. Fran Lebowitz
The best way to predict the future is to invent it. Alan Kay The great aim of education is not knowledge but action. Herbert Spencer
Inhoud
3
4
Food, future & education Een inleiding
6
Anneke Ammerlaan, food rebel with a cause Keynote speech
8
Tien prikkelende stellingen Aeres vraagt uw mening
12
Drie Aeres-lectoren aan het woord Dinant Ekkel, Han van Kasteren en Frank de Jong
18
‘De bodem is het fundament’ Afscheid van Henk Verweij
24
Kom in de kas Een groen gebouw van de buitencategorie
28
Foppe Wiersma en Folkert Fennema Over het voedsel van de toekomst
36
Aeres Groep Mensenorganisatie
38
Colofon
Food, Future & Education Geachte genodigde, Welkom bij de Aeres Groep, welkom op het symposium Food, Future & Education. Deze dag heeft een drieledig doel. Met het symposium Food, Future & Education willen we dieper ingaan op de ontwikkelingen in de agro-foodwereld. We willen niet alleen weten wat die voor ieder mens afzonderlijk betekenen, maar ook wat de effecten zijn op onze leefomgeving en op de wereld. Van persoonlijk tot wereldniveau noemen we dat. Tegelijkertijd zwaait de Aeres Groep vandaag Henk Verweij officieel uit. De vele verdiensten die de voorzitter van ons College van Bestuur heeft op het gebied van de thema’s van dit symposium, en in het bijzonder voor de Aeres Groep, kunnen wat ons betreft niet beter in
4
een passend kader worden geplaatst. Wij willen u dan ook van harte de gelegenheid bieden om bij te praten en Henk en zijn vrouw Rosemarie Verweij de hand te schudden. Het prachtige nieuwe CAH-gebouw waar u vandaag te gast bent is onze derde troef. Apetrots zijn we erop. We kunnen ons geen betere plek voorstellen om de aankomende generatie groene specialisten op te leiden. Die krijgen hier groen onderwijs van wereldklasse in een groen gebouw van de buiten categorie. Kijkt u gerust rond, stel vragen, discussieer mee en geniet. Wij hebben voor u vanmiddag een programma om de vingers bij af te likken, letterlijk en figuurlijk. Mondvermakertjes Kok, docent en productontwikkelaar Foppe Wiersma neemt u mee in de wereld van slow en fast food, en laat u kennismaken met future food. Wiersma presenteert spraakmakend voedsel, ‘mondvermakertjes’ met bijzondere ingrediënten. Food for thought Met de rebelse en eigenzinnige visie van Anneke Ammerlaan willen we u aan het denken zetten. In haar keynote speech gaat deze foodwatcher en trendonderzoeker in op de positie van de mens in de land- en tuinbouw van de toekomst. Uw mening Tenslotte willen we ook uw mening weten. Wij vragen u om uw oordeel te geven over 10 stellingen, en daarna deel te nemen aan een of meerdere discussies. Op verschillende plaatsen in het gebouw vindt u speciaal ingerichte plekken waar u kunt meediscussiëren. Wij wensen u een fijn symposium en danken u voor uw deelname.
De Aeres Groep
5
Anneke Ammerlaan: Food Food rebel, noemt ze zichzelf. Want om zaken in beweging te krijgen moet je rebels zijn. En dat is Anneke Ammerlaan af en toe. Maar wel altijd in het belang van de wereld, en van lekker en beter eten. En ook altijd met beide benen op de grond. Want gebakken lucht kun je nu eenmaal niet eten.
V
Observeren, participeren en proeven Bij haar huis aan de Vecht heeft Ammerlaan voor zichzelf een Roald Dahl-achtige plek gecreëerd. Afgescheiden van het woonhuis, gezellig rommelig en afgeladen vol met boeken en tijdschriften; de werkplek van van waaruit ze schrijft en publiceert. Vanuit de relatieve rust die dit paradijselijke plekje biedt kijkt Ammerlaan op haar eigen manier naar onderwerpen als voedsel en duurzaamheid. Maar haar beschouwende standpunt is niet dat van iemand die observeert vanuit een enkele discipline. Ammerlaan maakt de vertaalslag vanuit de praktijk, gebaseerd op politieke, economische en sociaal-culturele ontwikkelingen over tientallen jaren. Ze steekt haar voelsprieten uit op alle plaatsen waar veranderingen zich manifesteren. Dat betekent veel lezen en analyseren.
an Ammerlaan is een graag geziene gast op internationale congressen van organisaties als de IACP, de International Association of Culinary professionals, het International Trendforum of het Food futurist panel. Voor deze organisaties verzorgt ze lezingen over trends in voeding, koken en duurzaamheid. Op dit Aeres symposium spreekt Anneke Ammerlaan over de oude boer en het nieuwe denken. Ze legt onder andere uit hoe kennis uit het verleden het zicht op wat zich in de toekomst zal ontwikkelen vele malen groter kan maken. In haar Keynote speech gaat de foodwatcher en trendonderzoeker in op de positie van de mens in de land- en tuinbouw van de toekomst.
Voor haar werk reist ze de hele de wereld af. Ammerlaan: ‘Het begint met observeren, participeren en proeven. De trends die ik signaleer kunnen in een supermarkt beginnen, maar
6
rebel with a cause e venzogoed in een bedrijf of op een discussie forum op internet.’ De inzichten die voortkomen uit die manier van werken verwerkte Ammerlaan in een omvangrijke lijst aan publicaties en adviezen voor overheden, bedrijven en instellingen. Daarmee is ze een van de leidende opinievormers rondom de thema’s voedsel en eten. We zijn vervreemd geraakt van ons dagelijks voedsel Ammerlaan: ‘De trends die ik signaleer en bestudeer worden in gang gezet door innovatieve en onafhankelijke geesten. Of iets een hype is of een trend wordt is van veel factoren afhankelijk, en die factoren kunnen weer anders zijn in verschillende culturele en sociale omgevingen. Ik kijk vooral naar de sociale en maatschappelijke kant van eten, en minder naar de technologie achter ons voedsel. In ons streven naar beter en meer voedsel is de technologie vaak de sturende factor geweest. Dat
heeft er niet alleen toe geleid dat we vervreemd zijn geraakt van ons dagelijks voedsel. Het heeft er ook voor gezorgd dat we op dat gebied overal tegen onze grenzen aanlopen. Dat moet veranderen.’
7
Food, future, education Op dit symposium staan de ontwikkelingen in de agro-food wereld centraal. Hoe gaan we in de toekomst om met ons voedsel. Hoe organiseren we onze voedselvoorziening op een verantwoorde manier? Wat betekent dit voor de toekomst, op mondiaal, regionaal, lokaal en persoonlijk niveau? Bij ‘Food’ staat de relatie met de agro-food wereld centraal. ‘Future’ beschrijft de ontwikkelingen en ambities voor de toekomst. ‘Education’ heeft betrekking op het persoonlijke aspect. John Stuart Mill Maar bij een symposium hoort ook ‘Discussion.’ De uitwisseling van ideeën is onontbeerlijk voor de ontwikkeling van nieuwe denkbeelden, en voor de beeldvorming over een bepaald onderwerp. Het was de Engelse filosoof en econoom John Stuart Mill die ooit schreef: ‘Every great movement must experience three stages: ridicule, discussion, adoption’ Uw mening De Aeres Groep wil ook graag uw mening weten. Bij binnenkomst ontvangt u een stemkastje waarmee u uw oordeel kunt geven over 10 stellingen. Na de lezing van Anneke Ammerlaan vragen wij u voor de eerste keer om op de stellingen te reageren. De resultaten daarvan worden vervolgens geprojecteerd op een scherm. Tijdens het interactieve gedeelte van het symposium kunt u daarna deelnemen aan een of meerdere discussies. Op verschillende plaatsen in het gebouw vindt u speciaal ingerichte plekken waar u kunt meediscussiëren. Hierna vragen wij u nogmaals om uw oordeel, en kijken we of u van mening bent veranderd.
8
& discussion Duurzaamheid is een trend, maar geen toekomst Groen onderwijs: voorwaarde voor wereldvrede Wordt de biobased economy de nieuwe motor van het groene onderwijs? 9
Als je bezuinigt op ontwikkelingssamenwerking schiet je in eigen voet Generatie nu wil geen overvloed maar aandacht Ik zou nog liever verhongeren dan nooit meer vlees eten
10
Ik koop geen voorverpakte producten, want dat leidt tot voedselverspilling In de toekomst zitten er alleen nog insecten in een kroket Over 10 jaar zijn er geen supermarkten meer Gebruik is beter dan bezit 11
FOOD
Gezonder in een groene omgeving
Dinand Ekkel: ‘Enorme kansen voor de landbouwsector.’
‘Jij bent toch van de landbouw en de klompen, wat doe je dan in de zorg?‘, is een vraag die Dinand Ekkel, lector Natuurlijk en Gezond Samen-Leven bij de CAH Almere, regelmatig krijgt. Dat vraagt om uitleg. ‘Als een wethouder ons benadert om een park te revitaliseren, kijken we - naast advies over struiken en bomen die goed groeien en weinig onderhoud vragen - net zo goed hoe we het park kunnen inrichten vanuit de functie van gezondheid. Hoe zorgen we ervoor dat kinderen meer gaan spelen in het park en mensen er vaker een ontspannen wandeling gaan maken’? Op het terrein van groen en gezondheid is Jolanda Maas een gerenommeerd spreekster. Zij
12
promoveerde op ‘Vitamin G: Green environments – Healthy environments’. Maas is beslist niet de enige die zich hiermee bezighoudt. Uit steeds meer onderzoek blijkt dat mensen zich gezonder voelen in een groene omgeving. Het ziekteverzuim in steden neemt zelfs af, naarmate de kwaliteit en de beleving van groen toenemen. De economische waarde van groen in steden laat zich dus in harde euro’s uitdrukken. Ekkel: ‘Je ziet dat een groene leefomgeving aan de basis ligt van veel maatschappelijke vraagstukken. Als we erin slagen om onze groene kennis meer buiten het groene domein in te (gaan) zetten, voorzie ik enorme kansen voor onze sector. Het is mijn ideaal dat de CAH Almere op termijn een serieuze partner wordt voor alle partijen die kennis nodig hebben over groen en gezondheid.’
tuurstudie naar de wijze waarop landbouw een bijdrage kan leveren aan de gezondheid en het welbevinden van mensen. Door kleinschalige stadslandbouwprojecten en buurtmoestuinen krijgen mensen een impactvolle beleving met de herkomst van hun voedsel. Dat kan bijdragen aan een gezonde(re) levensstijl, weet Ekkel uit ervaring. ‘Als ik ’s middags thuis kom, loop ik altijd even naar onze moestuin. Als ik zie hoe sla, prei en tomaten in het voorjaar de grond uit bruisen, ervaar ik echt een wowgevoel. Het is zo boeiend om naar te kijken’. Verder ontwikkelt het lectoraat de minor ‘Dier en Zorg’ die zich richt op het toepassen van (huis) dieren in zorginstellingen. Dieren kunnen een positieve uitwerking hebben op de gezondheid en het welbevinden van de bewoners.
Match In 2050 woont 80% van de bevolking in steden. In de visie van Ekkel moet Nederland terug naar een situatie waarin het meer verbonden is met groen, de herkomst van ons voedsel en met dieren. ‘Als we de gezondheidsproblemen niet over ons willen afroepen, moeten we op zoek naar een goede match tussen enerzijds een groeiende welvaart en anderzijds een gezonde, groene leefomgeving’. Op dit moment doen twee studenten een litera-
Op www.cahalmere.nl vindt u meer informatie over het lectoraat Natuurlijk en Gezond Samen-Leven.
‘In mijn moestuin ervaar ik een wowgevoel’ 13
Future De kennis leveren voor een biobased economy
tics. Voor de landbouwsector en het bedrijfsleven biedt de biobased economy grote kansen. Slagen we erin om ons voedsel voor meer te gebruiken dan voedsel alleen? Dat is een vraagstuk waar Han van Kasteren zich mee bezighoudt als lector Duurzame Energie en Groene Grondstoffen bij de CAH Dronten.
Geen afval meer. In onze huidige consumptiemaatschappij lijkt dat een idylle. Toch gloort er hoop aan de horizon. Als we op een andere manier met onze natuurlijke grondstoffen omgaan, kunnen we het verschil gaan maken. Optimale benutting van onze landbouwopbrengst is de clou.
Nabootsen Eén van de projecten waar het lectoraat aan werkt, is een vergister. Van Kasteren legt uit dat een vergister eigenlijk een soort koeienmaag is. ‘Het gras dat de koe eet, wordt deels omgezet in methaan(gas). Methaan is het grootste bestanddeel van aardgas. Met de vergister bootsen we het vergistingsproces in de koeienmaag als het ware na. We vullen de vergister met mest (natte vergister) of gras (droge vergister). Onder invloed van bacteriën produceert de vergister vervolgens biogas. Dat biogas is een ideale grondstof voor basischemicaliën en is daarnaast een schone energiebron.’ Het bedrijfsleven bekijkt deze ontwikkeling met belangstelling. HarvestaGG (Green Goods) is een particulier initiatief, waarbij deelnemende agrari-
De keten moet gesloten worden. Dat is de belangrijkste drijfveer achter de biobased economy. Een economie die uit groene grondstoffen duurzame non-food producten (eindproducten, grond- en hulpstoffen) vervaardigt, zoals biofuels en bioplas-
‘Op basis van wetenschappelijk onderzoek ontwikkelt de CAH nu zelf kennis’ 14
Han van Kasteren: ‘Optimale benutting van onze landbouwopbrengst is de clou.’
ërs tegen vergoeding (natuur)gras, gewasresten en gewasbijproducten leveren, die tot biogas vergist worden. HarvestaGG levert het gas aan naburige bedrijven. Marja Tekens, docente bij de CAH Dronten, gaat promoveren op het onderzoek met de vergister. Met de expertise die de CAH Dronten hiermee opbouwt, creëert de hogeschool kennis. Jarenlang is er op hao’s les gegeven met lesmateriaal dat door anderen was ontwikkeld. Op basis van wetenschappelijk onderzoek ontwikkelt de CAH nu zelf kennis en maakt die toepasbaar (applied science) op de hogeschool. Het promotieonderzoek gebeurt overigens onder de vlag van het Centre for Biobased economy, waar de CAH Dronten samen met Wageningen University, HAS Den Bosch, InHolland Delft en Van Hall Larenstein in participeert en dat wordt ondersteund door het ministerie van EL&I.
Nederland is een klein land met relatief weinig landbouwareaal. Heeft de biobased economy hier wel kans van slagen? Van Kasteren denkt van wel. ‘Al zullen we alle middelen moeten inzetten.’ Omdat Nederland heel sterk is in de agrarische sector, verwacht hij dat ons land de kennis gaat leveren voor een duurzame biobased economy. Vakmanager In de visie van Han van Kasteren zijn familiebedrijven de meest duurzame bedrijven. ‘Er is een duidelijke langetermijnvisie omdat ze hun bedrijf geleend hebben van hun (klein)kinderen. Je gaat niet met je kinderen om in de zin van: over vier jaar zien we wel waar het uitkomt. Ik durf te beweren dat de CAH ook een familiebedrijf is. De duurzame nieuwbouw die de CAH Dronten is het gevolg van de langetermijnvisie van Wim van de Weg (CAH-directeur). Hij stond aan de basis van de CAH, is hier opgeleid en docent geweest. Vanuit die achtergrond is hij manager geworden. Hij is een vakmanager die weet wat hij wil en dat ook uitvoert. Practice what you preach is zijn credo. Daarmee toont hij leiderschap. Voor Henk Verweij geldt dat in wezen ook.’ Wie meer wil weten over het lectoraat Duurzame Energie en Groene Grondstoffen kan een kijkje nemen op www.cah.nl.
15
EDUCATI ‘Leren is communiceren’
We leven in een wereld waarin zich complexe zaken voordoen. Dan lukt het bijna niet meer om problemen vanuit één discipline op te lossen. De ecologie leert om leren en ontwikkelen vanuit meerdere perspectieven en inzichten te bekijken. Als voorbeeld noemt De Jong de verzilting van de grond en het effect daarvan op de voedselopbrengsten. ‘Je kunt verzilting natuurlijk met hand en tand bestrijden. Je kunt ook kijken naar nieuwe manieren van landbouw, die beter passen bij een verzilte grond. Dat is een andere manier van benaderen die naadloos aansluit op ecologisch intellectueel denken. Kenniscreatie is verbanden leggen en tot nieuwe inzichten komen.’
Stoas Hogeschool leidt studenten op tot innovators in het groene beroepsonderwijs en/of bedrijfsleven. Wat is er zo agrarisch aan leren en ontwikkelen dat er een aparte lerarenopleiding voor nodig is? Interessante vraag. Voor een antwoord op die vraag spraken we met dr. Frank de Jong van Stoas Hogeschool. Sinds 2006 is hij lector Kenniscreatie en ecologisch intelligent denken, in de context van ontwikkelen van leren en leraren in het beroepsonderwijs. ‘In het groene onderwijs is het niet van: hé ze zijn hier met planten of dieren bezig. De benadering van groen gebeurt altijd vanuit de relatie met de omgeving. Die verbinding tussen mens en groen – ecologie noemen we dat - is uniek voor het groene onderwijs. Dat neemt niet weg dat de verbinding tussen mens en groen zo vanzelfsprekend is, dat het groene onderwijs eroverheen dreigt te kijken. Daar wil dit lectoraat voor waken,’ aldus De Jong.
Verbinding Ecologisch intelligent denken maakt het onderwijs in de visie van Stoas Hogeschool beter, omdat studenten nadrukkelijker verbinding leggen met en multidisciplinair kijken naar wat er in de wereld gebeurt. De docent anno 2012 is niet langer de-
16
ION
In Vancouver (Canada) bezocht De Jong de AERAconferentie waar sessies waren over extreme adventure learning. Hij kreeg te zien hoe een klas via internet verbinding maakte met onderzoekers op de Noordpool. ‘Als je dat binnen je school kunt krijgen, wordt leren helemaal leuk en bovendien hartstikke inhoudelijk.’ Social media spelen een grote rol in de ontwikkeling van (jonge) mensen. De Jong start dit jaar een reviewonderzoek doen naar de toepassing van social media in het onderwijs. Hij heeft de indruk dat we mogelijkheden laten liggen. ‘Op school is het vaak: MSN afsluiten, uit met die telefoontjes. Dan denk ik: hoe kun je dat nou doen? Bekijk social media eens door je onderwijsbril en probeer het didactisch in te zetten. Op je smartphone toetsen maken bijvoorbeeld. Of laat leerlingen via twitter vragen stellen in de les. Op congressen zie je dat ook. Waarom maken we die creatieve slag in het onderwijs niet? Leren is tenslotte communiceren.’
gene die het allemaal weet. Die rol moet hij ook niet hebben. Hij is wel vakexpert en kan beoordelen wat goede bronnen zijn en wat niet. Hij blijft de inhoudelijke expert die zijn leerlingen coacht in het verwerven en gebruiken van de veelheid aan kennis en informatie die de wereld rijk is. Stoas Hogeschool bereidt studenten hierop voor. De studenten van de masteropleiding Leren en Innoveren bijvoorbeeld delen nieuwe inzichten heel bewust met anderen in het onderwijs. Kennis delen, elkaar stimuleren en motiveren geven het onderwijs een extra impuls.
Meer informatie over het lectoraat ‘Kenniscreatie en ecologisch denken’ is te vinden op www.stoashogeschool.nl.
Frank de Jong: ‘De verbinding tussen mens en groen is uniek voor het groene onderwijs.’
‘Bekijk social media eens door je onderwijsbril en probeer het didactisch in te zetten’ 17
Henk Verweij: ‘De bodem is het fundament’
18
‘De bodem is het fundament.’ Het lijkt een flauwe woordspeling, of op zijn best een Cruyffiaanse wijsheid. Maar in het geval van Henk Verweij ligt dat toch even anders. Verweij is bodemkundige, en heeft het over de basis van het menselijk bestaan, de voedselproductie. Hij bouwde in Afrika en het MiddenOosten zelf mee aan projecten om de lokale landbouw te verbeteren. Later doceerde, bestuurde en adviseerde hij tientallen jaren in de groene sector. Noem dat maar eens geen ‘informed opinion.’
‘… een bouwer…’
D
e scheidend voorzitter van de raad van bestuur van de Aeres Groep weet dan ook waarover hij het heeft als het gaat over bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking: ‘Ik ben ervan overtuigd dat die het internationale aanzien van Nederland zullen schaden. Bovendien zijn ze slecht zijn voor het groene onderwijs en slecht voor de Nederlandse landbouw.’ De boerenzoon uit de Betuwe bleef zijn hele carrière dicht bij zijn roots. Op het kleine gemengde bedrijf van zijn ouders droomde hij al jong van een studie aan de Landbouwhogeschool, Via de naar zijn zin ‘te theoretische’ HBS en de CAH behaalde hij in 1976 in Wageningen een mastertitel in de tropische bodemkunde..
Buitenlands avontuur Vanwaar de liefde voor dat vak? ‘Dat was eigenlijk een soort van tweetrapsraket. Ik had altijd al veel interesse in de relatie tussen de mens en zijn omgeving, en hoe de natuurlijke hulpbonnen worden gebruikt, in het bijzonder grond en water. Daar kwam bij dat tropische bodemkunde in die tijd een tamelijk onontgonnen vakgebied was. Daar was nog veel praktisch werk te verrichten.’ Natuurlijk speelden ook de verlokkingen van een buitenlands avontuur mee toen zich in 1976 een grote kans voordeed. Met de bagage van zijn studie in de achterzak vertrok Verweij in opdracht van de FAO naar de regenwouden van Kameroen.
19
van officials van de National Soil Service. Teleurgesteld nam hij een aanbod aan om in Nederland als docent aan de slag te gaan. In de vier jaren die volgden werkte Verweij als docent in de bodemkundige vakken op de CAH in Dronten. ‘In die jaren hield ik me ook steeds meer bezig met cultuurtechniek en ruimtelijk ordening, en later met ontwikkelingssamenwerking. Zo was het cirkeltje toch toch weer een beetje rond,’ herinnert hij zich. ‘Mijn bemoeienissen uit die tijd zijn voor een deel nog terug te zien in de vele projecten op de CAH op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, onder andere in Afrika. Ook het aantal mensen dat belangstelling heeft voor internationale samenwerking, en daar ook ervaring in heeft opgedaan is op de CAH altijd relatief hoog geweest.’
Malaria en het tropische klimaat ‘Wij moesten samen met lokale teams bepalen of stukken grond al dan niet geschikt waren voor landbouw.’ Verweij herinnert zich nog goed de zware omstandigheden, de malaria en het tropische klimaat. Hij reisde voor zijn werk heel Kameroen af en was soms wel veertien dagen van huis. ‘Mijn vrouw Rosemarie en onze twee zoons bleven dan achter op het landbouwproefstation in Ekona in West Kameroen. Dat was onze uitvalsbasis. Het was vaak moeilijk, ook wel op het persoonlijke vlak, maar de kans om op mijn vakgebied betekenisvol werk te kunnen doen, en om kennis te maken met andere culturen, vergoedde veel.’ Na een verlenging van het tweejarige contract met een jaar volgde overplaatsing naar een project in Tanzania. Een landelijk onderzoek naar bodemvruchtbaarheid liep echter vast op de onbekwaamheid
Toch bleef ook het praktische werk trekken, en na vier jaar in Dronten volgde een nieuw buitenlands avontuur toen Verweij werd gevraagd voor een project in Jordanië. ‘Ik heb daar een laboratorium opgezet voor grond- en gewasonderzoek. Het gebouw is destijds gesticht met Nederlandse bilaterale hulp. Het is nog door Koningin Beatrix geopend.
‘Landbouwproefstation was onze uitvalsbasis’ 20
buis in elkaar geknutseld reageerbuisrekje was nog steeds in gebruik en bleek goed te functioneren. ‘Veel van de ingewikkelde apparatuur was al lang vervangen, maar dat oude ding deed het nog. En het stond ook nog eens op exact dezelfde tafel waar ik het zelf ooit had neergezet!’ ‘...toch een beetje een bouwer...’ Dat rekje is voor Henk Verweij wel een goed voorbeeld bij hoe hij zichzelf ziet: ‘... toch een beetje een bouwer, geen onderzoeker of theoreticus.’ Hij doelt dan overigens niet alleen op dat knutselen, of op timmeren, wat hij erg leuk vind. ‘Ook het bouwen aan organisaties, het bij elkaar brengen van mensen, sluit daar wat mij betreft goed op aan.’
Een van de dingen die we deden was de kwaliteit van het irrigatiewater beheren. Daarnaast heb ik onderzoek gedaan naar het ontginnen van zoute bodems. Water is schaars in de Jordaanvallei. Het gebied ligt 300 meter onder de zeespiegel, en het is er vaak erg warm. Veertig graden is geen uitzondering. Na verdamping blijft het zout dan in de bodem achter.’
Eenmaal terug in Dronten kreeg Verweij als lid van het College van Bestuur van de CAH de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van een aantal nieuwe commerciële activiteiten van de hogeschool. ‘We hebben toen onder andere Agrotransfer, Agrojobs en Servicejobs opgestart, en het bedrijvencentrum, en natuurlijk de bouw van de campus. En ik kon mijn internationale ervaring goed gebruiken om daar bij de EU fondsen voor te zoeken.’
De samenwerking met de lokale bevolking was er anders dan in Afrika, waar over het algemeen een tekort was aan goed opgeleide mensen. Verweij: ‘In Jordanië waren die er wel, vaak Palestijnen van de Westbank. Wij namen die mensen zelf aan en leidden ze op. Toen ik vertrok werkte er een team van een man of dertig. En toen ik een paar jaar geleden een bezoek bracht aan datzelfde laboratorium bleek de directeur een van de mensen te zijn die ik zelf nog had aangesteld!’
Tijdens Verweij’s lidmaatschap van het College van Bestuur en later als voorzitter werden de deuren verder opengezet. Het was een tijd waarin de contacten met het bedrijfsleven werden uitgebreid. Ook was er sprake
Sporen nagelaten Twintig jaar na dato bleek hij ook op een andere manier zijn sporen nog te hebben nagelaten. Een eigenhandig met een boormachine en wat ijzeren
21
‘We hebben de formule gevonden waarmee we de kleinschaligheid grootschalig organiseren’ van een verdergaande internationalisering. ‘Je ziet dat nu nog terug in het aantal internationale projecten. Door die extra activiteiten kon trouwens ook worden voorkomen dat er mensen moesten worden ontslagen.’ Om de trend van teruglopende studentenaantallen tegen te gaan kreeg Verweij als voorzitter van het College van Bestuur de opdracht de CAH onder te brengen in een groter verband. Hij bereikte dat uiteindelijk door een bestuurlijke fusie met het Groenhorst College. Hetzelfde gebeurde met de Stoas Hogeschool en later met PTC+. Henk Verweij werd de nieuwe voorzitter van het College van Bestuur van de zo ontstane Aeres Groep.
Is dat gelukt? Verweij: ‘We hebben de formule gevonden waarmee we de kleinschaligheid grootschalig organiseren.’ Ratio en emotie strijden om de voorrang Henk Verweij is enthousiast over de toekomst van de Aeres Groep, over het nieuwe gebouw en over de uitbouw van de campus. Zo enthousiast dat de vraag zich onwillekeurig opdringt: Wil hij eigenlijk wel stoppen? Na enig nadenken komt de ontboezeming. ‘Het zijn de ratio en de emotie die om de voorrang strijden. Maar mijn vrouw en ik nemen deze stap heel bewust. Dat het afscheid nu zou zijn staat eigenlijk al jaren vast. In juli en juli vallen onze verjaardagen, en in juli zijn we ook nog eens veertig jaar getrouwd.’
Een beetje een balanceeract Het samengaan van die verschillende instellingen in de Aeres Groep is soms ‘een beetje een balanceeract.’ De eigen visie, vindt hij, moet lokaal, door teamleiders en andere leidinggevenden kunnen worden ingevuld. Tegelijkertijd is het voor contacten met bijvoorbeeld de overheid, handig om als Aeres Groep op te treden. ‘Ik heb me steeds hard gemaakt voor de eigen positie en mogelijkheden van de verschillende opleidingen. Het is erg belangrijk dat de eigenheid van al die instellingen met hun verschillende achtergrond bewaard blijft.’
Spaans leren Het wordt een feestzomer dus! En daarna? ‘Ik ben niet uitgeblust en moe of zo. Ik ga straks eerst maar eens een maand intensief Spaans leren. Ik heb mijn hele leven veel gereisd. Azie, Afrika, Noord-Amerika. Maar Zuid-Amerika stond nog altijd op het programma. Daar willen we nu naar toe, maar ik wil me dan wel verstaanbaar kunnen maken.’
22
De voetafdruk van de wereld Passen we nog op de planeet?
Toch is het groene onderwijs nog niet van Henk Verweij af. Niet alleen is hij lid van de raad van toezicht van een groen Ontwikkel centrum. Voor PTC+ gaat hij al in november weer naar Egypte om daar een project te coördineren. Terug dus naar Afrika en het Midden-Oosten. De problemen daar gaan hem nog steeds erg aan het hart. Het is een overlevingsstrategie Verweij: ‘Dit symposium gaat over Food en Education, voedsel en onderwijs. De kwaliteit van de opleidingen in deze sector is volgens mij een basisvoorwaarde voor voldoende voedsel voor een groeiende wereldbevolking. En dus ook van belang voor het behoud van de wereldvrede. Dat heeft ook te maken met ontwikkelingssamenwerking. Als Nederland een ding niet moet doen is het daarop bezuinigen. Dat mes snijdt van twee kanten. Wij behouden in eigen land een sterke basis, en de kennis om de voedselproductie te verhogen is een geweldig exportproduct. Daarginds betekent het dat minder mensen verhongeren. En misschien betekent het ook minder vluchtelingen. Het is een overlevingsstrategie. Als we het niet gaan brengen, dan komen ze het wel halen.’
‘Als we het niet gaan brengen, dan komen ze het wel halen’ 23
De mensheid gebruikt nu al het equivalent van 1,5 aardes om in de hulpbronnen en grondstoffen die wij gebruiken te voorzien. Voorzichtige scenario’s van de Verenigde Naties uit 2008 laten zien dat we bij gelijk blijvende groeicijfers voor consumptie en bevolkingsomvang al in 1930 twee Aardes nodig hebben. Als we hulpbronnen sneller omzetten in afval dan dat we afval weer kunnen recyclen tot nieuwe hulpbronnen, raakt de Aarde in een steeds sneller tempo uitgeput.
De Aarde levert ons alles wat we nodig hebben. Om de trend te keren moeten we investeren in groene technologie en een duurzame infrastructuur. Groen onderwijs speelt daarbij een cruciale rol. Bron: Global Footprint Network
Kom in de kas
Glas, licht, lucht en ruimte. ‘Kom in de kas,’ denk je bijna onwillekeurig als je hier naar binnen loopt. En dat is eigenlijk best een passende beeldspraak. Studenten die hier worden opgekweekt tot een nieuwe generatie groene-sector specialisten, en docenten die het jonge talent voeden met kennis. Het beeld past – misschien niet helemaal toevallig – ook goed in de christelijke traditie van de CAH.
24
W
ie hier ‘s morgens binnenloopt vangt met een beetje geluk ook de geur op van versgebakken brood. Dat geeft meteen een huiselijke indruk, en zorgt ervoor dat je je welkom voelt. Het gebouw ademt rust en geborgenheid, ondanks de grote ruimten en de vele gebruikers. Je zult hier maar mogen studeren!
De architectuur van deze hoogste kas van Europa en de innovatieve klimaatbeheersing zorgen voor een laag energiegebruik, en dus lagere onderhoudskosten, en ook bij de gebruikte bouwmaterialen is alles gericht op duurzaamheid. Daarbij is ook op de details gelet. Zo gebruiken de fonteintjes in de toiletruimten geen kostbaar drinkwater. In het nieuwe gebouw, dat op de verder uit te bouwen campus een centrale plaats inneemt, komen leren, werken en wonen samen.
25
Ontmoeten en ontwikkelen Ontmoeten en ontwikkelen waren twee kernbegrippen toen in 2005 werd gestart met plannen maken voor dit nieuwe gebouw. Er moest een uitnodigende en inspirerende leefomgeving komen waarin het leren, de ontwikkeling, gemakkelijk, ja misschien wel vanzelfsprekend werd. Wie de studenten en docenten hier op een doordeweekse dag observeert kan alleen maar concluderen dat dat is gelukt. Op de grote trappen en in het restaurant zijn de gesprekken geanimeerd; in de mediatheek wordt geconcentreerd gewerkt aan een presentatie die eigenlijk al af had moeten zijn. Wat daarbij vooral opvalt is de rust en de vanzelfsprekendheid waarmee de studenten hun gebouw gebruiken.
26
Duurzame integratie Het gebouw staat niet op zich. Het vormt het centrum van vier verschillende ‘landschappen’, met elk hun eigen functie. Zo kunnen studenten in de kas in het landschap Park Life praktijkervaring opdoen op het gebied van plantenteelt en veredeling. In de andere landschappen kan worden gewerkt in een landcafe, de energietuin of het pluklabyrint. Het is
een doordacht concept. De lessen in het gebouw sluiten naadloos aan op de praktijk erbuiten. CAH en de Aeres Groep maken met dit unieke gebouw een krachtig statement in de agrarische sector. Hier moet het naartoe. Duurzame en innovatieve integratie van stad en land.
27
Foppe Wiersma: ‘Alles is organisch gelinkt’
H
Foppe Wiersma en Folkert Fennema zijn docent en productontwikkelaar. Wiersma is daarnaast ook kok. Het afgelopen jaar leidde het duo als gastdocent een onderwijspilot aan de CAH in Dronten. Die pilot was opgebouwd rondom de vier thema’s:
et zijn thema’s die naadloos aansluiten bij de onderwijsvisie binnen CAH en de Aeres Groep, en het is dan ook niet verwonderlijk dat de kennis die in een jaar is opgedaan wordt gebruikt om de bezoekers aan dit symposium inzicht te geven in het voedsel, de voedselbereiding en de plaats daarvan binnen het groene onderwijs.
Slow food en fast food Voeding en religie Waste food en Future food
Mond vermakertjes …
28
Mondvermakertjes Tijdens het symposium kunnen bezoekers meediscussiëren over het voedsel van de toekomst, en proeven van het voedsel van de toekomst. Foppe Wiersma presenteert spraakmakend voedsel, met bijzondere ingrediënten. Wat dacht u van een bitterbal van sprinkhanen? Of komkommermousse met explosiesuiker? Mondvermakertjes, heten deze niet-alledaagse borrelhapjes in het universum van Foppe Wiersma.
Themamaaltijd Alle eerstejaars leerlingen moeten daartoe vier keer een zogenaamde themamaaltijd meemaken. Het doel van een themamaaltijd is om met lekker eten, en met socratische gesprekken de bewustwording bij de gasten over het voedsel dat zij eten te vergroten. Daarbij worden vragen gesteld als: Slow Food, wat is dat eigenlijk? Bij de discussie over, en het antwoord op die vraag wordt dan duidelijk dat Slow Food niet allen maar geen Fast Food is van langs de snelweg, maar dat achter dat begrip veel meer schuilt. Seizoensgebonden voedsel bijvoorbeeld, en lokaal geproduceerd voedsel. En de vraag naar duurzaamheid, en naar de consequenties van aardbeien uit Afrika als toetje bij het Kerstdiner. Alles was immers organisch gelinkt!
‘Alles is organisch gelinkt.’ Als er iets is dat Foppe Wiersma en Folkert Fennema aan hun leerlingen proberen mee te geven, is het die centrale boodschap. ‘De leerlingen moeten leren inzien dat wat ze doen consequenties heeft voor alles,’ zegt Fennema. ‘Vandaar ook die vier thema’s. In de lessen leggen we de link tussen maatschappelijk ontwikkelingen en de omgang met voedselproducten, en bij wijze van spreken tussen duurzaamheid en oude Bijbelse spijswetten. Dat klinkt misschien heel ingewikkeld, maar het gebeurt heel erg ‘down to earth.’
Duurzaamheid is geen trend meer Fennema: ‘Het is prachtig om te zien hoe die inzichten groeien. Deze leerlingen komen later allemaal ergens in de groene sector terecht, en of dat nou de groentenafdeling van een supermarkt is, of een of ander laboratorium, doet er eigenlijk niet toe.’ Wiersma: ‘Biologisch of niet-biologisch is eigenlijk alleen nog maar een kunstmatige tegenstelling. Daar gaat het niet meer om. Duurzaamheid is geen trend meer. Kijk naar de Albert Heijn. Daar begint het nu te komen. Omdat de klant erom vraagt, en eisen gaat stellen. Retail draait om eten. We hebben te maken met een structurele omslag.’
‘De leerlingen moeten wel hun eigen beeld kunnen vormen,’ vindt Wiersma. ‘We proberen ze daarom aanzetten te geven waarmee ze inzicht krijgen in waar ze eigenlijk mee bezig zijn. Waar wil je naar toe. Wat wil de ander.’
29
En u eet het chipszakje gewoon mee op!
Warme gerechten
Food Future & Education; uiteraard komt het thema van dit symposium terug in een bijzondere culinaire invulling. De Aeres Groep serveert u het voedsel van de toekomst. Went u er maar vast aan! Studenten van de CAH zullen u bedienen en staan klaar om uw vragen te beantwoorden. Op verschillende locaties worden voor u warme en koude gerechten bereid, en er gaan schalen met hapjes rond.
Lauwwarme galantine van Polderhoen gevuld met asperges en noten ‘a la Rossini’ met zuurdesemtoast en een crème van pastinaak.
Uw menu van de toekomst, samengesteld door Foppe Wiersma en Folkert Fennema!
Een galantine is een opgerold mengsel van gemalen wild, vlees en ook van vis. Bij wild en gevogelte wordt het mengsel teruggedaan in de eigen huid.
De pastinaak (Pastinaca sativa subsp. sativa), pink sternakel of witte wortel is een plant uit de scherm bloemenfamilie (Apiaceae). Het is een circa 20 cm lang wortelgewas met een zoete anijsachtige smaak en een crème-witte kleur. 30
Lauwwarme sushi van tilapia en gerookte zalm met een wakamesalade, algenmeringue en een dashi-ketjapsaus. Pasta met oesterzwammen, gekweekt op kof fiedik, bereid uit een ‘meshangerkaas’ van de Polderzoom uit Dronten. De Meshanger is een authentieke streek kaas uit de Middenbeemster. Een bijzonde re kaas, die slechts van omstreeks 1890 tot 1940 in Noord-Holland werd gemaakt en die door mensen van stand werd gegeten. Wageningse zuiveltechnologen wisten in de zestiger en zeventiger jaren het oor spronkelijke procédé te achterhalen.
Een meringue is een soort schuimgebakje, dat oorspronkelijk uit Zwitserland (Meiringen in kanton Bern) komt, maar ook in Frankrijk en België met dezelfde naam en Duitsland (onder de naam Baisser) te vinden is.
De tilapia(Oreochromis niloticus) wordt gekweekt, en kan daarom het hele jaar door tegen een constante kwaliteit en prijs worden gekocht. Tilapia wordt op een ecologisch verantwoorde wijze gevoed volgens vaste kwaliteitsnormen en met plantaardige eiwitten. De tilapia is een gezonde, stevige en mild smakende vis.
31
Koude gerechten / mondvermakertjes Komkommermousse met tomatenkaramel en explosiesuiker Explosie- of knettersuiker: Een mengsel van citroenzuur en zuiveringszout. Gemengd met water vormt dit kooldioxide (een ongevaarlijk gas). Dit geeft in de mond een knetter-effect.
32
Bitterbal van groenten en sprinkhanen met een honingcrème
Roulleau van Friese kazen en een truffel van rode wijn
Johannes de Doper at sprinkhanen met wilde honing (Mat. 3:4; Mark. 1:6). Volgens de Mozïsche wetten golden sprinkhanen niet als onreine dieren (Lev. 11:22) en het eten van sprinkhanen was dus toegestaan.
Kaas (Latijn: caseus) is een voedingsmiddel dat wordt gemaakt van melk. Bij het maken van kaas worden de vaste stoffen in de melk, eiwitten, vetten en mineralen, gescheiden van het vocht. Er wordt aan de kaas strem sel, zuursel en zout toegevoegd. Kaas bevat, behalve dierlijk vet en eiwit, veel calcium en vitamines A, B, en D.
Insecten zijn een rijke bron van eiwitten en daarom een uitstekend alternatief voor vlees en vis. Bovendien zijn insecten voor mensen goed verteerbaar. De voedingswaarde is te vergelijken met rund- en varkensvlees. Verder bevatten verder essentiële vetzuren als linolzuur, vitaminen A, B2 en D, en mineralen, waaronder ijzer. Een van de meest gegeten soorten insecten zijn sprinkhanen.
33
Dranken
Brownie van Tony Chocolony chocolade met Fairtrade noten
Tony Chocolony is een merk voor gega randeerd ‘slaafvrij’ (zonder kinderarbeid of -slavernij) geproduceerde chocolade producten.
je met Extra: Het ultieme no-waste chipszak truffelaardappel pe Wiersma dit Namens de Aeres Groep serveert Fop felaardappel zeer bijzondere mondvermakertje. Truf gewoon op! in een zakje. Maar het zakje eet u ook Het is gemaakt van aardappel.
34
Terra Vitis Selection Rouge, Terra Vitis Selection Blanc, Rivella, cola, sinas, cassis, vruchtensappen, Spa rood en blauw Terra Vitis wijnen zijn duurzame kwa liteitswijnen met respect voor mens, natuur en milieu. Vanuit hun passie onderwerpen Terra Vitis wijnboeren in Frankrijk hun wijnen aan een streng ecologisch concept. Vanaf de stok tot aan de botteling. Volgens recensenten met als resultaat: ‘Wijnen zoals Bacchus ze heeft bedoeld!’.
35
Aeres ambitie, ontwikkeling en innovatie
A
eres is een eigentijdse onderwijsinstelling die full time en part time groene opleidingen en cursussen aanbiedt op alle niveaus, en op verschillende locaties. Groene kennis doorgeven, studenten leren hoe te leren, en ze trainen, begeleiden en coachen zijn daarbij kernwaarden. Duurzaamheid is het uitgangspunt. Op deze manier wil Aeres een bijdrage leveren aan maatschappelijke ontwikkelingen in het groene domein. We doen dat met onderzoek, het samenbrengen van kennis en het aanmoedigen van debat. Ambitie en ontwikkeling Aeres leert zijn studenten hun verantwoordelijkheid te nemen voor, en een bijdrage leveren aan een duurzame wereld, en geeft daarin zelf het voorbeeld. Aeres kiest ook voor ambitie en ontwikkeling. Een leven lang leren en werken in de groene sector. Maar wel met de menselijke maat.
Groenhorst 36
Onderwijsinstellingen De onderwijsinstellingen van de Aeres Groep verzorgen reguliere en commerciële leertrajecten voor beroepen in het groene domein. De tien Groenhorst opleidingslocaties verzorgen groen praktijkonderwijs (pro) voorbereidend (vmbo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) in MiddenNederland en Flevoland. De CAH (Christelijke Agrarische Hogeschool) verzorgt voltijd en deeltijd hbo-opleidingen en master op locaties in Dronten en Almere. Stoas Wageningen is de enige docentenopleiding (hbo voltijd, deeltijd, master) voor het groene domein. PTC+ verzorgt op vier locaties commerciële trajecten op het gebied van praktijkleren. Deze vormen een aanvulling op het onderwijs van de Nederlandse agrarische scholen. Bij de Aeres Groep werken ruim 1.100 mede werkers.
‘Het is een mensenorganisatie. Op dat niveau moet het gebeuren.’
37
Samengevat De scheidend voorzitter van het College van Bestuur van Aeres Henk Verweij vat het zo samen: ‘We doen het uiteindelijk allemaal voor onze leerlingen en studenten. Een gebouw is een gebouw, en die omgeving is natuurlijk wel belangrijk, maar het gaat er uiteindelijk om dat we mensen afleveren die in de toekomst wereldburger worden, en een mooie carrière kunnen opbouwen. Dat doe je met mensen. Ik durf wel te stellen dat wij mensen in dienst hebben die heel betrokken zijn. Niet alleen als docent vanuit de inhoud, maar ook met alle aandacht voor studenten en collega’s. Het is een mensenorganisatie. Op dat niveau moet het gebeuren.’
Onderscheidend onderwijs. Duurzaamheid als norm De Aeres Groep heeft de ambitie om de grote diversiteit van deze bundeling van onderwijskrachten te gebruiken als uitgangspunt voor de toekomst. De samenstellende delen van Aeres hebben en houden hun eigen identiteit en doelgroep. De kansen die dat biedt gebruikt de Aeres Groep op verschillende manieren. Zo willen we expertise en activiteiten bundelen, en onderscheidend onderwijs aanbieden dat excelleert door kwaliteit; met duurzaamheid als norm. Ontwikkeling en innovatie Om dat te realiseren voert de Aeres Groep een beleid dat is gericht op ontwikkeling en innovatie, en een adequate bedrijfsvoering. De werknemers van Aeres zijn professioneel en flexibel, en gericht op ontwikkeling en resultaat. Aeres vindt het belangrijk dat medewerkers er trots op kunnen bij de Aeres Groep te werken.
38
Colofon Dit magazine is een eenmalige uitgave ter gelegenheid van het symposium Food, Future & Education 2012 van de Aeres Groep. De samenstellers hebben hun best gedaan om alle rechthebbenden van het beeldmateriaal en de teksten in deze uitgave te achterhalen en de voorwaarden ten aanzien van het gebruik van beeldmateriaal schriftelijk overeen te komen. Soms lukt dit echter niet, doordat de verblijfplaats van één of meer rechthebbenden niet kan worden achterhaald. Wanneer iemand meent enig recht te kunnen doen gelden op het in deze uitgave gepubliceerde beeldmateriaal of teksten, dan verzoeken wij dit te melden. Bij de samenstelling van deze uitgave is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Toch bestaat de mogelijkheid dat bepaalde informatie niet geheel correct, of verouderd is. Copyright © 2012 Aeres Groep Samenstelling Aeres Communicatie, Ron van den Pol Organisatie Aeres Communicatie Druk Grafisch Bedrijf Outhuis en Kemperman www.outhuisenkemperman.nl
Oplage 500 Ontwerp en opmaak Han Jansen, www.hanjansen.nl Redactie en teksten Theo Maas, www.projectredactie.nl Interviews lectoren Marjolijn van Eendenburg Beeld Tina Henken (Henk Verweij), Yvo Sajet, Hanneke van Leeuwen, Info Pinnacle (CAH), Edwin Verbaal (globe), Henk en Rosemarie Verweij, Thinkstock, Groenhorst PR Bronnen FAO, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Global Footprint Network, Bugs Academy Het is niet toegestaan zonder toestemming van rechthebbenden beeldmateriaal of teksten uit deze uitgave te (her)gebruiken door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Aeres Groep. Teksten mogen wél voor persoonlijke, niet-commerciële, of studiedoeleinden gebruikt worden. Bij gebruik van informatie uit deze uitgave dient de Aeres Groep duidelijk als recht hebbende cq. als bron te worden vermeld.
aeres groep duurzaam leren, handelen en produceren
Groenhorst Christelijke Agrarische Hogeschool Stoas Hogeschool PTC+ Aeres Contract